SlideShare a Scribd company logo
1 of 41
Download to read offline
JAN-FRANS SWINNEN STAMBOOM PAGINA 14
Jan Frans Swinnen werd geboren op 03.08.1863 te Mol. Hij was de zoon van Petrus Frans
Swinnen (geboren op 23.10.1837 te Balen) en Elisabeth van de Craen (geboren op
27.07.1840 te Eksel). Hij had nog 5 broers en zussen. Hij trouwde met Maria-Theresia Aerts
op 18.08.1891 te Leopoldsburg. Zij was de dochter van Jacobus Aerts (geboren op
17.01.1823 te Beverlo) en Maria Colette Flament (geboren te Lommel op 03.11.1824) en
werd geboren op 04.10.1862 te Leopoldsburg. Zij had nog 6 broers en zussen. Samen kregen
ze 9 kinderen.
Omstreeks 1900 bouwden ze als één van de eersten een huis in Wezel. De parochie Wezel
was toen nog maar pas gesticht maar het was een dorp in volle expansie door de
aanwezigheid van vele pas opgerichte fabrieken.
In het dagelijks leven was Jan-Frans aannemer van beroep en hij had ook nog een
landbouwbedrijf. Op die twee bedrijven samen werkten soms meer dan 30 mensen. De
grote landbouwers in die tijd deden gouden zaken met het leveren van hooi en voedsel aan
het pas opgerichte legerkamp van Leopoldsburg.
Het aannemersbedrijf bleef tot in de jaren 1970 bestaan. Toen werden alle activa verkocht.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog werden al hun paarden in beslag genomen door de Duitse
bezetter maar achteraf na de wapenstilstand konden ze beschikken over Duitse paarden om
het zware werk op te knappen. Hun zoon Jan-Baptist was een tijdens de oorlog een
smokkelaar. Hij trok regelmatig naar Nederland om daar brood te kunnen kopen. Dit was
levensgevaarlijk want de Duitsers hadden elektrische draden langs de grens geplaatst. Deze
versterking was ongeveer 300 km lang en op de versperring stond 2.000 volt. Aanraking met
de draad leidde tot elektrocutie. Een veel gebruikte manier om toch in Nederland te komen
was het omkopen van Duitse militairen zodat deze de stroom afzetten. Een andere manier
om te passeren was het gebruik van niet geleidende voorwerpen die voorkwamen dat het
lichaam met de draad in contact kwam. Ongeveer 1.500 mensen lieten het leven aan de
dodendraad.
Na de oorlog hadden ze ook nog
een Hongaarse weesjongen
geadopteerd. Tussen 1923 en 1927
kwamen er +/- 23.000 Hongaarse
kinderen naar Vlaanderen. De
eersten kwamen aan in de Kempen
omstreeks 1923. Deze kinderen
werden naar België gestuurd omdat
Hongarije een enorme
oorlogsschuld had en omdat het
land na de oorlog te maken kreeg
met enorme aantalen van
vluchtelingen. Vele van die mensen
raakten verzeild in bittere armoede. De
Hongaarse kinderen kwamen met speciale
treinen van het Rode Kruis vanuit Boedapest. De
bedoeling was dat deze kinderen een tijd in
België bleven om aan te sterken.
Deze gegevens en foto zijn doorgegeven aan het
katholiek documentatie en onderzoekscentrum
(kadoc-Leuven) voor de organisatie van een
tentoonstelling van Hongaarse vluchtelingen in
België.
Telkens als er dieren geslacht werden op de
boerderij was de pastoor van de parochie Wezel
er als de eerste bij om een stuk vlees te
bekomen. Maar dat bleef niet duren want het
was die zelfde pastoor Valgaeren (1870 Zoerle
Parwijs – 1945 Wezel) die in de drukke
zomermaanden, als de familie iets te laat in de
kerk binnenkwam, in zijn preek daar te hard de
nadruk op legde.
Enkele kleinkinderen en schoonkinderen werden gemobiliseerd tijdens de Tweede
Wereldoorlog. Sommige werden krijgsgevangenen gemaakt en andere waren na de 18-
daagse veldtocht nog actief in het verzet. Een kleinzoon Gustaaf Swinnen (de zoon van Jean
Swinnen en Rosa Peeters) kwam om het leven op 6 februari 1944. Op die dag raakte hij
dodelijk gewond door een ontploffende brandbom. Zijn broer werd ook zwaar verbrand.
Vele (schoon) kinderen en kleinkinderen werkten bij de Vieille Montagne die de grootste
werkgever was in de streek.
Marie-Theresia overleed op hoge leeftijd te Wezel ten gevolge van een zware val. Zij was lid
van de het St-Jozefsgenootschap van Wezel. Jan Frans (overleden op 18.09.1931) en Marie-
Theresia (overleden op 14.04.1958) zijn samen begraven op het kerkhof van Wezel.
PETRUS SWINNEN STAMBOOM PAGINA 14-2
Petrus werd geboren te Balen op 23 december 1893.
Hij was de broer van Rosalie Swinnen. In 1913 werd
hij opgeroepen om zijn dienstplicht te doen. Bij het
uitbreken van de Eerste Wereldoorlog werd hij
ingedeeld bij het 1ste Bataljon van het tweede
regiment der karabiniers. In het totaal bleef hij 54
maanden aan het front en werd hij nooit gekwetst.
Na de oorlog werd hij met verschillende eretekens
onderscheiden: o.a. het vuurkruis, Ridder in de orde
van Leopold II, Ridder in de kroonorde, de
IJzermedaille, de overwinningsmedaille, de medaille
van de veldtocht 14-18 met 8 frontstrepen, het
oorlogskruis met 2 bronzen palmen,
herinneringsmedaille koning Albert I, militair ereteken 2de klasse …
Het regiment was gekazerneerd in de kazerne Prins Boudewijn te Brussel. Na de mobilisatie
in augustus 1914 werd het regiment ontdubbeld in het 2de en het 4de. Vanaf 6 augustus
1914 tot 19 augustus 1914 verbleef het regiment in Waals-Brabant. De eerste uitval uit de
vestiging Antwerpen tussen 24 en 26 augustus 1914 betekende de vuurdoop voor dit
regiment. Vanuit de vestiging Antwerpen besliste de Belgische legerleiding om de Duitse
opmars in de richting van Parijs af te remmen door het verstoren van de aanvoerlijnen (Luik-
Brussel). Deze 'Eerste uitval' bestond uit een frontale aanval op de Duitse stellingenlijn
Merchtem-Leuven-Aarschot en richtte zich vooral op de bruggen over het kanaal Leuven-
Mechelen in Kampenhout en Tildonk. Het Belgische leger slaagde er wel in de Duitse
voorposten terug te drijven, maar hun offensief strandde voor het kanaal. Tijdens de slag om
de IJzer voert het regiment regelmatig zware aanvallen uit op de Duitse stellingen vanuit de
bocht in Tervate en nadien staat het in voor de verdediging van Stuivekenskerke. Het
regiment kreeg de volgende eervolle vermeldingen: Antwerpen – Ijzer – West-Rozebeke –
Rumbeke – Tervaete – Veldtocht 14-18 – Steenstraete. Op het einde van de oorlog waren er
van zijn regiment meer dan 2.500 manschappen gesneuveld.
Na de oorlog op 12.02.1920 trouwt hij met Josephina Verbruggen. Zij werd geboren op 10
juli 1898 te Mol. Samen hebben ze twee kinderen. Petrus overlijdt te Mol op 4 januari 1984.
Josephina overlijdt te Mol op 20.01.1975.
Hun dochter José Maria Swinnen was getrouwd met Remi Boels (Oostham 28/03/1917 - Mol
05/02/2009). Remi was oud-strijder en krijgsgevangene tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Samen hadden ze 3 kinderen.
Deze gegevens zijn doorgegeven aan de afdeling Kempisch erfgoed. Een biografie is ook
terug te vinden op de website: http://www.europeana1914-1918.eu/
Overzicht van zijn decoraties
De IJzermedaille
Uitgereikt aan diegenen welke, tussen 17 en 31 oktober 1914, deel uitmaakten van het leger
strijdend aan de IJzer (“Yser” in het Frans) en er uitmuntend gestreden hebben. Deze
bronzen medaille (met een groene tint en met een medaillon in groen email bovenaan) werd
ingesteld op 18 oktober 1918 en volgt in belangrijkheid onmiddellijk op het Oorlogskruis
1914-1918. Ook geallieerde militairen welke aan de IJzerslagen deelnamen, kwamen in
aanmerking. Op de voorzijde staat een naakte, gehelmde man met een lans (het tot staan
brengen van de Duitse aanval symboliserend) met aan de rechterzijde de data “17-31 / OCT.
/ 1914”. In het geëmailleerde medaillon kan men het woord “YSER” lezen. Op de achterzijde
zit een gewonde leeuw met een slagveld als achtergrond en met onderaan opnieuw het
woord “YSER” terwijl in het medaillon het koninklijk monogram, de letter “A” (Koning Albert
I) is aangebracht. Het lint is rood (bloed) met brede zwarte (rouw) randen. Het kreeg zijn
huidige benaming ingevolge het K.B. van 5 februari 1934. De Slag aan de IJzer vond plaats
van 18 tot 30 oktober 1914 tijdens de Eerste Wereldoorlog, tussen het Duitse leger en het
Belgisch leger gesteund door Franse troepen.
Op 18 oktober begon de aanval van de naar Duinkerken oprukkende Duitsers op het Belgisch
front aan de linkeroever (tussen Nieuwpoort en Diksmuide) van de IJzer, waarbij het
centrum van het Belgisch leger het zwaar te verduren kreeg. Er vielen ongeveer 60.000
slachtoffers langs Belgische zijde en dat kwam overeen met één derde van de sterkte van het
Belgisch leger.
De Herinneringsmedaille van de 1914-1918 Oorlog
Toegekend aan Belgische burgers die in de rangen van de Belgische strijdkrachten dienden
gedurende de Wereldoorlog en voldeden voor de criteria van de Overwinningsmedaille.
Deze bronzen, enigszins driehoekige medaille werd ingesteld op 21 juli 1919 en kon voorzien
worden van een aantal emblemen: een kroon voor vrijwilligers, een zilveren balkje per
frontstreep, een verguld balkje ter vervanging van 5 zilveren, een rood email kruis voor elke
wondstreep enz. Frontstrepen werden als volgt toegekend: de eerste streep na één jaar
frontdienst, de volgende frontstreep voor elke volgende 6 maand frontdienst.
Marinepersoneel en vissers konden een anker op het lint aanbrengen indien ze ook de
Maritieme Decoratie hadden ontvangen. Leden van het Expeditiekorps voor Rusland
ontvingen een balk “1916-R-1917” of “1916-R-1918”. De voorzijde van de medaille toont het
gehelmde hoofd van een soldaat waarbij de helm is versierd met een lauwertak. In de
onderste hoeken van de medaille staan de jaartallen “1914” en “1918” terwijl bovenaan de
medaille een klimmende leeuw, omgeven door een eikenlooftak (links) en een lauwertak
(rechts). De ommezijde heeft een tweetalig inschrift, onder een koningskroon geflankeerd
door een eikenlooftak (links) en een lauwertak (rechts): “MEDAILLE COMMEMORATIVE / DE
LA CAMPAGNE / 1914-1918 / HERDENKINGSMEDAILLE / VAN DEN VELDTOCHT”.
De Overwinningsmedaille 1914-1918
Uitgereikt aan allen die dienst deden in het gemobiliseerde Belgische leger tussen 1 augustus
1914 en 11 november 1918. Deze bronzen medaille, aanvankelijk voorgesteld door de
Franse veldmaarschalk Foch als een inter-geallieerde medaille en als dusdanig ook
aangenomen, werd ingesteld op 15 juli 1919. Ze volgt onmiddellijk na de IJzermedaille en
door latere decreten kon ze ook worden toegekend aan bv. deelnemers aan de Afrikaanse
campagnes, leden van de koopvaardijvloot en vissers enz. Op de voorzijde is de
overwinningsgodin afgebeeld met uitgespreide vleugels en staand op een wereldbol. In haar
linkerhand houdt ze een lauwerkrans, in haar rechter een zwaard en een lauwerkrans. De
keerzijde toont, binnen een lauwerkrans, het Belgische wapen en omheen de rand is de
tweetalige tekst “LA GRANDE GUERRE POUR LA CIVILISATION. DE GROOTE OORLOG TOT DE
BESCHAVING”. Het lint is van het gebruikelijke “regenboog”-type.
Medailles in de Orde van Leopold II
In 1900 stichtte Koning Leopold II, als koning van het onafhankelijke Congo, nog een orde
welke dan, in 1908, eveneens werd opgenomen in het Belgisch stelsel van ordes en
eretekens.
Deze Orde van Leopold II werd toegekend voor verdienste aan de Koning of het Koningshuis.
In de praktijk is het een orde voor lange en trouwe dienst en wordt als dusdanig toegekend
in de plaats van de zeldzamere Orde van Leopold I (maar tevens afwisselend met de
Kroonorde).
De Kroonorde
Deze orde werd, in 1897, eveneens gesticht door Koning Leopold II, in zijn hoedanigheid als
koning van het onafhankelijke Congo, en in 1908 opgenomen in het Belgische
beloningssysteem. De Kroonorde wordt toegekend voor belangrijke artistieke, letterkundige
of wetenschappelijke verdienste in de commerciële of industriële wereld of voor langdurige
trouwe dienst aan het land of in Afrika.
Het Oorlogskruis 1914-1918
Dit bronzen kruis, ingesteld op 25 oktober 1915, werd toegekend aan militairen voor een
daad van moed tegenover een vijand. Ook buitenlands militair personeel don dit ereteken
verkrijgen. Naast daden van moed kwamen nog andere omstandigheden voor uitreiking in
aanmerking: bv. militairen met minstens 5 frontstrepen (3 jaar frontdienst) voor goed
gedrag, vrijwilligers ouder dan 40 of jonger dan 16 jaar met minstens 18 maand dienst in een
gevechtseenheid, ontsnapte krijgsgevangenen welke opnieuw in militaire dienst traden of
militairen welke, omwille van oorlogsverwondingen, op inactief werden geplaatst, kregen
eveneens het Oorlogskruis toegekend. Een aantal emblemen konden op het lint aangebracht
worden voor Vermelding in de Dagorde: Een Vermelding op legerniveau bracht een bronzen
palm met de letter “A” (Koning Albert I) met zich mee, vijf dergelijke vermeldingen werden
omgezet in een zilveren palm en vijf zilveren in een gouden palm; Vermeldingen op divisie-
of regimentsniveau werden aanvankelijk gekenmerkt door bronzen, zilveren of gouden
leeuwtjes maar deze werden later afgeschaft en vervangen door de eerder beschreven
palmen.
Het Vuurkruis 1914-1918
Uitgereikt aan allen die de “Vuurkaart” hadden ontvangen, m.a.w. allen die aan het front
onder vuur gelegen hadden. Dit bronzen kruis, met korte, brede armen, werd ingesteld op 6
februari 1934 en wordt onmiddellijk na de IJzer Medaille (of Kruis) gedragen. Het Vuurkruis
kon niet postuum worden uitgereikt. Op de grote rechthoek aan de voorzijde is een verlaten
slagveld te zien, geflankeerd door een verticale lauwertak: vooraan een helm op een
bajonet, achteraan een heuvel met een 75mm geschut terwijl de zon tussen enkele wolken
schijnt. De keerzijde toont in het paneel een koningskroon van waaruit zeven stralen
vertrekken en een grote lauwertak waarover de Latijnse tekst “SALUS PATRIAE / SUPREMA
LEX” is aangebracht. De jaartallen “1914 / 1918” staan rechts onderaan terwijl linksonder de
naam van de ontwerper van het ereteken, A. Rombaut, is vermeld. Het lint is rood met
lichtblauwe randen en een centrale streep in diezelfde kleur.
De Militaire Decoratie tweede klasse
Uitgereikt aan onderofficieren en soldaten van de Belgische strijdkrachten De Militaire
Decoratie werd ingesteld op 22 december 1873 en, vroeg in de 20ste eeuw, werd een
decreet uitgevaardigd waardoor deze onderscheiding in twee klassen werd opgesplitst. De
Decoratie 2de Klasse werd uitgereikt voor 10 jaar dienst, vijf supplementaire jaren geven
recht op een chevron op het lint, de 1ste Klasse. Indien dit ereteken echter werd uitgereikt
voor een daad van moed of voor uitzonderlijke verdienste (Artikel 4 van de statuten van de
Militaire Decoratie), werd het lint gewijzigd in een rood lint met de nationale Belgische
driekleur aan de randen
De Herinneringsmedaille aan de Regeerperiode van Koning Albert I
Deze medaille werd pas ingesteld op 17 februari 1962 voor uitreiking aan militairen in dienst
of gewezen militairen, voor trouwe en goede diensten, tussen 18 december 1909 en 18
februari 1934, in het belang van de strijdkrachten. Deze medaille werd ook uitgereikt aan de
gewezen militairen die de overwinningsmedaille en de herinneringsmedaille hebben
ontvangen.
MARIE SWINNEN STAMBOOM PAGINA 14-4
Marie Swinnen werd geboren op 08.04.1897 en was de zus van Rosalie Swinnen. Eerst
trouwde ze met Andreas van Broekhoven en samen hadden ze 3 kinderen. Andreas overleed
reeds in 1927 te Wezel. Hij was wel 30 jaar ouder dan Marie. Hun dochter Regine trouwde
met Joseph Louis Frederix (Hasselt 08.01.1917 - Mol 08.02.2003). Hij was een oud-strijder en
lid van het verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hij verkreeg de volgende medailles:
Ridder in de orde van Leopold II, gouden palmen van de Kroonorde, gouden medaille in de
orde van Leopold II, Militair ereteken 1ste en 2de klasse, oorlogskruis, weerstandsmedaille,
medaille van koning Albert I, de vrijwilligersmedaille en de herinneringsmedaille 40-45. Na
de 18daagse veldtocht werd hij gedurende een korte tijd krijgsgevangen genomen.
Na het overlijden van Andreas trouwde Marie met Frans Van Camp. Frans werd geboren te
Dessel op 10.02.1897. Ze trouwden te Mol op 10 augustus 1928. Frans en Marie hadden een
huis in de Steegstraat in Balen en Frans werkte als arbeider bij de Vieille Montagne.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd de fabriek van de
Vieille Montagne door de Duitse soldaten bezet.
Iedereen werd verplicht om voor de Duitse bezetter te
werken. De arbeiders die dat deden werden wel na de
oorlog ontslagen. De arbeiders die dat weigerden
moesten om de twee weken naar Mol gaan om hun
kaart te laten afstempelen. Wie een rode stempel kreeg
moest in Duitsland gaan werken. Op een dag kreeg
Frans een rode stempel. Hij durfde niet meer naar huis
te gaan en besloot om onder te duiken. In 1917
ontsnapte Frans vanuit Dessel naar Nederland. Daarvoor
moest hij de dodendraad overschrijden. Deze draad
