1. Draaiknoppen voor een beter
verdienmodel in de
melkveehouderij
Krijn Poppe
Zuivel NL, december 2023
2. Krijn J. Poppe
Opgegroeid in Flevoland
(Bedrijfs)econoom EUR-1981
Research Manager LEI / Wageningen
Economic Research 1981-2020
Raadslid Raad voor de leefomgeving
en infrastructuur
(foto: Fred Ernst)
▪ Bestuurslid SKAL (Certificeringsorganisatie Biologische Landbouw) tot 31.12.2023
▪ Oud Secretaris-Generaal EAAE, nu secretaris EAAEP Foundation die publicaties van de
EAAE (Europese landbouweconomen) uitgeeft (ERAE, EuroChoices, Q Open) tot
31.12.2023
▪ Oud Chief Science Officer Ministerie van LNV
▪ Lid Provinciale Adviescommissie voor de Leefomgeving Zuid-Holland (2014-2023)
▪ Mede-eigenaar van een familie akkerbouwbedrijf te Zoutelande
3. Opzet presentatie
Oorzaken van een slecht verdienmodel
Draaiknoppen voor de melkveehouder
Opties voor klassiek ondersteunend beleid
Verdere druk op verdienmodel in de delta-metropool
Draaiknoppen voor sectorbeleid
5. Slecht verdienmodel door Cochrane’s tredmolen
Technologiie
voor arbeids-
productiviteit
door research,
input industrie
Innovatie
winst-
gevend:
meer
ha/man
Efficiency of
scale:
lagere kost-
en markt
prijzen
Boeren
stoppen niet
snel:
innovatie als
oplossing
Hogere
biedprijs voor
extra ha:
intensief land
gebruik
Stijging van
inkomens =
stijdging
arbeidskosten
Agri-
Business
Complex
6. Schaalvergroting is goed voor economie en ecologie
Melkveebedrijven 2016-2018
Aantal koeien 49 99 208
Opbr/€100 kosten 78 92 102
Kostprijs kg melk (ct) 45 40 34
Inkomen (€1000/fte) 20 37 61
N overschot (kg/ha) 158 147 132
• Kleine bedrijven zijn vaak noodgedwongen intensief. Dat kan zonder ecologische effecten
(van geen aardappelen, naar consumptie, naar pootgoed en groenteteelt, onder glas,
bloemen), maar soms….
• Mechanisme is nu aan de gang via koude sanering. Deels door de melkrobot etc, deels
versterkt door milieubeleid
• Niet makkelijk dit mechanisme onschadelijk te maken
• In essentie: “er is een kleineboeren-vraagstuk, bijvers en wijkers, met 10.000 ipv 50,000 boeren
kan het ook”
[1.6 mln ha / 200 ha = 8,000 boeren + tuinbouw + varkens en kippen]
% ondernemers > armoedegrens
9. Survival rate melkveebedrijven
1998 -2008
43% in Denemarken, 62% in
Nederland.
In 1998 beide landen redelijk
vergelijkbaar: het
gemiddelde Nederlandse
melkveebedrijf produceerde
330.000 liter, het Deense al
416.000.
2008: NL ruim 500.000 liter,
DK bijna een miljoen liter
met vermoedelijk
bijbehorende lagere
kostprijs.
Bron: LTO Nederland: LTO
International comparison of
producer prices for milk 2008
DK
NL
10. How many livestock farmers do we need?
▪ Svend Rasmussen on Denmark (2011)
▪ Optimal farm size, according to FADN data (and DEA):
● 2000: 174 cows; 712 sows
● 2007: 229 cows (on 258 ha); 1022 sows
▪ Eurostat 2013
● 23.6 mln cows on 878,215 farms (27 cows/farm)
Assume optimal size in 2020: 300 cows
Then we need
• 80.000 dairy farms (= 9% of today)
• and 3.000 new entrants per year
Uit een
presentatie
voor IFCN,
2016 in
wageningen
11. Gezinsbedrijf is een complexe organisatie
Gezinshuishouding Onroerend goed belegger
Landbouwbedrijf
Melkvee
2015/17
* € 1000
Pacht (1/3e van 60 ha @0,5)
Subsidies 22,4
Marktinkomen 32,4
Inkomen uit
bedrijf 54,8
Ov. Inkomen 11,6
Totaal 66,3
Belasting 3,8
Beschikbaar 62,5
Consumptie 47,9
Besparing 14,6
Herwaardering 115
Besparing 15
Toename E.V. 130
Eigen Vermogen 2338
Meer dan 1 fte
Meerdere gezinnen
13. Draaiknoppen voor melkveehouders – 1
Kostenbesparing
Tering naar de nering, grote verschillen in kostprijs (studieclubs!)
