SlideShare a Scribd company logo
1 of 41
Download to read offline
Kruispunt van Wegen
300.000+ banen in de Kenniseconomie




            Een project van Denktank Ω
       gefaciliteerd door: Erasmus School of Economics (ESE)
      en de Economische Faculteitsvereniging Rotterdam (EFR)
Voorwoord
Voorwoord
Hierbij treft u de bevindingen aan van de denktank Omega, een initiatief voortgekomen
vanuit ervaren individuen uit brede geledingen van het bedrijfsleven met als doel
de toekomstmogelijkheden van nieuwe, vooral hoogwaardige werkgelegenheid in
Nederland concreet in beeld te brengen, mede tegen de achtergrond van toenemende
internationale concurrentie op dit gebied.


Kennis verspreidt zich steeds sneller wereldwijd en het aantal hoogopgeleiden neemt
globaal ook sterk toe.


In de afgelopen maanden hebben de Erasmus School of Economics (ESE) en de
Economische Faculteitsvereniging Rotterdam (EFR) de denktank Omega gefaciliteerd.
Het belang om vanuit diverse geledingen van de universiteit een sterke band te
onderhouden met praktijkmensen uit het bedrijfsleven is evident en studenten krijgen
een rechtstreeks contact met de topmanagers. De ESE en EFR hebben met plezier
deze ondersteunende rol vervuld, temeer omdat het de mogelijkheid bood om het
netwerk met onze alumni te versterken.


Uit het rapport komt duidelijk naar voren dat het delen van kennis en tegelijkertijd
meer specialisatie, essentieel is. De samenhang tussen diverse kennisgebieden wordt
steeds groter en zal van alle betrokkenen in de toekomst een ruimere blik en grotere
inspanning vragen.




Prof.dr. Philip Hans Franses
Decaan van de Erasmus School of Economics



                                                                                        Ω 03
Doel
Inleiding
                                                                                                       In groepen zijn voorstellen en ideeën uitgewerkt op de volgende gebieden:
            De voorstellen van de Denktank Omega (Ω) kunnen leiden tot meer dan 300.000 nieuwe         a. Agro/Food
            hoogwaardige banen in 10 jaar in Nederland.                                                b. Financiën
                                                                                                       c. Transport/Logistiek
            Achtergronden                                                                              d. Gezondheidszorg
            De denktank Omega bestaat uit ruim veertig personen met uitgebreide ervaring in            e. ICT
            diverse sectoren in binnen- en buitenland. De deelnemers hebben een onafhankelijke         f. Energie
            inbreng geleverd, los van elke belangengroep of bestaande organisatie en met name          g. Onderwijs
            vanuit hun expertise. De Erasmus Universiteit heeft zich achter het project geschaard,
            o.a. door de werkgroepen te faciliteren met steun van hoogleraren en studenten van         Een ieder van deze groepen heeft tientallen aanbevelingen gedaan, gebaseerd op
            de faculteit Economie.                                                                     een groot aantal achterliggende rapporten; tevens zijn de sectoren Water, Bouw
                                                                                                       en Entertainment bestudeerd. De Omega Denktank heeft de 10 beste ideeën of
            Talloze rapporten, kranten- en weekbladartikelen zijn het laatste jaar verschenen over     aanbevelingen geselecteerd en verwerkt in dit rapport.
            de aanpak van onze economie, innovatie etc.
                                                                                                       Deze aanbevelingen zijn slechts een indicatie van de vele mogelijkheden die nog
            Bij de deelnemers van Omega wordt een sterke behoefte gevoeld om e.e.a. te vertalen        ongenoemd zijn. Het is een variant op “geen woorden maar banen” en wat leidt tot een
            naar concrete voorstellen die de werk-gelegenheid in Nederland zal kunnen verbeteren.      besef dat er meer mogelijk is dan soms wordt gedacht.
            In de komende jaren zal een nog sterkere internationale concurrentie ontstaan, met
            name op het gebied van hoogwaardige banen.                                                 In een tweetal grote bijeenkomsten zijn de voorstellen met alle deelnemers
                                                                                                       doorgenomen en waar mogelijk van waardes voorzien. Alle leden van Denktank Ω
            Na de verplaatsing van fabrieksmatige arbeid is het als gevolg van technologische          hebben meegewerkt op persoonlijke titel of zijn adviserend opgetreden.
            ontwikkelingen steeds meer mogelijk activiteiten “anywhere, anytime” te doen.
                                                                                                       Wij danken de staf en studenten van de Economische Faculteit van de Erasmus
            Het creëren en beschikbaar houden van voldoende banen is essentieel voor onze              Universiteit voor de samenwerking en bijdragen en Ernst & Young voor het ter
            toekomstige welvaart. De Denktank Omega schat dat bij 300.000+ banen een toe-              beschikking stellen van faciliteiten. Wij zijn hen zeer erkentelijk voor hun medewerking
            gevoegde waarde wordt gecreëerd van ca. € 30 Miljard.                                      en ondersteuning.


            Aanpak
            Er is mede uitgegaan van een historische analyse1 van de succesfactoren van een
            snelgroeiende Economie.


            Hierbij is gekeken naar de ontwikkeling van een hypermacht zoals de USA en nu China,
            en als Nederland in de 17de en 19de eeuw.




                                                                                                       Namens Project Ω
                                                                                                       Rob M. Westerhof
            1 Denkmodel* Dr. A. Nollet                                                                 Bernard F. Scheffens



 Ω 04                                                                            Kruispunt van Wegen   Kruispunt van Wegen
                                                                                                                                                                                                  Ω
                                                                                                                                                                                                  05
Voorstellen                                                                             Denkmodel*
Voorstellen

              De denktank Ω komt tot de volgende 10 ideeën, waarbij aangetekend dat in de             Denkmodel ter verbetering van de concurrentiepositie.
              appendices meer ideeën zijn opgenomen.
                                                                                                      Er zijn twee perioden waarin Nederland bijzonder succesvol is geweest:
              De achtergrond is dat deze ideeën aangeven wat mogelijk is in Nederland om te           1. De Gouden Eeuw , van 1585 (de val van Antwerpen) tot 1672 (het rampjaar)
              groeien, waarbij erkend wordt dat er nog veel meer ideeën in aanmerking komen.          2. De zogenaamde tweede Gouden Eeuw, van 1851 (het bezoek van de arts Samuel
              Reden voor Optimisme!                                                                       Sarphati aan de eerste wereldtentoonstelling in Engeland tot 1914 .


              1. Energie: het opzetten van een agentschap dat barrières tegen introductie             Wellicht is het mogelijk uit die perioden lessen te trekken die ons ook in deze tijd een
                  van nieuwe energievormen gaat slechten.                                             spiegel kunnen voor houden. Het model ziet er als volgt uit:
              2. Onderwijs: Drastisch terugdringen uitval studie;
              3. Financiering: Bijzondere Financieringsunit Rijksoverheid
              4. Transport: sterke nadruk op West-Europese Ketenregie;                                    Denkmodel ter verbetering van ‘s lands concurrentie positie
              5. ICT: Cloud computing voor de overheid en groei software industrie stimuleren;
                                                                                                          Randvoorwaarden	                       Sleutelfactoren	           Gevolgen
              6. ICT: Nieuwe glasvezel infrastructuur versneld invoeren
              7. EL&I: Creëer Economisch Ontwikkeling Bureau                                              1,6	       vervoersnetwerk/	           1.	   entrepreneurship/	   •	welvaart	->	kunst	en	cultuur
                                                                                                          	          logistiek	                  	     handelsgeest
              8. Agro: Aanbevelingen voor technische ontwikkeling precisie landbouw
                                                                                                          	          	                           	     	                    •	hypermacht
              9. Int’l Trade: Gecombineerde Belastingdienst/private inspanning om goed (fiscaal)          1-6	       informatie/intellegence/	   2.	   technologie
                                                                                                          	          communicatie
                  vestigingsklimaat NL in buitenland te verkopen
              10. Healthcare: Overheidsregie in ontwikkeling Oncologie en Healthy Aging                   1,	3,	4	   banken/beurzen	             3.	 financiering
                                                                                                          	          regulering	bedrijfsvorm
                  als opportunity voor export
                                                                                                          1-3,	6	    wetenschap/	                4.	 goed	bestuur
                                                                                                          	          technology	base
              Aanvullend:
              • Energie: Kerncentrales voor garanderen van langjarige goedkope                            1,	2	      goedkope	energie	           5.	 vrijheid/tolerantie
                 CO2 neutrale energie
                                                                                                          1-6	       normen	en	waarden/
              • Energie: Maak onafhankelijke kennisbasis                                                  	          denken	&	handelen	          6.	 militaire	positie
              • Financiering: Beter Faciliteren startende Ondernemers
                                                                                                          1-3,	4,	6	 scholing,	training
              • Transport & L.: Overheidsregie in bij elkaar brengen alle betrokken partijen om 4C,
                 Service Logistiek en Regierol te realiseren.
              • ICT: Stimuleren Mobile Computing / Smart Grids                                        •      Het denkmodel is door de denktank Ω omarmd als structuur om de vraagstukken
                                                                                                             te beoordelen op de verschillende elementen. Het model is ontwikkeld door
                                                                                                             Dr. André Nollet ( Oktober, 2010), ex General Manager Research AKZO/Nobel en
                                                                                                             lid Omega denktank.




 Ω  06
                                                                                                                                                                                                             Ω
                                                                                                                                                                                                             07
Ministerie van EL&I
Ministerie van EL&I

                      De Overheidsorganisatie en het Ministerie van EL&I


                      De afgelopen 30 jaar is de rol van het Min van EZ sterk veranderd. Van een sectorgerichte
                      organisatie, die richting gaf aan o.a. het industriebeleid en zelf - soms risico dragend
                      - deelnam in bedrijven is de rol veranderd naar het reageren op initiatieven vanuit de
                      economie. De instanties welke nauw samenwerken met het bedrijfsleven en beslissen
                      over subsidies zijn buiten het Ministerie geplaatst, bijv. Agentschap NL.


                      De trends in de wereldeconomie:
                      • Technologische innovaties vinden in hoog tempo plaats, kennisverspreiding even
                          zeer. Nieuwe producten dienen sneller (factor 2-3) naar een wereldmarkt gebracht
                          te worden, veroudering vindt steeds sneller plaats.
                      • Overheden voeren in toenemende mate een richting bepalend beleid van
                          economisch en technologische ontwikkeling. Dit geldt niet alleen voor kleinere
                          landen als Zweden, Finland, Singapore, maar ook voor Duitsland, Frankrijk, de
                          USA (waar vroeger nieuwe ontwikkelingen vaak via Defensie liepen).
                      • De opkomende economieën hebben structureel een hoger groeipercentage dan
                          het welvarende Westen. Tussen de gezonde jaren 2002-2008 groeide 85% van de
                          ontwikkelingslanden sneller dan de USA (bron:The Economist)
                      • Het aantal afgestudeerden in China en India blijft structureel hoger dan in Europa
                          of de USA, naast het grote aantal studenten uit die landen in het Westen.


                      In Nederland is aan de orde:
                      • Een minder gestructureerd kennis- en innovatiebeleid
                      • Vergrijzing met effecten op de arbeidsmarkt, bestedingen en gezondheidszorg
                      • Meer bedrijven of bedrijfsonderdelen in buitenlandse handen
                      • Zwakkere financiële sector, relatief weinig private equity, weinig
                          nieuwe beursintroducties
                      • Een teruglopend percentage R&D inspanning; zowel vanuit bedrijven als vanuit de
                          overheid (de Lissabon doelstellingen worden bij lange na niet gehaald).
                      • Verminderde economische groei in Europa als gevolg van financiële landencrisis.




  Ω     08
                                                                                                                  Ω
                                                                                                                  09
Er is behoefte aan:                                                                      4. Het EOB wordt permanent geadviseerd door een Onafhankelijke Adviesgroep
     • Een structuur van Universiteiten/Kennisinstituten en Industrie welke leidt tot            bestaande uit internationaal ervaren personen uit het bedrijfsleven en internationale
          nieuwe producten.                                                                       organisaties, die tot taak hebben de groeikansen in de sectoren te identificeren,
     • Een Task Force bestaande uit zowel mensen van O&W als van EL&I met de                      alsmede sectoroverschrijdend te adviseren en doelstellingen te realiseren.
          opdracht en financiering van beide departementen om tenminste 25 nieuwe
          producten of R&D projecten te genereren uit deze samenwerking, onder directe        5. Het subsidiebeleid is door fragmentatie niet effectief. Slechts 5% van alle
          rapportage aan de betrokken Ministers.                                                 technologische startersubsidies leidt tot resultaat. Een Centraal Stuurorgaan moet
     • Een gestructureerd kennis- en innovatiebeleid, vooral gericht op gekozen richtingen       toezien op een effectief subsidiebeleid waarbij op centraal overheidsniveau keuzes
          en meetbare doelstellingen                                                             worden gemaakt in het landsbelang. Er moet een eind komen aan een beleid
     • De Overheid als medeparticipant, soms risicodragend en soms als                           waarbij de investering op een te laag niveau blijft steken, waardoor vele kansen
          “launching customer”                                                                   onbenut worden gelaten. Met duidelijkere keuzes, met gerichte en gekwalificeerde
     • Een Onderwijsbeleid wat duidelijker is over topuniversiteiten incl. toelatingseisen,      investeringen op langere termijn waardoor kans op succes wezenlijk wordt vergroot.
          en een sterk verbeterde begeleiding in de sector VMBO-MBO, die naast betere            Te veel ‘kleine’ projecten kwamen niet tot wasdom. Dat levert geldverspilling op,
          doorstroming ook moet leiden naar bredere grotere inzetbaarheid.                       alsmede vergooien van kansen. Elke kans dient met een professionele en financiële
                                                                                                 kwalificatie beoordeeld te worden op levensvatbaarheid.
     Voorstellen Doelgerichter Ministerie en sterker Nederland
     1. Plaats binnen EL&I een zware groep (qua kennis en ervaring) in een Economisch         6. Stem het EOB beleid af op de komende 10 jaar; zet in op strategische samenwerking
        Ontwikkelings Bureau (EOB), ingericht naar industrietak alsmede naar industrietak        (exportbevordering) met opkomende economieën in Azië en produceer een
        overschrijdende belangen. Andere op dit moment bestaande organisaties dienen             topvestigingsklimaat. De potentie van een groot aantal Aziatische bedrijven die
        hier in opgenomen te worden, of in afgeslankte vorm. Strategische samenwerking           een vestigingsplaats zoeken in Europa is hoog.
        met Ministerie van Financiën is gewenst.
                                                                                              7. In het Ministerie dienen de verschillende Directies zich minder te concentreren op
     2. T.a.v. de sectoren waarin Nederland sterk kan en moet zijn dienen keuzes te              macro-economisch beleid, maar meer de belangen van exporterende bedrijven
        worden gemaakt. Kernsectoren zijn:                                                       (>50% van BNP) te faciliteren.
     a. ICT
     b. Energie                                                                               8. Daarnaast dient een beleid ontwikkeld te worden dat zich sterk richt op in
     c. Transport, Logistiek/Distributie                                                         opkomende groeigebieden in de markt tot 30 jaar en zich richt zoals gaming,
     d. Voeding/Agrarische Industrie                                                             ontwikkelen van (mobiele) toepassingen etc.
     e. Gezondheidszorg
     f. Water                                                                                 9. Samenwerking tussen private en publieke sector op het gebied van
     g. Bouw                                                                                     financieringen stimuleren, waarbij bijvoorbeeld de in Nederland opgebouwde
     h. Voor niet genoemde sectoren blijft een generiek beleid van toepassing.                   pensioenvoorzieningen mede kunnen worden aangewend voor investeringen in de
                                                                                                 Nederlandse economie. De benodigde kennis kan bijvoorbeeld door een meerjaren
     3. Voor de sectoren worden jaarlijks doelstellingen opgesteld, waarbij resultaten           programma aan wederzijdse kennisoverdracht bijdragen.
        nagestreefd worden op mondiaal kennis niveau. Sectoren dragen in grote mate
        bij aan het BNP, de werkgelegenheid, in de ontwikkeling van nieuwe producten die
        kunnen worden afgezet op de internationale markt. Zowel korte als lange termijn
        doelstellingen zijn onontbeerlijk.




Ω
10
                                                                                                                                                                                         Ω
                                                                                                                                                                                         11
International Trade
International Trade



                      De doelstelling vanuit “International Trade” moet zijn om internationale,
                      grensoverschrijdende, handel sterker bij te laten dragen aan het verhogen van het
                      Nederlands BNP en het versterken van de Nederlandse kenniseconomie.


                      Wat is er mogelijk
                      In een tijdperk waar de kenniseconomie ook elders in de wereld grote opkomst laat
                      zien, niet in de laatste plaats vanuit China en andere grote mogendheden, stellen velen
                      ons de vraag: hoe kun je nog concurreren met landen als China, India of opkomende
                      landen in Oost Europa waar steeds meer hoogopgeleiden beschikbaar zijn?


                      Het antwoord is tweeledig:
                      I. door bestaande incentives om kenniswerk naar Nederland te brengen of in
                          Nederland te houden slim te benutten;
                      II. door in de waardeketen toegevoegde waarde van kennis naar realiteit te waarderen,
                          namelijk hoger dan men thans gewend is om te doen.


                      Ad 1: Nederland heeft diverse, veelal fiscale, instrumenten opgebouwd die zich bewezen
                      hebben waar het gaat om het naar Nederland halen van buitenlandse bedrijven. Zo
                      hebben wij een internationaal vermaarde rulingpraktijk om buitenlandse bedrijven voor
                      langere tijd zekerheid te bieden over de fiscale behandeling van hun bedrijvigheid in
                      Nederland. In combinatie met het meest uitgebreide netwerk van belastingverdragen
                      ter wereld, kan Nederland veel grensoverschrijdende handelsstromen van fiscale
                      zekerheid voorzien.


                      Deze zekerheid helpt echter alleen in combinatie met inzet van fiscale instrumenten
                      die Nederland overigens al ruimschoots beschikbaar heeft. Vooral fiscale incentives
                      met behulp waarvan winst uit innovatieve activiteiten laag belast kunnen worden,
                      zijn effectieve instrumenten waarmee een waardepropositie kan worden gedaan
                      aan bedrijven die innovatieve activiteiten in Nederland aanhouden. Zie hierna onder
                      uitvoering.