tussen België en Nederland was 320 kilometer lang en
stond onder elektrische spanning. Eens in Nederland
aangekomen begaf Frans zich naar Rotterdam.
Daar nam hij een overzetboot naar
Engeland. De tocht was vol gevaren want
er lagen in de Noordzee Duitse mijnen en
er waren steeds onderzeeboten op zoek
naar schepen. Pas nadat de overzetboot
in Engelse wateren terecht kwam werd
deze beschermd door Engelse
torpedobootjagers. Na zijn aankomst in
Folkestone nam hij de trein naar Londen
en daar kon hij zich aanmelden als vrijwilliger om soldaat te worden in het Belgisch leger. Op
28 april 1917 was hij officieel in dienst. Frans verbleef vanaf 20 juni 1917 tot 13 november in
een instructiekamp in Frankrijk om een opleiding te volgen. Dit kamp lag in Normandië in de
stad Granville. Na deze opleiding werd Frans op 14 november 1917 naar het front gestuurd.
Vanaf 14 november 1917 tot 2 januari 1918 maakte Frans deel uit van het 8ste
artillerieregiment. Van 4 januari 1918 tot 4 februari was hij soldaat bij het 1ste
artillerieregiment en vanaf 5 februari tot het einde van de oorlog was hij lid van het 18de
artillerieregiment.
Op 1 februari 1918 werd het 18de artillerieregiment opgericht. Het bestond uit 4 groepen
met elk 2 batterijen. Het regiment neemt deel aan verschillende artilleriegevechten met
Duitse eenheden en draagt vaak bij tot het tegenhouden van vijandelijke aanvallen. De 3de
groep waartoe Frans behoorde geeft in oktober 1918 vuursteun aan een Frans regiment. Na
de wapenstilstand keert het regiment terug naar Brussel. Tijdens de oorlog verloor het
regiment 7 officieren en 71 manschappen.
Op 31 januari 1919 wordt hij gedemobiliseerd. Frans krijgt voor die periode een vergoeding
van 30 euro. (13 maanden aan 75 BEF en 5 maanden aan 50 BEF).
Frans wordt met de volgende eretekens onderscheiden: Belgisch oorlogskruis met palm,
herinneringsmedaille, overwinningsmedaille, vrijwilligersmedaille, herinneringsmedaille aan
koning Albert I, de gouden palm in de kroonorde, de gouden medaille in de orde van Leopold
II en het ereteken van de arbeid I en II klasse. Frans kreeg ook 1 frontstreep toegekend.
Begin september 1944 waren er al grote gebieden van België bevrijd. De Engelse troepen
naderden Balen en de Duitse troepen waren in opperste staat van paraatheid. Op 11
september 1944 kwamen er 3 vrachtwagens met ss-troepen aan in Balen en deze soldaten
namen verschillende personen gevangen. Deze gevangenen moesten eerst hun eigen graf
graven en nadien werden ze neergeschoten. De ss-troepen waren ook op zoek naar Frans.
Maar tijdens zijn vlucht kon hij zich verbergen in een ondiepe beek in een veld. De soldaten
zochten met man en macht. 's Nachts werden de velden met lampen verlicht maar ze
konden Frans niet vinden. Na ongeveer 24 uur in een gracht gelegen te hebben sloop hij
terug naar huis en enkele dagen laten op 14 september 1944 werd Balen bevrijd door
Engelse troepen.
Marie overlijdt te Mol op 20.08.1979 en Frans op 04.06.1980 te Balen.
Overzicht van zijn decoraties
De Herinneringsmedaille van de 1914-1918 Oorlog
Toegekend aan Belgische burgers die in de rangen van de Belgische strijdkrachten dienden
gedurende de Wereldoorlog en voldeden voor de criteria van de Overwinningsmedaille.
Deze bronzen, enigszins driehoekige medaille werd ingesteld op 21 juli 1919 en kon voorzien
worden van een aantal emblemen: een kroon voor vrijwilligers, een zilveren balkje per
frontstreep, een verguld balkje ter vervanging van 5 zilveren, een rood email kruis voor elke
wondstreep enz. Frontstepen werden als volgt toegekend: de eerste streep na één jaar
frontdienst, de volgende frontstreep voor elke volgende 6 maand frontdienst.
Marinepersoneel en vissers konden een anker op het lint aanbrengen indien ze ook de
Maritieme Decoratie hadden ontvangen. Leden van het Expeditiekorps voor Rusland
ontvingen een balk “1916-R-1917” of “1916-R-1918”. De voorzijde van de medaille toont het
gehelmde hoofd van een soldaat waarbij de helm is versierd met een lauwertak. In de
onderste hoeken van de medaille staan de jaartallen “1914” en “1918” terwijl bovenaan de
medaille een klimmende leeuw, omgeven door een eikenlooftak (links) en een lauwertak
(rechts). De ommezijde heeft een tweetalig inschrift, onder een koningskroon geflankeerd
door een eikenlooftak (links) en een lauwertak (rechts): “MEDAILLE COMMEMORATIVE / DE
LA CAMPAGNE / 1914-1918 / HERDENKINGSMEDAILLE / VAN DEN VELDTOCHT”.
De Overwinningsmedaille 1914-1918
Uitgereikt aan allen die dienst deden in het gemobiliseerde Belgische leger tussen 1 augustus
1914 en 11 november 1918. Deze bronzen medaille, aanvankelijk voorgesteld door de
Franse veldmaarschalk Foch als een inter-geallieerde medaille en als dusdanig ook
aangenomen, werd ingesteld op 15 juli 1919. Ze volgt onmiddellijk na de IJzermedaille en
door latere decreten kon ze ook worden toegekend aan bv. deelnemers aan de Afrikaanse
campagnes, leden van de koopvaardijvloot en vissers enz. Op de voorzijde is de
overwinningsgodin afgebeeld met uitgespreide vleugels en staand op een wereldbol. In haar
linkerhand houdt ze een lauwerkrans, in haar rechter een zwaard en een lauwerkrans.
Medailles in de Orde van Leopold II
In 1900 stichtte Koning Leopold II, als koning van het onafhankelijke Congo, nog een orde
welke dan, in 1908, eveneens werd opgenomen in het Belgisch stelsel van ordes en
eretekens.
Deze Orde van Leopold II werd toegekend voor verdienste aan de Koning of het Koningshuis.
In de praktijk is het een orde voor lange en trouwe dienst en wordt als dusdanig toegekend
in de plaats van de zeldzamere Orde van Leopold I (maar tevens afwisselend met de
Kroonorde).
Het Oorlogskruis 1914-1918
Dit bronzen kruis, ingesteld op 25 oktober 1915, werd toegekend aan militairen voor een
daad van moed tegenover een vijand. Ook buitenlands militair personeel don dit ereteken
verkrijgen. Naast daden van moed kwamen nog andere omstandigheden voor uitreiking in
aanmerking: bv. militairen met minstens 5 frontstrepen (3 jaar frontdienst) voor goed
gedrag, vrijwilligers ouder dan 40 of jonger dan 16 jaar met minstens 18 maand dienst in een
gevechtseenheid, ontsnapte krijgsgevangenen welke opnieuw in militaire dienst traden of
militairen welke, omwille van oorlogsverwondingen, op inactief werden geplaatst, kregen
eveneens het Oorlogskruis toegekend. Een aantal emblemen konden op het lint aangebracht
worden voor Vermelding in de Dagorde: Een Vermelding op legerniveau bracht een bronzen
palm met de letter “A” (Koning Albert I) met zich mee, vijf dergelijke vermeldingen werden
omgezet in een zilveren palm en vijf zilveren in een gouden palm; Vermeldingen op divisie-
of regimentsniveau werden aanvankelijk gekenmerkt door bronzen, zilveren of gouden
leeuwtjes maar deze werden later afgeschaft en vervangen door de eerder beschreven
palmen.
De Herinneringsmedaille aan de Regeerperiode van Koning Albert I
Deze medaille werd pas ingesteld op 17 februari 1962 voor uitreiking aan militairen in dienst
of gewezen militairen, voor trouwe en goede diensten, tussen 18 december 1909 en 18
februari 1934, in het belang van de strijdkrachten. Deze medaille werd ook uitgereikt aan de
gewezen militairen die de overwinningsmedaille en de herinneringsmedaille hebben
ontvangen.
De Industrie -en Landbouwdecoratie (later, de Decoratie voor Arbeid)
Toegekend voor trouwe dienst in de industrie, in twee klassen, de 1ste Klasse (verguld, met
rozet op het lint) voor 30 jaar, de 2de (verzilverd) voor 25 jaar dienst.
Medaille vrijwillige strijder 14-18
Toegekend aan Belgische of buitenlandse burgers welke zich vrijwillig aanmeldden om in de
Belgische strijdkrachten te dienen en welke effectief, tijdens de Eerste Wereldoorlog, in een
gevechtseenheid in een gevarenzone dienden gedurende tenminste 6 maanden.
Op 17 juni 1930 werd deze bronzen medaille ingesteld maar later werd het uitreikingsgebied
nog uitgebreid, zo bv. dienden vrijwilligers ouder dan 40 jaar slechts 3 maanden en
vrijwilligers boven de 50 slechts 1 maand te dienen. Medisch personeel kon de medaille
toegewezen krijgen voor twee jaar dienst in onbezet België en nog andere bepalingen
regelden de toekenning aan jongeren, gevlucht uit bezet België, de toekenning ingeval van
oorlogsverwonding, postume uitreiking enz.
De voorzijde van de medaille toont de hoofden van twee vrijwilligers, de ene met een
hoofddeksel anno 1830 (het jaar van de Belgische onafhankelijkheid) en de andere met een
helm van 1914. Bovenaan staat een koningskroon op lauwertakken. De achterzijde draagt de
jaartallen "1914-1918" in het midden en de tekst "VOLUNTARIIS PATRIA MEMOR" omheen
de rand. Het lint is donkerblauw.
De Kroonorde
Deze orde werd, in 1897, eveneens gesticht door Koning Leopold II, in zijn hoedanigheid als
koning van het onafhankelijke Congo, en in 1908 opgenomen in het Belgische
beloningssysteem. De Kroonorde wordt toegekend voor belangrijke artistieke, letterkundige
of wetenschappelijke verdienste in de commerciële of industriële wereld of voor langdurige
trouwe dienst aan het land of in Afrika.
6e Legerdivisie - 18e Regiment Artillerie
‘t Is op het roemrijk slagveld van Vlaanderen dat het 18e Regiment Artillerie tot stand kwam.
Op 1 Februari 1918 gevormd uit vier groepen van twee batterijen, werd het onder het bevel
van majoor de Cuyper geplaatst. De eerste groep omvatte twee batterijen van 105 Lang; de
tweede: twee batterijen van 155 Schneider 17; de derde: houwitsers van 6 duim en de
vierde: batterijen loopgravenartillerie.
In den loop van 1918 werd er voor elke groep een derde batterij opgericht. De eerste, de
derde en de vierde groep stellen zich op tusschen Oost-Duinkerke en Nieuwpoort. In dien
sector, welken de vijand door en door kent, neemt het 18 A deel aan den steeds vinnigen
strijd tegen de Duitsche marine- en veldartillerie, die sedert zeer lang omstreeks Westende
en Middelkerke zijn opgesteld. Zijn vuur steunt talrijke raids der infanterie en zijne
tegenvoorbereiding draagt ruimschoots bij tot het tegenhouden van de veelvuldige
vijandelijke invallen.
Den 2n Maart vervoegt de 2e groep zich bij het regiment dat stelling neemt ten Westen van
Nieuwpoort-badstad. Al de groepen worden door den vijand beschoten. De derde groep
beleeft een zeer bewogen periode en verplaatst zich. Eene vermelding bij
regimentsdagorder herinnert aan dit tijdstip.
De tweede groep die, in de nabijheid der loopgraven opgesteld zijnde, dikwijls opdracht
krijgt om de Duitsche batterijen te bestrijden of te neutraliseeren, ondergaat geweldige
tegenbeschietingen vanwege den vijand. Kapitein Rollin wordt doodelijk gewond op 21 Mei.
In Maart en in het begin van Juni lokken de met buitengewoon succes door de eerste groep
uitgevoerde stoorvuren en beschietingen op batterijen, een geweldig tegenbombardement
uit vanwege den vijand, die woedend op de batterij blijft hameren. De groep wordt
gefeliciteerd en de 1e batterij wordt vermeld bij dagorder van het regiment.
Nadat de 4e groep zich in den sector van Nieuwpoort altijd even moedig had gedragen,
verlaat zij, einde Juli, het regiment. Den 5n Augustus vertrekt het 18 A naar de 2e linie, in de
omgeving van Hondschoote en Saint-Sixte. Den 19n Augustus lost het ‘t 14 A af in den sector
van Boezinge. De heilige wacht herbegint met hare aanhoudende artilleriegevechten.
Kort nadien komt de 3-1 aan op het front; de tweede groep wordt ter beschikking gesteld
van de 12e Infanteriedivisie en de derde groep gedetacheerd bij de 6e Infanteriedivisie. Dit
zijn de voorbereidende maatregelen voor het nakend groot offensief.
Den 28n September neemt het regiment stelling op de linie Wieltje-Pilken, vanwaar het, van
op één kilometer afstand van de Duitsche loopgraven, deelneemt aan het overweldigend
artillerievuur dat te 2 u. 30 losbreekt en drie uren lang de vijandelijke stellingen onder een
stortregen van granaten van alle kaliber verplettert. Op het uur H, te 5 u. 30, houdt de
behamering der loopgaven op en het regiment begeleidt door middel van zijn vuur de
bewonderenswaardige infanterie die in stormloop oprukt tegen den heuvelkam van
Passchendale.
Den 30n September neemt het regiment stelling bij Mosselmarkt en ten Westen van
Passchendale, in een volkomen omgewoeld terrein, waar het 14 dagen lang onophoudend
bestookt wordt door de vijandelijke artillerie, die allerbest beschut was door Roeselare en de
omliggende dekkingen.
Gedurende die periode neemt het 18 A op onafgebroken wijze deel aan de vuren tegen
batterijen en aan de tegenvoorbereidingsvuren.
Het regiment wordt bij legerdagorder vermeld en bekomt de toelating om den naam «
Passchendale » op de schilden zijner stukken te schrijven.
Den 13n October stelt het zich op omstreeks Moorslede en neemt deel aan den aanval tot
verovering van Roeselare en van de laatste verdedigingswerken der Flandernstellung. Te 5 u.
35 begint de stormloop der infanterie die den vijand naar het Oosten achteruitdringt. Doch
te Rumbeke maken de Duitschers front en de eerste en de tweede groep helpen de 6e
Infanteriedivisie om die localiteit te vermeesteren, terwijl de derde groep den aanval in de
richting der Leie voortzet. Het regiment wordt omstreeks Ingelmunster weer samengebracht
en trekt onmiddellijk op naar Oostroozebeke om er de Franschen te steunen, die trachten de
Leie over te steken. De eerste en de tweede groep worden bij legerdagorder vermeld en
bekomen de toelating om den naam « Rumbeke » op het schild hunner stukken te schrijven.
De 3-11 vervoegt zich bij haar groep en den 20n October neemt het regiment stelling bij
Zoetendaal, Ursel en Kleit, waar het de Ve Legerdivisie moet steunen bij hare poging om het
afleidingskanaal over te steken. Den 9n September is het 18 A. te Zwartegat, ter beschikking
der IIIe Legerdivisie die over de Schelde wil trekken en 11n November stelt de
wapenstilstand voorgoed een einde aan de krijgsverrichtingen.
Het regiment keert terug naar Brussel. Sedert zijne vorming heeft het regiment 7 officieren
en 71 manschappen verloren.
CONSTANCE SWINNEN STAMBOOM PAGINA 14-5
Constance was de zus van Rosalie Swinnen en werd geboren te Balen op 14.04.1899. Ze
trouwde met Victor Van Hoof op 08.10.1920 en samen hadden ze 4 kinderen. Victor werd
geboren te Mol op 26.05.1900. Hun zoon Nand (Mol 12/03/1921 - Balen 25/04/2004) was
soldaat, krijgsgevangene en gewapend weerstander tijdens de Tweede Wereldoorlog. Na de
oorlog trouwt hij met Jeanne Reyns en krijgen ze 4 kinderen. Nand werkte als opzichter bij
de Vieille Montagne te Balen-Wezel en was ook nog uitbater van een café. Hun schoonzoon
Henri Hermans (Heusden-Zolder 04/10/1924) was oorlogsvrijwilliger en gewapend
weerstander tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Constance en Victor gingen tot hun 11de naar school. Nadien ging Victor werken op de
watering van Emsens. Hij verdiende daar 1 frank per dag. Door dat werk had Victor geen tijd
meer om misdienaar te zijn in de kerk van Mol-Rauw. Toen hij 17 werd kreeg hij 0,75 frank
opslag. Nadien ging Victor in het zinkfabriek te Lommel werken. Van zodra hij genoeg
gespaard had trouwde hij
met Constance. Samen
bouwden ze een huis in de
Balenneetlaan te Balen-
Wezel.
Vervolgens ging Victor als
opzichter in het bedrijf van
zijn schoonouders werken
en vanaf 1933 tot 1965
werkte hij als kraanman bij
de Vieille-Montagne. Van
1933 tot 1953 hield hij met
vrouw nog een café en
kruidenierswinkel open.
In oktober 1980 vierde het
koppel zijn diamanten
jubileum met een dankmis
in de Sint-Jozefskerk te
Wezel. De buren hadden
hun huis en heel de straat
versierd.
Victor overlijdt te Mol op 17.10.1985 en Constance overlijdt te Mol op 15.01.1997.
2 van hun achterkleinkinderen werden bekende Vlaming. Ellen Dufour is een Belgische
zangeres en een presentatrice op VTM. Ze werd bekend door deelname aan het programma
Big Brother. Ze was de eerste vrouwelijke winnaar. Guy Dufour is een profvoetballer die zijn
opleiding kreeg bij PSV Eindhoven en nadien voetbalde bij Lommel, Standard Luik en Sint-
Truiden.
ELISABETH SWINNEN STAMBOOM PAGINA 14-1
Elisabeth Swinnen werd geboren te Balen op 24.05.1892 en was de zus van Rosalie Swinnen.
Zij trouwde met August Janssen (geboren
te Balen op 29.10.1890) en samen kregen
ze 5 kinderen.
Twee van hun kinderen traden in het
klooster bij de Broeders van Liefde. De
broeders van Liefde is een rooms-
katholieke congregatie die in 1807 werd
gesticht. Ze zijn actief in 3 grote sectoren:
welzijn, onderwijs en
verzorgingsinstellingen.
Frans Janssen, geboren te Mol op
08.06.1911 startte zijn postulaat op
14.02.1930. Hij legde zijn eeuwige beloften
af op 15.06.1934 en nam de kloosternaam
broeder Mareas aan. Na de oorlog gaf hij
