SlideShare a Scribd company logo
1 of 7
Download to read offline
L&S 2007 nr. 3 5
FML is ongeschikt bij letselschade
Drs.ing. R.I. Teulings en dr. M.J.H.M. Herpers1
R.I. Teulings is Medisch Adviseur voor Slachtoffers (MAS), Re-
gister Geneeskundig Adviseur(RGA), redacteur van L&S en
vice-voorzitter van het artsenoverleg van de WAA.1
M.J.H.M. Herpers is voormalig neurochirurg, thans medisch ad-
viseur, verzekeringsgeneeskundige en free-lance docent NSPOH.
Auteurs zijn van mening dat de Functionele Mogelijkhe-
den Lijst geen recht doet aan de persoonlijke capacitei-
ten van het individu voorafgaande aan het opgelopen let-
sel.
De International Classification of Functioning, Disability
and Health, kortweg ICF, geeft het functioneren inte-
graal weer en is beter gevalideerd.
In dit artikel zullen deze standpunten nader worden on-
derbouwd.
Inleiding
Als de aansprakelijkheid is gevestigd, kan in geval van let-
sel eventueel blijvende schade aan de mens worden
gecompenseerd door smartengeld. Daarnaast dient de
materiële schade, waaronder bijvoorbeeld verlies aan ver-
dienvermogen, te worden vergoed.
Bij de bepaling van de immateriële schade baseert men
zich voor wat betreft het percentage functionele invalidi-
teit sinds geruime tijd op de “Guides to the Evaluation of
Permanent Impairment”2, kortweg AMA-Guides ge-
noemd, en de aanvullende richtlijnen van de diverse be-
roepsverenigingen3
.
Met behulp van deze richtlijnen wordt het functieverlies
(impairment) vastgesteld en weergegeven, de gezonde
mens stellende op 100 procent. Het aldus ingeschatte
procentuele functieverlies is mede maatgevend voor de
hoogte van het smartengeld.
De materiële schade wordt voor een aanzienlijk deel ver-
oorzaakt door een afname van de fysieke en/of de psy-
chische mogelijkheden van de betrokkene. De gelae-
deerde kan niet meer functioneren zoals voorheen,
waardoor problemen ontstaan bij uitvoering van werk-
zaamheden in de (eigen) arbeid, maar ook in de zelfver-
zorging in het algemeen dagelijks leven, evenals bijvoor-
beeld bij werkzaamheden in en rond het huis.
In dat kader moet het verschil tussen de hypothetische
ontwikkeling4
, het incident weggedacht en het te ver-
wachten posttraumatische beloop, worden gecompen-
seerd.
In de loop der tijd is er een strategie ontstaan ter bepa-
ling van dat verschil. In en buiten rechte wordt hiertoe
veelal de volgende procedure aangehouden:
Door een (medisch) deskundige wordt het te verwachten
beloop zonder incident5
ingeschat. De vaststelling van de
door het incident veroorzaakte beperkingen is cruciaal
ter bepaling van de omvang van de schade. Het is goed te
beseffen dat het daarbij gaat om méér dan een afronding
van het (diagnostisch) proces. De vaststelling van beper-
kingen na het ongeval is zo belangrijk omdat (toekomsti-
ge) mogelijkheden en beperkingen de basis vormen voor
alle verdere beslissingen in het regelingstraject. De be-
perkingen bepalen immers de gevolgen van de schade
ten aanzien van de (on)mogelijkheid tot het verrichten
van arbeid, de bezigheden in en rond het huis en de re-
creatie.
In toenemende mate wordt bij deze tot dusver ontwikkel-
de strategie gebruik gemaakt van een Functionele Moge-
lijk heden Lijst (FML), voor de vaststelling van beperkin-
gen, een hulpmiddel dat is ontwikkeld voor het sociale
verzekeringsstelsel.
Dat hulpmiddel mag voor het doel van de Sociale Zeker-
heidswetgeving geschikt zijn, de FML kent echter voor de
letselschadebehandeling zijn beperkingen. Wij zijn van
oordeel dat de FML daarom in dat kader geen geschikt
middel is om tot bepaling van de mogelijkheden en be-
perkingen te komen.
Aan de hand van een voorbeeld wordt het zojuist ge-
schetste probleem verduidelijkt:
Een 42 jarige man loopt door een ongeval een fronta-
le cerebrale contusie (hersenkneuzing) op, waardoor
hij moeite ondervindt met het verdelen van zijn aan-
dacht én gaandeweg de dag bemerkt dat het concen-
tratievermogen verder afneemt. Hij heeft moeite met
agendavoering en het vermogen tot “multitasking” is
verminderd. Om een en ander te compenseren heeft
hij meer tijd voor zijn takenpakket nodig dan voor-
heen, hetgeen lichte irritatie oproept bij zijn colle-
gae, die moeten bijspringen. Concentreren kost meer
energie en is korter aaneengesloten mogelijk dan
voorheen. De belastbaarheid is daarmee verminderd.
Daarnaast heeft hij beduidend meer tijd nodig om na
een week werken te recupereren, ondanks het feit dat
hij alle dagen, ook in het weekend rond 22.00 uur op
165
1
Reacties naar: icf@medicusintermediair.nl
2
American Medical Association: Guides to the Evaluation, of Perma-
nent Impairment, 5th Edition: L.C. Cocchiarella. G.B.J. Andersson,
AMA press 2002.
3
Nederlandse Vereniging van Neurologie, Nederlandse Orthope-
den Vereniging.
4
Het betreft daarbij niet de hypothetische situatie als statisch gege-
ven.
5
Op basis van ondermeer de pre-existente situatie en predispositie.
6 L&S 2007 nr. 3
bed ligt en nauwelijks deelneemt aan het sociale le-
ven.
De neuroloog stelt op basis van een neuropsycholo-
gisch onderzoek met bovenvermelde vastgestelde be-
perkingen, dat er sprake is van minimale cognitieve
disfunctie. Het FML wordt opgesteld door een verze-
keringsgeneeskundige, die vaststelt dat alle functies
binnen de “normaalwaarden” vallen. De arbeidsdes-
kundige stelt op basis van het FML vast dat er nauwe-
lijks relevante beperkingen zijn voor het beroep. De
materiële schade wordt ingeschat op nihil en de vast-
stellingsovereenkomst wordt 4 jaar na dato getekend.
Een jaar later blijkt betrokkene “plots” overspannen,
na enkele conflicten over fouten op het werk…
Na een kort historisch overzicht over de ontwikkeling van
het instrument FML verdiepen we ons in de evaluatie van
het functioneren van de mens. Alhoewel een kant-en-kla-
re oplossing op dit moment ontbreekt, besluiten auteurs
met de aanbeveling de oplossing te baseren op het zoge-
heten ICF.
Kort historisch overzicht
Om de verschillen in benadering van schade écht goed te
begrijpen, moeten we ver terug in het verleden. De ver-
goeding van letselschade is immers verankerd in het ver-
leden en getuigt van een concurrentiestrijd tussen het
Romeins recht en het Germaans recht. Daarbij is de
maatschappelijke structuur medebepalend geweest. De
Romeinen kenden immers vrije mannen en slaven: letsel
aan slaven veroorzaakte met name economische schade.
Er vond derhalve een economische evaluatie plaats, een
loonkundige benadering dus. Germanen kenden eigen-
lijk alleen maar vrije mannen. Genoegdoening voor toe-
gebracht letsel werd uitgedrukt in geld en was gebaseerd
op de schuldgraad en de mate van toegebracht letsel. De
anatomische functionaliteit was dus het uitgangspunt.
Een dergelijk anatomisch/functioneel uitgangspunt
staat thans bekend als Baremale6
, oftewel forfaitaire7
be-
nadering.
Rond 1900 waren er in diverse Europese landen ongeval-
lenwetten gebaseerd op loonkundige principes (beroep,
loon, leeftijd, letsel). Via gerechtelijke uitspraken viel
men al snel terug op Baremale stelsels. Door een aanpas-
sing van de Ongevallen Wet ontstond in 1921 in Neder-
land een afwijkend systeem van sociale zekerheid: “Bij
evaluatie van de schade moet rekening gehouden wor-
den met het werkelijk verdiende loon”. Deze Ongevallen
Wet werd afgeschaft in 1967.
In 1992 werd de grotendeels handmatige8
berekening
van de mate van arbeidsongeschiktheid ten behoeve van
de WAO uitvoering vervangen door het Functie Informa-
tie Systeem (FIS). Van belang was dat met toepassen van
het FIS geen rekening meer werd gehouden met het be-
roepsniveau waarop iemand vóór het ontstaan van de be-
perkingen functioneerde. Het begrip ‘passende arbeid’
werd vervangen door ‘gangbare arbeid’. In de FIS-syste-
matiek werd de (rest)belastbaarheid van de cliënt verge-
leken met de belasting in een functie.
Kritiek op het FIS betrof de eenzijdige oriëntatie op fysie-
ke aspecten van de arbeid, terwijl cognitieve, emotionele
en sociale aspecten in het hedendaagse arbeidsproces
een steeds grote(re) rol gingen spelen. Daarnaast werd
door gedetailleerde kwantitatieve uitspraken de (onte-
rechte) suggestie van een exacte en objectieve beoorde-
ling gewekt9
. Tevens was van sommige aspecten de be-
schreven fysieke belasting praktisch gezien zo extreem
zwaar, dat de maximale norm volgens de Arbo-wetgeving
werd overschreden.
De FML en de “normaalwaarden”
Er ontstond dus wederom behoefte aan een nieuw instru-
ment om de mogelijkheden tot functioneren in kaart te
brengen.
Zo deed in juli 2001 de Functionele Mogelijkheden Lijst
(verder: FML) zijn intrede. Deze FML zocht aansluiting
bij de Internationale Classificatie van Stoornissen, Beper-
kingen en Handicaps (ICIDH) van de WHO10
.
Het “normaal dagelijks functioneren” was niet gedefini-
eerd maar deze term werd wél als uitgangspunt geno-
men. Hierbij is het van belang er op te wijzen dat deelna-
me aan een arbeidsproces overigens meer discipline en
op onderdelen meer inspanning vereist en vaak minder
regelmogelijkheden heeft dan het (normale) dagelijkse
leven. Alleen daarmee is al aangegeven dat een persoon
met overwegend normaalwaarden in de FML niet altijd
in staat is tot het verrichten van alle, of de eigen arbeid.
Een “normaalwaarde” is derhalve niet voor iedere per-
soon het juiste uitgangspunt en daarmee voor ons in de
aansprakelijkheidssfeer onbruikbaar omdat de letsel-
schaderegeling dient uit te gaan van het individu.
De “normaalwaarden” in de FML zijn het resultaat van
een proces waarbij een werkgroep van experts voorstel-
len heeft ontwikkeld onder begeleiding van een hoogle-
raar arbeidspsychologie. Deze voorstellen werden bedis-
cussieerd, aangepast en uitgetest in samenwerking met
een panel bestaande uit arbeidsdeskundigen en verzeke-
ringsartsen, afgevaardigd door de voormalige uitvoe-
ringsinstellingen. Dit ontwikkelingsproces als zodanig
werd vreemd genoeg niet gedocumenteerd.
Er werd bij het opstellen van het CBBS11
/FML systeem
een “beredeneerde keuze” gemaakt voor bepaalde ni-
6
Een barema (Fr. Barème) is een tabel van cijfers, een tariefschaal
7
Forfait is een bedrag ineens, als (afge)ronde som vastgesteld.
8
Ook via een landelijk geautomatiseerde Arbeids Complexen Docu-
mentatie (ACD).
9
Wat is immers het verschil tussen klimmen en klauteren (5D) 8
maal per uur 10 meter en (4E) 16 maal per uur 7,5 meter?
10
Op dat moment bestond er een zogeheten beta-(2)-versie, een
inmiddels aangepaste versie van de ICIDH die voor het eerst in
1980 als proefclassificatie is gepubliceerd door de WHO. Na 5 jaar
op systematische wijze te zijn beproefd en na internationale consul-
tatie, is deze tekst op 22 mei 2001 door de 54e World Health
Assembly, en dus mede door Nederland, goedgekeurd voor inter-
nationaal gebruik (resolutie WHA 54.21). De ICIDH kende een
voornamelijk negatieve insteek, gaf slechts stoornissen weer, zodat