  Ω     12
                                                                                                                Ω
                                                                                                                13
Ad 2: Een laag belastingtarief is een incentive om “profitcenters” in Nederland te         Er moet daarbij onderscheid gemaakt worden tussen binnenlandse en buitenlandse
     hebben waar winsten vallen die tegen dat lage tarief belast kunnen worden. Met die         bedrijven:
     Nederlandse winst is Nederlandse werkgelegenheid in stand te houden. Sterker nog,          • reeds in Nederland gevestigde kennisgedreven activiteiten moeten waar mogelijk
     een voorwaarde om Nederlandse winst te kunnen rapporteren is dat er hoogwaardige               een hogere toegevoegde waarde gealloceerd krijgen binnen de bestaande
     functies (hoogopgeleid personeel) in Nederland aanwezig is. De focus in de waardeketen         waardeketen zodanig dat die hogere waardeallocatie leidt tot hogere maar fiscaal
     moet dus van productie, sales &marketing, etc. naar de kennisdragers binnen een                vriendelijk behandelde Nederlandse winst en daarmee ruimere middelen om
     concern. Als we op die manier de waardeketen kunnen opbouwen en belonen (transfer              Nederlandse werkgelegenheid aan te houden;
     pricing binnen een concern), dan slaat er meer winst neer bij de kennisdragers en          • buitenlandse bedrijven die overwegen om kennisgedreven activiteiten ergens
     die moeten in Nederland zitten. Dat productiefaciliteiten vaak niet in Nederland               in Europa onder te brengen, moeten overtuigd worden om juist in Nederland
     vastgehouden kunnen worden, baart in dat geval ook minder zorgen, zolang binnen de             dergelijke activiteiten te centreren op basis van een waardepropositie waaruit de
     waardeketen van een bedrijf de toegevoegde waarde van de kennis (R&D, knowhow,                 geldswaarde blijkt van een Nederlands fiscaal vriendelijk ‘profit-center’.
     specialisten, etc.) vanuit Nederland wordt beheerd en naar behoren beloond wordt.
     Dat is een kwestie van transfer pricing, maar mits goed geaccommodeerd met wet- en         In beide gevallen geldt dat het gaat om winstgevendheid die thans nog niet in Nederland
     regelgeving (fiscaal zeer gunstige voorwaarden) kan een Nederlandse multinational          neerslaat. Het is dus een win/win voor zowel bedrijfsleven als Nederlandse overheid.
     nog zeer wel een groot deel van de revenuen uit buitenlandse productiefaciliteiten laten
     neerslaan in Nederland. Dat laatste kent als voorwaarden:                                  Wie zijn betrokken
     • voldoende waardedragende factoren in Nederland aanhouden om buitenlandse                 Bedrijven zullen niet zelf in actie komen, maar zij kunnen wel actief benaderd worden
         revenuen aan toe te rekenen (via royaltystromen alsmede buy-sell profitmargins),       door speciaal daarvoor gevormde Expertise Teams (ET). Deze ET’s gaan zoals gezegd
         en dan hebben we het dus naast de concernleiding over de kennisfactoren R&D,           in 1-op-1 relaties met geselecteerde bedrijven aan de slag om Waarde Proposities te
         knowhow, etc. die in Nederland toegevoegde waarde moeten leveren;                      formuleren.
     • fiscaal regime voor kenniswerk dat voldoende concurrerend is met buitenlandse
         alternatieven.                                                                         De ET’s bestaan uit adviseurs met gedegen kennis en ervaring van fiscale zaken
                                                                                                als Innovatiebox en Transfer Pricing en zijn goed bekend met andere beschikbare
     Uitvoering                                                                                 incentives voor innovatieve activiteiten. Het ET wordt aangestuurd door een ervaren
     Wat er moet gebeuren is met grote daadkracht en toewijding in een op een gesprekken        ‘boardroom-counselor’ die zelf de materie ook goed beheerst, maar bovenal de kennis
     treden met de bestuurskamers van geselecteerde bedrijven, zowel in binnen- als in          en analyses van een ET kan vertalen naar een boardroom agenda en daarbinnen de
     buitenland. Die bedrijven worden geselecteerd op geschiktheid, bijvoorbeeld met            waardepropositie kan tonen zoals die uit de analyses van het ET blijkt.
     behulp van profileringen (zoals: Japanse bedrijven met een EU focus en behoefte aan
     een R&D-hub in Europa, idem China, Japan, software huizen in Silicon Valley met EU         Het ET opereert dus alleen in 1 op 1 relatie met een specifiek bedrijf. De reden daarvoor
     focus etc.)                                                                                is gelegen in het feit dat een goede waardepropositie alleen in samenspraak met een
                                                                                                bedrijf op te stellen is. Dat laatste kan alleen als er openheid van zaken gegeven kan
     In die 1 op 1 relatie moet per bedrijf, een op het bedrijf toegesneden waardepropositie    worden en dat zal een bedrijf alleen in vertrouwelijkheid doen. Het ET zal daarom
     worden gemaakt. Daarin moet cijfermatig in beeld worden gebracht wat de geldswaarde        uitdrukkelijk bestaan uit adviseurs uit de praktijk waar bedrijven gewend mee zijn om te
     voor een bedrijf is van het aanhouden van innovatieve en kennis gedreven activiteiten      gaan. De rol van de overheid moet dan ook niet aan de voorkant van het proces zitten,
     in Nederland.                                                                              d.w.z. in actieve verkoop van het “Nederlandse investeringsklimaat”, maar juist aan de
                                                                                                achterkant van het proces, in het ondersteunen van de analyse en het snel en gericht
                                                                                                kunnen doen van uitspraken over haalbaarheid van een bepaalde Innovatiebox casus.
                                                                                                Daarin opereert de Nederlandse fiscus niet anders dan gebruikelijk, zij het met een meer
                                                                                                proactieve toetsingsfunctie dicht op een ET met directe communicatielijnen en waar
                                                                                                nodig met een team dat desgevraagd met een ET kan meegaan bij bedrijfsbezoeken
                                                                                                om een constructieve uitwerking van een waardepropositie te kunnen ondersteunen.



Ω
14
                                                                                                                                                                                            Ω
                                                                                                                                                                                            15
De beleidsmatige rol van de overheid bij de verdere uitvoering is als volgt:
     • Duidelijke instructie geven aan Belastingdienst om toekomstgericht te werken, en
        geen negatieve reper-cussies voor het verleden ingeval een bedrijf haar waardeketen
        kan/wil bijstellen ten gunste van Nederlandse winst (meer toegevoegde waarde in
        Nederland laten vallen);
     • Beschikbaarheid vanuit de relevante kennisgroepen binnen het Ministerie van
        Financiën en de Belastingdienst (vooral de kennisgroep Verrekenprijzen waarin ook
        de Innovatiebox expertise is opgenomen) om analyses vanuit Expertise Teams van
        snelle voortoetsing te voorzien.
     • Actieve rol van de Belastingdienst om Nederlandse bedrijven waar nodig
        in het buitenland (in bilaterale relaties) te assisteren met onderbouwen van
        waardeallocatie, mits aan een waardeallocatie een gedegen en OECD conforme
        analyse ten grondslag ligt (Transfer Pricing rapport).


     Waardecreatie
     Denktank Ω schat het potentieel aantal Aziatische bedrijven op ca. 1200 (China, Japan,
     India) die momenteel overwegen zich in Europa te vestigen. Nederland dient met haar
     gunstige ligging, havens, vliegvelden, zich te richten op het binnenhalen van ca. 400
     bedrijven , waarbij een potentieel aantal banen van ca. 30-40.000 in het verschiet
     liggen. Het BNP zou daarmee kunnen groeien met een toegevoegde waarde van ca.
     € 3 Miljard.




Ω
16
                                                                                              Ω
                                                                                              17
Financiering
Financiering



               Samenvatting
               1. Financiering is een voorwaarde voor groei van bedrijvigheid in Nederland.


               2. Transparantie en efficiency zijn belangrijke stimuli voor een goed werkende markt
                  voor financiering.


               3. Banken dekken het leeuwendeel van de schuldkant van de behoefte aan financiering.
                  Zo’n 300 miljard van de in totaal 380 miljard aan leningen aan niet-financiële
                  bedrijven is bankfinanciering, de kapitaalmarkt neemt via bedrijfsobligaties en
                  convertibles 73 miljard voor haar rekening en slechts een gering deel komt direct
                  bij instituten vandaan: ca. 7 miljard (cijfers ultimo 2009, DNB). Overigens zijn
                  instituten indirect (via de kapitaalmarkt) een grotere financier van het Nederlands
                  bedrijfsleven.



               Overzicht omvang financieringen Nederland




               4. Voor zover het aan transparantie in Nederland schort, dan is dat aan de onderkant
                  van de markt. Starters en kleine ondernemingen hebben vaak moeite zichzelf goed
                  te presenteren bij banken en verstrekkers van Venture Capital, en vinden moeilijk
                  de weg in het woud van overheidsregelingen.




 Ω   18
                                                                                                        Ω
                                                                                                        19
5. In grote lijnen zit het met de efficiency van de financieringsmarkt in Nederland       Oplossingen
        wel goed: Er zijn uitzonderingen. In bepaalde sectoren is in de praktijk het aantal
        aanbieders gering. Met name is dit het geval voor langjarige (10+) financieringen,     1. Beter Faciliteren Startende Ondernemingen
        waaronder infrastructurele projecten.                                                  Wij adviseren het opzetten van e-cursussen in het vak “entrepreneurschip” te beginnen
                                                                                               en het faciliteren van starters (verder) te verbeteren.
     6. Voor dergelijke projecten adviseert Ω een gestructureerde samenwerking tot             Een cursus “entrepreneurschip” houdt o.a. in het businessplan, het kennen van
        stand te brengen tussen overheid, bedrijfsleven, banken en andere financiers.          je markt, het doordenken van ontwerp-, productie- en marketing strategie, de weg
        Dergelijke samenwerking kan tot een sterke wederzijdse optimalisering van              weten naar relevante instanties, zaken rond octrooi en merkregistratie, belastingdienst,
        kennis en productie leiden. Wij adviseren om één organisatie op te richten die         administratie voeren etc. Verder zou men fiscale voordelen in de IB investeringen
        financiële structurering alsmede het onderhandelen met de financiële wereld en         verder kunnen stimuleren, waarbij gedacht kan worden aan een uitbreiding van de
        de gezamenlijke ministeries als taak heeft. Dit idee is hierna verder uitgewerkt bij   “tante Agaath” regeling.
        ‘Oprichting Bijzondere Financieringsunit binnen Rijksoverheid’.
                                                                                               Impact/Waardecreatie
     7. Behalve de hierboven behandelde impact van goede zakelijke financiering op de          Starters zijn onontbeerlijk voor onze economie. Jaarlijks starten ca. 100.000 bedrijven
        groei van de bedrijvigheid, kan particuliere financiering eveneens een motor van de    in Nederland, hiervan is na 5 jaar nog ruim de helft in leven. Na correctie voor ZZP’ers
        economie zijn. Bijvoorbeeld de potentie van particuliere investeringen in het Eigen    e.a. gaat het om meer dan 10.000 nieuwe bedrijven met groeipotentieel per jaar.
        Huis, bij energiebesparende maatregelen. Er wordt onvoldoende geïnvesteerd             Door ‘betere’ ondernemers zal de overlevingskans stijgen. Bij geringe groei van deze
        in isolatie, zonnecollectoren en zonnepanelen omdat de terugverdientijd van            bedrijven kan na enkele jaren de extra werkgelegenheid door deze maatregel oplopen
        energiebesparende maatregelen 10 jaar of langer is. Een oplossing is wanneer de        tot 30-50.000 banen.
        schuld voor de investering niet aan de huiseigenaar maar aan het huis gekoppeld
        wordt. De gevolgen kunnen echter groot zijn: het stimuleert de bouwsector,             Nadelen/beperkingen
        versnelt de CO2 reductie en verhoogt het besteedbaar inkomen van gezinnen. Zie         Een investering is nodig in het opzetten van dergelijke e-cursussen (e = via het web).
        verder onder 3. ‘Financiering Energiebesparing Eigen Huis’.                            Ons voorstel is dat elke ondernemer een bijdrage betaalt en de overige kosten of op
                                                                                               termijn terugbetaalt of krijgt kwijtgescholden bij het eindigen van de onderneming
     8. Tenslotte moet worden gekeken naar de overheid als financier. De overheid beschikt     binnen 3 jaar.
        echter, zeker in deze tijd, over beperkte middelen. Om de financiële middelen van
        de overheid te verruimen zodat deze vaker stimulerend op kan treden, verdient          2. Oprichting Bijzondere Financieringsunit
        het aanbeveling vaker over te gaan tot het te gelde maken van overheidsrechten.        Voor het van de grond trekken van grote langjarige projecten is een intense
        Een recent voorbeeld is dat waarbij de Duitse overheid in ruil voor verlenging van     samenwerking tussen overheid, bedrijfsleven, banken en andere financiers nodig. Wij
        de “operating licence” voor kerncentrales EUR 30 miljard ontvangt, en dat geld         adviseren daartoe één overheidsunit op te richten die financiële structurering alsmede
        in nieuwe projecten investeert. Vergelijkbare situaties kunnen zich in Nederland       het onderhandelen met de financiële wereld namens de gezamenlijke ministeries als
        voordoen op velerlei gebied, gedacht kan bijvoorbeeld ook worden aan verdere           taak heeft. Deze unit dient een gesprekspartner op niveau te zijn voor internationale
        exploitatie van overheidseigendommen zoals wegen (licentie geven om kantoren           banken en institutionele beleggers. Een exclusief mandaat van alle betrokken
        boven wegen te bouwen) en gebouwen (ministeries, stadhuizen etc. met winkels/          Ministeries lijkt gewenst voor de nodige slagvaardigheid.
        horeca in openbare gedeelten).




Ω
20
                                                                                                                                                                                          Ω
                                                                                                                                                                                          21
Impact/Waardecreatie                                                                      Impact/Waardecreatie
     Grote infrastructurele projecten hebben een omvang van tussen EUR 100 mln. en             Nederland heeft ruim 2.5 mln. koopwoningen (niet-appartementen). Uitgaande van
     EUR 10 miljard of meer. Door een proactieve opstelling van de overheid kunnen de          een aan energie besparing en energie opwekking te besteden bedrag van EUR 5.000
     financieringskosten met ¼ tot ½ % p.a. verlaagd kunnen worden. Voor een project           per woning en een deelname van in totaal 30% in de komende 10 jaar (dus 75.000
     van EUR 1 miljard met 20 jaar terugverdientijd is hiermee sprake van een besparing        woningen per jaar), geeft dit een stimulering van € 375 mln. per jaar en een extra
     van EUR 25-50 mln. Belangrijker is dat dit het verschil kan zijn tussen “haalbaar” of     werkgelegenheid van meer dan 5.000 banen.
     “niet-haalbaar”. Derhalve kunnen op deze wijze projecten voor ettelijke miljarden EUR
     met werkgelegenheid boven 100.000 manjaar (terug) op de agenda komen en versneld          Resources
     worden.                                                                                   Financiering van dit systeem kan in hoge mate gestandaardiseerd en dus voor
                                                                                               lage kosten plaatsvinden, securisatie van bundels energie-erfpacht verplichtingen
     Nadelen/beperkingen                                                                       kan nog verdere kostenbesparing opleveren. Door het energie-erfpacht systeem te
     De op te bouwen overheidsunit dient zware deskundigheid uit de markt aan te trekken.      koppelen aan de bestaande erfpacht administratie systemen van de overheid kan de
     Ervaring in projectfinanciering, kapitaalmarkt transacties alsmede brede bancaire         administratie goedkoop verlopen en zullen banken graag op deze basis financieren.
     productkennis zijn nodig, gecombineerd met onderhandelingvaardigheid voor grote           Een versterkte stimulus voor energiebesparing kan gecreëerd worden door deze
     projecten.                                                                                energie-erfpacht net als gewone erfpacht fiscaal aftrekbaar te maken.


     3. Financiering energiebesparing bestaand Eigen Huis
     Energiebesparing scoort hoog. Daarnaast is de dealende kostprijs van zonnecollectoren
     en zonnepanelen is in toenemende mate interessant. Toch is het pas na 10 jaar of
     langer terugverdienen voor velen nog een obstakel.
     Consumptieve financiering of leasing is niet populair: het is duur, neemt kredietruimte
     van het gezin weg en, het meest belangrijke, bij vroegtijdige verhuizing de schuld
     “meegenomen” wordt.


     Oplossing
     Het vestigen van een zakelijk i.p.v. een persoonlijk recht. Koppel de schuld aan het
     huis, niet aan de huiseigenaar. De rente en afbetalingsverplichting hoort dus bij het
     onroerend goed, en is een tijdelijke erfpacht.


     Het investeringsbesluit wordt hiermee voor een gezin een stuk makkelijker. Voorbeeld:
     tegenover een 20-jarige energie-erfpacht van EUR 20 p/maand voor een investering
     van EUR 3.000 (berekend o.b.v. 5% rente) staat een besparing op de energierekening
     van zeg EUR 30 p/maand. Dit zal investeringen in energiebesparingen stimuleren
     aangezien hiermee het besteedbaar inkomen van het gezin stijgt in plaats van daalt.
     Bij eventuele voortijdige verkoop van het huis kent de toekomstige koper de erfpacht
     verplichting, maar zal hij dit met het oog op de aantoonbaar lagere energierekening
     accepteren.




Ω
22
                                                                                                                                                                                    Ω
                                                                                                                                                                                    23
Energie
Energie



          Samenvatting
          1. De voortdurende beschikbaarheid van goedkope en energie was en is een
             belangrijke randvoorwaarde voor succes van Nederland. Die beschikbaarheid
             is een belangrijke “enabler” van waarde, welvaart- en banencreatie in industrie,
             handel en vervoer.


          2. Om EU doelstellingen op het gebied van CO2 reductie te halen met behoud van
             beschikbaarheid van goedkope energie dient meer op kernenergie ingezet te
             worden.


          3. Nederland is wereldleider op het gebied van warmtekracht koppeling bij lokale
             energie voorziening. Ongeveer de helft van het elektrisch vermogen wordt zo
             opgewekt. Om de decentrale levering van goedkope energie te faciliteren dient
             Nederland in te zetten op de ontwikkeling van het intelligente elektriciteitsnet.
             Toevoeging van intelligentie op bestaande netten is goedkoper dan netverzwaring
             en biedt ook kansen aan onze ICT industrie.


          4. Nederland zet reeds sterk in op de gasrotonde filosofie, daarbij de beschikbaarheid
             goedkope energie koppelend aan de sterke vervoer en logistieke positie. Dit geldt
             ook voor vloeibaar gas (LNG). Dit ondersteunt de eerste doelstelling.


          5. Om het voordeel van goedkope energie niet te verliezen, moeten duurzame
             technologieën pas op grote schaal ingezet worden als ze ook op prijs concurrerend
             zijn. Er zijn goede ideeën en ondernemende initiatieven in Nederland voor
             alternatieve energietechnologieën. De overheid moet zich bewust zijn van zijn rol
             als “launching customer” voor succesvolle kandidaten, en van de rol van Nederland
             als technologieleverancier.


          6. Nederland dient op de gebieden van zonne-energie (incl. machinebouw en
             distributie) en Smart Grid leidend te zijn wat betreft kennis en bedrijven dienen op
             deze gebieden onder-steund te worden gezien het potentieel op de wereldmarkt
             (zoals bijvoorbeeld ASML).




 Ω 24
                                                                                                    Ω
                                                                                                    25
Probleemstelling                                                                                       Oplossing
     Hoewel fossiele brandstof nog lang beschikbaar zal blijven2 moet Nederland klaar                       1. Nederland dient een agentschap te krijgen waar barrières tegen introductie van
     zijn om toe te slaan zodra duurzame dan wel decentrale alternatieven commercieel                          concurrerende niet-fossiele technologie worden geïdentificeerd en snel opgeruimd.
     aantrekkelijk zijn. Te snel inzetten op een bepaalde voorkeur (door bijvoorbeeld                          Barrières: bijv. bestaande regelingen en organisaties.
     grootschalige exploitatiesubsidies) kan leiden tot kapitaal-vernietiging3. Het aandeel
     niet-fossiel in de wereld is klein, maar groeide (mede door exploitatie subsidies) per                 2. Bestaande kennisinstellingen en de industrie dienen hun samenwerking op het
     jaar met 40% (zon), 30% (wind) en 13% (biomassa-elektriciteit). Nederland heeft in                        gebied van alternatieve energie waar nodig te intensiveren. Dit zal leiden tot
     alle drie technieken een goede positie. Voor energievormen die niet vraag gestuurd                        aanzienlijke hoogwaardige werkgelegenheid voor deze technologie in ontwikkeling
     kunnen leveren (zon, wind) is voor grootschalige inzet ook energieopslag nodig                            en verhinderen dat Nederland kansen mist.
     om leveringszekerheid te garanderen. Het faciliteren van demonstratie projecten
     van de meest kansrijke initiatieven loopt vaak stuk op bestaande regelingen en                         3. Het intelligente elektriciteitsnetwerk, goedkoper dan netverzwaring, realiseren,
     organisatorische belemmeringen. Initiatieven die in de exploitatiefase alleen werken op                   zodat decentrale energie opwekking niet belemmerd wordt.
     subsidie, zijn strijdig met ons uitgangspunt van goedkope energie en verdienen geen
     steun. Tenslotte is er behoefte aan een gezaghebbende, politiek onafhankelijke en niet-                4. De overheid moet kansrijke initiatieven en demonstratieprojecten van Nederlandse
     ideologische bron van feitelijke informatie over energievormen.                                           bedrijven op het gebied van niet-fossiele energie opwekking steunen. Het
                                                                                                               agentschap (zie item 1) zou hier een beoordelende rol kunnen spelen.


                                                                                                            5. De bouw van Kerncentrales zal zorgen voor een toenemende leveringsonafhan-
                                                                                                               kelijkheid, leveringszekerheid en dus beschikbaarheid van goedkope elektrische
                                                                                                               energie.


                                                                                                            6. Onderzoek naar effectieve energie opslag technologie om de toepassing van niet
                                                                                                               vraaggestuurde bronnen te bevorderen.


                                                                                                            7. Tenslotte dienen (bestaande) initiatieven deskundige groepen gesteund te worden
                                                                                                               om een onafhankelijke, op feiten gebaseerde kennisbasis over energie oplossingen
                                                                                                               te maken, als tegenwicht tegen de advocacy gedreven voorstellen.


                                                                                                            Impact/waarde creatie
                                                                                                            De voortdurende en leveringszekere beschikbaarheid van alle vormen van goedkope
                                                                                                            energie in Nederland is van levensbelang voor de functie van ons land als centrum
                                                                                                            van industrie, handel en transport- ondernemingen. Dit zal een aanzuigende werking
                                                                                                            hebben op andere sectoren.




     2 drie kwart van de winbare oliereserves en vijf zesde van de gasreserves zijn nog beschikbaar.
     3 In Duitsland is meer dan €40 miljard besteedt aan zonne-energie, die 0,1% van zijn energie levert,

     en in Spanje is € 120+ miljard aan zonne-energiesubsidies gecommitteerd.