les aan een college. Bij zijn zilveren
jubileum hoorde een groot feest waarbij
heel de familie was uitgenodigd. Hij
overleed te Turnhout op 21.02.1986.
Zijn broer André Janssen werd geboren te Balen op 18.01.1928. Zijn postulaat startte op
14.02.1945. Hij legde zijn eeuwige geloften af op 15.08.1949 en nam de kloosternaam
broeder Bertrand aan. Hij overleed in Sint-Job-in-‘t-Goor op 27.01.1996. André was jarenlang
leraar en schooldirecteur in de technische middelbare school van Tessenderlo.
Haar man August-Victor was soldaat tijdens de Eerste Wereldoorlog. Hij maakte deel uit van
de klasse van 1910 en werd op 28 juli 1914 gemobiliseerd. Hij maakte deel uit van het 8ste
linieregiment. Dit regiment bevond zich bij de mobilisatie te Laken. Op 3 augustus 1914 werd
het overgebracht naar Rhines (Namen). Daar werd het regiment ontdubbeld (8ste en 28ste).
Na de val van Luik op 16 augustus 1914 richtte het Duitse 2de en 3de leger, geleid door von
Bülow de blik naar Namen. In theorie zou de verovering van Namen gemakkelijker zijn dan
die van Luik: de instelling van het garnizoen was matig, er was te weinig munitie en de
bezetting was te gering. Op z'n best werd Namen verdedigd door 37.000 man,
waartegenover de Duitsers 107.000 man konden opstellen.
De Duitsers besloten hun eerdere succes bij Luik te herhalen door de forten met zware
artillerie te bestoken, onder meer met de 42 cm-houwitser "Dikke Bertha". Twee dagen
nadat von Bülow daarmee was begonnen, op 23 augustus, stond Namen op het punt te
vallen.
Op 24.08.1914 wordt August-Victor door Duitse soldaten gevangen genomen en naar een
krijgsgevangenenkamp in Gelsenkirchen gebracht.
Op 10.03.1916 onderneemt hij een ontsnappingspoging en na een lange en gevaarlijke tocht
komt August-Victor in Nederland terecht. Hij verblijft tot 23.03.1916 in het hospitaal en
vervolgens neemt hij de boot naar Engeland. Na zijn aankomst in Folkestone wordt hij op
15.05.1916 doorgestuurd naar het Belgisch kamp Ruchard in Frankrijk.
Op 13.07.1916 komt hij terug bij het 8ste linieregiment aan. Tijdens verschillende gevechten
wordt August-Victor 2 maal gekwetst. Hij verblijft in het hospitaal van 29.12.1917 tot
22.01.1918 en van 25.03.1918 tot 26.04.1918. Vervolgens wordt hij overgeplaatst naar het
depot te Dieppe. In 1919 wordt hij ontslagen uit het leger. Na de oorlog wordt August-Victor
onderscheiden met o.a. de volgende eretekens: vuurkruis, oorlogskruis met palm,
herinneringsmedaille met 4 frontstrepen, de koning Albert I medaille, Ridder in de orde van
Leopold II en de overwinningsmedaille. Hij werd ook 20% invalide verklaard en kreeg 1
gevangenenstreep.
Hij was aannemer van beroep. Hun dochter
Leonia had jarenlang een café en
kruidenierszaak te Balen-Wezel. Elisabeth
overlijdt op 27 mei 1984 te Lommel. August
overlijdt te Balen op 04 oktober 1973.
Hun schoonzoon Camiel Fransen (Hechtel
26/12/1912), die met hun dochter Constance
was getrouwd, was oud-strijder tijdens WO II.
Deze gegevens zijn doorgegeven aan de
afdeling Kempisch erfgoed. Een biografie is ook
terug te vinden op de website:
http://www.europeana1914-1918.eu/
Overzicht van zijn decoraties
De Herinneringsmedaille van de 1914-1918 Oorlog
Toegekend aan Belgische burgers die in de rangen van de Belgische strijdkrachten dienden
gedurende de Wereldoorlog en voldeden voor de criteria van de Overwinningsmedaille.
Deze bronzen, enigszins driehoekige medaille werd ingesteld op 21 juli 1919 en kon voorzien
worden van een aantal emblemen: een kroon voor vrijwilligers, een zilveren balkje per
frontstreep, een verguld balkje ter vervanging van 5 zilveren, een rood email kruis voor elke
wondstreep enz. Frontstepen werden als volgt toegekend: de eerste streep na één jaar
frontdienst, de volgende frontstreep voor elke volgende 6 maand frontdienst.
Marinepersoneel en vissers konden een anker op het lint aanbrengen indien ze ook de
Maritieme Decoratie hadden ontvangen. Leden van het Expeditiekorps voor Rusland
ontvingen een balk “1916-R-1917” of “1916-R-1918”. De voorzijde van de medaille toont het
gehelmde hoofd van een soldaat waarbij de helm is versierd met een lauwertak. In de
onderste hoeken van de medaille staan de jaartallen “1914” en “1918” terwijl bovenaan de
medaille een klimmende leeuw, omgeven door een eikenlooftak (links) en een lauwertak
(rechts). De ommezijde heeft een tweetalig inschrift, onder een koningskroon geflankeerd
door een eikenlooftak (links) en een lauwertak (rechts): “MEDAILLE COMMEMORATIVE / DE
LA CAMPAGNE / 1914-1918 / HERDENKINGSMEDAILLE / VAN DEN VELDTOCHT”.
De Overwinningsmedaille 1914-1918
Uitgereikt aan allen die dienst deden in het gemobiliseerde Belgische leger tussen 1 augustus
1914 en 11 november 1918. Deze bronzen medaille, aanvankelijk voorgesteld door de
Franse veldmaarschalk Foch als een inter-geallieerde medaille en als dusdanig ook
aangenomen, werd ingesteld op 15 juli 1919. Ze volgt onmiddellijk na de IJzermedaille en
door latere decreten kon ze ook worden toegekend aan bv. deelnemers aan de Afrikaanse
campagnes, leden van de koopvaardijvloot en vissers enz. Op de voorzijde is de
overwinningsgodin afgebeeld met uitgespreide vleugels en staand op een wereldbol. In haar
linkerhand houdt ze een lauwerkrans, in haar rechter een zwaard en een lauwerkrans.
Medailles in de Orde van Leopold II
In 1900 stichtte Koning Leopold II, als koning van het onafhankelijke Congo, nog een orde
welke dan, in 1908, eveneens werd opgenomen in het Belgisch stelsel van ordes en
eretekens.
Deze Orde van Leopold II werd toegekend voor verdienste aan de Koning of het Koningshuis.
In de praktijk is het een orde voor lange en trouwe dienst en wordt als dusdanig toegekend
in de plaats van de zeldzamere Orde van Leopold I (maar tevens afwisselend met de
Kroonorde).
Het Oorlogskruis 1914-1918
Dit bronzen kruis, ingesteld op 25 oktober 1915, werd toegekend aan militairen voor een
daad van moed tegenover een vijand. Ook buitenlands militair personeel don dit ereteken
verkrijgen. Naast daden van moed kwamen nog andere omstandigheden voor uitreiking in
aanmerking: bv. militairen met minstens 5 frontstrepen (3 jaar frontdienst) voor goed
gedrag, vrijwilligers ouder dan 40 of jonger dan 16 jaar met minstens 18 maand dienst in een
gevechtseenheid, ontsnapte krijgsgevangenen welke opnieuw in militaire dienst traden of
militairen welke, omwille van oorlogsverwondingen, op inactief werden geplaatst, kregen
eveneens het Oorlogskruis toegekend. Een aantal emblemen konden op het lint aangebracht
worden voor Vermelding in de Dagorde: Een Vermelding op legerniveau bracht een bronzen
palm met de letter “A” (Koning Albert I) met zich mee, vijf dergelijke vermeldingen werden
omgezet in een zilveren palm en vijf zilveren in een gouden palm; Vermeldingen op divisie-
of regimentsniveau werden aanvankelijk gekenmerkt door bronzen, zilveren of gouden
leeuwtjes maar deze werden later afgeschaft en vervangen door de eerder beschreven
palmen. De voorzijde van het kruis, dat gekruiste zwaarden tussen de kruisarmen heeft,
toont een klimmende leeuw in het medaillon, de achterzijde is identiek behalve voor de
vervanging van de leeuw door het koninklijk monogram “A”. Het lint is rood met vijf groene
strepen.
Het Vuurkruis 1914-1918
Uitgereikt aan allen die de “Vuurkaart” hadden ontvangen, m.a.w. allen die aan het front
onder vuur gelegen hadden. Dit bronzen kruis, met korte, brede armen, werd ingesteld op 6
februari 1934 en wordt onmiddellijk na de IJzer Medaille (of Kruis) gedragen. Het Vuurkruis
kon niet postuum worden uitgereikt. Op de grote rechthoek aan de voorzijde is een verlaten
slagveld te zien, geflankeerd door een verticale lauwertak: vooraan een helm op een
bajonet, achteraan een heuvel met een 75mm geschut terwijl de zon tussen enkele wolken
schijnt. De keerzijde toont in het paneel een koningskroon van waaruit zeven stralen
vertrekken en een grote lauwertak waarover de Latijnse tekst “SALUS PATRIAE / SUPREMA
LEX” is aangebracht. De jaartallen “1914 / 1918” staan rechts onderaan terwijl linksonder de
naam van de ontwerper van het ereteken, A. Rombaut, is vermeld. Het lint is rood met
lichtblauwe randen en een centrale streep in diezelfde kleur.
De Herinneringsmedaille aan de Regeerperiode van Koning Albert I
Deze medaille werd pas ingesteld op 17 februari 1962 voor uitreiking aan militairen in dienst
of gewezen militairen, voor trouwe en goede diensten, tussen 18 december 1909 en 18
februari 1934, in het belang van de strijdkrachten. Deze medaille werd ook uitgereikt aan de
gewezen militairen die de overwinningsmedaille en de herinneringsmedaille hebben
ontvangen.
FRANS JANSSEN STAMBOOM PAGINA 14-1
Frans Janssen, geboren te Mol op 08.06.1911 startte zijn
postulaat op 14.02.1930. Hij legde zijn eeuwige beloften af op
15.06.1934 en nam de kloosternaam broeder Mareas aan. Na
de oorlog gaf hij les aan een college. Bij zijn zilveren jubileum
hoorde een groot feest waarbij heel de familie was
uitgenodigd. Hij overleed te Turnhout op 21.02.1986.
De broeders van Liefde is een rooms-katholieke congregatie
die in 1807 werd gesticht. Ze zijn actief in 3 grote sectoren:
welzijn, onderwijs en verzorgingsinstellingen.
Hij was de zoon van Elisabeth Swinnen en August Janssen.
ANDRÉ JANSSEN STAMBOOM PAGINA 14-1
André Janssen werd geboren te Balen op 18.01.1928. Zijn
postulaat startte op 14.02.1945. Hij legde zijn eeuwige
geloften af op 15.08.1949 en nam de kloosternaam broeder
Bertrand aan. Hij overleed in Sint-Job-in-‘t-Goor op
27.01.1996. André was jarenlang leraar en schooldirecteur
in de technische middelbare school van Tessenderlo.
De broeders van Liefde is een rooms-katholieke congregatie
die in 1807 werd gesticht. Ze zijn actief in 3 grote sectoren:
welzijn, onderwijs en verzorgingsinstellingen.
Hij was de zoon van Elisabeth Swinnen en August Janssen.
MARIA ROSALIA SWINNEN STAMBOOM PAGINA 15
Maria werd geboren te Lommel op 06.01.1885. Zij was de dochter van Petrus Franciscus
Swinnen en Elisabeth van de Craen. Maria was de tante van Rosalie Swinnen. Op 19.12.1908
trouwde ze te Leopoldsburg met Jan Anselmus Wouters. Samen hadden ze twee kinderen
(Jean Baptist en Jozef). Jan werd geboren te Oostham op 24.03.1883. Vanaf 1904 was Jan
beroepsmilitair (vrijwilliger met premie). Hij verlengde zijn contract met het Belgisch leger
telkens voor 1 jaar. Als soldaat-klaroenspeler diende hij eerst het 13de linieregiment en later
het 5de genieregiment.
Het 13de linieregiment maakte deel uit van de 4de
legerdivisie en maakte verschillende bloederige
gevechten mee. Zoals bijv. de slag bij Keiem in
oktober 1914. Na deze veldslag keerden slechts 1
officier en 200 manschappen naar hun stellingen
terug. Het 13de bezette de eerste linie van de
sector Nieuwpoort, 3 Grachten en Ramskapelle. In
mei 1916 sneuvelde er bij Diksmuide meer dan
350 soldaten van hun regiment.
In 1918 werd hij zwaargewond. Eerst werd Jan
naar een Frans hospitaal gebracht en na de
wapenstilstand werd hij naar een ziekenhuis in
Zelzate overgeplaatst. Daar overleed hij op
04.04.1919. In het totaal bracht Jan 47 maanden
aan het front en 5 maanden achter het front door.
Hij kreeg 5 frontstrepen en hij werd
onderscheiden met de volgende medailles: Ridder
in de orde van Leopold II, Oorlogskruis,
IJzermedaille, Herinneringsmedaille en Overwinningsmedaille.
Jan werd begraven te Zelzate maar later is hij overgebracht naar het militair erepark op de
stedelijke begraafplaats van Brugge. Zijn naam is ook bijgezet op het oorlogsmonument van
de gemeente Balen.
Op 20 juli 1920 hertrouwt Maria met Petrus Jozef Boels. Hij was een landbouwer afkomstig
van Oostham. Maria overlijdt te Lommel op 02.09.1964.
Overzicht van zijn decoraties
De Herinneringsmedaille van de 1914-1918 Oorlog
Toegekend aan Belgische burgers die in de rangen van de Belgische strijdkrachten dienden
gedurende de Wereldoorlog en voldeden voor de criteria van de Overwinningsmedaille.
Deze bronzen, enigszins driehoekige medaille werd ingesteld op 21 juli 1919 en kon voorzien
worden van een aantal emblemen: een kroon voor vrijwilligers, een zilveren balkje per
frontstreep, een verguld balkje ter vervanging van 5 zilveren, een rood email kruis voor elke
wondstreep enz. Frontstepen werden als volgt toegekend: de eerste streep na één jaar
frontdienst, de volgende frontstreep voor elke volgende 6 maand frontdienst. De voorzijde
van de medaille toont het gehelmde hoofd van een soldaat waarbij de helm is versierd met
een lauwertak.
De Overwinningsmedaille 1914-1918
Uitgereikt aan allen die dienst deden in het gemobiliseerde Belgische leger tussen 1 augustus
1914 en 11 november 1918. Deze bronzen medaille, aanvankelijk voorgesteld door de
Franse veldmaarschalk Foch als een inter-geallieerde medaille en als dusdanig ook
aangenomen, werd ingesteld op 15 juli 1919. Ze volgt onmiddellijk na de IJzermedaille en
door latere decreten kon ze ook worden toegekend aan bv. deelnemers aan de Afrikaanse
campagnes, leden van de koopvaardijvloot en vissers enz. Op de voorzijde is de
overwinningsgodin afgebeeld met uitgespreide vleugels en staand op een wereldbol. In haar
linkerhand houdt ze een lauwerkrans, in haar rechter een zwaard en een lauwerkrans.
Medailles in de Orde van Leopold II
Deze Orde van Leopold II werd toegekend voor verdienste aan de Koning of het Koningshuis.
In de praktijk is het een orde voor lange en trouwe dienst en wordt als dusdanig toegekend
in de plaats van de zeldzamere Orde van Leopold I (maar tevens afwisselend met de
Kroonorde).
Het Oorlogskruis 1914-1918
Dit bronzen kruis, ingesteld op 25 oktober 1915, werd toegekend aan militairen voor een
daad van moed tegenover een vijand. Ook buitenlands militair personeel don dit ereteken
verkrijgen. Naast daden van moed kwamen nog andere omstandigheden voor uitreiking in
aanmerking: bv. militairen met minstens 5 frontstrepen (3 jaar frontdienst) voor goed
gedrag, vrijwilligers ouder dan 40 of jonger dan 16 jaar met minstens 18 maand dienst in een
gevechtseenheid, ontsnapte krijgsgevangenen welke opnieuw in militaire dienst traden of
militairen welke, omwille van oorlogsverwondingen, op inactief werden geplaatst, kregen
eveneens het Oorlogskruis toegekend. Een aantal emblemen konden op het lint aangebracht
worden voor Vermelding in de Dagorde: Een Vermelding op legerniveau bracht een bronzen
palm met de letter “A” (Koning Albert I) met zich mee, vijf dergelijke vermeldingen werden
omgezet in een zilveren palm en vijf zilveren in een gouden palm; Vermeldingen op divisie-
of regimentsniveau werden aanvankelijk gekenmerkt door bronzen, zilveren of gouden
leeuwtjes maar deze werden later afgeschaft en vervangen door de eerder beschreven
palmen. De voorzijde van het kruis, dat gekruiste zwaarden tussen de kruisarmen heeft,
toont een klimmende leeuw in het medaillon, de achterzijde is identiek behalve voor de
vervanging van de leeuw door het koninklijk monogram “A”. Het lint is rood met vijf groene
strepen.
De IJzermedaille
Uitgereikt aan diegenen welke, tussen 17 en 31 oktober 1914, deel uitmaakten van het leger
strijdend aan de IJzer (“Yser” in het Frans) en er uitmuntend gestreden hebben. Deze
bronzen medaille (met een groene tint en met een medaillon in groen email bovenaan) werd
ingesteld op 18 oktober 1918 en volgt in belangrijkheid onmiddellijk op het Oorlogskruis
1914-1918. Ook geallieerde militairen welke aan de IJzerslagen deelnamen, kwamen in
aanmerking. Op de voorzijde staat een naakte, gehelmde man met een lans (het tot staan
brengen van de Duitse aanval symboliserend) met aan de rechterzijde de data “17-31 / OCT.
/ 1914”. In het geëmailleerde medaillon kan men het woord “YSER” lezen. Op de achterzijde
zit een gewonde leeuw met een slagveld als achtergrond en met onderaan opnieuw het
woord “YSER” terwijl in het medaillon het koninklijk monogram, de letter “A” (Koning Albert
I) is aangebracht. Het lint is rood (bloed) met brede zwarte (rouw) randen. Het kreeg zijn
huidige benaming ingevolge het K.B. van 5 februari 1934. De Slag aan de IJzer vond plaats
van 18 tot 30 oktober 1914 tijdens de Eerste Wereldoorlog, tussen het Duitse leger en het
Belgisch leger gesteund door Franse troepen. Op 18 oktober begon de aanval van de naar
Duinkerken oprukkende Duitsers op het Belgisch front aan de linkeroever (tussen
Nieuwpoort en Diksmuide) van de IJzer, waarbij het centrum van het Belgisch leger het
zwaar te verduren kreeg. Er vielen ongeveer 60.000 slachtoffers langs Belgische zijde en dat
kwam overeen met één derde van de sterkte van het Belgisch leger.
Familie Swinnen uit Balen
Familie Swinnen uit Balen
Familie Swinnen uit Balen
Familie Swinnen uit Balen
Familie Swinnen uit Balen