deze inmiddels is vervangen door een neutrale omschrijving van
het functioneren: de ICF.
11
CBBS= Claim Beoordeling- en Borging Systeem.
L&S 2007 nr. 3 7
veaus van uitvoering van activiteiten. Daartoe werden
120.000 belastbaarheidprofielen (FIS) geanalyseerd, op-
gesteld door 800 verzekeringsartsen ten behoeve van een
WAO-claim in 1998. Zodoende ontstond een “normaal”
beeld van functiemogelijkheden binnen een populatie
die in feite reeds beperkingen had, met daarenboven
een leeftijdsverdeling van 16-65 jaar. Met andere woor-
den de mogelijkheden tot normaal functioneren van
deze “normaal” groep dienen als verminderd te worden
ingeschat ten opzichte van de gezonde beroepsbevol-
king. Anders gezegd; de belastbaarheid en belasting van
de Nederlandse beroepsbevolking, met een normale en
gezonde groep mensen als uitgangswaarde, is als evident
hoger in te schatten dan de “normaalgroep” in het FML.
Dientengevolge zullen de “normaalwaarden” ten aanzien
van het kunnen uitvoeren van activiteiten van deze ge-
zonde groep mensen dus eveneens op een (evident) ho-
ger niveau liggen. Bij wetenschappelijk onderzoek zou
een dergelijke werkwijze als methodologisch onaan-
vaardbaar gelden wegens het ontbreken van een contro-
legroep/referentiegroep.
Het referentiepunt, de “normaalwaarde” in de FML, is
dus niet de maat voor de mogelijkheden die een individu
had vóór hij arbeidsongeschikt werd, i.c. vóórdat het let-
sel werd opgelopen.
De werkinstructie12 verwoordt dat als volgt: “Het CBBS
oriënteert zich niet primair op functiebelasting-eisen,
maar op de mogelijkheden van cliënten om te functione-
ren. Dit komt vooral tot uitdrukking in het hulpmiddel
voor de verzekeringsarts, de Functionele Mogelijkheden
Lijst (FML). In het verlengde van deze keuze ligt ook het
uitgangspunt van de normaalwaarden als referentiepunt
voor de beoordeling van de functionele mogelijkheden
door de verzekeringsarts. De normaalwaarden geven de on-
dergrens aan van mogelijkheden van de Nederlandse beroepsbe-
volking13
. Functiebelasting-eisen zijn nogal eens hoger
dan het niveau van de gekozen normaalwaarden’’.
De als “normaal” aangegeven maat is dus te laag en daar-
mee niet dezelfde uitgangswaarde zoals die ons inziens
dient te gelden bij de regeling van letselschade. Gebruik
van de FML impliceert dat men uitgaat van de maatman.
Een sociaal-verzekeringsgeneeskundige benadering die
niet correct is aangezien letselschaderegeling behoort uit
te gaan van het individu.
Gebruik van het FML kan forse negatieve consequenties
hebben voor de inschatting van (de ernst van) proble-
men van het functioneren van de individuele mens met
(letsel) schade, zoals geïllustreerd door de eerder be-
schreven casus.
Bij de zoektocht naar de (ideale) oplossing voor het ge-
rezen probleem, zullen we moeten terugkeren naar de
basisvraag.
Hoe evalueren we het functioneren van de mens?
Voor het inschatten van de (materiële) schade is het erg
praktisch de onafhankelijk deskundige te verzoeken de
beperkingen in relatie tot arbeid, activiteiten in en om
het huis en zelfverzorging in beeld te brengen.
Door slechts te kijken naar (die) beperkingen missen we
echter een aantal elementaire factoren welke eveneens
in overweging moeten worden genomen bij het beoorde-
len van schade aan de mens.
De functiewaardering op basis van een medisch model14
is gebaseerd op de visie dat stoornissen, beperkingen en
participatieproblemen rechtstreeks gevolg zijn van een
ziekte, een trauma of andere aandoening.
Vanuit medisch perspectief mag een beperking worden
aangenomen als aan een keten van logischerwijs samen-
hangende en opeenvolgende vaststellingen wordt vol-
daan. In de geneeskunde wordt een diagnose gesteld15
,
een vaste groep van symptomen en stoornissen die geza-
menlijk als “ziekte” zijn erkend, aantoonbaar leidend tot
een aantal functiestoornissen. Daarna worden beperkin-
gen “toegekend” en vervolgens wordt ingeschat welke ac-
tiviteiten betrokkene minder goed, of niet meer kan uit-
voeren.
De functiewaardering op basis van het sociale model
staat daar haaks op en gaat vooral uit van de omstandig-
heden, waaronder de sociale omgeving, waarin de mens,
in dit geval gelaedeerde, als individu functioneert.
De functiewaardering op basis van het biopsychosociale
model integreert deze beide zienswijzen. Een optimale
mix voor het bepalen van schade aan de mens is geba-
seerd op beschrijving van het functioneren van de mens
als geheel, in de ICD/ICF-systematiek benoemd als bio-
psychosociale benadering.
Prof.dr.J.van Gijn, neuroloog16
omschreef deze benade-
ring recent in een artikel met de veelzeggende titel
“Chronische lage rugpijn: het falen van de orgaange-
neeskunde”: ”Het biopsychosociale model veronderstelt
dat zowel biologische, psychologische als sociale factoren
van invloed zijn op medische klachten en problemen.
Deze omschrijving kan associaties oproepen met uitspra-
ken als ‘het is psychisch’ of – nog wat neerbuigender –
‘het zit tussen de oren’, maar zo eenvoudig is het niet.”
Als we uitsluitend (blijven) uitgaan van de omschreven
beperkingen op basis van het medisch model levert dat
een erg eenzijdig en incompleet beeld op. De biopsycho-
sociale benadering daarentegen is een volstrekt integrale
benadering met voordelen ten opzichte van de “orgaan-
gerichte” benadering.
12
Werkinstructie CBBS januari 2003 van het UWV, hoofdstuk 2.1.
13
Cursivering door ondergetekenden.
14
Zie ICF compilatie hoofdstuk 5.2. blz 21.
15
Zie ICF compilatie.
16
Gijn, J. van en Mast, R.C. van der, Ned Tijdschr Geneesk. 2007; 151;
1553-6.
8 L&S 2007 nr. 3
De huidige inzichten m.b.t. het functioneren van de
mens zijn weergegeven in de I.C.F.17 18
Uitgaande van de ICF-definities kan een stoornis (afwij-
kingen in, of verlies van functies, of anatomische eigen-
schappen) leiden tot beperkingen.
Beperkingen zijn moeilijkheden die iemand heeft met
het uitvoeren van activiteiten, welke onder invloed van
persoonlijke en externe factoren kunnen leiden tot par-
ticipatieproblemen: problemen met het deelnemen aan
het maatschappelijk leven.19
In schema20
ziet dit er als volgt uit.
Het functioneren wordt dus op gestructureerde en lo-
gisch geordende wijze weergegeven. De classificatie ziet
er op eerste het (detail-)niveau als volgt uit:
De “Mentale functies” die zijn weergegeven (onder
hoofdstuk 1 van “Functies”) kunnen ook op hun beurt
17
Met dank aan Drs. H. Ten Napel, Permission & Licencing, Dep.
Head WHO Collaborating Centre for the Family of International
Classifications (WHO-FIC), Centre for Public Health Forecasting,
PO Box 1, 3720 BA Bilthoven, The Netherlands.
18
Zie voor een compilatie http://www.rivm.nl/who-fic/icf.htm:
download icf compilatie.
De International Classification of Functioning, Disabi-
lity and Health (verder ICF)18
is een door de WHO
vastgesteld systeem waarmee het menselijk functione-
ren kan worden beschreven. Het vormt een raamwerk
voor het ordenen van de gegevens. Het biedt een struc-
tuur om die gegevens op zinvolle wijze, in een onder-
ling verband, te presenteren in een gemakkelijk toe-
gankelijke vorm.
De International Classification of Diseases (ICD) en de
ICF zijn complementair, de ICD voorziet in termen
voor het beschrijven van ziekte, aandoeningen en ge-
zondheidsproblemen en de ICF voorziet in termen
voor het beschrijven van menselijk functioneren vanuit
drie perspectieven, onderverdeeld in
1) anatomische eigenschappen van het organisme,
2) functies van het organisme en
3) activiteiten en participatie, dus het menselijk han-
delen als deelnemer aan het maatschappelijk leven.
Daarnaast zijn er externe en persoonlijke factoren (4)
die van invloed zijn op al deze deelaspecten. Het gehe-
le systeem kan een integraal, zinvol beeld geven van ie-
mands functioneren.
19
Hierbij dient te worden aangetekend dat dit geen noodzakelijke
sequentie is. Een stoornis hoeft niet altijd te leiden tot een beper-
king (zoals b.v. een misvorming door lepra), net zoals participatie-
problemen kunnen vóórkomen zonder stoornis of beperkingen
(zoals b.v. bij een HIV positieve status).
20
Figuur 1 blz 19 uit de compilatie Nederlandse vertaling van de
‘International Classification of Functioning, Disability and Health’.
Nederlands WHO-FIC Collaborating Centre, RIVM Bilthoven,
2002.
aandoeningen, ziekten
functies en
anatomische
eigenschappen
activiteiten participatie
externe factoren persoonlijke factoren
ICD
ICF
FUNCTIES
1. Mentale functies
2. Sensorische functies en pijn
3. Stem en spraak
4. Functies van hart en bloedvatenstelsel, hematolo-
gisch systeem, afweersysteem en ademhalingsstel-
sel
5. Functies van spijsverteringsstelsel, metabool stelsel
en hormoonstelsel
6. Functies van urogenitaal stelsel en reproductieve
functies
7. Functies van bewegingssysteem en aan beweging
verwante functies
8. Functies van huid en verwante structuren
ANATOMISCHE EIGENSCHAPPEN
1. Anatomische eigenschappen van zenuwstelsel
2. Anatomische eigenschappen van oog, oor en ver-
wante structuren
3. Anatomische eigenschappen van structuren be-
trokken bij stem en spraak
4. Anatomische eigenschappen van hart en bloedva-
tenstelsel, afweersysteem en ademhalingsstelsel
5. Anatomische eigenschappen van spijsverterings-
stelsel, metabool stelsel en hormoonstelsel
6. Anatomische eigenschappen van urogenitaal stel-
sel
7. Anatomische eigenschappen van structuren ver-
want aan beweging
8. Anatomische eigenschappen van huid en verwante
structuren
ACTIVITEITEN EN PARTICIPATIE
1. Leren en toepassen van kennis
2. Algemene taken en eisen
3. Communicatie
4. Mobiliteit
5. Zelfverzorging
6. Huishouden
7. Tussenmenselijke interacties en relaties
8. Belangrijke levensgebieden
9. Maatschappelijk, sociaal en burgerlijk leven
EXTERNE FACTOREN
1. Producten en technologie
2. Natuurlijke omgeving en door de mens aange-
brachte veranderingen daarin
3. Ondersteuning en relaties
4. Attitudes
5. Diensten, systemen en beleid
L&S 2007 nr. 3 9
weer worden onderverdeeld: het tweede niveau. Er zijn
totaal vier niveaus. Het tweede niveau ziet er dan als volgt
uit:
Het functioneren wordt bij voorbeeld dan als volgt weer-
gegeven:
b 167.3 ernstige stoornis in mentale functies gerelateerd
aan taal
Het suffix (in het voorbeeld.3) verwijst naar de ernst van
de stoornis
0 = geen probleem (0- 4 %)
1 = licht probleem (5- 24 %)
2 = matig probleem (25- 49 %)
3 = ernstig probleem (50- 95 %)
4 = volledig probleem (95-100 %)
Op deze wijze kan het totale functioneren van de mens
worden geklasseerd en getypeerd. Aangezien weergave
van de gehele systematiek ruim 15 pagina’s in beslag zou
nemen, adviseren wij u voor een volledig beeld de vol-
gende website te openen:
http://class.who-fic.nl/browser.aspx?scheme=ICF-nl.cla
Het gebruik van de ICF zal niet per definitie ten voor- of
nadele zijn voor gelaedeerde, of de aansprakelijke partij.
Functioneringswaardering volgens de ICF zal een be-
