Presentatie 4 uit de verdiepende opleiding ‘Petrografie en muurwerkarcheologie’
Paul Van den Bremt - Foreesten, warandes en kluizenaars: de stroopers in Stekene/Sint-Gillis-Waas
1. 18 februari 2011
VLAAMS INSTITUUT VOOR HET ONROEREND ERFGOED
Foreesten, warandes en kluizenaars
de Stroopers in Stekene/Sint-Gillis-Waas
—
Paul Van den Bremt
“Int oostende van Vlaendren staet een bosch, ende heet Hulsterloo.
Coninc, ghi moghet wesen vro, …” (uit: Van den Vos Reynaerde)
2. Foreesten, warandes en kluizenaars: de Stroopers
in Stekene/Sint-Gillis-Waas
Inleiding: situering van het gebied
1: Een Waas middeleeuws foreest: het
Koningsforeest
2: Over warandes en konijnenbergen
3: De ontginning van het Koningsforeest:
– Grafelijke en andere adellijke ontginningen
– Kolonisten, kluizenaars en abdijen
Besluit
4. Foreesten, warandes en kluizenaars
1: Een Waas middeleeuws foreest: het Koningsforeest
De Stroopers
maakte deel uit van
het Koningsforeest
dat nog tot in de
12de en de 13de eeuw
meer dan de helft
van het huidige land
van Waas bedekte.
– Conegesfurst
(1136)
– Conincsforest
(1150)
5. Foreesten, warandes en kluizenaars
Wat is een foreest?
Het begrip foreest slaat oorspronkelijk op een strikt
door en voor de koning gereserveerd gebied voor de
jacht en/of de visvangst.
= juridisch begrip dat opduikt in de Merovingische tijd
en zijn volle betekenis krijgt tijdens de Karolingische
tijd;
≠ een synoniem voor bos.
Tot een dergelijk jachtgebied konden niet alleen bossen
en woeste gronden behoren, maar ook waterpartijen,
cultuurland en zelfs hele nederzettingen.
6. Foreesten, warandes en kluizenaars
Het foreest en zijn ambtenaren
Forestiers (forestarii): ambtenaren die instonden voor
de naleving van de wetten en verordeningen in verband
met het beheer van het foreest;
Jagers (venatores): ambtenaren die instonden voor de
jacht;
Valkeniers (falconarii): ambtenaren die instonden voor
de jacht met de valk.
7. Foreesten, warandes en kluizenaars
De Stroopers en het Koningsforeest
Forestier: woonde in het
kasteel van Voorhoute (de
heerlijkheid Forolta)
Jager: woonde in de
heerlijkheid Lijkvelde
(Likevelde)
Valkenjacht: Hulsterlo
8. Foreesten, warandes en kluizenaars
Het Hof van Voorhoute in 1393
Staat van goed:
– Alse van den husinghen
up tgoet te Vuerhoute te
wetene es de casteel up
den wal, item int
nederhof een woenhuus,
drie scuren, een stal met Gaston Phébus: Livre de Chasse, 14de eeuw
eenre camere overzoldert,
item een hondehuus met
eenen camerkine deran,
item een valchuus, een
valchuus
duufhuus ende een
hovenbuur.
Stadsarchief Gent, Reeks 330, nr. 9,
1392-93, f° 52 v°
Falconry Book of Frederick II 1240s
9. Foreesten, warandes en kluizenaars
De jacht in het foreest
Toponiem: Trompe
Toponiem: W(u)lfsputte
Gaston Phébus, Livre de
chasse
Ci devise comment on
Gaston Phébus, Livre de doit aller laisser courre
chasse pour le cerf.
Ci devise une manière pour
prendre les loups
Dat elck hem verdraeghe te jaeghene op troo of tzwarte … (Keuren
van het Land van Waas, 1553)
10. Foreesten, warandes en kluizenaars
Valkenjacht in het foreest
Giervalk
Falconry Book of Frederick II 1240s Deer and Birds
11. Foreesten, warandes en kluizenaars
Vogelherde (vogelvangst)
Pachtcontract Voorhoute
1514:
– Item de voorn. pachtre
en mach ooc gheen
beesten ouden gaende
in den bosch daer de /
vesten up staen van
ghevoghelthe de …
(sic)
SAG, Reeks 301, 73, 1513-1514, f° 129
v° (19 mei 1514)
12. Foreesten, warandes en kluizenaars
2: Over warandes en konijnenbergen
In en om de
Stroopers
treffen we de
plaatsnaam
Warande op
diverse plaatsen
aan: het betreft
hier gesloten
warandes
13. Foreesten, warandes en kluizenaars
Gesloten warandes (jachtbegrip)
Omvatten meestal tot enkele hectaren grote
terreinen:
– Kunstmatig omheind: muren, houten
palissades met vlechtwerk, brede grachten of
een combinatie ervan.
– Vaak bevolkt met konijnen
vandaar: lapin de garenne
Gaston
Phébus,
Livre de
chasse
Du lapin
et de
toute sa
nature.