Samenwerken (Novifarm, als arbeid alternatief aanwendbaar is)
Goedkoper bouwen ? NL op Europese scoreboard ??
Schaalvergroting (meer dieren cq meer ha)
intensivering per ha veelal onmogelijk (milieuwetgeving)
Moordende concurrentie tussen boeren op de grondmarkt
voor weinigen weggelegd (succes met 80 koeien is geen
garantie voor succes bij 200 koeien)
Financiering grondaankoop (loan to value) kan een probleem
zijn (asr – sale and lease back?)
14. Draaiknoppen voor melkveehouders – 2
Waarde toevoegen
Via afzetorganisatie, bv. Duurzaamheidsschema’s (Planet
Proof, Biologisch etc). Zie WEcR publicatie duurzame bedrijven
hebben hoger inkomen
Op eigen bedrijf: kaasmakerij, eigen zuivelhoeve (korte keten)
Diversificeren
Combineren met eco-systeemdiensten (natuurbeheer etc.)
Andere activiteiten op het erf: zorglandbouw, recreatie etc.
Activiteiten buiten bedrijf (deeltijd boer dankzij de robot?)
Tijdig stoppen is ook goed ondernemerschap
15. Boeren knallen op een rotonde af
Increase
in scale
Sustainable
product with
volume
Niche products
Eco-
system
services
Multi-
functionality
16. 1. Snelle schaalvergroting door bij te pachten?
Gezinshuishouding Onroerendgoed belegger
Landbouwbedrijf
• Grote, rendabele bedrijven kunnen tegen marktwaarde
pachten of bijkopen
• Versnellen is mogelijk via Sale & Lease back constructie:
verkoop grond aan belegger en pacht het in erfpacht terug
(je mist dan de waarde-ontwikkeling)
• Overheid kan structuurontwikkeling bespoedigen door o.a.
versnellen bedrijfsbeëindiging, niet-stimuleren toetreding, meer
eisen op te leggen, uit te kopen (en verpachten).
17. 2. Vermarketing van huidige productiewijze in
duurzamere variant
• In essentie de huidige productiewijze, maar in een
duurzamere variant. Zelfde probleem van extensiveren
• Productdifferentiatie: de consument (of B2B) is bereid voor
die productiewijze een meerprijs te betalen via een label.
• Soms willen grondeigenaren (en financiers) meebetalen via
lagere pacht / rente. Of extensiveren via natuurpacht.
• Brengt kosten voor duurzamere productie, certificering,
reclame etc. met zich mee
• Op langere termijn geldt ook in deze markt: marginale
opbrengsten = marginale kosten. Alleen wie extra goed is
komt boven het minimum inkomen uit.
• Overheid kan helpen met standaards, inkopen
(procurement), top-up via eco-schema’s (zie Rli advies)
• Maar niet echt met aanbodstimulering (kleinere markt is
snel verstoord)
• Hoe groot is deze markt (in Duitsland) als de consument op
prijs koopt?
18. 3. Andere productiewijze met duurzame
producten voor de markt
• Radicaal andere productiewijze
• Productdifferentiatie
• In feite geldt hier hetzelfde als in de vorige optie, met
zelfde probleem van extensiveren
• Maar huidige afzetketens / erfbetreders hebben moeite
met deze bedrijven in de opbouwfase samen te werken:
• Volume stromen zijn te klein
• Winstgevendheid moeilijk te bepalen voor financiering,
vraagt om venture capital in plaats van leningen.
Oplossing wordt veelal gezocht in de korte keten.
• Overheid kan helpen met innovatie-ondersteuning
(onderzoek, borgstelling) en goedkoop grond ter
beschikking te stellen voor extensivering (natuurpacht,
afwaarderen met erfdienstbaarheid of beperkende
vergunning).
19. Differentiatie
Onderscheid door transparantie, raskeuze (smaak, kleur, ethnisch,
vergeten).
Onderscheid door bereiding (super vers, ambachtelijk, rauw, zonder
additieven), en/of verkoop (via boerenmarkt, webwinkel).
