Wat wil je organisatie bereiken? Wat zijn de visie, ambities en doelen? En wat willen je klanten, stakeholders of medewerkers? Wat doen je concurrenten? Wat is eigenlijk het online ecosysteem waarin je organisatie opereert? En wat betekent dit allemaal voor je online activiteiten? Het moge duidelijk zijn: online succes begint met inzicht in context. Want zonder inzicht in de randvoorwaarden en het Umfeld van je online activiteiten, kun je geen scherpe keuzes maken. En als je niet kiest, kun je niet focussen. Boudewijn Bugter definieert het begrip ‘context’. En laat zien hoe je deze context in kaart brengt. Om vervolgens handvatten te geven voor het doorvertalen van inzicht in context in een heldere, trefzekere online strategie.
21. WELKE PROCESSEN EN WELK BELEID LEIDEND? Bron: Sabel Online INFORMEREN & OVERTUIGEN Beleid moet uitgelegd worden. Merken willen dat klanten hun merk ‘beleven’. Bied proactief informatie, functionaliteit en dergelijke om dit te bereiken. PRIMAIR & SECUNDAIR Internet meer en meer businesstool. Ontlast de back-office of call center, verkoop online rechtstreeks aan je klant etc. Maar is het primair of secundair kanaal?
22. Bron: Sabel Online KEUZES, DOELEN, SUCCESFACTOREN AMBITIE > DOELEN > SUCCESFACTOREN INVULLEN OP BASIS VAN IN STRATEGIEWORKSHOP(S) GEMAAKTE KEUZES Doelstelling Doelstelling Doelstelling AMBITIES
41. TIP: GEBRUIK EEN COMBINATIE VAN METHODEN! GERICHT DOELGROEP- ONDERZOEK INZICHT IN SITUATIES, TAKEN, BEHOEFTEN EN WENSEN Focusgroepen Diepte- interviews Taakanalyse & -identificatie
55. Eigen website en andere, zelf geïnitieerde online activiteiten (mobile devices?) Sites van concurrenten, partners en vergelijk-bare organisaties Sociale netwer-ken, blogs, fora en vergelijkingssites Eventuele andere kanalen en en andere mogelijkheden die klanten hebben om met jouw organisatie in contact te komen JOUW ONLINE ECOSYSTEEM
56. DOELGROEP(EN) EN HUN GEDRAG IN HET ONLINE ECOSYSTEEM Bron: Sabel Online SITUATIE Behoefte Behoefte Behoefte
57. Bron: Sabel Online WAT BETEKENT DAT VOOR DE ACTIVITEITEN VAN JE ORGANISATIE? Behoefte ORGANISATIE Doel Doel Doel
58.
59. Bron: Sabel Online CONTEXTUEEL STRATEGIEMODEL PLOT TAKEN BEZOEKERS EN ONLINE ACTIVITEITEN OP HET ONLINE ECOSYSTEEM. ZO ZIE JE WAT JE WAAR ZOU MOETEN DOEN. PRIMAIR SECUNDAIR INFORMEREN OVERTUIGEN BEHOEFTE DOEL
Boudewijn Bugter: voorstellen Sabel Groep: groep van bureaus in communicatie en internet adviseert over communicatie- en internetstrategie en biedt allerlei diensten om die strategie te implementeren
Sabel Communicatie bedenkt en maakt voornamelijk offline communicatiemiddelen. Inhoudelijk gedreven, specialist in relatiemedia, tekstproductie & webredactie, contentmarketing en pr. Móbile-pr: pr-bureau dat voornamelijk werkt in automotivesector en mobiliteitsbranche. PR, events en relatiemedia. Sabel Interim (site in laatste fase, binnenkort live): bemiddelt in interim-communicatie-, internet- en redactieprofessionals op alle niveaus. Nauw gelieerd aan Sabel Communicatie en Sabel Online, en daarom bij uitstek bekend met problematiek opdrachtgevers. Vaak ook combinatie in adviestrajecten: implementatie ofwel door bureau ofwel door Sabel Interimmer. Of dus in combinatie.