More Related Content

What's hot

Inleiding op de Eerste Wereldoorlog (Hannelore Decoodt)
Inleiding op de Eerste Wereldoorlog (Hannelore Decoodt)Inleiding op de Eerste Wereldoorlog (Hannelore Decoodt)
Inleiding op de Eerste Wereldoorlog (Hannelore Decoodt)Onroerend Erfgoed
 
Leerkrachtenbundel: bevrijding van Ruiselede in 1944
Leerkrachtenbundel: bevrijding van Ruiselede in 1944Leerkrachtenbundel: bevrijding van Ruiselede in 1944
Leerkrachtenbundel: bevrijding van Ruiselede in 1944JustineRassauw
 
De Slagvelden van de Somme
De Slagvelden van de SommeDe Slagvelden van de Somme
De Slagvelden van de SommeKel Koenen
 
Mijn Tsjechische grootvader Josef Křížek, legionair in Frankrijk. Presentatie...
Mijn Tsjechische grootvader Josef Křížek, legionair in Frankrijk. Presentatie...Mijn Tsjechische grootvader Josef Křížek, legionair in Frankrijk. Presentatie...
Mijn Tsjechische grootvader Josef Křížek, legionair in Frankrijk. Presentatie...Jacques Duivenvoorden
 
Gestrand, Gered, Geborgen van Thijs Gras (Verantwoordingsversie 2.0)
Gestrand, Gered, Geborgen van Thijs Gras (Verantwoordingsversie 2.0)Gestrand, Gered, Geborgen van Thijs Gras (Verantwoordingsversie 2.0)
Gestrand, Gered, Geborgen van Thijs Gras (Verantwoordingsversie 2.0)Stichting 'De Ouwe Pôlle Ameland'
 
Victor Boin, vliegenier, olympisch medaillewinnaar, sport- en luchtvaartjourn...
Victor Boin, vliegenier, olympisch medaillewinnaar, sport- en luchtvaartjourn...Victor Boin, vliegenier, olympisch medaillewinnaar, sport- en luchtvaartjourn...
Victor Boin, vliegenier, olympisch medaillewinnaar, sport- en luchtvaartjourn...Eva De Poorter
 
De belevenissen van de tsjechische legionair josef křížek vnts 20141122
De belevenissen van de tsjechische legionair josef křížek vnts 20141122De belevenissen van de tsjechische legionair josef křížek vnts 20141122
De belevenissen van de tsjechische legionair josef křížek vnts 20141122Jacques Duivenvoorden
 
Presentatie wfa nederland 21 april 2018 100 jaar tsjechoslowakije
Presentatie wfa nederland 21 april 2018 100 jaar tsjechoslowakijePresentatie wfa nederland 21 april 2018 100 jaar tsjechoslowakije
Presentatie wfa nederland 21 april 2018 100 jaar tsjechoslowakijeJacques Duivenvoorden
 
Auschwitz-Birkenau bezoeken
Auschwitz-Birkenau bezoekenAuschwitz-Birkenau bezoeken
Auschwitz-Birkenau bezoekenDirk Lagast
 
De verborgen kant van koning Boudewijn
De verborgen kant van koning BoudewijnDe verborgen kant van koning Boudewijn
De verborgen kant van koning BoudewijnThierry Debels
 
Flevoland in 50 foto’s
Flevoland in 50 foto’sFlevoland in 50 foto’s
Flevoland in 50 foto’sSylvieChcuz
 
Inspiratiedag ‘De Groote Vlucht’. Over boeren, vissers en brouwers tijdens WO...
Inspiratiedag ‘De Groote Vlucht’. Over boeren, vissers en brouwers tijdens WO...Inspiratiedag ‘De Groote Vlucht’. Over boeren, vissers en brouwers tijdens WO...
Inspiratiedag ‘De Groote Vlucht’. Over boeren, vissers en brouwers tijdens WO...Centrum Agrarische Geschiedenis (CAG)
 
Woii roofkunst agnes vugts
Woii roofkunst agnes vugtsWoii roofkunst agnes vugts
Woii roofkunst agnes vugtsAgnes Vugts
 

What's hot (20)

Inleiding op de Eerste Wereldoorlog (Hannelore Decoodt)
Inleiding op de Eerste Wereldoorlog (Hannelore Decoodt)Inleiding op de Eerste Wereldoorlog (Hannelore Decoodt)
Inleiding op de Eerste Wereldoorlog (Hannelore Decoodt)
 
Leerkrachtenbundel: bevrijding van Ruiselede in 1944
Leerkrachtenbundel: bevrijding van Ruiselede in 1944Leerkrachtenbundel: bevrijding van Ruiselede in 1944
Leerkrachtenbundel: bevrijding van Ruiselede in 1944
 
De Slagvelden van de Somme
De Slagvelden van de SommeDe Slagvelden van de Somme
De Slagvelden van de Somme
 
Mijn Tsjechische grootvader Josef Křížek, legionair in Frankrijk. Presentatie...
Mijn Tsjechische grootvader Josef Křížek, legionair in Frankrijk. Presentatie...Mijn Tsjechische grootvader Josef Křížek, legionair in Frankrijk. Presentatie...
Mijn Tsjechische grootvader Josef Křížek, legionair in Frankrijk. Presentatie...
 
Namenindex boek 'Gestrand, gered, geboren' van Thijs Gras
Namenindex boek 'Gestrand, gered, geboren' van Thijs GrasNamenindex boek 'Gestrand, gered, geboren' van Thijs Gras
Namenindex boek 'Gestrand, gered, geboren' van Thijs Gras
 
Gestrand, Gered, Geborgen van Thijs Gras (Verantwoordingsversie 2.0)
Gestrand, Gered, Geborgen van Thijs Gras (Verantwoordingsversie 2.0)Gestrand, Gered, Geborgen van Thijs Gras (Verantwoordingsversie 2.0)
Gestrand, Gered, Geborgen van Thijs Gras (Verantwoordingsversie 2.0)
 
Joure 1940-1945 (4e ed., 2020)
Joure 1940-1945 (4e ed., 2020)Joure 1940-1945 (4e ed., 2020)
Joure 1940-1945 (4e ed., 2020)
 
Victor Boin, vliegenier, olympisch medaillewinnaar, sport- en luchtvaartjourn...
Victor Boin, vliegenier, olympisch medaillewinnaar, sport- en luchtvaartjourn...Victor Boin, vliegenier, olympisch medaillewinnaar, sport- en luchtvaartjourn...
Victor Boin, vliegenier, olympisch medaillewinnaar, sport- en luchtvaartjourn...
 
De belevenissen van de tsjechische legionair josef křížek vnts 20141122
De belevenissen van de tsjechische legionair josef křížek vnts 20141122De belevenissen van de tsjechische legionair josef křížek vnts 20141122
De belevenissen van de tsjechische legionair josef křížek vnts 20141122
 
Presentatie wfa nederland 21 april 2018 100 jaar tsjechoslowakije
Presentatie wfa nederland 21 april 2018 100 jaar tsjechoslowakijePresentatie wfa nederland 21 april 2018 100 jaar tsjechoslowakije
Presentatie wfa nederland 21 april 2018 100 jaar tsjechoslowakije
 
Amarant03
Amarant03Amarant03
Amarant03
 
Auschwitz-Birkenau bezoeken
Auschwitz-Birkenau bezoekenAuschwitz-Birkenau bezoeken
Auschwitz-Birkenau bezoeken
 
De verborgen kant van koning Boudewijn
De verborgen kant van koning BoudewijnDe verborgen kant van koning Boudewijn
De verborgen kant van koning Boudewijn
 
Beelden uit de Geschiedenis van Joure en van De Libra
Beelden uit de Geschiedenis van Joure en van De LibraBeelden uit de Geschiedenis van Joure en van De Libra
Beelden uit de Geschiedenis van Joure en van De Libra
 
Gebeurtenis
GebeurtenisGebeurtenis
Gebeurtenis
 
Flevoland in 50 foto’s
Flevoland in 50 foto’sFlevoland in 50 foto’s
Flevoland in 50 foto’s
 
Anne Frank
Anne FrankAnne Frank
Anne Frank
 
Inspiratiedag ‘De Groote Vlucht’. Over boeren, vissers en brouwers tijdens WO...
Inspiratiedag ‘De Groote Vlucht’. Over boeren, vissers en brouwers tijdens WO...Inspiratiedag ‘De Groote Vlucht’. Over boeren, vissers en brouwers tijdens WO...
Inspiratiedag ‘De Groote Vlucht’. Over boeren, vissers en brouwers tijdens WO...
 
