2. Bijwoorden van tijd
Voorbeelden van dit soort bijwoorden zijn:
always – altijd mostly – meestal
never – nooit seldom/rarely – zelden
often – vaak sometimes – soms
regularly – regelmatig usually – gewoonlijk
Ze hebben een speciale plaats in de zin.
3. • er staat maar één ww in de zin en het is geen
vorm van to be: het bijwoord komt voor het
werkwoord.
– I always go to school at eight
– He rarely uses an electronic toothbrush.
4. • er staat maar één werkwoord in de zin en het
is een vorm van to be: het bijwoord komt na
de vorm van to be
– I am always late for school.
– She was seldom sad.
5. • er staat meer dan één werkwoord in de zin:
het bijwword komt na de pv (het eerste ww)
– She has always wanted to be a moviestar.
– We have never been to Australia.
6. Now show what you know!
(maak zinnen met bijwoorden van tijd)
1. We – go to – that restaurant. (zelden)
2. I – would – say – that! (nooit)
3. Carla – goes to – that shop. (meestal)
4. She – is – shouting at – her dog. (altijd)
5. They – are – very good – at painting. (gewoonlijk)
6. We – work out – together. (vaak)
7. I – go to – the sauna. (regelmatig)
8. He – can – be – very funny. (soms)
7. Present Perfect
De present perfect maak je zo:
• de juiste vorm van to have + volt dw
• het volt dw van regelmatige ww is ww+ed
• het volt dw van onregelmatige ww staat in de
lijst op blz 168/169. Je gebruikt de derde vorm
8. Wanneer gebruik je de Present Perfect:
• als iets in het verleden begonnen is en nu nog
zo is. In het Nederlands gebruiken wij de
tegenwoordige tijd met al.
– Ik woon al 10 jaar in dit huis.
– I have lived in this houde for ten yeras.
Er staat meestal for/since/howlong in de zin
9. • Als je praat over iemands ervaringen in het
leven tot nu toe. In het Nederlands gebruiken
wij dan ook de voltooide tijd.
– Ik heb altijd kapster willen worden.
– I have always wanted to be a hairdresser
Vaak staat er dan always/ever/never in de zin
10. Now show what you know!
(maak zinnen met de present perfect)
1. For how long Craig in this band? (to play)
2. you ever a giraffe? (to touch)
3. I to your stories long enough! (to listen)
4. Jane always about a career in music. (to dream)
5. Bill never that man before. (to see)
6. I this song too many times. (to hear)
7. Russ problems with his eyes for years. (to have)