Sabel Online. Fullservice internetbureau
Online activiteiten altijd bundeling van keuzes op basis van inzicht in drie factoren: organisatieperspectief: wat wil de organisatie? Doelgroepperspectief: wat wil de doelgroep? Online ecosysteem: in welk speelveld moeten onze online activiteiten hun werk doen.
We beginnen bij het organisatieperspectief.
Organisatieambities op hoogste niveau Organisatiestrategie op hoogste niveau Doorvertaling: Welke beleidsterreinen primair ondersteund met online kanaal? Welke doelgroepen vanuit die optiek meest belangrijk? Conclusies om te toetsen in strategieworkshops
Wat gebeurt er binnen en (vooral!) buiten organisatie? Welke externe trends en ontwikkelingen (mobiel internet, mate waarin mensen elkaar opzoeken, social media etc) zijn van belang? Hoe prioriteren we al deze ontwikkelingen? Conclusies om te toetsen in strategieworkshops
Interviews achterhalen wensen en behoeften (ondersteuning van primaire proces door internetactiviteiten) van verschillende afdelingen (de business) Interviews achterhalen belangrijke randvoorwaarden: beveiligingsbeleid, inkoop, compliance, etc Conclusies om te toetsen in strategieworkshop(s)
In 1 of meer strategieworkshop(s) toets je de in de hiervoor gezette stappen opgedane kennis en inzichten. Je vraagt de belangrijkste stakeholders (vaak senior management) om keuzes te maken en te prioriteren. Op basis van deze keuzes ga je vervolgens verder met je strategie.
PROCESSEN: PRIMAIR OF SECUNDAIR? Internet meer en meer businesstool. Ontlast de back-office of call center, verkoop online rechtstreeks aan je klant etc. BELEID INFORMEREN & OVERTUIGEN Beleid moet uitgelegd worden. Merken willen dat klanten hun merk ‘beleven’. Bied proactief informatie, functionaliteit en dergelijke om dit te bereiken Let wel: niet uitputtend
Nu vertalen we de in de strategieworkshop gemaakte keuzes door in doelstellingen, met bijbehorende succesfactoren en KPI’s – waar hangt het behalen van de doelstellingen vanaf, en hoe gaan we meten en monitoren in welke mate we onze doelen waarmaken?
En vervolgens de doelstellingen door in online activiteiten.
Organisatieperspectiefkaart . Nog even op een rij: Welke processen en welk beleid worden ondersteund met de inzet van internet? Ambitie leidt tot welke doelen en succesfactoren? Ambitie, doelen en succesfactoren leiden tot welke strategische keuzen en vervolgens tot welke online activiteiten?
Organisatieperspectiefkaart . Nog even op een rij: Welke processen en welk beleid worden ondersteund met de inzet van internet? Ambitie leidt tot welke doelen en succesfactoren? Ambitie, doelen en succesfactoren leiden tot welke strategische keuzen en vervolgens tot welke online activiteiten?
Nu naar het – misschien wel – moeilijkste onderdeel: de doelgroep Doelgroepen zijn immers veelkleurig. En toch moet je zorgen dat je op “persoonsniveau” met ze communiceert. Dat je hen individueel bedient en faciliteert (zelfservice). Om dat te kunnen, moet je een diepgaand inzicht hebben in de doelgroepen, wat hen beweegt, wat zij verwachten, vinden en denken. En in welke behoeften en taken zij hebben. Dat zet je vervolgens af tegen het organisatieperspectief. Zo zorg je voor balans in je online strategie.
Stappen Primaire doelgroep(en) bepalen Persoonlijkheid en gedrag Situaties en daaruit volgende behoeften, wensen en taken Doelgroepperspectiefkaart En dan: uitwerken in persona’s, scenario’s en user stories.
