3. 3
Inhoudsopgave
1. Professionele online identiteit 4
2. Opzet van de trainingen 5
3. Inhoud van de trainingen 7
Training 1 7
Training 2 7
Training 3 8
Training 4 8
4. Toetsing en beoordeling 10
Voorwaardelijke eisen 10
Compensatie opdracht 10
Bijlage 1: Inhoudelijke criteria posterpresentatie OTR 2 11
Bijlage 2: Inhoudelijke criteria Casustoets A 12
Bijlage 3: Inhoudelijke criteria posterpresentatie OTR 4 13
Bijlage 4: Inhoudelijke criteria Casustoets B 14
Bijlage 5: Feedback formulier Posterpresentatie mediawijsheid OTR 2 en OTR 4 15
Bijlage 6: De posterpresentatie 16
4. 1. Professionele online identiteit
AlsSocial Workerinopleiding,wetenjullie inmiddelsdathethebbenvaneenprofessionele
basishoudingvanessentieel belangisinhetgoedkunnenuitvoerenvanhetSocial Workberoep. De
netwerkmaatschappijwaarwij deel vanuitmaken,voegteenextradimensietoe aandeze professionele
basishouding.Namelijkde dimensie vanje professionele onlineidentiteit.Opwelkewijzebenjij als
Social Workerinstaat om online je professie te vertegenwoordigen,ishierbij de centrale vraag.Hierinis
hetnietalleenvanbelangdatje zichthebtopde invloedvande ‘digitale wereld’opmensen
maatschappij,maardat je ookde kansenweette benuttendieindeze ‘digitalewereld’verborgen
liggen.Kansendie je enerzijdsinstaatstellenomjezelf alsprofessional onlinete profilerenenanderzijds
helpendzijninhet‘oplossen’vande uitdagingendie jij enje cliënten tegenkomen.
Binnende casusopdrachtvanOLP3 gaan jullie aande slagmetmondiale thema’s,zoalsarmoede,
geweld,emancipatie,migratie,vergrijzingendiscriminatie.Jullie hebbende opdrachtaandachtte
vragen,opte komenvoor,eenvuistte makenvoorde groepburgersdie wordengeconfronteerdmet
problemenopéénvanbovenstaande thema’s.Vanuitde trainingenmediagebruik,gaanjullie aande
slagmet hetvormgevenvanje eigenprofessionele onlineidentiteit.Deze online identiteitgaatonder
andere totuitingkomeninde wijze waaropjullie online aandachtvragenenopkomenvoorhet
mondiale themaende groeperingdie hiermee geconfronteerdwordt.
Het sociale platformwaarwij binnenOLP3mee aande slaggaan is Twitter.Hetprofessioneel leren
inzettenvanTwittermaaktonderdeel uitvande viertrainingenmediagebruik. Ditsociale platform
moetechtergezienwordenalsmiddel omonderstaande doelentotuitingte brengen.
De trainingenmediagebruikOLP3kennenalsdoel:
- De studentweethoe hij Social Mediakangebruikenomzichzelf alsprofessional te presenteren
- De studentpresenteertzichzelf alsbeginnendprofessionalviaSocial Media
- De studentweethoe hij Social Mediakaninzettent.b.v.zijnstudie
- De studentreflecteertopzijneigenmediagebruikinrelatie totanderen
- De studentplaatstviaSocial mediarelevanteinformatievoorde SWpraktijk
Opmerking: Het aanmaken van een twitteraccount en hier actief mee aan de slag gaan, maakt onderdeel uit van de
trainingen mediagebruik. Hiertoe dient iedere student zich aan te melden voor een twitteraccount. Na afloop van
OLP3 is iedere student vrij om het account aan te houden of te verwijderen.
5. 5
2. Opzet van de trainingen
We werkenbij de trainingenmediagebruikvanuithet‘flippingthe classroom’ principe.
