SlideShare a Scribd company logo
Hoera voor de representatieve democratie?
Er is een beter alternatief.
Piet De Pauw
Februari 2012

Bijna alle landen in de wereld zijn nu zogenaamd representatieve democratieen.
Bovendien zijn representatieve democratieen welvarender dan de landen met een
eenpartijsysteem of die geregeerd worden door een militair bestuur. Hoera voor de
representatieve democratie?




Figuur 1: Overzicht van de representatieve democratieen in de wereld.
Blauw: Representatieve democratieën in de wereld in 2008 volgens de Amerikaanse
NGO Freedom House.

Representatieve Democratie in crisis

Ondanks het feit dat representatieve democratie de staatsvorm is van de meer welvarende
staten in de wereld, bevindt het systeem van representatieve democratie zich meer en
meer ineen zware crisis situatie:
- politici worden van alle beroepen het meest gewantrouwd door de mensen. Slechts 7%
van de mensen heeft nog vertrowen in politici.
- landen met een representatieve democratie hebben ook een grote overheidsschuld.
De bevolking begint zich te roeren.
Wat is representatieve democratie?

Representatieve democratie betekent volgens Wikipedia: “Een representatieve of
indirecte democratie is een regeringsvorm waarbij de bevolking een aantal
vertegenwoordigers kiest die het bestuur uitvoeren. De representatieve democratie is
hierdoor onderscheiden van de directe, waarin leden van de bevolking zelf politieke
besluiten nemen.
Doel van de indirecte democratie is compromissen tot stand te brengen tussen
verschillende maatschappelijke groepen met soms tegenstrijdige belangen, waarbij
weliswaar de machtigste (dus grootste) groepering het overwicht zal hebben, maar
waarbij toch rekening gehouden wordt met minderheden. Vanwege de periodieke
machtsverschuivingen via verkiezingen, en door het feit dat mensen deel kunnen uitmaken
van meerdere groeperingen, zal een zeker evenwicht ontstaan, en wordt voorkomen dat
één groepering overheerst. ”


Dat een land georganiseerd wordt als een representatieve democratie betekent in de
realiteit dat zij bestuurd worden door een kartel van politieke partijen meerderheid tegen
minderheid. De machtsverhoudingen tussen de politieke partijen worden eens een periode
van verschillende jaren geregeld door verkiezingen. Deze samenlevingen zijn bovendien
geordend als een maatschappij van boven naar beneden, en georganiseerd volgens het
principe van delegatie door de top.
Andere systemen dan representatieve democratie

Er blijken twee systemen te zijn:

1) 1 partijstaten
Landen die geregeerd worden door 1 politieke partij (in plaats van een kartel van
politieke partijen) en waar andere politieke partijen verboden zijn . Voorbeelden zijn
China, Noord – Korea, Cuba,...
en Militaire dictaturen.
Deze kunnen de facto worden gelijk geschakeld met landen warin slechts 1 politieke
partij is toegelaten (in feite combineert de militaire organizatie ook deze van een politieke
partij).

Uit de cijfers van BNP per capita weten we dat representatieve democratieen een hoger
BNP per capita generareren dan landen geregeerd door 1 politieke partij of een militaire
dictatuur, bovendien zijn er meestal problemen met funamentele vrijheden zoals het recht
van vrije meningsuiting. Dus 1 partijstaten bieden geen beter alternatief voor
representatieve democratie.

2) “geen partij staat”
Een dergelijk land noemt zich ook democratie noemt, maar is opgebouwd van de basis
uit, waarin de bevolking de beslissingen neemt, en die hiervoor uitvoerders verkiezen.
Een dergelijke samenleving is geordend van beneden naar boven, volgens de principes
van delegatie door de basis Een dergelijk systeem wordt ook directe democratie
genoemd. Er is op dit ogenblik slechts 1 land dat georganizeerd is volgens dit model:
Zwitzerland.
Performantie van het systeem van Zwitserland in vergelijking tot de andere staten
(representatieve democratieen en 1 partijstaten)

Het land Zwitserland heeft een beduidend afwijkend systeem van de representatieve
democratieen. Hoe doet Zwitserland het in vergelijking met de reperesentatieve
systemen?

Er zijn volgende 8 observaties:
1) Zwitserland heeft een van de hoogste BNP per capita van alle landen in de
wereld.
2) Zwitserland heeft een zeer lage staatsschuld tov BNP
De Europese schuldenkrisis gaat aan Zwitserland voorbij.
Zie Tabel 1.
3) Zwitserland heeft een van de laagste belastingen in de wereld.
4) Zwitserland behoort tot die landen met het hoogste subjectief welzijn ter wereld.
5) Zwitserland is de meest competitieve natie ter wereld.
 In 2010 heeft het World Economic Forum Zwitzerland als de meest competitieve
natie voorgesteld. http://www.finfacts.ie/irishfinancenews/article_1020536.shtml
Nochtans heeft Zwitserland een hele reeks competitieve handicaps:
Zeer weinig grondstoffen, hoge loonkost, sterke munt, chronisch tekort aan
arbeidskrachten.
6) Zwitserland werd door de Europese Unie uitgeroepen als veruit de meest
innovatieve natie.
http://ec.europa.eu/research/innovation-union/pdf/iu-scoreboard-2010_en.pdf
7) Zwitserland heeft een van de laagste moord ratios per hoofd van de bevolking
terwijl de bevolking oorlogswapens in huis heeft.
8) Zwitserland heeft een van de laagste cijfers verkrachtingen per hoofd van de
bevolking.

Tabel 1 geeft de grootte aan van de staatsschulden van 128 landen in de wereld.
Hoe komt het dat representatieve democratieen zo’n hoge schuldgraad hebben?
Vergelijking Belgie Zwitserland
In de de top 20 van de landen met de hoogste staatsschuld tov het bruto nationaal product
zijn veelal representatieve democratien en er zitten 10 Europese landen in deze top 20.
Hoe komt het dat representatieve democratieen zo’n hoge schuldgraad hebben?
In een zogenaamd representatieve democratie kunnen burgers niet rechtsreeks beslissen,
worden alle beslissingen genomen door een kartel van politieke partijen, dat zich “de
meerderheid” noemt. Dit kartel maakt de belangrijkste beslissingen, namelijk de
budgetten van de overheid en het aangaan van schulden.
Een belangrijke bekommernis van dit kartel van partijen van de “meederheid” is : hoe de
macht behouden na de volgende verkiezingen?
Hiertoe ontwikkelen zij een aantal strategieen:
1) invoeren hoge kiesdrempel, zodat nieuwe politieke partijen zo goed als geen kans
maken tot slagen
2) Het aan banden leggen van reklame: verbod tot voeren van reklame op alle openbare
plaatsen, en verbod tot publiciteit via grote affiches, monopolizering van de toegang tot
media (zendtijd op zenders afhankelijk van de sterkte van een partij bij de vorige
verkieizingen).
Hierdoor wordt voornamelijk reklame gemaakt door lokale horigen van politieke partijen.
Politieke partijen van “de meerderheid”, beschikken doordat zij het overgrote deel van
het BNP van een land op rechtsreekse wijze controleren, en onrechtstreeks nof veel meer,
over een groot aantal mensen die volledig afhangen van die politieke partij. Door dit
grote aantal horigen beschikken zijn doorgaans over de beste locaties tot het voeren van
propaganda langs alle wegen in het land.
Nieuwe politiek partijen hebben doorgaans weinig of geen horigen, zodat het praktisch
gezien bijna onmogelijk is een brede campagne op te zetten.
3) het omkopen van belangengroepen. Hiertoe worden belastingen geheven en hoge
overheidsschulden aangegaan.
Door het systematisch uitvoeren van deze strategie worden zoveel mogelijk
bevolkingsgroepen in de samenleving omgekocht. Vandaar het gezegde:
“(representatieve) Democratie is de illusie dat iedereen opkosten van iedereen kan leven”

Strategie 1) en 2) maken dat de dominante politieke partijen erin slagen hun dominatie te
bestendigen in de tijd, en dit ondanks de regelmatige schandalen. Strategie 3) leidt
automatisch tot hogere bealstingen en grotere overheidsschulden.

Vermits in een directe democratie het omkopen van belangroepen niet nodig is, en
diegenen die het gelag betalen ook beslissingrecht hebben, zijn belastingen en
overheidsschulden in directe democratieen automatisch lager.

Efficientie door financiele referenda

Bijkomende evidentie waarom de efficientie van een overheid hoger is bij directe
democratie wordt gegeven uit studies van de hoogte van de handtekeningdrempel voor
het houden van financiele referenda, en de efficientie van een overheidsdienst.
Zie onderstaande figuur.



                            Besparing op Uitgaven Overheid door Financiele Referenda

                    0,0%
                            0          5         10         15          20

                    -5,0%
   Besparing (%)




                   -10,0%                                                    Alleen kantons met
                                                                             verplichte referenda
                                                                             Alle kantons
                   -15,0%



                   -20,0%



                   -25,0%
                                Drempel Financieel Referendum (M CHF)




Figuur 1: Besparing op uitgaven overheid door financiele referenda.
Alle kantons = 26 Zwitserse kantons
Kantons met verplichte referenda= 17 van de Zwitserse kantons met verplichte financiele
referenda
Bron:
L.P. Feld / J.G. Matsusaka (2003), “Budget Referendums and Government Spending:
Evidence from Swiss Cantons“,
Journal of Public Economics 87, p. 2703-2724

Hieruit blijkt duidlijk dat naarmate de financiele drempel lager is tot het houden van een
financieel referendum, ook de efficientie van de overheid groter wordt.


Uit andere studies blijkt dat er nog veel meer te winnen valt bij overname van het
Zwitserse systeem:

“The gains are everywhere, but a few things jump up:
The ECB study working paper number 242, July 2003 "Public Sector Efficiency_An
International Comparison"by Afonso, Schuknecht and Tanzi, on Public sectors
Performance Indictors (Table II, in attachment) shows for overall governmental
efficiency for all tasks executed by the Belgian government a rating of 0.83, while for
Switzerland 1.32.
This means that when the Swiss model of Gemeindefreiheit for all governmental
administered matters should be introduced in Belgium, a gain of 1.33/0.83 = 1.60
i.e. 60% the cost of governmental administration can be saved.
Since in Belgium the government takes about 50% of the GNP, this makes that about
30% in the average GNP per capita can be gained by introducing the Swiss model.
This is significant.”

Noot:
Een verdere nuancering is nodig:
Er zijn volgens de ECB studie 4 landen, waarvan de overheid het veel beter doet dan het
gemiddelde:
1) Japan               ECB efficiency:      1.38
2) USA                 ECB efficiency       1.26
3) Australie           ECB efficiency       1.28
4) Zwitserland         ECB efficiency        1.33
Als je de grootte van de overheidsschuld ook in beschouwing neemt:

1) Japan 225% grootte overheidsschuld/BNP
2) USA 92.7% grootte overheidsschuld/BNP
3) Australie 22% grootte overheidsschuld/BNP
4) Zwitserland 40% grootte overheidsschuld/BNP
Dit betekent dat Japan en USA niet in aanmerking komen omwille van een te grote
overheidsschuld.

Waarom Zwitserland beter is wijd ik aan het systeem van "Gemeindefreiheit".
Waarom Australie beter is weet ik niet.
Er is ook een paper van prof. Bruno frey, die geluk onderzocht, en vond dat de directe
democratie in het Zwitserse systeem meer geluk bracht.
Mogelijkerwijze zijn er verschillende manieren om voor de overheid tot een betere
performantie te komen.
Efficientie door decentralisatie. Het systeem van gemeentevrijheid.