WIE HEEFT DE ZIN: ‘IEDEREEN IS ONZE DOELGROEP’ WEL EENS UITGESPROKEN? OVERHEDEN DOEN DAT VAAK. MAAR – HET SPIJT ME – HET IS ÉCHT ONZIN. ER IS ALTIJD EEN GROEP DIE MEER BAAT HEEFT BIJ JOUW ONLINE ACTIVITEITEN DAN EEN ANDERE. EEN VOORBEELD? <klik>
Stel, je werkt bij Buma/Stemra. Wie is dan de primaire doelgroep van jouw website? De platenmaatschappij? Deze meneer? (Marco B) Of deze jongen? (willekeurige straatmuzikant) Toen wij – samen met Strawberries – voor Buma/Stemra werkten, kwamen we uit op deze laatste. Want de mensen bij de platenmaatschappijen kennen mensen bij Buma. Mensen die ze bellen of mailen, en snel een vraag stellen. Marco heeft een goed management – althans, dat dacht ‘ie. Anyway, voor Marco was het ook allemaal makkelijk geregeld. Marco was (is) big business. Dus dat komt wel goed. Overigens wordt Marco als muziekauteur vertegenwoordigd door B/S, maar als uitvoerend artiest vertegenwoordigd door SENA, maar dat terzijde ;-) Maar die jongen, met die gitaar? Wat moet hij doen, als hij een liedje heeft geschreven dat een beetje succesvol begint te worden? Geen idee. En niemand die het hem kan vertellen. Behalve bumastemra.nl.
Stel, je werkt bij Buma/Stemra. Wie is dan de primaire doelgroep van jouw website? De platenmaatschappij? Deze meneer? (Marco B) Of deze jongen? (willekeurige straatmuzikant) Toen wij – samen met Strawberries – voor Buma/Stemra werkten, kwamen we uit op deze laatste. Want de mensen bij de platenmaatschappijen kennen mensen bij Buma. Mensen die ze bellen of mailen, en snel een vraag stellen. Marco heeft een goed management – althans, dat dacht ‘ie. Anyway, voor Marco was het ook allemaal makkelijk geregeld. Marco was (is) big business. Dus dat komt wel goed. Overigens wordt Marco als muziekauteur vertegenwoordigd door B/S, maar als uitvoerend artiest vertegenwoordigd door SENA, maar dat terzijde ;-) Maar die jongen, met die gitaar? Wat moet hij doen, als hij een liedje heeft geschreven dat een beetje succesvol begint te worden? Geen idee. En niemand die het hem kan vertellen. Behalve bumastemra.nl.
Stel, je werkt bij Buma/Stemra. Wie is dan de primaire doelgroep van jouw website? De platenmaatschappij? Deze meneer? (Marco B) Of deze jongen? (willekeurige straatmuzikant) Toen wij – samen met Strawberries – voor Buma/Stemra werkten, kwamen we uit op deze laatste. Want de mensen bij de platenmaatschappijen kennen mensen bij Buma. Mensen die ze bellen of mailen, en snel een vraag stellen. Marco heeft een goed management – althans, dat dacht ‘ie. Anyway, voor Marco was het ook allemaal makkelijk geregeld. Marco was (is) big business. Dus dat komt wel goed. Overigens wordt Marco als muziekauteur vertegenwoordigd door B/S, maar als uitvoerend artiest vertegenwoordigd door SENA, maar dat terzijde ;-) Maar die jongen, met die gitaar? Wat moet hij doen, als hij een liedje heeft geschreven dat een beetje succesvol begint te worden? Geen idee. En niemand die het hem kan vertellen. Behalve bumastemra.nl.
Stel, je werkt bij Buma/Stemra. Wie is dan de primaire doelgroep van jouw website? De platenmaatschappij? Deze meneer? (Marco B) Of deze jongen? (willekeurige straatmuzikant) Toen wij – samen met Strawberries – voor Buma/Stemra werkten, kwamen we uit op deze laatste. Want de mensen bij de platenmaatschappijen kennen mensen bij Buma. Mensen die ze bellen of mailen, en snel een vraag stellen. Marco heeft een goed management – althans, dat dacht ‘ie. Anyway, voor Marco was het ook allemaal makkelijk geregeld. Marco was (is) big business. Dus dat komt wel goed. Overigens wordt Marco als muziekauteur vertegenwoordigd door B/S, maar als uitvoerend artiest vertegenwoordigd door SENA, maar dat terzijde ;-) Maar die jongen, met die gitaar? Wat moet hij doen, als hij een liedje heeft geschreven dat een beetje succesvol begint te worden? Geen idee. En niemand die het hem kan vertellen. Behalve bumastemra.nl.