Fragmenten uit de Geschiedenis van Joure (2017)
Fragmenten uit de Geschiedenis van Joure (2017)Fragmenten uit de Geschiedenis van Joure (2017)
Fragmenten uit de Geschiedenis van Joure (2017)
 
Woii roofkunst agnes vugts
Woii roofkunst agnes vugtsWoii roofkunst agnes vugts
Woii roofkunst agnes vugts
 

Similar to Familie Swinnen uit Balen

Nicolaes Coeckelbergh pachter te Geerdegem (1725-1782)
Nicolaes Coeckelbergh pachter te Geerdegem (1725-1782)Nicolaes Coeckelbergh pachter te Geerdegem (1725-1782)
Nicolaes Coeckelbergh pachter te Geerdegem (1725-1782)Marc Alcide
 
Van hollebeke tuinbouwbedrijf
Van hollebeke tuinbouwbedrijfVan hollebeke tuinbouwbedrijf
Van hollebeke tuinbouwbedrijfKimpe wilfried
 
Vertrijk. Plaatsnamen en hun geschiedenis.
Vertrijk. Plaatsnamen en hun geschiedenis.Vertrijk. Plaatsnamen en hun geschiedenis.
Vertrijk. Plaatsnamen en hun geschiedenis.Edelhart Y. Kempeneers
 
Gevelstenen en Eerste stenen in de vlecke Joure, van vroeger tot nu.ppt
Gevelstenen en Eerste stenen in de vlecke Joure, van vroeger tot nu.pptGevelstenen en Eerste stenen in de vlecke Joure, van vroeger tot nu.ppt
Gevelstenen en Eerste stenen in de vlecke Joure, van vroeger tot nu.pptArchief RK Friesland te Bolsward
 
Doc c artikel 22 - even terugblikken - de schanslaan - van veldweg tot dorpsb...
Doc c artikel 22 - even terugblikken - de schanslaan - van veldweg tot dorpsb...Doc c artikel 22 - even terugblikken - de schanslaan - van veldweg tot dorpsb...
Doc c artikel 22 - even terugblikken - de schanslaan - van veldweg tot dorpsb...Docc Borsbeek
 
Opdrachtenbundel: bevrijding van Ruiselede in 1944
Opdrachtenbundel: bevrijding van Ruiselede in 1944Opdrachtenbundel: bevrijding van Ruiselede in 1944
Opdrachtenbundel: bevrijding van Ruiselede in 1944JustineRassauw
 
Een beeld van de conscriptie van zeelui te Mechelen gedurende de Franse Tijd
Een beeld van de conscriptie van zeelui te Mechelen gedurende de Franse TijdEen beeld van de conscriptie van zeelui te Mechelen gedurende de Franse Tijd
Een beeld van de conscriptie van zeelui te Mechelen gedurende de Franse TijdMarc Alcide
 
Requiem 2022 | The Great War Sym
Requiem 2022 | The Great War SymRequiem 2022 | The Great War Sym
Requiem 2022 | The Great War SymHans de Munnik
 
Outgaarden. Plaatsnamen en hun geschiedenis.
Outgaarden. Plaatsnamen en hun geschiedenis.Outgaarden. Plaatsnamen en hun geschiedenis.
Outgaarden. Plaatsnamen en hun geschiedenis.Edelhart Y. Kempeneers
 
Omd 2011 def
Omd 2011 defOmd 2011 def
Omd 2011 defbritt_vn
 
Meldert. Plaatsnamen en hun geschiedenis.
Meldert. Plaatsnamen en hun geschiedenis.Meldert. Plaatsnamen en hun geschiedenis.
Meldert. Plaatsnamen en hun geschiedenis.Edelhart Y. Kempeneers
 

Similar to Familie Swinnen uit Balen (20)

Nicolaes Coeckelbergh pachter te Geerdegem (1725-1782)
Nicolaes Coeckelbergh pachter te Geerdegem (1725-1782)Nicolaes Coeckelbergh pachter te Geerdegem (1725-1782)
Nicolaes Coeckelbergh pachter te Geerdegem (1725-1782)
 
Straatnamenindex van Ameland
Straatnamenindex van AmelandStraatnamenindex van Ameland
Straatnamenindex van Ameland
 
Van hollebeke tuinbouwbedrijf
Van hollebeke tuinbouwbedrijfVan hollebeke tuinbouwbedrijf
Van hollebeke tuinbouwbedrijf
 
Vertrijk. Plaatsnamen en hun geschiedenis.
Vertrijk. Plaatsnamen en hun geschiedenis.Vertrijk. Plaatsnamen en hun geschiedenis.
Vertrijk. Plaatsnamen en hun geschiedenis.
 
Lezing Ihno Dragt 2015 Admiraliteit van Friesland in Dokkum
Lezing Ihno Dragt 2015 Admiraliteit van Friesland in DokkumLezing Ihno Dragt 2015 Admiraliteit van Friesland in Dokkum
Lezing Ihno Dragt 2015 Admiraliteit van Friesland in Dokkum
 
Oostmahorn, Ezumazijl en Ezonstad
Oostmahorn, Ezumazijl en EzonstadOostmahorn, Ezumazijl en Ezonstad
Oostmahorn, Ezumazijl en Ezonstad
 
Coenders van Helpen genealogie
Coenders van Helpen genealogieCoenders van Helpen genealogie
Coenders van Helpen genealogie
 
Gevelstenen en Eerste stenen in de vlecke Joure, van vroeger tot nu.ppt
Gevelstenen en Eerste stenen in de vlecke Joure, van vroeger tot nu.pptGevelstenen en Eerste stenen in de vlecke Joure, van vroeger tot nu.ppt
Gevelstenen en Eerste stenen in de vlecke Joure, van vroeger tot nu.ppt
 
Doc c artikel 22 - even terugblikken - de schanslaan - van veldweg tot dorpsb...
Doc c artikel 22 - even terugblikken - de schanslaan - van veldweg tot dorpsb...Doc c artikel 22 - even terugblikken - de schanslaan - van veldweg tot dorpsb...
Doc c artikel 22 - even terugblikken - de schanslaan - van veldweg tot dorpsb...
 
1010 wo1 pp
1010 wo1 pp1010 wo1 pp
1010 wo1 pp
 
Sneuper 100 tekst bij fotos
Sneuper 100 tekst bij fotosSneuper 100 tekst bij fotos
Sneuper 100 tekst bij fotos
 
Overslag
OverslagOverslag
Overslag
 
Zeeland & Zigeuners (Couleur Locale)
Zeeland & Zigeuners (Couleur Locale) Zeeland & Zigeuners (Couleur Locale)
Zeeland & Zigeuners (Couleur Locale)
 
Opdrachtenbundel: bevrijding van Ruiselede in 1944
Opdrachtenbundel: bevrijding van Ruiselede in 1944Opdrachtenbundel: bevrijding van Ruiselede in 1944
Opdrachtenbundel: bevrijding van Ruiselede in 1944
 
Schippers van de KNRM op Ameland voor 1916
Schippers van de KNRM op Ameland voor 1916Schippers van de KNRM op Ameland voor 1916
Schippers van de KNRM op Ameland voor 1916
 
Een beeld van de conscriptie van zeelui te Mechelen gedurende de Franse Tijd
Een beeld van de conscriptie van zeelui te Mechelen gedurende de Franse TijdEen beeld van de conscriptie van zeelui te Mechelen gedurende de Franse Tijd
Een beeld van de conscriptie van zeelui te Mechelen gedurende de Franse Tijd
 
Requiem 2022 | The Great War Sym
Requiem 2022 | The Great War SymRequiem 2022 | The Great War Sym
Requiem 2022 | The Great War Sym
 
Outgaarden. Plaatsnamen en hun geschiedenis.
Outgaarden. Plaatsnamen en hun geschiedenis.Outgaarden. Plaatsnamen en hun geschiedenis.
Outgaarden. Plaatsnamen en hun geschiedenis.
 
Omd 2011 def
Omd 2011 defOmd 2011 def
Omd 2011 def
 
Meldert. Plaatsnamen en hun geschiedenis.
Meldert. Plaatsnamen en hun geschiedenis.Meldert. Plaatsnamen en hun geschiedenis.
Meldert. Plaatsnamen en hun geschiedenis.
 