trouwbaar beeld geven van het daadwerkelijk functione-
ren. Daarnaast zal de hegemonie van uitsluitend medi-
sche kennis in het regelingsproces21 afnemen.
De ICF is dus een systematiek die het functioneren van
personen ordent. Het vormt een gemeenschappelijke
taal voor het (gedetailleerder) beschrijven van iemands
functioneren met als doel de communicatie tussen be-
roepsbeoefenaren te verbeteren. De ICF-systematiek is
toonaangevend en neemt een neutrale positie in ten aan-
zien van de etiologie, zodat het erg verleidelijk is deze sys-
tematiek na te volgen.
Voordat het zover is, moeten we eerst nagaan aan welke
eisen een dergelijk systeem voor de letselschadepraktijk
moet voldoen.
Het ideale hulpmiddel
Wij zien drie belangrijke eisen.
1. Het hulpmiddel moet individueel toepasbaar zijn.
Elk hulpmiddel bij de evaluatie van het menselijk
functioneren, of het nu een Functionele Mogelijkhe-
den Lijst is, een profiel of een score, is niets anders
dan een communicatiemiddel tussen de opsteller en
de ontvanger, in de huidige praktijk vaak de arbeids-
deskundige. Profielen, lijsten en scores zijn in de
regel ontworpen om de grote aantallen casus in de so-
ciale zekerheid overzichtelijker te maken, geautoma-
tiseerd te verwerken en vervolgens de bijbehorende
banen te zoeken. Dit alles is echter niet nodig in het
regelingstraject, waar zoals eerder gezegd, anders dan
in het sociale verzekeringstelsel, niet een gemiddel-
de, maar juist de individuele benadering wordt voor-
gestaan. Het doel is immers het duiden van de ontsta-
ne beperkingen ten gevolge van het letsel bij het
individu.
2. Het middel moet inzichtelijk zijn voor alle bij de let-
selschaderegeling betrokken beroepsbeoefenaren.
Evaluatie van het functioneren van de mens, c.q. het
hulpmiddel daartoe, dient inzichtelijk te zijn, om de
eenvoudige reden dat de uiteindelijke afweging in de
letselschaderegeling (met name) niet plaatsvindt
door medici en arbeidsdeskundigen maar door juris-
ten, dossierbehandelaars en rechters.
3. Het ideale hulpmiddel dient betrouwbaar (reprodu-
ceerbaar) en valide te zijn. Onder die laatste term
wordt verstaan de mate waarin de methode erin slaagt
een nauwkeurige representatie van de werkelijke toe-
stand te beschrijven. Zoals zo vaak, is een goudstan-
daard niet voorhanden. We zullen dus moeten accep-
teren dat een dergelijk objectief, absoluut oordeel,
middels een concrete en wetenschappelijk gefun-
deerde vaststelling, niet mogelijk is.
Het vaststellen van de (opgelopen) beperkingen blijft
dus een “state of the art”-inschatting en geen getalsma-
tige, mechanische vaststelling. In die zin kent dus elke
vaststelling van de belastbaarheid een beperkte objectivi-
teit.
Algemene mentale functies
b110 Bewustzijn
b114 Oriëntatie
b117 Intellectuele functies
b122 Globale psychosociale functies
b126 Temperament en persoonlijkheid
b130 Energie en driften
b134 Slaap
b139 Algemene mentale functies, anders gespecifi-
ceerd en niet gespecificeerd
Specifieke mentale functies
b140 Aandacht
b144 Geheugen
b147 Psychomotorische functies
b152 Stemming
b156 Perceptie
b160 Denken
b164 Hogere cognitieve functies
b167 Mentale functies gerelateerd aan taal
b172 Mentale functies gerelateerd aan rekenen
b176 Bepalen sequentie bij complexe bewegingen
b180 Ervaren van zelf en tijd
b189 Specifieke mentale functies, anders gespecifi-
ceerd en niet gespecificeerd
b198 Mentale functies, anders gespecificeerd
b199 Mentale functies, niet gespecificeerd
21
Zie voor de neurologische hegemonie bij O.P.S. op blz 759 e.v. in:
An Acad Bras Cienc (2004)76 (4) blz 757-69.
10 L&S 2007 nr. 3
De oplossing?
Waarom beschrijven we niet gewoon wat we hebben vast-
gesteld?
Een voorbeeld uit de praktijk:
Dhr. J. is een 52 jarige bouwopzichter. Klimmen en klau-
teren is een essentiële voorwaarde om zijn werk te kun-
nen uitoefenen. Daarnaast is hij fervent motorrijder zo-
dat trillingsbelasting van de armen een belangrijk
aandachtspunt is. Na een ongeval houdt hij klachten en
beperkingen aan een schouder over, door de deskundi-
gen afwisselend beschreven als “tendinitis”,”cuff laesie”,
“ac-strain” of “impingement”.
Na ellenlange discussies met de medisch adviseur van de
verzekeraar wordt uiteindelijk een beperkingenpatroon
overeengekomen, waaruit het essentiële element wordt
gelicht:
Schouderfunctie links: alleen mogelijk c.q. gewenst
tot horizontaal (= 90-100 graden) in het voor- en zij-
waartse vlak. Met name belaste abductiebewegingen
(zijwaarts heffen), maar ook alle andere bewegingen
zijn fors beperkt.
Zware gewrichtsbelasting dient voorkomen te worden
bijvoorbeeld scheppen, vegen, op ladders klimmen,
kruipen, alsmede zich verplaatsen via constructies,
klimijzers en op daken wanneer hierbij rond het ho-
rizontale vlak schouderbelasting optreedt. Hetzelfde
geldt voor de functies duwen en trekken: deze zijn
fors beperkt.
Repeterende, zeer frequent handelingen zijn gecon-
tra-indiceerd met name wanneer hierbij rond het ho-
rizontale vlak schouderbelasting optreedt. Reiken is
niet beperkt tenzij boven schouderhoogte (zie FML
V.7). Tillen (en dragen) is gezien de “AC-strain”, c.q.
impingement, c.q. posttraumatische cufflaesie, links-
zijdig licht beperkt, dat wil zeggen belasting tot 10 Kg.
Lichte beperking voor voortgeleide trillingen, zonder
mogelijkheid te differentiëren tussen hoog- en laag-
frequent, alsmede (verdere) kwaliteit of kwantiteit.
Gezien de hobby en de specifieke belasting in arbeid was
dit een zeer praktische benadering, het probleem is ech-
ter dat een dergelijk ‘format’ wel érg medisch georiën-
teerd is en totaal geen oog heeft voor de sociale gevol-
gen. Verder is de kans dat we een item vergeten erg
groot. Hoe praktisch ook, de omschrijving is incompleet
en de validiteit laat te wensen over.
De ICD/ICF combinatie lijkt die nadelen niet te hebben.
De ICF-systematiek is uitgebreider dan de FML en is be-
ter gevalideerd.
Uitgaand van het eerste voorbeeld in dit artikel kan de
concrete weergave van het functioneren er naar onze
mening als het voorbeeld in de tabel hiernaast uit zien,
waarbij benadrukt wordt dat dit slechts een eerste oriën-
tatie22
is. Bovendien zijn slechts de mentale functies uit-
gewerkt.
Uiteraard kan ook bij deze weergave betoogd worden dat
het inschatten van percentages subjectief blijft. Zoals al
aangegeven blijft een dergelijke inschatting “state of the
art”, echter hoe gedetailleerder/verfijnder het functio-
neren van het slachtoffer inzichtelijk wordt gemaakt
(ICF), hoe meer recht dit doet aan alle partijen.
Resumerend
Het gebruik van de Functionele Mogelijkheden Lijst bin-
nen het domein van de letselschade doet geen recht aan
het werkelijke functieverlies van het individuele slachtof-
fer. Een andere benadering/weergave van het individue-
le functieverlies t.g.v. het ongeval is gewenst.
De International Classification of Functioning, Disability
and Health (ICF) geeft een veel completer beeld; een in-
tegraal beeld van het functioneren van de mens waarbij
tevens tegemoet wordt gekomen aan de gewenste indivi-
duele benadering en ook de meer discrete stoornissen
en participatieproblemen worden in beeld gebracht. Het
is verder complementair aan de ICD, is beter gevalideerd
en sluit aan bij de internationale ontwikkelingen op dit
gebied.
In de toekomst te ontwikkelen meetinstrumenten zullen
dan ook zeker aansluiten bij deze classificatie waardoor
(onder)meer objectivering van het thans arbitrair vastge-
stelde percentueel functieverlies mogelijk wordt. Het op-
stellen (en uitwerken) van ICF vereist echter een speciale
training zodat invoering in overleg met betrokken par-
tijen zal moeten plaatsvinden.
Voordat het zover is zal een oriënterend onderzoek (pi-
lot) moeten uitwijzen wat de mogelijkheden zijn bij in-
voering van de ICF ten behoeve van de letselschaderege-
ling.
22
Later zal ook IMPACT in de overwegingen worden betrokken. Dit
is een (gevalideerd) instrument, een vragenlijst waarmee de mate
van beperkingen in participatie en activiteiten van personen kan
worden gemeten. Dit instrument bevindt zich momenteel in de
pilot-fase en is ontwikkeld door TNO Kwaliteit van Leven, Revalida-
tiecentrum De Hoogstraat en het iRv Kenniscentrum voor Revali-
datie en Handicap / Vilans met financiële steun van de Stichting
Personenschade Instituut van Verzekeraars, de Stichting Achmea
Slachtoffer en Samenleving (SASS) en het Ministerie van Verkeer
en Waterstaat. Ook de Taksatie-schaal van B. Reintjes kan in de
overwegingen worden betrokken.
L&S 2007 nr. 3 11
VOORBEELD 23
23
Zie de percentage-indeling.
ICF items Te verwachten
functioneren
zonder incident
Huidig
functioneren
Verlies
functioneren
in procenten23
Algemene mentale functies
b110 Bewustzijn Geen probleem Geen probleem
b114 Oriëntatie Geen probleem Geen probleem
b117 Intellectuele functies Geen probleem Licht probleem 10%
b122 Globale psychosociale functies Gp Gp
b126 Temperament en persoonlijkheid Gp Gp
b130 Energie en driften Gp Licht probleem 10%
b134 Slaap Gp Gp
Specifieke mentale functies
b140 Aandacht
b1400 Vasthouden van aandacht Gp Licht probleem 10%
b1401 Veranderen van aandachtsgebeid Gp Gp
b1402 Verdelen van aandacht Gp Matig probleem 25%
b1403 Delen van aandacht Gp Gp
b144 Geheugen Gp Gp
b147 Psychomotorische functies Gp Gp
b1470 Psychomotorische controle Gp Gp
b152 Stemming Gp Gp
b156 Perceptie Gp Gp
b160 Denken
b1600 Denktempo Gp Licht probleem 10%
b1601 Wijze van denken Gp Gp
b1602 inhoud denkproces Gp Gp
b1603 controle denkproces Gp Gp
b164 Hoger cognitieve functies
b1640 Abstractie Gp Licht probleem 10%
b1641 Organisatie en planning Gp Licht probleem 10%
b1642 Tijdmanagement Gp Gp
b1643 Cognitieve flexibiliteit Gp Matig probleem 25%
b1640 Inzicht Gp Gp
b1645 Beoordelingsvermogen Gp Gp
b1646 Mentale functies gerelateerd aan probleem-
oplossen
Gp Licht probleem 10%
b167 Mentale functies gerelateerd aan taal Gp Gp
b172 Mentale functies gerelateerd aan rekenen Gp Gp
b1720 Mentale functies gerelateerd aan eenvoudig
rekenen
Gp Gp
b1721 Mentale functies gerelateerd aan complex rekenen Gp Matig probleem 25%
b176 Bepalen sequentie bij complexe bewegingen Gp Gp
b180 Ervaren van zelf en tijd Gp Gp
Sensorische functies en pijn
Niet uitgewerkt
Zonder de gehele lijst in detail uit te werken, dienen in het compleet uitgewerkte ICF de volgende aandachtspunten zeker
te worden 'gescoord'.
S ANATOMISCHE EIGENSCHAPPEN
s11000 Anatomische eigenschappen van frontale lob (lobus frantalis)
D ACTIVITEITEN EN PARTICIPATIE
d2001 Voltooien van meervoudige taken
d999 Maatschappelijk, sociaal en burgerlijk leven, niet gespecificeerd
E EXTERNE FACTOREN
e1 PRODUKTEN EN TECHNOLOGIE
e1351 Ondersteunende producten en technologie voor werkdoeleinden
Voetnoot
geen probleem ( 0 - 4 %)
licht probleem ( 5 - 24 %)
matig probleem (25 - 49 %)
ernstig probleem (50 - 95 %)
volledig probleem (95 - 100 %)