Beleving = Unieke ervaring ?
Vraagt om heel andere competenties van de ondernemer (product-
ontwikkeling, marketing, ketenorganisatie)
(C) JanWillem van der Schans
20. 4. Andere bedrijfsopzet met duurzaamheids-
diensten
• Radicaal andere bedrijfsopzet. Voedselproductie
aangevuld met maatschappelijke diensten (biodiversiteit,
waterberging, CO2 opslag/verminderde uitstoot)
• Productdifferentiatie en diversificatie naar diensten
• Vraagt vaak om langjarige contracten voor die diensten,
die ontbreken veelal.
• Soms wel synergie met niet-landbouw activiteiten
(recreatie, huisverkoop); zie volgende optie.
• Inkomen per ha is veelal niet zo hoog dat grond kan
worden bijgekocht en vervolgens ge-extensiveerd.
• Soms willen grondeigenaren (en financiers) meebetalen via
lagere pacht / rente. Of extensiveren via extra natuurpacht
en afwaarderen grond, ook te gebruiken als hefboom naar
oorspronkelijke bedrijf
• Overheid kan helpen met aanbieden van langjarige
contracten. innovatie-ondersteuning (onderzoek,
borgstelling), natuurpacht, afwaarderen grond
21. 5. Niet-landbouw activiteiten op bedrijfslocatie
• Naast voedsel en duurzame diensten andere functies
(verwerking zoals kaas maken, kinderopvang, zorg,
recreatie, educatie, loonwerk, energie, compostering,
bedrijfsuitjes)
• Diversificatie: economies of scope in plaats van scale
• Vooral succesvol als er synergie is tussen activiteiten
(anders heb je twee bedrijven)
• Extra grond voor extensivering is vaak niet nodig of geen
knelpunt als diversificatie winstgevend is. En anders geldt
zelfde als bij diversificatie naar duurzame diensten.
• Ook bij vrijkomende agrarische bebouwing en soms met
weinig synergie / door partner (“stoppen in deeltijd”).
• Overheid kan helpen met vergunningen omgevingswet en
contracten (bv. persoonsgebonden budget zorg)
22. 6. Stoppen en beleggen
Gezinshuishouding Onroerendgoed belegger
Landbouwbedrijf
• Stoppen (al of niet ook fiscaal) en grond beschikbaar stellen
aan andere boeren
• Tijdig stoppen is ook goed ondernemen
• Overheid kan structuurontwikkeling bespoedigen door o.a.
versnellen bedrijfsbeëindiging en fiscale afhandeling
aantrekkelijk te maken
23. 6. Governance: ander type organisatievormen
6,
• Novifarm: schaalvergroting door vergaande integratie van
landbouwbedrijven waarbij boeren specialiseren op het
bedrijf en deels elders een inkomen realiseren
• Herenboeren: extreme binding met klanten doordat ze
eigenaar worden (consumenten-cooperatie die zelf
produceert). En inmiddels franchise-model voor replicatie
elders.
Naast voorbeelden op bedrijfsniveau, ook voorbeelden
denkbaar op landschapsniveau.
24. Opties voor klassiek ondersteunend beleid
Innovatie via verbeterd management: Grip op je verdienmodel
Zie successen studieclubs, antibiotica reductie, MINAS, koeien&kansen
Melkveehouders aan de slag met knelpunt analyse: subsidiëren ?
Helpen bij omschakeling / versneld afbouwen/bestemmingswijziging
Technologische innovatie voor kostprijsbeheersing langere termijn
Ander beleid (incl. marktordening) hangt sterk af van:
politieke opvattingen en visie op boer als gewone ondernemer /
sociale achterstand / plattelandsweefsel
wens om versneld te saneren (vgl. slachthaken slachterijen) of dat
juist te vertragen
Wens om versneld te verduurzamen (meer eco-schema’s, CO2
vergoeding in veenweide etc.)
Beelden over de gewenste, “ideale” melkveehouderij: scheiding of
verweving ?