Familie Swinnen uit Balen

  • 1. JAN-FRANS SWINNEN STAMBOOM PAGINA 14 Jan Frans Swinnen werd geboren op 03.08.1863 te Mol. Hij was de zoon van Petrus Frans Swinnen (geboren op 23.10.1837 te Balen) en Elisabeth van de Craen (geboren op 27.07.1840 te Eksel). Hij had nog 5 broers en zussen. Hij trouwde met Maria-Theresia Aerts op 18.08.1891 te Leopoldsburg. Zij was de dochter van Jacobus Aerts (geboren op 17.01.1823 te Beverlo) en Maria Colette Flament (geboren te Lommel op 03.11.1824) en werd geboren op 04.10.1862 te Leopoldsburg. Zij had nog 6 broers en zussen. Samen kregen ze 9 kinderen. Omstreeks 1900 bouwden ze als één van de eersten een huis in Wezel. De parochie Wezel was toen nog maar pas gesticht maar het was een dorp in volle expansie door de aanwezigheid van vele pas opgerichte fabrieken. In het dagelijks leven was Jan-Frans aannemer van beroep en hij had ook nog een landbouwbedrijf. Op die twee bedrijven samen werkten soms meer dan 30 mensen. De grote landbouwers in die tijd deden gouden zaken met het leveren van hooi en voedsel aan het pas opgerichte legerkamp van Leopoldsburg. Het aannemersbedrijf bleef tot in de jaren 1970 bestaan. Toen werden alle activa verkocht. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werden al hun paarden in beslag genomen door de Duitse bezetter maar achteraf na de wapenstilstand konden ze beschikken over Duitse paarden om het zware werk op te knappen. Hun zoon Jan-Baptist was een tijdens de oorlog een smokkelaar. Hij trok regelmatig naar Nederland om daar brood te kunnen kopen. Dit was levensgevaarlijk want de Duitsers hadden elektrische draden langs de grens geplaatst. Deze versterking was ongeveer 300 km lang en op de versperring stond 2.000 volt. Aanraking met de draad leidde tot elektrocutie. Een veel gebruikte manier om toch in Nederland te komen was het omkopen van Duitse militairen zodat deze de stroom afzetten. Een andere manier om te passeren was het gebruik van niet geleidende voorwerpen die voorkwamen dat het
  • 2. lichaam met de draad in contact kwam. Ongeveer 1.500 mensen lieten het leven aan de dodendraad. Na de oorlog hadden ze ook nog een Hongaarse weesjongen geadopteerd. Tussen 1923 en 1927 kwamen er +/- 23.000 Hongaarse kinderen naar Vlaanderen. De eersten kwamen aan in de Kempen omstreeks 1923. Deze kinderen werden naar België gestuurd omdat Hongarije een enorme oorlogsschuld had en omdat het land na de oorlog te maken kreeg met enorme aantalen van vluchtelingen. Vele van die mensen raakten verzeild in bittere armoede. De Hongaarse kinderen kwamen met speciale treinen van het Rode Kruis vanuit Boedapest. De bedoeling was dat deze kinderen een tijd in België bleven om aan te sterken. Deze gegevens en foto zijn doorgegeven aan het katholiek documentatie en onderzoekscentrum (kadoc-Leuven) voor de organisatie van een tentoonstelling van Hongaarse vluchtelingen in België. Telkens als er dieren geslacht werden op de boerderij was de pastoor van de parochie Wezel er als de eerste bij om een stuk vlees te bekomen. Maar dat bleef niet duren want het was die zelfde pastoor Valgaeren (1870 Zoerle Parwijs – 1945 Wezel) die in de drukke zomermaanden, als de familie iets te laat in de kerk binnenkwam, in zijn preek daar te hard de nadruk op legde.
  • 3. Enkele kleinkinderen en schoonkinderen werden gemobiliseerd tijdens de Tweede Wereldoorlog. Sommige werden krijgsgevangenen gemaakt en andere waren na de 18- daagse veldtocht nog actief in het verzet. Een kleinzoon Gustaaf Swinnen (de zoon van Jean Swinnen en Rosa Peeters) kwam om het leven op 6 februari 1944. Op die dag raakte hij dodelijk gewond door een ontploffende brandbom. Zijn broer werd ook zwaar verbrand. Vele (schoon) kinderen en kleinkinderen werkten bij de Vieille Montagne die de grootste werkgever was in de streek. Marie-Theresia overleed op hoge leeftijd te Wezel ten gevolge van een zware val. Zij was lid van de het St-Jozefsgenootschap van Wezel. Jan Frans (overleden op 18.09.1931) en Marie- Theresia (overleden op 14.04.1958) zijn samen begraven op het kerkhof van Wezel.
  • 4.
  • 5. PETRUS SWINNEN STAMBOOM PAGINA 14-2 Petrus werd geboren te Balen op 23 december 1893. Hij was de broer van Rosalie Swinnen. In 1913 werd hij opgeroepen om zijn dienstplicht te doen. Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog werd hij ingedeeld bij het 1ste Bataljon van het tweede regiment der karabiniers. In het totaal bleef hij 54 maanden aan het front en werd hij nooit gekwetst. Na de oorlog werd hij met verschillende eretekens onderscheiden: o.a. het vuurkruis, Ridder in de orde van Leopold II, Ridder in de kroonorde, de IJzermedaille, de overwinningsmedaille, de medaille van de veldtocht 14-18 met 8 frontstrepen, het oorlogskruis met 2 bronzen palmen, herinneringsmedaille koning Albert I, militair ereteken 2de klasse … Het regiment was gekazerneerd in de kazerne Prins Boudewijn te Brussel. Na de mobilisatie in augustus 1914 werd het regiment ontdubbeld in het 2de en het 4de. Vanaf 6 augustus 1914 tot 19 augustus 1914 verbleef het regiment in Waals-Brabant. De eerste uitval uit de vestiging Antwerpen tussen 24 en 26 augustus 1914 betekende de vuurdoop voor dit regiment. Vanuit de vestiging Antwerpen besliste de Belgische legerleiding om de Duitse opmars in de richting van Parijs af te remmen door het verstoren van de aanvoerlijnen (Luik- Brussel). Deze 'Eerste uitval' bestond uit een frontale aanval op de Duitse stellingenlijn Merchtem-Leuven-Aarschot en richtte zich vooral op de bruggen over het kanaal Leuven- Mechelen in Kampenhout en Tildonk. Het Belgische leger slaagde er wel in de Duitse voorposten terug te drijven, maar hun offensief strandde voor het kanaal. Tijdens de slag om de IJzer voert het regiment regelmatig zware aanvallen uit op de Duitse stellingen vanuit de bocht in Tervate en nadien staat het in voor de verdediging van Stuivekenskerke. Het regiment kreeg de volgende eervolle vermeldingen: Antwerpen – Ijzer – West-Rozebeke – Rumbeke – Tervaete – Veldtocht 14-18 – Steenstraete. Op het einde van de oorlog waren er van zijn regiment meer dan 2.500 manschappen gesneuveld. Na de oorlog op 12.02.1920 trouwt hij met Josephina Verbruggen. Zij werd geboren op 10 juli 1898 te Mol. Samen hebben ze twee kinderen. Petrus overlijdt te Mol op 4 januari 1984. Josephina overlijdt te Mol op 20.01.1975. Hun dochter José Maria Swinnen was getrouwd met Remi Boels (Oostham 28/03/1917 - Mol 05/02/2009). Remi was oud-strijder en krijgsgevangene tijdens de Tweede Wereldoorlog. Samen hadden ze 3 kinderen.
  • 6. Deze gegevens zijn doorgegeven aan de afdeling Kempisch erfgoed. Een biografie is ook terug te vinden op de website: http://www.europeana1914-1918.eu/ Overzicht van zijn decoraties De IJzermedaille Uitgereikt aan diegenen welke, tussen 17 en 31 oktober 1914, deel uitmaakten van het leger strijdend aan de IJzer (“Yser” in het Frans) en er uitmuntend gestreden hebben. Deze bronzen medaille (met een groene tint en met een medaillon in groen email bovenaan) werd ingesteld op 18 oktober 1918 en volgt in belangrijkheid onmiddellijk op het Oorlogskruis 1914-1918. Ook geallieerde militairen welke aan de IJzerslagen deelnamen, kwamen in aanmerking. Op de voorzijde staat een naakte, gehelmde man met een lans (het tot staan brengen van de Duitse aanval symboliserend) met aan de rechterzijde de data “17-31 / OCT. / 1914”. In het geëmailleerde medaillon kan men het woord “YSER” lezen. Op de achterzijde zit een gewonde leeuw met een slagveld als achtergrond en met onderaan opnieuw het woord “YSER” terwijl in het medaillon het koninklijk monogram, de letter “A” (Koning Albert
  • 7. I) is aangebracht. Het lint is rood (bloed) met brede zwarte (rouw) randen. Het kreeg zijn huidige benaming ingevolge het K.B. van 5 februari 1934. De Slag aan de IJzer vond plaats van 18 tot 30 oktober 1914 tijdens de Eerste Wereldoorlog, tussen het Duitse leger en het Belgisch leger gesteund door Franse troepen. Op 18 oktober begon de aanval van de naar Duinkerken oprukkende Duitsers op het Belgisch front aan de linkeroever (tussen Nieuwpoort en Diksmuide) van de IJzer, waarbij het centrum van het Belgisch leger het zwaar te verduren kreeg. Er vielen ongeveer 60.000 slachtoffers langs Belgische zijde en dat kwam overeen met één derde van de sterkte van het Belgisch leger. De Herinneringsmedaille van de 1914-1918 Oorlog Toegekend aan Belgische burgers die in de rangen van de Belgische strijdkrachten dienden gedurende de Wereldoorlog en voldeden voor de criteria van de Overwinningsmedaille. Deze bronzen, enigszins driehoekige medaille werd ingesteld op 21 juli 1919 en kon voorzien worden van een aantal emblemen: een kroon voor vrijwilligers, een zilveren balkje per frontstreep, een verguld balkje ter vervanging van 5 zilveren, een rood email kruis voor elke wondstreep enz. Frontstrepen werden als volgt toegekend: de eerste streep na één jaar frontdienst, de volgende frontstreep voor elke volgende 6 maand frontdienst. Marinepersoneel en vissers konden een anker op het lint aanbrengen indien ze ook de Maritieme Decoratie hadden ontvangen. Leden van het Expeditiekorps voor Rusland ontvingen een balk “1916-R-1917” of “1916-R-1918”. De voorzijde van de medaille toont het gehelmde hoofd van een soldaat waarbij de helm is versierd met een lauwertak. In de onderste hoeken van de medaille staan de jaartallen “1914” en “1918” terwijl bovenaan de medaille een klimmende leeuw, omgeven door een eikenlooftak (links) en een lauwertak (rechts). De ommezijde heeft een tweetalig inschrift, onder een koningskroon geflankeerd door een eikenlooftak (links) en een lauwertak (rechts): “MEDAILLE COMMEMORATIVE / DE LA CAMPAGNE / 1914-1918 / HERDENKINGSMEDAILLE / VAN DEN VELDTOCHT”. De Overwinningsmedaille 1914-1918 Uitgereikt aan allen die dienst deden in het gemobiliseerde Belgische leger tussen 1 augustus 1914 en 11 november 1918. Deze bronzen medaille, aanvankelijk voorgesteld door de Franse veldmaarschalk Foch als een inter-geallieerde medaille en als dusdanig ook aangenomen, werd ingesteld op 15 juli 1919. Ze volgt onmiddellijk na de IJzermedaille en door latere decreten kon ze ook worden toegekend aan bv. deelnemers aan de Afrikaanse campagnes, leden van de koopvaardijvloot en vissers enz. Op de voorzijde is de overwinningsgodin afgebeeld met uitgespreide vleugels en staand op een wereldbol. In haar linkerhand houdt ze een lauwerkrans, in haar rechter een zwaard en een lauwerkrans. De keerzijde toont, binnen een lauwerkrans, het Belgische wapen en omheen de rand is de
  • 8. tweetalige tekst “LA GRANDE GUERRE POUR LA CIVILISATION. DE GROOTE OORLOG TOT DE BESCHAVING”. Het lint is van het gebruikelijke “regenboog”-type. Medailles in de Orde van Leopold II In 1900 stichtte Koning Leopold II, als koning van het onafhankelijke Congo, nog een orde welke dan, in 1908, eveneens werd opgenomen in het Belgisch stelsel van ordes en eretekens. Deze Orde van Leopold II werd toegekend voor verdienste aan de Koning of het Koningshuis. In de praktijk is het een orde voor lange en trouwe dienst en wordt als dusdanig toegekend in de plaats van de zeldzamere Orde van Leopold I (maar tevens afwisselend met de Kroonorde). De Kroonorde Deze orde werd, in 1897, eveneens gesticht door Koning Leopold II, in zijn hoedanigheid als koning van het onafhankelijke Congo, en in 1908 opgenomen in het Belgische beloningssysteem. De Kroonorde wordt toegekend voor belangrijke artistieke, letterkundige of wetenschappelijke verdienste in de commerciële of industriële wereld of voor langdurige trouwe dienst aan het land of in Afrika. Het Oorlogskruis 1914-1918 Dit bronzen kruis, ingesteld op 25 oktober 1915, werd toegekend aan militairen voor een daad van moed tegenover een vijand. Ook buitenlands militair personeel don dit ereteken verkrijgen. Naast daden van moed kwamen nog andere omstandigheden voor uitreiking in aanmerking: bv. militairen met minstens 5 frontstrepen (3 jaar frontdienst) voor goed gedrag, vrijwilligers ouder dan 40 of jonger dan 16 jaar met minstens 18 maand dienst in een gevechtseenheid, ontsnapte krijgsgevangenen welke opnieuw in militaire dienst traden of militairen welke, omwille van oorlogsverwondingen, op inactief werden geplaatst, kregen eveneens het Oorlogskruis toegekend. Een aantal emblemen konden op het lint aangebracht worden voor Vermelding in de Dagorde: Een Vermelding op legerniveau bracht een bronzen palm met de letter “A” (Koning Albert I) met zich mee, vijf dergelijke vermeldingen werden omgezet in een zilveren palm en vijf zilveren in een gouden palm; Vermeldingen op divisie- of regimentsniveau werden aanvankelijk gekenmerkt door bronzen, zilveren of gouden leeuwtjes maar deze werden later afgeschaft en vervangen door de eerder beschreven palmen.
  • 9. Het Vuurkruis 1914-1918 Uitgereikt aan allen die de “Vuurkaart” hadden ontvangen, m.a.w. allen die aan het front onder vuur gelegen hadden. Dit bronzen kruis, met korte, brede armen, werd ingesteld op 6 februari 1934 en wordt onmiddellijk na de IJzer Medaille (of Kruis) gedragen. Het Vuurkruis kon niet postuum worden uitgereikt. Op de grote rechthoek aan de voorzijde is een verlaten slagveld te zien, geflankeerd door een verticale lauwertak: vooraan een helm op een bajonet, achteraan een heuvel met een 75mm geschut terwijl de zon tussen enkele wolken schijnt. De keerzijde toont in het paneel een koningskroon van waaruit zeven stralen vertrekken en een grote lauwertak waarover de Latijnse tekst “SALUS PATRIAE / SUPREMA LEX” is aangebracht. De jaartallen “1914 / 1918” staan rechts onderaan terwijl linksonder de naam van de ontwerper van het ereteken, A. Rombaut, is vermeld. Het lint is rood met lichtblauwe randen en een centrale streep in diezelfde kleur.
  • 10. De Militaire Decoratie tweede klasse Uitgereikt aan onderofficieren en soldaten van de Belgische strijdkrachten De Militaire Decoratie werd ingesteld op 22 december 1873 en, vroeg in de 20ste eeuw, werd een decreet uitgevaardigd waardoor deze onderscheiding in twee klassen werd opgesplitst. De Decoratie 2de Klasse werd uitgereikt voor 10 jaar dienst, vijf supplementaire jaren geven recht op een chevron op het lint, de 1ste Klasse. Indien dit ereteken echter werd uitgereikt voor een daad van moed of voor uitzonderlijke verdienste (Artikel 4 van de statuten van de Militaire Decoratie), werd het lint gewijzigd in een rood lint met de nationale Belgische driekleur aan de randen De Herinneringsmedaille aan de Regeerperiode van Koning Albert I Deze medaille werd pas ingesteld op 17 februari 1962 voor uitreiking aan militairen in dienst of gewezen militairen, voor trouwe en goede diensten, tussen 18 december 1909 en 18 februari 1934, in het belang van de strijdkrachten. Deze medaille werd ook uitgereikt aan de gewezen militairen die de overwinningsmedaille en de herinneringsmedaille hebben ontvangen.
  • 11.
  • 12.
  • 13.
  • 14. MARIE SWINNEN STAMBOOM PAGINA 14-4 Marie Swinnen werd geboren op 08.04.1897 en was de zus van Rosalie Swinnen. Eerst trouwde ze met Andreas van Broekhoven en samen hadden ze 3 kinderen. Andreas overleed reeds in 1927 te Wezel. Hij was wel 30 jaar ouder dan Marie. Hun dochter Regine trouwde met Joseph Louis Frederix (Hasselt 08.01.1917 - Mol 08.02.2003). Hij was een oud-strijder en lid van het verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hij verkreeg de volgende medailles: Ridder in de orde van Leopold II, gouden palmen van de Kroonorde, gouden medaille in de orde van Leopold II, Militair ereteken 1ste en 2de klasse, oorlogskruis, weerstandsmedaille, medaille van koning Albert I, de vrijwilligersmedaille en de herinneringsmedaille 40-45. Na de 18daagse veldtocht werd hij gedurende een korte tijd krijgsgevangen genomen. Na het overlijden van Andreas trouwde Marie met Frans Van Camp. Frans werd geboren te Dessel op 10.02.1897. Ze trouwden te Mol op 10 augustus 1928. Frans en Marie hadden een huis in de Steegstraat in Balen en Frans werkte als arbeider bij de Vieille Montagne. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd de fabriek van de Vieille Montagne door de Duitse soldaten bezet. Iedereen werd verplicht om voor de Duitse bezetter te werken. De arbeiders die dat deden werden wel na de oorlog ontslagen. De arbeiders die dat weigerden moesten om de twee weken naar Mol gaan om hun kaart te laten afstempelen. Wie een rode stempel kreeg moest in Duitsland gaan werken. Op een dag kreeg Frans een rode stempel. Hij durfde niet meer naar huis te gaan en besloot om onder te duiken. In 1917 ontsnapte Frans vanuit Dessel naar Nederland. Daarvoor moest hij de dodendraad overschrijden. Deze draad tussen België en Nederland was 320 kilometer lang en stond onder elektrische spanning. Eens in Nederland aangekomen begaf Frans zich naar Rotterdam. Daar nam hij een overzetboot naar Engeland. De tocht was vol gevaren want er lagen in de Noordzee Duitse mijnen en er waren steeds onderzeeboten op zoek naar schepen. Pas nadat de overzetboot in Engelse wateren terecht kwam werd deze beschermd door Engelse torpedobootjagers. Na zijn aankomst in Folkestone nam hij de trein naar Londen