More Related Content

Viewers also liked

Cancer mammaire - SFSPM2015 : Interprétation et pertinence des prélèvements p...
Cancer mammaire - SFSPM2015 : Interprétation et pertinence des prélèvements p...Cancer mammaire - SFSPM2015 : Interprétation et pertinence des prélèvements p...
Cancer mammaire - SFSPM2015 : Interprétation et pertinence des prélèvements p...Elisabeth RUSS
 
Pharma/Biotech. v. Technology: Patent Search & Analysis, PIUG Annual Meeting ...
Pharma/Biotech. v. Technology: Patent Search & Analysis, PIUG Annual Meeting ...Pharma/Biotech. v. Technology: Patent Search & Analysis, PIUG Annual Meeting ...
Pharma/Biotech. v. Technology: Patent Search & Analysis, PIUG Annual Meeting ...Dilip P Pandya
 
 Análisis comparativo entre las organizaciones
 Análisis comparativo entre las organizaciones Análisis comparativo entre las organizaciones
 Análisis comparativo entre las organizacionesJeison MacGregor
 
EVALUACION DEL DESEMPEÑO Jesús Díaz
EVALUACION DEL DESEMPEÑO Jesús DíazEVALUACION DEL DESEMPEÑO Jesús Díaz
EVALUACION DEL DESEMPEÑO Jesús Díazzatsu22
 
Rehabilitación de Meniscos
Rehabilitación de MeniscosRehabilitación de Meniscos
Rehabilitación de MeniscosPablo Vollmar
 
портфолио голубович
портфолио голубовичпортфолио голубович
портфолио голубовичgolubovicholga
 

Viewers also liked (8)

Nutrienti
NutrientiNutrienti
Nutrienti
 
Cancer mammaire - SFSPM2015 : Interprétation et pertinence des prélèvements p...
Cancer mammaire - SFSPM2015 : Interprétation et pertinence des prélèvements p...Cancer mammaire - SFSPM2015 : Interprétation et pertinence des prélèvements p...
Cancer mammaire - SFSPM2015 : Interprétation et pertinence des prélèvements p...
 
Pharma/Biotech. v. Technology: Patent Search & Analysis, PIUG Annual Meeting ...
Pharma/Biotech. v. Technology: Patent Search & Analysis, PIUG Annual Meeting ...Pharma/Biotech. v. Technology: Patent Search & Analysis, PIUG Annual Meeting ...
Pharma/Biotech. v. Technology: Patent Search & Analysis, PIUG Annual Meeting ...
 
 Análisis comparativo entre las organizaciones
 Análisis comparativo entre las organizaciones Análisis comparativo entre las organizaciones
 Análisis comparativo entre las organizaciones
 
EVALUACION DEL DESEMPEÑO Jesús Díaz
EVALUACION DEL DESEMPEÑO Jesús DíazEVALUACION DEL DESEMPEÑO Jesús Díaz
EVALUACION DEL DESEMPEÑO Jesús Díaz
 
Grupo n 12
Grupo n 12Grupo n 12
Grupo n 12
 
Rehabilitación de Meniscos
Rehabilitación de MeniscosRehabilitación de Meniscos
Rehabilitación de Meniscos
 
портфолио голубович
портфолио голубовичпортфолио голубович
портфолио голубович
 

Similar to FML is ongeschikt bij letselschade door drs.ing.teulings en dr. herpers 2007

Presentatie Winnend Artikel Vide publicatieprijs 2018
Presentatie Winnend Artikel Vide publicatieprijs 2018Presentatie Winnend Artikel Vide publicatieprijs 2018
Presentatie Winnend Artikel Vide publicatieprijs 2018Erasmus University Rotterdam
 
Arbocuratieve Samenwerking, Bedrijfsorganisatie
Arbocuratieve Samenwerking, BedrijfsorganisatieArbocuratieve Samenwerking, Bedrijfsorganisatie
Arbocuratieve Samenwerking, BedrijfsorganisatieLiesbeth Smits
 
Fit for work conference 2012
Fit for work conference 2012Fit for work conference 2012
Fit for work conference 2012vroegeinterventie
 
Arbobeleidscyclus 2007
Arbobeleidscyclus 2007Arbobeleidscyclus 2007
Arbobeleidscyclus 2007arjan broere
 
Euthanasie: aantal gevallen groeit juist wel
Euthanasie: aantal gevallen groeit juist welEuthanasie: aantal gevallen groeit juist wel
Euthanasie: aantal gevallen groeit juist welPaul Lieverse
 
HRS_ziekteverzuimbeleid
HRS_ziekteverzuimbeleidHRS_ziekteverzuimbeleid
HRS_ziekteverzuimbeleidVeerle Bekaert
 
Over Zelfregulering en Aansprakelijkheid
Over Zelfregulering en AansprakelijkheidOver Zelfregulering en Aansprakelijkheid
Over Zelfregulering en Aansprakelijkheidsiegfried van hoek
 
Aansprakelijkheid wie draagt de schade - Wim Eshuis
Aansprakelijkheid wie draagt de schade  - Wim EshuisAansprakelijkheid wie draagt de schade  - Wim Eshuis
Aansprakelijkheid wie draagt de schade - Wim Eshuisanderswerken
 
rapport-posgez-innl2016-_zonmw_iph_def
rapport-posgez-innl2016-_zonmw_iph_defrapport-posgez-innl2016-_zonmw_iph_def
rapport-posgez-innl2016-_zonmw_iph_defIngrid Kersten
 
Hulshoff - Wat kan de DC praktijk ons leren voor de Wet toekomst pensioenen -...
Hulshoff - Wat kan de DC praktijk ons leren voor de Wet toekomst pensioenen -...Hulshoff - Wat kan de DC praktijk ons leren voor de Wet toekomst pensioenen -...
Hulshoff - Wat kan de DC praktijk ons leren voor de Wet toekomst pensioenen -...Tjitsger Hulshoff
 
Brief informateurs
Brief informateursBrief informateurs
Brief informateurstermae
 
Burnout Prevention - Article
Burnout Prevention - ArticleBurnout Prevention - Article
Burnout Prevention - ArticleDominic Portain
 
Slotopdracht Aline Kiewiet 10753869.2
Slotopdracht Aline Kiewiet 10753869.2Slotopdracht Aline Kiewiet 10753869.2
Slotopdracht Aline Kiewiet 10753869.2Aline Kiewiet
 
Geplaatste coumn ad visie pl cf
Geplaatste coumn ad visie pl cfGeplaatste coumn ad visie pl cf
Geplaatste coumn ad visie pl cfmcfunke
 
Mij een zorg direct verslag 18 april 2009 europese dag van de rechten van de ...
Mij een zorg direct verslag 18 april 2009 europese dag van de rechten van de ...Mij een zorg direct verslag 18 april 2009 europese dag van de rechten van de ...
Mij een zorg direct verslag 18 april 2009 europese dag van de rechten van de ...siegfried van hoek
 
Werknemer 2.0 vanuit juridisch perspectief
Werknemer 2.0 vanuit juridisch perspectiefWerknemer 2.0 vanuit juridisch perspectief
Werknemer 2.0 vanuit juridisch perspectiefoverhetnieuwewerken
 

Similar to FML is ongeschikt bij letselschade door drs.ing.teulings en dr. herpers 2007 (20)

Medische fouten - waar loopt het mis ?
Medische fouten - waar loopt het mis ?Medische fouten - waar loopt het mis ?
Medische fouten - waar loopt het mis ?
 
Presentatie Winnend Artikel Vide publicatieprijs 2018
Presentatie Winnend Artikel Vide publicatieprijs 2018Presentatie Winnend Artikel Vide publicatieprijs 2018
Presentatie Winnend Artikel Vide publicatieprijs 2018
 
Cudos norm
Cudos normCudos norm
Cudos norm
 
Arbocuratieve Samenwerking, Bedrijfsorganisatie
Arbocuratieve Samenwerking, BedrijfsorganisatieArbocuratieve Samenwerking, Bedrijfsorganisatie
Arbocuratieve Samenwerking, Bedrijfsorganisatie
 
Fit for work conference 2012
Fit for work conference 2012Fit for work conference 2012
Fit for work conference 2012
 
Arbobeleidscyclus 2007
Arbobeleidscyclus 2007Arbobeleidscyclus 2007
Arbobeleidscyclus 2007
 
Euthanasie: aantal gevallen groeit juist wel
Euthanasie: aantal gevallen groeit juist welEuthanasie: aantal gevallen groeit juist wel
Euthanasie: aantal gevallen groeit juist wel
 
HRS_ziekteverzuimbeleid
HRS_ziekteverzuimbeleidHRS_ziekteverzuimbeleid
HRS_ziekteverzuimbeleid
 
Over Zelfregulering en Aansprakelijkheid
Over Zelfregulering en AansprakelijkheidOver Zelfregulering en Aansprakelijkheid
Over Zelfregulering en Aansprakelijkheid
 
Aansprakelijkheid wie draagt de schade - Wim Eshuis
Aansprakelijkheid wie draagt de schade  - Wim EshuisAansprakelijkheid wie draagt de schade  - Wim Eshuis
Aansprakelijkheid wie draagt de schade - Wim Eshuis
 
rapport-posgez-innl2016-_zonmw_iph_def
rapport-posgez-innl2016-_zonmw_iph_defrapport-posgez-innl2016-_zonmw_iph_def
rapport-posgez-innl2016-_zonmw_iph_def
 
Hulshoff - Wat kan de DC praktijk ons leren voor de Wet toekomst pensioenen -...
Hulshoff - Wat kan de DC praktijk ons leren voor de Wet toekomst pensioenen -...Hulshoff - Wat kan de DC praktijk ons leren voor de Wet toekomst pensioenen -...
Hulshoff - Wat kan de DC praktijk ons leren voor de Wet toekomst pensioenen -...
 