Een ander element waarom Zwtserland zo’n uitstekende performantie heeft vinden we in
de opbouw van de samenleving van onder naar boven.
De basis is het individu, die aansluit bij een gemeente.
De gemeenten zijn onafhankelijk.
Dit systeem wordt “gemeentevrijheid” genoemd.
Verschillende gemeenten sluiten aan bij grotere gehelen: kantons.
De verschillende kantons vormen een federatie, in het geval van Zwitserland de
“Confœderatio Helvetica”, of kortweg CH.




Directe democratie in Glarus (Zwitserland).


Dit systeem heeft voor gevolg dat het overgrote deel van de belastingen beslist wordt op
gemeentelijk niveau. Dit in tegenstelling tot staten met representatieve democratie waar
het overgrote deel van de beslastingen wordt beslist op federaal niveau.

Zwitserland is dan ook het land in de wereld dat als het meest gedecentralizeerde land
kan worden beschouwd.
Zetten we de mate van decentralizatie uit versus BNP per capita voor de verschillende
landen van de wereld, dan blijkt dat de mate van decentralizatie vrij behoorlijk te
correleren met BNP per capita.
Ref:
Resultaten AER Studie (Association of European Regions)
Representatieve democratie komt in de realiteit neer op het omkopen van
bevolkingsgroepen met belastingsgeld of met leningen

Dat representatieve democratieen verworden zijn tot apparaten ter bestendigfing van de
macht van politieke partijen door omkopen van belangengroepen blijkt uit volgende
citaten:

“A government with the policy to rob Peter to pay Paul can be assured of the
support of Paul”
George Bernard Shaw

“The state is the great fictitious entity by which everyone seeks to live at the
expense of everyone else.”

Fredric Bastiat,




“Het is even moeilijk voor een democratisch verkozen politicus om een
degelijk begrotingsbeleid te voeren als voor een hond om een worstenvoorraad
te beheren”
Frits Bolkestein
Representatieve democratie komt in de realiteit neer op het stelen van
beslissingsmacht van de burger.

“Knielbereide burgers stemmen immers voor diegene waarvan ze hopen, dat die veel
kruimels zal laten vallen voor de knielers.
En de kruimels vallen inderdaad. En de burgers knielen. De machthebber produceert
geen brood, doch steelt en consumeert het, en laat daarbij ostentatief de kruimels vallen,
alsof hij die zelf heeft voortgebracht. En rond hem knielen diegenen, die eigenlijk het
brood hebben gebakken. De machthebbende kaste rooft via belastingen de helft van de
voortgebrachte welvaart, om dan onder de vorm van subsidies, steun, zekerheden en
overheidsfilantropie de kruimels rond te strooien. “
Jos Verhulst




    “De politicus die het woord ‘democratie’ uitspreekt, bedoelt daarmee iets helemaal
    anders dan een bestuur uitgeoefend door de gemeenschap van soevereine burgers, en
    beperkt tot de aangelegenheden die door hun aard überhaupt voor zo’n bestuur in
    aanmerking komen.”
    “Wat de politicus met het woord ‘democratie’ bedoelt is: machtsuitoefening door de
    politieke kaste op alle mogelijke domeinen, met inbegrip van de meest intieme zaken,
    zoals bijvoorbeeld beheersing van het denken en van de opvattingen van de burgers
    zelf.”
Jos Verhulst
De IJzeren wet van de oligarchie als de Eerste Hoofdwet van de Politicologie

De inefficientie van representatieve democratie in vergelijking tot directe democratie is
eigenlijk een gevolg van een belangrijke sociologische wetmatigheid die voor het eerst
door Rober Michels werd geformuleerd in de zogenaamde “Ijzeren wet van de
oligarchie” (*).
(*) Robert Michels, Zur Soziologie des Parteiwesens in der modernen Demokratie :
Untersuchungen über die oligarchischen Tendenzen des Guppenlebens, Klinkhardt,
Leipzig, 1911, 401 blz. en R. Michels & J. A. A. Van Doorn, Democratie en organisatie.
Een klassieke theorie, Universitaire Pers, Rotterdam, 1969, 196 blz.

De IJzeren wet van de oligarchie is een sociologische wet, geformuleerd in 1911 door de
Duits-Italiaanse socioloog Robert Michels. De wet stelt dat alle organisatievormen,
onafhankelijk van het democratische of autocratische gehalte in het begin, onvermijdelijk
oligarchisch worden.
De oorzaak is de trend bij de leiders om zich te organiseren en de eigen belangen te
behartigen, de dankbaarheid van de geleide groep en de passiviteit van de massa.
Michels, die aanvankelijk met socialisme en anarcho-syndicalisme sympatiseerde, kwam
door zijn ervaringen uit de praktijk tot de conclusie dat elke groep heersers de neiging
heeft tot een oligarchie te evolueren. Democratisch gekozen machthebbers zullen door de
dwang der omstandigheden hoofdzakelijk verkeren in een klein kringetje van mede-
regeerders en het contact met de massa verliezen. Door het bestuderen van politieke
partijen kwam Michels er achter dat het probleem in de natuur van organisaties zit. In een
moderne democratie ontstaan organisaties als politieke partij die, naarmate ze complexer
worden, paradoxaal genoeg minder democratisch worden. De IJzeren wet van de
oligarchie luidt: "Wie organisatie zegt, zegt oligarchie". Elke grote organisatie wordt
geconfronteerd met problemen rondom coördinatie die alleen kunnen worden opgelost
met bureaucratie. Om een bureaucratie efficiënt te maken is een hiërarchie nodig -
dagelijkse besluiten kunnen niet door grote groepen mensen worden genomen. Dat leidt
ertoe dat de macht in de organisatie in handen komt van een kleine groep. Deze kleine
groep machthebbers zal vervolgens alles in het werk stellen om hun macht in stand te
houden en groter te maken.
Omgekeerd heeft ook de meest autocratische heerser adviseurs en zetbazen ter plaatse
nodig, waaraan hij onherroepelijk een groot deel van zijn feitelijke macht delegeert. Het
uiteindelijke resultaat is dat - met het verstrijken van de tijd - iedere regeringsvorm zich
in oligarchische richting ontwikkelt.
Veel gematigde conservatieven zijn geneigd de IJzeren wet van de oligarchie als de
Eerste Hoofdwet van de Politicologie te beschouwen.
Het mandaat van politici in een representatieve democratie is geen vrij mandaat.

Representatieve democratie steunt per definitie op een mandaat dat de burgers geven aan
bepaalde personen.
Een echt mandaat is een mandaat dat steunt op vertrouwen, anders wordt het mandaat
nooit gegegeven.

In de meeste landen met een representatieve democratie, en die alle gedegenereert zijn tot
een particratie, is dit mandaat geen vrij mandaat. M.a.w. de burgers zijn niet vrij al dan
niet te mandateren.

Uit navraag bij de kiezers blijkt dat zde meeste mensen helemaal geen vertrouwen meer
hebben in politici.

M.a.w het mandaat dat politici beweren te hebben is geen echt mandaat.
Reanimatie van de Representatieve democratie?

Reanimatiepogingen van de representatieve democratie zoals de G1000 lijken weinig of
geen succes te hebben.




       G1000




                                                         Representatieve
                                                         Democratie




Representatieve democratie is het systeem dat opgang gemaakt heeft de voorbije eeuwen,
toen de meeste mensen niet konden lezen of schrijven, en aan informatie raken zeer
moeilijk en duur was.

De tijden zijn verandert. De meeste mensen kunnen lezen en schrijven. Aan informatie
raken kost weinig of niets: gsm, E-mail, internet, i-phone.

Stemmen kan electronisch, telefonisch, via internet, via de afstandbediening van de
televisie (televoting).

Mensen zijn geinformeerd, kunnen zelf beslissen, en willen zelf beslissen.
Reanimatie van de representatieve democratie is daarom overbodig.
Mensen vragen om op directe wijze te mogen stemmen.

Bij navraag blijken de meeste burgers in alle Europese landen meer directe democratie.




Piet De Pauw en Guido De Bruycker beide van Vivant en democratie.nu confronteren
Bart De Wever met de vraag naar meer directe democratie. Deze vraag werd door Bart
De Wever weggelachen.

Besluit:

De feiten bewijzen dat directe democratie in een samenleving die opgebouwd wordt
van beneden naar boven aanleding geeft tot
- een hoger BNP per capita,
- een zeer lage staatsschuld tov BNP
- de laagste belastingen
- het hoogste subjectief welzijn
- de meest competitieve natie ter wereld.
 -de meest innovatieve natie.
Het systeem van delegatie in representatieve democratie staat meer en meer onder
druk.
Waarom wachten met het invoeren van directe democratie?
Het probleem

Het probleem is dat politieke partijen de invoering van directe democratie
bekampen met alle mogelijke middelen. Immers: Invoering van directe democtratie
neemt hun bestaansbasis weg: namelijk het kapen van zelfbeschikkingsrecht van
individuen, en de macht over het geld van het individu.
Maar om het systeem te veranderen dien je binnen het huidige systeem zelf een
politieke partij op te richten, en dus om macht te kampen tegen de andere politieke
partijen in.
Er is de hoge kiesdrempel, het verbod de publieke ruimte te gebruiken voor
politieke propaganda, ....
Door zelf een politiek partij te worden, riskeer je een partij te worden zoals alle
andere politieke partijen: het gevecht om de macht primeert.
Bovendien is een partij maken die als bedoeling heeft politiek epartijen overbodig te
maken een interne contradictie.
Invoeren van directe democratie in een representatief systeem is bijgevolg verre
van evident.
Tabel 1: Lijst van de staatsschulden per land
Dit is een lijst van landen gesorteerd naar hun staatsschuld ten opzichte van hun Bruto
Nationaal Product.


                              % van BNP
                                                              % van
Nr             Land             (CIA en           Datum                        Datum     Werelddeel
                                                            BNP (IMF) [3]
                              Eurostat)[1][2]



     1       Japan                       225,80      2010             225,8       2010           Azië



             Saint Kitts en                                                                    Noord-
     2                                   185,00      2009             196,3       2010
          Nevis                                                                               Amerika



     3       Libanon                     150,70      2010             138,9       2010           Azië



     4       Zimbabwe                    149,00      2010               75,9      2010          Afrika



     5       Griekenland                 142,80      2010             130,2       2010         Europa



     6       IJsland                     123,80      2010             115,6       2010         Europa



                                                                                               Noord-
     7       Jamaica                     123,20      2010             135,7       2010
                                                                                              Amerika



     8       Italië                      119,00      2010             118,4       2010         Europa



     9       Singapore                   102,40      2010               98,9      2010           Azië



     10      België                       96,80      2010             100,2       2010         Europa
% van BNP
                                                      % van
Nr         Land         (CIA en           Datum                        Datum     Werelddeel
                                                    BNP (IMF) [3]
                      Eurostat)[1][2]



     11   Ierland                 96,20      2010               93,6      2010         Europa



     12   Soedan                  94,20      2010               71,4      2010          Afrika



     13   Sri Lanka               86,70      2010                                        Azië



     14   Portugal                93,00      2010               83,1      2010         Europa



     15   Duitsland               83,20      2010               74,3      2010         Europa



     16   Frankrijk               81,70      2010               84,2      2010         Europa



     17   Egypte                  80,50      2010               74,2      2010          Afrika



                                                                                       Noord-
     18   Belize                  80,00      2010               78,1      2010
                                                                                      Amerika



     19   Hongarije               79,60      2010               78,4      2010         Europa



                                                                                       Noord-
     20   Dominica                78,00      2009               83,0      2010
                                                                                      Amerika



                                                                                       Noord-
     21   Nicaragua               78,00      2010               67,2      2010
                                                                                      Amerika



     22   Israël                  77,30      2010               76,1      2010           Azië
% van BNP
                                                          % van
Nr            Land          (CIA en           Datum                        Datum     Werelddeel
                                                        BNP (IMF) [3]
                          Eurostat)[1][2]