  • 15. en daar kon hij zich aanmelden als vrijwilliger om soldaat te worden in het Belgisch leger. Op 28 april 1917 was hij officieel in dienst. Frans verbleef vanaf 20 juni 1917 tot 13 november in een instructiekamp in Frankrijk om een opleiding te volgen. Dit kamp lag in Normandië in de stad Granville. Na deze opleiding werd Frans op 14 november 1917 naar het front gestuurd. Vanaf 14 november 1917 tot 2 januari 1918 maakte Frans deel uit van het 8ste artillerieregiment. Van 4 januari 1918 tot 4 februari was hij soldaat bij het 1ste artillerieregiment en vanaf 5 februari tot het einde van de oorlog was hij lid van het 18de artillerieregiment. Op 1 februari 1918 werd het 18de artillerieregiment opgericht. Het bestond uit 4 groepen met elk 2 batterijen. Het regiment neemt deel aan verschillende artilleriegevechten met Duitse eenheden en draagt vaak bij tot het tegenhouden van vijandelijke aanvallen. De 3de groep waartoe Frans behoorde geeft in oktober 1918 vuursteun aan een Frans regiment. Na de wapenstilstand keert het regiment terug naar Brussel. Tijdens de oorlog verloor het regiment 7 officieren en 71 manschappen. Op 31 januari 1919 wordt hij gedemobiliseerd. Frans krijgt voor die periode een vergoeding van 30 euro. (13 maanden aan 75 BEF en 5 maanden aan 50 BEF). Frans wordt met de volgende eretekens onderscheiden: Belgisch oorlogskruis met palm, herinneringsmedaille, overwinningsmedaille, vrijwilligersmedaille, herinneringsmedaille aan koning Albert I, de gouden palm in de kroonorde, de gouden medaille in de orde van Leopold II en het ereteken van de arbeid I en II klasse. Frans kreeg ook 1 frontstreep toegekend.
  • 16. Begin september 1944 waren er al grote gebieden van België bevrijd. De Engelse troepen naderden Balen en de Duitse troepen waren in opperste staat van paraatheid. Op 11 september 1944 kwamen er 3 vrachtwagens met ss-troepen aan in Balen en deze soldaten namen verschillende personen gevangen. Deze gevangenen moesten eerst hun eigen graf graven en nadien werden ze neergeschoten. De ss-troepen waren ook op zoek naar Frans. Maar tijdens zijn vlucht kon hij zich verbergen in een ondiepe beek in een veld. De soldaten zochten met man en macht. 's Nachts werden de velden met lampen verlicht maar ze konden Frans niet vinden. Na ongeveer 24 uur in een gracht gelegen te hebben sloop hij terug naar huis en enkele dagen laten op 14 september 1944 werd Balen bevrijd door Engelse troepen. Marie overlijdt te Mol op 20.08.1979 en Frans op 04.06.1980 te Balen.
  • 17.
  • 18. Overzicht van zijn decoraties De Herinneringsmedaille van de 1914-1918 Oorlog Toegekend aan Belgische burgers die in de rangen van de Belgische strijdkrachten dienden gedurende de Wereldoorlog en voldeden voor de criteria van de Overwinningsmedaille. Deze bronzen, enigszins driehoekige medaille werd ingesteld op 21 juli 1919 en kon voorzien worden van een aantal emblemen: een kroon voor vrijwilligers, een zilveren balkje per frontstreep, een verguld balkje ter vervanging van 5 zilveren, een rood email kruis voor elke wondstreep enz. Frontstepen werden als volgt toegekend: de eerste streep na één jaar frontdienst, de volgende frontstreep voor elke volgende 6 maand frontdienst. Marinepersoneel en vissers konden een anker op het lint aanbrengen indien ze ook de Maritieme Decoratie hadden ontvangen. Leden van het Expeditiekorps voor Rusland ontvingen een balk “1916-R-1917” of “1916-R-1918”. De voorzijde van de medaille toont het gehelmde hoofd van een soldaat waarbij de helm is versierd met een lauwertak. In de onderste hoeken van de medaille staan de jaartallen “1914” en “1918” terwijl bovenaan de medaille een klimmende leeuw, omgeven door een eikenlooftak (links) en een lauwertak (rechts). De ommezijde heeft een tweetalig inschrift, onder een koningskroon geflankeerd door een eikenlooftak (links) en een lauwertak (rechts): “MEDAILLE COMMEMORATIVE / DE LA CAMPAGNE / 1914-1918 / HERDENKINGSMEDAILLE / VAN DEN VELDTOCHT”.
  • 19. De Overwinningsmedaille 1914-1918 Uitgereikt aan allen die dienst deden in het gemobiliseerde Belgische leger tussen 1 augustus 1914 en 11 november 1918. Deze bronzen medaille, aanvankelijk voorgesteld door de Franse veldmaarschalk Foch als een inter-geallieerde medaille en als dusdanig ook aangenomen, werd ingesteld op 15 juli 1919. Ze volgt onmiddellijk na de IJzermedaille en door latere decreten kon ze ook worden toegekend aan bv. deelnemers aan de Afrikaanse campagnes, leden van de koopvaardijvloot en vissers enz. Op de voorzijde is de overwinningsgodin afgebeeld met uitgespreide vleugels en staand op een wereldbol. In haar linkerhand houdt ze een lauwerkrans, in haar rechter een zwaard en een lauwerkrans. Medailles in de Orde van Leopold II In 1900 stichtte Koning Leopold II, als koning van het onafhankelijke Congo, nog een orde welke dan, in 1908, eveneens werd opgenomen in het Belgisch stelsel van ordes en eretekens. Deze Orde van Leopold II werd toegekend voor verdienste aan de Koning of het Koningshuis. In de praktijk is het een orde voor lange en trouwe dienst en wordt als dusdanig toegekend in de plaats van de zeldzamere Orde van Leopold I (maar tevens afwisselend met de Kroonorde). Het Oorlogskruis 1914-1918 Dit bronzen kruis, ingesteld op 25 oktober 1915, werd toegekend aan militairen voor een daad van moed tegenover een vijand. Ook buitenlands militair personeel don dit ereteken verkrijgen. Naast daden van moed kwamen nog andere omstandigheden voor uitreiking in aanmerking: bv. militairen met minstens 5 frontstrepen (3 jaar frontdienst) voor goed gedrag, vrijwilligers ouder dan 40 of jonger dan 16 jaar met minstens 18 maand dienst in een gevechtseenheid, ontsnapte krijgsgevangenen welke opnieuw in militaire dienst traden of militairen welke, omwille van oorlogsverwondingen, op inactief werden geplaatst, kregen eveneens het Oorlogskruis toegekend. Een aantal emblemen konden op het lint aangebracht worden voor Vermelding in de Dagorde: Een Vermelding op legerniveau bracht een bronzen palm met de letter “A” (Koning Albert I) met zich mee, vijf dergelijke vermeldingen werden omgezet in een zilveren palm en vijf zilveren in een gouden palm; Vermeldingen op divisie- of regimentsniveau werden aanvankelijk gekenmerkt door bronzen, zilveren of gouden leeuwtjes maar deze werden later afgeschaft en vervangen door de eerder beschreven palmen. De Herinneringsmedaille aan de Regeerperiode van Koning Albert I Deze medaille werd pas ingesteld op 17 februari 1962 voor uitreiking aan militairen in dienst of gewezen militairen, voor trouwe en goede diensten, tussen 18 december 1909 en 18 februari 1934, in het belang van de strijdkrachten. Deze medaille werd ook uitgereikt aan de gewezen militairen die de overwinningsmedaille en de herinneringsmedaille hebben ontvangen.
  • 20. De Industrie -en Landbouwdecoratie (later, de Decoratie voor Arbeid) Toegekend voor trouwe dienst in de industrie, in twee klassen, de 1ste Klasse (verguld, met rozet op het lint) voor 30 jaar, de 2de (verzilverd) voor 25 jaar dienst. Medaille vrijwillige strijder 14-18 Toegekend aan Belgische of buitenlandse burgers welke zich vrijwillig aanmeldden om in de Belgische strijdkrachten te dienen en welke effectief, tijdens de Eerste Wereldoorlog, in een gevechtseenheid in een gevarenzone dienden gedurende tenminste 6 maanden. Op 17 juni 1930 werd deze bronzen medaille ingesteld maar later werd het uitreikingsgebied nog uitgebreid, zo bv. dienden vrijwilligers ouder dan 40 jaar slechts 3 maanden en vrijwilligers boven de 50 slechts 1 maand te dienen. Medisch personeel kon de medaille toegewezen krijgen voor twee jaar dienst in onbezet België en nog andere bepalingen regelden de toekenning aan jongeren, gevlucht uit bezet België, de toekenning ingeval van oorlogsverwonding, postume uitreiking enz. De voorzijde van de medaille toont de hoofden van twee vrijwilligers, de ene met een hoofddeksel anno 1830 (het jaar van de Belgische onafhankelijkheid) en de andere met een helm van 1914. Bovenaan staat een koningskroon op lauwertakken. De achterzijde draagt de jaartallen "1914-1918" in het midden en de tekst "VOLUNTARIIS PATRIA MEMOR" omheen de rand. Het lint is donkerblauw. De Kroonorde Deze orde werd, in 1897, eveneens gesticht door Koning Leopold II, in zijn hoedanigheid als koning van het onafhankelijke Congo, en in 1908 opgenomen in het Belgische beloningssysteem. De Kroonorde wordt toegekend voor belangrijke artistieke, letterkundige of wetenschappelijke verdienste in de commerciële of industriële wereld of voor langdurige trouwe dienst aan het land of in Afrika. 6e Legerdivisie - 18e Regiment Artillerie ‘t Is op het roemrijk slagveld van Vlaanderen dat het 18e Regiment Artillerie tot stand kwam. Op 1 Februari 1918 gevormd uit vier groepen van twee batterijen, werd het onder het bevel van majoor de Cuyper geplaatst. De eerste groep omvatte twee batterijen van 105 Lang; de tweede: twee batterijen van 155 Schneider 17; de derde: houwitsers van 6 duim en de vierde: batterijen loopgravenartillerie.
  • 21. In den loop van 1918 werd er voor elke groep een derde batterij opgericht. De eerste, de derde en de vierde groep stellen zich op tusschen Oost-Duinkerke en Nieuwpoort. In dien sector, welken de vijand door en door kent, neemt het 18 A deel aan den steeds vinnigen strijd tegen de Duitsche marine- en veldartillerie, die sedert zeer lang omstreeks Westende en Middelkerke zijn opgesteld. Zijn vuur steunt talrijke raids der infanterie en zijne tegenvoorbereiding draagt ruimschoots bij tot het tegenhouden van de veelvuldige vijandelijke invallen. Den 2n Maart vervoegt de 2e groep zich bij het regiment dat stelling neemt ten Westen van Nieuwpoort-badstad. Al de groepen worden door den vijand beschoten. De derde groep beleeft een zeer bewogen periode en verplaatst zich. Eene vermelding bij regimentsdagorder herinnert aan dit tijdstip. De tweede groep die, in de nabijheid der loopgraven opgesteld zijnde, dikwijls opdracht krijgt om de Duitsche batterijen te bestrijden of te neutraliseeren, ondergaat geweldige tegenbeschietingen vanwege den vijand. Kapitein Rollin wordt doodelijk gewond op 21 Mei. In Maart en in het begin van Juni lokken de met buitengewoon succes door de eerste groep uitgevoerde stoorvuren en beschietingen op batterijen, een geweldig tegenbombardement uit vanwege den vijand, die woedend op de batterij blijft hameren. De groep wordt gefeliciteerd en de 1e batterij wordt vermeld bij dagorder van het regiment. Nadat de 4e groep zich in den sector van Nieuwpoort altijd even moedig had gedragen, verlaat zij, einde Juli, het regiment. Den 5n Augustus vertrekt het 18 A naar de 2e linie, in de omgeving van Hondschoote en Saint-Sixte. Den 19n Augustus lost het ‘t 14 A af in den sector van Boezinge. De heilige wacht herbegint met hare aanhoudende artilleriegevechten. Kort nadien komt de 3-1 aan op het front; de tweede groep wordt ter beschikking gesteld van de 12e Infanteriedivisie en de derde groep gedetacheerd bij de 6e Infanteriedivisie. Dit zijn de voorbereidende maatregelen voor het nakend groot offensief. Den 28n September neemt het regiment stelling op de linie Wieltje-Pilken, vanwaar het, van op één kilometer afstand van de Duitsche loopgraven, deelneemt aan het overweldigend artillerievuur dat te 2 u. 30 losbreekt en drie uren lang de vijandelijke stellingen onder een stortregen van granaten van alle kaliber verplettert. Op het uur H, te 5 u. 30, houdt de behamering der loopgaven op en het regiment begeleidt door middel van zijn vuur de bewonderenswaardige infanterie die in stormloop oprukt tegen den heuvelkam van Passchendale. Den 30n September neemt het regiment stelling bij Mosselmarkt en ten Westen van Passchendale, in een volkomen omgewoeld terrein, waar het 14 dagen lang onophoudend bestookt wordt door de vijandelijke artillerie, die allerbest beschut was door Roeselare en de omliggende dekkingen. Gedurende die periode neemt het 18 A op onafgebroken wijze deel aan de vuren tegen batterijen en aan de tegenvoorbereidingsvuren.
  • 22. Het regiment wordt bij legerdagorder vermeld en bekomt de toelating om den naam « Passchendale » op de schilden zijner stukken te schrijven. Den 13n October stelt het zich op omstreeks Moorslede en neemt deel aan den aanval tot verovering van Roeselare en van de laatste verdedigingswerken der Flandernstellung. Te 5 u. 35 begint de stormloop der infanterie die den vijand naar het Oosten achteruitdringt. Doch te Rumbeke maken de Duitschers front en de eerste en de tweede groep helpen de 6e Infanteriedivisie om die localiteit te vermeesteren, terwijl de derde groep den aanval in de richting der Leie voortzet. Het regiment wordt omstreeks Ingelmunster weer samengebracht en trekt onmiddellijk op naar Oostroozebeke om er de Franschen te steunen, die trachten de Leie over te steken. De eerste en de tweede groep worden bij legerdagorder vermeld en bekomen de toelating om den naam « Rumbeke » op het schild hunner stukken te schrijven. De 3-11 vervoegt zich bij haar groep en den 20n October neemt het regiment stelling bij Zoetendaal, Ursel en Kleit, waar het de Ve Legerdivisie moet steunen bij hare poging om het afleidingskanaal over te steken. Den 9n September is het 18 A. te Zwartegat, ter beschikking der IIIe Legerdivisie die over de Schelde wil trekken en 11n November stelt de wapenstilstand voorgoed een einde aan de krijgsverrichtingen. Het regiment keert terug naar Brussel. Sedert zijne vorming heeft het regiment 7 officieren en 71 manschappen verloren.
  • 23. CONSTANCE SWINNEN STAMBOOM PAGINA 14-5 Constance was de zus van Rosalie Swinnen en werd geboren te Balen op 14.04.1899. Ze trouwde met Victor Van Hoof op 08.10.1920 en samen hadden ze 4 kinderen. Victor werd geboren te Mol op 26.05.1900. Hun zoon Nand (Mol 12/03/1921 - Balen 25/04/2004) was soldaat, krijgsgevangene en gewapend weerstander tijdens de Tweede Wereldoorlog. Na de oorlog trouwt hij met Jeanne Reyns en krijgen ze 4 kinderen. Nand werkte als opzichter bij de Vieille Montagne te Balen-Wezel en was ook nog uitbater van een café. Hun schoonzoon Henri Hermans (Heusden-Zolder 04/10/1924) was oorlogsvrijwilliger en gewapend weerstander tijdens de Tweede Wereldoorlog. Constance en Victor gingen tot hun 11de naar school. Nadien ging Victor werken op de watering van Emsens. Hij verdiende daar 1 frank per dag. Door dat werk had Victor geen tijd meer om misdienaar te zijn in de kerk van Mol-Rauw. Toen hij 17 werd kreeg hij 0,75 frank opslag. Nadien ging Victor in het zinkfabriek te Lommel werken. Van zodra hij genoeg gespaard had trouwde hij met Constance. Samen bouwden ze een huis in de Balenneetlaan te Balen- Wezel. Vervolgens ging Victor als opzichter in het bedrijf van zijn schoonouders werken en vanaf 1933 tot 1965 werkte hij als kraanman bij de Vieille-Montagne. Van 1933 tot 1953 hield hij met vrouw nog een café en kruidenierswinkel open. In oktober 1980 vierde het koppel zijn diamanten jubileum met een dankmis in de Sint-Jozefskerk te Wezel. De buren hadden hun huis en heel de straat versierd.
  • 24. Victor overlijdt te Mol op 17.10.1985 en Constance overlijdt te Mol op 15.01.1997. 2 van hun achterkleinkinderen werden bekende Vlaming. Ellen Dufour is een Belgische zangeres en een presentatrice op VTM. Ze werd bekend door deelname aan het programma Big Brother. Ze was de eerste vrouwelijke winnaar. Guy Dufour is een profvoetballer die zijn opleiding kreeg bij PSV Eindhoven en nadien voetbalde bij Lommel, Standard Luik en Sint- Truiden.
