Teksten en liederen die geprojecteerd werden tijdens de Christus Koning viering (cyclus C) in 2010 op Ten Bos (Sint Amanduskerk Erembodegem)
De teksten van onze vieringen zijn te vinden op de website: http://www.kerkembodegem.be/tenbos/liturgie/vieringen.html
Roeping. Instapviering voor de Eerste Communicanten (Ten Bos 2024)
Als je de koning van de Joden bent, red jezelf dan!
1.
2. Wij mogen sprekend op God lijken.
Hij brengt ons samen in een kring,
waar wij elkaar de handen reiken:
de laatste wordt steeds eersteling.
De rollen zijn ons voorgeschreven:
de koning komt als één die dient
om machtigen de les te lezen,
de armen delen in de winst.
3. Wij scholen samen rond de schriften:
de weg wordt vóór ons uitgelegd.
Woorden doorbreken onze driften;
mens Gods, uit duister opgedregd.
Vermenigvuldig dan de vreugde
waarmee gij rijk gezegend zijt
om in de wereld te getuigen
van liefde en goedgunstigheid.
4.
5.
6. Aanbidt en dankt uw Vader,
God die leeft van eeuwigheid;
Aan hem behoort het koningschap
en alle heerlijkheid.
Verkondigt hem en looft zijn naam,
bezingt zijn wondermacht;
dan zal op aarde vrede zijn
voor wie zijn hulp verwacht.
7. Aanbidt en dankt de Koningszoon,
die in de wereld kwam,
en al de zonden van zijn volk
gehoorzaam op zich nam.
Nu nodigt Hij zijn broeders uit
op 't grote koningsfeest
En waar Hij leeft aan Vaders hand,
daar heerst een goede Geest.
8.
9. De vorsten dwingen ons tot
volgzaamheid
en noemen zich daarom
weldoende mensen.
Zij geven brood
in ruil voor zwijgzaamheid,
buigen de wereld naar hun eigen wensen.
Zij gaan de weg van ongerechtigheid,
hun zucht naar macht
is altijd zonder grenzen.
10. Zo mag het onder ons niet langer zijn.
Wij zullen al wat klein is, zoeken dienen.
Wij die uit naam van God geroepen zijn
steeds op te komen voor de ongezienen,
voor alwie leeft in armoe en in pijn.
Zo laat ons verder heersen
door te dienen.
11.
12. Pr.
Wij geloven in het evangelie van Jezus,
in zijn woorden en daden,
in zijn trouw tegenover God en de mensen.
Geloofsbelevenis
13. Al.
Wij vertrouwen er op dat in Hem
God-met-ons gesproken heeft,
ons lief en leed van dichtbij delend,
met ons meevoelend als weggenoot
in goede en kwade dagen.
14. Pr.
Wij geloven
in zijn evangelie van gemeenschap,
in zijn verhalen
over Gods verbond met ons.
15. Al.
Wij hebben vertrouwen in zijn idealen
van liefde en gedeeld leven,
van verbondenheid en eenwording,
van vrede en vrijheid
voor alle mensen op aarde.
16. Pr.
Hij bleef zijn idealen trouw
ook toen zelfgenoegzamen
zijn oproep tot gemeenschap afwezen.
Zijn trouw was sterker dan de dood
waarmee ze Hem
het zwijgen wilden opleggen.
17. Al.
Wij geloven dat zijn keuze voor mensen
totaal was,
dat Hij zichzelf niet ontzag
om voor anderen
leven en vrijheid mogelijk te maken.
18. Pr.
En dat Hij daarom leeft.
Met Hem geloven wij ook
dat wie zijn leven ter beschikking stelt,
leven zal vinden.
19. Al.
Wij vertrouwen erop
dat er ook voor ons toekomst zal zijn
als wij doen wat Hij gedaan heeft.
Wij geloven
in een nieuwe hemel en een nieuwe aarde
waarin Hij,
die ons tot leven riep,
voorgoed ons aller vrede wil zijn.
20.
21.
22.
23. Tekens van leven ons gegeven,
mensen die houden van elkaar.