25. Opzet presentatie
Oorzaken van een slecht verdienmodel
Draaiknoppen voor de melkveehouder
Opties voor klassiek ondersteunend beleid
Verdere druk op verdienmodel in de delta-metropool
Draaiknoppen voor sectorbeleid
26. Verdienmodel komt verder onder druk
Afname areaal gaat door (woningbouw, logistiek, energie,
defensie, natuur) – maar de milk belt is niet in gevaar
Op zich niets nieuws
Afhankelijk van vormgeving milieubeleid, arbeidsmigratie (beperking
leidt ook tot lagere uitbetalingsprijzen, hogere arbeidskosten)
En eventuele concurrentie om grond uit plantaardig / biobased
Op bestaande areaal moet het extensiever (waterwinning,
biodiversiteit, KRW, funderingsschade en klimaatbeleid in
o.a. veenweide).
Afhankelijk van vormgeving milieubeleid
Aan klimaatadaptatie(o.a. droogte) is niet te ontkomen:
aanpassing casco landschap (bodem en water sturend)
betekent iets voor de activiteiten op die grond.
27. 27
0
1
2
3
4
5
6
7
8
Baseline 2017 Baseline 2050 Productivity
intended
Nature inclusive
intended
Productivity stricter Nature inclusive
stricter
Equivalent
value
added
(billion
euro)
Other grazing animals Laying hens Broiler
Sows Fattening pigs Dairy
Forestry Arable farming
Source: Reproduced from Gonzalez-
Martinez et al. (2021).
4 scenarios (klimaattafel studie)
Productivity staat grofweg gelijk
aan scheiding; nature aan meer
verweving.
Adopting strict environmental
goals (e.g. net zero CO2) and
pursuing Nature inclusiveness
stricter could lead to a decline
in ‘equivalent’ value added of
agriculture and related sectors
of around 35% compared to the
current situation = around a 1.2
billion euros loss for the primary
agricultural sector
28. Sector-ontwikkeling onder onzekerheid
We kennen niet precies de duurzaamheidsnormen 2040
We kennen zelfs niet exact de duurzaamheidsindicatoren
2040 (welke issues, per kg of per ha ?)
Toch moeten we proberen bij de halvering van bedrijven
naar 2040 (business as usual) bedrijven over te houden die
economisch, ecologisch en sociaal duurzaam zijn.
Dus wil je samen op weg en niet wachten tot 2039
Zo veel mogelijk zekerheid creëren voor ondernemers
Voorlopers belonen, twijfelaars overtuigen
En voorkomen dat bedrijven die nu langs het randje van
duurzaamheid lopen, straks de winnaars zijn.
29. Advies Boeren met Toekomst
Aanbevelingen
Geef de boeren de ruimte om hun eigen
toekomstperspectief te ontwikkelen, binnen duidelijke
duurzaamheidseisen via de volgende acties:
1. Rijk, provincies, waterschappen en gemeenten: zorg
voor maximale duidelijkheid over bedrijfsspecifieke
duurzaamheidsnormen
• zicht op normen 2030, 2040, 2050 ontbreekt
2. Biedt binnen de gestelde normen zo veel mogelijk
vrijheid aan de ondernemer
30. Aanbevelingen
3. Bevorder de totstandkoming van een zo veel mogelijk
geïntegreerd certificeringssysteem en richt een
onafhankelijke autoriteit op die het certificeringssysteem
opzet en monitort
4. Zet in op adequate handhaving op bedrijfsniveau
31. EU
Certificering
Instandhoudingsdoelen (of
klimaatakkoord)
Meetbare eisen voor doelgebied:
bv. KDW of waterkwaliteit
Emissie-eis voor de boerderij als
bron
Overwegingen van
controleerbaarheid en fraude
Middelvoorschrift (“oogsten voor
1 oktober, 3 m. uit sloot”)
Controle boerderij. Liefst vanuit
satelliet.
LNV
NVWA RVO
Sda,
NAK
etc.