             Verenigd
     23                               76,50      2010               76,7      2010         Europa
          Koninkrijk



     24      Malta                    72,60      2010               70,0      2010         Europa



     25      Oostenrijk               72,30      2010               70,0      2010         Europa



     26      Ivoorkust                63,30      2010               64,9      2010          Afrika



     27      Nederland                62,70      2010               66,0      2010         Europa



     28      Jordanië                 61,40      2010               62,7      2010            Azië



     29      Cyprus                   60,80      2010               60,8      2010         Europa



     30      Brazilië                 60,80      2010               66,8      2010    Zuid-Amerika



     31      Mauritius                60,50      2010               52,3      2010          Afrika



     32      Spanje                   60,10      2010               64,5      2010         Europa



     33      Ghana                    59,90      2010               69,0      2010          Afrika



     — Wereld                         59,30      2010
% van BNP
                                                             % van
Nr             Land            (CIA en           Datum                        Datum     Werelddeel
                                                           BNP (IMF) [3]
                             Eurostat)[1][2]



     34      Albanië                     59,30      2010               60,6      2010         Europa



     35      Bahrein                     59,20      2010               32,8      2010            Azië



                                                                                              Noord-
     36                                 58,90*      2010               92,7      2010
          Verenigde Staten                                                                   Amerika



     37      Seychellen                  58,80      2010               82,6      2010          Afrika



     38      Marokko                     58,20      2010               49,9      2010          Afrika



     39      Bhutan                      57,80      2009                                         Azië



     40      Guyana                      57,00      2010               63,9      2010    Zuid-Amerika



     41      Vietnam                     56,70      2010               52,7      2010            Azië



     42      Filipijnen                  56,50      2010               46,3      2010            Azië



     43      Uruguay                     56,00      2010               55,9      2010    Zuid-Amerika



     44      India                       55,90      2010               71,8      2010            Azië



     45      Kroatië                     55,00      2010               40,0      2010         Europa
% van BNP
                                                        % van
Nr         Land           (CIA en           Datum                        Datum     Werelddeel
                                                      BNP (IMF) [3]
                        Eurostat)[1][2]



                                                                                         Noord-
     46   El Salvador               55,00      2010               50,0      2010
                                                                                        Amerika



     47   Polen                     55,00      2010               55,2      2010         Europa



     48   Maleisië                  53,10      2010               55,1      2010            Azië



     49   Kenia                     50,90      2010               52,0      2010          Afrika



     50   Argentinië                50,30      2010               52,2      2010    Zuid-Amerika



     51   Pakistan                  49,90      2010               56,8      2010            Azië



     52   Tunesië                   49,50      2010               43,0      2010          Afrika



     53   Finland                   48,40      2010               50,0      2010         Europa



     54   Turkije                   48,10      2010               43,4      2010     Azië/Europa



     55   Noorwegen                 47,70      2010               54,3      2010         Europa



                                                                                         Noord-
     56   Aruba                     46,30      2005
                                                                                        Amerika



     57   Letland                   46,20      2010               42,2      2010         Europa
% van BNP
                                                               % van
Nr             Land              (CIA en           Datum                        Datum     Werelddeel
                                                             BNP (IMF) [3]
                               Eurostat)[1][2]



     58      Colombia                      44,80      2010               35,7      2010    Zuid-Amerika



             Verenigde
     59                                    44,60      2010               24,7      2010            Azië
          Arabische Emiraten



     60      Denemarken                    43,60      2010               44,2      2010         Europa



                                                                                                Noord-
     61      Costa Rica                    42,40      2010               29,5      2010
                                                                                               Amerika



     62      Thailand                      42,30      2010               45,5      2010            Azië



             Dominicaanse                                                                       Noord-
     63                                    41,70      2010               29,0      2010
          Republiek                                                                            Amerika



                                                                                                Noord-
     64      Mexico                        41,50      2010               45,2      2010
                                                                                               Amerika



     65      Servië                        41,50      2010               40,5      2010         Europa



     66      Slowakije                     41,00      2010               41,8      2010         Europa



     67      Mozambique                    40,80      2010               35,1      2010          Afrika



     68      Malawi                        40,40      2010               40,5      2010          Afrika
% van BNP
                                                          % van
Nr            Land          (CIA en           Datum                        Datum     Werelddeel
                                                        BNP (IMF) [3]
                          Eurostat)[1][2]



     69      Zweden                   39,80      2010               41,7      2010         Europa



                                                                                           Noord-
     70      Panama                   40,00      2010               40,0      2010
                                                                                          Amerika



     71      Bolivia                  39,70      2010               37,8      2010    Zuid-Amerika



     72      Bangladesh               39,00      2010                                         Azië



     73      Ethiopië                 39,30      2010               35,3      2010          Afrika



     74      Jemen                    39,10      2010               45,8      2010            Azië



             Bosnië en
     75                               39,00      2010               39,0      2010         Europa
          Herzegovina



     76      Tsjechië                 38,50      2010               40,1      2010         Europa



     77      Oekraïne                 38,40      2010               39,5      2010         Europa



     78     Zwitserland               38,20      2010               39,5      2010         Europa



     80      Litouwen                 38,20      2010               39,5      2010         Europa



     81      Montenegro               38,00      2006               43,5      2010         Europa
% van BNP
                                                             % van
Nr            Land             (CIA en           Datum                        Datum     Werelddeel
                                                           BNP (IMF) [3]
                             Eurostat)[1][2]



     82      Slovenië                    38,00      2010               34,5      2010         Europa



                                                                                              Noord-
     83      Cuba                        34,40      2010
                                                                                             Amerika



     84      Macedonië                   34,20      2010               24,9      2010         Europa



                                                                                              Noord-
     85      Canada                      34,00      2010               81,7      2010
                                                                                             Amerika



     86      Taiwan                      33,90      2010               39,0      2010           Azië



     87      Zuid-Afrika                 33,20      2010               34,1      2010          Afrika



     88      Senegal                     32,10      2010               38,0      2010          Afrika



     89      Roemenië                    30,80      2010               35,5      2010         Europa



     90      Syrië                       29,80      2010               26,9      2010           Azië



                                                                                              Noord-
     91      Guatemala                   29,60      2010               24,5      2010
                                                                                             Amerika



             Papoea-Nieuw-
     92                                  27,80      2010                                     Oceanië
          Guinea
% van BNP
                                                             % van
Nr             Land            (CIA en           Datum                        Datum     Werelddeel
                                                           BNP (IMF) [3]
                             Eurostat)[1][2]



     92      Indonesië                   26,40      2010               26,7      2010            Azië



             Trinidad en                                                                      Noord-
     93                                  26,40      2010               39,2      2010
          Tobago                                                                             Amerika



                                                                                              Noord-
     94      Honduras                    26,10      2010               26,1      2010
                                                                                             Amerika



     95      Gabon                       25,80      2010               20,0      2010          Afrika



     96      Algerije                    25,70      2010                                       Afrika



     97      Nieuw-Zeeland               25,50      2010               31,0      2010        Oceanië



     98      Venezuela                   25,50      2010               34,8      2010    Zuid-Amerika



     99      Moldavië                    25,00      2010               32,6      2010         Europa



 100         Zambia                      24,10      2010               25,4      2010          Afrika



 101         Zuid-Korea                  23,70      2010               32,1      2010            Azië



 102         Peru                        23,60      2010               25,4      2010    Zuid-Amerika



 103         Tanzania                    23,30      2010               45,0      2010          Afrika
% van BNP
                                                         % van
Nr        Land             (CIA en           Datum                           Datum     Werelddeel
                                                       BNP (IMF) [3]
                         Eurostat)[1][2]



 104     Ecuador                     23,10      2010               13,7         2010    Zuid-Amerika



 105     Paraguay                    22,80      2010               17,1         2010    Zuid-Amerika



 106     Botswana                    22,60      2010               17,2         2010          Afrika



 107     Australië                   22,40      2010               21,9         2010        Oceanië



 108     Oeganda                     20,40      2010               22,6         2010          Afrika



 109     Angola                      20,30      2010               34,4         2010          Afrika



 110     Namibië                     20,00      2010               18,0         2010          Afrika



     —   Hongkong                    18,20      2010                   0,7      2010            Azië



 111     China                       17,50      2010               19,1         2010            Azië



 112     Saoedi-Arabië               16,70      2010               12,9         2010            Azië



 113     Bulgarije                   16,20      2010               18,2         2010         Europa



 114     Iran                        16,20      2010               21,7         2010            Azië



 115     Luxemburg                   16,20      2010               20,1         2010         Europa
% van BNP
                                                            % van
Nr            Land           (CIA en            Datum                           Datum     Werelddeel
                                                          BNP (IMF) [3]
                           Eurostat)[1][2]



 116        Kazachstan                 15,90       2010               16,0         2010            Azië



 117        Nigeria                    13,40       2010               16,3         2010          Afrika



 118        Koeweit                    12,60       2010               11,8         2010            Azië



 119        Qatar                      10,30       2010               25,6         2010            Azië



 120        Kameroen                     9,60      2010               51,0         2010          Afrika



 121        Rusland                      9,50      2010               11,1         2010     Azië/Europa



 122        Oezbekistan                  9,00      2010               10,4         2010            Azië



     —      Gibraltar                    7,50      2008                                         Europa



 123        Estland                      6,60      2010                   8,1      2010         Europa



 124        Chili                        6,20      2010                   7,6      2010    Zuid-Amerika



             Wallis en
     —                                   5,60      2004                                        Oceanië
         Futuna



 125        Azerbeidzjan                 4,60      2010               12,9         2010            Azië
% van BNP
                                                                           % van
Nr               Land                 (CIA en             Datum                                 Datum         Werelddeel
                                                                         BNP (IMF) [3]
                                    Eurostat)[1][2]



  126         Oman                                 4,40          2010                     5,7         2010            Azië



              Equatoriaal-
  127                                              4,10          2010                     7,5         2010           Afrika
           Guinea



  128         Libië                                3,30          2010                     0,0         2010           Afrika


* Zonder de schuld van de individuele staten van de Verenigde Staten en van de lokale overheden en zonder interne
overheidsschulden[4]




Bronnen, noten en/of referenties:


      1.    ↑ Staatsschuld,CIA World Factbook, Verenigde Staten Central Intelligence Agency, geraadpleegd op 26

            januari, 2011.

      2.    ↑ [1], Eurostat, geraadpleegd op 26 april, 2011

      3.    ↑ Staatsschuld, IMF, geraadpleegd op 29 April, 2011.

      4.    ↑ Opmerkingen over de staatschuld op de CIA website (Engels)
Bijlage 1: Switzerland named most competitive
country in the world
http://www.telegraph.co.uk/finance/economics/8747936/
Switzerland-named-most-competitive-country-in-the-
world.html
Switzerland proved it pays to be competitive a day after its dramatic move to
devaluate its currency, by once again topping the world competitiveness tables.




The Limmat River and old town of Zurich, Switzerland Photo: Alamy

By Angela Monaghan
5:55PM BST 07 Sep 2011
The country maintained its top spot in the World Economic Forum's (WEF) rankings after
revealing its ruthless ambition by pegging the franc to the euro to boost its economy.
It was bad news for another competitive country, the US, which fell one place in the WEF's
rankings to fifth.
It was the third fall in as many years for the world's largest economy, and put it behind
Singapore, Sweden and Finland. Britain rose two places to 10th.
"In addition to the macroeconomic vulnerabilities that continue to build, some aspects of the
US's institutional environment continue to raise concern among business leaders, particularly
related to low public trust in politicians and concerns about government inefficiency," the
Global Competitiveness Report 2011-2012 said.
"On a more positive note, banks and financial institutions are rebounding for the first time
since the financial crisis and are assessed as somewhat sounder and more efficient."
Bijlage 2: De sterke munt van Zwitserland
    Geen lid van de Europese Unie
•          De Standaard, zaterdag 10 september 2011, 03u00

    De Zwitserse economie presteert al decennia uiterst sterk. De werkloosheid bedraagt
    er een derde van het gemiddelde van de eurozone, de rente is nergens zo laag als in
    Zwitserland en toch bedraagt de inflatie er minder dan de helft van die in de eurozone.

