1. To Build or Not To Build Battle Programma
To Build or Not To Build
Het onderzoeken van nieuwe mogelijkheden voor de bouwbranche tijdens het carrière evenement
Vrouw@Work op 11 maart 2011 in WTC Leeuwarden.
Doel:
Tijdens een competitief debat tussen mannelijke en vrouwelijke deelnemers worden de debaters
uitgedaagd om met innovatieve concepten te komen. Het is spannend om te ervaren welke
verschillende ideeën vrouwen, mannen, jongeren en ondernemers uit de branche en buiten de
branche kunnen ontwikkelen. Uiteindelijk zullen 2 concepten aangeboden worden aan Verenging
Nederlandse Gemeenten en Bouwend Nederland.
Situatieschets (trends):
Organisaties in de bouw zullen steeds meer vraag gestuurd en dienstverlenend te werk moeten
gaan. Consumenten verwachtten niet alleen een klantgerichte aanpak maar ook transparantie en
verantwoording. De consument wordt dus steeds kritischer maar ook bewuster.
Door besluitvorming in de politiek en de steeds bewuster wordende consument wordt
duurzaamheid ook belangrijker. De nadruk zal liggen op recycling en de maximalisatie van de
levenscyclus van producten (cradle to cradle).
De concurrentie tussen organisaties neemt verder toe. Mede door globalisering, internationalisering
en een doorgaande privatisering en decentralisatie van de overheid. De overheid is niet meer
vanzelfsprekend een grote en stabiele opdrachtgever voor ondernemers in Nederland.
Ook de rol van organisaties in de bouw wordt
van bouwen in de regio. Daarnaast wordt decentrale besluitvorming in de regio belangrijker. De
bedrijfsvoering wordt integraler en het wordt steeds belangrijker samen te werken met andere
organisaties (Verbaan 2008).
In de bouw is er een tekort aan personeel. Zowel kwantitatief als kwalitatief. Op korte termijn zal het
moeilijker worden om geschikt middenkader personeel aan te nemen. Dit personeelstekort wordt
voornamelijk veroorzaakt door vergrijzing, steeds kleiner wordende instroom van jongeren en een
grote uitval op opleidingen. Vooral hoger opgeleiden hebben een beperkt beeld van de sector.
Over het algemeen lijkt er een generatiekloof te zijn tussen jongeren (generatie Y) en de huidige
generatie medewerkers en leidinggevenden in de bouw. De meeste leidinggevenden zijn in hun
huidige positie gekomen door ervaring en vakmanschap. Leidinggevende en coachende capaciteiten
ontbreken vaak. Generatie Y is jong, zelfverzekerd, optimistisch, ambitieus en ongeduldig; klaar om
carrière te maken. In de bouw hebben deze jongeren vaak het gevoel dat ze onvoldoende de ruimte
krijgen om zich te ontwikkelen en ambities waar te maken. Een traditie van geijkte carrièrepaden en
lange functieverblijftijden lijken de jongere hoog opgeleide in de weg te staan om gemotiveerd te
raken voor een baan in de bouw (Lentelo & Straatman 2009).
In 2008 waren er 182.375 werknemers in de bouwsector. 16.289 daarvan zijn vrouw (9%). 14.557
vrouwen werken in administratief of verzorgend werk (90%) (Fundeon 2008).
2. To Build or Not To Build Battle Programma
-‐ Hoe behouden we kennis in de branche, als de veel besproken vergrijzing echt zijn intrede doet?
-‐ Op welke manier kunnen jongeren zich optimaal ontwikkelen zodat zij het verlies aan kennis
kunnen compenseren? Of valt dit niet te compenseren?
-‐ De bouw kan vast blijven houden aan wat het kent en vechten tegen de bedreigingen, maar kan
ook kiezen los te laten en zich mee te laten voeren naar nieuwe mogelijkheden die door de
huidige trends ontstaan. Zo ja, hoe?
-‐ Welke bouwrichtingen, -‐werkzaamheden en -‐functies kunnen én willen vrouwen werkzaam in
zijn?
-‐ Wat is er nodig om mensen te stimuleren in de bouw werkzaam te blijven en dan in het
bijzonder jongeren en jonge ouders?
Werkwijze:
Twee teams kiezen elk een actueel thema (probleem) waarvoor een innovatief concept bedacht
wordt. Er is een mannenteam en een vrouwenteam. Elk aangevoerd door een invloedrijke of
vooraanstaande man respectievelijk vrouw. Beide teams gaan zelfstandig te werk.
Halverwege de middag presenteren beide teams het concept aan elkaar. De bedoeling is dat het
mannenteam het vrouwenteam uitdaagt, en andersom, door met kritische vragen of
tegenwerpingen te komen. Het debat moet scherp gemaakt worden door een voorzitter. Het publiek
moet ook betrokken worden.
Daarna gaan de teams weer uit elkaar om het definitieve concept te maken. Het debat kan
aanleiding geweest zijn om het concept op een aantal punten beter te onderbouwen of aan te
passen.
Aan het einde krijgen de aanvoerders van beide teams elk 3 minuten
presenteren. Na de 3 minuten durende pitch mag het aanwezig publiek stemmen door een roze of
blauwe A5 in de lucht te houden. Roze voor het vrouwenteam als winnaar of blauw voor het
mannenteam als winnaar.
Een jury van specialisten geeft uiteindelijk de doorslag. Welk team heeft het meest effectieve
concept gepresenteerd? De jury mag zich daarbij laten adviseren door de stem van het publiek.
Er wordt zowel een jurywinnaar als publiekswinnaar bekend gemaakt. Beide plannen worden
aangeboden aan Verenging Nederlandse Gemeenten en Bouwend Nederland.
Planning:
12:00 13:00 uur: Ontvangst, kennismaking en gezamenlijke lunch.
13:00 15:00 uur: Keuze van het probleem en werken aan het voorlopige concept.
15:00 15:30 uur: Debat tussen beide teams en het publiek, kritische vragenronde.
15:30 16:30 uur: Definitief concept maken.
16:30 17:00 uur: Pitch van beide teams, stemmen en uitroepen van winnaars.
17:00 18:00 uur: Afsluiting met hapje en drankje.
Het Kenniscentrum Sociale Innovatie wordt mede mogelijk gemaakt door het Europese Fonds voor Regionale Ontwikkeling en
het Samenwerkingsverband Noord-Nederland, de provincie Fryslân en de gemeente Leeuwarden.