Brief informateurs
Brief informateursBrief informateurs
Brief informateurs
 
Burnout Prevention - Article
Burnout Prevention - ArticleBurnout Prevention - Article
Burnout Prevention - Article
 
Slotopdracht Aline Kiewiet 10753869.2
Slotopdracht Aline Kiewiet 10753869.2Slotopdracht Aline Kiewiet 10753869.2
Slotopdracht Aline Kiewiet 10753869.2
 
Geplaatste coumn ad visie pl cf
Geplaatste coumn ad visie pl cfGeplaatste coumn ad visie pl cf
Geplaatste coumn ad visie pl cf
 
Mij een zorg direct verslag 18 april 2009 europese dag van de rechten van de ...
Mij een zorg direct verslag 18 april 2009 europese dag van de rechten van de ...Mij een zorg direct verslag 18 april 2009 europese dag van de rechten van de ...
Mij een zorg direct verslag 18 april 2009 europese dag van de rechten van de ...
 
De Lacune van Medisch Recht
De Lacune van Medisch RechtDe Lacune van Medisch Recht
De Lacune van Medisch Recht
 
Portfolio
PortfolioPortfolio
Portfolio
 
Werknemer 2.0 vanuit juridisch perspectief
Werknemer 2.0 vanuit juridisch perspectiefWerknemer 2.0 vanuit juridisch perspectief
Werknemer 2.0 vanuit juridisch perspectief
 

More from Mike de Groot

9,5M export uitkeringen onbekend land.pdf
9,5M export uitkeringen onbekend land.pdf9,5M export uitkeringen onbekend land.pdf
9,5M export uitkeringen onbekend land.pdfMike de Groot
 
De whiplashrichtlijn van de NVN van 2007 dient nog niet te worden herzien
De whiplashrichtlijn van de NVN van 2007 dient nog niet te worden herzienDe whiplashrichtlijn van de NVN van 2007 dient nog niet te worden herzien
De whiplashrichtlijn van de NVN van 2007 dient nog niet te worden herzienMike de Groot
 
Whiplash en de richtlijn 2007 van de NVvN; een jaar later
Whiplash en de richtlijn 2007 van de NVvN; een jaar laterWhiplash en de richtlijn 2007 van de NVvN; een jaar later
Whiplash en de richtlijn 2007 van de NVvN; een jaar laterMike de Groot
 
De whiplashrichtlijn van de NVN van 2007 dient te worden herzien
De whiplashrichtlijn van de NVN van 2007 dient te worden herzienDe whiplashrichtlijn van de NVN van 2007 dient te worden herzien
De whiplashrichtlijn van de NVN van 2007 dient te worden herzienMike de Groot
 
Sp cda pvda letselschade slachtoffers van verzekeraars
Sp cda pvda letselschade  slachtoffers van verzekeraarsSp cda pvda letselschade  slachtoffers van verzekeraars
Sp cda pvda letselschade slachtoffers van verzekeraarsMike de Groot
 
Petitie 36524-ontwerp
Petitie 36524-ontwerpPetitie 36524-ontwerp
Petitie 36524-ontwerpMike de Groot
 
SRK Rechtsbijstand "advocatennetwerk"
SRK Rechtsbijstand "advocatennetwerk"SRK Rechtsbijstand "advocatennetwerk"
SRK Rechtsbijstand "advocatennetwerk"Mike de Groot
 
LSA-advocaat Edwin Bosch van VBS advocaten email correspondentie 9 dec 2015
LSA-advocaat Edwin Bosch van VBS advocaten email correspondentie 9 dec 2015LSA-advocaat Edwin Bosch van VBS advocaten email correspondentie 9 dec 2015
LSA-advocaat Edwin Bosch van VBS advocaten email correspondentie 9 dec 2015Mike de Groot
 
Toespraak mr. l. verheij letselschadedag 22 nov 2013
Toespraak mr. l. verheij letselschadedag 22 nov 2013Toespraak mr. l. verheij letselschadedag 22 nov 2013
Toespraak mr. l. verheij letselschadedag 22 nov 2013Mike de Groot
 
Michel verwoest wordt bestuurslid asr 1
Michel verwoest wordt bestuurslid asr 1Michel verwoest wordt bestuurslid asr 1
Michel verwoest wordt bestuurslid asr 1Mike de Groot
 
Paul Dellemijn steekpenning factuur 10 sept 2015
Paul Dellemijn steekpenning factuur 10 sept 2015Paul Dellemijn steekpenning factuur 10 sept 2015
Paul Dellemijn steekpenning factuur 10 sept 2015Mike de Groot
 
Wiebehandeltmij: Paul Dellemijn, neuroloog
Wiebehandeltmij: Paul Dellemijn, neuroloogWiebehandeltmij: Paul Dellemijn, neuroloog
Wiebehandeltmij: Paul Dellemijn, neuroloogMike de Groot
 
12 09-11 med-paragraaf
12 09-11 med-paragraaf12 09-11 med-paragraaf
12 09-11 med-paragraafMike de Groot
 
Piv staffel-bgk-2016
Piv staffel-bgk-2016Piv staffel-bgk-2016
Piv staffel-bgk-2016Mike de Groot
 
Presentatie de ex tuchtrechter Huub van Griensven
Presentatie de ex tuchtrechter Huub van GriensvenPresentatie de ex tuchtrechter Huub van Griensven
Presentatie de ex tuchtrechter Huub van GriensvenMike de Groot
 
"Whiplash, a controversial posttraumatic disorder", lezing gegeven door Leo G...
"Whiplash, a controversial posttraumatic disorder", lezing gegeven door Leo G..."Whiplash, a controversial posttraumatic disorder", lezing gegeven door Leo G...
"Whiplash, a controversial posttraumatic disorder", lezing gegeven door Leo G...Mike de Groot
 
Zorgstandaard THL Kinderen & Jongeren
Zorgstandaard THL Kinderen & JongerenZorgstandaard THL Kinderen & Jongeren
Zorgstandaard THL Kinderen & JongerenMike de Groot
 
Pilot Zorgstandaard voor patiënt met Traumatisch Hersenletsel (THL) klaar voo...
Pilot Zorgstandaard voor patiënt met Traumatisch Hersenletsel (THL) klaar voo...Pilot Zorgstandaard voor patiënt met Traumatisch Hersenletsel (THL) klaar voo...
Pilot Zorgstandaard voor patiënt met Traumatisch Hersenletsel (THL) klaar voo...Mike de Groot
 
Verwijderde CED jaarverslag 2014 2015
Verwijderde CED jaarverslag 2014 2015Verwijderde CED jaarverslag 2014 2015
Verwijderde CED jaarverslag 2014 2015Mike de Groot
 

More from Mike de Groot (20)

9,5M export uitkeringen onbekend land.pdf
9,5M export uitkeringen onbekend land.pdf9,5M export uitkeringen onbekend land.pdf
9,5M export uitkeringen onbekend land.pdf
 
De whiplashrichtlijn van de NVN van 2007 dient nog niet te worden herzien
De whiplashrichtlijn van de NVN van 2007 dient nog niet te worden herzienDe whiplashrichtlijn van de NVN van 2007 dient nog niet te worden herzien
De whiplashrichtlijn van de NVN van 2007 dient nog niet te worden herzien
 
Whiplash en de richtlijn 2007 van de NVvN; een jaar later
Whiplash en de richtlijn 2007 van de NVvN; een jaar laterWhiplash en de richtlijn 2007 van de NVvN; een jaar later
Whiplash en de richtlijn 2007 van de NVvN; een jaar later
 
De whiplashrichtlijn van de NVN van 2007 dient te worden herzien
De whiplashrichtlijn van de NVN van 2007 dient te worden herzienDe whiplashrichtlijn van de NVN van 2007 dient te worden herzien
De whiplashrichtlijn van de NVN van 2007 dient te worden herzien
 
Sp cda pvda letselschade slachtoffers van verzekeraars
Sp cda pvda letselschade  slachtoffers van verzekeraarsSp cda pvda letselschade  slachtoffers van verzekeraars
Sp cda pvda letselschade slachtoffers van verzekeraars
 
Petitie 36524-ontwerp
Petitie 36524-ontwerpPetitie 36524-ontwerp
Petitie 36524-ontwerp
 
SRK Rechtsbijstand "advocatennetwerk"
SRK Rechtsbijstand "advocatennetwerk"SRK Rechtsbijstand "advocatennetwerk"
SRK Rechtsbijstand "advocatennetwerk"
 
LSA-advocaat Edwin Bosch van VBS advocaten email correspondentie 9 dec 2015
LSA-advocaat Edwin Bosch van VBS advocaten email correspondentie 9 dec 2015LSA-advocaat Edwin Bosch van VBS advocaten email correspondentie 9 dec 2015
LSA-advocaat Edwin Bosch van VBS advocaten email correspondentie 9 dec 2015
 
Toespraak mr. l. verheij letselschadedag 22 nov 2013
Toespraak mr. l. verheij letselschadedag 22 nov 2013Toespraak mr. l. verheij letselschadedag 22 nov 2013
Toespraak mr. l. verheij letselschadedag 22 nov 2013
 
Michel verwoest wordt bestuurslid asr 1
Michel verwoest wordt bestuurslid asr 1Michel verwoest wordt bestuurslid asr 1
Michel verwoest wordt bestuurslid asr 1
 
Paul Dellemijn steekpenning factuur 10 sept 2015
Paul Dellemijn steekpenning factuur 10 sept 2015Paul Dellemijn steekpenning factuur 10 sept 2015
Paul Dellemijn steekpenning factuur 10 sept 2015
 
Wiebehandeltmij: Paul Dellemijn, neuroloog
Wiebehandeltmij: Paul Dellemijn, neuroloogWiebehandeltmij: Paul Dellemijn, neuroloog
Wiebehandeltmij: Paul Dellemijn, neuroloog
 
12 09-11 med-paragraaf
12 09-11 med-paragraaf12 09-11 med-paragraaf
12 09-11 med-paragraaf
 
Piv staffel-bgk-2016
Piv staffel-bgk-2016Piv staffel-bgk-2016
Piv staffel-bgk-2016
 
Presentatie de ex tuchtrechter Huub van Griensven
Presentatie de ex tuchtrechter Huub van GriensvenPresentatie de ex tuchtrechter Huub van Griensven
Presentatie de ex tuchtrechter Huub van Griensven
 
GROOT GEHEIM !!!
GROOT GEHEIM !!!GROOT GEHEIM !!!
GROOT GEHEIM !!!
 
"Whiplash, a controversial posttraumatic disorder", lezing gegeven door Leo G...
"Whiplash, a controversial posttraumatic disorder", lezing gegeven door Leo G..."Whiplash, a controversial posttraumatic disorder", lezing gegeven door Leo G...
"Whiplash, a controversial posttraumatic disorder", lezing gegeven door Leo G...
 
Zorgstandaard THL Kinderen & Jongeren
Zorgstandaard THL Kinderen & JongerenZorgstandaard THL Kinderen & Jongeren
Zorgstandaard THL Kinderen & Jongeren
 
Pilot Zorgstandaard voor patiënt met Traumatisch Hersenletsel (THL) klaar voo...
Pilot Zorgstandaard voor patiënt met Traumatisch Hersenletsel (THL) klaar voo...Pilot Zorgstandaard voor patiënt met Traumatisch Hersenletsel (THL) klaar voo...
Pilot Zorgstandaard voor patiënt met Traumatisch Hersenletsel (THL) klaar voo...
 