Ω
26
                                                                                                                                                                                                   Ω
                                                                                                                                                                                                   27
Transport & Logistiek
Transport & Logistiek



                        Samenvatting
                        Nederland verliest zijn leidende positie in transport en logistiek. De Nederlandse
                        logistieke sector moet innovatiever en competitiever worden. De kans voor Nederland
                        is om nu een voorsprong te nemen op het vlak van ketenregie en -configuratie.


                        Probleemstelling
                        Nederland moet zich flink inspannen om een koppositie op EU- en wereldniveau te
                        handhaven in transport en logistiek. Nederland verliest terrein op andere landen; tussen
                        2007 en 2010 is Nederland twee plaatsen gezakt op de Logistics Performance Index4,
                        van plaats twee naar de vierde plaats en verliest voorsprong op de achteropkomende
                        landen. Redenen daarvan zijn onvoldoende innovatie in ketens, onvoldoende
                        ontwikkeling in ‘multi-modaal vervoer’, gebrek aan samenwerking in ketens en blijvende
                        congestie. Voorheen internationaal opererende bedrijven richten zich nu enkel nog op
                        de Benelux en grotere spelers worden overgenomen door buitenlandse partijen (DHL,
                        Schenker, Kühne & Nagel, etc.). ‘Gateway to Europe’ (lees transitovervoer) is niet meer
                        voldoende voor de BV Nederland, het levert te weinig toegevoegde waarde en de
                        operationele uitvoering kan eenvoudig door ‘low-cost’ transporteurs uit Oost Europa
                        worden uitgevoerd. Daarnaast wordt komende jaren een krapte op de arbeidsmarkt
                        voorzien waardoor de logistieke sector een arbeids- en een kennistekort te wachten
                        staat.




                        4 The world Bank (2010) Connecting to Compete 2010; Trade Logistics in the Global Economy.




   Ω     28
         01
                                                                                                                     Ω
                                                                                                                     29
                                                                                                                     01
Oplossing                                                                                Impact/Waardecreatie
     Van volumedenkend naar toegevoegde waardedenkend. Het is daarvoor nodig dat
     geavanceerde logistieke bedrijven zich in Nederland vestigen, er voldoende logistiek
     (hoog)opgeleide werknemers zijn en er hoogwaardige logistieke kennis beschikbaar is.


     Ambitie: Nederland in 2020 marktleider in aansturing van Europese goederenstromen
     en de voorkeurs-vestigingplaats van internationale logistieke bedrijven. Kennisontwik-
     keling en ondernemerschap zijn daarbij de belangrijkste thema’s.


     Voor kennisontwikkeling is een innovatieprogramma nodig dat zich richt op onderzoek
     en ontwikkeling binnen drie innovatiethema’s5: Cross Chain Control Center, Service
     Logistiek en de regierol van knooppunten.


     Cross Chain Control Center (4C): Regiecenter waaruit meerdere supply chains
     gezamenlijk gecoördineerd en geregisseerd worden met behulp van de modernste
     technologie. Niet alleen fysiek maar ook op het gebied van software en supply chain
     professionals. Denk ook aan supply chain finance.
     Service Logistiek: Regie van de after-sales service van produkt-levering tot aan het
     einde van de levenscyclus van een product. Vereist specifieke ICT oplossingen op het     Bron: TNO, rapport commissie van Laarhoven
     gebied hiervan.
                                                                                              Sterke verankering VAL/VAS en ketenregie bevordert verdere ontwikkeling van
     Regie: De wereldwijde sterke positie van de Nederlandse mainports en knooppunten         support activiteiten. Sterke support activiteiten in Nederland bevorderen op hun beurt
     versterken door innovatie op het vlak van ketenregie- en configuratie. De regierol       de ontwikkeling van VAL/VAS en Ketenregie en –configuratie. Deze ambitie is voor
     is gericht op een betere benutting van de infrastructuur, hogere kwaliteit van           2020 gekwantificeerd in het realiseren van een verdrievoudiging van de toegevoegde
     dienstverlening, ontwikkeling van nieuwe competenties en bedrijvigheid, en het leveren   waarde in ketenregie en -configuratie. Dit betekent een groei van 200% (ten opzichte
     van een duurzame maat-schappelijke bijdrage. Belangrijk is dat het ontwikkelen van       van cijfers zoals bekend over 2007) van de toegevoegde waarde tot ruim 10 miljard
     ketenregie niet mogelijk is zonder de aanwezigheid van sterke fysieke logistieke         euro. Voor de middellange termijn (2015) is de ambitie gekwantificeerd in een groei
     activiteiten en sterke logistieke support diensten. Nederland heeft daarom een goede     van 100%. De werkgelegenheid zal minder hard groeien, waardoor de toch al hoge
     uitgangspositie om de kansen te benutten.                                                arbeidsproductiviteit weer verder zal verbeteren.


                                                                                              Nadelen/Beperkingen
                                                                                              Er is na de Commissie van Laarhoven een Strategisch Platform Logistiek6 (SPL) en een
                                                                                              Topinstituut “Dinalog” in het leven geroepen om voort te borduren op de conclusies
                                                                                              van deze commissie. Dit heeft in ieder geval geleid tot het feit dat de Ministeries van
                                                                                              Economische Zaken en Verkeer en Waterstaat in 2008 hebben besloten om gedurende
                                                                                              4 jaar € 25 miljoen ter beschikking te stellen voor de ondersteuning van het onderhavige
                                                                                              innovatieprogramma, naast € 42 miljoen door het bedrijfsleven.



                                                                                              6 SPL-leden: Leo van Wijk, Alexander Sakkers, Jos Nijhuis, Hans Smits, Timo Hughes, Rutger van

     5 Zoals uitgewerkt door de Commissie Van Laarhoven                                       Slobbe, Aad Veenman, Peter van Laarhoven, Esther Liskamp, Wando Boevé, Jan Fransoo




Ω
30
                                                                                                                                                                                               Ω
                                                                                                                                                                                               31
Feitelijk staat de begroting niet in verhouding tot de verwachte meerwaarde niet in lijn        Resources
     waardoor er een aanzienlijk risico gelopen wordt dat het te verwachten resultaat niet           Vestigingsklimaat verbeteren: ruimte voor ondernemerschap, optimale infrastructuur
     wordt bereikt. Het is niet realistisch dat een investering van € 67 mln.7 uit overheid          (weg, water, spoor), betrouwbare connecties naar havens (Antwerpen, Amsterdam,
     en bedrijfsleven gaat leiden tot een meerwaarde van € 10,4 miljard in 2020. Hier zal            Bremen, Hamburg), ICT (glasvezel) infrastructuur, verbeteren fiscaal klimaat, free trade
     aanzienlijke aanvullende financiering nodig zijn.                                               zones (douanefaciliteiten) beschikbaarheid internationaal onderwijs, etc.


     Bedreigingen: Duitsland en België ontwikkelen actief beleid op eigen logistieke sector.         Topinstituut Dinalog waar bedrijfsleven, onderzoekers en docenten in logistiek en
     Toenemende concurrentie op fysieke goederenvervoer met omliggende landen.                       supply chains een gezamenlijk thuis vinden. Financiering is beschikbaar van 2009-
     Ketenregie kan ‘footlose’ worden waardoor kennis vervliegt naar andere landen.                  2012. Daarna is er meer financiering nodig, via publiek/private/partnerships om de
     Denktank Ω adviseert nader onderzoek naar samenwerking tussen NL, B en D op                     ambitie waar te maken.
     gebied van ketenregie.
                                                                                                     Strategisch Platform Logistiek Het SPL is aanspreekpunt voor overheid om grote lijnen
                                                                                                     uit te zetten conform aanbeveling rapport commissie van Laarhoven.


                                                                                                     Instituut voor Duurzame Mobiliteit (IvDM), kenniscentrum voor duurzaamheid in
                                                                                                     goederen en personen mobiliteit. Financiering van de aanloop via ministerie I&R, meer
                                                                                                     financiering (bijv. via Min. Van EL&I) wenselijk.


                                                                                                     Nederland profileren als knooppunt van goederen en logistieke kennis zodat
                                                                                                     internationale logistieke bedrijven ‘vanzelfsprekend’ Nederland kiezen als locatie voor
                                                                                                     hun coördinatiefuncties.
                                                                                                     Verbinden


                                                                                                     De definitie van ketenregie gaat verder dan sec de uitvoering maar heeft eveneens
                                                                                                     betrekking op ‘financial engineering’, keten- en netwerkontwerp en databeheer. Dus
                                                                                                     innovatieve kennis op het gebied van Financiën en IT is onontbeerlijk om de ambitie
                                                                                                     succesvol te verwezenlijken, naar Holland Financial Center (Banken, financiële
                                                                                                     instellingen) en ICT sector.


                                                                                                     Project/Vervolg
                                                                                                     Door middel van nieuwe technologieën het ontwikkelen van alternatieve business- en
                                                                                                     kostenmodellen. Denktank Ω adviseert om de relevante partijen bij elkaar brengen en
                                                                                                     innovatieve verandering in gang zetten.


                                                                                                     Commitment in woord en daad door ministeries van Economische Zaken, Landbouw en
                                                                                                     Innovatie (ELI) en Infrastructuur en Ruimte. Ondersteuning vanuit Dinalog, Strategisch
                                                                                                     Platform Logistiek, Agentschap NL, Logistieke Alliantie.



     7 In het innovatieprogramma heeft de landelijke overheid zich gecommitteerd voor 25 mln euro,

     het bedrijfsleven voor 42 mln euro




Ω
32
                                                                                                                                                                                                Ω
                                                                                                                                                                                                33
Agro & Food
Agro & Food



              Samenvatting
              De agro/food sector is een van de belangrijkste pijlers van de nationale economie.
              Nederland is de op een na grootste exporteur van agrarische producten in de wereld.
              Deze koppositie is echter geen vanzelfsprekendheid en dreigt af te brokkelen.


              Kernambitie voor 2020 moet zijn dat Nederland zich ontwikkelt tot topproducent van
              kwalitatief hoogwaardige, duurzame agrarische food- en non-food producten (inclusief
              sierteelt) in Europa en de wereld. Centrale pijlers hierbij zijn: kwaliteit, gezondheid
              en duur-zaamheid. Realisering van deze ambitie leidt tot een substantiële beperking
              van de kosten van gezondheidszorg, toename van investeringen door multinationale
              ondernemingen en MKB bedrijven, reductie van voedselverspilling, verdubbeling
              van de productie van duurzame energie door de land- en tuinbouw en een sterkere
              verankering van de primaire productie in Nederland.


              Om de kernambitie te kunnen realiseren is een additionele inspanning nodig op het
              gebied van kennis en innovatie door overheid, bedrijfsleven en kennisinfrastructuur.
              Daarvoor is ook een cross-over met andere sectoren essentieel.


              Aanbeveling
              Het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie wordt geadviseerd
              het initiatief te nemen tot een samenhangend en integraal innovatiebeleid en
              innovatieprogramma voor de agro/food sector. In dit nieuwe beleid dient de nadruk te
              liggen op het aanjagen, stimuleren en faciliteren van (1) robuuste systeeminnovaties, (2)
              markt-innovaties en (3) technologische innovaties. In de overtuiging dat toekomstige
              businessperspectieven zich met name zullen manifesteren op het kruisvlak van
              domeinen en sectoren, zal het nieuwe beleid/ programma vooral cross-overs en
              transsectorale samenwerking moeten ondersteunen met de energiesector, chemie,
              gezondheidszorg, pharma, transport & logistiek en ICT (GEO-ICT maar ook sociale
              media). Het beleid dient samenwerking te stimuleren tussen Nederlandse agro/food
              topbedrijven, koplopers in het MKB en de kennisinstellingen op basis van een open
              innovatiemodel. Dit moet leiden tot een verhoging van de R & D intensiteit (privaat én
              publiek) tussen nu en 2020 met 40 tot 50 %.




 Ω  34
    01
                                                                                                          Ω
                                                                                                          35
Probleemstelling                                                                             Voor het creëren van meer toegevoegde waarde worden twee speerpunten
     De agrarische sector en voedingsmiddelenindustrie (inclusief sierteelt) hebben een           onderscheiden: (1) gezondheid en (2) duurzaamheid. Een voeding meer afgestemd
     sterke positie in de Nederlandse economie. In het agro/food complex zijn bijna 700.000       op de behoefte van het individu zal bijdragen aan het beperken van de sterk
     personen werkzaam, dat is 10 % van de totale werkgelegenheid. De sector draagt               stijgende kosten van gezondheidszorg. De ontwikkeling naar personalised food en
     9,5 % bij aan de nationale toegevoegde waarde en 70 % van de productie wordt                 functional food, het belang van healthy aging, maar ook de groeiende aandacht van
     geëxporteerd. De Nederlandse voedingsmiddelenindustrie is het grootste segment van           consumenten voor de intrinsieke waarden van voedsel (real food) bieden perspectief
     de Nederlandse industrie en bestaat over-wegend uit MKB bedrijven. De omzet van              op een paradigmaverschuiving in bedrijven van concurrentie op prijs naar concurrentie
     de voedingsmiddelen-industrie bedraagt € 51 miljard, de omzet vers inclusief sierteelt       op kwaliteit en gezondheid en vermindering van voedselverspilling. Op het gebied
     bedraagt € 47 miljard, samen bijna € 100 miljard! Ook het nieuwe regeerakkoord               van duurzaamheid liggen nieuwe kansen voor toegevoegde waardeontwikkeling in
     erkent het belang van de agro/food sector en rekent voedsel en agro tot economisch           de verdere verduurzaming van de sector en in de omschakeling naar de biobased
     topgebied van Nederland. Deze koppositie is echter geen vanzelfsprekendheid. Zie de          economy (groene economie). Daarbij is de winning van duurzame energie uit biomassa
     EU 2020 strategie en het FNLI rapport van de High Level Group ‘De Stille Kracht’; route      de eerste focus. De betekenis en impact van de groene economie voor de agrarische
     voorwaarts voor de Nederlandse levensmiddelenindustrie.’ De Nederlandse voorsprong           productiesector is op lange termijn mogelijk minstens zo groot als de huidige food- en
     in kennis loopt terug. De traditioneel sterke link tussen onderwijs, onderzoek, overheid     feedmarkt.
     en bedrijfsleven is aan structurele verandering onderhevig. De primaire productie verliest
     maatschappelijk draagvlak en concurrentiekracht. Vergrijzing en imago veroorzaken            Om de kernambitie te kunnen waarmaken is een samenhangend en integraal
     krapte op de arbeidsmarkt. De logistieke infrastructuur slibt dicht. Geopolitieke            innovatiebeleid nodig dat de volgende typen van innovaties ondersteunt:
     veranderingen bedreigen vrije handel. Veranderende consumentenbehoeften,                     - systeeminnovatie, bedrijfsoverstijgende vernieuwingen door verbinding te
     toenemende internationale schaarste aan grondstoffen en milieu- en omgevingsdruk                 maken/allianties te zoeken met andere kennisdomeinen en sectoren, maar
     maken een vernieuwingsslag dringend noodzakelijk.                                                ook de maatschappelijk gewenste inpassing en verankering van de primaire
                                                                                                      productiesector in de Nederlandse omstandigheden;
     Oplossing/Voorstellen tot Verbetering                                                        - marktinnovatie: nieuwe toegevoegde waardeconcepten; nieuwe afzet, distributie-
     De kernambitie zoals in de Samenvatting verwoord vertaalt zich in een 3-tal business             en marketingconcepten, maar ook communicatie en beleving c.q. lifestyle
     proposities voor de Nederlandse agro & food sector in 2020:                                      concepten;
                                                                                                  - technologische innovatie: nieuwe duurzame hightech systemen; precisielandbouw;
     A. Kraamkamer en topproducent van verse, gezonde, duurzame kwaliteitsproducten                   intelligente logistiek, ICT, robotisering, Nano, sensor- en biotechnologie.
        voor de Noordwest-Europese voedingsmarkt, in het bijzonder de driehoek
        Londen/Berlijn/Parijs. Een markt met 80 miljoen koopkrachtige en veeleisende              Waardecreatie/Verbeterpotentieel
        consumenten die binnen 24 uur vanuit Nederland kan worden bediend.                        Ambities die met het voorstel nagestreefd worden zijn:
                                                                                                  - tot 5 % lager aandeel van de kosten van de gezondheidszorg in de collectieve
     B. Topexporteur van hoogwaardige kennis en van uitgangsmaterialen ten behoeve                  uitgaven (van 27 % naar 22 %) als gevolg van minder hart- en vaatziekten en
        van de wereldmarkt (zaden, pootgoed, fokkerij, vaccins), als ook hardware (kassen,          diabetes (zie Zorgbalans, RIVM);
        stalsystemen) en diensten (ICT, financiële dienstverlening).                              - 10 miljard meer investeringen door multinationale ondernemingen en innovatieve
                                                                                                    MKB bedrijven;
     C. Topspeler in Europa en de wereld op het gebied van valorisatie van biomassa               - besparing op kosten van voedselverspilling van 2 miljard door intelligenter transport;
        (in nauwe samenwerking met de transportsector en logistieke sector). Naast de             - duurzaam energiegebruik van 30 % door de totale agro/food keten;
        winning van duurzame energie heeft de sector een leidende positie verworven in            - verdubbeling van de productie van duurzame energie door land- en tuinbouw
        de omschakeling naar meer hoogwaardige non-food toepassingen uit biomassa,                - verbetering van de logistieke efficiency van de agro/food keten met een factor 3.
        zoals bio-pharma, cosmetica, materialen en chemicaliën.




Ω
36
                                                                                                                                                                                             Ω
                                                                                                                                                                                             37
Nadelen/Beperkingen                                                                          -   Stimulering van de ontwikkeling en toepassing van 2e generatie grondstoffen uit
     De volgende nadelen en beperkingen bemoeilijken realisering van de kernambitie en                dierlijke en plantaardige restproducten en van 3e generatie biomassa (algenkweek)
     het verbeterpotentieel.                                                                      -   Experimenteerruimte voor grootschalige vergisting van biomassa gekoppeld aan
     - Beperkte financiële mogelijkheden van de overheid en benodigde voorinvesteringen               windenergie, zonne-energie en algenkweek alsmede voor decentrale, slimme
         voor het bedrijfsleven.                                                                      energienetwerken.
     - Coördinatieproblemen binnen de agro/food keten.
     - Beperkende en onzekere wet- en regelgeving op het gebied van genetische                    Verbinden/Transsectoraal denken
         modificatie en novel foods.                                                              Cross-overs zijn aanwezig met ICT, transport en logistiek, gezondheidszorg, energie,
     - Ruimtelijk inpassingsbeleid en onzeker stimuleringsbeleid van Nederlandse (en              chemie en pharma. Deze dienen in het nieuwe innovatieprogramma prioriteit te krijgen.
         Europese) overheid op het gebied van winning van duurzame energie uit biomassa.
     - Onvoldoende samenwerking tussen de groene kennisinfrastructuur, waarvan
         Wageningen UR het hart vormt, en andere (technische) universiteiten en
         kennisinstellingen in Nederland. Dit bemoeilijkt multidisciplinaire kennisontwikkeling
         en kennisuitwisseling.(Denk bijv. aan toepassingen van nano-technologie in de
         productie van voedsel of het simuleren van het fotosynthese proces van planten in
         zonnecollectoren).


     Resources
     Nodig is:
     - Financiële ruimte voor een aangescherpt en samenhangend innovatiebeleid/
        programma door het ministerie van EL& I.
     - Commitment van het bedrijfsleven en kennisinstellingen en bereidheid tot
        investeren en cofinanciering.
     - Stimulering van samenwerking tussen de Nederlandse agro/food topbedrijven,
        koplopers MKB en kennisinstellingen in een open innovatiemodel. Bijzondere
        aandacht voor de mogelijkheden tot investeringen door grote bedrijven in
        innovatieve starters (corporate venturing, clean tech funds, revolving funds e.d.).
     - Krachtenbundeling in Nederland om te komen tot een gemeenschappelijke
        database/platform voor gegevensuitwisseling en applicatieontwikkeling binnen en
        tussen deelsectoren in de agrofood. In het bijzonder geldt dit voor het terrein van
        de precisielandbouw. Het ministerie EL&I wordt verzocht hierin een stimulerende
        rol te vervullen.
     - Ontwikkelen van incentives door ketenpartners, verzekeraars en ngo’s waardoor
        keuze voor gezond voedsel door consumenten een makkelijke keuze wordt.
     - Aanpassing van het huidige overheidsbeleid (in Europees verband) op het gebied
        van novel foods, etikettering en genetische modificatie met inachtneming van de
        noodzakelijke veiligheidsgaranties. (Zie de DG Enterprise studie en het High Level
        Group dossier van DG SANCO.)
     - Stimulering (fiscaal;subsidie) van de ontwikkeling van nieuwe technieken om
        energie en grondstoffen uit biomassa te winnen, waardoor een kostprijsverlaging
        van groene producten kan plaatsvinden.