Concreetbetekentditdatje door vante vorenopgenomenkennis- eninstructieclipsinformatie aangereiktkrijgt dienodigisomde opdrachten
van de trainingenmediagebruikuitte voeren. Je dientdezeclipssteedsvooraf eentrainingte bekijken(zelfstanding). Binnende trainingen laatje
vervolgenszienopwelkewijzeje deze aangereikte informatie hebtverwerktentoegepast.Je gaatduszelfstandigenactief aande slagmetje
eigenvaardighedenenstaattijdensde trainingstil bij de resultatendaarvan.Hetvoorbereidenvande trainingenisdusvanessentieel belangen
voorwaardelijkbij de trainingenmediagebruik.ViaBlackboardisspeciaal voorde leerlijnMediagebruikeenomgevingopgezetalwaarje de
verschillendekennis-eninstructieclipsterugkuntvinden.
In totaal zijnerviertrainingenmediagebruik. Tussende verschillende trainingenisrekeninggehoudenmetvoldoende ruimteomaande slag te
4 trainingenmediawijsheid
Thema: professionele identiteit,vertegenwoordigenvaneenthema/groepering
Twitter: (Micro-bloggen)
- Volgrelevantepersonen (wereldwijd) en
instantiesm.b.t.hetthema.
- Hoe presenterenzij zichzelf?
- Op welke wijze vertegenwoordigenzij hetthema
/ groepering?
- Welke relevante informatie kunje vinden?
CasustoetsA =
Posterpresentatie
Twitter: (Micro-bloggen)
- Zorgendat je volgerskrijgt
- Berichtenplaatsenomje thema/groepering
onderde aandacht te brengen
- Relevante informatie plaatsen
CasustoetsB =
Manifestatie
OTR 1 (week1) OTR 2 (week3) Week5 OTR 3 (week6) OTR 4 (week8) Week10
Instructie Presentatie
(voorwaardelijk)
Inhoudelijke criteria
Groepspresentatie
Instructie Presentatie
(voorwaardelijk)
Inhoudelijke criteria
Groepspresentatie
Zelfst. Training Zelfst. Training Zelfst. Training Zelfst. Training
Voorbe
reiding
Verwerk
eninfo
Voorber
eiding
Individuele
posterpresentatie
Voorbe
reiding
Verwerk
eninfo
Voorbe
reiding
Individuele
posterpresentatie
De studentweet hoehij Social Mediakangebruikenomzichzelf als
professionaltepresenteren
De studentweethoehij Social Mediakaninzetten t.b.v.zijnstudie
De studentreflecteertop zijneigen mediagebruikinrelatie tot anderen
De studentplaatstviaSocial media relevanteinformatievoorde SW praktijk
De studentpresenteertzichzelf als beginnendprofessionalviaSocialMedia
De studentreflecteert opzijn eigen mediagebruikinrelatie totanderen
Feedback
De
student
reflecteer
t op zijn
eigen
mediageb
ruik in
relatie
tot
Feedback
De
student
reflecteer
t op zijn
eigen
mediageb
ruik in
relatie
tot
6. 6
gaan metde opdrachten. Inde onderstaande tabel zijnde trainingenmediagebruik, toebehorende inhouden endoelen schematischweergegeven.
7. 7
3. Inhoud van de trainingen
Training 1
Zorg dat je de kennis- eninstructieclipsvante vorenhebtbekekenenmaakde bijbehorende opdrachtenter
voorbereidingoptraining1.
Zelfstandig(voorbereidingspdrachten)
Deze opdrachtenvoerje uitalsvoorbereidingoptraining1.
Het isminstenstwee uurwerkdusneemdaar de tijdvoor,bij voorkeurverspreidtovereenaantal dagen.
Bekijk de kennis- en instructieclips op de Blackboardcursus Mediagebruik SW
Aan bodkomenonderandere:
Inleiding competentie mediagebruik
Wat is twitter en wat kun je ermee en waarom kiezen we voor twitter.