Kortom, er is altijd een groep belangrijker dan anderen. En je MOET kiezen. Maar hoe prioriteer je? Als je (nog) geen zwaar doelgroeponderzoek hebt gedaan, doe je het op gevoel. Op basis van consensus. En ook al in de strategieworkshop. Daar vraag je alle aanwezigen 100 euro te verdelen over de doelgroepen, en tel je het resultaat op. Daar komt als vanzelf een prioritering uit. Arbitrair? Ja, zeker. Maar wel een goed startpunt. Daarna moet je het zéker verder uitdiepen met gedegen doelgroeponderzoek. Echt waar: doe ALTIJD doelgroeponderzoek. Een extra investering in het begin, maar het betaalt zich altijd terug.
Kortom, er is altijd een groep belangrijker dan anderen. En je MOET kiezen. Maar hoe prioriteer je? Als je (nog) geen zwaar doelgroeponderzoek hebt gedaan, doe je het op gevoel. Op basis van consensus. En ook al in de strategieworkshop. Daar vraag je alle aanwezigen 100 euro te verdelen over de doelgroepen, en tel je het resultaat op. Daar komt als vanzelf een prioritering uit. Arbitrair? Ja, zeker. Maar wel een goed startpunt. Daarna moet je het zéker verder uitdiepen met gedegen doelgroeponderzoek. Echt waar: doe ALTIJD doelgroeponderzoek. Een extra investering in het begin, maar het betaalt zich altijd terug.
Goed, inzoomen op primaire doelgroepen, dus. Allereerst kijk je naar persoonlijkheid en gedrag.
Begin niet meteen met stapels onderzoek door te akkeren. Vaak heb je dat onbewust paraat (EVA-case). Doe het op basis van parate (on)bewuste kennis, in een discussie. Natuurlijk is het verstandig om dit te onderbouwen met onderzoeksresultaten en rapporten die je al hebt liggen. Maar je gaat het later toch verder uitdiepen. Dus kijk door je oogharen, en schets met grove penseelstreken je doelgroep(en), hun karakteristieken en hun kenmerken.
Fysieke factoren: Factoren en handelingen die gedrag beïnvloeden – eventueel uit sociaal-technografische studies te achterhalen. Vragen: Wat zijn omgevingsfactoren die gedrag triggeren/stimuleren? Welke activiteiten leiden tot online interactie met mijn organisatie? (onderzoek, studeren, sporten, vergelijken? Etc) Dagelijkse gewoonten? Gehandicapt of niet? Zintuigelijke prikkels?
Emotionele factoren: Gevoelens die gedrag beïnvloeden. Vragen: Zijn bezoekers gestresst als ze online in contact treden? Zijn ze zelfverzekerd? Moe? Wanhopig? Willen ze geld uitgeven bij mijn organisatie? Zijn ze onzeker, bang, ongemakkelijk of onrustig als het over onze producten of onze informatie gaat? (Belastingdienst!) Zijn wij benaderbaar voor de gemiddelde persoon? Of is er een drempel? Offline zowel als online?
Cognitieve factoren: (Opdoen van) kennis, leervermogen en de invloed daarvan op gedrag. Vragen: Wat zijn de aannames/verwachtingen van onze bezoekers, als ze ons online bezoeken (content gebruiken)? Waar ligt de grens van hun leervermogen? (Op verschillende terreinen: leren hoe een interface werkt, maar ook überhaupt cognitief en leervermogen) Kunnen we aannames doen? Of hebben we echte ‘metrics’ over hun opleidingsniveau? Wat leiden we daaruit af?
Nu verder de diepte in, ideeën aanscherpen. JE achterhaalt Situaties en daarmee samenhangende behoeften, wensen en taken
Doe gericht doelgroeponderzoek: Focusgroepen Diepte-interviews Taakanalyse en –identificatie Tip: combi van methoden
Jullie hebben hier vanmorgen Gerry McGovern horen spreken. Behalve dat het een begenadigd en onderhoudend spreker is, is hij ook de bedenker van een heel effectieve methode om wensen, behoeften en taken in kaart te brengen: KLIK
De Long Neck-methode. De Long Neck-methode gaat uit van het principe 5%-25% Altijd een kleine set aan taken die veruit belangrijkste is voor (verzamelde) doelgroepen.
Dus anders dan Long Tail.