Ω
38
                                                                                                                                                                                          Ω
                                                                                                                                                                                          39
Gezondheidszorg
Gezondheidszorg



                  Inleiding
                  De kosten van de gezondheidszorg in Nederland stijgen snel. Momenteel zijn deze bijna
                  80 Miljard Euro per jaar. Dit is 9% van het Bruto Nationaal Product (BNP). In 2050 zal de
                  zorgsector 14% van het BNP vertegenwoordigen. Door de snelle stijging van de kosten
                  is gezondheidszorg, na sociale uitkeringen, nu ook de grootste uitgavenpost van de
                  overheid. In de USA is reeds de 16% bereikt en zou volgens sommige schattingen,
                  het land bij ongewijzigd beleid op weg zijn naar een moeilijk voorstelbaar aandeel van
                  45% (!)


                  Alhoewel over de exacte te verwachten groeicijfers veel onduidelijk is, lijkt wel duidelijk
                  dat de zorgvraag verder zal gaan toenemen.


                  1. Stijgende kosten
                  Alle zeilen moeten worden bijgezet om de kosten beheersbaar te houden en om
                  tegelijkertijd adequate zorg te realiseren. Een kernbegrip hierbij is ‘value voor
                  money’. Om hoogwaardige zorg te blijven bewerkstelligen zal slimme, innovatieve
                  zorgtechnologie nodig zijn, die arbeidskracht waar mogelijk vervangt. Voor nieuwe
                  technologie zijn hoogopgeleide mensen nodig en een op die nieuwe technologie
                  naadloos aansluitende organisatie van de zorgprocessen, met bijbehorende innovatieve
                  communicatiesystemen.


                  In Nederland is veel kennis op gebied van zorg en technologie en wij zouden
                  hoogwaardige banen kunnen creëren. Dit document geeft input om deze trend actief
                  om te buigen naar een duurzame groei van de sector met kwalitatief hoogwaardige
                  zorg en dito werkgelegenheid.




  Ω   40
      01
                                                                                                                Ω
                                                                                                                41
Allereerst de feiten: de vraag naar zorg blijft komende jaren sterk stijgen: We worden wel ouder,          Ontwikkeling technologie in Nederland neemt af
     maar dat gaat gepaard met een toename van chronische aandoeningen en een toename                           Nederland telt circa 250 biotechbedrijven, waarvan de meesten met minder dan 10
     van ouderdomsziekten. Ook nemen de verwachtingen ten aanzien van het kwaliteitsniveau                      werknemers en ruim 40 bedrijven met 11 tot 25 mensen. Er zijn maar enkele bedrijven
     van de zorg toe alsmede de technische mogelijkheden om mensen te behandelen voor                           met meer dan 50 werknemers, zoals Synthon, Crucell, Galapagos en Genmab.
     uiteenlopende zaken. Er zijn een aantal trends, die de zorgvraag verder versterken:                        Naast bedrijven waar wel R&D in Nederland wordt bedreven, worden de afdelingen
     1. stijgende levensverwachting                                                                             onderzoek en ontwikkeling (R&D) van Organon en Solvay waarschijnlijk gesloten. Met
     2. de toename van bepaalde aandoeningen, zoals diabetes, mede veroorzaakt door                             het verlies van in totaal bijna 2500 banen gaat 8% van de R&D capaciteit van de
          de veranderende leefstijl en bijvoorbeeld overgewicht.                                                sector in Nederland verloren. Ook Fornix Biosciences in Lelystad, producent van anti-
     3. betere beschikbaarheid van veel nieuwe behandelmethoden, die zeer kostbaar                              allergieproducten is verkocht aan het Deense ALK. En vaccinmaker Crucell in Leiden
          kunnen zijn, maar desondanks in sommige gevallen als wenselijk kunnen worden                          staat op het punt op te gaan in Johnson & Johnson. Hoewel deze laatste bewegingen
          gezien en dus vergoed moeten worden.                                                                  wellicht niet tot banenverlies hoeven te leiden, is kostenbesparing voor overnemende
     4. behoefte van jongere generaties, zoals de ‘babyboomers’ aan meer comfortabeler                          partij vaak aan de orde.
          zorg in vergelijking met vorige generaties
     5. beperktere beschikbaarheid van gelden door een relatief kleiner aantal werkenden                        Top instituut Pharma
          en premie-betalers                                                                                    In 2006 werd het Top Instituut Pharma opgericht (TI Pharma). Hier worden hoogwaardige
     6. beperktere beschikbaarheid van voldoende getraind personeel door parttime                               technologieën ontwikkeld door zo’n 200 universiteitsmedewerkers, samen met
          werken en andere carrièreplanning van behandelend personeel                                           200 onderzoekers uit het bedrijfsleven. Zoals gebruikelijk bij de ontwikkeling van
     7. achterblijvende stijging van de productiviteit van de zorg t.o.v. de rest van de economie               medicijnen, vergen de studies meerdere jaren (5-10 jaar) en zijn er inmiddels de
     8. Een betere diagnostiek leidt tot een eerdere vaststelling van ziektebeelden.                            eerste resultaten van onderzoek, vooral betrekking hebbend op de lijst van ‘priority
                                                                                                                medicines’, zoals door de WHO gedefinieerd. De financiële steun aan TI Pharma dreigt
     Hoewel de effecten van deze trends nog niet overal zichtbaar zijn in Nederland, zijn                       eind 2011 stopgezet te worden.
     er nu al enkele symptomen, waaronder het toenemende tekort aan personeel in de
     zorg, de toenemende discussies over de betaalbaarheid en solidariteit in de zorg en de                     2. R&D in gezondheidszorg is nodig en leidt tot groei:
     blijvende vragen over de kwaliteit.                                                                        de sterkte van Nederland
                                                                                                                R&D in gezondheidszorg is essentieel. Niet alleen voor de oplossing van de problemen
     De gezondheidszorg biedt stijgende werkgelegenheid, maar functies voor hoogopge-                           van de Nederlandse gezondheidszorg, maar dit onderzoek kan vaak juist wereldwijd
     leiden blijven beperkt.                                                                                    worden ingezet. De problemen in de zorg zijn in veel westerse landen gelijksoortig.
                                                                                                                Hierdoor kan technologie juist een belangrijk exportproduct worden.
     Sinds 2002 is de zorg de belangrijkste bron van werkgelegenheid in Nederland en het
     aandeel van de zorg in de totale werkgelegenheid neemt nog steeds toe. (RIVM, 2010).                       Nederland heeft een groot aantal klinische, wetenschappelijke en technologische
     Al met al gaat het om zo’n 870.000 banen. Hoewel in de zorg veel hoger opgeleiden wer-                     sterktes in huis, zoals kennis op gebied van vaccins en gentherapie.
     ken, neemt het aantal functies voor
                                                       Banen in gezondheidszorg in NL
     hoogopgeleiden niet toe. Hoogtechni-                                                                       Het gevaar is dat deze sterktes verdwijnen, door het verdwijnen van instituten en
     sche functies vindt men bij behande-                                                                       R&D afdelingen. Juist wanneer hoogwaardige werkgelegenheid in de zorg wordt
                                                                                     eerste lijn
     laars (artsen), als ook in de ontwikkeling        63000     64000                                          nagestreefd, is het van belang deze sterktes juist uit te breiden.
                                                                                     verpleging
     van geneesmiddelen en medische ap-           64000                              verzorging
                                                                                     gehandicaptenzorg
                                                                       156000
     paratuur. Deze laatste categorieën zijn                                         thuiszorg
     bijzonder interessant voor Nederland,                                           ziekenhuizen
                                                197000
     omdat het hier ook een exportpositie                                            GGZ
                                                                     96000




                                                                                                         	
  
     betreft. (zie overzicht banen in gezond-                76000
                                                                                     Preventie, ARBO,
                                                                                     GGD
     heidszorg; bron: RIVM 2010)



Ω
42
                                                                                                                                                                                                        Ω
                                                                                                                                                                                                        43
Nederland kent tevens een sterk ontwikkelde medisch technologische branche, met         2. Healthy Aging
     bedrijven als Philips, Nucletron, Esaote en zo’n 1400 andere grote en kleine spelers.   Healthy aging is een bijzonder breed onderwerp, dat vooral gericht is op het gezond
     Enkele voorbeelden van sterktes van Nederland zijn:                                     ouder te laten worden van de populatie. Hier valt direct op dat meer dan de helft van
     • Medische beeldvorming in meerdere modaliteiten: X-ray, MR-I, Echografie,              de kosten van gezondheidszorg uitgegeven wordt aan een drietal chronische ziekten
        toegepast o.a. in de Oncologie                                                       (Hartziekten, COPD en Diabetes), die vooral bij ouderen voorkomen. De kosten worden
     • Mechatronica, met grote potentie voor minimal invasive cure, Dotteren, Ablatie        vooral veroorzaakt door de zgn. ‘escalaties’, waarbij men een complicatie krijgt en
     • Chemie: tissue engineering en Nano chemie, welke competenties nodig zijn om           opgenomen moet worden. Vaak is deze complicatie te voorkomen door het lichaam
        non invasive cure zoals Targeted drug delivery en stamceltherapie uit te voeren      met eenvoudige technologie in de gaten te houden en tevens de leefstijl waar nodig
                                                                                             aan te passen.
     Focus brengt succes..                                                                   - Telemonitoring van oudere patiënten en risicogroepen kan ingevoerd worden om
                                                                                                 zo het aantal escalaties, de ernst en de benodigde behandeling daarvan sterk
     Speerpunten voor Nederland                                                                  terug te dringen. In onderzoek is verkorting van verblijf in ziekenhuis na hartfalen
     Om Nederland rol van betekenis te laten vervullen bij ontwikkeling van geneesmiddelen       aangetoond van 15 dagen naar 11 dagen gemiddeld. Dit leidde tot een besparing
     en medische technologie is focus nodig. Nederland kan een leidende positie verwerven        van 27% in kosten van een escalatie (zie Cleland, 2005). Op de € 12 Miljard
     in verschillende gebieden van de gezondheidszorg. De gebieden oncologie en healthy          uitgegeven aan hartziekten zou een dergelijke besparing enorm zijn.
     aging bieden vanwege de al gevestigde kennis en de grote (financiële en emotionele)     - Doe ervaring op grote schaal op met efficiencyverhogende technologieën, die
     impact daarvoor bijvoorbeeld goede mogelijkheden.                                           tevens meer verantwoordelijkheid in handen van de patiënt leggen. Belangrijk
                                                                                                 hierbij is een significante pilot te doen (minimaal enkele tienduizenden patiënten)
     1. Oncologie                                                                                of een afgebakend geografisch gebied aan te wijzen, waarin de nieuwe technieken
     Oncologie is een van de belangrijkste toepassingsgebieden van medische technologie,         verplicht toegepast worden en duidelijke resultaten gemeten kunnen worden.
     waaraan ook nog veel behoefte bestaat, want kanker is in het Westen de doodsoorzaak         Investeringen 100 Mln. Euro, extra banen 10.000.
     nr1, met wereldwijd elk jaar 25 Miljoen nieuw gediagnosticeerde patiënten.
                                                                                             3. Private gezondheidszorg
     Een belangrijk focusgebied voor Nederland zou kunnen zijn de combinatie van vroege      Nederland blijft een van de weinige landen in de EU, waar private gezondheidszorg
     diagnostiek en zgn. image-guided minimal invasive treatment delivery. Hierbij wordt     nauwelijks voorhanden is, terwijl er een groeiende groep is, die voor extra zorg of
     zeer precieze diagnose gesteld en tumor met precisielasers behandeld, waardoor min      snellere zorg extra wenst te betalen. Zoals in de landen om ons heen ervaren, leidt
     mogelijk gezond weefsel verloren gaat. Onderzoek op gebied van real-time image          private zorg niet tot kostenverhoging, maar tot een betere verdeling van kosten en
     guidance gedurende treatment met behulp van ultrasound en met behulp van PET            efficiëntere zorg.
     scans leveren hier veel mogelijkheden.
                                                                                             Focus op de bovenstaande zaken zal initieel een investering vergen. Met een top
     Naast de bestaande grote kankercentra NKI-AvL, AMC, Leiden, Radboud Nijmegen,           instituut is ongeveer 200 Mln. Euro gemoeid over een 4-jaars periode. Bedrijven en
     Daniel den Hoed Kliniek Rotterdam zijn er de 8 Integrale Kankercentra. Samenwerking     Universiteiten betalen bij TI Pharma elk een kwart, met daarbij de overheid de andere
     met R&D organisaties in de industrie (Philips, Nucletron, Milabs etc. ) en Technische   helft. Een ontwikkeling van een topinstituut biedt direct 400 banen, maar zal door
     Universiteiten kan Nederland een duidelijke voorsprong op gebied van Oncologie          spin-off van andere medische technologiebedrijven minimaal 5.000 hoogwaardige
     geven.                                                                                  arbeidsplaatsen kunnen opleveren.


     Vorming van een TopInstituut Oncologie zou de krachten bundelen van de universiteiten
     en anderen die met R&D op dit gebied in Nederland actief zijn. Dit instituut zou ook
     mogelijkheden voor kansrijke technologieën kunnen nagaan, zoals protontherapie.
     Extra investeringen 150 Mln. Euro, extra banen ca. 5.000+.




Ω
44
                                                                                                                                                                                        Ω
                                                                                                                                                                                        45
4. Conclusies en aanbevelingen
     Zowel voor medische technologie (focus: oncologie) als voor healthy aging wordt de
     kennis best opgebouwd en gedeeld in speciale instituten. Resultaten zijn producten
     en technologieën, waarmee Nederland een leidende rol kan innemen en aan de snel
     stijgende wereldvraag kan voldoen. Aanbevelingen zijn dan ook:
     - Versterk de rol van TI Pharma en open een Top Instituut voor medische technologie
          (Oncologie) en Healthy Aging (Chronische ziekten). Breng hierbij tevens focus aan
          in de aandachtsgebieden van universiteiten en maak een duidelijke verbinding
          tussen TU’s en Medische faculteiten.
     - Stimuleer met starterprogramma’s de spin-offs van deze topinstituten
     - Voer programma’s in voor healthy aging om proeven op grotere schaal te doen,
          zoals met telemonitoring
     - Onderzoek het stimuleren van private zorg op verschillende terreinen, inclusief het
          leveren van meer uitgebreide zorg.
     - Een verdere ontwikkeling van medische logistiek, waar snelheid, precies,
          betrouwbaarheid etc. van levensbelang zijn.




     Referenties:
     RIVM 2010; Cleland 2005 Journal of the American College of Cardiology.
     2005; 45:1654-1664, doi:10.1016/j.jacc.2005.01.050




Ω
46
                                                                                              Ω
                                                                                              47
ICT
ICT



      Samenvatting
      De Informatie- en Communicatie Technologie sector levert aan vrijwel alle sectoren
      in de samenleving een bijdrage, en het wordt overal als ‘powertool’ toegepast.
      Banken, overheid, industrie, dienstverleners etc. kunnen niet buiten een goede ICT
      infrastructuur en ‘state-of-the-art’ toepassingen. Nieuwe ontwikkelingen bieden
      kansen op verhoogde concurrentiekracht en groei, zoals Cloud Computing, Smart
      Grids, Mobiele toepassingen, Gaming etc.


      Ω denkt dat ons land met investeringen in een gemoderniseerde ict infrastructuur voor
      de overheid, het aanleggen van glasvezelinfrastructuur in het hele land in een hoger
      tempo en het bevorderen van het ontwikkelen van toepassingen, ook in de mobiele
      sfeer, de komende 10 jaar meer dan 150.000 banen kan scheppen; daarnaast bieden
      nieuwe technologieën groei mogelijkheden in de economie ter waarde van € 90 miljard
      of meer tot 2030.


      Ω merkt op dat er wel initiatieven onderweg zijn, al laat het tempo van veranderingen
      ernstig te wensen over. Een aantal conclusies:


      1. Cloud Computing voor de overheid
      In het geval van Cloud Computing betreft het een structurele ingreep in de informatie-
      infrastructuur van alle overheden van ons land en mogelijk maken van een andere wijze
      van werken. Situatie: De nieuwe regering heeft via het samenvoegen van ministeries
      de aansturing van een aantal kennisgebieden en complexe issues in ons land anders
      verticaal opgehangen. Er zijn 5 ministeries minder met als intentie slagvaardiger
      te kunnen zijn bij het regeren. Toch is het als maatregel ons inziens in het licht van
      hierboven beschreven hoognodige “kanteling” nog incompleet. Wij stellen voor via
      betere informatie- en communicatiekanalen via o.a. cloud computing de mensen beter
      in horizontale ketens over afdelingsgrenzen op elkaar aan te sluiten en samen te laten
      werken. Immers het primaire proces van alle overheidsdienaren is gestoeld op het
      analyseren, veredelen en delen van informatie en kennis. De systemen en organisaties
      hoeven dus niet vervangen te worden of vernieuwd maar moeten beter voor elkaar
      toegankelijk worden en zinvol gekoppeld.




Ω48
 01
                                                                                               Ω
                                                                                               49
Denktank omega 300.000 banen
Denktank omega 300.000 banen
Denktank omega 300.000 banen
Denktank omega 300.000 banen
Denktank omega 300.000 banen
Denktank omega 300.000 banen
Denktank omega 300.000 banen
Denktank omega 300.000 banen
Denktank omega 300.000 banen
Denktank omega 300.000 banen
Denktank omega 300.000 banen
Denktank omega 300.000 banen
Denktank omega 300.000 banen
Denktank omega 300.000 banen
Denktank omega 300.000 banen
Denktank omega 300.000 banen

More Related Content

Viewers also liked

Sintesis informativa 05 09 2016
Sintesis informativa 05 09 2016Sintesis informativa 05 09 2016
Sintesis informativa 05 09 2016megaradioexpress
 
Sintesis informativa 14 09 2016
Sintesis informativa 14 09 2016Sintesis informativa 14 09 2016
Sintesis informativa 14 09 2016megaradioexpress
 
Sintesis informativa 02 09 2016
Sintesis informativa 02 09 2016Sintesis informativa 02 09 2016
Sintesis informativa 02 09 2016megaradioexpress
 
Firewall Webinar
Firewall WebinarFirewall Webinar
Firewall WebinarAT&T
 
El siglo de las revoluciones
El siglo de las revolucionesEl siglo de las revoluciones
El siglo de las revolucionesmariilsa
 
HUMANIX - Serviços de Relacionamento e Humanização
HUMANIX - Serviços de Relacionamento e HumanizaçãoHUMANIX - Serviços de Relacionamento e Humanização
HUMANIX - Serviços de Relacionamento e HumanizaçãoJessica Gomes
 
[E book][project] apostila gerenciamento de projetos
[E book][project]   apostila gerenciamento de projetos[E book][project]   apostila gerenciamento de projetos
[E book][project] apostila gerenciamento de projetoswssouza
 
Programa Formativo para Certificación de Auditor en Sistemas de Riesgos de T...
Programa Formativo para  Certificación de Auditor en Sistemas de Riesgos de T...Programa Formativo para  Certificación de Auditor en Sistemas de Riesgos de T...
Programa Formativo para Certificación de Auditor en Sistemas de Riesgos de T...Roxana Ruiz
 
Colegio nacional nicolás esguerra 3
Colegio nacional nicolás esguerra 3Colegio nacional nicolás esguerra 3
Colegio nacional nicolás esguerra 3Kêvîn Puentes
 
45549546 administracao-estrategica
45549546 administracao-estrategica45549546 administracao-estrategica
45549546 administracao-estrategicaAna Maria
 
áLbum de fotografías pirineos 2011
áLbum de fotografías pirineos 2011áLbum de fotografías pirineos 2011
áLbum de fotografías pirineos 2011Candelasap
 

Viewers also liked (16)

Sintesis informativa 05 09 2016
Sintesis informativa 05 09 2016Sintesis informativa 05 09 2016
Sintesis informativa 05 09 2016
 
Sintesis informativa 14 09 2016
Sintesis informativa 14 09 2016Sintesis informativa 14 09 2016
Sintesis informativa 14 09 2016
 
Sintesis informativa 02 09 2016
Sintesis informativa 02 09 2016Sintesis informativa 02 09 2016
Sintesis informativa 02 09 2016
 
Firewall Webinar
Firewall WebinarFirewall Webinar
Firewall Webinar
 
Sintonizados na rádio peão
Sintonizados na rádio peãoSintonizados na rádio peão
Sintonizados na rádio peão
 
El siglo de las revoluciones
El siglo de las revolucionesEl siglo de las revoluciones
El siglo de las revoluciones
 
HUMANIX - Serviços de Relacionamento e Humanização
HUMANIX - Serviços de Relacionamento e HumanizaçãoHUMANIX - Serviços de Relacionamento e Humanização
HUMANIX - Serviços de Relacionamento e Humanização
 
[E book][project] apostila gerenciamento de projetos
[E book][project]   apostila gerenciamento de projetos[E book][project]   apostila gerenciamento de projetos
[E book][project] apostila gerenciamento de projetos
 
Programa Formativo para Certificación de Auditor en Sistemas de Riesgos de T...
Programa Formativo para  Certificación de Auditor en Sistemas de Riesgos de T...Programa Formativo para  Certificación de Auditor en Sistemas de Riesgos de T...
Programa Formativo para Certificación de Auditor en Sistemas de Riesgos de T...
 