Verwijderde CED jaarverslag 2014 2015
Verwijderde CED jaarverslag 2014 2015Verwijderde CED jaarverslag 2014 2015
Verwijderde CED jaarverslag 2014 2015
 

FML is ongeschikt bij letselschade door drs.ing.teulings en dr. herpers 2007

  • 1. L&S 2007 nr. 3 5 FML is ongeschikt bij letselschade Drs.ing. R.I. Teulings en dr. M.J.H.M. Herpers1 R.I. Teulings is Medisch Adviseur voor Slachtoffers (MAS), Re- gister Geneeskundig Adviseur(RGA), redacteur van L&S en vice-voorzitter van het artsenoverleg van de WAA.1 M.J.H.M. Herpers is voormalig neurochirurg, thans medisch ad- viseur, verzekeringsgeneeskundige en free-lance docent NSPOH. Auteurs zijn van mening dat de Functionele Mogelijkhe- den Lijst geen recht doet aan de persoonlijke capacitei- ten van het individu voorafgaande aan het opgelopen let- sel. De International Classification of Functioning, Disability and Health, kortweg ICF, geeft het functioneren inte- graal weer en is beter gevalideerd. In dit artikel zullen deze standpunten nader worden on- derbouwd. Inleiding Als de aansprakelijkheid is gevestigd, kan in geval van let- sel eventueel blijvende schade aan de mens worden gecompenseerd door smartengeld. Daarnaast dient de materiële schade, waaronder bijvoorbeeld verlies aan ver- dienvermogen, te worden vergoed. Bij de bepaling van de immateriële schade baseert men zich voor wat betreft het percentage functionele invalidi- teit sinds geruime tijd op de “Guides to the Evaluation of Permanent Impairment”2, kortweg AMA-Guides ge- noemd, en de aanvullende richtlijnen van de diverse be- roepsverenigingen3 . Met behulp van deze richtlijnen wordt het functieverlies (impairment) vastgesteld en weergegeven, de gezonde mens stellende op 100 procent. Het aldus ingeschatte procentuele functieverlies is mede maatgevend voor de hoogte van het smartengeld. De materiële schade wordt voor een aanzienlijk deel ver- oorzaakt door een afname van de fysieke en/of de psy- chische mogelijkheden van de betrokkene. De gelae- deerde kan niet meer functioneren zoals voorheen, waardoor problemen ontstaan bij uitvoering van werk- zaamheden in de (eigen) arbeid, maar ook in de zelfver- zorging in het algemeen dagelijks leven, evenals bijvoor- beeld bij werkzaamheden in en rond het huis. In dat kader moet het verschil tussen de hypothetische ontwikkeling4 , het incident weggedacht en het te ver- wachten posttraumatische beloop, worden gecompen- seerd. In de loop der tijd is er een strategie ontstaan ter bepa- ling van dat verschil. In en buiten rechte wordt hiertoe veelal de volgende procedure aangehouden: Door een (medisch) deskundige wordt het te verwachten beloop zonder incident5 ingeschat. De vaststelling van de door het incident veroorzaakte beperkingen is cruciaal ter bepaling van de omvang van de schade. Het is goed te beseffen dat het daarbij gaat om méér dan een afronding van het (diagnostisch) proces. De vaststelling van beper- kingen na het ongeval is zo belangrijk omdat (toekomsti- ge) mogelijkheden en beperkingen de basis vormen voor alle verdere beslissingen in het regelingstraject. De be- perkingen bepalen immers de gevolgen van de schade ten aanzien van de (on)mogelijkheid tot het verrichten van arbeid, de bezigheden in en rond het huis en de re- creatie. In toenemende mate wordt bij deze tot dusver ontwikkel- de strategie gebruik gemaakt van een Functionele Moge- lijk heden Lijst (FML), voor de vaststelling van beperkin- gen, een hulpmiddel dat is ontwikkeld voor het sociale verzekeringsstelsel. Dat hulpmiddel mag voor het doel van de Sociale Zeker- heidswetgeving geschikt zijn, de FML kent echter voor de letselschadebehandeling zijn beperkingen. Wij zijn van oordeel dat de FML daarom in dat kader geen geschikt middel is om tot bepaling van de mogelijkheden en be- perkingen te komen. Aan de hand van een voorbeeld wordt het zojuist ge- schetste probleem verduidelijkt: Een 42 jarige man loopt door een ongeval een fronta- le cerebrale contusie (hersenkneuzing) op, waardoor hij moeite ondervindt met het verdelen van zijn aan- dacht én gaandeweg de dag bemerkt dat het concen- tratievermogen verder afneemt. Hij heeft moeite met agendavoering en het vermogen tot “multitasking” is verminderd. Om een en ander te compenseren heeft hij meer tijd voor zijn takenpakket nodig dan voor- heen, hetgeen lichte irritatie oproept bij zijn colle- gae, die moeten bijspringen. Concentreren kost meer energie en is korter aaneengesloten mogelijk dan voorheen. De belastbaarheid is daarmee verminderd. Daarnaast heeft hij beduidend meer tijd nodig om na een week werken te recupereren, ondanks het feit dat hij alle dagen, ook in het weekend rond 22.00 uur op 165 1 Reacties naar: icf@medicusintermediair.nl 2 American Medical Association: Guides to the Evaluation, of Perma- nent Impairment, 5th Edition: L.C. Cocchiarella. G.B.J. Andersson, AMA press 2002. 3 Nederlandse Vereniging van Neurologie, Nederlandse Orthope- den Vereniging. 4 Het betreft daarbij niet de hypothetische situatie als statisch gege- ven. 5 Op basis van ondermeer de pre-existente situatie en predispositie.
  • 2. 6 L&S 2007 nr. 3 bed ligt en nauwelijks deelneemt aan het sociale le- ven. De neuroloog stelt op basis van een neuropsycholo- gisch onderzoek met bovenvermelde vastgestelde be- perkingen, dat er sprake is van minimale cognitieve disfunctie. Het FML wordt opgesteld door een verze- keringsgeneeskundige, die vaststelt dat alle functies binnen de “normaalwaarden” vallen. De arbeidsdes- kundige stelt op basis van het FML vast dat er nauwe- lijks relevante beperkingen zijn voor het beroep. De materiële schade wordt ingeschat op nihil en de vast- stellingsovereenkomst wordt 4 jaar na dato getekend. Een jaar later blijkt betrokkene “plots” overspannen, na enkele conflicten over fouten op het werk… Na een kort historisch overzicht over de ontwikkeling van het instrument FML verdiepen we ons in de evaluatie van het functioneren van de mens. Alhoewel een kant-en-kla- re oplossing op dit moment ontbreekt, besluiten auteurs met de aanbeveling de oplossing te baseren op het zoge- heten ICF. Kort historisch overzicht Om de verschillen in benadering van schade écht goed te begrijpen, moeten we ver terug in het verleden. De ver- goeding van letselschade is immers verankerd in het ver- leden en getuigt van een concurrentiestrijd tussen het Romeins recht en het Germaans recht. Daarbij is de maatschappelijke structuur medebepalend geweest. De Romeinen kenden immers vrije mannen en slaven: letsel aan slaven veroorzaakte met name economische schade. Er vond derhalve een economische evaluatie plaats, een loonkundige benadering dus. Germanen kenden eigen- lijk alleen maar vrije mannen. Genoegdoening voor toe- gebracht letsel werd uitgedrukt in geld en was gebaseerd op de schuldgraad en de mate van toegebracht letsel. De anatomische functionaliteit was dus het uitgangspunt. Een dergelijk anatomisch/functioneel uitgangspunt staat thans bekend als Baremale6 , oftewel forfaitaire7 be- nadering. Rond 1900 waren er in diverse Europese landen ongeval- lenwetten gebaseerd op loonkundige principes (beroep, loon, leeftijd, letsel). Via gerechtelijke uitspraken viel men al snel terug op Baremale stelsels. Door een aanpas- sing van de Ongevallen Wet ontstond in 1921 in Neder- land een afwijkend systeem van sociale zekerheid: “Bij evaluatie van de schade moet rekening gehouden wor- den met het werkelijk verdiende loon”. Deze Ongevallen Wet werd afgeschaft in 1967. In 1992 werd de grotendeels handmatige8 berekening van de mate van arbeidsongeschiktheid ten behoeve van de WAO uitvoering vervangen door het Functie Informa- tie Systeem (FIS). Van belang was dat met toepassen van het FIS geen rekening meer werd gehouden met het be- roepsniveau waarop iemand vóór het ontstaan van de be- perkingen functioneerde. Het begrip ‘passende arbeid’ werd vervangen door ‘gangbare arbeid’. In de FIS-syste- matiek werd de (rest)belastbaarheid van de cliënt verge- leken met de belasting in een functie. Kritiek op het FIS betrof de eenzijdige oriëntatie op fysie- ke aspecten van de arbeid, terwijl cognitieve, emotionele en sociale aspecten in het hedendaagse arbeidsproces een steeds grote(re) rol gingen spelen. Daarnaast werd door gedetailleerde kwantitatieve uitspraken de (onte- rechte) suggestie van een exacte en objectieve beoorde- ling gewekt9 . Tevens was van sommige aspecten de be- schreven fysieke belasting praktisch gezien zo extreem zwaar, dat de maximale norm volgens de Arbo-wetgeving werd overschreden. De FML en de “normaalwaarden” Er ontstond dus wederom behoefte aan een nieuw instru- ment om de mogelijkheden tot functioneren in kaart te brengen. Zo deed in juli 2001 de Functionele Mogelijkheden Lijst (verder: FML) zijn intrede. Deze FML zocht aansluiting bij de Internationale Classificatie van Stoornissen, Beper- kingen en Handicaps (ICIDH) van de WHO10 . Het “normaal dagelijks functioneren” was niet gedefini- eerd maar deze term werd wél als uitgangspunt geno- men. Hierbij is het van belang er op te wijzen dat deelna- me aan een arbeidsproces overigens meer discipline en op onderdelen meer inspanning vereist en vaak minder regelmogelijkheden heeft dan het (normale) dagelijkse leven. Alleen daarmee is al aangegeven dat een persoon met overwegend normaalwaarden in de FML niet altijd in staat is tot het verrichten van alle, of de eigen arbeid. Een “normaalwaarde” is derhalve niet voor iedere per- soon het juiste uitgangspunt en daarmee voor ons in de aansprakelijkheidssfeer onbruikbaar omdat de letsel- schaderegeling dient uit te gaan van het individu. De “normaalwaarden” in de FML zijn het resultaat van een proces waarbij een werkgroep van experts voorstel- len heeft ontwikkeld onder begeleiding van een hoogle- raar arbeidspsychologie. Deze voorstellen werden bedis- cussieerd, aangepast en uitgetest in samenwerking met een panel bestaande uit arbeidsdeskundigen en verzeke- ringsartsen, afgevaardigd door de voormalige uitvoe- ringsinstellingen. Dit ontwikkelingsproces als zodanig werd vreemd genoeg niet gedocumenteerd. Er werd bij het opstellen van het CBBS11 /FML systeem een “beredeneerde keuze” gemaakt voor bepaalde ni- 6 Een barema (Fr. Barème) is een tabel van cijfers, een tariefschaal 7 Forfait is een bedrag ineens, als (afge)ronde som vastgesteld. 8 Ook via een landelijk geautomatiseerde Arbeids Complexen Docu- mentatie (ACD). 9 Wat is immers het verschil tussen klimmen en klauteren (5D) 8 maal per uur 10 meter en (4E) 16 maal per uur 7,5 meter? 10 Op dat moment bestond er een zogeheten beta-(2)-versie, een inmiddels aangepaste versie van de ICIDH die voor het eerst in 1980 als proefclassificatie is gepubliceerd door de WHO. Na 5 jaar op systematische wijze te zijn beproefd en na internationale consul- tatie, is deze tekst op 22 mei 2001 door de 54e World Health Assembly, en dus mede door Nederland, goedgekeurd voor inter- nationaal gebruik (resolutie WHA 54.21). De ICIDH kende een voornamelijk negatieve insteek, gaf slechts stoornissen weer, zodat deze inmiddels is vervangen door een neutrale omschrijving van het functioneren: de ICF. 11 CBBS= Claim Beoordeling- en Borging Systeem.