Wat is de relatie naar de casus(toetsen)
Opdracht1: maak professioneel twitteraccountaanmetfotoen profiel datje voordeze opdracht(enje studie)
kuntgebruiken.
GebruikTwittermaniaalshulpmiddel
Opdracht2: leguitwaarom jouwprofiel professioneel is.
Training1
Doornemen opdrachtenenstudentenhandleiding klassikaal.
Werkin 4 tallen metde placematmethode:
Bespreekelkaarsprofiel.Watzegteenfotooveriemand.Isde twitternaamgekoppeldaanSW,wordter naar
eenblogverwezen,hoe isiemandsomschrijving.
Welke conclusieskunje trekken?
Wat kun je aanpassenaanje eigenprofiel.
Discussie:
Wat betekenthetalsje je profileertopsocial media:werkenprive discussie.
Opdracht: ter voorbereidenoptraining2 en de posterpresentatie geeftde trainerje eenopdracht die je
tijdensde training moet uitvoeren.Neemdaarom ook je laptop of tablet mee naar de training!
Training 2
Zorg dat je de kennis- eninstructieclipsvante vorenhebtbekekenenmaakde bijbehorende opdrachtenter
voorbereidingoptraining2.
Zelfstandig(voorbereidingsopdrachten)
In training1 hebje eenaccount aangemaaktenbenje gaan kijkenhoe mensenopkomenvooreenbepaalde
8. 8
doelgroep/thema.
Alshuiswerkmoetje allerlei zakenbestuderenomerachterte komenwater te vindenisoverjouwonderwerp.
We helpenje opwegmeteenaantal kennis- eninstructieclipsenkijkenonderandere naarde verschillende
functieshoe je twitterkuntgebruiken.
We hebbenaandachtvooralle bronnenwaartwitternaarverwijst.
Training
In deze trainingpresenteerje de resultatendie je hebtgevonden.Deze trainingsluitnaadloosaanopde
algemene posterpresentatieinweek5.
Posterpresentatie
Iedere studentverzorgd(naelkaar)zijnof haarposterpresentatie in5 minuten.
Trainerenstudenten voorzienelkaarvanschriftelijkefeedbackmiddelshetformulierinde bijlage.
Mocht eenstudenteenonvoldoende krijgenvoorde presentatie(trainerbepaald)of de presentatie door
afwezigheidmissen,dandienthiereenvervangende opdrachtvoorgemaakt te worden.(Ziehoofdstuk
toetsingenbeoordeling)
Bijlage 1: Inhoudelijke criteriaposterpresentatie OTR2
Opmerking:Wanneerminimaal3 criteria een onvoldoende beoordeling krijgen,zalereen compensatieopdracht
gemaaktmoeten worden
Bijlage 6: Posterpresentatie
Bijlage 5: Feedbackformulier
Training 3
Zorg dat je de kennis- eninstructieclipsvante vorenhebtbekekenenmaakde bijbehorende opdrachtenter
voorbereidingoptraining3.
Zelfstandig
In training1 en2 was je vooral bezigmethet vindenvaninformatie.
In training3 en4 gaat heter om dat je zelf je berichtengaatverzendenmettwitter.
Alsvoorbereidinglatenwe eenaantal kennis- eninstructieclipszienenkrijgje eenaantal opdrachtendieje
moetmakenalsvoorbereidingoptraining3.
Training
Tijdensde traininggaanwe onderzoekenhoe je je kuntprofilerenvoorje doelgroep/thema.
Training 4
Zorg dat je de kennis- eninstructieclipsvante vorenhebtbekekenenmaakde bijbehorende opdrachtenter
voorbereidingop training4.
9. 9
Zelfstandig
Ter voorbereidingopde posterpresentatievantraining4willenwe je inspirerenhetmaximaleuitdeze
opdrachtte halen.Je krijgtweereenaantal kennis- eninstructieclipste zienen je moetal je resultaten
verwerkenineenposteropdracht.