Sueño hecho realidad de dos visionarios
Sueño hecho realidad de dos visionariosSueño hecho realidad de dos visionarios
Sueño hecho realidad de dos visionarios
 
Deportes ex
Deportes exDeportes ex
Deportes ex
 
Hugo alvarez
Hugo alvarezHugo alvarez
Hugo alvarez
 
Colegio nacional nicolás esguerra 3
Colegio nacional nicolás esguerra 3Colegio nacional nicolás esguerra 3
Colegio nacional nicolás esguerra 3
 
45549546 administracao-estrategica
45549546 administracao-estrategica45549546 administracao-estrategica
45549546 administracao-estrategica
 
Video sobre el respeto
Video sobre el respeto Video sobre el respeto
Video sobre el respeto
 
áLbum de fotografías pirineos 2011
áLbum de fotografías pirineos 2011áLbum de fotografías pirineos 2011
áLbum de fotografías pirineos 2011
 

Similar to Denktank omega 300.000 banen

Auditrapportage Dynamiek Onderweg Coe en CIV okt'14 DEF
Auditrapportage Dynamiek Onderweg Coe en CIV okt'14 DEFAuditrapportage Dynamiek Onderweg Coe en CIV okt'14 DEF
Auditrapportage Dynamiek Onderweg Coe en CIV okt'14 DEFBas Douma
 
[Pt Wo] Maak Kennis Met De Regio
[Pt Wo] Maak Kennis Met De Regio[Pt Wo] Maak Kennis Met De Regio
[Pt Wo] Maak Kennis Met De RegioMuthing
 
Een regionale netwerkbenadering om sociale innovatie tot in de haarvaten van ...
Een regionale netwerkbenadering om sociale innovatie tot in de haarvaten van ...Een regionale netwerkbenadering om sociale innovatie tot in de haarvaten van ...
Een regionale netwerkbenadering om sociale innovatie tot in de haarvaten van ...Katarina Putnik, PhD.
 
Programma Greenport Aalsmeer A&O
Programma Greenport Aalsmeer A&OProgramma Greenport Aalsmeer A&O
Programma Greenport Aalsmeer A&OIrisGoedhart
 
Battle Programma 07 03 11 1
Battle Programma 07 03 11 1Battle Programma 07 03 11 1
Battle Programma 07 03 11 1arievds
 
2009.06.26 Stipo Training Prc Dag 1 Streefbeeld, Ambitie En Strategie
2009.06.26 Stipo Training Prc Dag 1   Streefbeeld, Ambitie En Strategie2009.06.26 Stipo Training Prc Dag 1   Streefbeeld, Ambitie En Strategie
2009.06.26 Stipo Training Prc Dag 1 Streefbeeld, Ambitie En StrategieStipo
 
2017 - Ruimte voor kennisontwikkeling - Management en Organisatie
2017 - Ruimte voor kennisontwikkeling - Management en Organisatie2017 - Ruimte voor kennisontwikkeling - Management en Organisatie
2017 - Ruimte voor kennisontwikkeling - Management en OrganisatieJacques Van Dinteren
 
Leren Bij De Alliantie 1.21.Doc
Leren Bij De Alliantie 1.21.DocLeren Bij De Alliantie 1.21.Doc
Leren Bij De Alliantie 1.21.DocIte Smit
 
Evaluatie virtuele leeromgeving
Evaluatie virtuele leeromgevingEvaluatie virtuele leeromgeving
Evaluatie virtuele leeromgevingRinkweijs
 
Evaluatie Delft Open Course Ware
Evaluatie Delft Open Course WareEvaluatie Delft Open Course Ware
Evaluatie Delft Open Course WareProven Partners
 
Bevindingen Symposium 4 Maart
Bevindingen Symposium 4 MaartBevindingen Symposium 4 Maart
Bevindingen Symposium 4 MaartRobPrinzen
 
C2 cn stakeholder meeting_260510_hdb_wt
C2 cn stakeholder meeting_260510_hdb_wtC2 cn stakeholder meeting_260510_hdb_wt
C2 cn stakeholder meeting_260510_hdb_wtOVAM
 
120417 centres of expertise in het hoger onderwijs visiedocument jeroen van...
120417 centres of expertise in het hoger onderwijs   visiedocument jeroen van...120417 centres of expertise in het hoger onderwijs   visiedocument jeroen van...
120417 centres of expertise in het hoger onderwijs visiedocument jeroen van...jeroenvandeel
 
070827 EVC-verhaal tot hiertoe (historiek)
070827 EVC-verhaal tot hiertoe (historiek)070827 EVC-verhaal tot hiertoe (historiek)
070827 EVC-verhaal tot hiertoe (historiek)JORIS DE BLESER
 
top 5 van europa
top 5 van europatop 5 van europa
top 5 van europaQDiG
 
Design rationale pb_fase2_team3_v1.6
Design rationale pb_fase2_team3_v1.6Design rationale pb_fase2_team3_v1.6
Design rationale pb_fase2_team3_v1.6MitchKappen
 
Trends college 3 - Hoe ontstaan trends, scenariostappenplan
Trends college 3 - Hoe ontstaan trends, scenariostappenplanTrends college 3 - Hoe ontstaan trends, scenariostappenplan
Trends college 3 - Hoe ontstaan trends, scenariostappenplanAeronAdvies
 
2022 energie ontwerp challenge voor docenten
2022 energie ontwerp challenge voor docenten2022 energie ontwerp challenge voor docenten
2022 energie ontwerp challenge voor docentenTanja Nolten
 
2022 Energie OntwerpChallenge voor studenten
2022 Energie OntwerpChallenge voor studenten2022 Energie OntwerpChallenge voor studenten
2022 Energie OntwerpChallenge voor studentenTanja Nolten
 

Similar to Denktank omega 300.000 banen (20)

Auditrapportage Dynamiek Onderweg Coe en CIV okt'14 DEF
Auditrapportage Dynamiek Onderweg Coe en CIV okt'14 DEFAuditrapportage Dynamiek Onderweg Coe en CIV okt'14 DEF
Auditrapportage Dynamiek Onderweg Coe en CIV okt'14 DEF
 
[Pt Wo] Maak Kennis Met De Regio
[Pt Wo] Maak Kennis Met De Regio[Pt Wo] Maak Kennis Met De Regio
[Pt Wo] Maak Kennis Met De Regio
 
Een regionale netwerkbenadering om sociale innovatie tot in de haarvaten van ...
Een regionale netwerkbenadering om sociale innovatie tot in de haarvaten van ...Een regionale netwerkbenadering om sociale innovatie tot in de haarvaten van ...
Een regionale netwerkbenadering om sociale innovatie tot in de haarvaten van ...
 
Programma Greenport Aalsmeer A&O
Programma Greenport Aalsmeer A&OProgramma Greenport Aalsmeer A&O
Programma Greenport Aalsmeer A&O
 
Battle Programma 07 03 11 1
Battle Programma 07 03 11 1Battle Programma 07 03 11 1
Battle Programma 07 03 11 1
 
2009.06.26 Stipo Training Prc Dag 1 Streefbeeld, Ambitie En Strategie
2009.06.26 Stipo Training Prc Dag 1   Streefbeeld, Ambitie En Strategie2009.06.26 Stipo Training Prc Dag 1   Streefbeeld, Ambitie En Strategie
2009.06.26 Stipo Training Prc Dag 1 Streefbeeld, Ambitie En Strategie
 
2017 - Ruimte voor kennisontwikkeling - Management en Organisatie
2017 - Ruimte voor kennisontwikkeling - Management en Organisatie2017 - Ruimte voor kennisontwikkeling - Management en Organisatie
2017 - Ruimte voor kennisontwikkeling - Management en Organisatie
 
Leren Bij De Alliantie 1.21.Doc
Leren Bij De Alliantie 1.21.DocLeren Bij De Alliantie 1.21.Doc
Leren Bij De Alliantie 1.21.Doc
 
Artikel West Brabant Business, december 2014
Artikel West Brabant Business,  december 2014Artikel West Brabant Business,  december 2014
Artikel West Brabant Business, december 2014
 
Evaluatie virtuele leeromgeving
Evaluatie virtuele leeromgevingEvaluatie virtuele leeromgeving
Evaluatie virtuele leeromgeving
 
Evaluatie Delft Open Course Ware
Evaluatie Delft Open Course WareEvaluatie Delft Open Course Ware
Evaluatie Delft Open Course Ware
 
Bevindingen Symposium 4 Maart
Bevindingen Symposium 4 MaartBevindingen Symposium 4 Maart
Bevindingen Symposium 4 Maart
 
C2 cn stakeholder meeting_260510_hdb_wt
C2 cn stakeholder meeting_260510_hdb_wtC2 cn stakeholder meeting_260510_hdb_wt
C2 cn stakeholder meeting_260510_hdb_wt
 
120417 centres of expertise in het hoger onderwijs visiedocument jeroen van...
120417 centres of expertise in het hoger onderwijs   visiedocument jeroen van...120417 centres of expertise in het hoger onderwijs   visiedocument jeroen van...
120417 centres of expertise in het hoger onderwijs visiedocument jeroen van...
 
070827 EVC-verhaal tot hiertoe (historiek)
070827 EVC-verhaal tot hiertoe (historiek)070827 EVC-verhaal tot hiertoe (historiek)
070827 EVC-verhaal tot hiertoe (historiek)
 
top 5 van europa
top 5 van europatop 5 van europa
top 5 van europa
 
Design rationale pb_fase2_team3_v1.6
Design rationale pb_fase2_team3_v1.6Design rationale pb_fase2_team3_v1.6
Design rationale pb_fase2_team3_v1.6
 
Trends college 3 - Hoe ontstaan trends, scenariostappenplan
Trends college 3 - Hoe ontstaan trends, scenariostappenplanTrends college 3 - Hoe ontstaan trends, scenariostappenplan
Trends college 3 - Hoe ontstaan trends, scenariostappenplan
 
2022 energie ontwerp challenge voor docenten
2022 energie ontwerp challenge voor docenten2022 energie ontwerp challenge voor docenten
2022 energie ontwerp challenge voor docenten
 
2022 Energie OntwerpChallenge voor studenten
2022 Energie OntwerpChallenge voor studenten2022 Energie OntwerpChallenge voor studenten
2022 Energie OntwerpChallenge voor studenten
 