    Dat Zwitserland niet tot de eurozone zou toetreden, stond in de sterren geschreven. Het
    land koestert zijn onafhankelijkheid al eeuwen.

    Zwitserland had de voorbije twaalf jaar de eurozone duidelijk niet nodig. Zelfs in het
    crisisjaar 2009, toen de economie van de eurozone een krimp van 4,3 procent kende,
    bleef de invloed op de Zwitserse economie beperkt tot een afslanking met 1,9 procent.

    Het jaar nadien, toen de eurozone al heel blij was met een groei van 1,8 procent, liet
    Zwitserland de crisis al helemaal achter zich met een groei van 2,7 procent.

    Maar dan kregen ook de Zwitser af te rekenen met de Europese schuldencrisis, zei het
    op een heel onrechtstreekse manier. Door de paniek op de valutamarkten en op de
    beurzen gingen beleggers op zoek naar veilige havens. Goud was daar één van, net als
    de dollar. Toen de VS hun topkredietwaardigheid verloren, focusten de beleggers steeds
    meer op de Zwitserse frank.

    In een jaar tijd verloor de euro 30 procent terrein tegenover de frank. En dat is niet
    prettig voor een land dat 60 procent van zijn goederen en diensten exporteert.
Bijlage 3:


    Je mehr und je direkter das Volk über Staatsausgaben abstimmen kann um so solider sind die
    Staatsfinanzen
    http://www.wienerzeitung.at/meinungen/kommentare/424752_Per-
    Volksabstimmung-aus-der-Schuldenkrise.html

    Christian Ortner am Samstag

    Per Volksabstimmung aus der Schuldenkrise?
    Von Christian Ortner
•           In der Schweiz zeigt sich deutlich: Je mehr und je direkter das Volk über Staatsausgaben abstimmen
    kann, um so solider sind die Staatsfinanzen.




    © www.godany.com
    Man muss kein besonders begabter Zukunftsforscher sein, um das wahrscheinlich gewichtigste politische
    Megathema der nächsten Jahre in Europa, den USA oder Japan zu identifizieren: die Verschuldung der
    (meisten) Staaten und wie man sie wieder auf ein leidlich erträgliches Maß zurückführt. Der Lösung dieses
    Problems werden die meisten Regierungen in näherer Zukunft einen erheblichen Teil ihrer Management-
    Kapazitäten widmen müssen.

    Als modisches Mittel der Wahl gilt dabei in ganz Europa eine (am besten verfassungs)gesetzlich verankerte
    Schuldenbremse - de facto nichts anderes als eine freiwillige Teilentmündigung der Parlamente, die sich
    damit allerdings ja irgendwie selbst ein Armutszeugnis ausstellen. Dass die parlamentarische Demokratie
    offenbar bei sich selbst um ihre eigene Besachwaltung ansuchen muss, weil sie sonst regelmäßig zur
    fahrlässigen Krida neigt, ist kein wirklich klar erkennbarer Vorzug dieser Staatsform.

    Das systemimmanente Problem der Schuldenbremse: Wenn Politiker sie wirklich mit Leben erfüllen wollen,
    wird sie nicht gebraucht; will eine Regierung sie umgehen, findet sie dazu Mittel und Wege. Sie ist besser
    als nichts, aber weit davon entfernt, gegen staatliche Schuldenexzesse wirklich zu schützen. (Wir erinnern
    uns noch gut an heilige Versprechen der Euro-Staaten, ihre Defizite und Schulden zu begrenzen - eine
    Schuldenbremse von überschaubarer Wirkung, wie wir heute wissen.)

    Ein wesentlich verlässlicherer Weg zu einem halbwegs soliden Budget könnte möglicherweise darin liegen,
    nicht das schuldengebremste Parlament, sondern gleich die Wähler selbst über Staatsausgaben ab einer
    bestimmten Höhe entscheiden zu lassen. Das legt jedenfalls eine interessante neue Studie der Schweizer
    Ökonominnen Patricia Funk und Christina Gathmann nahe, die zu klar zum Befund kommt: Je mehr die
    Bürger über die staatlichen Ausgaben mitbestimmen können, desto solider wird der öffentliche Haushalt.
    Akribisch haben die beiden Autorinnen jene Schweizer Kantone, in denen sehr oft über öffentlicher
    Ausgaben abgestimmt wird, mit jenen verglichen, in denen das nur selten der Fall ist - und zwar über die
    vergangenen 115 Jahre. Direkte Demokratie in Sachen Geld führt regelmäßig zu ordentlicheren und
solideren öffentlichen Haushalten als parlamentarische Demokratie (die weiß also offenbar schon, warum ihr
die teilweise Selbstentmündigung per Schulenbremse ganz gut tut). Die Wähler sind wohl nicht ganz so
einfältig, wie die Politiker manchmal meinen.

Dass die politische Klasse nicht nur hierzulande - gleich welcher Couleur - davon eher mäßig begeistert ist,
liegt auf der Hand. Wer als Politiker nicht mehr über große Ausgaben entscheiden kann, weil dies der
Souverän selbst erledigt, verliert enorm an Macht und Einfluss. Es wird deutlich schwieriger, sich den
Wählern gegenüber spendabel zu präsentieren, um sich so die Wiederwahl zu erkaufen.

Die Schweizer haben übrigens beides: Schuldenbremse und Volksentscheide über Ausgaben der
öffentlichen Hände - und eine Staatsverschuldung, die etwa die Hälfte der österreichischen beträgt.

More Related Content

Viewers also liked

Deel 5 grondoorzaak de vergeten waarden
Deel 5 grondoorzaak de vergeten waardenDeel 5 grondoorzaak de vergeten waarden
Deel 5 grondoorzaak de vergeten waardenPiet De Pauw
 
Democratie v the fairest vote_v5
Democratie v the fairest vote_v5Democratie v the fairest vote_v5
Democratie v the fairest vote_v5
Piet De Pauw
 
Deel 2 representatieve democratie glijdt altijd af naar particratie
Deel 2 representatieve democratie glijdt altijd af naar particratieDeel 2 representatieve democratie glijdt altijd af naar particratie
Deel 2 representatieve democratie glijdt altijd af naar particratiePiet De Pauw
 
Breaking the iron law of organizations 18 jan 2012
Breaking the iron law of organizations 18 jan 2012Breaking the iron law of organizations 18 jan 2012
Breaking the iron law of organizations 18 jan 2012
Piet De Pauw
 
Waste Electrical & Electronic Equipment Review
Waste Electrical & Electronic Equipment ReviewWaste Electrical & Electronic Equipment Review
Waste Electrical & Electronic Equipment Review
markhadley
 
Deel 0 introductie open vld
Deel 0 introductie open vldDeel 0 introductie open vld
Deel 0 introductie open vldPiet De Pauw
 
Deel 6 aanbevolen ordening van de samenleving
Deel 6 aanbevolen ordening van de samenlevingDeel 6 aanbevolen ordening van de samenleving
Deel 6 aanbevolen ordening van de samenlevingPiet De Pauw
 
Democratie grenzen en speelveld democratie v20
Democratie grenzen en speelveld democratie v20Democratie grenzen en speelveld democratie v20
Democratie grenzen en speelveld democratie v20
Piet De Pauw
 
Teach meet wave 2
Teach meet wave 2 Teach meet wave 2
Teach meet wave 2
Sadie McLachlan
 
Breast cancer
Breast cancerBreast cancer
Breast cancer
Alemayehu Abate
 

Viewers also liked (10)

Deel 5 grondoorzaak de vergeten waarden
Deel 5 grondoorzaak de vergeten waardenDeel 5 grondoorzaak de vergeten waarden
Deel 5 grondoorzaak de vergeten waarden
 
Democratie v the fairest vote_v5
Democratie v the fairest vote_v5Democratie v the fairest vote_v5
Democratie v the fairest vote_v5
 
Deel 2 representatieve democratie glijdt altijd af naar particratie
Deel 2 representatieve democratie glijdt altijd af naar particratieDeel 2 representatieve democratie glijdt altijd af naar particratie
Deel 2 representatieve democratie glijdt altijd af naar particratie
 
Breaking the iron law of organizations 18 jan 2012
Breaking the iron law of organizations 18 jan 2012Breaking the iron law of organizations 18 jan 2012
Breaking the iron law of organizations 18 jan 2012
 
Waste Electrical & Electronic Equipment Review
Waste Electrical & Electronic Equipment ReviewWaste Electrical & Electronic Equipment Review
Waste Electrical & Electronic Equipment Review
 
Deel 0 introductie open vld
Deel 0 introductie open vldDeel 0 introductie open vld
Deel 0 introductie open vld
 
Deel 6 aanbevolen ordening van de samenleving
Deel 6 aanbevolen ordening van de samenlevingDeel 6 aanbevolen ordening van de samenleving
Deel 6 aanbevolen ordening van de samenleving
 
Democratie grenzen en speelveld democratie v20
Democratie grenzen en speelveld democratie v20Democratie grenzen en speelveld democratie v20
Democratie grenzen en speelveld democratie v20
 
Teach meet wave 2
Teach meet wave 2 Teach meet wave 2
Teach meet wave 2
 
Breast cancer
Breast cancerBreast cancer
Breast cancer
 

Similar to Hoera voor de representatieve democratie er is een beter …

Inhoud
InhoudInhoud
Inhoud
Piet De Pauw
 
Welk vlaanderen willen we kijk naar zwitserland 16 sept2008
Welk vlaanderen willen we kijk naar zwitserland 16 sept2008Welk vlaanderen willen we kijk naar zwitserland 16 sept2008
Welk vlaanderen willen we kijk naar zwitserland 16 sept2008Piet De Pauw
 
Calvo wil burgers via loterij in parlement
Calvo wil burgers via loterij in parlementCalvo wil burgers via loterij in parlement
Calvo wil burgers via loterij in parlement
Thierry Debels
 
Socialisten: dé verliezers van 2016
Socialisten: dé verliezers van 2016Socialisten: dé verliezers van 2016
Socialisten: dé verliezers van 2016
Thierry Debels
 
PVDA - Politiek en Tactiek - Resolutie 1999
PVDA - Politiek en Tactiek - Resolutie 1999 PVDA - Politiek en Tactiek - Resolutie 1999
PVDA - Politiek en Tactiek - Resolutie 1999
Persoonlijke studie teksten
 
Deel 3 benchmarking the best in class
Deel 3 benchmarking the best in classDeel 3 benchmarking the best in class
Deel 3 benchmarking the best in classPiet De Pauw
 
H. 4 en 7 4 m4 economie
H. 4 en 7 4 m4 economieH. 4 en 7 4 m4 economie
H. 4 en 7 4 m4 economie
Boris Berlijn
 
Manifest van de G1000 (NL)
Manifest van de G1000 (NL)Manifest van de G1000 (NL)
Manifest van de G1000 (NL)G1000org
 
Publiek beleid, PP4
Publiek beleid, PP4Publiek beleid, PP4
Publiek beleid, PP4
Leiden University
 
La déclaration d'Elio Di Rupo devant la Chambre
La déclaration d'Elio Di Rupo devant la ChambreLa déclaration d'Elio Di Rupo devant la Chambre
La déclaration d'Elio Di Rupo devant la Chambrecodip
 