Provin-
cie
Ge-
meen
-te
Water-
schap
Indus-
trie
Certificering
Certificatie Autoriteit Landbouw
Certificering van geboden en prestaties
decertificering
Strenger,
niet
alles
kan
overal
Stimulerender,
leerproces
32. Aanbevelingen
4. Rijk en provincie: wees actief betrokken bij
gebiedsprocessen en ondersteun deze
• Gebiedscooperaties
5. Zet in op verduurzaming van keten en
gedragsverandering consument
• als blijkt ketenpartijen te weinig meebewegen,
moet de rijksoverheid maatregelen treffen
• Zie EEAC Advies over duurzame
voedselsystemen:
https://eeac.eu/wp-content/uploads/2022/10/Towards-a-sustainable-food-system-_-An-EEAC-Network-
Position-Paper-PV.pdf
33. Doel van Verplicht Duurzaam Inkopen
(VDI of ‘Bijmengen”)
We willen niet dat bij teruglopend Nederlands volume:
Eventueel wel dat zuivelondernemingen in buitenland sourcen maar niet dat
ze die boeren dezelfde prijs geven als de onze (die niet meer voor
laagwaardige producten zorgen)
Dat huidige duurzaamheidsschema’s zich duurzaam noemen per kg terwijl ze
NPLG eisen per ha niet respecteren (piekbelasters, veenweide) en met name
niet als bepaalde regio’s al door het NPLG proces naar duurzaamheid zijn
gegaan (consumentenbescherming tegen greenwashing)
Door VDI worden de duurzaamste boeren uit de markt ondersteund: ze
krijgen hun meerkosten. Dan loont het om voor de troepen uit te lopen
(en verliest men geen concurrentiekracht in de grondmarkt of de markt
voor emissierechten)
Toeleveranciers en afnemers krijgen meer belang bij innovatie op
duurzaamheid.
34. Boerderij -
Melk
Zuivelindustrie
-Kaas, etc.
Groep Afwachtende bedrijven
(en extra import)
(of groep waar NPLG alle kosten vergoedt
en melkproductie niet terugloopt)
Groep NPLG, VDI Certificaat
Aanbodcurve
schuift, ook
doordat NPLG niet
alle eisen extensi-
vering vergoedt
-q
^p
-q
VDI %
(huidige)
prijs
35. Hoe werkt het technisch?
LNV verplicht alle Nederlandse zuivelbedrijven, eierpakstations en
slachterijen (de RFCs en Vions) om bv. 20% van de totale productie
duurzaam tegen meerprijs in te kopen.
Dat betekent dus ook dat exporteurs van levende dieren, melk en
eieren die verplichting krijgen.
Vergelijk biobrandstoffen in benzine, inlandse tarwe bij
meelproducenten in de jaren 50 (vanwege valutagebrek).
Komt juridisch vermoedelijk neer op een eis aan elke partij die (op
jaarbasis een bepaalde hoeveelheid / bedrag) primaire producten
melk, eieren, dieren binnen Nederland koopt van een boer (def.
Conform landbouwkwaliteitswet = landbouwtelling) verplicht is 20%
certificaten tegen meerprijs te kopen die zijn afgegeven op duurzame
producten van die categorie (zie details verderop).
Vanwege export, m.n. bij dieren en eieren veel voorkomend, moet je
ook de exporteurs meenemen (zolang dit geen EU systeem is).
36. Ondernemingen kunnen specialiseren
Ondernemingen mogen zelf bepalen of ze de duurzame melk onder B2C
label vermarkten, of het fysiek bijmengen. In het laatste geval zijn er
geen extra logistieke kosten.
Verdere efficiency in de keten kan worden bereikt doordat
zuivelbedrijven, slachterijen en eierpakstations binnen hun sector hun
VDI-verplichting op jaarbasis kunnen overdragen. Een systeem dat ook
in de Amerikaanse autoindustrie wordt gebruikt waar een minimum
percentage elektrische auto’s moet worden verkocht.
Dus: als CONO 45% duurzaam bijmengt (terwijl maar 20% verplicht is)
en ARLA maar 5% dan kan CONO een VDI-verplichting in kg melk ter
grootte van 25% van zijn inkopen overdragen aan ARLA die zijn 5% dan
aanvult. Daar zullen ze dan onderling wel een bedragje voor schuiven.
37. Hoe bepalen we wat duurzaam is en
onder VDI valt?
Duurzaam zijn producten van de bedrijven die aan de eindnormen 2030
of 2040 voldoen. Of daar goed naar op weg zijn / bijna zitten en een
gericht toekomstplan hebben. Inclusief duurzaam veevoer
Dat zou dus uit de certificatie van de KPI kunnen rollen, die kan
bedrijven indelen in donkergroen, lichtgroen, geel, oranje (en rood gaat
meteen naar de handhavers, die overtreden de huidige wetten).