  • 25. ELISABETH SWINNEN STAMBOOM PAGINA 14-1 Elisabeth Swinnen werd geboren te Balen op 24.05.1892 en was de zus van Rosalie Swinnen. Zij trouwde met August Janssen (geboren te Balen op 29.10.1890) en samen kregen ze 5 kinderen. Twee van hun kinderen traden in het klooster bij de Broeders van Liefde. De broeders van Liefde is een rooms- katholieke congregatie die in 1807 werd gesticht. Ze zijn actief in 3 grote sectoren: welzijn, onderwijs en verzorgingsinstellingen. Frans Janssen, geboren te Mol op 08.06.1911 startte zijn postulaat op 14.02.1930. Hij legde zijn eeuwige beloften af op 15.06.1934 en nam de kloosternaam broeder Mareas aan. Na de oorlog gaf hij les aan een college. Bij zijn zilveren jubileum hoorde een groot feest waarbij heel de familie was uitgenodigd. Hij overleed te Turnhout op 21.02.1986. Zijn broer André Janssen werd geboren te Balen op 18.01.1928. Zijn postulaat startte op 14.02.1945. Hij legde zijn eeuwige geloften af op 15.08.1949 en nam de kloosternaam broeder Bertrand aan. Hij overleed in Sint-Job-in-‘t-Goor op 27.01.1996. André was jarenlang leraar en schooldirecteur in de technische middelbare school van Tessenderlo. Haar man August-Victor was soldaat tijdens de Eerste Wereldoorlog. Hij maakte deel uit van de klasse van 1910 en werd op 28 juli 1914 gemobiliseerd. Hij maakte deel uit van het 8ste linieregiment. Dit regiment bevond zich bij de mobilisatie te Laken. Op 3 augustus 1914 werd het overgebracht naar Rhines (Namen). Daar werd het regiment ontdubbeld (8ste en 28ste). Na de val van Luik op 16 augustus 1914 richtte het Duitse 2de en 3de leger, geleid door von Bülow de blik naar Namen. In theorie zou de verovering van Namen gemakkelijker zijn dan die van Luik: de instelling van het garnizoen was matig, er was te weinig munitie en de bezetting was te gering. Op z'n best werd Namen verdedigd door 37.000 man, waartegenover de Duitsers 107.000 man konden opstellen.
  • 26. De Duitsers besloten hun eerdere succes bij Luik te herhalen door de forten met zware artillerie te bestoken, onder meer met de 42 cm-houwitser "Dikke Bertha". Twee dagen nadat von Bülow daarmee was begonnen, op 23 augustus, stond Namen op het punt te vallen. Op 24.08.1914 wordt August-Victor door Duitse soldaten gevangen genomen en naar een krijgsgevangenenkamp in Gelsenkirchen gebracht. Op 10.03.1916 onderneemt hij een ontsnappingspoging en na een lange en gevaarlijke tocht komt August-Victor in Nederland terecht. Hij verblijft tot 23.03.1916 in het hospitaal en vervolgens neemt hij de boot naar Engeland. Na zijn aankomst in Folkestone wordt hij op 15.05.1916 doorgestuurd naar het Belgisch kamp Ruchard in Frankrijk. Op 13.07.1916 komt hij terug bij het 8ste linieregiment aan. Tijdens verschillende gevechten wordt August-Victor 2 maal gekwetst. Hij verblijft in het hospitaal van 29.12.1917 tot 22.01.1918 en van 25.03.1918 tot 26.04.1918. Vervolgens wordt hij overgeplaatst naar het depot te Dieppe. In 1919 wordt hij ontslagen uit het leger. Na de oorlog wordt August-Victor onderscheiden met o.a. de volgende eretekens: vuurkruis, oorlogskruis met palm, herinneringsmedaille met 4 frontstrepen, de koning Albert I medaille, Ridder in de orde van Leopold II en de overwinningsmedaille. Hij werd ook 20% invalide verklaard en kreeg 1 gevangenenstreep. Hij was aannemer van beroep. Hun dochter Leonia had jarenlang een café en kruidenierszaak te Balen-Wezel. Elisabeth overlijdt op 27 mei 1984 te Lommel. August overlijdt te Balen op 04 oktober 1973. Hun schoonzoon Camiel Fransen (Hechtel 26/12/1912), die met hun dochter Constance was getrouwd, was oud-strijder tijdens WO II. Deze gegevens zijn doorgegeven aan de afdeling Kempisch erfgoed. Een biografie is ook terug te vinden op de website: http://www.europeana1914-1918.eu/
  • 27. Overzicht van zijn decoraties De Herinneringsmedaille van de 1914-1918 Oorlog Toegekend aan Belgische burgers die in de rangen van de Belgische strijdkrachten dienden gedurende de Wereldoorlog en voldeden voor de criteria van de Overwinningsmedaille. Deze bronzen, enigszins driehoekige medaille werd ingesteld op 21 juli 1919 en kon voorzien worden van een aantal emblemen: een kroon voor vrijwilligers, een zilveren balkje per frontstreep, een verguld balkje ter vervanging van 5 zilveren, een rood email kruis voor elke wondstreep enz. Frontstepen werden als volgt toegekend: de eerste streep na één jaar frontdienst, de volgende frontstreep voor elke volgende 6 maand frontdienst. Marinepersoneel en vissers konden een anker op het lint aanbrengen indien ze ook de Maritieme Decoratie hadden ontvangen. Leden van het Expeditiekorps voor Rusland ontvingen een balk “1916-R-1917” of “1916-R-1918”. De voorzijde van de medaille toont het gehelmde hoofd van een soldaat waarbij de helm is versierd met een lauwertak. In de onderste hoeken van de medaille staan de jaartallen “1914” en “1918” terwijl bovenaan de medaille een klimmende leeuw, omgeven door een eikenlooftak (links) en een lauwertak (rechts). De ommezijde heeft een tweetalig inschrift, onder een koningskroon geflankeerd door een eikenlooftak (links) en een lauwertak (rechts): “MEDAILLE COMMEMORATIVE / DE LA CAMPAGNE / 1914-1918 / HERDENKINGSMEDAILLE / VAN DEN VELDTOCHT”. De Overwinningsmedaille 1914-1918 Uitgereikt aan allen die dienst deden in het gemobiliseerde Belgische leger tussen 1 augustus 1914 en 11 november 1918. Deze bronzen medaille, aanvankelijk voorgesteld door de Franse veldmaarschalk Foch als een inter-geallieerde medaille en als dusdanig ook aangenomen, werd ingesteld op 15 juli 1919. Ze volgt onmiddellijk na de IJzermedaille en door latere decreten kon ze ook worden toegekend aan bv. deelnemers aan de Afrikaanse campagnes, leden van de koopvaardijvloot en vissers enz. Op de voorzijde is de overwinningsgodin afgebeeld met uitgespreide vleugels en staand op een wereldbol. In haar linkerhand houdt ze een lauwerkrans, in haar rechter een zwaard en een lauwerkrans. Medailles in de Orde van Leopold II In 1900 stichtte Koning Leopold II, als koning van het onafhankelijke Congo, nog een orde welke dan, in 1908, eveneens werd opgenomen in het Belgisch stelsel van ordes en eretekens. Deze Orde van Leopold II werd toegekend voor verdienste aan de Koning of het Koningshuis. In de praktijk is het een orde voor lange en trouwe dienst en wordt als dusdanig toegekend in de plaats van de zeldzamere Orde van Leopold I (maar tevens afwisselend met de Kroonorde).
  • 28. Het Oorlogskruis 1914-1918 Dit bronzen kruis, ingesteld op 25 oktober 1915, werd toegekend aan militairen voor een daad van moed tegenover een vijand. Ook buitenlands militair personeel don dit ereteken verkrijgen. Naast daden van moed kwamen nog andere omstandigheden voor uitreiking in aanmerking: bv. militairen met minstens 5 frontstrepen (3 jaar frontdienst) voor goed gedrag, vrijwilligers ouder dan 40 of jonger dan 16 jaar met minstens 18 maand dienst in een gevechtseenheid, ontsnapte krijgsgevangenen welke opnieuw in militaire dienst traden of militairen welke, omwille van oorlogsverwondingen, op inactief werden geplaatst, kregen eveneens het Oorlogskruis toegekend. Een aantal emblemen konden op het lint aangebracht worden voor Vermelding in de Dagorde: Een Vermelding op legerniveau bracht een bronzen palm met de letter “A” (Koning Albert I) met zich mee, vijf dergelijke vermeldingen werden omgezet in een zilveren palm en vijf zilveren in een gouden palm; Vermeldingen op divisie- of regimentsniveau werden aanvankelijk gekenmerkt door bronzen, zilveren of gouden leeuwtjes maar deze werden later afgeschaft en vervangen door de eerder beschreven palmen. De voorzijde van het kruis, dat gekruiste zwaarden tussen de kruisarmen heeft, toont een klimmende leeuw in het medaillon, de achterzijde is identiek behalve voor de vervanging van de leeuw door het koninklijk monogram “A”. Het lint is rood met vijf groene strepen.
  • 29. Het Vuurkruis 1914-1918 Uitgereikt aan allen die de “Vuurkaart” hadden ontvangen, m.a.w. allen die aan het front onder vuur gelegen hadden. Dit bronzen kruis, met korte, brede armen, werd ingesteld op 6 februari 1934 en wordt onmiddellijk na de IJzer Medaille (of Kruis) gedragen. Het Vuurkruis kon niet postuum worden uitgereikt. Op de grote rechthoek aan de voorzijde is een verlaten slagveld te zien, geflankeerd door een verticale lauwertak: vooraan een helm op een bajonet, achteraan een heuvel met een 75mm geschut terwijl de zon tussen enkele wolken schijnt. De keerzijde toont in het paneel een koningskroon van waaruit zeven stralen vertrekken en een grote lauwertak waarover de Latijnse tekst “SALUS PATRIAE / SUPREMA LEX” is aangebracht. De jaartallen “1914 / 1918” staan rechts onderaan terwijl linksonder de naam van de ontwerper van het ereteken, A. Rombaut, is vermeld. Het lint is rood met lichtblauwe randen en een centrale streep in diezelfde kleur. De Herinneringsmedaille aan de Regeerperiode van Koning Albert I Deze medaille werd pas ingesteld op 17 februari 1962 voor uitreiking aan militairen in dienst of gewezen militairen, voor trouwe en goede diensten, tussen 18 december 1909 en 18 februari 1934, in het belang van de strijdkrachten. Deze medaille werd ook uitgereikt aan de gewezen militairen die de overwinningsmedaille en de herinneringsmedaille hebben ontvangen.
  • 30.
  • 31.
  • 32. FRANS JANSSEN STAMBOOM PAGINA 14-1 Frans Janssen, geboren te Mol op 08.06.1911 startte zijn postulaat op 14.02.1930. Hij legde zijn eeuwige beloften af op 15.06.1934 en nam de kloosternaam broeder Mareas aan. Na de oorlog gaf hij les aan een college. Bij zijn zilveren jubileum hoorde een groot feest waarbij heel de familie was uitgenodigd. Hij overleed te Turnhout op 21.02.1986. De broeders van Liefde is een rooms-katholieke congregatie die in 1807 werd gesticht. Ze zijn actief in 3 grote sectoren: welzijn, onderwijs en verzorgingsinstellingen. Hij was de zoon van Elisabeth Swinnen en August Janssen.
  • 33. ANDRÉ JANSSEN STAMBOOM PAGINA 14-1 André Janssen werd geboren te Balen op 18.01.1928. Zijn postulaat startte op 14.02.1945. Hij legde zijn eeuwige geloften af op 15.08.1949 en nam de kloosternaam broeder Bertrand aan. Hij overleed in Sint-Job-in-‘t-Goor op 27.01.1996. André was jarenlang leraar en schooldirecteur in de technische middelbare school van Tessenderlo. De broeders van Liefde is een rooms-katholieke congregatie die in 1807 werd gesticht. Ze zijn actief in 3 grote sectoren: welzijn, onderwijs en verzorgingsinstellingen. Hij was de zoon van Elisabeth Swinnen en August Janssen.
  • 34. MARIA ROSALIA SWINNEN STAMBOOM PAGINA 15 Maria werd geboren te Lommel op 06.01.1885. Zij was de dochter van Petrus Franciscus Swinnen en Elisabeth van de Craen. Maria was de tante van Rosalie Swinnen. Op 19.12.1908 trouwde ze te Leopoldsburg met Jan Anselmus Wouters. Samen hadden ze twee kinderen (Jean Baptist en Jozef). Jan werd geboren te Oostham op 24.03.1883. Vanaf 1904 was Jan beroepsmilitair (vrijwilliger met premie). Hij verlengde zijn contract met het Belgisch leger telkens voor 1 jaar. Als soldaat-klaroenspeler diende hij eerst het 13de linieregiment en later het 5de genieregiment. Het 13de linieregiment maakte deel uit van de 4de legerdivisie en maakte verschillende bloederige gevechten mee. Zoals bijv. de slag bij Keiem in oktober 1914. Na deze veldslag keerden slechts 1 officier en 200 manschappen naar hun stellingen terug. Het 13de bezette de eerste linie van de sector Nieuwpoort, 3 Grachten en Ramskapelle. In mei 1916 sneuvelde er bij Diksmuide meer dan 350 soldaten van hun regiment. In 1918 werd hij zwaargewond. Eerst werd Jan naar een Frans hospitaal gebracht en na de wapenstilstand werd hij naar een ziekenhuis in Zelzate overgeplaatst. Daar overleed hij op 04.04.1919. In het totaal bracht Jan 47 maanden aan het front en 5 maanden achter het front door. Hij kreeg 5 frontstrepen en hij werd onderscheiden met de volgende medailles: Ridder in de orde van Leopold II, Oorlogskruis, IJzermedaille, Herinneringsmedaille en Overwinningsmedaille. Jan werd begraven te Zelzate maar later is hij overgebracht naar het militair erepark op de stedelijke begraafplaats van Brugge. Zijn naam is ook bijgezet op het oorlogsmonument van de gemeente Balen. Op 20 juli 1920 hertrouwt Maria met Petrus Jozef Boels. Hij was een landbouwer afkomstig van Oostham. Maria overlijdt te Lommel op 02.09.1964.
  • 35. Overzicht van zijn decoraties De Herinneringsmedaille van de 1914-1918 Oorlog Toegekend aan Belgische burgers die in de rangen van de Belgische strijdkrachten dienden gedurende de Wereldoorlog en voldeden voor de criteria van de Overwinningsmedaille. Deze bronzen, enigszins driehoekige medaille werd ingesteld op 21 juli 1919 en kon voorzien worden van een aantal emblemen: een kroon voor vrijwilligers, een zilveren balkje per frontstreep, een verguld balkje ter vervanging van 5 zilveren, een rood email kruis voor elke wondstreep enz. Frontstepen werden als volgt toegekend: de eerste streep na één jaar frontdienst, de volgende frontstreep voor elke volgende 6 maand frontdienst. De voorzijde van de medaille toont het gehelmde hoofd van een soldaat waarbij de helm is versierd met een lauwertak. De Overwinningsmedaille 1914-1918 Uitgereikt aan allen die dienst deden in het gemobiliseerde Belgische leger tussen 1 augustus 1914 en 11 november 1918. Deze bronzen medaille, aanvankelijk voorgesteld door de Franse veldmaarschalk Foch als een inter-geallieerde medaille en als dusdanig ook aangenomen, werd ingesteld op 15 juli 1919. Ze volgt onmiddellijk na de IJzermedaille en door latere decreten kon ze ook worden toegekend aan bv. deelnemers aan de Afrikaanse campagnes, leden van de koopvaardijvloot en vissers enz. Op de voorzijde is de overwinningsgodin afgebeeld met uitgespreide vleugels en staand op een wereldbol. In haar linkerhand houdt ze een lauwerkrans, in haar rechter een zwaard en een lauwerkrans. Medailles in de Orde van Leopold II Deze Orde van Leopold II werd toegekend voor verdienste aan de Koning of het Koningshuis. In de praktijk is het een orde voor lange en trouwe dienst en wordt als dusdanig toegekend in de plaats van de zeldzamere Orde van Leopold I (maar tevens afwisselend met de Kroonorde). Het Oorlogskruis 1914-1918 Dit bronzen kruis, ingesteld op 25 oktober 1915, werd toegekend aan militairen voor een daad van moed tegenover een vijand. Ook buitenlands militair personeel don dit ereteken verkrijgen. Naast daden van moed kwamen nog andere omstandigheden voor uitreiking in aanmerking: bv. militairen met minstens 5 frontstrepen (3 jaar frontdienst) voor goed gedrag, vrijwilligers ouder dan 40 of jonger dan 16 jaar met minstens 18 maand dienst in een gevechtseenheid, ontsnapte krijgsgevangenen welke opnieuw in militaire dienst traden of militairen welke, omwille van oorlogsverwondingen, op inactief werden geplaatst, kregen eveneens het Oorlogskruis toegekend. Een aantal emblemen konden op het lint aangebracht worden voor Vermelding in de Dagorde: Een Vermelding op legerniveau bracht een bronzen palm met de letter “A” (Koning Albert I) met zich mee, vijf dergelijke vermeldingen werden omgezet in een zilveren palm en vijf zilveren in een gouden palm; Vermeldingen op divisie-
  • 36. of regimentsniveau werden aanvankelijk gekenmerkt door bronzen, zilveren of gouden leeuwtjes maar deze werden later afgeschaft en vervangen door de eerder beschreven palmen. De voorzijde van het kruis, dat gekruiste zwaarden tussen de kruisarmen heeft, toont een klimmende leeuw in het medaillon, de achterzijde is identiek behalve voor de vervanging van de leeuw door het koninklijk monogram “A”. Het lint is rood met vijf groene strepen. De IJzermedaille Uitgereikt aan diegenen welke, tussen 17 en 31 oktober 1914, deel uitmaakten van het leger strijdend aan de IJzer (“Yser” in het Frans) en er uitmuntend gestreden hebben. Deze bronzen medaille (met een groene tint en met een medaillon in groen email bovenaan) werd ingesteld op 18 oktober 1918 en volgt in belangrijkheid onmiddellijk op het Oorlogskruis 1914-1918. Ook geallieerde militairen welke aan de IJzerslagen deelnamen, kwamen in aanmerking. Op de voorzijde staat een naakte, gehelmde man met een lans (het tot staan brengen van de Duitse aanval symboliserend) met aan de rechterzijde de data “17-31 / OCT. / 1914”. In het geëmailleerde medaillon kan men het woord “YSER” lezen. Op de achterzijde zit een gewonde leeuw met een slagveld als achtergrond en met onderaan opnieuw het woord “YSER” terwijl in het medaillon het koninklijk monogram, de letter “A” (Koning Albert I) is aangebracht. Het lint is rood (bloed) met brede zwarte (rouw) randen. Het kreeg zijn huidige benaming ingevolge het K.B. van 5 februari 1934. De Slag aan de IJzer vond plaats van 18 tot 30 oktober 1914 tijdens de Eerste Wereldoorlog, tussen het Duitse leger en het Belgisch leger gesteund door Franse troepen. Op 18 oktober begon de aanval van de naar Duinkerken oprukkende Duitsers op het Belgisch front aan de linkeroever (tussen Nieuwpoort en Diksmuide) van de IJzer, waarbij het centrum van het Belgisch leger het zwaar te verduren kreeg. Er vielen ongeveer 60.000 slachtoffers langs Belgische zijde en dat kwam overeen met één derde van de sterkte van het Belgisch leger.