Inleiding van Eddy Van Lancker (federaal secretaris ABVV) bij het Intergewestelijk Comité van het Vlaams ABVV over het Nieuw Industrieel Beleid in Vlaanderen - 14 juni 2011.
1. Intergewestelijk Comité 14 juni 2011
Inleiding Eddy Van Lancker (federaal secretaris ABVV)
Kameraden,
Het thema dat dit intergewestelijk comité behandelt is van zeer groot belang.
De productie van de welvaartskoek
Het is juist dat we als vakbond in de eerst plaats denken om op te komen voor een
rechtvaardiger verdeling van de welvaart via degelijke lonen, een goede sociale
bescherming en overheidsdiensten en uitgaven die onze samenleving socialer moeten
maken.
Toch zou het een kapitale fout zijn om niet even veel aandacht te hebben voor wat we
ietwat plastisch kunnen uitdrukken als “de productie van de koek”. Dit mag niet alleen een
zaak van ondernemingsleiders en regering zijn.
Ook voor ons moet het investeringsbeleid en ook de arbeidsorganisatie in de
ondernemingen een prioritaire aangelegenheid zijn. De bekende Italiaanse syndicalist
Bruno Trentin zei ooit: als vakbonden zich enkel bezig houden met het sociale, worden ze
zoals Indianen die opgesloten werden in een reservaat - op termijn delven ze zo hun eigen
graf.
De verdeling van de winsten
We zijn inderdaad gedoemd om een actieve rol op te eisen in het industrieel en
innovatiebeleid omdat we anders opgesloten worden in een defensieve
loonkostendiscussie.
Ik moet hier niet in het lang en het breed herhalen hoe het model waarin de werkgevers
bereid waren om te onderhandelen over een verdeling van de productiviteitswinsten sedert
de tweede helft van de jaren zeventig onder druk kwam te staan.
De groei van de productiviteit die de voorwaarde was voor het toekennen van regelmatige
loonstijgingen, kreeg in de nasleep van de oliecrisis de schuld voor de uitstoot van
werknemers. Loonkosten werden door de werkgevers gezien als voornaamste rem op de
exportprestaties. Loonconcurrentie tussen lidstaten werd groter en loonmatiging werd door
werkgevers en een groot stuk van de politiek geprezen als hefboom voor banengroei.
Lonen werden de aanpassingsvariabele van het economisch beleid.
Vlaams ABVV – de socialistische vakbond in Vlaanderen – Algemeen Belgisch Vakverbond
Hoogstraat 42, 1000 Brussel – Tel. 02 506 82 06 – Fax 02 550 14 16 – info@vlaams.abvv.be – www.vlaamsabvv.be – Bank 877-8031801-20
2. De aanbevelingen van de Europese Commissie van begin vorige week bevestigen nog
maar eens dat dit ook en meer dan ooit het standpunt is van de Europese Commissie.
Indien de sixpack mbt het Europees economisch bestuur wordt goedgekeurd, zal het
afdwingbaar maken van loonmatiging ook nog eens door de dreiging van sancties versterkt
worden. Vandaar dat ik nog eens een warme oproep doe om massaal aanwezig te zijn op
de betoging van 21 juni 2011 in Luxemburg.
De beteugeling van onze loonkosten
In België kennen we die beteugeling van vrije loononderhandelingen ondertussen al 35
jaar. Van de herstelwet van 1976 met een gedeeltelijke indexblokkering onder leiding van
Leo Tindemans (CVP) tot de wet op het concurrentievermogen van 1996 die ons verplicht
onze loonontwikkeling af te stemmen op deze van de drie buurlanden en waarvan het
Koninklijk Besluit dat een maximale loonnorm oplegt van 0,3% een uitvloeisel is.
In deze drie decennia werden de vrije loononderhandelingen in naam van het
concurrentievermogen door de verschillende regeringen regelmatig aan banden gelegd en
werden programma’s doorgevoerd voor de verlaging van de indirecte loonkosten en voor
belastingverlaging.
Alleen al tussen 1996 en 2011 werden de patronale bijdrageverlagingen opgevoerd van 1,3
miljard naar 4,4 miljard euro en de loonsubsidies van 19 miljoen naar 5 miljard euro.
Tussen haakjes: het planbureau schrijft zelfs in zijn laatste meerjarenprojecties dat, als
men rekening houdt met deze loonsubsidies, de loonafwijking tussen België en de drie
buurlanden niet 3,5% is zoals het technisch verslag van de Centrale Raad voor het
Bedrijfsleven (CRB) berekent, maar onbestaande is. We weten dat het Verbond van
Belgisch Onderneming (VBO) in de CRB weigert om die verrekening te maken!
