1. Waar blijft de CUDOS norm?
De CUDOS-norm werd voor het eerst geformuleerd in 1942 door Robert K. Merton en bestaat uit vier waarden, met
afgeleide normen, die beoefenaars van wetenschappelijk onderzoek in acht zouden moeten nemen. De naam verwijst
naar de Engelse beginletters: Communalism, Universalism, Disinterestedness en Organized Skepticism.
Vanuit dit perspectief zou er dan ook een einde komen aan de praktijken waar sommige medische communicatie bureaus
zich van bedienen om een onderzoek onder de aandacht te brengen.
De procedure gaat als volgt: Er wordt een meta-analyse gedaan van klinisch wetenschappelijk onderzoek. De uitkomsten
van deze onderzoeken krijgen een positief resultaat. Vervolgens wordt er een vooraanstaande medische professional of
wetenschapper gezocht als hoofdauteur voor deze publicatie. Deze ‘hoofdauteur’ hoeft het artikel zelfs niet te hebben
gelezen. De naam erbij is voldoende voor een fee, vervolgens volgt de publicatie en de eeuwige roem, of een
willekeurige stichting die zogenaamd wetenschappelijke onderzoek doen met ogenschijnlijk gestuurde uitkomsten dat het
niet meer vergoeden van maagzuurremmers, voor weet ik niet wat voor ellende zorgt.
Mensen als Fleur Agema laten zich dan bewust of onbewust verleiden naar de camera te rennen en te eisen dat de
Minister direct naar de Kamer moet komen om verantwoording af te leggen over deze onmenselijkheid. De melding van
het Ministerie van VWS in maart 2015 op de website van datzelfde departement dat het aantal maagbloedingen in
Nederland was gedaald met 29 % was dan ook een onverwachte uitkomst. Uit dit onderzoek op aandringen van de
Tweede Kamer bleek de angst dat een wijziging in de vergoeding van maagzuurremmers op basis van uitkomsten van
Fabeltjeskrant-onderzoek desastreuze gevolgen zou hebben ongegrond.
Ondanks, of is het dankzij, een beperking van de vergoeding van maagzuurremmers vanuit het basispakket dat in dit
geval de zorgkosten zijn gedaald? Veel medicijnen worden voorgeschreven vanwege hun preventieve werking en worden
de bijwerkingen op de koop toegenomen, ondanks bijvoorbeeld de cijfers die te lezen zijn in het Clinical Evidence
Handbook 2012. Het British Medical Journal dat meldt dat van de 2500 meest voorgeschreven medicamenten en
behandelingen slechts 12 % enig bewijs van gunstig effect scoort. Minder medicijnen loont of is dat te kort door de bocht
en moet er eerst een totale (re-) visie worden gemaakt.
Sommigen denken dat data analyse de komende jaren zal aantonen dat alles beter, sneller en goedkoper kan. Lees het
boek Investors Dillema van Clayton Christensen en je hoeft geen futuroloog te zijn om te zien dat traditionele instellingen
en instanties fundamenteel moeten veranderen om een bestaansrecht te hebben, te behouden of te vergroten.
De zorgkosten stijgen maar is dat wel noodzakelijk. We blijven vitaler en worden zelfredzamer. Ja, we worden ouder,
maar een Jos de Blok-er kost minder dan een medewerker van een willekeurige thuiszorgorganisatie, met een gratis app
kan de hartslag binnen paar seconden worden gemeten en die extra kamer laten bewonen door die student in ruil voor
het doen van de was, is niet voor iedereen het mooiste vooruitzicht, maar het zal menigeen toch aanspreken. Tel uit je
winst. Het systeem kraakt en systeemfouten in het zorgstelsel in het bijzonder de financiering maken een oplossing
schijnbaar onmogelijk.
Of is er iets anders aan de hand en wordt er periodiek bepaald hoeveel geld mag worden uitgegeven aan zorg. Want er
wordt gewerkt vanuit een budget gedachte en daardoor was er voor zorginstellingen lange tijd geen reden zich zorgen te
maken, er is dan ook door de meeste instellingen geen rekening gehouden met de snelheid van digitale revolutie waar
we middenin zetten, laat staan dat men zich er op heeft voorbereid.
Het is daarom begrijpelijk maar tevens een vorm van vrijwillige euthanasie dat de sector niet begrijpt dat de grootste winst
valt te behalen met pre-care en catch over the border care (zorg toerisme), dit geldt zowel voor de care als de cure.
Op heel veel gebieden zien we dat er geld, veel geld is voor preventie, ook uit collectieve middelen. De brandweer en de
politie zijn sprekende voorbeelden, waar preventieve maatregelen ook worden geëvalueerd, maar bij de zorg gelden
andere normen, terwijl voor de Nederlandse situatie de uitgaven voor de zorg ongeveer 15 % van het BNP bedragen
(een verdubbeling sinds 1972). Op dit moment ruim €.5400 per jaar voor iedere Nederlander van nul jaar tot honderd.
Dit is waarschijnlijk het maximum op basis van het solidariteitsbeginsel, want stel een 50 jarige de vraag of het kiest
levenslang verstoken te blijven van zorg of een bedrag tussen de 2 en 3 miljoen euro en het Zwitserleven gevoel doet de
rest. De praktijk is anders, ieder jaar komen de stakeholders bijeen om het recept van de taart te bespreken, de
ingrediënten te bepalen en vervolgens de taart te verdelen tussen de happy few en de kruimels reserveren voor the great
silent majority.
Blijft de geest is in de fles nu ook innovators en private aanbieders zich roeren in dit slangennest of wordt deze voor de
sector dreigende storm net als kwakzalverij vakkundig afgeslagen. Albert als leverancier van incontinentie materiaal en
andere care en cure producten, de sector moet er niet aan denken.