Doornen tot bloedens toe vergeven,
God zijt Gij hier of zijt Gij daar ?
Woon toch voorgoed hier in ons midden
en draag ons als de dood ons dreigt.
Wees in de vroegte zelf ons bidden,
Vader die naar ons roepen nijgt.
24. Brood ons gegeven, wijn geschonken,
Woord dat naar eeuwig leven geurt.
Water bewandeld, niet gezonken,
wat niet gebeuren kan gebeurt.
Kalende akkers vol van koren,
en pijn die toch naar vreugde smaakt.
Grijzende mensen nieuw geboren,
een hand die onze dorheid raakt.
25.
26. (Pr.)
Wij danken Jou, God,
voor mensen die kunnen delen
om anderen
een menswaardig bestaan te verzekeren,
voor hen die hun huis gastvrij openstellen.
Rond de tafel
27. (Al.)
Wij danken Jou, God,
voor mensen die kunnen luisteren
naar het leed van anderen,
die wonden genezen
door de pijn te helpen dragen;
voor mensen die kunnen troosten.
28. (Pr.)
Wij danken Jou, God,
voor mensen die rust en stilte brengen,
die oog hebben voor kleine dingen,
die zich verheugen
in de grootheid van anderen.
29. (Al.)
Wij danken Jou, God,
voor mensen
die hongeren naar gerechtigheid,
die lijden omwille van het onrecht
dat anderen wordt aangedaan.
30. (Pr.)
Wij danken Jou, God,
voor mensen die mild zijn in hun oordeel,
die eerbied hebben voor het leven,
die hun hart openen
voor vergeving en verzoening.
31. (Al.)
Wij danken Jou, God,
voor mensen die zuiver zijn in hun
bedoelingen,
die oprecht zijn in hun woorden,
die trouw blijven aan hun vrienden.
32. (Pr.)
Wij danken Jou, God,
voor mensen die mild zijn in hun oordeel,
die eerbied hebben voor het leven,
die hun hart openen
voor vergeving en verzoening.
34. (Al.)
Ons zoeken naar Jou
maakt ons tot een volk onderweg.
Mensen die verdwalen worden toegesproken
door Jezus, Jouw Zoon,
die de Weg, de Waarheid en het Leven is.
En als wij ons nestelen
in onze zelfgenoegzaamheid,
Heer, roep ons dan weer op.
[rechtstaan]
36. (Pr.)
Wij bidden Jou, Heer God,
stuur ons op weg
in de geest van Jezus, Jouw Zoon:
dat wij nieuwe wegen van goedheid banen,
paden van gerechtigheid en onderlinge vrede;
dat wij het leven leefbaar maken
en het puin ruimen van ons egoïsme.
37. (Al.)
Doe onder ons profeten opstaan
die het vuur van Jouw goedheid brandend
houden,
die Jouw licht laten stralen,
ook in donkere momenten van ons leven.
Door Hem en met Hem en in Hem
zal Jouw naam geprezen zijn, Heer onze God,
die ons doet leven dank zij Jouw Geest,
hier en nu en in de eeuwen der eeuwen. Amen.
42. Dona la pace Signore,
a chi confida in te,
Dona, dona la pace Signore,
dona la pace
Geef ons Uw vrede,
geef vrede aan wie op U vertrouwt.
Geef ons Uw vrede, geef vrede.
43.
44. Wat al eeuwen is verteld,
waar wij ook van dromen,
wat door velen is voorspeld,
gaat dat nog eens komen?
45. Wanneer eindigt toch de nacht,
komt de tijd door ons verwacht,
breekt het licht zich baan,
vangt de Vrede aan?
God, wanneer, ja wanneer
gaan de tijden keren
en zult U regeren?
46. Wanneer komt de dood niet meer
telkens tussenbeide,
liggen leeuw en bokje neer
aan elkanders zijde,
47. spelen kind'ren met een slang,
is geen mens en dier meer bang,
wordt het leven waar
voor en met elkaar?
God, wanneer, ja wanneer
gaan de tijden keren
en zult U regeren?