13. Stil gebed
Votum en groet
Ere zij de Vader en de Zoon
En de Heilige Geest,
Als in den beginne, nu en immer,
En van eeuwigheid tot eeuwigheid.
Amen.
15. Lezen P 112 (NBG)
De zegen voor de rechtvaardige
16. 1 Halleluja. Welzalig de man, die de HERE
vreest,
die van harte lust heeft in zijn geboden.
2 Zijn nakroost zal machtig zijn op aarde,
het geslacht der oprechten zal gezegend
worden;
3 overvloed en rijkdom zijn in zijn huis,
zijn gerechtigheid houdt voor immer
stand.
17. 4 Voor de oprechten gaat het Licht in de
duisternis op,
genadig en barmhartig en rechtvaardig.
5 Voorspoedig is de man die zich
ontfermt en uitleent,
die zijn zaken recht behartigt;
6 want hij zal nimmer wankelen,
tot eeuwige gedachtenis zal de
rechtvaardige zijn.
18. 7 Voor een kwaad gerucht zal hij niet
vrezen, zijn hart is gerust, vol vertrouwen
op de HERE; 8 zijn hart is standvastig, hij
vreest niet, terwijl hij met vreugde op
zijn vijanden ziet.
9 Hij deelt uit, hij geeft aan de armen,
zijn gerechtigheid houdt voor immer
stand, zijn hoorn verheft zich in ere.
19. 10 De goddeloze ziet het en ergert zich,
hij knarst met de tanden en wordt
verteerd;
de begeerte der goddelozen gaat teniet.
20. P 111 – 1, 2, 5, 6
Van ganser harte loof ik Hem