Training
Deze trainingbestaatweeruiteenindividueleposterpresentatie.
In deze presentatie laatje alle resultatenziendie je hebtbereikt.Watheefthetopgeleverd.Denkdaarbij aan
:bronnen,contacten,interactie,afspraken, databanken,websites,invloedrijke personen,mensendie aande
manifestatiemeedoenetc.
Deze trainingdraagtals je je werkgoedhebtgedaanbij aan de manifestatieinweek10.
Posterpresentatie
Iedere studentverzorgd(naelkaar)zijnof haarposterpresentatie in5 minuten.
Trainerenstudentenvoorzienelkaarvanschriftelijkefeedbackmiddelshetformulierinde bijlage.
Mocht eenstudenteenonvoldoende krijgenvoorde presentatie(trainerbepaald)of de presentatie door
afwezigheidmissen,dandienthiereenvervangende opdrachtvoorgemaaktte worden.(Ziehoofdstuk
toetsingenbeoordeling)
Bijlage 3: Inhoudelijke criteriaposterpresentatie OTR4
Opmerking:Wanneerminimaal 3criteriaeen onvoldoende beoordelingkrijgen,zal ereencompensatieopdracht
gemaaktmoetenworden
Bijlage 6: Posterpresentatie
Bijlage 5: Feedbackformulier
10. 10
4. Toetsing en beoordeling
De leerdoelenvanMediagebruikOLP3wordengetoetstinCasustoetsA enB.
CasustoetsA (week 5) - Mediagebruikmaaktonderdeel uit vande criteria vande posterpresentatie
CasustoetsB (week 10) – Mediagebruikmaakt onderdeel uit van de criteria van de manifestatie
Voorwaardelijke eisen
Aanwezigheid
- De studentheefteen100% aanwezigheidspercentage bij de trainingen.
- Studentendie 1 trainingafwezigzijndieneninelkgeval vóórweek10 eencompensatieopdrachtvande
gemiste traininginte leverenbij de trainer.Metde trainerwordteenafspraakgemaaktopwelke datumde
compensatieopdrachtwordtingeleverd.
- Bij afwezigheidvan2of meerdere trainingendienenstudenteneenverzoekaande examencommissie te doen.
In ditverzoekdientde redenvoorafwezigheidbij de trainingenbeargumenteerdte worden.De
examencommissie beslistof de studentalsnogbeoordeeldwordtopbasisvande trainingenenwelke
aanvullendevoorwaardenhierbijgelden.
Actieve deelnametrainingen
Tijdens de trainingen wordt er een actieve deelname verwacht van studenten. Actieve deelname houdt in:
- Voorbereiding op alletrainingen.
- De student laatactief leergedrag zien en voert de opdrachten uitin de trainingen.
Presentatieopdrachttraining 2 en training 4
- Het uitvoeren van de posterpresentatie in training2 en 4 zijn voorwaardelijk in detoekenning van het cijfer voor
casustoets B. Bij het niet uitvoeren van de posterpresentatie zal er een compensatieopdrachtgemaakt dienen te
worden.
- Wanneer blijktdat3 of meerdere criteria van de posterpresentatie (OTR 2 en/of 4) een onvoldoende beoordeling
krijgen,zal er een compensatieopdrachtgemaakt dienen te worden.
Compensatie opdracht
1. Onvoldoende beoordelingposterpresentatie training2 en/of4
2. Het nietuitvoerenvan posterpresentatie training2 en/of 4
- De student voert zijn posterpresentatie(opnieuw) uit en neemt deze presentatie op (5 minuten).
- De student dient met deze opname aan te tonen te voldoen aan de criteria zoalsalsgesteld bij OTR2 en/of 4.
- Zowel de poster als de student worden volledigin beeld gebracht.
(Tips over hoe je dit kunt doen, staan in de bijlage)
- Uiterlijk 1 week na de gemiste training levertde student de digitaleopname bij de trainer in.
