Als de werkelijkheid aan je deur klopt, wie doet dan open? Je ouder, volwassene of kind. Transactionele Analyse als handvat om je communicatie te verbeteren. Gelijkwaardig niet gelijk, win/win en ik ben OK, jij bent OK als uitgangspunt Rolpatronen herkennen en doorbreken.
Instructie Qsuite | Hoe kan ik een zelfstandigheidsmeting invullen?Evelien Verkade
Deze instructie is onderdeel van de totale uitleg van dit onderwerp. Per deelvraag (Hoe doe ik?) gaan we in op hoe precies dit onderdeel in de Qsuite werkt. De handleidingen en instructies vind je in de Qsuite zelf, of in onze e-learning omgeving. Zo leer je snel werken met de Qsuite en heb je altijd de benodigde naslagwerken onder de knop.
WIN/WIN communicatie | Target Point, guide to changeangela van de Loo
Als er op je deur wordt geklopt, wie doet dan open? De ouder, je volwassene of het kind. Ik ben OK/jij bent OK - succesrecept voor communicatie. Standaard nodig in cocreatie.
Hoe ga je om met het gedrag van jongeren? Wanneer geef je jongeren de ruimte en wanneer trap je op de rem of zorg je voor een werkcultuur waar andere jongeren corrigerend optreden? Wat moet je doen in welke situatie? Hoe zorg je ervoor dat je op één lijn zit met je collega\'s en jongeren? Grenzen stellen is een totaalconcept. Dit handboek \'begrensd kansen bieden\' is een leidraad voor uitvoerend jongerenwerkers en hun leidinggevenden. In het handboek worden vijf belangrijke basisregels uitgewerkt.
Als de werkelijkheid aan je deur klopt, wie doet dan open? Je ouder, volwassene of kind. Transactionele Analyse als handvat om je communicatie te verbeteren. Gelijkwaardig niet gelijk, win/win en ik ben OK, jij bent OK als uitgangspunt Rolpatronen herkennen en doorbreken.
Instructie Qsuite | Hoe kan ik een zelfstandigheidsmeting invullen?Evelien Verkade
Deze instructie is onderdeel van de totale uitleg van dit onderwerp. Per deelvraag (Hoe doe ik?) gaan we in op hoe precies dit onderdeel in de Qsuite werkt. De handleidingen en instructies vind je in de Qsuite zelf, of in onze e-learning omgeving. Zo leer je snel werken met de Qsuite en heb je altijd de benodigde naslagwerken onder de knop.
WIN/WIN communicatie | Target Point, guide to changeangela van de Loo
Als er op je deur wordt geklopt, wie doet dan open? De ouder, je volwassene of het kind. Ik ben OK/jij bent OK - succesrecept voor communicatie. Standaard nodig in cocreatie.
Hoe ga je om met het gedrag van jongeren? Wanneer geef je jongeren de ruimte en wanneer trap je op de rem of zorg je voor een werkcultuur waar andere jongeren corrigerend optreden? Wat moet je doen in welke situatie? Hoe zorg je ervoor dat je op één lijn zit met je collega\'s en jongeren? Grenzen stellen is een totaalconcept. Dit handboek \'begrensd kansen bieden\' is een leidraad voor uitvoerend jongerenwerkers en hun leidinggevenden. In het handboek worden vijf belangrijke basisregels uitgewerkt.
De omvang van de Covid-19 crisis wordt steeds zichtbaarder. Naarmate de crisis zich verder ontwikkelt, zijn sommige acties functioneler dan andere. Vanuit een leerperspectief bezien zijn er veel handvatten.In de Covid-19 Coping Cirkel zie je vijf stadia die elkaar opvolgen. In elke fase zie je functionele en dysfunctionele gedragingen beschreven.
Presentatie bij Academie voor Overheidscommunicatie over mijn boek Stop met communiceren! Over het land Contingentia met zijn al te menselijke bewoners: Oblomovs, Veranderhaters, Wij-mensen en Verhalenvertellers.