Joris Luyendijk, maandag 23februari2015 in Oss
Joris Luyendijk, maandag 23februari2015 in OssJoris Luyendijk, maandag 23februari2015 in Oss
Joris Luyendijk, maandag 23februari2015 in Oss
Hans van Duijnhoven
 
Trots op Nederland ...
Trots op Nederland ...Trots op Nederland ...
Trots op Nederland ...
Dutch2K
 
Eindopdracht
EindopdrachtEindopdracht
Eindopdracht
purbowo
 
Rapport commissie toetsing rechtsstatelijkheid partijprogramma 1
Rapport commissie toetsing rechtsstatelijkheid partijprogramma 1Rapport commissie toetsing rechtsstatelijkheid partijprogramma 1
Rapport commissie toetsing rechtsstatelijkheid partijprogramma 1Siebe Sietsma
 
Naar een efficiënt overheidsbeleid - presentatie Rudy Aernoudt
Naar een efficiënt overheidsbeleid - presentatie Rudy AernoudtNaar een efficiënt overheidsbeleid - presentatie Rudy Aernoudt
Naar een efficiënt overheidsbeleid - presentatie Rudy AernoudtdepartementEWI
 
Verkiezingsonderzoek 2022
Verkiezingsonderzoek 2022 Verkiezingsonderzoek 2022
Verkiezingsonderzoek 2022
Berenschot
 
VSW2009 Is de overheid nog in staat te besturen marc hooghe (ku leuven)
VSW2009 Is de overheid nog in staat te besturen   marc hooghe (ku leuven) VSW2009 Is de overheid nog in staat te besturen   marc hooghe (ku leuven)
VSW2009 Is de overheid nog in staat te besturen marc hooghe (ku leuven) beweging.net
 

Similar to Hoera voor de representatieve democratie er is een beter … (17)

Inhoud
InhoudInhoud
Inhoud
 
Welk vlaanderen willen we kijk naar zwitserland 16 sept2008
Welk vlaanderen willen we kijk naar zwitserland 16 sept2008Welk vlaanderen willen we kijk naar zwitserland 16 sept2008
Welk vlaanderen willen we kijk naar zwitserland 16 sept2008
 
Calvo wil burgers via loterij in parlement
Calvo wil burgers via loterij in parlementCalvo wil burgers via loterij in parlement
Calvo wil burgers via loterij in parlement
 
Socialisten: dé verliezers van 2016
Socialisten: dé verliezers van 2016Socialisten: dé verliezers van 2016
Socialisten: dé verliezers van 2016
 
PVDA - Politiek en Tactiek - Resolutie 1999
PVDA - Politiek en Tactiek - Resolutie 1999 PVDA - Politiek en Tactiek - Resolutie 1999
PVDA - Politiek en Tactiek - Resolutie 1999
 
Deel 3 benchmarking the best in class
Deel 3 benchmarking the best in classDeel 3 benchmarking the best in class
Deel 3 benchmarking the best in class
 
H. 4 en 7 4 m4 economie
H. 4 en 7 4 m4 economieH. 4 en 7 4 m4 economie
H. 4 en 7 4 m4 economie
 
Manifest van de G1000 (NL)
Manifest van de G1000 (NL)Manifest van de G1000 (NL)
Manifest van de G1000 (NL)
 
Publiek beleid, PP4
Publiek beleid, PP4Publiek beleid, PP4
Publiek beleid, PP4
 
La déclaration d'Elio Di Rupo devant la Chambre
La déclaration d'Elio Di Rupo devant la ChambreLa déclaration d'Elio Di Rupo devant la Chambre
La déclaration d'Elio Di Rupo devant la Chambre
 
Joris Luyendijk, maandag 23februari2015 in Oss
Joris Luyendijk, maandag 23februari2015 in OssJoris Luyendijk, maandag 23februari2015 in Oss
Joris Luyendijk, maandag 23februari2015 in Oss
 
Trots op Nederland ...
Trots op Nederland ...Trots op Nederland ...
Trots op Nederland ...
 
Eindopdracht
EindopdrachtEindopdracht
Eindopdracht
 
Rapport commissie toetsing rechtsstatelijkheid partijprogramma 1
Rapport commissie toetsing rechtsstatelijkheid partijprogramma 1Rapport commissie toetsing rechtsstatelijkheid partijprogramma 1
Rapport commissie toetsing rechtsstatelijkheid partijprogramma 1
 
Naar een efficiënt overheidsbeleid - presentatie Rudy Aernoudt
Naar een efficiënt overheidsbeleid - presentatie Rudy AernoudtNaar een efficiënt overheidsbeleid - presentatie Rudy Aernoudt
Naar een efficiënt overheidsbeleid - presentatie Rudy Aernoudt
 
Verkiezingsonderzoek 2022
Verkiezingsonderzoek 2022 Verkiezingsonderzoek 2022
Verkiezingsonderzoek 2022
 
VSW2009 Is de overheid nog in staat te besturen marc hooghe (ku leuven)
VSW2009 Is de overheid nog in staat te besturen   marc hooghe (ku leuven) VSW2009 Is de overheid nog in staat te besturen   marc hooghe (ku leuven)
VSW2009 Is de overheid nog in staat te besturen marc hooghe (ku leuven)
 

More from Piet De Pauw

De wetgeving ruimtelijke ordening komt neer op diefstal piet de pauw
De wetgeving ruimtelijke ordening komt neer op diefstal piet de pauwDe wetgeving ruimtelijke ordening komt neer op diefstal piet de pauw
De wetgeving ruimtelijke ordening komt neer op diefstal piet de pauw
Piet De Pauw
 
Democratie ix politics without politicians_v02
Democratie ix politics without politicians_v02Democratie ix politics without politicians_v02
Democratie ix politics without politicians_v02
Piet De Pauw
 
Ethische democratie piet de pauw 23 oktober 2012_v1
Ethische democratie piet de pauw 23 oktober 2012_v1Ethische democratie piet de pauw 23 oktober 2012_v1
Ethische democratie piet de pauw 23 oktober 2012_v1
Piet De Pauw
 
Ecb working paper 242 public sector efficiency an international comparison
Ecb working paper 242 public sector efficiency an international comparisonEcb working paper 242 public sector efficiency an international comparison
Ecb working paper 242 public sector efficiency an international comparison
Piet De Pauw
 
Deel 7 quantificatie van de winst
Deel 7 quantificatie van de winstDeel 7 quantificatie van de winst
Deel 7 quantificatie van de winst
Piet De Pauw
 
Deel 4 verklaring van de performantieverschillen
Deel 4 verklaring van de performantieverschillenDeel 4 verklaring van de performantieverschillen
Deel 4 verklaring van de performantieverschillenPiet De Pauw
 
Deel 1 representatieve democratie ideaal versus realiteit
Deel 1 representatieve democratie ideaal versus realiteitDeel 1 representatieve democratie ideaal versus realiteit
Deel 1 representatieve democratie ideaal versus realiteitPiet De Pauw
 

More from Piet De Pauw (7)

De wetgeving ruimtelijke ordening komt neer op diefstal piet de pauw
De wetgeving ruimtelijke ordening komt neer op diefstal piet de pauwDe wetgeving ruimtelijke ordening komt neer op diefstal piet de pauw
De wetgeving ruimtelijke ordening komt neer op diefstal piet de pauw
 
Democratie ix politics without politicians_v02
Democratie ix politics without politicians_v02Democratie ix politics without politicians_v02
Democratie ix politics without politicians_v02
 
Ethische democratie piet de pauw 23 oktober 2012_v1
Ethische democratie piet de pauw 23 oktober 2012_v1Ethische democratie piet de pauw 23 oktober 2012_v1
Ethische democratie piet de pauw 23 oktober 2012_v1
 
Ecb working paper 242 public sector efficiency an international comparison
Ecb working paper 242 public sector efficiency an international comparisonEcb working paper 242 public sector efficiency an international comparison
Ecb working paper 242 public sector efficiency an international comparison
 
Deel 7 quantificatie van de winst
Deel 7 quantificatie van de winstDeel 7 quantificatie van de winst
Deel 7 quantificatie van de winst
 
Deel 4 verklaring van de performantieverschillen
Deel 4 verklaring van de performantieverschillenDeel 4 verklaring van de performantieverschillen
Deel 4 verklaring van de performantieverschillen
 
Deel 1 representatieve democratie ideaal versus realiteit
Deel 1 representatieve democratie ideaal versus realiteitDeel 1 representatieve democratie ideaal versus realiteit
Deel 1 representatieve democratie ideaal versus realiteit
 

