Esta presentación permitirá al usuario/a tener una idea clara y concisa de la Web Semántica.
Pretende introducir a los usuarios/as que quieran tener conocer qué es la Web Semántica.
Es muy interesante para introducirse en el tema.
Watersysteemkennis als basis voor herstel beekdalen Singraven Sovon Vogelonderzoek
Marcel Horsthuis, ecoloog bij de Bosgroep Midden Nederland, presenteerde op de Landelijke Dag van Sovon in 2016 een verhaal over Landgoed Singraven. Behalve kennis van bodem en water, fauna en flora is landgebruik van belang voor het realiseren van functies en doelen in beekdalen tbv natuurherstel, waterbeheer 21ste eeuw en klimaatbuffer.
Gaat de Wilde Eend in duikvlucht achteruit? Populatieontwikkeling Wilde Eend en Krakeend onder de loep. Lezing NOU-congres Sovon Vogelonderzoek Nederland
Het broedseizoen is voorbij en vele vogels zijn alweer op trek, maar een aantal blijft in Nederland overwinteren. Gedurende deze workshop voor beginnende vogelkijkers gaan we aan de slag met het herkennen van de Friese overwinterende watervogels. Hierbij leer je ook meer over de ecologie van deze vogels; waar komen ze voor, hoe overwinteren ze, welke gaan eventueel nog op trek of zijn juist naar Nederland getrokken? We sluiten de workshop af met leuke watervogelquiz!
Esta presentación permitirá al usuario/a tener una idea clara y concisa de la Web Semántica.
Pretende introducir a los usuarios/as que quieran tener conocer qué es la Web Semántica.
Es muy interesante para introducirse en el tema.
Watersysteemkennis als basis voor herstel beekdalen Singraven Sovon Vogelonderzoek
Marcel Horsthuis, ecoloog bij de Bosgroep Midden Nederland, presenteerde op de Landelijke Dag van Sovon in 2016 een verhaal over Landgoed Singraven. Behalve kennis van bodem en water, fauna en flora is landgebruik van belang voor het realiseren van functies en doelen in beekdalen tbv natuurherstel, waterbeheer 21ste eeuw en klimaatbuffer.
Gaat de Wilde Eend in duikvlucht achteruit? Populatieontwikkeling Wilde Eend en Krakeend onder de loep. Lezing NOU-congres Sovon Vogelonderzoek Nederland
Het broedseizoen is voorbij en vele vogels zijn alweer op trek, maar een aantal blijft in Nederland overwinteren. Gedurende deze workshop voor beginnende vogelkijkers gaan we aan de slag met het herkennen van de Friese overwinterende watervogels. Hierbij leer je ook meer over de ecologie van deze vogels; waar komen ze voor, hoe overwinteren ze, welke gaan eventueel nog op trek of zijn juist naar Nederland getrokken? We sluiten de workshop af met leuke watervogelquiz!
Met het najaar in het vooruitzicht zullen de ganzen langzamerhand Fryslân weer bezoeken vanuit hun broedgebied. Maar welke soorten ganzen zijn er waar in Fryslân te verwachten en in welke hoeveelheid?
In deze workshop worden diverse soorten ganzen uitgelicht en gaan we oefenen met de herkenning en het tellen van (grote) groepen ganzen. Leuk om te doen!
Vogels hebben net als mensen slaap nodig om te functioneren. Dit wordt buiten het broedseizoen door veel vogelsoorten in groepen gedaan op zogenaamde slaapplaatsen. Voor slaapplaatstellers is dit een uitgelezen mogelijkheid om onder andere de aantallen in kaart te brengen. Waarom vogels samen slapen op een slaapplaats, wat het tellen van slaapplaatsen aan informatie oplevert en hoe u zelf mee kunt doen zal in deze lezing ten gehore worden gebracht.
Voor stichting Anemoon hebben we dit jaar weer de Zeggenkorfslak en de Platte schijfhoren in Friesland in kaart gebracht. Voor de wetenschap en eigen studie hebben we de andere soorten korfslak ook geïnventariseerd.
Dit jaar is gewerkt aan een nieuwe lijst met soorten van Fries belang. Ook de vlinders zijn daarin meegenomen en voor het eerst ook de nachtvlinders. De lijsten zijn nog niet definitief, maar toch zullen we er al een presentatie over geven. Behalve de lijsten zelf zal er uitgebreider worden ingegaan op een paar ‘Friese’ vlinders. Hoe gaat het daarmee, en wat kunnen we doen om ze te helpen? Uiteraard wordt de presentatie verluchtigd met schitterende foto’s.
Broedvogels singels en wallen_Friese vrijwilligersdag-3 sept 2022.pptxSovon Vogelonderzoek
Het coulisselandschap van de Noardlike Fryske Wâlden (NFW) is een landelijk bolwerk voor een aantal houtwalspecialisten onder de broedvogels. Maar de samenstelling en dichtheid van de broedvogelgemeenschap van singels en wallen is in de NFW wel anders dan in Zuidoost-Fryslân. Dat heeft te maken met de samenstelling van de singels en wallen en met het landschap. Waar het verschil in zit, ga ik vertellen in de presentatie. Uit de habitatanalyse leid ik ook beheeraanbevelingen af voor de agrarische collectieven.