Vervolgens bundel je alle inzichten in de doelgroepperspectiefkaart
IN DENKEN HIEROVER HEEL ERG BEÏNVLOED DOOR CONTENTSTRATEEG DANIEL EIZANS!! Nog even op een rij: Fysiek (doen) Emotioneel (voelen) Cognitief (leren)
Uit je doelgroeponderzoek c.q. je taakanalyse blijkt als het goed is, dat er vanuit een of meer situaties meerdere behoeften kunnen ontstaan, die weer leiden tot online taken. Dit model maakt dat inzichtelijk.
Ten slotte leg je beide modellen over elkaar heen, net als bij de organisatieperspectiefkaart. Je ziet dan op welke taken welke persoonlijkheids- en gedragscomponent van invloed is.
Dit kun je dan weer uitwerken in persona’s, user stories en scenario’s, als je daadwerkelijk met (her- of door)ontwikkelen van online activiteiten aan de slag gaat.
Laatste element: het online ecosysteem
Korte definitie Elementen online ecosysteem Jouw online ecosysteem in kaart Wensen en gedrag klanten in online ecosysteem Wat betekent dat voor wat jij daar moet doen?
Eigen activiteiten grondig in kaart brengen.
ONLINE CONCURRENTIEANALYSE BENCHMARK: VERGELIJKBARE ORGANISATIES (IN ANDERE BRANCHES)
Het gaat er om, dat elke ring activiteiten/online spelers vertegenwoordigt die steeds iets verder van jou afstaan, waar je invloed minder op is. Binnen: eigen site, blogs & mobile devices Tweede: Sites van concurrenten, partners etc Derde: social media Vierde: eventuele andere kanalen (ook offline)
Hierop kun je heel goed de situaties, behoeften en taken van je doelgroep leggen. Evenals je eigen strategische keuzes en de daaruit volgende online activiteiten.
Hierop kun je heel goed de situaties, behoeften en taken van je doelgroep leggen. Evenals je eigen strategische keuzes en de daaruit volgende online activiteiten.
In dit model – dat nog écht een bètaversie is! – komt alles bij elkaar. In elk kwadrant geef je aan in welke mate internet het primaire kanaal is waarlangs een bepaalde activiteit verloopt, en of de bezoeker moet worden geïnformeerd of overtuigd. In het midden zou dan meer het faciliteren van de bezoeker moeten staan, als ik er zo nog eens naar kijk – zoals ik al zei: bètaversie. Je zou dit ook kunnen doen door de behoeften van de doelgroep en de doelen van de organisatie hierop uit te zetten.
Hebben we in 2020 nog wel een website? Facebook is na Google de meest populaire website ter wereld Sociale netwerken bieden ons de mogelijkheden om volwaardig te communiceren: waarom zou je eigenlijk een website nodig hebben? Wat is de functie van een website als je doelgroep actief is op sociale netwerken? Waarom iets aparts neerzetten als je de doelgroep zelf kan benaderen?
Ontmoetingen van jouw doelgroep met je organisatie vinden niet (meer) alleen op je site plaats, maar op allerlei online kanalen. We proberen onze website interactiever te maken en zijn gestart met activiteiten op social media. Vragen in zaal: Voor wie is de website het centrale middelpunt binnen de online middelenmix? Voor wie niet? Wie verwacht over 10 jaar geen site meer te hebben? Waarom wel/niet?
Ontmoetingen van jouw doelgroep met je organisatie vinden niet (meer) alleen op je site plaats, maar op allerlei online kanalen. We proberen onze website interactiever te maken en zijn gestart met activiteiten op social media. Vragen in zaal: Voor wie is de website het centrale middelpunt binnen de online middelenmix? Voor wie niet? Wie verwacht over 10 jaar geen site meer te hebben? Waarom wel/niet?
Ontmoetingen van jouw doelgroep met je organisatie vinden niet (meer) alleen op je site plaats, maar op allerlei online kanalen. We proberen onze website interactiever te maken en zijn gestart met activiteiten op social media. Vragen in zaal: Voor wie is de website het centrale middelpunt binnen de online middelenmix? Voor wie niet? Wie verwacht over 10 jaar geen site meer te hebben? Waarom wel/niet?