Cornelisse Competentie Index, CCI
Wat maakt dat de cliënt zo zelfredzaam is als hij op dit moment is? Welke interventie is nodig om te groeien in zelfredzaamheid? Welke krachten van de cliënt zelf worden ingezet? Wat wil de cliënt zelf eigenlijk? Vragen als deze spelen een steeds grotere rol bij zorgtoewijzingsbeleid.
De Cornelisse Competentie Index (CCI) is ontwikkeld als een screeningsinstrument voor HBO opgeleide hulpverleners die de zorgvraag van een adolescent onderzoeken. Het instrument is ontwikkeld in opdracht van de GGD Rotterdam.
De CCI is opgebouwd uit drie tabbladen. De eerste betreft de hulpvraag van de jongere. Deze wordt expliciet weergegeven. Ook wordt er gevraagd naar de verwachting van de jongere m.b.t. de woonbegeleiding. Op deze manier wordt ervoor gewaakt dat het hulpaanbod niet aansluit bij de vraag van de jongere. Het tweede tabblad vraag naar taken. Het derde tabblad betreft de beïnvloedende factoren.
eze methodiek richt zich op begeleiding van adolescenten die moeten groeien in zelfredzaamheid maar dat (nog) niet zelfstandig kunnen of doen. Waar mogelijk wordt een beroep gedaan op de eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid van de jongere. Indien nodig wordt een jongere aangespoord en gemotiveerd en waar noodzakelijk wordt er ingegrepen. De methodiek is ontwikkeld met als uitgangspunt dat de begeleiding zo kort en licht mogelijk, en zo lang als zinvol ingezet wordt. Er wordt aangesloten bij de mogelijkheden van de jongere, waarbij de (ontwikkelings-) problemen vanuit een oplossingsgerichte aanpak worden benaderd. De vraag van de jongere en zijn toekomstdroom staan centraal.
De begeleiding is niet gericht op hulpverlenen, maar op het vergroten van de zelfredzaamheid van de jongere. Deze zelfredzaamheid kan vergroten door het “natuurlijke” leerproces en op basis van feedback van de begeleiding. De zelfredzaamheid kan ook vergroten door het versterken van het (professioneel) netwerk van de jongere. In dat geval zet de begeleiding zich in om de jongere wegwijs te maken binnen het enorme reguliere hulpaanbod. Samen met de jongere gaat de begeleiding op zoek naar de meest passende vorm van scholing, (tijdelijke) ondersteuning of behandeling. Door zich te verdiepen in het leven van de jongere, het verbreden van de kennis van de jongere en hem/haar verbinden met verschillende zorgaanbieders wordt er maatwerk geboden.
De omvang van de Covid-19 crisis wordt steeds zichtbaarder. Naarmate de crisis zich verder ontwikkelt, zijn sommige acties functioneler dan andere. Vanuit een leerperspectief bezien zijn er veel handvatten.In de Covid-19 Coping Cirkel zie je vijf stadia die elkaar opvolgen. In elke fase zie je functionele en dysfunctionele gedragingen beschreven.
Presentatie bij Academie voor Overheidscommunicatie over mijn boek Stop met communiceren! Over het land Contingentia met zijn al te menselijke bewoners: Oblomovs, Veranderhaters, Wij-mensen en Verhalenvertellers.
Cornelisse Competentie Index, CCI
Wat maakt dat de cliënt zo zelfredzaam is als hij op dit moment is? Welke interventie is nodig om te groeien in zelfredzaamheid? Welke krachten van de cliënt zelf worden ingezet? Wat wil de cliënt zelf eigenlijk? Vragen als deze spelen een steeds grotere rol bij zorgtoewijzingsbeleid.
De Cornelisse Competentie Index (CCI) is ontwikkeld als een screeningsinstrument voor HBO opgeleide hulpverleners die de zorgvraag van een adolescent onderzoeken. Het instrument is ontwikkeld in opdracht van de GGD Rotterdam.