Vermoedelijk is het makkelijker om niet te wachten tot je iedereen
certificeert, maar een nieuw 3B-certificeringsschema te maken dat
gebaseerd is op de eis dat je (bijna) aan die toekomstige normen
voldoet. Boeren kunnen zich dan aanmelden. Kan een publiek schema
zijn zoals biologisch, Frankrijk heeft ook een publiek schema HVE voor
duurzaam waarin je een beetje chemie mag gebruiken (wat overigens
nog maar matig lijkt te lopen).
Je kunt ook hele schema’s als Biologisch of Beter voor.. zich aan laten
melden (equivalentie-principe / green by default), mits alle eisen
meegenomen worden.
38. Bepalen van de meerprijs
De te betalen meerprijs zou je op termijn gewoon aan de markt kunnen overlaten:
bedrijven als RFC en Cono moeten maar op zoek naar boeren die aan die eisen al voldoen
en zo’n VDI-certificaat hebben. Als er te weinig zijn, gaat de vergoeding voor
omschakeling omhoog, als er teveel zijn daalt de prijs en moet de overheid die 20%
opschroeven naar bv. 30%.
Of de normen gaan omhoog, naar niveau waarin men helemaal aan eisen 2040
(klimaatneutraal) voldoet.
Voor de eerste jaren zou het handig kunnen zijn om met schemaprijzen te werken,
analoog aan de kostprijsberekeningen in de jaren 50 of de schemaberekeningen die WEcR
jaarlijks maakte voor de biologische varkenshouderij om die op gang te krijgen.
39. Opschaling: VDI is een transitie-instrument
In de loop der tijd zullen meer bedrijven aan de normen volden en door
innovatie zal de benodigde meerprijs (meerkosten) van VDI-producten dalen.
Dan kun je VDI-percentage verhogen van 20 naar 30% etc.
Zo schuif je op naar 100% en dan is zo rond 2040 je doel bereikt. Duurzaamheid
wordt dan door de markt betaald, en de facto zijn de eisen en vergoeding van
marktpartijen dan gelijk aan de emissie-eisen in de omgevingsvergunning.
Op deze wijze klim je naar 100% VDI (duurzaam op NPLG eisen per ha) en is ook
de optimale omvang van de sector en het aantal bedrijven bepaald op bais van
de overheidseisen en de keuzes die boeren maken over wel of niet toepassen
van innovatieve strategien.
40. Effect op gedrag fabrikanten
toeleveranciers (veevoer) en afnemers krijgen meer belang bij innovatie
op duurzaamheid. De overheid steekt miljarden in verdurzaming en dat
helpt de ondernemingen daarbij. Een niet-vrijblijvende bijdrage lijkt dan
redelijk.
Immers, de onderneming die een afzetmarkt (bv. bij Danone die
klimaatneutraal wil) weet te vinden voor de duurzamere bijgemengde
melk of de (toch apart gekanaliseerde) VDI-producten, heeft meer winst /
betere uitbetalingsprijs dan concurrent. Heeft dus belang bij ontwikkelen
van die markt. En bij veel boeren die het goedkoop kunnen leveren, zodat
de prijs van VDI gecertificeerde producten naar beneden gaat.
Concurrentie tussen bv. zuivelondernemingen is dus voortaan ook op
innovatie rond duurzaamheid.
Op langere termijn (als EU niet volgt in dit systeem) zou verplaatsing naar
buitenland kunnen optreden, maar dat is dan wat je wil: we willen niet de
emissie, sector weet het niet te reduceren of een markt te vinden voor het
duurzamere maar duurder product en dan kan een deel van de
kalvermesterij of zuivelproductie of varkensproductie beter over de grens
plaats vinden.
41. Wat betekent dit voor niches/ merken?
Veel Niches / merken als Biologisch, On the way to, Goed voor .., Livar,
2-Sterren etc. hebben hier geen last van, dat zijn
consumentenproposities (B2C).
Als die B2C boeren aan de duurzaamheidseisen van VDI-product
voldoen kunnen ze zich ook VDI laten certificeren en mocht dan de
markt voor hun niche tegenzitten, dan is de meerprijs voor VDI-product
een bodemprijs
Mocht hun meerprijs lager zijn dan die van VDI-certificatie dan kunnen
ze overschakelen (en eventueel doorgroeien in eisen)
Of ze kunnen in de markt blijven als een product met specifieke
karakteristieken (bv. Dierwelzijn, Halal)
Niches moeten zich realiseren dat we nu in de transitie-fase van
institutionalisering zitten en de mainstream verduurzamen. Het lot van
de niche is dat men voorop moet blijven lopen.