(Vraag de trainer op welke wijze hij de opname wenst te ontvangen)
- De trainer spreekt de beoordeling voldoende/onvoldoende uit.
3. Afwezigheidbijtraining1 en 3
- De student toont in een 10 minuten durende video aan op welke wijze hij kennis heeft genomen van de inhoud van
de gemiste training.Tevens toont de student aan op welke wijze hij deze kennis toepast in zijn ‘twittergedrag’. De
student laatdus in de video voorbeelden zien van dit ‘twittergedrag’.
(Tips over hoe je dit kunt doen, staan in de bijlage)
- Uiterlijk 1 week na de gemiste training levertde student de digitaleopname bij de trainer in.
(Vraag de trainer op welke wijze hij de opname wenst te ontvangen)
- De trainer spreekt de beoordeling voldoende/onvoldoende uit
11. 11
Bijlage 1: Inhoudelijke criteria posterpresentatie OTR 2
Inhoudelijke criteriaPresentatie OTR2 Onvoldoende Voldoende Goed
1 De studentmaaktinzichtelijkhoe hij
aan de slag isgegaanmet twitter.
De studenttoontwathij
gedaanheeftmettwitter.
De studenttoontconcreet
welke werkwijze hij heeft
gehanteerdinhetwerkenmet
twitter.
De studenttoontconcreetwelke
werkwijzehij heeftgehanteerdinhet
werkenmettwitterenbenoemtdiverse
hulpbronnendie hijhierbij heeft
geraadpleegd.
2 De studentmaaktinzichtelijkwelke
personeneninstanties hij t.a.v.het
themavolgt.
De studentlaatslechts0 tot
10 personen/instantieszien
of maaktnietduidelijkwat
de relatie istussende
personen/instantiesenhet
thema.
De studentlaat10 tot 20
personen/instanties zienen
maakt duidelijkwatde relatie is
tussende personen/instanties
enhet thema.
De studentlaat10 tot 20
personen/instantieszienenmaakt
duidelijkwatde relatie istussende
personen/instantiesenhetthema.De
studentmaaktdeze relatie metheldere
voorbeeldenduidelijk.
3 De studentmaaktinzichtelijkop
welke wijzepersoneneninstanties
zichzelf viatwitterpresenteren.
De studenttoont
voorbeeldendie niet
relevantzijnvoorhetthema.
De studenttoontvoorbeelden
van hoe personen/instanties
zichpresenterengekoppeldaan
hetthema.
De studenttoontvoorbeeldendie gelinkt
zijnaan diverse richtlijnen(verwijzen
naar externe bronnen)die de persoon/
instantie hanteert.
4 De studentmaaktinzichtelijk op
welke wijzepersoneneninstanties
opkomenvoorhetthema/ de
groepering.
De studenttoont
voorbeeldenvanmanieren
waaroppersonen/instanties
opkomenvoorhetthema/
de groeperingzonder
verwijzingennaardoelenof
belangen.
De studenttoontvoorbeelden
van manierenwaarop
personen/instantiesopkomen
voor hetthema/ de groepering
enverwijsthierinnaar
verschillendedoelen.
De studenttoontvoorbeeldenvan
manierenwaaroppersonen/instanties
opkomenvoorhetthema/ de groepering
enverwijsthierinnaarverschillende
doelenenbelangen.
5 De studentmaaktinzichtelijkwelke
relevantieinformatiehij overhet
thema/ de groeperingviatwitter
heeftgevonden.
De studenttoontrelevante
informatie maarde
connectie mettwitter
ontbreekt.
De studenttoontde informatie
die hij heeftgevondenin
algemenentermenenbenoemt
de relevantie inrelatie tothet
thema/ de groepering.
De studentverwijstbij hettonenvan
informatie naardiverse bronnen
(websites,databanken,onderzoeken,
instanties,voorstanders,tegenstanders,
politieke partijen,wetgeving) en
benoemtde relevantieinrelatie tothet
thema/ de groepering.