Denktank omega 300.000 banen

  • 1. Kruispunt van Wegen 300.000+ banen in de Kenniseconomie Een project van Denktank Ω gefaciliteerd door: Erasmus School of Economics (ESE) en de Economische Faculteitsvereniging Rotterdam (EFR)
  • 2. Voorwoord Voorwoord Hierbij treft u de bevindingen aan van de denktank Omega, een initiatief voortgekomen vanuit ervaren individuen uit brede geledingen van het bedrijfsleven met als doel de toekomstmogelijkheden van nieuwe, vooral hoogwaardige werkgelegenheid in Nederland concreet in beeld te brengen, mede tegen de achtergrond van toenemende internationale concurrentie op dit gebied. Kennis verspreidt zich steeds sneller wereldwijd en het aantal hoogopgeleiden neemt globaal ook sterk toe. In de afgelopen maanden hebben de Erasmus School of Economics (ESE) en de Economische Faculteitsvereniging Rotterdam (EFR) de denktank Omega gefaciliteerd. Het belang om vanuit diverse geledingen van de universiteit een sterke band te onderhouden met praktijkmensen uit het bedrijfsleven is evident en studenten krijgen een rechtstreeks contact met de topmanagers. De ESE en EFR hebben met plezier deze ondersteunende rol vervuld, temeer omdat het de mogelijkheid bood om het netwerk met onze alumni te versterken. Uit het rapport komt duidelijk naar voren dat het delen van kennis en tegelijkertijd meer specialisatie, essentieel is. De samenhang tussen diverse kennisgebieden wordt steeds groter en zal van alle betrokkenen in de toekomst een ruimere blik en grotere inspanning vragen. Prof.dr. Philip Hans Franses Decaan van de Erasmus School of Economics Ω 03
  • 3. Doel Inleiding In groepen zijn voorstellen en ideeën uitgewerkt op de volgende gebieden: De voorstellen van de Denktank Omega (Ω) kunnen leiden tot meer dan 300.000 nieuwe a. Agro/Food hoogwaardige banen in 10 jaar in Nederland. b. Financiën c. Transport/Logistiek Achtergronden d. Gezondheidszorg De denktank Omega bestaat uit ruim veertig personen met uitgebreide ervaring in e. ICT diverse sectoren in binnen- en buitenland. De deelnemers hebben een onafhankelijke f. Energie inbreng geleverd, los van elke belangengroep of bestaande organisatie en met name g. Onderwijs vanuit hun expertise. De Erasmus Universiteit heeft zich achter het project geschaard, o.a. door de werkgroepen te faciliteren met steun van hoogleraren en studenten van Een ieder van deze groepen heeft tientallen aanbevelingen gedaan, gebaseerd op de faculteit Economie. een groot aantal achterliggende rapporten; tevens zijn de sectoren Water, Bouw en Entertainment bestudeerd. De Omega Denktank heeft de 10 beste ideeën of Talloze rapporten, kranten- en weekbladartikelen zijn het laatste jaar verschenen over aanbevelingen geselecteerd en verwerkt in dit rapport. de aanpak van onze economie, innovatie etc. Deze aanbevelingen zijn slechts een indicatie van de vele mogelijkheden die nog Bij de deelnemers van Omega wordt een sterke behoefte gevoeld om e.e.a. te vertalen ongenoemd zijn. Het is een variant op “geen woorden maar banen” en wat leidt tot een naar concrete voorstellen die de werk-gelegenheid in Nederland zal kunnen verbeteren. besef dat er meer mogelijk is dan soms wordt gedacht. In de komende jaren zal een nog sterkere internationale concurrentie ontstaan, met name op het gebied van hoogwaardige banen. In een tweetal grote bijeenkomsten zijn de voorstellen met alle deelnemers doorgenomen en waar mogelijk van waardes voorzien. Alle leden van Denktank Ω Na de verplaatsing van fabrieksmatige arbeid is het als gevolg van technologische hebben meegewerkt op persoonlijke titel of zijn adviserend opgetreden. ontwikkelingen steeds meer mogelijk activiteiten “anywhere, anytime” te doen. Wij danken de staf en studenten van de Economische Faculteit van de Erasmus Het creëren en beschikbaar houden van voldoende banen is essentieel voor onze Universiteit voor de samenwerking en bijdragen en Ernst & Young voor het ter toekomstige welvaart. De Denktank Omega schat dat bij 300.000+ banen een toe- beschikking stellen van faciliteiten. Wij zijn hen zeer erkentelijk voor hun medewerking gevoegde waarde wordt gecreëerd van ca. € 30 Miljard. en ondersteuning. Aanpak Er is mede uitgegaan van een historische analyse1 van de succesfactoren van een snelgroeiende Economie. Hierbij is gekeken naar de ontwikkeling van een hypermacht zoals de USA en nu China, en als Nederland in de 17de en 19de eeuw. Namens Project Ω Rob M. Westerhof 1 Denkmodel* Dr. A. Nollet Bernard F. Scheffens Ω 04 Kruispunt van Wegen Kruispunt van Wegen Ω 05
  • 4. Voorstellen Denkmodel* Voorstellen De denktank Ω komt tot de volgende 10 ideeën, waarbij aangetekend dat in de Denkmodel ter verbetering van de concurrentiepositie. appendices meer ideeën zijn opgenomen. Er zijn twee perioden waarin Nederland bijzonder succesvol is geweest: De achtergrond is dat deze ideeën aangeven wat mogelijk is in Nederland om te 1. De Gouden Eeuw , van 1585 (de val van Antwerpen) tot 1672 (het rampjaar) groeien, waarbij erkend wordt dat er nog veel meer ideeën in aanmerking komen. 2. De zogenaamde tweede Gouden Eeuw, van 1851 (het bezoek van de arts Samuel Reden voor Optimisme! Sarphati aan de eerste wereldtentoonstelling in Engeland tot 1914 . 1. Energie: het opzetten van een agentschap dat barrières tegen introductie Wellicht is het mogelijk uit die perioden lessen te trekken die ons ook in deze tijd een van nieuwe energievormen gaat slechten. spiegel kunnen voor houden. Het model ziet er als volgt uit: 2. Onderwijs: Drastisch terugdringen uitval studie; 3. Financiering: Bijzondere Financieringsunit Rijksoverheid 4. Transport: sterke nadruk op West-Europese Ketenregie; Denkmodel ter verbetering van ‘s lands concurrentie positie 5. ICT: Cloud computing voor de overheid en groei software industrie stimuleren; Randvoorwaarden Sleutelfactoren Gevolgen 6. ICT: Nieuwe glasvezel infrastructuur versneld invoeren 7. EL&I: Creëer Economisch Ontwikkeling Bureau 1,6 vervoersnetwerk/ 1. entrepreneurship/ • welvaart -> kunst en cultuur logistiek handelsgeest 8. Agro: Aanbevelingen voor technische ontwikkeling precisie landbouw • hypermacht 9. Int’l Trade: Gecombineerde Belastingdienst/private inspanning om goed (fiscaal) 1-6 informatie/intellegence/ 2. technologie communicatie vestigingsklimaat NL in buitenland te verkopen 10. Healthcare: Overheidsregie in ontwikkeling Oncologie en Healthy Aging 1, 3, 4 banken/beurzen 3. financiering regulering bedrijfsvorm als opportunity voor export 1-3, 6 wetenschap/ 4. goed bestuur technology base Aanvullend: • Energie: Kerncentrales voor garanderen van langjarige goedkope 1, 2 goedkope energie 5. vrijheid/tolerantie CO2 neutrale energie 1-6 normen en waarden/ • Energie: Maak onafhankelijke kennisbasis denken & handelen 6. militaire positie • Financiering: Beter Faciliteren startende Ondernemers 1-3, 4, 6 scholing, training • Transport & L.: Overheidsregie in bij elkaar brengen alle betrokken partijen om 4C, Service Logistiek en Regierol te realiseren. • ICT: Stimuleren Mobile Computing / Smart Grids • Het denkmodel is door de denktank Ω omarmd als structuur om de vraagstukken te beoordelen op de verschillende elementen. Het model is ontwikkeld door Dr. André Nollet ( Oktober, 2010), ex General Manager Research AKZO/Nobel en lid Omega denktank. Ω 06 Ω 07
  • 5. Ministerie van EL&I Ministerie van EL&I De Overheidsorganisatie en het Ministerie van EL&I De afgelopen 30 jaar is de rol van het Min van EZ sterk veranderd. Van een sectorgerichte organisatie, die richting gaf aan o.a. het industriebeleid en zelf - soms risico dragend - deelnam in bedrijven is de rol veranderd naar het reageren op initiatieven vanuit de economie. De instanties welke nauw samenwerken met het bedrijfsleven en beslissen over subsidies zijn buiten het Ministerie geplaatst, bijv. Agentschap NL. De trends in de wereldeconomie: • Technologische innovaties vinden in hoog tempo plaats, kennisverspreiding even zeer. Nieuwe producten dienen sneller (factor 2-3) naar een wereldmarkt gebracht te worden, veroudering vindt steeds sneller plaats. • Overheden voeren in toenemende mate een richting bepalend beleid van economisch en technologische ontwikkeling. Dit geldt niet alleen voor kleinere landen als Zweden, Finland, Singapore, maar ook voor Duitsland, Frankrijk, de USA (waar vroeger nieuwe ontwikkelingen vaak via Defensie liepen). • De opkomende economieën hebben structureel een hoger groeipercentage dan het welvarende Westen. Tussen de gezonde jaren 2002-2008 groeide 85% van de ontwikkelingslanden sneller dan de USA (bron:The Economist) • Het aantal afgestudeerden in China en India blijft structureel hoger dan in Europa of de USA, naast het grote aantal studenten uit die landen in het Westen. In Nederland is aan de orde: • Een minder gestructureerd kennis- en innovatiebeleid • Vergrijzing met effecten op de arbeidsmarkt, bestedingen en gezondheidszorg • Meer bedrijven of bedrijfsonderdelen in buitenlandse handen • Zwakkere financiële sector, relatief weinig private equity, weinig nieuwe beursintroducties • Een teruglopend percentage R&D inspanning; zowel vanuit bedrijven als vanuit de overheid (de Lissabon doelstellingen worden bij lange na niet gehaald). • Verminderde economische groei in Europa als gevolg van financiële landencrisis. Ω 08 Ω 09
  • 6. Er is behoefte aan: 4. Het EOB wordt permanent geadviseerd door een Onafhankelijke Adviesgroep • Een structuur van Universiteiten/Kennisinstituten en Industrie welke leidt tot bestaande uit internationaal ervaren personen uit het bedrijfsleven en internationale nieuwe producten. organisaties, die tot taak hebben de groeikansen in de sectoren te identificeren, • Een Task Force bestaande uit zowel mensen van O&W als van EL&I met de alsmede sectoroverschrijdend te adviseren en doelstellingen te realiseren. opdracht en financiering van beide departementen om tenminste 25 nieuwe producten of R&D projecten te genereren uit deze samenwerking, onder directe 5. Het subsidiebeleid is door fragmentatie niet effectief. Slechts 5% van alle rapportage aan de betrokken Ministers. technologische startersubsidies leidt tot resultaat. Een Centraal Stuurorgaan moet • Een gestructureerd kennis- en innovatiebeleid, vooral gericht op gekozen richtingen toezien op een effectief subsidiebeleid waarbij op centraal overheidsniveau keuzes en meetbare doelstellingen worden gemaakt in het landsbelang. Er moet een eind komen aan een beleid • De Overheid als medeparticipant, soms risicodragend en soms als waarbij de investering op een te laag niveau blijft steken, waardoor vele kansen “launching customer” onbenut worden gelaten. Met duidelijkere keuzes, met gerichte en gekwalificeerde • Een Onderwijsbeleid wat duidelijker is over topuniversiteiten incl. toelatingseisen, investeringen op langere termijn waardoor kans op succes wezenlijk wordt vergroot. en een sterk verbeterde begeleiding in de sector VMBO-MBO, die naast betere Te veel ‘kleine’ projecten kwamen niet tot wasdom. Dat levert geldverspilling op, doorstroming ook moet leiden naar bredere grotere inzetbaarheid. alsmede vergooien van kansen. Elke kans dient met een professionele en financiële kwalificatie beoordeeld te worden op levensvatbaarheid. Voorstellen Doelgerichter Ministerie en sterker Nederland 1. Plaats binnen EL&I een zware groep (qua kennis en ervaring) in een Economisch 6. Stem het EOB beleid af op de komende 10 jaar; zet in op strategische samenwerking Ontwikkelings Bureau (EOB), ingericht naar industrietak alsmede naar industrietak (exportbevordering) met opkomende economieën in Azië en produceer een overschrijdende belangen. Andere op dit moment bestaande organisaties dienen topvestigingsklimaat. De potentie van een groot aantal Aziatische bedrijven die hier in opgenomen te worden, of in afgeslankte vorm. Strategische samenwerking een vestigingsplaats zoeken in Europa is hoog. met Ministerie van Financiën is gewenst. 7. In het Ministerie dienen de verschillende Directies zich minder te concentreren op 2. T.a.v. de sectoren waarin Nederland sterk kan en moet zijn dienen keuzes te macro-economisch beleid, maar meer de belangen van exporterende bedrijven worden gemaakt. Kernsectoren zijn: (>50% van BNP) te faciliteren. a. ICT b. Energie 8. Daarnaast dient een beleid ontwikkeld te worden dat zich sterk richt op in c. Transport, Logistiek/Distributie opkomende groeigebieden in de markt tot 30 jaar en zich richt zoals gaming, d. Voeding/Agrarische Industrie ontwikkelen van (mobiele) toepassingen etc. e. Gezondheidszorg f. Water 9. Samenwerking tussen private en publieke sector op het gebied van g. Bouw financieringen stimuleren, waarbij bijvoorbeeld de in Nederland opgebouwde h. Voor niet genoemde sectoren blijft een generiek beleid van toepassing. pensioenvoorzieningen mede kunnen worden aangewend voor investeringen in de Nederlandse economie. De benodigde kennis kan bijvoorbeeld door een meerjaren 3. Voor de sectoren worden jaarlijks doelstellingen opgesteld, waarbij resultaten programma aan wederzijdse kennisoverdracht bijdragen. nagestreefd worden op mondiaal kennis niveau. Sectoren dragen in grote mate bij aan het BNP, de werkgelegenheid, in de ontwikkeling van nieuwe producten die kunnen worden afgezet op de internationale markt. Zowel korte als lange termijn doelstellingen zijn onontbeerlijk. Ω 10 Ω 11
  • 7. International Trade International Trade De doelstelling vanuit “International Trade” moet zijn om internationale, grensoverschrijdende, handel sterker bij te laten dragen aan het verhogen van het Nederlands BNP en het versterken van de Nederlandse kenniseconomie. Wat is er mogelijk In een tijdperk waar de kenniseconomie ook elders in de wereld grote opkomst laat zien, niet in de laatste plaats vanuit China en andere grote mogendheden, stellen velen ons de vraag: hoe kun je nog concurreren met landen als China, India of opkomende landen in Oost Europa waar steeds meer hoogopgeleiden beschikbaar zijn? Het antwoord is tweeledig: I. door bestaande incentives om kenniswerk naar Nederland te brengen of in Nederland te houden slim te benutten; II. door in de waardeketen toegevoegde waarde van kennis naar realiteit te waarderen, namelijk hoger dan men thans gewend is om te doen. Ad 1: Nederland heeft diverse, veelal fiscale, instrumenten opgebouwd die zich bewezen hebben waar het gaat om het naar Nederland halen van buitenlandse bedrijven. Zo hebben wij een internationaal vermaarde rulingpraktijk om buitenlandse bedrijven voor langere tijd zekerheid te bieden over de fiscale behandeling van hun bedrijvigheid in Nederland. In combinatie met het meest uitgebreide netwerk van belastingverdragen ter wereld, kan Nederland veel grensoverschrijdende handelsstromen van fiscale zekerheid voorzien. Deze zekerheid helpt echter alleen in combinatie met inzet van fiscale instrumenten die Nederland overigens al ruimschoots beschikbaar heeft. Vooral fiscale incentives met behulp waarvan winst uit innovatieve activiteiten laag belast kunnen worden, zijn effectieve instrumenten waarmee een waardepropositie kan worden gedaan aan bedrijven die innovatieve activiteiten in Nederland aanhouden. Zie hierna onder uitvoering. Ω 12 Ω 13
  • 8. Ad 2: Een laag belastingtarief is een incentive om “profitcenters” in Nederland te Er moet daarbij onderscheid gemaakt worden tussen binnenlandse en buitenlandse hebben waar winsten vallen die tegen dat lage tarief belast kunnen worden. Met die bedrijven: Nederlandse winst is Nederlandse werkgelegenheid in stand te houden. Sterker nog, • reeds in Nederland gevestigde kennisgedreven activiteiten moeten waar mogelijk een voorwaarde om Nederlandse winst te kunnen rapporteren is dat er hoogwaardige een hogere toegevoegde waarde gealloceerd krijgen binnen de bestaande functies (hoogopgeleid personeel) in Nederland aanwezig is. De focus in de waardeketen waardeketen zodanig dat die hogere waardeallocatie leidt tot hogere maar fiscaal moet dus van productie, sales &marketing, etc. naar de kennisdragers binnen een vriendelijk behandelde Nederlandse winst en daarmee ruimere middelen om concern. Als we op die manier de waardeketen kunnen opbouwen en belonen (transfer Nederlandse werkgelegenheid aan te houden; pricing binnen een concern), dan slaat er meer winst neer bij de kennisdragers en • buitenlandse bedrijven die overwegen om kennisgedreven activiteiten ergens die moeten in Nederland zitten. Dat productiefaciliteiten vaak niet in Nederland in Europa onder te brengen, moeten overtuigd worden om juist in Nederland vastgehouden kunnen worden, baart in dat geval ook minder zorgen, zolang binnen de dergelijke activiteiten te centreren op basis van een waardepropositie waaruit de waardeketen van een bedrijf de toegevoegde waarde van de kennis (R&D, knowhow, geldswaarde blijkt van een Nederlands fiscaal vriendelijk ‘profit-center’. specialisten, etc.) vanuit Nederland wordt beheerd en naar behoren beloond wordt. Dat is een kwestie van transfer pricing, maar mits goed geaccommodeerd met wet- en In beide gevallen geldt dat het gaat om winstgevendheid die thans nog niet in Nederland regelgeving (fiscaal zeer gunstige voorwaarden) kan een Nederlandse multinational neerslaat. Het is dus een win/win voor zowel bedrijfsleven als Nederlandse overheid. nog zeer wel een groot deel van de revenuen uit buitenlandse productiefaciliteiten laten neerslaan in Nederland. Dat laatste kent als voorwaarden: Wie zijn betrokken • voldoende waardedragende factoren in Nederland aanhouden om buitenlandse Bedrijven zullen niet zelf in actie komen, maar zij kunnen wel actief benaderd worden revenuen aan toe te rekenen (via royaltystromen alsmede buy-sell profitmargins), door speciaal daarvoor gevormde Expertise Teams (ET). Deze ET’s gaan zoals gezegd en dan hebben we het dus naast de concernleiding over de kennisfactoren R&D, in 1-op-1 relaties met geselecteerde bedrijven aan de slag om Waarde Proposities te knowhow, etc. die in Nederland toegevoegde waarde moeten leveren; formuleren. • fiscaal regime voor kenniswerk dat voldoende concurrerend is met buitenlandse alternatieven. De ET’s bestaan uit adviseurs met gedegen kennis en ervaring van fiscale zaken als Innovatiebox en Transfer Pricing en zijn goed bekend met andere beschikbare Uitvoering incentives voor innovatieve activiteiten. Het ET wordt aangestuurd door een ervaren Wat er moet gebeuren is met grote daadkracht en toewijding in een op een gesprekken ‘boardroom-counselor’ die zelf de materie ook goed beheerst, maar bovenal de kennis treden met de bestuurskamers van geselecteerde bedrijven, zowel in binnen- als in en analyses van een ET kan vertalen naar een boardroom agenda en daarbinnen de buitenland. Die bedrijven worden geselecteerd op geschiktheid, bijvoorbeeld met waardepropositie kan tonen zoals die uit de analyses van het ET blijkt. behulp van profileringen (zoals: Japanse bedrijven met een EU focus en behoefte aan een R&D-hub in Europa, idem China, Japan, software huizen in Silicon Valley met EU Het ET opereert dus alleen in 1 op 1 relatie met een specifiek bedrijf. De reden daarvoor focus etc.) is gelegen in het feit dat een goede waardepropositie alleen in samenspraak met een bedrijf op te stellen is. Dat laatste kan alleen als er openheid van zaken gegeven kan In die 1 op 1 relatie moet per bedrijf, een op het bedrijf toegesneden waardepropositie worden en dat zal een bedrijf alleen in vertrouwelijkheid doen. Het ET zal daarom worden gemaakt. Daarin moet cijfermatig in beeld worden gebracht wat de geldswaarde uitdrukkelijk bestaan uit adviseurs uit de praktijk waar bedrijven gewend mee zijn om te voor een bedrijf is van het aanhouden van innovatieve en kennis gedreven activiteiten gaan. De rol van de overheid moet dan ook niet aan de voorkant van het proces zitten, in Nederland. d.w.z. in actieve verkoop van het “Nederlandse investeringsklimaat”, maar juist aan de achterkant van het proces, in het ondersteunen van de analyse en het snel en gericht kunnen doen van uitspraken over haalbaarheid van een bepaalde Innovatiebox casus. Daarin opereert de Nederlandse fiscus niet anders dan gebruikelijk, zij het met een meer proactieve toetsingsfunctie dicht op een ET met directe communicatielijnen en waar nodig met een team dat desgevraagd met een ET kan meegaan bij bedrijfsbezoeken om een constructieve uitwerking van een waardepropositie te kunnen ondersteunen. Ω 14 Ω 15
  • 9. De beleidsmatige rol van de overheid bij de verdere uitvoering is als volgt: • Duidelijke instructie geven aan Belastingdienst om toekomstgericht te werken, en geen negatieve reper-cussies voor het verleden ingeval een bedrijf haar waardeketen kan/wil bijstellen ten gunste van Nederlandse winst (meer toegevoegde waarde in Nederland laten vallen); • Beschikbaarheid vanuit de relevante kennisgroepen binnen het Ministerie van Financiën en de Belastingdienst (vooral de kennisgroep Verrekenprijzen waarin ook de Innovatiebox expertise is opgenomen) om analyses vanuit Expertise Teams van snelle voortoetsing te voorzien. • Actieve rol van de Belastingdienst om Nederlandse bedrijven waar nodig in het buitenland (in bilaterale relaties) te assisteren met onderbouwen van waardeallocatie, mits aan een waardeallocatie een gedegen en OECD conforme analyse ten grondslag ligt (Transfer Pricing rapport). Waardecreatie Denktank Ω schat het potentieel aantal Aziatische bedrijven op ca. 1200 (China, Japan, India) die momenteel overwegen zich in Europa te vestigen. Nederland dient met haar gunstige ligging, havens, vliegvelden, zich te richten op het binnenhalen van ca. 400 bedrijven , waarbij een potentieel aantal banen van ca. 30-40.000 in het verschiet liggen. Het BNP zou daarmee kunnen groeien met een toegevoegde waarde van ca. € 3 Miljard. Ω 16 Ω 17
  • 10. Financiering Financiering Samenvatting 1. Financiering is een voorwaarde voor groei van bedrijvigheid in Nederland. 2. Transparantie en efficiency zijn belangrijke stimuli voor een goed werkende markt voor financiering. 3. Banken dekken het leeuwendeel van de schuldkant van de behoefte aan financiering. Zo’n 300 miljard van de in totaal 380 miljard aan leningen aan niet-financiële bedrijven is bankfinanciering, de kapitaalmarkt neemt via bedrijfsobligaties en convertibles 73 miljard voor haar rekening en slechts een gering deel komt direct bij instituten vandaan: ca. 7 miljard (cijfers ultimo 2009, DNB). Overigens zijn instituten indirect (via de kapitaalmarkt) een grotere financier van het Nederlands bedrijfsleven. Overzicht omvang financieringen Nederland 4. Voor zover het aan transparantie in Nederland schort, dan is dat aan de onderkant van de markt. Starters en kleine ondernemingen hebben vaak moeite zichzelf goed te presenteren bij banken en verstrekkers van Venture Capital, en vinden moeilijk de weg in het woud van overheidsregelingen. Ω 18 Ω 19