Hoera voor de representatieve democratie er is een beter …

  • 1. Hoera voor de representatieve democratie? Er is een beter alternatief. Piet De Pauw Februari 2012 Bijna alle landen in de wereld zijn nu zogenaamd representatieve democratieen. Bovendien zijn representatieve democratieen welvarender dan de landen met een eenpartijsysteem of die geregeerd worden door een militair bestuur. Hoera voor de representatieve democratie? Figuur 1: Overzicht van de representatieve democratieen in de wereld. Blauw: Representatieve democratieën in de wereld in 2008 volgens de Amerikaanse NGO Freedom House. Representatieve Democratie in crisis Ondanks het feit dat representatieve democratie de staatsvorm is van de meer welvarende staten in de wereld, bevindt het systeem van representatieve democratie zich meer en meer ineen zware crisis situatie: - politici worden van alle beroepen het meest gewantrouwd door de mensen. Slechts 7% van de mensen heeft nog vertrowen in politici. - landen met een representatieve democratie hebben ook een grote overheidsschuld. De bevolking begint zich te roeren.
  • 2. Wat is representatieve democratie? Representatieve democratie betekent volgens Wikipedia: “Een representatieve of indirecte democratie is een regeringsvorm waarbij de bevolking een aantal vertegenwoordigers kiest die het bestuur uitvoeren. De representatieve democratie is hierdoor onderscheiden van de directe, waarin leden van de bevolking zelf politieke besluiten nemen. Doel van de indirecte democratie is compromissen tot stand te brengen tussen verschillende maatschappelijke groepen met soms tegenstrijdige belangen, waarbij weliswaar de machtigste (dus grootste) groepering het overwicht zal hebben, maar waarbij toch rekening gehouden wordt met minderheden. Vanwege de periodieke machtsverschuivingen via verkiezingen, en door het feit dat mensen deel kunnen uitmaken van meerdere groeperingen, zal een zeker evenwicht ontstaan, en wordt voorkomen dat één groepering overheerst. ” Dat een land georganiseerd wordt als een representatieve democratie betekent in de realiteit dat zij bestuurd worden door een kartel van politieke partijen meerderheid tegen minderheid. De machtsverhoudingen tussen de politieke partijen worden eens een periode van verschillende jaren geregeld door verkiezingen. Deze samenlevingen zijn bovendien geordend als een maatschappij van boven naar beneden, en georganiseerd volgens het principe van delegatie door de top.
  • 3. Andere systemen dan representatieve democratie Er blijken twee systemen te zijn: 1) 1 partijstaten Landen die geregeerd worden door 1 politieke partij (in plaats van een kartel van politieke partijen) en waar andere politieke partijen verboden zijn . Voorbeelden zijn China, Noord – Korea, Cuba,... en Militaire dictaturen. Deze kunnen de facto worden gelijk geschakeld met landen warin slechts 1 politieke partij is toegelaten (in feite combineert de militaire organizatie ook deze van een politieke partij). Uit de cijfers van BNP per capita weten we dat representatieve democratieen een hoger BNP per capita generareren dan landen geregeerd door 1 politieke partij of een militaire dictatuur, bovendien zijn er meestal problemen met funamentele vrijheden zoals het recht van vrije meningsuiting. Dus 1 partijstaten bieden geen beter alternatief voor representatieve democratie. 2) “geen partij staat”
  • 4. Een dergelijk land noemt zich ook democratie noemt, maar is opgebouwd van de basis uit, waarin de bevolking de beslissingen neemt, en die hiervoor uitvoerders verkiezen. Een dergelijke samenleving is geordend van beneden naar boven, volgens de principes van delegatie door de basis Een dergelijk systeem wordt ook directe democratie genoemd. Er is op dit ogenblik slechts 1 land dat georganizeerd is volgens dit model: Zwitzerland.
  • 5. Performantie van het systeem van Zwitserland in vergelijking tot de andere staten (representatieve democratieen en 1 partijstaten) Het land Zwitserland heeft een beduidend afwijkend systeem van de representatieve democratieen. Hoe doet Zwitserland het in vergelijking met de reperesentatieve systemen? Er zijn volgende 8 observaties: 1) Zwitserland heeft een van de hoogste BNP per capita van alle landen in de wereld. 2) Zwitserland heeft een zeer lage staatsschuld tov BNP De Europese schuldenkrisis gaat aan Zwitserland voorbij. Zie Tabel 1. 3) Zwitserland heeft een van de laagste belastingen in de wereld. 4) Zwitserland behoort tot die landen met het hoogste subjectief welzijn ter wereld. 5) Zwitserland is de meest competitieve natie ter wereld. In 2010 heeft het World Economic Forum Zwitzerland als de meest competitieve natie voorgesteld. http://www.finfacts.ie/irishfinancenews/article_1020536.shtml Nochtans heeft Zwitserland een hele reeks competitieve handicaps: Zeer weinig grondstoffen, hoge loonkost, sterke munt, chronisch tekort aan arbeidskrachten. 6) Zwitserland werd door de Europese Unie uitgeroepen als veruit de meest innovatieve natie. http://ec.europa.eu/research/innovation-union/pdf/iu-scoreboard-2010_en.pdf 7) Zwitserland heeft een van de laagste moord ratios per hoofd van de bevolking terwijl de bevolking oorlogswapens in huis heeft. 8) Zwitserland heeft een van de laagste cijfers verkrachtingen per hoofd van de bevolking. Tabel 1 geeft de grootte aan van de staatsschulden van 128 landen in de wereld. Hoe komt het dat representatieve democratieen zo’n hoge schuldgraad hebben?
  • 6.
  • 8. In de de top 20 van de landen met de hoogste staatsschuld tov het bruto nationaal product zijn veelal representatieve democratien en er zitten 10 Europese landen in deze top 20.
  • 9. Hoe komt het dat representatieve democratieen zo’n hoge schuldgraad hebben? In een zogenaamd representatieve democratie kunnen burgers niet rechtsreeks beslissen, worden alle beslissingen genomen door een kartel van politieke partijen, dat zich “de meerderheid” noemt. Dit kartel maakt de belangrijkste beslissingen, namelijk de budgetten van de overheid en het aangaan van schulden. Een belangrijke bekommernis van dit kartel van partijen van de “meederheid” is : hoe de macht behouden na de volgende verkiezingen? Hiertoe ontwikkelen zij een aantal strategieen: 1) invoeren hoge kiesdrempel, zodat nieuwe politieke partijen zo goed als geen kans maken tot slagen
  • 10. 2) Het aan banden leggen van reklame: verbod tot voeren van reklame op alle openbare plaatsen, en verbod tot publiciteit via grote affiches, monopolizering van de toegang tot media (zendtijd op zenders afhankelijk van de sterkte van een partij bij de vorige verkieizingen). Hierdoor wordt voornamelijk reklame gemaakt door lokale horigen van politieke partijen. Politieke partijen van “de meerderheid”, beschikken doordat zij het overgrote deel van het BNP van een land op rechtsreekse wijze controleren, en onrechtstreeks nof veel meer, over een groot aantal mensen die volledig afhangen van die politieke partij. Door dit grote aantal horigen beschikken zijn doorgaans over de beste locaties tot het voeren van propaganda langs alle wegen in het land. Nieuwe politiek partijen hebben doorgaans weinig of geen horigen, zodat het praktisch gezien bijna onmogelijk is een brede campagne op te zetten. 3) het omkopen van belangengroepen. Hiertoe worden belastingen geheven en hoge overheidsschulden aangegaan. Door het systematisch uitvoeren van deze strategie worden zoveel mogelijk bevolkingsgroepen in de samenleving omgekocht. Vandaar het gezegde: “(representatieve) Democratie is de illusie dat iedereen opkosten van iedereen kan leven” Strategie 1) en 2) maken dat de dominante politieke partijen erin slagen hun dominatie te bestendigen in de tijd, en dit ondanks de regelmatige schandalen. Strategie 3) leidt automatisch tot hogere bealstingen en grotere overheidsschulden. Vermits in een directe democratie het omkopen van belangroepen niet nodig is, en diegenen die het gelag betalen ook beslissingrecht hebben, zijn belastingen en overheidsschulden in directe democratieen automatisch lager. Efficientie door financiele referenda Bijkomende evidentie waarom de efficientie van een overheid hoger is bij directe democratie wordt gegeven uit studies van de hoogte van de handtekeningdrempel voor het houden van financiele referenda, en de efficientie van een overheidsdienst.
  • 11. Zie onderstaande figuur. Besparing op Uitgaven Overheid door Financiele Referenda 0,0% 0 5 10 15 20 -5,0% Besparing (%) -10,0% Alleen kantons met verplichte referenda Alle kantons -15,0% -20,0% -25,0% Drempel Financieel Referendum (M CHF) Figuur 1: Besparing op uitgaven overheid door financiele referenda. Alle kantons = 26 Zwitserse kantons Kantons met verplichte referenda= 17 van de Zwitserse kantons met verplichte financiele referenda Bron: L.P. Feld / J.G. Matsusaka (2003), “Budget Referendums and Government Spending: Evidence from Swiss Cantons“, Journal of Public Economics 87, p. 2703-2724 Hieruit blijkt duidlijk dat naarmate de financiele drempel lager is tot het houden van een financieel referendum, ook de efficientie van de overheid groter wordt. Uit andere studies blijkt dat er nog veel meer te winnen valt bij overname van het Zwitserse systeem: “The gains are everywhere, but a few things jump up: The ECB study working paper number 242, July 2003 "Public Sector Efficiency_An International Comparison"by Afonso, Schuknecht and Tanzi, on Public sectors Performance Indictors (Table II, in attachment) shows for overall governmental
  • 12. efficiency for all tasks executed by the Belgian government a rating of 0.83, while for Switzerland 1.32. This means that when the Swiss model of Gemeindefreiheit for all governmental administered matters should be introduced in Belgium, a gain of 1.33/0.83 = 1.60 i.e. 60% the cost of governmental administration can be saved. Since in Belgium the government takes about 50% of the GNP, this makes that about 30% in the average GNP per capita can be gained by introducing the Swiss model. This is significant.” Noot: Een verdere nuancering is nodig: Er zijn volgens de ECB studie 4 landen, waarvan de overheid het veel beter doet dan het gemiddelde: 1) Japan ECB efficiency: 1.38 2) USA ECB efficiency 1.26 3) Australie ECB efficiency 1.28 4) Zwitserland ECB efficiency 1.33 Als je de grootte van de overheidsschuld ook in beschouwing neemt: 1) Japan 225% grootte overheidsschuld/BNP 2) USA 92.7% grootte overheidsschuld/BNP 3) Australie 22% grootte overheidsschuld/BNP 4) Zwitserland 40% grootte overheidsschuld/BNP Dit betekent dat Japan en USA niet in aanmerking komen omwille van een te grote overheidsschuld. Waarom Zwitserland beter is wijd ik aan het systeem van "Gemeindefreiheit". Waarom Australie beter is weet ik niet. Er is ook een paper van prof. Bruno frey, die geluk onderzocht, en vond dat de directe democratie in het Zwitserse systeem meer geluk bracht. Mogelijkerwijze zijn er verschillende manieren om voor de overheid tot een betere performantie te komen.
