1. ICT doelen
1. De leerlingen hebben een positieve houding tegenover ICT en zijn bereid ICT te gebruiken
om hen te ondersteunen bij het leren.
Bijvoorbeeld: ze werken goed mee tijdens de ICT lessen en leren bij hoe ze ICT kunnen
gebruiken in hun studie.
2. De leerlingen gebruiken ICT op een veilige, verantwoorde en doelmatige manier.
Bijvoorbeeld: als ze voor school bezig zijn op de computer werken ze alleen voor school erop,
tussendoor gaan ze niet even scrollen op facebook of Instagram. Ze zijn zich ervan bewust
want ze kunnen doen en posten op het internet.
3. De leerlingen kunnen zelfstandig oefenen in een door ICT ondersteunde leeromgeving.
Bijvoorbeeld: ze worden niet afgeleid door de ICT die er aanwezig is. Ze blijven oefenen.
4. De leerlingen kunnen zelfstandig leren in een door ICT ondersteunde leeromgeving.
Bijvoorbeeld: ze worden niet afgeleid door de ICT die er aanwezig is. Ze blijven studeren.
5. De leerlingen kunnen ICT gebruiken om eigen ideeën creatief vorm te geven.
Bijvoorbeeld: ze kennen de mogelijkheden hoe ze een creatieve presentatie online kunnen
vorm geven (bv: Canva, powerpoint,…)
6. De leerlingen kunnen met behulp van ICT voor hen bestemde digitale informatie opzoeken,
verwerken en bewaren.
Bijvoorbeeld: ze kunnen bronnen zoeken die nuttig zijn voor hen en hiermee aan de slag gaan
(bv: Wikipedia, …)
7. De leerlingen kunnen ICT gebruiken bij het voorstellen van informatie aan anderen.
Bijvoorbeeld: ze kunnen presentaties op powerpoint, canvas maken
8. De leerlingen kunnen ICT gebruiken om op een veilige, verantwoorde en doelmatige manier
te communiceren.
Bijvoorbeeld: ze kennen ze mogelijkheden van apps om te communiceren met
leeftijdsgenoten en andere belangrijke personen. (Bv: Messenger, mail, …)