  • 11. 5. In grote lijnen zit het met de efficiency van de financieringsmarkt in Nederland Oplossingen wel goed: Er zijn uitzonderingen. In bepaalde sectoren is in de praktijk het aantal aanbieders gering. Met name is dit het geval voor langjarige (10+) financieringen, 1. Beter Faciliteren Startende Ondernemingen waaronder infrastructurele projecten. Wij adviseren het opzetten van e-cursussen in het vak “entrepreneurschip” te beginnen en het faciliteren van starters (verder) te verbeteren. 6. Voor dergelijke projecten adviseert Ω een gestructureerde samenwerking tot Een cursus “entrepreneurschip” houdt o.a. in het businessplan, het kennen van stand te brengen tussen overheid, bedrijfsleven, banken en andere financiers. je markt, het doordenken van ontwerp-, productie- en marketing strategie, de weg Dergelijke samenwerking kan tot een sterke wederzijdse optimalisering van weten naar relevante instanties, zaken rond octrooi en merkregistratie, belastingdienst, kennis en productie leiden. Wij adviseren om één organisatie op te richten die administratie voeren etc. Verder zou men fiscale voordelen in de IB investeringen financiële structurering alsmede het onderhandelen met de financiële wereld en verder kunnen stimuleren, waarbij gedacht kan worden aan een uitbreiding van de de gezamenlijke ministeries als taak heeft. Dit idee is hierna verder uitgewerkt bij “tante Agaath” regeling. ‘Oprichting Bijzondere Financieringsunit binnen Rijksoverheid’. Impact/Waardecreatie 7. Behalve de hierboven behandelde impact van goede zakelijke financiering op de Starters zijn onontbeerlijk voor onze economie. Jaarlijks starten ca. 100.000 bedrijven groei van de bedrijvigheid, kan particuliere financiering eveneens een motor van de in Nederland, hiervan is na 5 jaar nog ruim de helft in leven. Na correctie voor ZZP’ers economie zijn. Bijvoorbeeld de potentie van particuliere investeringen in het Eigen e.a. gaat het om meer dan 10.000 nieuwe bedrijven met groeipotentieel per jaar. Huis, bij energiebesparende maatregelen. Er wordt onvoldoende geïnvesteerd Door ‘betere’ ondernemers zal de overlevingskans stijgen. Bij geringe groei van deze in isolatie, zonnecollectoren en zonnepanelen omdat de terugverdientijd van bedrijven kan na enkele jaren de extra werkgelegenheid door deze maatregel oplopen energiebesparende maatregelen 10 jaar of langer is. Een oplossing is wanneer de tot 30-50.000 banen. schuld voor de investering niet aan de huiseigenaar maar aan het huis gekoppeld wordt. De gevolgen kunnen echter groot zijn: het stimuleert de bouwsector, Nadelen/beperkingen versnelt de CO2 reductie en verhoogt het besteedbaar inkomen van gezinnen. Zie Een investering is nodig in het opzetten van dergelijke e-cursussen (e = via het web). verder onder 3. ‘Financiering Energiebesparing Eigen Huis’. Ons voorstel is dat elke ondernemer een bijdrage betaalt en de overige kosten of op termijn terugbetaalt of krijgt kwijtgescholden bij het eindigen van de onderneming 8. Tenslotte moet worden gekeken naar de overheid als financier. De overheid beschikt binnen 3 jaar. echter, zeker in deze tijd, over beperkte middelen. Om de financiële middelen van de overheid te verruimen zodat deze vaker stimulerend op kan treden, verdient 2. Oprichting Bijzondere Financieringsunit het aanbeveling vaker over te gaan tot het te gelde maken van overheidsrechten. Voor het van de grond trekken van grote langjarige projecten is een intense Een recent voorbeeld is dat waarbij de Duitse overheid in ruil voor verlenging van samenwerking tussen overheid, bedrijfsleven, banken en andere financiers nodig. Wij de “operating licence” voor kerncentrales EUR 30 miljard ontvangt, en dat geld adviseren daartoe één overheidsunit op te richten die financiële structurering alsmede in nieuwe projecten investeert. Vergelijkbare situaties kunnen zich in Nederland het onderhandelen met de financiële wereld namens de gezamenlijke ministeries als voordoen op velerlei gebied, gedacht kan bijvoorbeeld ook worden aan verdere taak heeft. Deze unit dient een gesprekspartner op niveau te zijn voor internationale exploitatie van overheidseigendommen zoals wegen (licentie geven om kantoren banken en institutionele beleggers. Een exclusief mandaat van alle betrokken boven wegen te bouwen) en gebouwen (ministeries, stadhuizen etc. met winkels/ Ministeries lijkt gewenst voor de nodige slagvaardigheid. horeca in openbare gedeelten). Ω 20 Ω 21
  • 12. Impact/Waardecreatie Impact/Waardecreatie Grote infrastructurele projecten hebben een omvang van tussen EUR 100 mln. en Nederland heeft ruim 2.5 mln. koopwoningen (niet-appartementen). Uitgaande van EUR 10 miljard of meer. Door een proactieve opstelling van de overheid kunnen de een aan energie besparing en energie opwekking te besteden bedrag van EUR 5.000 financieringskosten met ¼ tot ½ % p.a. verlaagd kunnen worden. Voor een project per woning en een deelname van in totaal 30% in de komende 10 jaar (dus 75.000 van EUR 1 miljard met 20 jaar terugverdientijd is hiermee sprake van een besparing woningen per jaar), geeft dit een stimulering van € 375 mln. per jaar en een extra van EUR 25-50 mln. Belangrijker is dat dit het verschil kan zijn tussen “haalbaar” of werkgelegenheid van meer dan 5.000 banen. “niet-haalbaar”. Derhalve kunnen op deze wijze projecten voor ettelijke miljarden EUR met werkgelegenheid boven 100.000 manjaar (terug) op de agenda komen en versneld Resources worden. Financiering van dit systeem kan in hoge mate gestandaardiseerd en dus voor lage kosten plaatsvinden, securisatie van bundels energie-erfpacht verplichtingen Nadelen/beperkingen kan nog verdere kostenbesparing opleveren. Door het energie-erfpacht systeem te De op te bouwen overheidsunit dient zware deskundigheid uit de markt aan te trekken. koppelen aan de bestaande erfpacht administratie systemen van de overheid kan de Ervaring in projectfinanciering, kapitaalmarkt transacties alsmede brede bancaire administratie goedkoop verlopen en zullen banken graag op deze basis financieren. productkennis zijn nodig, gecombineerd met onderhandelingvaardigheid voor grote Een versterkte stimulus voor energiebesparing kan gecreëerd worden door deze projecten. energie-erfpacht net als gewone erfpacht fiscaal aftrekbaar te maken. 3. Financiering energiebesparing bestaand Eigen Huis Energiebesparing scoort hoog. Daarnaast is de dealende kostprijs van zonnecollectoren en zonnepanelen is in toenemende mate interessant. Toch is het pas na 10 jaar of langer terugverdienen voor velen nog een obstakel. Consumptieve financiering of leasing is niet populair: het is duur, neemt kredietruimte van het gezin weg en, het meest belangrijke, bij vroegtijdige verhuizing de schuld “meegenomen” wordt. Oplossing Het vestigen van een zakelijk i.p.v. een persoonlijk recht. Koppel de schuld aan het huis, niet aan de huiseigenaar. De rente en afbetalingsverplichting hoort dus bij het onroerend goed, en is een tijdelijke erfpacht. Het investeringsbesluit wordt hiermee voor een gezin een stuk makkelijker. Voorbeeld: tegenover een 20-jarige energie-erfpacht van EUR 20 p/maand voor een investering van EUR 3.000 (berekend o.b.v. 5% rente) staat een besparing op de energierekening van zeg EUR 30 p/maand. Dit zal investeringen in energiebesparingen stimuleren aangezien hiermee het besteedbaar inkomen van het gezin stijgt in plaats van daalt. Bij eventuele voortijdige verkoop van het huis kent de toekomstige koper de erfpacht verplichting, maar zal hij dit met het oog op de aantoonbaar lagere energierekening accepteren. Ω 22 Ω 23
  • 13. Energie Energie Samenvatting 1. De voortdurende beschikbaarheid van goedkope en energie was en is een belangrijke randvoorwaarde voor succes van Nederland. Die beschikbaarheid is een belangrijke “enabler” van waarde, welvaart- en banencreatie in industrie, handel en vervoer. 2. Om EU doelstellingen op het gebied van CO2 reductie te halen met behoud van beschikbaarheid van goedkope energie dient meer op kernenergie ingezet te worden. 3. Nederland is wereldleider op het gebied van warmtekracht koppeling bij lokale energie voorziening. Ongeveer de helft van het elektrisch vermogen wordt zo opgewekt. Om de decentrale levering van goedkope energie te faciliteren dient Nederland in te zetten op de ontwikkeling van het intelligente elektriciteitsnet. Toevoeging van intelligentie op bestaande netten is goedkoper dan netverzwaring en biedt ook kansen aan onze ICT industrie. 4. Nederland zet reeds sterk in op de gasrotonde filosofie, daarbij de beschikbaarheid goedkope energie koppelend aan de sterke vervoer en logistieke positie. Dit geldt ook voor vloeibaar gas (LNG). Dit ondersteunt de eerste doelstelling. 5. Om het voordeel van goedkope energie niet te verliezen, moeten duurzame technologieën pas op grote schaal ingezet worden als ze ook op prijs concurrerend zijn. Er zijn goede ideeën en ondernemende initiatieven in Nederland voor alternatieve energietechnologieën. De overheid moet zich bewust zijn van zijn rol als “launching customer” voor succesvolle kandidaten, en van de rol van Nederland als technologieleverancier. 6. Nederland dient op de gebieden van zonne-energie (incl. machinebouw en distributie) en Smart Grid leidend te zijn wat betreft kennis en bedrijven dienen op deze gebieden onder-steund te worden gezien het potentieel op de wereldmarkt (zoals bijvoorbeeld ASML). Ω 24 Ω 25
  • 14. Probleemstelling Oplossing Hoewel fossiele brandstof nog lang beschikbaar zal blijven2 moet Nederland klaar 1. Nederland dient een agentschap te krijgen waar barrières tegen introductie van zijn om toe te slaan zodra duurzame dan wel decentrale alternatieven commercieel concurrerende niet-fossiele technologie worden geïdentificeerd en snel opgeruimd. aantrekkelijk zijn. Te snel inzetten op een bepaalde voorkeur (door bijvoorbeeld Barrières: bijv. bestaande regelingen en organisaties. grootschalige exploitatiesubsidies) kan leiden tot kapitaal-vernietiging3. Het aandeel niet-fossiel in de wereld is klein, maar groeide (mede door exploitatie subsidies) per 2. Bestaande kennisinstellingen en de industrie dienen hun samenwerking op het jaar met 40% (zon), 30% (wind) en 13% (biomassa-elektriciteit). Nederland heeft in gebied van alternatieve energie waar nodig te intensiveren. Dit zal leiden tot alle drie technieken een goede positie. Voor energievormen die niet vraag gestuurd aanzienlijke hoogwaardige werkgelegenheid voor deze technologie in ontwikkeling kunnen leveren (zon, wind) is voor grootschalige inzet ook energieopslag nodig en verhinderen dat Nederland kansen mist. om leveringszekerheid te garanderen. Het faciliteren van demonstratie projecten van de meest kansrijke initiatieven loopt vaak stuk op bestaande regelingen en 3. Het intelligente elektriciteitsnetwerk, goedkoper dan netverzwaring, realiseren, organisatorische belemmeringen. Initiatieven die in de exploitatiefase alleen werken op zodat decentrale energie opwekking niet belemmerd wordt. subsidie, zijn strijdig met ons uitgangspunt van goedkope energie en verdienen geen steun. Tenslotte is er behoefte aan een gezaghebbende, politiek onafhankelijke en niet- 4. De overheid moet kansrijke initiatieven en demonstratieprojecten van Nederlandse ideologische bron van feitelijke informatie over energievormen. bedrijven op het gebied van niet-fossiele energie opwekking steunen. Het agentschap (zie item 1) zou hier een beoordelende rol kunnen spelen. 5. De bouw van Kerncentrales zal zorgen voor een toenemende leveringsonafhan- kelijkheid, leveringszekerheid en dus beschikbaarheid van goedkope elektrische energie. 6. Onderzoek naar effectieve energie opslag technologie om de toepassing van niet vraaggestuurde bronnen te bevorderen. 7. Tenslotte dienen (bestaande) initiatieven deskundige groepen gesteund te worden om een onafhankelijke, op feiten gebaseerde kennisbasis over energie oplossingen te maken, als tegenwicht tegen de advocacy gedreven voorstellen. Impact/waarde creatie De voortdurende en leveringszekere beschikbaarheid van alle vormen van goedkope energie in Nederland is van levensbelang voor de functie van ons land als centrum van industrie, handel en transport- ondernemingen. Dit zal een aanzuigende werking hebben op andere sectoren. 2 drie kwart van de winbare oliereserves en vijf zesde van de gasreserves zijn nog beschikbaar. 3 In Duitsland is meer dan €40 miljard besteedt aan zonne-energie, die 0,1% van zijn energie levert, en in Spanje is € 120+ miljard aan zonne-energiesubsidies gecommitteerd. Ω 26 Ω 27
  • 15. Transport & Logistiek Transport & Logistiek Samenvatting Nederland verliest zijn leidende positie in transport en logistiek. De Nederlandse logistieke sector moet innovatiever en competitiever worden. De kans voor Nederland is om nu een voorsprong te nemen op het vlak van ketenregie en -configuratie. Probleemstelling Nederland moet zich flink inspannen om een koppositie op EU- en wereldniveau te handhaven in transport en logistiek. Nederland verliest terrein op andere landen; tussen 2007 en 2010 is Nederland twee plaatsen gezakt op de Logistics Performance Index4, van plaats twee naar de vierde plaats en verliest voorsprong op de achteropkomende landen. Redenen daarvan zijn onvoldoende innovatie in ketens, onvoldoende ontwikkeling in ‘multi-modaal vervoer’, gebrek aan samenwerking in ketens en blijvende congestie. Voorheen internationaal opererende bedrijven richten zich nu enkel nog op de Benelux en grotere spelers worden overgenomen door buitenlandse partijen (DHL, Schenker, Kühne & Nagel, etc.). ‘Gateway to Europe’ (lees transitovervoer) is niet meer voldoende voor de BV Nederland, het levert te weinig toegevoegde waarde en de operationele uitvoering kan eenvoudig door ‘low-cost’ transporteurs uit Oost Europa worden uitgevoerd. Daarnaast wordt komende jaren een krapte op de arbeidsmarkt voorzien waardoor de logistieke sector een arbeids- en een kennistekort te wachten staat. 4 The world Bank (2010) Connecting to Compete 2010; Trade Logistics in the Global Economy. Ω 28 01 Ω 29 01
  • 16. Oplossing Impact/Waardecreatie Van volumedenkend naar toegevoegde waardedenkend. Het is daarvoor nodig dat geavanceerde logistieke bedrijven zich in Nederland vestigen, er voldoende logistiek (hoog)opgeleide werknemers zijn en er hoogwaardige logistieke kennis beschikbaar is. Ambitie: Nederland in 2020 marktleider in aansturing van Europese goederenstromen en de voorkeurs-vestigingplaats van internationale logistieke bedrijven. Kennisontwik- keling en ondernemerschap zijn daarbij de belangrijkste thema’s. Voor kennisontwikkeling is een innovatieprogramma nodig dat zich richt op onderzoek en ontwikkeling binnen drie innovatiethema’s5: Cross Chain Control Center, Service Logistiek en de regierol van knooppunten. Cross Chain Control Center (4C): Regiecenter waaruit meerdere supply chains gezamenlijk gecoördineerd en geregisseerd worden met behulp van de modernste technologie. Niet alleen fysiek maar ook op het gebied van software en supply chain professionals. Denk ook aan supply chain finance. Service Logistiek: Regie van de after-sales service van produkt-levering tot aan het einde van de levenscyclus van een product. Vereist specifieke ICT oplossingen op het Bron: TNO, rapport commissie van Laarhoven gebied hiervan. Sterke verankering VAL/VAS en ketenregie bevordert verdere ontwikkeling van Regie: De wereldwijde sterke positie van de Nederlandse mainports en knooppunten support activiteiten. Sterke support activiteiten in Nederland bevorderen op hun beurt versterken door innovatie op het vlak van ketenregie- en configuratie. De regierol de ontwikkeling van VAL/VAS en Ketenregie en –configuratie. Deze ambitie is voor is gericht op een betere benutting van de infrastructuur, hogere kwaliteit van 2020 gekwantificeerd in het realiseren van een verdrievoudiging van de toegevoegde dienstverlening, ontwikkeling van nieuwe competenties en bedrijvigheid, en het leveren waarde in ketenregie en -configuratie. Dit betekent een groei van 200% (ten opzichte van een duurzame maat-schappelijke bijdrage. Belangrijk is dat het ontwikkelen van van cijfers zoals bekend over 2007) van de toegevoegde waarde tot ruim 10 miljard ketenregie niet mogelijk is zonder de aanwezigheid van sterke fysieke logistieke euro. Voor de middellange termijn (2015) is de ambitie gekwantificeerd in een groei activiteiten en sterke logistieke support diensten. Nederland heeft daarom een goede van 100%. De werkgelegenheid zal minder hard groeien, waardoor de toch al hoge uitgangspositie om de kansen te benutten. arbeidsproductiviteit weer verder zal verbeteren. Nadelen/Beperkingen Er is na de Commissie van Laarhoven een Strategisch Platform Logistiek6 (SPL) en een Topinstituut “Dinalog” in het leven geroepen om voort te borduren op de conclusies van deze commissie. Dit heeft in ieder geval geleid tot het feit dat de Ministeries van Economische Zaken en Verkeer en Waterstaat in 2008 hebben besloten om gedurende 4 jaar € 25 miljoen ter beschikking te stellen voor de ondersteuning van het onderhavige innovatieprogramma, naast € 42 miljoen door het bedrijfsleven. 6 SPL-leden: Leo van Wijk, Alexander Sakkers, Jos Nijhuis, Hans Smits, Timo Hughes, Rutger van 5 Zoals uitgewerkt door de Commissie Van Laarhoven Slobbe, Aad Veenman, Peter van Laarhoven, Esther Liskamp, Wando Boevé, Jan Fransoo Ω 30 Ω 31
  • 17. Feitelijk staat de begroting niet in verhouding tot de verwachte meerwaarde niet in lijn Resources waardoor er een aanzienlijk risico gelopen wordt dat het te verwachten resultaat niet Vestigingsklimaat verbeteren: ruimte voor ondernemerschap, optimale infrastructuur wordt bereikt. Het is niet realistisch dat een investering van € 67 mln.7 uit overheid (weg, water, spoor), betrouwbare connecties naar havens (Antwerpen, Amsterdam, en bedrijfsleven gaat leiden tot een meerwaarde van € 10,4 miljard in 2020. Hier zal Bremen, Hamburg), ICT (glasvezel) infrastructuur, verbeteren fiscaal klimaat, free trade aanzienlijke aanvullende financiering nodig zijn. zones (douanefaciliteiten) beschikbaarheid internationaal onderwijs, etc. Bedreigingen: Duitsland en België ontwikkelen actief beleid op eigen logistieke sector. Topinstituut Dinalog waar bedrijfsleven, onderzoekers en docenten in logistiek en Toenemende concurrentie op fysieke goederenvervoer met omliggende landen. supply chains een gezamenlijk thuis vinden. Financiering is beschikbaar van 2009- Ketenregie kan ‘footlose’ worden waardoor kennis vervliegt naar andere landen. 2012. Daarna is er meer financiering nodig, via publiek/private/partnerships om de Denktank Ω adviseert nader onderzoek naar samenwerking tussen NL, B en D op ambitie waar te maken. gebied van ketenregie. Strategisch Platform Logistiek Het SPL is aanspreekpunt voor overheid om grote lijnen uit te zetten conform aanbeveling rapport commissie van Laarhoven. Instituut voor Duurzame Mobiliteit (IvDM), kenniscentrum voor duurzaamheid in goederen en personen mobiliteit. Financiering van de aanloop via ministerie I&R, meer financiering (bijv. via Min. Van EL&I) wenselijk. Nederland profileren als knooppunt van goederen en logistieke kennis zodat internationale logistieke bedrijven ‘vanzelfsprekend’ Nederland kiezen als locatie voor hun coördinatiefuncties. Verbinden De definitie van ketenregie gaat verder dan sec de uitvoering maar heeft eveneens betrekking op ‘financial engineering’, keten- en netwerkontwerp en databeheer. Dus innovatieve kennis op het gebied van Financiën en IT is onontbeerlijk om de ambitie succesvol te verwezenlijken, naar Holland Financial Center (Banken, financiële instellingen) en ICT sector. Project/Vervolg Door middel van nieuwe technologieën het ontwikkelen van alternatieve business- en kostenmodellen. Denktank Ω adviseert om de relevante partijen bij elkaar brengen en innovatieve verandering in gang zetten. Commitment in woord en daad door ministeries van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (ELI) en Infrastructuur en Ruimte. Ondersteuning vanuit Dinalog, Strategisch Platform Logistiek, Agentschap NL, Logistieke Alliantie. 7 In het innovatieprogramma heeft de landelijke overheid zich gecommitteerd voor 25 mln euro, het bedrijfsleven voor 42 mln euro Ω 32 Ω 33
  • 18. Agro & Food Agro & Food Samenvatting De agro/food sector is een van de belangrijkste pijlers van de nationale economie. Nederland is de op een na grootste exporteur van agrarische producten in de wereld. Deze koppositie is echter geen vanzelfsprekendheid en dreigt af te brokkelen. Kernambitie voor 2020 moet zijn dat Nederland zich ontwikkelt tot topproducent van kwalitatief hoogwaardige, duurzame agrarische food- en non-food producten (inclusief sierteelt) in Europa en de wereld. Centrale pijlers hierbij zijn: kwaliteit, gezondheid en duur-zaamheid. Realisering van deze ambitie leidt tot een substantiële beperking van de kosten van gezondheidszorg, toename van investeringen door multinationale ondernemingen en MKB bedrijven, reductie van voedselverspilling, verdubbeling van de productie van duurzame energie door de land- en tuinbouw en een sterkere verankering van de primaire productie in Nederland. Om de kernambitie te kunnen realiseren is een additionele inspanning nodig op het gebied van kennis en innovatie door overheid, bedrijfsleven en kennisinfrastructuur. Daarvoor is ook een cross-over met andere sectoren essentieel. Aanbeveling Het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie wordt geadviseerd het initiatief te nemen tot een samenhangend en integraal innovatiebeleid en innovatieprogramma voor de agro/food sector. In dit nieuwe beleid dient de nadruk te liggen op het aanjagen, stimuleren en faciliteren van (1) robuuste systeeminnovaties, (2) markt-innovaties en (3) technologische innovaties. In de overtuiging dat toekomstige businessperspectieven zich met name zullen manifesteren op het kruisvlak van domeinen en sectoren, zal het nieuwe beleid/ programma vooral cross-overs en transsectorale samenwerking moeten ondersteunen met de energiesector, chemie, gezondheidszorg, pharma, transport & logistiek en ICT (GEO-ICT maar ook sociale media). Het beleid dient samenwerking te stimuleren tussen Nederlandse agro/food topbedrijven, koplopers in het MKB en de kennisinstellingen op basis van een open innovatiemodel. Dit moet leiden tot een verhoging van de R & D intensiteit (privaat én publiek) tussen nu en 2020 met 40 tot 50 %. Ω 34 01 Ω 35