Opmerking:Wanneerminimaal3 criteria een onvoldoende beoordelingkrijgen,zalereen compensatieopdrachtgemaaktmoeten worden
12. 12
Bijlage 2: Inhoudelijke criteria Casustoets A
Inhoudelijke criteriaCasustoetsA Onvoldoende Voldoende Goed
De groepmaaktinzichtelijkwelke
relevante informatie zij overhetthema
/ de groeperingviatwitterheeft
gevonden.
De groeptoontrelevante
informatie maarde connectie
mettwitterontbreekt.
De groeptoontde informatie
die zij hebbengevondenin
algemenentermenenbenoemt
de relevantie inrelatie tothet
thema/ de groepering.
De groepverwijstbij hettonen van
informatie naardiverse bronnen
(websites,databanken,onderzoeken,
instanties,voorstanders,
tegenstanders,politiekepartijen,
wetgeving)enbenoemtde relevantie
inrelatie tothetthema/ de
groepering.
De groepmaaktinzichtelijkviawelke
personeneninstantiesoptwitter zij
deze informatieheeftgevonden.
De groeptoontpersonenen
instanties,maarde koppeling
metde weergegeven
informatie ontbreekt.
De groeptoontpersonenen
instantiesenmaakteen
koppelingmetde weergegeven
informatie.
De groeptoontpersonenen
instanties,maakteenkoppelingmet
de weergegeveninformatie en
benoemtde maatschappelijkpositie
van personen/instantiest.a.v.het
thema.
Opmerking:deze criteriazijnopgenomeninhetmoduleboekengeldenvoorde posterpresentatievanje subgroep.
13. 13
Bijlage 3: Inhoudelijke criteria posterpresentatie OTR 4
Inhoudelijke criteriaPresentatie OTR
4
Onvoldoende Voldoende Goed
1 De studentmaaktinzichtelijkwat
twittervoorhemkan betekenen
alsprofessional.
De professionele betekenisvan
twitterwordtnietof nauwelijks
door de studentnaarvoren
gebracht.
De studentenbenoemtwat
twitterineenprofessionele
contextvoorhemkan betekenen.
De studentenbenoemtwattwitterineen
professionele contextvoorhemkan
betekenenenkandeze betekenismet
voorbeeldenverduidelijken.
2 De studentmaaktinzichtelijk wie
zijnvolgerszijnenopwelke wijze
zij relevantzijnvoorhetthema/
de groepering.
(Diversiteit is o.a. leeftijd, geslacht,
functie, maatschappelijke positie,
culturele achtergrond, enz.)
De studentheeftslechts0tot
15 volgersof maakt niet
duidelijkwatde relatie istussen
de volgersenhetthema/ de
groeperingof de diversiteit
binnende volgersontbreekt.
(het zijn bijvoorbeeld alleen
medestudenten)
De studentlaat15 tot 25 volgers
zienenmaakt duidelijkwatde
relatie istussende volgersenhet
thema/ de groepering.
De studentlaat15 tot 25 volgerszienen
maakt duidelijkwatde relatie istussen
de volgersenhetthema.De student
maakt deze relatie metheldere
voorbeeldenduidelijk.
3 De studentmaaktinzichtelijk
welke informatie hijoptwitter
heeftgeplaatstenopwelke wijze
deze informatierelevantisvoor
hetthema/ de groepering.
De studenttoontvoorbeelden
van informatie zonder
verwijzingennaardoelenof de
relevantieinrelatietotthema/
de groeperingontbreekt.
De studenttoontvoorbeelden
van informatie, benoemtde
relevantieinrelatietothetthema
/ groepering,enverwijsthierin
naar verschillendedoelen.
De studenttoontvoorbeeldenvan
informatie, benoemtde relevantiein
relatie tot hetthema/ de groeperingen
verwijsthierinnaarverschillende doelen
enbelangen.