De CCI is opgebouwd uit drie tabbladen. De eerste betreft de hulpvraag van de jongere. Deze wordt expliciet weergegeven. Ook wordt er gevraagd naar de verwachting van de jongere m.b.t. de woonbegeleiding. Op deze manier wordt ervoor gewaakt dat het hulpaanbod niet aansluit bij de vraag van de jongere. Het tweede tabblad vraag naar taken. Het derde tabblad betreft de beïnvloedende factoren.
eze methodiek richt zich op begeleiding van adolescenten die moeten groeien in zelfredzaamheid maar dat (nog) niet zelfstandig kunnen of doen. Waar mogelijk wordt een beroep gedaan op de eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid van de jongere. Indien nodig wordt een jongere aangespoord en gemotiveerd en waar noodzakelijk wordt er ingegrepen. De methodiek is ontwikkeld met als uitgangspunt dat de begeleiding zo kort en licht mogelijk, en zo lang als zinvol ingezet wordt. Er wordt aangesloten bij de mogelijkheden van de jongere, waarbij de (ontwikkelings-) problemen vanuit een oplossingsgerichte aanpak worden benaderd. De vraag van de jongere en zijn toekomstdroom staan centraal.
De begeleiding is niet gericht op hulpverlenen, maar op het vergroten van de zelfredzaamheid van de jongere. Deze zelfredzaamheid kan vergroten door het “natuurlijke” leerproces en op basis van feedback van de begeleiding. De zelfredzaamheid kan ook vergroten door het versterken van het (professioneel) netwerk van de jongere. In dat geval zet de begeleiding zich in om de jongere wegwijs te maken binnen het enorme reguliere hulpaanbod. Samen met de jongere gaat de begeleiding op zoek naar de meest passende vorm van scholing, (tijdelijke) ondersteuning of behandeling. Door zich te verdiepen in het leven van de jongere, het verbreden van de kennis van de jongere en hem/haar verbinden met verschillende zorgaanbieders wordt er maatwerk geboden.
3. Wat
is
gehechtheid?
• Bolby
(
1984):
benaming
voor
het
verschijnsel
dat
kinderen
de
neiging
hebben
om
nabijheid
en
contact
te
zoeken
met
een
vertrouwde
volwassene,
in
6jden
van
angst,
stress
en
nood
• 0-‐6
mnd:
pre-‐hech6ngsgedrag:
lachen,
brabbelen
en
huilen
• 2-‐6
mnd:
verschil
bekend
onbekend
• Explora6e
van
de
wereld
met
hech6ngsfiguur
als
veilige
basis
Aruba
2012
4. gehechtheidsrela6e
• Rela6e
waarbij
de
ene
persoon
troost,
steun
en
contact
biedt
aan
de
andere
persoon
wanneer
deze
troost,
steun
en
contact
zoekt.
• Veilige
haven:
bieden
van
troost,
bescherming
en
goede
raad
• Veilige
basis:
het
ondernemen
van
nieuwe
spannende
ac6viteiten
met
de
verzorger
als
veilige
basis.
• De
kwaliteit
kan
veilig
of
onveilig
zijn
Aruba
2012
6. De
ontwikkeling
van
het
brein
• Er
zijn
4
belangrijke
delen
van
de
hersenen
die
zich
in
de
eerste
paar
jaren
enorm
ontwikkelen.
• De
hersenstam
(
hagedissen)
• De
diencefalon
• Het
limbisch
systeem
(
kaXen
en
honden)
• De
hersenschors
(
apen)
• Frontale
hersenschors
(
mens)
Aruba
2012
7. • De
hersenstam
:
regelfunc6es
zoals
lichaamstemperatuur,
hartslag,
ademhaling
en
bloeddruk
• De
diencefalon
en
het
limbisch
systeem:
emo6onele
reac6es
• De
hersenschors
reguleert
de
gecompliceerde
en
zeer
menselijke
func6es
als
spraak.
taal.,
abstract
denken,
plannen
en
bewuste
besluitvorming.
Aruba
2012
8. Onveilig-‐deac6verend
gehecht
• Sociale
beloningen
en
straffen
helpen
vaak
niet.
• De
juiste
afstand
houden.
Ze
willen
dat
je
oppervlakkig
blij^.
• Uiten
hun
gevoelens
van
spanning,
stress
en
verdriet
als
agressie,
ac6ng
out
en
middelenmisbruik.
• Frustra6es
bij
de
opvoeders.
• Ze
zijn
tamelijk
immuun
voor
behandeling.