  • 3. L&S 2007 nr. 3 7 veaus van uitvoering van activiteiten. Daartoe werden 120.000 belastbaarheidprofielen (FIS) geanalyseerd, op- gesteld door 800 verzekeringsartsen ten behoeve van een WAO-claim in 1998. Zodoende ontstond een “normaal” beeld van functiemogelijkheden binnen een populatie die in feite reeds beperkingen had, met daarenboven een leeftijdsverdeling van 16-65 jaar. Met andere woor- den de mogelijkheden tot normaal functioneren van deze “normaal” groep dienen als verminderd te worden ingeschat ten opzichte van de gezonde beroepsbevol- king. Anders gezegd; de belastbaarheid en belasting van de Nederlandse beroepsbevolking, met een normale en gezonde groep mensen als uitgangswaarde, is als evident hoger in te schatten dan de “normaalgroep” in het FML. Dientengevolge zullen de “normaalwaarden” ten aanzien van het kunnen uitvoeren van activiteiten van deze ge- zonde groep mensen dus eveneens op een (evident) ho- ger niveau liggen. Bij wetenschappelijk onderzoek zou een dergelijke werkwijze als methodologisch onaan- vaardbaar gelden wegens het ontbreken van een contro- legroep/referentiegroep. Het referentiepunt, de “normaalwaarde” in de FML, is dus niet de maat voor de mogelijkheden die een individu had vóór hij arbeidsongeschikt werd, i.c. vóórdat het let- sel werd opgelopen. De werkinstructie12 verwoordt dat als volgt: “Het CBBS oriënteert zich niet primair op functiebelasting-eisen, maar op de mogelijkheden van cliënten om te functione- ren. Dit komt vooral tot uitdrukking in het hulpmiddel voor de verzekeringsarts, de Functionele Mogelijkheden Lijst (FML). In het verlengde van deze keuze ligt ook het uitgangspunt van de normaalwaarden als referentiepunt voor de beoordeling van de functionele mogelijkheden door de verzekeringsarts. De normaalwaarden geven de on- dergrens aan van mogelijkheden van de Nederlandse beroepsbe- volking13 . Functiebelasting-eisen zijn nogal eens hoger dan het niveau van de gekozen normaalwaarden’’. De als “normaal” aangegeven maat is dus te laag en daar- mee niet dezelfde uitgangswaarde zoals die ons inziens dient te gelden bij de regeling van letselschade. Gebruik van de FML impliceert dat men uitgaat van de maatman. Een sociaal-verzekeringsgeneeskundige benadering die niet correct is aangezien letselschaderegeling behoort uit te gaan van het individu. Gebruik van het FML kan forse negatieve consequenties hebben voor de inschatting van (de ernst van) proble- men van het functioneren van de individuele mens met (letsel) schade, zoals geïllustreerd door de eerder be- schreven casus. Bij de zoektocht naar de (ideale) oplossing voor het ge- rezen probleem, zullen we moeten terugkeren naar de basisvraag. Hoe evalueren we het functioneren van de mens? Voor het inschatten van de (materiële) schade is het erg praktisch de onafhankelijk deskundige te verzoeken de beperkingen in relatie tot arbeid, activiteiten in en om het huis en zelfverzorging in beeld te brengen. Door slechts te kijken naar (die) beperkingen missen we echter een aantal elementaire factoren welke eveneens in overweging moeten worden genomen bij het beoorde- len van schade aan de mens. De functiewaardering op basis van een medisch model14 is gebaseerd op de visie dat stoornissen, beperkingen en participatieproblemen rechtstreeks gevolg zijn van een ziekte, een trauma of andere aandoening. Vanuit medisch perspectief mag een beperking worden aangenomen als aan een keten van logischerwijs samen- hangende en opeenvolgende vaststellingen wordt vol- daan. In de geneeskunde wordt een diagnose gesteld15 , een vaste groep van symptomen en stoornissen die geza- menlijk als “ziekte” zijn erkend, aantoonbaar leidend tot een aantal functiestoornissen. Daarna worden beperkin- gen “toegekend” en vervolgens wordt ingeschat welke ac- tiviteiten betrokkene minder goed, of niet meer kan uit- voeren. De functiewaardering op basis van het sociale model staat daar haaks op en gaat vooral uit van de omstandig- heden, waaronder de sociale omgeving, waarin de mens, in dit geval gelaedeerde, als individu functioneert. De functiewaardering op basis van het biopsychosociale model integreert deze beide zienswijzen. Een optimale mix voor het bepalen van schade aan de mens is geba- seerd op beschrijving van het functioneren van de mens als geheel, in de ICD/ICF-systematiek benoemd als bio- psychosociale benadering. Prof.dr.J.van Gijn, neuroloog16 omschreef deze benade- ring recent in een artikel met de veelzeggende titel “Chronische lage rugpijn: het falen van de orgaange- neeskunde”: ”Het biopsychosociale model veronderstelt dat zowel biologische, psychologische als sociale factoren van invloed zijn op medische klachten en problemen. Deze omschrijving kan associaties oproepen met uitspra- ken als ‘het is psychisch’ of – nog wat neerbuigender – ‘het zit tussen de oren’, maar zo eenvoudig is het niet.” Als we uitsluitend (blijven) uitgaan van de omschreven beperkingen op basis van het medisch model levert dat een erg eenzijdig en incompleet beeld op. De biopsycho- sociale benadering daarentegen is een volstrekt integrale benadering met voordelen ten opzichte van de “orgaan- gerichte” benadering. 12 Werkinstructie CBBS januari 2003 van het UWV, hoofdstuk 2.1. 13 Cursivering door ondergetekenden. 14 Zie ICF compilatie hoofdstuk 5.2. blz 21. 15 Zie ICF compilatie. 16 Gijn, J. van en Mast, R.C. van der, Ned Tijdschr Geneesk. 2007; 151; 1553-6.
  • 4. 8 L&S 2007 nr. 3 De huidige inzichten m.b.t. het functioneren van de mens zijn weergegeven in de I.C.F.17 18 Uitgaande van de ICF-definities kan een stoornis (afwij- kingen in, of verlies van functies, of anatomische eigen- schappen) leiden tot beperkingen. Beperkingen zijn moeilijkheden die iemand heeft met het uitvoeren van activiteiten, welke onder invloed van persoonlijke en externe factoren kunnen leiden tot par- ticipatieproblemen: problemen met het deelnemen aan het maatschappelijk leven.19 In schema20 ziet dit er als volgt uit. Het functioneren wordt dus op gestructureerde en lo- gisch geordende wijze weergegeven. De classificatie ziet er op eerste het (detail-)niveau als volgt uit: De “Mentale functies” die zijn weergegeven (onder hoofdstuk 1 van “Functies”) kunnen ook op hun beurt 17 Met dank aan Drs. H. Ten Napel, Permission & Licencing, Dep. Head WHO Collaborating Centre for the Family of International Classifications (WHO-FIC), Centre for Public Health Forecasting, PO Box 1, 3720 BA Bilthoven, The Netherlands. 18 Zie voor een compilatie http://www.rivm.nl/who-fic/icf.htm: download icf compilatie. De International Classification of Functioning, Disabi- lity and Health (verder ICF)18 is een door de WHO vastgesteld systeem waarmee het menselijk functione- ren kan worden beschreven. Het vormt een raamwerk voor het ordenen van de gegevens. Het biedt een struc- tuur om die gegevens op zinvolle wijze, in een onder- ling verband, te presenteren in een gemakkelijk toe- gankelijke vorm. De International Classification of Diseases (ICD) en de ICF zijn complementair, de ICD voorziet in termen voor het beschrijven van ziekte, aandoeningen en ge- zondheidsproblemen en de ICF voorziet in termen voor het beschrijven van menselijk functioneren vanuit drie perspectieven, onderverdeeld in 1) anatomische eigenschappen van het organisme, 2) functies van het organisme en 3) activiteiten en participatie, dus het menselijk han- delen als deelnemer aan het maatschappelijk leven. Daarnaast zijn er externe en persoonlijke factoren (4) die van invloed zijn op al deze deelaspecten. Het gehe- le systeem kan een integraal, zinvol beeld geven van ie- mands functioneren. 19 Hierbij dient te worden aangetekend dat dit geen noodzakelijke sequentie is. Een stoornis hoeft niet altijd te leiden tot een beper- king (zoals b.v. een misvorming door lepra), net zoals participatie- problemen kunnen vóórkomen zonder stoornis of beperkingen (zoals b.v. bij een HIV positieve status). 20 Figuur 1 blz 19 uit de compilatie Nederlandse vertaling van de ‘International Classification of Functioning, Disability and Health’. Nederlands WHO-FIC Collaborating Centre, RIVM Bilthoven, 2002. aandoeningen, ziekten functies en anatomische eigenschappen activiteiten participatie externe factoren persoonlijke factoren ICD ICF FUNCTIES 1. Mentale functies 2. Sensorische functies en pijn 3. Stem en spraak 4. Functies van hart en bloedvatenstelsel, hematolo- gisch systeem, afweersysteem en ademhalingsstel- sel 5. Functies van spijsverteringsstelsel, metabool stelsel en hormoonstelsel 6. Functies van urogenitaal stelsel en reproductieve functies 7. Functies van bewegingssysteem en aan beweging verwante functies 8. Functies van huid en verwante structuren ANATOMISCHE EIGENSCHAPPEN 1. Anatomische eigenschappen van zenuwstelsel 2. Anatomische eigenschappen van oog, oor en ver- wante structuren 3. Anatomische eigenschappen van structuren be- trokken bij stem en spraak 4. Anatomische eigenschappen van hart en bloedva- tenstelsel, afweersysteem en ademhalingsstelsel 5. Anatomische eigenschappen van spijsverterings- stelsel, metabool stelsel en hormoonstelsel 6. Anatomische eigenschappen van urogenitaal stel- sel 7. Anatomische eigenschappen van structuren ver- want aan beweging 8. Anatomische eigenschappen van huid en verwante structuren ACTIVITEITEN EN PARTICIPATIE 1. Leren en toepassen van kennis 2. Algemene taken en eisen 3. Communicatie 4. Mobiliteit 5. Zelfverzorging 6. Huishouden 7. Tussenmenselijke interacties en relaties 8. Belangrijke levensgebieden 9. Maatschappelijk, sociaal en burgerlijk leven EXTERNE FACTOREN 1. Producten en technologie 2. Natuurlijke omgeving en door de mens aange- brachte veranderingen daarin 3. Ondersteuning en relaties 4. Attitudes 5. Diensten, systemen en beleid