  • 19. Probleemstelling Voor het creëren van meer toegevoegde waarde worden twee speerpunten De agrarische sector en voedingsmiddelenindustrie (inclusief sierteelt) hebben een onderscheiden: (1) gezondheid en (2) duurzaamheid. Een voeding meer afgestemd sterke positie in de Nederlandse economie. In het agro/food complex zijn bijna 700.000 op de behoefte van het individu zal bijdragen aan het beperken van de sterk personen werkzaam, dat is 10 % van de totale werkgelegenheid. De sector draagt stijgende kosten van gezondheidszorg. De ontwikkeling naar personalised food en 9,5 % bij aan de nationale toegevoegde waarde en 70 % van de productie wordt functional food, het belang van healthy aging, maar ook de groeiende aandacht van geëxporteerd. De Nederlandse voedingsmiddelenindustrie is het grootste segment van consumenten voor de intrinsieke waarden van voedsel (real food) bieden perspectief de Nederlandse industrie en bestaat over-wegend uit MKB bedrijven. De omzet van op een paradigmaverschuiving in bedrijven van concurrentie op prijs naar concurrentie de voedingsmiddelen-industrie bedraagt € 51 miljard, de omzet vers inclusief sierteelt op kwaliteit en gezondheid en vermindering van voedselverspilling. Op het gebied bedraagt € 47 miljard, samen bijna € 100 miljard! Ook het nieuwe regeerakkoord van duurzaamheid liggen nieuwe kansen voor toegevoegde waardeontwikkeling in erkent het belang van de agro/food sector en rekent voedsel en agro tot economisch de verdere verduurzaming van de sector en in de omschakeling naar de biobased topgebied van Nederland. Deze koppositie is echter geen vanzelfsprekendheid. Zie de economy (groene economie). Daarbij is de winning van duurzame energie uit biomassa EU 2020 strategie en het FNLI rapport van de High Level Group ‘De Stille Kracht’; route de eerste focus. De betekenis en impact van de groene economie voor de agrarische voorwaarts voor de Nederlandse levensmiddelenindustrie.’ De Nederlandse voorsprong productiesector is op lange termijn mogelijk minstens zo groot als de huidige food- en in kennis loopt terug. De traditioneel sterke link tussen onderwijs, onderzoek, overheid feedmarkt. en bedrijfsleven is aan structurele verandering onderhevig. De primaire productie verliest maatschappelijk draagvlak en concurrentiekracht. Vergrijzing en imago veroorzaken Om de kernambitie te kunnen waarmaken is een samenhangend en integraal krapte op de arbeidsmarkt. De logistieke infrastructuur slibt dicht. Geopolitieke innovatiebeleid nodig dat de volgende typen van innovaties ondersteunt: veranderingen bedreigen vrije handel. Veranderende consumentenbehoeften, - systeeminnovatie, bedrijfsoverstijgende vernieuwingen door verbinding te toenemende internationale schaarste aan grondstoffen en milieu- en omgevingsdruk maken/allianties te zoeken met andere kennisdomeinen en sectoren, maar maken een vernieuwingsslag dringend noodzakelijk. ook de maatschappelijk gewenste inpassing en verankering van de primaire productiesector in de Nederlandse omstandigheden; Oplossing/Voorstellen tot Verbetering - marktinnovatie: nieuwe toegevoegde waardeconcepten; nieuwe afzet, distributie- De kernambitie zoals in de Samenvatting verwoord vertaalt zich in een 3-tal business en marketingconcepten, maar ook communicatie en beleving c.q. lifestyle proposities voor de Nederlandse agro & food sector in 2020: concepten; - technologische innovatie: nieuwe duurzame hightech systemen; precisielandbouw; A. Kraamkamer en topproducent van verse, gezonde, duurzame kwaliteitsproducten intelligente logistiek, ICT, robotisering, Nano, sensor- en biotechnologie. voor de Noordwest-Europese voedingsmarkt, in het bijzonder de driehoek Londen/Berlijn/Parijs. Een markt met 80 miljoen koopkrachtige en veeleisende Waardecreatie/Verbeterpotentieel consumenten die binnen 24 uur vanuit Nederland kan worden bediend. Ambities die met het voorstel nagestreefd worden zijn: - tot 5 % lager aandeel van de kosten van de gezondheidszorg in de collectieve B. Topexporteur van hoogwaardige kennis en van uitgangsmaterialen ten behoeve uitgaven (van 27 % naar 22 %) als gevolg van minder hart- en vaatziekten en van de wereldmarkt (zaden, pootgoed, fokkerij, vaccins), als ook hardware (kassen, diabetes (zie Zorgbalans, RIVM); stalsystemen) en diensten (ICT, financiële dienstverlening). - 10 miljard meer investeringen door multinationale ondernemingen en innovatieve MKB bedrijven; C. Topspeler in Europa en de wereld op het gebied van valorisatie van biomassa - besparing op kosten van voedselverspilling van 2 miljard door intelligenter transport; (in nauwe samenwerking met de transportsector en logistieke sector). Naast de - duurzaam energiegebruik van 30 % door de totale agro/food keten; winning van duurzame energie heeft de sector een leidende positie verworven in - verdubbeling van de productie van duurzame energie door land- en tuinbouw de omschakeling naar meer hoogwaardige non-food toepassingen uit biomassa, - verbetering van de logistieke efficiency van de agro/food keten met een factor 3. zoals bio-pharma, cosmetica, materialen en chemicaliën. Ω 36 Ω 37
  • 20. Nadelen/Beperkingen - Stimulering van de ontwikkeling en toepassing van 2e generatie grondstoffen uit De volgende nadelen en beperkingen bemoeilijken realisering van de kernambitie en dierlijke en plantaardige restproducten en van 3e generatie biomassa (algenkweek) het verbeterpotentieel. - Experimenteerruimte voor grootschalige vergisting van biomassa gekoppeld aan - Beperkte financiële mogelijkheden van de overheid en benodigde voorinvesteringen windenergie, zonne-energie en algenkweek alsmede voor decentrale, slimme voor het bedrijfsleven. energienetwerken. - Coördinatieproblemen binnen de agro/food keten. - Beperkende en onzekere wet- en regelgeving op het gebied van genetische Verbinden/Transsectoraal denken modificatie en novel foods. Cross-overs zijn aanwezig met ICT, transport en logistiek, gezondheidszorg, energie, - Ruimtelijk inpassingsbeleid en onzeker stimuleringsbeleid van Nederlandse (en chemie en pharma. Deze dienen in het nieuwe innovatieprogramma prioriteit te krijgen. Europese) overheid op het gebied van winning van duurzame energie uit biomassa. - Onvoldoende samenwerking tussen de groene kennisinfrastructuur, waarvan Wageningen UR het hart vormt, en andere (technische) universiteiten en kennisinstellingen in Nederland. Dit bemoeilijkt multidisciplinaire kennisontwikkeling en kennisuitwisseling.(Denk bijv. aan toepassingen van nano-technologie in de productie van voedsel of het simuleren van het fotosynthese proces van planten in zonnecollectoren). Resources Nodig is: - Financiële ruimte voor een aangescherpt en samenhangend innovatiebeleid/ programma door het ministerie van EL& I. - Commitment van het bedrijfsleven en kennisinstellingen en bereidheid tot investeren en cofinanciering. - Stimulering van samenwerking tussen de Nederlandse agro/food topbedrijven, koplopers MKB en kennisinstellingen in een open innovatiemodel. Bijzondere aandacht voor de mogelijkheden tot investeringen door grote bedrijven in innovatieve starters (corporate venturing, clean tech funds, revolving funds e.d.). - Krachtenbundeling in Nederland om te komen tot een gemeenschappelijke database/platform voor gegevensuitwisseling en applicatieontwikkeling binnen en tussen deelsectoren in de agrofood. In het bijzonder geldt dit voor het terrein van de precisielandbouw. Het ministerie EL&I wordt verzocht hierin een stimulerende rol te vervullen. - Ontwikkelen van incentives door ketenpartners, verzekeraars en ngo’s waardoor keuze voor gezond voedsel door consumenten een makkelijke keuze wordt. - Aanpassing van het huidige overheidsbeleid (in Europees verband) op het gebied van novel foods, etikettering en genetische modificatie met inachtneming van de noodzakelijke veiligheidsgaranties. (Zie de DG Enterprise studie en het High Level Group dossier van DG SANCO.) - Stimulering (fiscaal;subsidie) van de ontwikkeling van nieuwe technieken om energie en grondstoffen uit biomassa te winnen, waardoor een kostprijsverlaging van groene producten kan plaatsvinden. Ω 38 Ω 39
  • 21. Gezondheidszorg Gezondheidszorg Inleiding De kosten van de gezondheidszorg in Nederland stijgen snel. Momenteel zijn deze bijna 80 Miljard Euro per jaar. Dit is 9% van het Bruto Nationaal Product (BNP). In 2050 zal de zorgsector 14% van het BNP vertegenwoordigen. Door de snelle stijging van de kosten is gezondheidszorg, na sociale uitkeringen, nu ook de grootste uitgavenpost van de overheid. In de USA is reeds de 16% bereikt en zou volgens sommige schattingen, het land bij ongewijzigd beleid op weg zijn naar een moeilijk voorstelbaar aandeel van 45% (!) Alhoewel over de exacte te verwachten groeicijfers veel onduidelijk is, lijkt wel duidelijk dat de zorgvraag verder zal gaan toenemen. 1. Stijgende kosten Alle zeilen moeten worden bijgezet om de kosten beheersbaar te houden en om tegelijkertijd adequate zorg te realiseren. Een kernbegrip hierbij is ‘value voor money’. Om hoogwaardige zorg te blijven bewerkstelligen zal slimme, innovatieve zorgtechnologie nodig zijn, die arbeidskracht waar mogelijk vervangt. Voor nieuwe technologie zijn hoogopgeleide mensen nodig en een op die nieuwe technologie naadloos aansluitende organisatie van de zorgprocessen, met bijbehorende innovatieve communicatiesystemen. In Nederland is veel kennis op gebied van zorg en technologie en wij zouden hoogwaardige banen kunnen creëren. Dit document geeft input om deze trend actief om te buigen naar een duurzame groei van de sector met kwalitatief hoogwaardige zorg en dito werkgelegenheid. Ω 40 01 Ω 41
  • 22. Allereerst de feiten: de vraag naar zorg blijft komende jaren sterk stijgen: We worden wel ouder, Ontwikkeling technologie in Nederland neemt af maar dat gaat gepaard met een toename van chronische aandoeningen en een toename Nederland telt circa 250 biotechbedrijven, waarvan de meesten met minder dan 10 van ouderdomsziekten. Ook nemen de verwachtingen ten aanzien van het kwaliteitsniveau werknemers en ruim 40 bedrijven met 11 tot 25 mensen. Er zijn maar enkele bedrijven van de zorg toe alsmede de technische mogelijkheden om mensen te behandelen voor met meer dan 50 werknemers, zoals Synthon, Crucell, Galapagos en Genmab. uiteenlopende zaken. Er zijn een aantal trends, die de zorgvraag verder versterken: Naast bedrijven waar wel R&D in Nederland wordt bedreven, worden de afdelingen 1. stijgende levensverwachting onderzoek en ontwikkeling (R&D) van Organon en Solvay waarschijnlijk gesloten. Met 2. de toename van bepaalde aandoeningen, zoals diabetes, mede veroorzaakt door het verlies van in totaal bijna 2500 banen gaat 8% van de R&D capaciteit van de de veranderende leefstijl en bijvoorbeeld overgewicht. sector in Nederland verloren. Ook Fornix Biosciences in Lelystad, producent van anti- 3. betere beschikbaarheid van veel nieuwe behandelmethoden, die zeer kostbaar allergieproducten is verkocht aan het Deense ALK. En vaccinmaker Crucell in Leiden kunnen zijn, maar desondanks in sommige gevallen als wenselijk kunnen worden staat op het punt op te gaan in Johnson & Johnson. Hoewel deze laatste bewegingen gezien en dus vergoed moeten worden. wellicht niet tot banenverlies hoeven te leiden, is kostenbesparing voor overnemende 4. behoefte van jongere generaties, zoals de ‘babyboomers’ aan meer comfortabeler partij vaak aan de orde. zorg in vergelijking met vorige generaties 5. beperktere beschikbaarheid van gelden door een relatief kleiner aantal werkenden Top instituut Pharma en premie-betalers In 2006 werd het Top Instituut Pharma opgericht (TI Pharma). Hier worden hoogwaardige 6. beperktere beschikbaarheid van voldoende getraind personeel door parttime technologieën ontwikkeld door zo’n 200 universiteitsmedewerkers, samen met werken en andere carrièreplanning van behandelend personeel 200 onderzoekers uit het bedrijfsleven. Zoals gebruikelijk bij de ontwikkeling van 7. achterblijvende stijging van de productiviteit van de zorg t.o.v. de rest van de economie medicijnen, vergen de studies meerdere jaren (5-10 jaar) en zijn er inmiddels de 8. Een betere diagnostiek leidt tot een eerdere vaststelling van ziektebeelden. eerste resultaten van onderzoek, vooral betrekking hebbend op de lijst van ‘priority medicines’, zoals door de WHO gedefinieerd. De financiële steun aan TI Pharma dreigt Hoewel de effecten van deze trends nog niet overal zichtbaar zijn in Nederland, zijn eind 2011 stopgezet te worden. er nu al enkele symptomen, waaronder het toenemende tekort aan personeel in de zorg, de toenemende discussies over de betaalbaarheid en solidariteit in de zorg en de 2. R&D in gezondheidszorg is nodig en leidt tot groei: blijvende vragen over de kwaliteit. de sterkte van Nederland R&D in gezondheidszorg is essentieel. Niet alleen voor de oplossing van de problemen De gezondheidszorg biedt stijgende werkgelegenheid, maar functies voor hoogopge- van de Nederlandse gezondheidszorg, maar dit onderzoek kan vaak juist wereldwijd leiden blijven beperkt. worden ingezet. De problemen in de zorg zijn in veel westerse landen gelijksoortig. Hierdoor kan technologie juist een belangrijk exportproduct worden. Sinds 2002 is de zorg de belangrijkste bron van werkgelegenheid in Nederland en het aandeel van de zorg in de totale werkgelegenheid neemt nog steeds toe. (RIVM, 2010). Nederland heeft een groot aantal klinische, wetenschappelijke en technologische Al met al gaat het om zo’n 870.000 banen. Hoewel in de zorg veel hoger opgeleiden wer- sterktes in huis, zoals kennis op gebied van vaccins en gentherapie. ken, neemt het aantal functies voor Banen in gezondheidszorg in NL hoogopgeleiden niet toe. Hoogtechni- Het gevaar is dat deze sterktes verdwijnen, door het verdwijnen van instituten en sche functies vindt men bij behande- R&D afdelingen. Juist wanneer hoogwaardige werkgelegenheid in de zorg wordt eerste lijn laars (artsen), als ook in de ontwikkeling 63000 64000 nagestreefd, is het van belang deze sterktes juist uit te breiden. verpleging van geneesmiddelen en medische ap- 64000 verzorging gehandicaptenzorg 156000 paratuur. Deze laatste categorieën zijn thuiszorg bijzonder interessant voor Nederland, ziekenhuizen 197000 omdat het hier ook een exportpositie GGZ 96000   betreft. (zie overzicht banen in gezond- 76000 Preventie, ARBO, GGD heidszorg; bron: RIVM 2010) Ω 42 Ω 43
  • 23. Nederland kent tevens een sterk ontwikkelde medisch technologische branche, met 2. Healthy Aging bedrijven als Philips, Nucletron, Esaote en zo’n 1400 andere grote en kleine spelers. Healthy aging is een bijzonder breed onderwerp, dat vooral gericht is op het gezond Enkele voorbeelden van sterktes van Nederland zijn: ouder te laten worden van de populatie. Hier valt direct op dat meer dan de helft van • Medische beeldvorming in meerdere modaliteiten: X-ray, MR-I, Echografie, de kosten van gezondheidszorg uitgegeven wordt aan een drietal chronische ziekten toegepast o.a. in de Oncologie (Hartziekten, COPD en Diabetes), die vooral bij ouderen voorkomen. De kosten worden • Mechatronica, met grote potentie voor minimal invasive cure, Dotteren, Ablatie vooral veroorzaakt door de zgn. ‘escalaties’, waarbij men een complicatie krijgt en • Chemie: tissue engineering en Nano chemie, welke competenties nodig zijn om opgenomen moet worden. Vaak is deze complicatie te voorkomen door het lichaam non invasive cure zoals Targeted drug delivery en stamceltherapie uit te voeren met eenvoudige technologie in de gaten te houden en tevens de leefstijl waar nodig aan te passen. Focus brengt succes.. - Telemonitoring van oudere patiënten en risicogroepen kan ingevoerd worden om zo het aantal escalaties, de ernst en de benodigde behandeling daarvan sterk Speerpunten voor Nederland terug te dringen. In onderzoek is verkorting van verblijf in ziekenhuis na hartfalen Om Nederland rol van betekenis te laten vervullen bij ontwikkeling van geneesmiddelen aangetoond van 15 dagen naar 11 dagen gemiddeld. Dit leidde tot een besparing en medische technologie is focus nodig. Nederland kan een leidende positie verwerven van 27% in kosten van een escalatie (zie Cleland, 2005). Op de € 12 Miljard in verschillende gebieden van de gezondheidszorg. De gebieden oncologie en healthy uitgegeven aan hartziekten zou een dergelijke besparing enorm zijn. aging bieden vanwege de al gevestigde kennis en de grote (financiële en emotionele) - Doe ervaring op grote schaal op met efficiencyverhogende technologieën, die impact daarvoor bijvoorbeeld goede mogelijkheden. tevens meer verantwoordelijkheid in handen van de patiënt leggen. Belangrijk hierbij is een significante pilot te doen (minimaal enkele tienduizenden patiënten) 1. Oncologie of een afgebakend geografisch gebied aan te wijzen, waarin de nieuwe technieken Oncologie is een van de belangrijkste toepassingsgebieden van medische technologie, verplicht toegepast worden en duidelijke resultaten gemeten kunnen worden. waaraan ook nog veel behoefte bestaat, want kanker is in het Westen de doodsoorzaak Investeringen 100 Mln. Euro, extra banen 10.000. nr1, met wereldwijd elk jaar 25 Miljoen nieuw gediagnosticeerde patiënten. 3. Private gezondheidszorg Een belangrijk focusgebied voor Nederland zou kunnen zijn de combinatie van vroege Nederland blijft een van de weinige landen in de EU, waar private gezondheidszorg diagnostiek en zgn. image-guided minimal invasive treatment delivery. Hierbij wordt nauwelijks voorhanden is, terwijl er een groeiende groep is, die voor extra zorg of zeer precieze diagnose gesteld en tumor met precisielasers behandeld, waardoor min snellere zorg extra wenst te betalen. Zoals in de landen om ons heen ervaren, leidt mogelijk gezond weefsel verloren gaat. Onderzoek op gebied van real-time image private zorg niet tot kostenverhoging, maar tot een betere verdeling van kosten en guidance gedurende treatment met behulp van ultrasound en met behulp van PET efficiëntere zorg. scans leveren hier veel mogelijkheden. Focus op de bovenstaande zaken zal initieel een investering vergen. Met een top Naast de bestaande grote kankercentra NKI-AvL, AMC, Leiden, Radboud Nijmegen, instituut is ongeveer 200 Mln. Euro gemoeid over een 4-jaars periode. Bedrijven en Daniel den Hoed Kliniek Rotterdam zijn er de 8 Integrale Kankercentra. Samenwerking Universiteiten betalen bij TI Pharma elk een kwart, met daarbij de overheid de andere met R&D organisaties in de industrie (Philips, Nucletron, Milabs etc. ) en Technische helft. Een ontwikkeling van een topinstituut biedt direct 400 banen, maar zal door Universiteiten kan Nederland een duidelijke voorsprong op gebied van Oncologie spin-off van andere medische technologiebedrijven minimaal 5.000 hoogwaardige geven. arbeidsplaatsen kunnen opleveren. Vorming van een TopInstituut Oncologie zou de krachten bundelen van de universiteiten en anderen die met R&D op dit gebied in Nederland actief zijn. Dit instituut zou ook mogelijkheden voor kansrijke technologieën kunnen nagaan, zoals protontherapie. Extra investeringen 150 Mln. Euro, extra banen ca. 5.000+. Ω 44 Ω 45
  • 24. 4. Conclusies en aanbevelingen Zowel voor medische technologie (focus: oncologie) als voor healthy aging wordt de kennis best opgebouwd en gedeeld in speciale instituten. Resultaten zijn producten en technologieën, waarmee Nederland een leidende rol kan innemen en aan de snel stijgende wereldvraag kan voldoen. Aanbevelingen zijn dan ook: - Versterk de rol van TI Pharma en open een Top Instituut voor medische technologie (Oncologie) en Healthy Aging (Chronische ziekten). Breng hierbij tevens focus aan in de aandachtsgebieden van universiteiten en maak een duidelijke verbinding tussen TU’s en Medische faculteiten. - Stimuleer met starterprogramma’s de spin-offs van deze topinstituten - Voer programma’s in voor healthy aging om proeven op grotere schaal te doen, zoals met telemonitoring - Onderzoek het stimuleren van private zorg op verschillende terreinen, inclusief het leveren van meer uitgebreide zorg. - Een verdere ontwikkeling van medische logistiek, waar snelheid, precies, betrouwbaarheid etc. van levensbelang zijn. Referenties: RIVM 2010; Cleland 2005 Journal of the American College of Cardiology. 2005; 45:1654-1664, doi:10.1016/j.jacc.2005.01.050 Ω 46 Ω 47
  • 25. ICT ICT Samenvatting De Informatie- en Communicatie Technologie sector levert aan vrijwel alle sectoren in de samenleving een bijdrage, en het wordt overal als ‘powertool’ toegepast. Banken, overheid, industrie, dienstverleners etc. kunnen niet buiten een goede ICT infrastructuur en ‘state-of-the-art’ toepassingen. Nieuwe ontwikkelingen bieden kansen op verhoogde concurrentiekracht en groei, zoals Cloud Computing, Smart Grids, Mobiele toepassingen, Gaming etc. Ω denkt dat ons land met investeringen in een gemoderniseerde ict infrastructuur voor de overheid, het aanleggen van glasvezelinfrastructuur in het hele land in een hoger tempo en het bevorderen van het ontwikkelen van toepassingen, ook in de mobiele sfeer, de komende 10 jaar meer dan 150.000 banen kan scheppen; daarnaast bieden nieuwe technologieën groei mogelijkheden in de economie ter waarde van € 90 miljard of meer tot 2030. Ω merkt op dat er wel initiatieven onderweg zijn, al laat het tempo van veranderingen ernstig te wensen over. Een aantal conclusies: 1. Cloud Computing voor de overheid In het geval van Cloud Computing betreft het een structurele ingreep in de informatie- infrastructuur van alle overheden van ons land en mogelijk maken van een andere wijze van werken. Situatie: De nieuwe regering heeft via het samenvoegen van ministeries de aansturing van een aantal kennisgebieden en complexe issues in ons land anders verticaal opgehangen. Er zijn 5 ministeries minder met als intentie slagvaardiger te kunnen zijn bij het regeren. Toch is het als maatregel ons inziens in het licht van hierboven beschreven hoognodige “kanteling” nog incompleet. Wij stellen voor via betere informatie- en communicatiekanalen via o.a. cloud computing de mensen beter in horizontale ketens over afdelingsgrenzen op elkaar aan te sluiten en samen te laten werken. Immers het primaire proces van alle overheidsdienaren is gestoeld op het analyseren, veredelen en delen van informatie en kennis. De systemen en organisaties hoeven dus niet vervangen te worden of vernieuwd maar moeten beter voor elkaar toegankelijk worden en zinvol gekoppeld. Ω48 01 Ω 49