  • 13. Efficientie door decentralisatie. Het systeem van gemeentevrijheid. Een ander element waarom Zwtserland zo’n uitstekende performantie heeft vinden we in de opbouw van de samenleving van onder naar boven. De basis is het individu, die aansluit bij een gemeente. De gemeenten zijn onafhankelijk. Dit systeem wordt “gemeentevrijheid” genoemd. Verschillende gemeenten sluiten aan bij grotere gehelen: kantons. De verschillende kantons vormen een federatie, in het geval van Zwitserland de “Confœderatio Helvetica”, of kortweg CH. Directe democratie in Glarus (Zwitserland). Dit systeem heeft voor gevolg dat het overgrote deel van de belastingen beslist wordt op gemeentelijk niveau. Dit in tegenstelling tot staten met representatieve democratie waar het overgrote deel van de beslastingen wordt beslist op federaal niveau. Zwitserland is dan ook het land in de wereld dat als het meest gedecentralizeerde land kan worden beschouwd.
  • 14. Zetten we de mate van decentralizatie uit versus BNP per capita voor de verschillende landen van de wereld, dan blijkt dat de mate van decentralizatie vrij behoorlijk te correleren met BNP per capita. Ref: Resultaten AER Studie (Association of European Regions)
  • 15. Representatieve democratie komt in de realiteit neer op het omkopen van bevolkingsgroepen met belastingsgeld of met leningen Dat representatieve democratieen verworden zijn tot apparaten ter bestendigfing van de macht van politieke partijen door omkopen van belangengroepen blijkt uit volgende citaten: “A government with the policy to rob Peter to pay Paul can be assured of the support of Paul” George Bernard Shaw “The state is the great fictitious entity by which everyone seeks to live at the expense of everyone else.” Fredric Bastiat, “Het is even moeilijk voor een democratisch verkozen politicus om een degelijk begrotingsbeleid te voeren als voor een hond om een worstenvoorraad te beheren” Frits Bolkestein
  • 16. Representatieve democratie komt in de realiteit neer op het stelen van beslissingsmacht van de burger. “Knielbereide burgers stemmen immers voor diegene waarvan ze hopen, dat die veel kruimels zal laten vallen voor de knielers. En de kruimels vallen inderdaad. En de burgers knielen. De machthebber produceert geen brood, doch steelt en consumeert het, en laat daarbij ostentatief de kruimels vallen, alsof hij die zelf heeft voortgebracht. En rond hem knielen diegenen, die eigenlijk het brood hebben gebakken. De machthebbende kaste rooft via belastingen de helft van de voortgebrachte welvaart, om dan onder de vorm van subsidies, steun, zekerheden en overheidsfilantropie de kruimels rond te strooien. “ Jos Verhulst “De politicus die het woord ‘democratie’ uitspreekt, bedoelt daarmee iets helemaal anders dan een bestuur uitgeoefend door de gemeenschap van soevereine burgers, en beperkt tot de aangelegenheden die door hun aard überhaupt voor zo’n bestuur in aanmerking komen.” “Wat de politicus met het woord ‘democratie’ bedoelt is: machtsuitoefening door de politieke kaste op alle mogelijke domeinen, met inbegrip van de meest intieme zaken, zoals bijvoorbeeld beheersing van het denken en van de opvattingen van de burgers zelf.” Jos Verhulst
  • 17. De IJzeren wet van de oligarchie als de Eerste Hoofdwet van de Politicologie De inefficientie van representatieve democratie in vergelijking tot directe democratie is eigenlijk een gevolg van een belangrijke sociologische wetmatigheid die voor het eerst door Rober Michels werd geformuleerd in de zogenaamde “Ijzeren wet van de oligarchie” (*). (*) Robert Michels, Zur Soziologie des Parteiwesens in der modernen Demokratie : Untersuchungen über die oligarchischen Tendenzen des Guppenlebens, Klinkhardt, Leipzig, 1911, 401 blz. en R. Michels & J. A. A. Van Doorn, Democratie en organisatie. Een klassieke theorie, Universitaire Pers, Rotterdam, 1969, 196 blz. De IJzeren wet van de oligarchie is een sociologische wet, geformuleerd in 1911 door de Duits-Italiaanse socioloog Robert Michels. De wet stelt dat alle organisatievormen, onafhankelijk van het democratische of autocratische gehalte in het begin, onvermijdelijk oligarchisch worden. De oorzaak is de trend bij de leiders om zich te organiseren en de eigen belangen te behartigen, de dankbaarheid van de geleide groep en de passiviteit van de massa. Michels, die aanvankelijk met socialisme en anarcho-syndicalisme sympatiseerde, kwam door zijn ervaringen uit de praktijk tot de conclusie dat elke groep heersers de neiging heeft tot een oligarchie te evolueren. Democratisch gekozen machthebbers zullen door de dwang der omstandigheden hoofdzakelijk verkeren in een klein kringetje van mede- regeerders en het contact met de massa verliezen. Door het bestuderen van politieke partijen kwam Michels er achter dat het probleem in de natuur van organisaties zit. In een moderne democratie ontstaan organisaties als politieke partij die, naarmate ze complexer worden, paradoxaal genoeg minder democratisch worden. De IJzeren wet van de oligarchie luidt: "Wie organisatie zegt, zegt oligarchie". Elke grote organisatie wordt geconfronteerd met problemen rondom coördinatie die alleen kunnen worden opgelost met bureaucratie. Om een bureaucratie efficiënt te maken is een hiërarchie nodig - dagelijkse besluiten kunnen niet door grote groepen mensen worden genomen. Dat leidt ertoe dat de macht in de organisatie in handen komt van een kleine groep. Deze kleine groep machthebbers zal vervolgens alles in het werk stellen om hun macht in stand te houden en groter te maken. Omgekeerd heeft ook de meest autocratische heerser adviseurs en zetbazen ter plaatse nodig, waaraan hij onherroepelijk een groot deel van zijn feitelijke macht delegeert. Het uiteindelijke resultaat is dat - met het verstrijken van de tijd - iedere regeringsvorm zich in oligarchische richting ontwikkelt. Veel gematigde conservatieven zijn geneigd de IJzeren wet van de oligarchie als de Eerste Hoofdwet van de Politicologie te beschouwen.
  • 18. Het mandaat van politici in een representatieve democratie is geen vrij mandaat. Representatieve democratie steunt per definitie op een mandaat dat de burgers geven aan bepaalde personen. Een echt mandaat is een mandaat dat steunt op vertrouwen, anders wordt het mandaat nooit gegegeven. In de meeste landen met een representatieve democratie, en die alle gedegenereert zijn tot een particratie, is dit mandaat geen vrij mandaat. M.a.w. de burgers zijn niet vrij al dan niet te mandateren. Uit navraag bij de kiezers blijkt dat zde meeste mensen helemaal geen vertrouwen meer hebben in politici. M.a.w het mandaat dat politici beweren te hebben is geen echt mandaat.
  • 19. Reanimatie van de Representatieve democratie? Reanimatiepogingen van de representatieve democratie zoals de G1000 lijken weinig of geen succes te hebben. G1000 Representatieve Democratie Representatieve democratie is het systeem dat opgang gemaakt heeft de voorbije eeuwen, toen de meeste mensen niet konden lezen of schrijven, en aan informatie raken zeer moeilijk en duur was. De tijden zijn verandert. De meeste mensen kunnen lezen en schrijven. Aan informatie raken kost weinig of niets: gsm, E-mail, internet, i-phone. Stemmen kan electronisch, telefonisch, via internet, via de afstandbediening van de televisie (televoting). Mensen zijn geinformeerd, kunnen zelf beslissen, en willen zelf beslissen. Reanimatie van de representatieve democratie is daarom overbodig.
  • 20. Mensen vragen om op directe wijze te mogen stemmen. Bij navraag blijken de meeste burgers in alle Europese landen meer directe democratie. Piet De Pauw en Guido De Bruycker beide van Vivant en democratie.nu confronteren Bart De Wever met de vraag naar meer directe democratie. Deze vraag werd door Bart De Wever weggelachen. Besluit: De feiten bewijzen dat directe democratie in een samenleving die opgebouwd wordt van beneden naar boven aanleding geeft tot - een hoger BNP per capita, - een zeer lage staatsschuld tov BNP - de laagste belastingen - het hoogste subjectief welzijn - de meest competitieve natie ter wereld. -de meest innovatieve natie. Het systeem van delegatie in representatieve democratie staat meer en meer onder druk. Waarom wachten met het invoeren van directe democratie?
  • 21. Het probleem Het probleem is dat politieke partijen de invoering van directe democratie bekampen met alle mogelijke middelen. Immers: Invoering van directe democtratie neemt hun bestaansbasis weg: namelijk het kapen van zelfbeschikkingsrecht van individuen, en de macht over het geld van het individu. Maar om het systeem te veranderen dien je binnen het huidige systeem zelf een politieke partij op te richten, en dus om macht te kampen tegen de andere politieke partijen in. Er is de hoge kiesdrempel, het verbod de publieke ruimte te gebruiken voor politieke propaganda, .... Door zelf een politiek partij te worden, riskeer je een partij te worden zoals alle andere politieke partijen: het gevecht om de macht primeert. Bovendien is een partij maken die als bedoeling heeft politiek epartijen overbodig te maken een interne contradictie. Invoeren van directe democratie in een representatief systeem is bijgevolg verre van evident.
  • 22. Tabel 1: Lijst van de staatsschulden per land Dit is een lijst van landen gesorteerd naar hun staatsschuld ten opzichte van hun Bruto Nationaal Product. % van BNP % van Nr Land (CIA en Datum Datum Werelddeel BNP (IMF) [3] Eurostat)[1][2] 1 Japan 225,80 2010 225,8 2010 Azië Saint Kitts en Noord- 2 185,00 2009 196,3 2010 Nevis Amerika 3 Libanon 150,70 2010 138,9 2010 Azië 4 Zimbabwe 149,00 2010 75,9 2010 Afrika 5 Griekenland 142,80 2010 130,2 2010 Europa 6 IJsland 123,80 2010 115,6 2010 Europa Noord- 7 Jamaica 123,20 2010 135,7 2010 Amerika 8 Italië 119,00 2010 118,4 2010 Europa 9 Singapore 102,40 2010 98,9 2010 Azië 10 België 96,80 2010 100,2 2010 Europa
  • 23. % van BNP % van Nr Land (CIA en Datum Datum Werelddeel BNP (IMF) [3] Eurostat)[1][2] 11 Ierland 96,20 2010 93,6 2010 Europa 12 Soedan 94,20 2010 71,4 2010 Afrika 13 Sri Lanka 86,70 2010 Azië 14 Portugal 93,00 2010 83,1 2010 Europa 15 Duitsland 83,20 2010 74,3 2010 Europa 16 Frankrijk 81,70 2010 84,2 2010 Europa 17 Egypte 80,50 2010 74,2 2010 Afrika Noord- 18 Belize 80,00 2010 78,1 2010 Amerika 19 Hongarije 79,60 2010 78,4 2010 Europa Noord- 20 Dominica 78,00 2009 83,0 2010 Amerika Noord- 21 Nicaragua 78,00 2010 67,2 2010 Amerika 22 Israël 77,30 2010 76,1 2010 Azië
  • 24. % van BNP % van Nr Land (CIA en Datum Datum Werelddeel BNP (IMF) [3] Eurostat)[1][2] Verenigd 23 76,50 2010 76,7 2010 Europa Koninkrijk 24 Malta 72,60 2010 70,0 2010 Europa 25 Oostenrijk 72,30 2010 70,0 2010 Europa 26 Ivoorkust 63,30 2010 64,9 2010 Afrika 27 Nederland 62,70 2010 66,0 2010 Europa 28 Jordanië 61,40 2010 62,7 2010 Azië 29 Cyprus 60,80 2010 60,8 2010 Europa 30 Brazilië 60,80 2010 66,8 2010 Zuid-Amerika 31 Mauritius 60,50 2010 52,3 2010 Afrika 32 Spanje 60,10 2010 64,5 2010 Europa 33 Ghana 59,90 2010 69,0 2010 Afrika — Wereld 59,30 2010
  • 25. % van BNP % van Nr Land (CIA en Datum Datum Werelddeel BNP (IMF) [3] Eurostat)[1][2] 34 Albanië 59,30 2010 60,6 2010 Europa 35 Bahrein 59,20 2010 32,8 2010 Azië Noord- 36 58,90* 2010 92,7 2010 Verenigde Staten Amerika 37 Seychellen 58,80 2010 82,6 2010 Afrika 38 Marokko 58,20 2010 49,9 2010 Afrika 39 Bhutan 57,80 2009 Azië 40 Guyana 57,00 2010 63,9 2010 Zuid-Amerika 41 Vietnam 56,70 2010 52,7 2010 Azië 42 Filipijnen 56,50 2010 46,3 2010 Azië 43 Uruguay 56,00 2010 55,9 2010 Zuid-Amerika 44 India 55,90 2010 71,8 2010 Azië 45 Kroatië 55,00 2010 40,0 2010 Europa