VDI voorkomt eventuele greenwashing doordat prikkel is de keurmerken
bij VDI-boerderijen te produceren
42. Stelling: Het volgende kabinet moet de
positie van duurzame boeren in de markt
voor producten en productiemiddelen
versterken.
Voer emissierechten en KPI systeem in en geef duurzame boeren een
voorkeursbehandeling in de markt (bv. minder afroming, recht 1e koop,
uitsluiting niet-duurzamen, die van stoppers laten vervallen)
Verplicht ketenpartijen die melk of dieren kopen een bepaald percentage
producten te kopen van duurzame boeren (“VDI / Bijmengen”).
Gebruik grondbanken om grond aan te kopen (wet voorkeursrecht
gemeenten?) en verpacht of verkoop die aan duurzame boeren
Duurzaamheid van boeren kan bepaald worden door certificeren van KPI,
en toekennen ABCDE-label met verminderde administratieve lasten door
digitalisering papierwinkel.
Argumentatie: maak duidelijk en bewerkstellig welk type boerderij de
toekomst heeft
43. Stelling: Advies aan bedrijfsleven:
Articuleer de missie en visie van de melkveehouderij in een metroppol en pas
daar de strategie op aan
KPI systeem en digitalisering kunt u zelf regelen, maak u niet afhankelijk van de
overheid
Regel ook de certificering efficiënt. Idem digitalisering met integratie KPI en BTW
administratie (betrouwbaarheid en minder administratieve lasten).
Toen in de jaren twintig boeren konden kiezen tussen forfaitaire
inkomstenbelasting en IB op basis van boekhouding, richten
landbouworganisaties en masse coöperatieve boekhoudbureaux op. Bijeffect:
studieclubs. Neem er een voorbeeld aan.
Stimuleer zo ook gebied coöperaties en maak gebiedsplannen (NCR ?). Het
echte probleem is dat de markt faalt in beheer van landschap, ruimte en
emissieruimte. (net als de markt ooit faalde in de zuivel en we coops oprichten)
Voorkom als sector dat je steeds op de voorpagina’s van de krant staat, dat
loopt zelden goed af want dan wordt het een waardendiscussie en chef-sache.
45. Beleidsinstrumenten: hoe veranderen we gedrag?
Informatie (duurzaamheidsverslag, voorlichting boeren, labels
voor B2C)
Bevorder technische innovatie (subsidie of verplichten)
Subsidie op goed gedrag: beloon eco-system-services
Economische instrumenten tegen vervuiling (CO2-belasting,
emissierechten, accijnsen)
(Milieu) vergunningen op productie methoden / emissies
Reguleer productie processen of verbied ze
46. Mechanisme 2. Cluster / agglomeratie effecten
De delta met zijn haven blijven
aantrekkelijk (cluster is lastig
kopieerbaar)
▪ Mix import en eigen producten
▪ Gespecialisede diensten in agri-
business cluster met kenniswerkers
▪ Diepe arbeidsmarkten
▪ Aantrekkelijke woonomgeving voor
personeel in groene metropool
▪ Internationale verbindingen
▪ Koppeling met andere innovatieve
bedrijfstakken (ict, health ?)
46
Milieu-effecten als “bij-effect”
48. 1. NL is een uitstekende plek voor landbouw: delta met goede grond, klimaat, logistiek,
agribusiness dicht bij consumenten. Ook al groeien steden en natuur, >= 1,5 mln ha blijft
beschikbaar. Dit zegt niets over aantal boeren.
Zorg dat goede gronden worden beschermd in RO. Bouw op de slechtste.
De economie van internationale voedselmarkt dwingt efficiënte productie met 5,000 boeren van
300 ha af (Scenario A). Er is dus een klassiek kleine boeren-vraagstuk.
2. Het moet wel passen in de delta-metropool: deze steden zorgen voor de strengste milieu-
eisen. T.o.v. andere sectoren zwakke concurrentieposite in CO2, NH3, grond.
Milieuproblemen zijn veelal regionale problemen (per ha, niet per kg) als gevolg van concentratie.
Level playing field is een illusie. Draai het om en concurreer met de duurzaamste producten
waarvoor Europese consument extra betaalt (Scenario B)
3. Landbouw in de metropool is niet alleen voedselproductie, ook diensten (privaat en
publiek): ruimtebeheer, biodiversiteit, CO2 opslag, energiewinning, waterbeheer, zorg,
recreatie, korte keten, etc..In een diensteneconomie zijn daar kansen op extra inkomen.
