3. Tracheotomie indicaties
• Bovenste luchtwegobstructie, plaatsing endotracheale tube
niet meer mogelijk.
• Chronische longziekte, verkleinen dode ruimte,
vereenvoudigen van het bronchiaal toilet
• Langdurig mechanische beademing.
• Na grote Hoofd/Hals chirurgie
• Palliatief (Hoofd/Hals tumor)
• Benauwdheid tijdens radiotherapie.
4. Complicaties
Vroege complicaties: Late complicaties
• Bloeding • Slik problemen
• Wond infect • Stenose van de trachea
• Subcutaan emfyseem • Tracheo/oesophagale fistel
• Obstructie in canule • Hypergranulaties (vooral bij
• Fausse route (bij een te gefenestreerde canules)
vroege wissel van de
tracheacanule
10. De gecuffte canule
• cuffdruk -> 20-25 mmHg
• Cuffdruk boven de 25-35 mmHg geeft verhoogde
druk op de tracheawand.
• Cuffdruk onder de 18 mmHg geven kans op
microaspiratie door slijm wat boven de cuff blijft
hangen en langs de cuff kan lekken.
11. Slikken en een tracheacanule
• Met een gecuffte canule is het slikken onveilig. Door
de cuff kan het strottenhoofd niet goed heffen.
• De cuff geeft druk tegen de oesophaguswand
• Slikken altijd laten beoordelen door een logopediste.
• 20-70% van de patiënten met een langdurige
tracheotomie ervaren 1 maal per 48 uur een
aspiratie!
12. Criteria voor decannuleren
• Stabiele bloedgassen
• Geen koorts
• PaCO2 < 60 mmHg
• Geen delier of psychiatrische aandoening
• Goed kunnen ophoesten van slijm/sputum
• Kunnen slikken.
13. Coördinatie van zorg rondom
de canule
• After care ICU -> Afdeling
• Nurse Practitioner KNO, Verpleegkundig Consulent
KNO.
• 1 aanspreekpunt op de afdeling, bijvoorbeeld Senior
• Herhalen van klinische lessen op de afdelingen.
• Protocollen DKS