Insecten komen bij de provincie Fryslân steeds hoger op de agenda en de argusvlinder is zelfs uitgeroepen tot provinciale doelsoort. In de Argustelling worden de argusvlinder en de groene glazenmaker door vrijwilligers in beeld gebracht. Hoe dat werkt en wat de resultaten zijn, komt in deze lezing aan de orde. Ook hoe we de komende jaren gaan inzetten op bredere insectenmonitoring en hoe u daarbij kunt helpen.
Sinds 2017 monitoren Altenburg & Wymenga en de Zoogdiervereniging samen de Noordse woelmuis in Fryslân. De monitoring vindt plaats door op vaste locaties keutels te zoeken en te verzamelen. Middels DNA-analyse kan vastgesteld worden van welke soorten de keutels afkomstig zijn. Op deze manier kan de verspreiding van de Noordse woelmuis en die van concurrerende soorten woelmuizen in beeld gebracht worden. Sinds 2017 is de toch al beperkte verspreiding van de Noordse woelmuis in Fryslân verder afgenomen en is de soort waarschijnlijk uit een aantal leefgebieden verdwenen. In de presentatie wordt ingegaan op de factoren die hiervoor verantwoordelijk zijn. Op 2 september vindt een excursie plaats naar de Grutte en Lytse Griene in het Sneekermeergebied, waarbij we laten zien hoe die keutels gevonden kunnen worden. Tevens wordt dan ingegaan op verbetermaatregelen die in het gebied worden getroffen voor de Noordse woelmuis.
13. Sociaal-geografisch onderzoek: snappen hoe het werkt
• Michiel van den Bergh, Afrika Studiecentrum
• Verbinding sociologische en ecologische disciplines
• Aanbevelingen voor interventies
1. Onderzoek
15. 18,700 ha reservaat
2,750 ha overstroming in 2013
509 ha nog steeds water in januari: 10.000 kemphaan
5.800 zomertaling
109 zwarte ooievaar
2. Projecten
22. Wat weten we nog niet?
• VEEL! - maar ‘no-regret’
• Beperkende factoren populaties
• Combinatie van zenderdata en habitatgebruik
• Seizoensvariatie in habitatgebruik
• Degradatie (landgebruik) versus herstel (regenval)
• Etc etc
4. Toekomst
24. Opschaling opschalen! Waar werken we aan:
• met onderzoeksresultaten initiatieven en sectoren beïnvloeden (bomen!)
• meer samenhang in flyway-bescherming
• meer en sterkere BirdLife partners in de trekroute
• meer capaciteit voor onderzoek en monitoring in Afrika
4. Toekomst
Lange afstandstrekkers gaan gemiddeld harder achteruit dan korte afstandstrekkers of standvogels. Binnen deze groep doen ‘droge’ soorten het gemiddeld slechter dan water/moerasvogels. Hoe komt dat? En hoe kunnen we daar iets aan doen?
De eerste vraag is waar in de levenscyclus de beperkende factoren liggen. Daar weten we eigenlijk nog weinig van. Maar de antwoorden zijn belangrijk willen we vogels effectief kunnen beschermen.
Een eerste analyse werd gedaan in dit fantastische boek (auteurs noemen). Dit werk, samen met de successen van NATURAMA (BirdLife in Burkina Faso), met wie VBN sinds 2006 samenwerkt, inspireerde tot een groot project.
Samen met partners in vier Afrikaanse landen ontwikkelden we het project, dat zijn naam ontleende aan het boek: Living on the Edge. Dat werd in 2011 gehonoreerd door de Nationale Postcode Loterij, met bijna € 3 mln euro. Dat project is nu, na 4,5 jaar afgerond, en ik wil jullie graag iets laten zien van de resultaten. Omdat dit de landelijke dag is, wil ik met name stil staan bij de belangrijke rol die kennis speelt.
Project speelde zich af in 14 gebieden in vier landen: Mauretanie, Senegal, Burkina Faso en Nigeria. Het bestond uit een onderzoek, gebiedsprojecten voor habitatherstel en duurzaam landgebruik, bewustwording en communicatie en lobby. Dat is ook de opbouw van deze presentatie.
A&W aan het werk gezet om zicht te krijgen op habitatgebruik van zangvogels; met hun toestemming klein tipje van sluier oplichten. Fantastische hoeveelheid veldwerk!
Uitleg veldwerk
Prachtige plaatjes zoals we van Leo gewend zijn. Zij komen hun verhaal ongetwijfeld hier een keer vertellen. Schat aan kennis, de zwarte doos opent zich. We weten welke soorten waar zitten, we kennen de geprefereerde boomsoorten. Dit zijn vooral doornige soorten (mn Acacia’s), die rijk zijn aan o.a. rupsen. Daarnaast hoge dichtheden zangvogels in vloedbossen, rijkste landvogel-habitat in de Sahel. Binnenkort publicaties in Ardea!