Werk aan andere identiteit / missie: niet alleen voedsel, maar: “most innovative metropolitan
business cluster for sustainable and healthy food- and landscape services” (Scenario C)
4. Bepaal emissieruimtes 2040. Breid stelsel verhandelbare emissierechten uit (CO2, NH3).
Geeft duidelijkheid aan boeren op alle thema’s via milieudoelstellingen per bedrijf en daarmee
kunnen ze investeren (ipv afwachten en vee bijzetten tot draconisch quotum komt)
Maakt verschillen in strategie tussen boeren mogelijk, waarbij onderling kosten van bijdragen aan
duurzaamheid worden verrekend. Lokale situatie wordt steeds bepalender (ecologie van bodem
en water, diensten)
49. 5. Maak dedicated supply chains met concepten (als uitwerking van punt 2). Maak
gebruik van de data-revolutie, biedt transparantie.
Boer wordt afhankelijker van keten, van discussie over prijzen / marge naar een relationele
samenwerking (“wat kunnen we voor/met elkaar doen: net-zero CO2?’). Leidt ook tot
zorgplicht ketenpartijen. (Op EU niveau wellicht bijmengen van duurzaam verplichten)
Lukt dat met Duitse en Britse supers en maaltijdbezorgers als JustEatTakeaway, Sodexo ??
6. Volledige transparantie en bedrijfsdoelstellingen vragen om digitaal dashboard met
KPI. Bedrijfscertificering, Eco-score van bedrijven en producten.
Weg met papier, we beginnen hier echt achter te lopen, verspillen miljoenen, doen aan
data science zonder data. Iedereen bouwt eigen website waar boer mag invullen. Robotic
accounting komt niet van de grond.
Let op de governance van de data. Die hoort bij LTO, niet bij John Deere, Lely of RFC.
7. Geef boeren rol in publieke taken met 25-jarige eco-systeemcontracten.
Als in USA, anders zijn ze geen prikkel voor investeren en financieren. (Scenario D)
Zet er een autoriteit tussen zodat boeren minder bang zijn van openbreken door politiek
Geef een prikkel om boeren weer te leren samenwerken in gebieden.
Financieren kan uit 3 a 5 % BTW (consument betaalt geen true price). Armoede vraagt om
inkomenspolitiek niet om lage voedselprijzen, die zijn maar klein deel van uitgavepatroon.
50. 8. Gebiedsprocessen om ruimtelijke ordening te regelen met landinrichting 3.0 Regio’s
verschillen in problematiek en kansen (ook buiten de landbouw). Neem de tijd.
Maak kaarten met emissieruimte per perceel. Waar nodig: graslandplicht
Erken dat het een herstructurering is: snij diep. Er is nu een overproductie van
overheidsbeleid dat steeds geitenpaadjes zoekt, slecht gehandhaafd wordt, na incidenten
weer aangepast. Boeren worden daar tureluurs van. Bouw en overheid wil nu betalen.
Zorg dat de bouw, natuuraanleg (bossenstrategie), energie meebetaalt aan stranded
assets. Laat veel toe in VAB, duurzame boeren hebben immers geen last van buren.
9. Investeer in de toekomst van gezonde duurzame voeding door als topsectoren Agri,
Health, Logistiek met ICT allemaal 30% in een gezamenlijke pot te stoppen.
Profiteer van de gezondheidscrisis. Personal nutrition is de toekomst. Zet een gezamenlijke
food-nutrition-health onderzoeksinfrastructuur op. Waarom hebben de supers met hun
loyalty cards, de credit card companies, Google en Apple (en China) wel al die data ?
10. Agribusiness: zet in op verdere internationalisering.
Proces is al gaande, net als 75 jaar fusies voor schaalgrootte. Of kies niche (“Cono”)
Belang bij metropolitaan landschap voor hoofdkantoor / research lab bij Schiphol, met
goed ondernemersklimaat (fiscaal, kennis), hoogwaardige werkgelegenheid (partners
kenniswerkers!) en paar duizend innovatieve boeren in NW Europa. Dat is belangrijker dan
laatste 25% volume
Er is een goed draaiende arbeidsmarkt voor uitvoerende arbeid (voor zover Nederlands).