Meer
externaliserend
gedrag:
agressief,
delinquen6e
Aruba
2012
9. Jongeren
met
een
deac6verende
strategie
geven
vaak
ui6ng
aan:
• Materialisme
• Instrumentele
houding
tov
rela6es
• Gebrek
aan
empathie
en
inleving
in
anderen.
• Seksueel
ge6nt
gedrag
• Een
grote
controlebehoe^e
Aruba
2012
10. Basiselementen
aanpak
1.
Het
bieden
van
een
veilige
basis/
veilige
haven.
2.
Doorbreken
verwach6ngspatroon,
vervangen
kerncogni6es
3.
Ondersteunend
netwerk
Aruba
2012
11. Veilige
haven/basis
• Individualisa6e:
laat
hem
merken
dat
je
hem
waardeert
als
persoon
• Limieten
stellen
zijn
belangrijk
maar
het
is
hierbij
van
uiterste
belang
het
duidelijk
te
maken
dat
het
niet
als
straf
maar
als
veiligheidsmaatregel
wordt
ingezet.
(Niet
te
strikt).
• Het
problema6sche
gedrag
6jdig
herkennen
en
gebruiken
als
aanleiding
voor
interven6es
bv
een
afleidende
ac6viteit
aanbieden.
Wel
hierbij
terugkomen
op
het
gedrag
als
hij/zij
weer
rus6g
is.
Aruba
2012
12. Veilige
basis
• L
hee^
nu
de
mogelijkheid
hulpverleners
te
gebruiken
als
veilige
basis.
• Het
effect
hiervan
is
dat
zijn
dri^buien
korter
duren
en
minder
he^ig
zijn.
• Hij
kan
nu
verbaliseren
wat
hij
ervaart.
Het
is
echter
nog
steeds
vaak
op
zijn
voorwaarden.
Aruba
2012
13. Wat
kunnen
anderen
doen
• Schenk
persoonlijke
aandacht
aan
de
jongere
door
onderwerpen
te
zoeken
waarin
beide
personen
de
interesse
delen.
• Individualiseer
het
behandelprogramma
door
speciale
uitzonderingen
te
geven.
• Negeer
provoca6e
(
uitlokken
nega6eve
aandacht
en
beschouw
het
niet
als
een
persoonlijke
afwijzing).
Aruba
2012
14. Doorbreken
van
de
self-‐fullfilling
prophecies
• Ze
verwachten
teleurgesteld
te
worden
en
hameren
daarom
op
zelfstandigheid.
Laat
de
jongere
zien
dat
hij/zij
de
moeite
waard
is.
Dat
wil
zeggen
de
aandacht
en
zorg
waardig
is
• Doorbreek
nega6eve
interac6epatronen
door
pro-‐ac6ef
contact
te
maken.
Aruba
2012
15. Ondersteunend
netwerk
• Werk
aan
de
bekoelde
rela6e
tussen
ouder
en
kind.
• Als
de
jongere
een
veilige
basisrela6e
op
kan
bouwen
met
een
hulpverlener
is
de
kans
groter
dat
het
opbouwen
van
een
basisrela6e
in
het
netwerk
slaagt.
Aruba
2012
16. aandachtspunten
• Een
directe
aanpak
is
zeer
belangrijk
• Vraag
aan
de
jongere
duidelijk
aan
te
geven
wat
hij
of
zij
verwacht
• Geef
aan
welke
acceptabele
manieren
er
zijn
om
frustra6es
te
uiten.
• Kom
al6jd
terug
op
iets
als
de
persoon
weer
rus6g
is.
Aruba
2012
17. Tips
• Herken
het
gedrag
en
geef
dit
aan
bij
de
jongere.
Negeer
het
dus
niet.
• Ga
niet
in
op
de
emo6onele
behoe^es
omdat
de
behoe^es
daardoor
alleen
maar
toenemen.
• Geef
je
eigen
grenzen
aan.
Wat
wel
kan
en
wat
niet
kan.
Bv
ik
wil
best
horen
waar
je
mee
zit
maar
ik
kan
dat
niet
voor
je
doen.
• Moedig
aan
en
steun
eigen
oplossingen
zodat
de
jongere
meer
in
zichzelf
kan
geloven.
Aruba
2012