We hebben nu een veel nauwkeuriger inzicht in verspreiding en habitatgebruik van trekvogels, maar ook in de oorzaken van achteruitgang van leefgebied. Daarmee kunnen we gerichter aan het werk voor herstel en bescherming.
Resultaten regressiemodel noord-Burkina
Je moet ook weten hoe de mens-kant inelkaar zit. Hoe zien mensen hun leefomgeving? Hoe nemen ze beslissingen over landgebruik? Hierop is Michiel vd Bergh, ook vogelaar, momenteel aan het promoveren. Deze verbinding tussen sociologische en ecologische disciplines is cruciaal voor succesvolle bescherming (net als bij weidevogelboeren bijvoorbeeld).
De kern is niet zozeer het zoveel mogelijk ondernemen van activiteiten, maar samen met de lokale gemeenschap plannen ontwikkelen voor het alternatief en duurzaam gebruiken van natuurlijke hulpbronnen. Dit levert win-wins op voor mensen en natuur, en maakt mensen sterker om op te komen voor bescherming van hun hulpbronnen. Een greep uit de behaalde resultaten in de projectgebieden.
Een fantastisch resultaat is het herstel van de Ndiaël vloedvlakte in noord Senegal. Onderdeel Senegal Delta (vlakbij Djoudj en Diawling). Watertoevoer afgesneden sinds jaren 60, dankzij project voor het eerst weer water! In 2016 eerste volwaardige overstroming gepland.
Vogelgrafiekjes mogen natuurlijk niet ontbreken! Goede monitoring blijkt vaak lastig, en dan nog is het aantonen van causale verbanden met interventies vaak tricky. Maar in een aantal gevallen is het gelukt. Duidelijke resultaten in Senegal en Nigeria. Voor watervogels relatief eenvoudig, maar voor landvogels lastiger, ook omdat vegetatieherstel veel tijd nodig heeft. In Noord-Burkina is in detail gekeken, en daar een significante toename van soortrijkdom in projectgebied over vier jaar.
Onder CMS hangt het welbekende AEWA verdrag voor watervogels. Ook is er een instrument voor roofvogels. Maar er was nog niets voor de vele soorten landvogels. Deze groep is ook lastig aan te pakken, want niet geconcentreerd in gebieden. Wel enorme afnames, denk ook aal wilgengors bijvoorbeeld. LotE droeg bij aan lobby voor resolutie en actieplan, en schreef mee aan de inhoud, ook weer geïnformeerd door onderzoek. Daar kom ik zo nog op terug!
AEMLAP heeft een enorm werkingsgebied en een lange soortenlijst. Geen soorten-benadering dus, maar meer generiek het landgebruik, jacht, vergiftiging, handel etc aanpakken. Mooi internationaal beleidskader. BirdLife partners kunnen dit gebruiken om hun eigen overheden te helpen (dan wel onder druk te zetten).
En dat is werk voor de toekomst! Dit is het kaartje van het BirdLife International partnerschap. Behoorlijke witte vlekken in Afrika. Mede dankzij LotE nu toetreding van Mauretanië! Ook ontwikkelingen in Senegal, Guinée-Bissau en Guinée.
We weten nog veel niet, maar we weten inmiddels al meer en kunnen ook betere vragen stellen. We moeten ten eerste meer zicht krijgen op de beperkende factoren in de levenscyclus. Van groot belang is het ophelderen van het habitatgebruik, en de relatie tussen habitatverandering en landgebruik. Hier liggen mooie kansen voor combinaties met zenderonderzoek (zoals bijv grauwe kiek). Seizoensvariatie is belangrijk ivm kritieke periodes (bijv opvetten voor trek). En er blijkt veel lokaal verschil te zijn tussen herstel en degradatie, hoe dat werkt is nog onvoldoende duidelijk.
Deze vragen kwamen ook aan de orde in het ontwikkelen van AEMLAP. RSPB en VBN lobbieden daarom voor oprichting van een internationaal platform voor landvogel-onderzoekers, ongeveer analoog aan de IWSG. Deze club, de MLSG, werd in maart vorig jaar officieel opgericht. Wapenfeiten zijn een symposium tijdens de laatste EOU conferentie. Mijn droom is dat hier straks wat meer Afrikaanse gezichten tussen staan dan die ene van nu!
In conclusie. LotE was al een opschaling, maar om verschil te maken moet er nog meer gebeuren. Enkele toekomstplannen waarin VBN gaat investeren. Niet alleen meer projecten, maar vooral invloed. Droom: de jongens op de foto zijn jeugdleden van de plaatselijke vwg, op weg naar hun volgende gouden grid blok voor de atlas. Tegen de tijd dat we in Afrikaanse landen net zo’n zaal kunnen vullen met vogeltellers ziet de wereld er waarschijnlijk een stuk beter uit!