Structurele tekortkomingen van onze economie
Maar er zijn belangrijker besluiten te trekken dan uitsluitsel te geven over het gevecht over
de cijfers als men het verslag van de CRB verder wil lezen dan het hoofdstuk over de
loonkosten. Het kernbesluit is dat het gevoerde beleid van loonkostenbeheersing en fiscale
en parafiscale vrijstellingen niet heeft bijgedragen tot een verbetering van structurele
tekortkomingen van onze economie.
Integendeel, het zorgde voor immobilisme bij veel ondernemers, die de vruchten plukten
van loonmatiging, lagere bijdragen en lagere belastingen, zonder voldoende inspanningen
te doen voor een modernisering van het productieapparaat of de creatie van meer banen.
Het aantrekken van bedrijven met fiscale stimuli (coördinatiecentra, notionele interesten)
heeft er niet toe geleid dat ook de beslissingscentra zich naar België verplaatsten of
behouden werden. De Belgische economie doet het slecht in internationale vergelijkingen
en is te veel afwezig in sectoren, producten en exportmarkten met het sterkste
groeipotentieel.
2
Intergewestelijk Comité Vlaams ABVV / 14 juni 2011 / inleiding Eddy Van Lancker
3. Een alternatief voor loonmatiging
Rapporten opgesteld onder begeleiding van de sociale partners binnen de CRB tonen aan
dat die structurele gebreken vandaag nog altijd bestaan en steeds moeilijker om dragen
worden. België blijft gespecialiseerd in sectoren en producten waar wereldwijde
concurrentie, vooral op het prijsniveau, speelt. Het is in die context dat de werkgevers
stellen dat er geen ander alternatief is dan loonmatiging.
Het is dat soort van beleid dat rechtse partijen, werkgevers en spijtig genoeg ook Europa
willen bestendigen en versterken door verder aan de solidariteit te knagen.
Het sociaal overleg moet de strategie uitwerken voor een nieuw groeimodel. Het sociaal
overleg moet de defensieve loonkostendiscussie overstijgen. We moeten in overleg
opnieuw de voorwaarden definiëren om een strategie te ontwikkelen voor een nieuw
groeimodel.
Een terugkeer naar het naoorlogse compromis ‘productiviteitsverhoging als motor voor
loonsverhoging’ zal niet volstaan om de situatie te verbeteren. In België heeft een
meerderheid van de sectoren het onderste uit de kan gehaald wat productiviteitsverhoging
betreft, rekening houdend met de bestaande technologieën en de bestaande
productenmix. Dit leidde tot een heel kapitaalintensieve industrie, maar ook tot massale
herstructureringen en afbouw van de werkgelegenheid. De limieten van de verdere
verbetering van de ‘efficiency’ voor de productie van steeds dezelfde producten komen
steeds dichterbij of zijn al bereikt.
Een nieuwe groeimodel via innovatie
Daarom willen we werken aan een nieuwe dynamiek door innovatie. Dit betekent dat zowel
de innovatie van bestaande productieprocessen als de ontwikkeling van nieuwe producten
en diensten nodig zijn. Bij zo’n nieuw groeimodel zal de nadruk gelegd worden op kwaliteit
en creativiteit. Dit moet het mogelijk maken om de bestaande industrie, die zich op
massaproductie richt, te behouden. Dit betekent ook dat we willen werken aan sociale
innovatie en dus syndicale inspraak willen over de arbeidsinhoud en de arbeidsorganisatie.
Natuurlijk ligt de bevoegdheid voor het industrieel en innovatiebeleid grotendeels bij de
gewesten. We zullen dus op federaal niveau verder moeten uitzoeken welke meerwaarde
afspraken op het federale niveau kunnen bieden aan dit gewestelijk beleid. Het is
belangrijk dat we daar in slagen want anders zal de federale discussie over
concurrentievermogen de facto beperkt blijven tot een discussie over loonkosten, sociale
bijdragen en fiscaliteit.
In afwachting is het nodig dat we op gewestelijk niveau een sterk onderbouwde visie
uitwerken over het te voeren industrieel en innovatiebeleid. Dat is de bedoeling van dit
comité.
Eddy Van Lancker
federaal secretaris ABVV
3
Intergewestelijk Comité Vlaams ABVV / 14 juni 2011 / inleiding Eddy Van Lancker