  • 5. L&S 2007 nr. 3 9 weer worden onderverdeeld: het tweede niveau. Er zijn totaal vier niveaus. Het tweede niveau ziet er dan als volgt uit: Het functioneren wordt bij voorbeeld dan als volgt weer- gegeven: b 167.3 ernstige stoornis in mentale functies gerelateerd aan taal Het suffix (in het voorbeeld.3) verwijst naar de ernst van de stoornis 0 = geen probleem (0- 4 %) 1 = licht probleem (5- 24 %) 2 = matig probleem (25- 49 %) 3 = ernstig probleem (50- 95 %) 4 = volledig probleem (95-100 %) Op deze wijze kan het totale functioneren van de mens worden geklasseerd en getypeerd. Aangezien weergave van de gehele systematiek ruim 15 pagina’s in beslag zou nemen, adviseren wij u voor een volledig beeld de vol- gende website te openen: http://class.who-fic.nl/browser.aspx?scheme=ICF-nl.cla Het gebruik van de ICF zal niet per definitie ten voor- of nadele zijn voor gelaedeerde, of de aansprakelijke partij. Functioneringswaardering volgens de ICF zal een be- trouwbaar beeld geven van het daadwerkelijk functione- ren. Daarnaast zal de hegemonie van uitsluitend medi- sche kennis in het regelingsproces21 afnemen. De ICF is dus een systematiek die het functioneren van personen ordent. Het vormt een gemeenschappelijke taal voor het (gedetailleerder) beschrijven van iemands functioneren met als doel de communicatie tussen be- roepsbeoefenaren te verbeteren. De ICF-systematiek is toonaangevend en neemt een neutrale positie in ten aan- zien van de etiologie, zodat het erg verleidelijk is deze sys- tematiek na te volgen. Voordat het zover is, moeten we eerst nagaan aan welke eisen een dergelijk systeem voor de letselschadepraktijk moet voldoen. Het ideale hulpmiddel Wij zien drie belangrijke eisen. 1. Het hulpmiddel moet individueel toepasbaar zijn. Elk hulpmiddel bij de evaluatie van het menselijk functioneren, of het nu een Functionele Mogelijkhe- den Lijst is, een profiel of een score, is niets anders dan een communicatiemiddel tussen de opsteller en de ontvanger, in de huidige praktijk vaak de arbeids- deskundige. Profielen, lijsten en scores zijn in de regel ontworpen om de grote aantallen casus in de so- ciale zekerheid overzichtelijker te maken, geautoma- tiseerd te verwerken en vervolgens de bijbehorende banen te zoeken. Dit alles is echter niet nodig in het regelingstraject, waar zoals eerder gezegd, anders dan in het sociale verzekeringstelsel, niet een gemiddel- de, maar juist de individuele benadering wordt voor- gestaan. Het doel is immers het duiden van de ontsta- ne beperkingen ten gevolge van het letsel bij het individu. 2. Het middel moet inzichtelijk zijn voor alle bij de let- selschaderegeling betrokken beroepsbeoefenaren. Evaluatie van het functioneren van de mens, c.q. het hulpmiddel daartoe, dient inzichtelijk te zijn, om de eenvoudige reden dat de uiteindelijke afweging in de letselschaderegeling (met name) niet plaatsvindt door medici en arbeidsdeskundigen maar door juris- ten, dossierbehandelaars en rechters. 3. Het ideale hulpmiddel dient betrouwbaar (reprodu- ceerbaar) en valide te zijn. Onder die laatste term wordt verstaan de mate waarin de methode erin slaagt een nauwkeurige representatie van de werkelijke toe- stand te beschrijven. Zoals zo vaak, is een goudstan- daard niet voorhanden. We zullen dus moeten accep- teren dat een dergelijk objectief, absoluut oordeel, middels een concrete en wetenschappelijk gefun- deerde vaststelling, niet mogelijk is. Het vaststellen van de (opgelopen) beperkingen blijft dus een “state of the art”-inschatting en geen getalsma- tige, mechanische vaststelling. In die zin kent dus elke vaststelling van de belastbaarheid een beperkte objectivi- teit. Algemene mentale functies b110 Bewustzijn b114 Oriëntatie b117 Intellectuele functies b122 Globale psychosociale functies b126 Temperament en persoonlijkheid b130 Energie en driften b134 Slaap b139 Algemene mentale functies, anders gespecifi- ceerd en niet gespecificeerd Specifieke mentale functies b140 Aandacht b144 Geheugen b147 Psychomotorische functies b152 Stemming b156 Perceptie b160 Denken b164 Hogere cognitieve functies b167 Mentale functies gerelateerd aan taal b172 Mentale functies gerelateerd aan rekenen b176 Bepalen sequentie bij complexe bewegingen b180 Ervaren van zelf en tijd b189 Specifieke mentale functies, anders gespecifi- ceerd en niet gespecificeerd b198 Mentale functies, anders gespecificeerd b199 Mentale functies, niet gespecificeerd 21 Zie voor de neurologische hegemonie bij O.P.S. op blz 759 e.v. in: An Acad Bras Cienc (2004)76 (4) blz 757-69.
  • 6. 10 L&S 2007 nr. 3 De oplossing? Waarom beschrijven we niet gewoon wat we hebben vast- gesteld? Een voorbeeld uit de praktijk: Dhr. J. is een 52 jarige bouwopzichter. Klimmen en klau- teren is een essentiële voorwaarde om zijn werk te kun- nen uitoefenen. Daarnaast is hij fervent motorrijder zo- dat trillingsbelasting van de armen een belangrijk aandachtspunt is. Na een ongeval houdt hij klachten en beperkingen aan een schouder over, door de deskundi- gen afwisselend beschreven als “tendinitis”,”cuff laesie”, “ac-strain” of “impingement”. Na ellenlange discussies met de medisch adviseur van de verzekeraar wordt uiteindelijk een beperkingenpatroon overeengekomen, waaruit het essentiële element wordt gelicht: Schouderfunctie links: alleen mogelijk c.q. gewenst tot horizontaal (= 90-100 graden) in het voor- en zij- waartse vlak. Met name belaste abductiebewegingen (zijwaarts heffen), maar ook alle andere bewegingen zijn fors beperkt. Zware gewrichtsbelasting dient voorkomen te worden bijvoorbeeld scheppen, vegen, op ladders klimmen, kruipen, alsmede zich verplaatsen via constructies, klimijzers en op daken wanneer hierbij rond het ho- rizontale vlak schouderbelasting optreedt. Hetzelfde geldt voor de functies duwen en trekken: deze zijn fors beperkt. Repeterende, zeer frequent handelingen zijn gecon- tra-indiceerd met name wanneer hierbij rond het ho- rizontale vlak schouderbelasting optreedt. Reiken is niet beperkt tenzij boven schouderhoogte (zie FML V.7). Tillen (en dragen) is gezien de “AC-strain”, c.q. impingement, c.q. posttraumatische cufflaesie, links- zijdig licht beperkt, dat wil zeggen belasting tot 10 Kg. Lichte beperking voor voortgeleide trillingen, zonder mogelijkheid te differentiëren tussen hoog- en laag- frequent, alsmede (verdere) kwaliteit of kwantiteit. Gezien de hobby en de specifieke belasting in arbeid was dit een zeer praktische benadering, het probleem is ech- ter dat een dergelijk ‘format’ wel érg medisch georiën- teerd is en totaal geen oog heeft voor de sociale gevol- gen. Verder is de kans dat we een item vergeten erg groot. Hoe praktisch ook, de omschrijving is incompleet en de validiteit laat te wensen over. De ICD/ICF combinatie lijkt die nadelen niet te hebben. De ICF-systematiek is uitgebreider dan de FML en is be- ter gevalideerd. Uitgaand van het eerste voorbeeld in dit artikel kan de concrete weergave van het functioneren er naar onze mening als het voorbeeld in de tabel hiernaast uit zien, waarbij benadrukt wordt dat dit slechts een eerste oriën- tatie22 is. Bovendien zijn slechts de mentale functies uit- gewerkt. Uiteraard kan ook bij deze weergave betoogd worden dat het inschatten van percentages subjectief blijft. Zoals al aangegeven blijft een dergelijke inschatting “state of the art”, echter hoe gedetailleerder/verfijnder het functio- neren van het slachtoffer inzichtelijk wordt gemaakt (ICF), hoe meer recht dit doet aan alle partijen. Resumerend Het gebruik van de Functionele Mogelijkheden Lijst bin- nen het domein van de letselschade doet geen recht aan het werkelijke functieverlies van het individuele slachtof- fer. Een andere benadering/weergave van het individue- le functieverlies t.g.v. het ongeval is gewenst. De International Classification of Functioning, Disability and Health (ICF) geeft een veel completer beeld; een in- tegraal beeld van het functioneren van de mens waarbij tevens tegemoet wordt gekomen aan de gewenste indivi- duele benadering en ook de meer discrete stoornissen en participatieproblemen worden in beeld gebracht. Het is verder complementair aan de ICD, is beter gevalideerd en sluit aan bij de internationale ontwikkelingen op dit gebied. In de toekomst te ontwikkelen meetinstrumenten zullen dan ook zeker aansluiten bij deze classificatie waardoor (onder)meer objectivering van het thans arbitrair vastge- stelde percentueel functieverlies mogelijk wordt. Het op- stellen (en uitwerken) van ICF vereist echter een speciale training zodat invoering in overleg met betrokken par- tijen zal moeten plaatsvinden. Voordat het zover is zal een oriënterend onderzoek (pi- lot) moeten uitwijzen wat de mogelijkheden zijn bij in- voering van de ICF ten behoeve van de letselschaderege- ling. 22 Later zal ook IMPACT in de overwegingen worden betrokken. Dit is een (gevalideerd) instrument, een vragenlijst waarmee de mate van beperkingen in participatie en activiteiten van personen kan worden gemeten. Dit instrument bevindt zich momenteel in de pilot-fase en is ontwikkeld door TNO Kwaliteit van Leven, Revalida- tiecentrum De Hoogstraat en het iRv Kenniscentrum voor Revali- datie en Handicap / Vilans met financiële steun van de Stichting Personenschade Instituut van Verzekeraars, de Stichting Achmea Slachtoffer en Samenleving (SASS) en het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Ook de Taksatie-schaal van B. Reintjes kan in de overwegingen worden betrokken.
  • 7. L&S 2007 nr. 3 11 VOORBEELD 23 23 Zie de percentage-indeling. ICF items Te verwachten functioneren zonder incident Huidig functioneren Verlies functioneren in procenten23 Algemene mentale functies b110 Bewustzijn Geen probleem Geen probleem b114 Oriëntatie Geen probleem Geen probleem b117 Intellectuele functies Geen probleem Licht probleem 10% b122 Globale psychosociale functies Gp Gp b126 Temperament en persoonlijkheid Gp Gp b130 Energie en driften Gp Licht probleem 10% b134 Slaap Gp Gp Specifieke mentale functies b140 Aandacht b1400 Vasthouden van aandacht Gp Licht probleem 10% b1401 Veranderen van aandachtsgebeid Gp Gp b1402 Verdelen van aandacht Gp Matig probleem 25% b1403 Delen van aandacht Gp Gp b144 Geheugen Gp Gp b147 Psychomotorische functies Gp Gp b1470 Psychomotorische controle Gp Gp b152 Stemming Gp Gp b156 Perceptie Gp Gp b160 Denken b1600 Denktempo Gp Licht probleem 10% b1601 Wijze van denken Gp Gp b1602 inhoud denkproces Gp Gp b1603 controle denkproces Gp Gp b164 Hoger cognitieve functies b1640 Abstractie Gp Licht probleem 10% b1641 Organisatie en planning Gp Licht probleem 10% b1642 Tijdmanagement Gp Gp b1643 Cognitieve flexibiliteit Gp Matig probleem 25% b1640 Inzicht Gp Gp b1645 Beoordelingsvermogen Gp Gp b1646 Mentale functies gerelateerd aan probleem- oplossen Gp Licht probleem 10% b167 Mentale functies gerelateerd aan taal Gp Gp b172 Mentale functies gerelateerd aan rekenen Gp Gp b1720 Mentale functies gerelateerd aan eenvoudig rekenen Gp Gp b1721 Mentale functies gerelateerd aan complex rekenen Gp Matig probleem 25% b176 Bepalen sequentie bij complexe bewegingen Gp Gp b180 Ervaren van zelf en tijd Gp Gp Sensorische functies en pijn Niet uitgewerkt Zonder de gehele lijst in detail uit te werken, dienen in het compleet uitgewerkte ICF de volgende aandachtspunten zeker te worden 'gescoord'. S ANATOMISCHE EIGENSCHAPPEN s11000 Anatomische eigenschappen van frontale lob (lobus frantalis) D ACTIVITEITEN EN PARTICIPATIE d2001 Voltooien van meervoudige taken d999 Maatschappelijk, sociaal en burgerlijk leven, niet gespecificeerd E EXTERNE FACTOREN e1 PRODUKTEN EN TECHNOLOGIE e1351 Ondersteunende producten en technologie voor werkdoeleinden Voetnoot geen probleem ( 0 - 4 %) licht probleem ( 5 - 24 %) matig probleem (25 - 49 %) ernstig probleem (50 - 95 %) volledig probleem (95 - 100 %)