SlideShare a Scribd company logo
1 of 2
SHOULD EN MUST
Should en must betekenen moeten, maar wanneer
gebruik je wat.

Must gebruik je als jij zelf vindt dat iets moet.

Your leg is broken. You must go to the hospital now.
He mustn’t steal, it’s bad!


Should geeft aan dat iets eigenlijk zou moeten maar dat
er
geen verplichting is. (ook voor advies)

You should go to that movie, it really good!
You shouldn’t call him names, it’s not nice.
Now show what you know!
(vul in: must / mustn’t of should / shoudn’t)

1. I                  be on time or the train will be
                      gone.
2. You                worry about your exams. You’ll be
   fine!
3. Frank              sleep more. He looks terrible.
4. Everybody          pay taxes.
5. Anne               eat that. It’s bad for her!
6. They               go to Brazil. It’s so beautiful there!
7. You                have a ticket to get in.
8. Lily               go there. It’s forbidden

More Related Content

More from missie_maes

Oefening past continuous
Oefening past continuousOefening past continuous
Oefening past continuousmissie_maes
 
Vragende voornaamwoorden
Vragende voornaamwoordenVragende voornaamwoorden
Vragende voornaamwoordenmissie_maes
 
Extra oefening met aangeplakte vragen
Extra oefening met aangeplakte vragenExtra oefening met aangeplakte vragen
Extra oefening met aangeplakte vragenmissie_maes
 
Voorzetsels van tijd
Voorzetsels van tijdVoorzetsels van tijd
Voorzetsels van tijdmissie_maes
 
Aangeplakte vragen
Aangeplakte vragenAangeplakte vragen
Aangeplakte vragenmissie_maes
 
Alphabet days-months-the clock
Alphabet days-months-the clockAlphabet days-months-the clock
Alphabet days-months-the clockmissie_maes
 
Wanneer gebruik je the
Wanneer gebruik je theWanneer gebruik je the
Wanneer gebruik je themissie_maes
 
Wanneer gebruik je the
Wanneer gebruik je theWanneer gebruik je the
Wanneer gebruik je themissie_maes
 
S om bezit aan te geven
S om bezit aan te gevenS om bezit aan te geven
S om bezit aan te gevenmissie_maes
 
Ontkenningen met to have got
Ontkenningen met to have gotOntkenningen met to have got
Ontkenningen met to have gotmissie_maes
 
Vragen maken met to be en can
Vragen maken met to be en canVragen maken met to be en can
Vragen maken met to be en canmissie_maes
 
Ontkenningen maken in de verleden tijd
Ontkenningen maken in de verleden tijdOntkenningen maken in de verleden tijd
Ontkenningen maken in de verleden tijdmissie_maes
 

More from missie_maes (20)

Oefening past continuous
Oefening past continuousOefening past continuous
Oefening past continuous
 
Past continuous
Past continuousPast continuous
Past continuous
 
Vragende voornaamwoorden
Vragende voornaamwoordenVragende voornaamwoorden
Vragende voornaamwoorden
 
Lidwoorden
LidwoordenLidwoorden
Lidwoorden
 
Extra oefening met aangeplakte vragen
Extra oefening met aangeplakte vragenExtra oefening met aangeplakte vragen
Extra oefening met aangeplakte vragen
 
Voorzetsels van tijd
Voorzetsels van tijdVoorzetsels van tijd
Voorzetsels van tijd
 
Aangeplakte vragen
Aangeplakte vragenAangeplakte vragen
Aangeplakte vragen
 
Future
FutureFuture
Future
 
Telwoorden
TelwoordenTelwoorden
Telwoorden
 
Alphabet days-months-the clock
Alphabet days-months-the clockAlphabet days-months-the clock
Alphabet days-months-the clock
 
Wanneer gebruik je the
Wanneer gebruik je theWanneer gebruik je the
Wanneer gebruik je the
 
One
OneOne
One
 
Wanneer gebruik je the
Wanneer gebruik je theWanneer gebruik je the
Wanneer gebruik je the
 
One
OneOne
One
 
S om bezit aan te geven
S om bezit aan te gevenS om bezit aan te geven
S om bezit aan te geven
 
Ontkenningen met to have got
Ontkenningen met to have gotOntkenningen met to have got
Ontkenningen met to have got
 
Vragen maken met to be en can
Vragen maken met to be en canVragen maken met to be en can
Vragen maken met to be en can
 
Ontkenningen maken in de verleden tijd
Ontkenningen maken in de verleden tijdOntkenningen maken in de verleden tijd
Ontkenningen maken in de verleden tijd
 
Vragen maken
Vragen makenVragen maken
Vragen maken
 
Have got
Have gotHave got
Have got
 

Shouldmust

  • 1. SHOULD EN MUST Should en must betekenen moeten, maar wanneer gebruik je wat. Must gebruik je als jij zelf vindt dat iets moet. Your leg is broken. You must go to the hospital now. He mustn’t steal, it’s bad! Should geeft aan dat iets eigenlijk zou moeten maar dat er geen verplichting is. (ook voor advies) You should go to that movie, it really good! You shouldn’t call him names, it’s not nice.
  • 2. Now show what you know! (vul in: must / mustn’t of should / shoudn’t) 1. I be on time or the train will be gone. 2. You worry about your exams. You’ll be fine! 3. Frank sleep more. He looks terrible. 4. Everybody pay taxes. 5. Anne eat that. It’s bad for her! 6. They go to Brazil. It’s so beautiful there! 7. You have a ticket to get in. 8. Lily go there. It’s forbidden