14. Foreesten, warandes en kluizenaars
Warandetoponiemen uit de Stroopers (vb.)
Warande van Voorhoute Warande van Boudelo
15. Foreesten, warandes en kluizenaars
Vb. warande van Boudelo
pachtcontract uit 1599: “Pieter Cornelissen fs.
Franchoys heeft ghepacht de warande van den
cloostere voor zes jaeren deerste vallende
kerss. XVc neghenentneghentich gheeft tsjaers
vijf coppelen conijnen”
RAG, Abdij van Boudelo, nr. 516 (pacht- en tiendenboek, 1599),
p. 228
Gaston
Phébus,
Livre de
chasse
Ci devise
comment
on doit
chasser
et
prendre
le lapin.
16. Foreesten, warandes en kluizenaars
Vb. warande van Hulsterlo
"MCCCCXLIV: Proventus
bonorum de Hulsterloo hoc
anno 57 lb. 12 sol. 6 d.
grossorum (...) De warande
van Hulsterloo buten den
Beverschen wegh is weerdt
12 coppelen coninen, ... mijn
heere den prelaet 30
coppelen, ... Joris Braderick,
... ende 30 coppelen ... den
meester van Hulsterloo.“
Bron: J.-J. De Smet, Recueil des
Chroniques de Flandre, tome 1er,,
1837, p. 629
“Int oostende van Vlaendren staet
Een bosch, ende heet Hulsterloo.”
17. Foreesten, warandes en kluizenaars
Het begrip konijnenberg - conijnerije
“Conninière: lieu peuplé de lapins, terrier. La
conninière est une structure archéologique tenant
lieu de terrier. Á ne pas confondre avec une garenne
qui est le lieu peuplé de lapins à la fin du Moyen
Âge, ou avec le droit de garenne qui répresente la
forme juridique de l’exercice de la chasse. Son
équivalent médiéval en Anjou est “la motte à
conils”. Le terme usuel contemporain est celui de
garennière.” (Duceppe-Lamarre, 2006)
Uit: Queen Mary’s Psalter, begin 14de eeuw
(Brit. Libr.)
18. Foreesten, warandes en kluizenaars
Situering Alvinusberg t.o.v. Voorhoute
Kaart van de
heerlijkheid van
Voorhoute uit
Voorhoute
1674 (?)
RAGent, Kaarten
en Plans nr. 2731
bis
Alvinusberg
19. Foreesten, warandes en kluizenaars
Was de Alvinusberg een conijnerije?
“… tgoet te Voorhaute
met allen den gelaghen /
ende aysementen diere
ancleven in winnende
lande, gheweede,
bogaerden, in slachaute,
in cheynsrenten,
voghelrien / vischerijen,
warande ende conijnerije
…”
SAG, Reeks 301, 73, 1513-1514, f°
129 v° (19 mei 1514)
1: La Garenne d'Anneville (Guernsey)
20. Foreesten, warandes en kluizenaars
3: De ontginning van het Koningsforeest
1: lokale
ontginningen?
2: grafelijke en
andere adellijke
ontginningen
vanaf het begin
van de 12de eeuw
3:
abdijontginningen
De voornaamste ontginningen tijdens de
Middeleeuwse ontginningsbeweging
21. Foreesten, warandes en kluizenaars
Het kluizenaarsfenomeen
Gerwin Boudewijn van Boekel
De kluizenaars van dienst
– ca. 1105: de zalige
Gerwin (2de abt van
Oudenburg) ter hoogte
van het latere Kluize
Gentse Sint-Pietersabdij
vanaf 1123
– ca. 1197-1198: de
boomheilige Boudewijn
van Boekel abdij van
Boudelo vanaf 1205
Vraag: hoe eenzaam waren de kluizenaars?
22. Foreesten, warandes en kluizenaars
De aard en het resultaat van de ontginning
Over de aard van de
ontginning tasten wij nog
enigszins in het duister:
mogelijk betrof het niet
alleen ontginning van bos
en woeste gronden, maar
ook veenontginning. Hoe
dan ook, tegen het einde
van de 16de eeuw bestond
het onderzochte gebied
bijna uitsluitend uit
cultuurland.
23. Foreesten, warandes en kluizenaars
Besluit
1: De Stroopers maakte deel uit van het Wase Koningsforeest:
archiefstukken geven aanwijzingen over het belang van het
kasteel van Voorhoute, dat bewoond werd door de forestier.
2: Binnen het gebied bevonden zich verschillende warandes,
een vogelherde en een konijnenberg. Het is niet uitgesloten
dat de Alvinusberg ooit werd gebruikt als konijnenberg.
3: In de loop van de 16de eeuw was het gebied volledig
ontgonnen en vrijwel volledig omgezet in cultuurland. Naast
de graven van Vlaanderen en de lagere adel speelden twee
abdijen (Sint-Pietersabdij Gent, Boudelo) een grote rol in het
ontginningsproces. De abdijen werden voorafgegaan door
kluizenaars.