  • 26. % van BNP % van Nr Land (CIA en Datum Datum Werelddeel BNP (IMF) [3] Eurostat)[1][2] Noord- 46 El Salvador 55,00 2010 50,0 2010 Amerika 47 Polen 55,00 2010 55,2 2010 Europa 48 Maleisië 53,10 2010 55,1 2010 Azië 49 Kenia 50,90 2010 52,0 2010 Afrika 50 Argentinië 50,30 2010 52,2 2010 Zuid-Amerika 51 Pakistan 49,90 2010 56,8 2010 Azië 52 Tunesië 49,50 2010 43,0 2010 Afrika 53 Finland 48,40 2010 50,0 2010 Europa 54 Turkije 48,10 2010 43,4 2010 Azië/Europa 55 Noorwegen 47,70 2010 54,3 2010 Europa Noord- 56 Aruba 46,30 2005 Amerika 57 Letland 46,20 2010 42,2 2010 Europa
  • 27. % van BNP % van Nr Land (CIA en Datum Datum Werelddeel BNP (IMF) [3] Eurostat)[1][2] 58 Colombia 44,80 2010 35,7 2010 Zuid-Amerika Verenigde 59 44,60 2010 24,7 2010 Azië Arabische Emiraten 60 Denemarken 43,60 2010 44,2 2010 Europa Noord- 61 Costa Rica 42,40 2010 29,5 2010 Amerika 62 Thailand 42,30 2010 45,5 2010 Azië Dominicaanse Noord- 63 41,70 2010 29,0 2010 Republiek Amerika Noord- 64 Mexico 41,50 2010 45,2 2010 Amerika 65 Servië 41,50 2010 40,5 2010 Europa 66 Slowakije 41,00 2010 41,8 2010 Europa 67 Mozambique 40,80 2010 35,1 2010 Afrika 68 Malawi 40,40 2010 40,5 2010 Afrika
  • 28. % van BNP % van Nr Land (CIA en Datum Datum Werelddeel BNP (IMF) [3] Eurostat)[1][2] 69 Zweden 39,80 2010 41,7 2010 Europa Noord- 70 Panama 40,00 2010 40,0 2010 Amerika 71 Bolivia 39,70 2010 37,8 2010 Zuid-Amerika 72 Bangladesh 39,00 2010 Azië 73 Ethiopië 39,30 2010 35,3 2010 Afrika 74 Jemen 39,10 2010 45,8 2010 Azië Bosnië en 75 39,00 2010 39,0 2010 Europa Herzegovina 76 Tsjechië 38,50 2010 40,1 2010 Europa 77 Oekraïne 38,40 2010 39,5 2010 Europa 78 Zwitserland 38,20 2010 39,5 2010 Europa 80 Litouwen 38,20 2010 39,5 2010 Europa 81 Montenegro 38,00 2006 43,5 2010 Europa
  • 29. % van BNP % van Nr Land (CIA en Datum Datum Werelddeel BNP (IMF) [3] Eurostat)[1][2] 82 Slovenië 38,00 2010 34,5 2010 Europa Noord- 83 Cuba 34,40 2010 Amerika 84 Macedonië 34,20 2010 24,9 2010 Europa Noord- 85 Canada 34,00 2010 81,7 2010 Amerika 86 Taiwan 33,90 2010 39,0 2010 Azië 87 Zuid-Afrika 33,20 2010 34,1 2010 Afrika 88 Senegal 32,10 2010 38,0 2010 Afrika 89 Roemenië 30,80 2010 35,5 2010 Europa 90 Syrië 29,80 2010 26,9 2010 Azië Noord- 91 Guatemala 29,60 2010 24,5 2010 Amerika Papoea-Nieuw- 92 27,80 2010 Oceanië Guinea
  • 30. % van BNP % van Nr Land (CIA en Datum Datum Werelddeel BNP (IMF) [3] Eurostat)[1][2] 92 Indonesië 26,40 2010 26,7 2010 Azië Trinidad en Noord- 93 26,40 2010 39,2 2010 Tobago Amerika Noord- 94 Honduras 26,10 2010 26,1 2010 Amerika 95 Gabon 25,80 2010 20,0 2010 Afrika 96 Algerije 25,70 2010 Afrika 97 Nieuw-Zeeland 25,50 2010 31,0 2010 Oceanië 98 Venezuela 25,50 2010 34,8 2010 Zuid-Amerika 99 Moldavië 25,00 2010 32,6 2010 Europa 100 Zambia 24,10 2010 25,4 2010 Afrika 101 Zuid-Korea 23,70 2010 32,1 2010 Azië 102 Peru 23,60 2010 25,4 2010 Zuid-Amerika 103 Tanzania 23,30 2010 45,0 2010 Afrika
  • 31. % van BNP % van Nr Land (CIA en Datum Datum Werelddeel BNP (IMF) [3] Eurostat)[1][2] 104 Ecuador 23,10 2010 13,7 2010 Zuid-Amerika 105 Paraguay 22,80 2010 17,1 2010 Zuid-Amerika 106 Botswana 22,60 2010 17,2 2010 Afrika 107 Australië 22,40 2010 21,9 2010 Oceanië 108 Oeganda 20,40 2010 22,6 2010 Afrika 109 Angola 20,30 2010 34,4 2010 Afrika 110 Namibië 20,00 2010 18,0 2010 Afrika — Hongkong 18,20 2010 0,7 2010 Azië 111 China 17,50 2010 19,1 2010 Azië 112 Saoedi-Arabië 16,70 2010 12,9 2010 Azië 113 Bulgarije 16,20 2010 18,2 2010 Europa 114 Iran 16,20 2010 21,7 2010 Azië 115 Luxemburg 16,20 2010 20,1 2010 Europa
  • 32. % van BNP % van Nr Land (CIA en Datum Datum Werelddeel BNP (IMF) [3] Eurostat)[1][2] 116 Kazachstan 15,90 2010 16,0 2010 Azië 117 Nigeria 13,40 2010 16,3 2010 Afrika 118 Koeweit 12,60 2010 11,8 2010 Azië 119 Qatar 10,30 2010 25,6 2010 Azië 120 Kameroen 9,60 2010 51,0 2010 Afrika 121 Rusland 9,50 2010 11,1 2010 Azië/Europa 122 Oezbekistan 9,00 2010 10,4 2010 Azië — Gibraltar 7,50 2008 Europa 123 Estland 6,60 2010 8,1 2010 Europa 124 Chili 6,20 2010 7,6 2010 Zuid-Amerika Wallis en — 5,60 2004 Oceanië Futuna 125 Azerbeidzjan 4,60 2010 12,9 2010 Azië
  • 33. % van BNP % van Nr Land (CIA en Datum Datum Werelddeel BNP (IMF) [3] Eurostat)[1][2] 126 Oman 4,40 2010 5,7 2010 Azië Equatoriaal- 127 4,10 2010 7,5 2010 Afrika Guinea 128 Libië 3,30 2010 0,0 2010 Afrika * Zonder de schuld van de individuele staten van de Verenigde Staten en van de lokale overheden en zonder interne overheidsschulden[4] Bronnen, noten en/of referenties: 1. ↑ Staatsschuld,CIA World Factbook, Verenigde Staten Central Intelligence Agency, geraadpleegd op 26 januari, 2011. 2. ↑ [1], Eurostat, geraadpleegd op 26 april, 2011 3. ↑ Staatsschuld, IMF, geraadpleegd op 29 April, 2011. 4. ↑ Opmerkingen over de staatschuld op de CIA website (Engels)
  • 34. Bijlage 1: Switzerland named most competitive country in the world http://www.telegraph.co.uk/finance/economics/8747936/ Switzerland-named-most-competitive-country-in-the- world.html Switzerland proved it pays to be competitive a day after its dramatic move to devaluate its currency, by once again topping the world competitiveness tables. The Limmat River and old town of Zurich, Switzerland Photo: Alamy By Angela Monaghan 5:55PM BST 07 Sep 2011 The country maintained its top spot in the World Economic Forum's (WEF) rankings after revealing its ruthless ambition by pegging the franc to the euro to boost its economy. It was bad news for another competitive country, the US, which fell one place in the WEF's rankings to fifth. It was the third fall in as many years for the world's largest economy, and put it behind Singapore, Sweden and Finland. Britain rose two places to 10th. "In addition to the macroeconomic vulnerabilities that continue to build, some aspects of the US's institutional environment continue to raise concern among business leaders, particularly related to low public trust in politicians and concerns about government inefficiency," the Global Competitiveness Report 2011-2012 said. "On a more positive note, banks and financial institutions are rebounding for the first time since the financial crisis and are assessed as somewhat sounder and more efficient."
  • 35. Bijlage 2: De sterke munt van Zwitserland Geen lid van de Europese Unie • De Standaard, zaterdag 10 september 2011, 03u00 De Zwitserse economie presteert al decennia uiterst sterk. De werkloosheid bedraagt er een derde van het gemiddelde van de eurozone, de rente is nergens zo laag als in Zwitserland en toch bedraagt de inflatie er minder dan de helft van die in de eurozone. Dat Zwitserland niet tot de eurozone zou toetreden, stond in de sterren geschreven. Het land koestert zijn onafhankelijkheid al eeuwen. Zwitserland had de voorbije twaalf jaar de eurozone duidelijk niet nodig. Zelfs in het crisisjaar 2009, toen de economie van de eurozone een krimp van 4,3 procent kende, bleef de invloed op de Zwitserse economie beperkt tot een afslanking met 1,9 procent. Het jaar nadien, toen de eurozone al heel blij was met een groei van 1,8 procent, liet Zwitserland de crisis al helemaal achter zich met een groei van 2,7 procent. Maar dan kregen ook de Zwitser af te rekenen met de Europese schuldencrisis, zei het op een heel onrechtstreekse manier. Door de paniek op de valutamarkten en op de beurzen gingen beleggers op zoek naar veilige havens. Goud was daar één van, net als de dollar. Toen de VS hun topkredietwaardigheid verloren, focusten de beleggers steeds meer op de Zwitserse frank. In een jaar tijd verloor de euro 30 procent terrein tegenover de frank. En dat is niet prettig voor een land dat 60 procent van zijn goederen en diensten exporteert.
  • 36. Bijlage 3: Je mehr und je direkter das Volk über Staatsausgaben abstimmen kann um so solider sind die Staatsfinanzen http://www.wienerzeitung.at/meinungen/kommentare/424752_Per- Volksabstimmung-aus-der-Schuldenkrise.html Christian Ortner am Samstag Per Volksabstimmung aus der Schuldenkrise? Von Christian Ortner • In der Schweiz zeigt sich deutlich: Je mehr und je direkter das Volk über Staatsausgaben abstimmen kann, um so solider sind die Staatsfinanzen. © www.godany.com Man muss kein besonders begabter Zukunftsforscher sein, um das wahrscheinlich gewichtigste politische Megathema der nächsten Jahre in Europa, den USA oder Japan zu identifizieren: die Verschuldung der (meisten) Staaten und wie man sie wieder auf ein leidlich erträgliches Maß zurückführt. Der Lösung dieses Problems werden die meisten Regierungen in näherer Zukunft einen erheblichen Teil ihrer Management- Kapazitäten widmen müssen. Als modisches Mittel der Wahl gilt dabei in ganz Europa eine (am besten verfassungs)gesetzlich verankerte Schuldenbremse - de facto nichts anderes als eine freiwillige Teilentmündigung der Parlamente, die sich damit allerdings ja irgendwie selbst ein Armutszeugnis ausstellen. Dass die parlamentarische Demokratie offenbar bei sich selbst um ihre eigene Besachwaltung ansuchen muss, weil sie sonst regelmäßig zur fahrlässigen Krida neigt, ist kein wirklich klar erkennbarer Vorzug dieser Staatsform. Das systemimmanente Problem der Schuldenbremse: Wenn Politiker sie wirklich mit Leben erfüllen wollen, wird sie nicht gebraucht; will eine Regierung sie umgehen, findet sie dazu Mittel und Wege. Sie ist besser als nichts, aber weit davon entfernt, gegen staatliche Schuldenexzesse wirklich zu schützen. (Wir erinnern uns noch gut an heilige Versprechen der Euro-Staaten, ihre Defizite und Schulden zu begrenzen - eine Schuldenbremse von überschaubarer Wirkung, wie wir heute wissen.) Ein wesentlich verlässlicherer Weg zu einem halbwegs soliden Budget könnte möglicherweise darin liegen, nicht das schuldengebremste Parlament, sondern gleich die Wähler selbst über Staatsausgaben ab einer bestimmten Höhe entscheiden zu lassen. Das legt jedenfalls eine interessante neue Studie der Schweizer Ökonominnen Patricia Funk und Christina Gathmann nahe, die zu klar zum Befund kommt: Je mehr die Bürger über die staatlichen Ausgaben mitbestimmen können, desto solider wird der öffentliche Haushalt. Akribisch haben die beiden Autorinnen jene Schweizer Kantone, in denen sehr oft über öffentlicher Ausgaben abgestimmt wird, mit jenen verglichen, in denen das nur selten der Fall ist - und zwar über die vergangenen 115 Jahre. Direkte Demokratie in Sachen Geld führt regelmäßig zu ordentlicheren und
  • 37. solideren öffentlichen Haushalten als parlamentarische Demokratie (die weiß also offenbar schon, warum ihr die teilweise Selbstentmündigung per Schulenbremse ganz gut tut). Die Wähler sind wohl nicht ganz so einfältig, wie die Politiker manchmal meinen. Dass die politische Klasse nicht nur hierzulande - gleich welcher Couleur - davon eher mäßig begeistert ist, liegt auf der Hand. Wer als Politiker nicht mehr über große Ausgaben entscheiden kann, weil dies der Souverän selbst erledigt, verliert enorm an Macht und Einfluss. Es wird deutlich schwieriger, sich den Wählern gegenüber spendabel zu präsentieren, um sich so die Wiederwahl zu erkaufen. Die Schweizer haben übrigens beides: Schuldenbremse und Volksentscheide über Ausgaben der öffentlichen Hände - und eine Staatsverschuldung, die etwa die Hälfte der österreichischen beträgt.