4 De studentmaaktinzichtelijkhoe
hij zichzelf heeftgepresenteerd
viatwitter.
De voorbeeldendiede student
toontzeggennietsover
professionelepresentatie of er
wordtgeenlinkgelegdnaarhet
thema/ de groepering.
De studenttoontvoorbeelden
hoe hij zich gepresenteerdheeft
viatwitterenop welke wijze dit
passendisvoorhetthema/ de
groepering.
De studenttoontvoorbeeldenhoe hij
zichzelf gepresenteerdheeftdie gelinkt
zijnaan diverse richtlijnen(verwijzen
naar externe bronnen)enopwelke wijze
ditpassendisvoor hetthema/ de
groepering.
5 De studentmaaktinzichtelijkop
welke wijzetwitteropde
manifestatieingezetkan worden.
Het idee datde student
aandraagt pastnietbij de
doelstellingvande
manifestatie.
De studentbenoemthoe twitter
gebruiktkanwordenopde
manifestatieen opwelke wijze
ditaansluitbij hetdoel vande
manifestatie.
De studentbenoemthoe twittergebruikt
kan wordenopde manifestatie,opwelke
wijze ditaansluitbij hetdoel vande
manifestatieenbenoemtconcreetwater
nodigisom ditsuccesvol uitte voeren.
Opmerking:Wanneerminimaal3 criteria een onvoldoende beoordelingkrijgen,zalereen compensatieopdrachtgemaaktmoeten worden
14. 14
Bijlage 4: Inhoudelijke criteria CasustoetsB
Opmerking:deze criteriazijnopgenomeninhetmoduleboekengeldenvoorde manifestatievanje subgroep.
Inhoudelijke criteriaCasustoetsB Onvoldoende Voldoende Goed
De groepmaaktinzichtelijkwelke
informatie zij optwitterhebbengeplaatst
enop welke wijzedeze informatie
relevantisvoorhetthema/ de
groepering.
De groeptoontvoorbeelden
van informatie zonder
verwijzingennaardoelenof de
relevantieinrelatietothet
thema/ de groepering
ontbreekt.
De groeptoontvoorbeelden
van informatie, benoemtde
relevantieinrelatietothet
thema/ groepering,enverwijst
hierinnaarverschillende
doelen.
De groeptoontvoorbeeldenvan
informatie, benoemtde relevantiein
relatie tot hetthema/ de groepering
enverwijsthierinnaarverschillende
doelenenbelangen.
De groepmaaktinzichtelijkwelke
resultatenermetde inzetvantwitterzijn
geboektt.a.v.hetthema/de groepering/
de manifestatie.
De groeptoontaan welke
relevante tweetszijn
geretweet.
De groeptoontaan welke
relevante tweetszijngeretweet
entoont aan hoe menheeft
deelgenomenaaninteractie en
discussies (reply,mentionen
directmessage).
De groeptoontaan welke concrete
resultatenzijnbehaaldalsgevolgvan
retweets,interactie endiscussies.
15. 15
Bijlage 5: Feedback formulier Posterpresentatie mediawijsheid OTR 2 en OTR 4
FeedbackformulierPosterpresentatie mediawijsheidOTR2 en OTR 4
Criterium Feedback
Inhoud
(Zie criteria
posterpresentatie
OTR2, bijlage 1 en
OTR4, bijlage 3)
Wat valt inhetalgemeen op?
- mogelijkm.b.t.diepgangvande inhoud
- beargumenterenvankeuzes
- relatie methetthema/de groepering
- beantwoordenvanvragenetc.
- Wat dienterecht verbeterdte wordengekekennaar
de criteriavan de casustoets
o v g
Mediaen visualisering Posterisop éénbeeldweergegeven(bijv.eenenkele dia)
Tekst en afbeeldingen zijn goed leesbaar (ook van afstand)
Communicatiewaarde van de poster is goed
Tekst en afbeeldingen zijn ondersteunend aan presentatie
De poster heeft een overzichtelijke lay-out (relatie achtergrond-tekst-
afbeeldingen, gebruik van aandachtsvlakken)
De attentiewaarde (opvallen, goede verzorging, goede zichtbaarheid) is
goed
Presentatie De presentatie is een logisch en begrijpelijk verhaal
De presentatie is kort en bondig
De vorm (inleidend, vragen stellend, vragen beantwoordend, discussie)
van de presentatie is (vooraf) duidelijk voor het publiek
De presentator(en) gebruikt poster als ondersteuning (verwijzen
regelmatig naar poster)
De presentator(en) past de vaardigheden toe die zijn aangeleerd in
OLP1 tijdens C&I (stemgebruik, lichaamsbesef, eigenaarschap en
contact).
16. 16
Bijlage 6: De posterpresentatie
De posterpresentatie
Eenposterpresentatie kaninveel vormenverschijnen,hetdoelisechtersteedshetzelfde.Meteen
posterpresentatiewordende belangrijkste bevindingenvande opdrachtaanhetpubliekgepresenteerd.
Bij eenposterpresentatie probeerje zominmogelijktekstte gebruikenenzoveel mogelijk
beeldmateriaal omhetverhaal voorhetpubliekte verhelderen.Hierbij ishetuitgangspuntdatalle
belangrijkeinformatieinéénoogopslagiste zien,de poster. Je kuntde postervervolgensmondeling
toelichten.
Voorde opdracht van mediawijsheid (OTR2 enOTR 4) kentde postereendigitalevorm.Hiervoorkaner
gebruiktgemaaktworden vande onderstaande tools.
PowerPoint,mogelijkweeromgezetnaareenPDF
Word (A1 formaat),opslaanalsPDF
Prezi
Glogster
Padlet
Lino
powtoon
Het geheel van de posterisinéénbeeldzichtbaarenleesbaar.Dathoudtin:nietmeerdere pagina’s
achter elkaardie je gedurendede presentatiemoetdoorklikkenomde verschillende onderdelen
zichtbaarte maken. De visuele boodschapmoetsimpel;gehoudenworden,dus stel de vraagwelke
boodschaperovergedragenmoetworden:weesdus selectief enoverweegzorgvuldigwatde kernvan
de boodschap is.Laat detailsweg,beperkde tekstentoteenminimumenmaakvooral gebruikvangoed
beeldmateriaal (modellenbijvoorbeeld).
Uiteraardkan er bij de ‘formele’posterpresentatie ookgebruikgemaaktwordenvande eigen
creativiteitineenandermedium.
De inhoudelijke criteriadienen middels de posterpresentatie naar voren gebracht te worden.
Tips
Bekijkde beoordelingscriteriagoedenzorgdat de poster enje presentatie voldoetaandeze criteria
Oriënteeropvoorbeelden,ophetinternetzijnveel voorbeeldente vinden.
Maak vooraf eenschetsencheck bij studenten of je postergoedoverkomtqualeesbaarheid.
Zorg dat de poster,tijdensde presentatie,online of opUSBstick beschikbaaris.
17. 17
Bijlage 7: Voorbeelden opnemen van compensatieopdracht.
Voorbeeld1
- Neemjezelf optijdenshetpresenterenvan de poster
https://www.youtube.com/watch?v=KOQ90cpX3e4
Voorbeeld2
- Neemjezelf enje computerschermtegerlijktijdop(screencasting).Ditkanbijvoorbeeldmethetgratis
programmascreencast-o-matic.(http://screencast-o-matic.com/)
https://www.youtube.com/watch?v=_iesCsZdw8g
Noot:Bij het eerste voorbeeld kun jeeen externecamera gebruiken.Deze zijn te leen bij de audiovisuele
dienstvan onze opleiding (flipcamera metstatief).