SlideShare a Scribd company logo
1 of 82
STABLE-2007
het effectief taxeren
van de dynamische risicofactoren
van zedendelinquenten

Forensische Psychologie Update 2.0
18 juli 2013
Jan Willem van den Berg
Doelstellingen workshop

Na deze workshop heeft u kennis over:
1. methoden van risicotaxatie en hun voor- en
nadelen
2. de dynamische risicofactoren van
zedendelinquenten
3. de (ontwikkeling van de) STABLE-2007 en hoe u
deze binnen uw organisatie zou kunnen gebruiken
Inleiding risicotaxatie
Seksueel delictgedrag

 Nederland 2010: 200.000 incidenten
 30.000 (poging tot) aanranding/verkrachting
 4.000 aangiftes (13%),
 400 veroordelingen (1,3%)
 Kinderen nu tussen 0-15 jr, 140.000 misbruikt

 Ontucht met letsel/dood: 1 tot 3 gevallen per
jaar
Seksueel delictgedrag

 Komt ontzettend veel voor
 Van het meeste wordt geen aangifte gedaan
 Uit de meeste aangiften volgt geen veroordeling

 Zedendelicten met dodelijke afloop zijn zeldzaam
Seksueel delictgedrag

 Daders: meestal eerste seksuele delict
 85% first (sexual) offender
 Meestal mannen jegens vrouwen/meisjes
 Daders 95% mannen, slachtoffers 85% meisjes
en/of vrouwen
 Slachtoffers meestal bekenden (date-rape, incest)
 75%-90% bekenden (aangiftes)
Seksueel delictgedrag

Publieke opinie:






Ze
Ze
Ze
Ze

zijn
zijn
zijn
zijn

heel ziek, stoornis gedefinieerd door delict
inherent slecht (genetisch bepaald)
onverbeterlijk
levensgevaarlijk
Daarmee is het probleem niet
opgelost
 Een groot deel recidiveert niet: veel worden zinloos
hard aangepakt
 Het merendeel is first-offender: er blijft dus veel
aanvoer
 Absurde maatregelen die de kwaliteit van leven
drastisch verminderen, kunnen risicoverhogend
werken (geen woning, sociaal netwerk, werk)
Selectie
Laag risico op recidive: gewoon straffen
‘Baat het niet dan schaadt het niet’ gaat hier niet op! Het
(intensief) behandelen van laag-risico delinquenten lijkt tot
verhoging van recidive te leiden!

Hoog risico op recidive:
Vasthouden/behandelen
Behandelen is niet alleen humaan, maar ook goedkoper
Selectie

Selectie op common sense werkt niet:
gebrek aan common sense
wat logisch lijkt, is niet altijd
waar

Dus: wetenschappelijk onderzoek
Risicofactoren

Wat correleert er zoal niet met seksuele recidive:
ontkenning van seksueel delict
gebrek aan empathie met slachtoffer
ernst van het delict (intrusiviteit/moord)
weinig motivatie voor behandeling
Risicofactoren
Wat correleert er bijvoorbeeld wel met seksuele recidive:
eerdere seksuele delicten
hands-off delicten naast hands-on
seksuele preoccupatie
seksuele voorkeur voor kinderen (m.n. jongetjes)

Kenmerken die verwijzen naar seksuele
deviantie en/of seksuele preoccupatie
Risicofactoren
Wat correleert er bijvoorbeeld wel met seksuele recidive:
psychopathie (vooral in combinatie met seksuele
deviantie)
impulsiviteit/zelfregulatieproblemen
geschiedenis van criminaliteit/geweld
schenden van voorwaarden

Kenmerken die verwijzen naar antisociale
tendensen en impulsiviteit
Drie methoden van
risicotaxatie
Drie methoden van
risicotaxatie
 Ongestructureerd (klinisch) oordeel
 Gestructureerd klinisch oordeel
 Actuariële taxatie
Ongestructureerd klinisch
oordeel

Vanuit de ervaring
en kennis van de
(gedrags)deskundige
Ongestructureerd klinisch
oordeel
Sterke punten
 Flexibel, focus op het individu
Beperkingen
 Lage betrouwbaarheid, dus:
 Geringe predictieve validiteit: slechte
voorspellende waarde (gelijk aan- of
minder dan kans)
 Weinig verbetering over de tijd
(gebrek aan feedback)
Actuariële risicotaxatie

Op basis van empirisch
onderzoek (gedaan op
basis van inzichten
van deskundigen)
Wat willen we weten?

Het risico van nieuw seksueel
delictgedrag
Wat is dat risico?

Van de uitgestroomde zedendelinquenten
(allen) wordt in een periode van 10 jaar
ongeveer 15-20% opnieuw aangeklaagd of
veroordeeld voor een zedendelict

(Hanson et al., 2013; Smid et al., in preparation)
Actuariële risicotaxatie:
Sterke punten
 Empirisch wetenschappelijke onderbouwing
 Objectief, iedereen langs dezelfde lat
 Onderzoek heeft aangetoond dat de meeste
actuariële instrumenten een redelijk tot
goede voorspellende waarde hebben (niet
volmaakt, maar in elk geval aanzienlijk beter dan
zonder)

 Vooral het relatieve risico is zeer consistent!
(Actuariële) Risicotaxatie:
Beperkingen
Instrumenten zijn a-theoretisch en bieden geen
verklarend model: Ze bevatten kenmerken die
correleren met seksuele recidive
 Recidivefactoren zijn geen etiologische
factoren (screening)
 Een correlatie ≠ causaal verband
Actuariële risicotaxatie:
Beperkingen

Actuariele instrumenten hebben een vaste
scoring
 Geen ruimte voor toevoeging extra
(casusspecifieke) factoren
 Geen ruimte voor klinische
weging/eindafweging
Actuariële risicotaxatie:

Actuarieel ≠ Statisch!!!
Er zijn statische (Static-99R) en dynamische
(Stable-2007/Acute-2007) actuariele
risicotaxatie instrumenten voor
zedendelinquenten
Structured Professional
Judgment
Structured Professional
Judgment







Lijkt erg op actuariële risicotaxatie, behalve het
eindoordeel
Is dus niet het verschil tussen statisch en dynamisch,
maar het verschil tussen berekenen en klinisch
afwegen
Werkt als:

De items goed zijn (empirisch gevalideerd) &

De informatievoorziening heel goed is (consensus)
&

De uitvoering zeer consciëntieus is (consensus)
Maar doorgaans niet beter dan de totaalscore…
Voorspelling van seksuele recidive
Instrumenten

d (95% CI)

N (k)

Actuarieel

.67 (.63-.72)

24,089 (81)

Mechanisch (SPJ
optellen)

.66 (.58-.74)

5,838 (29)

SPJ (klinisch
eindoordeel)

.46 (.29-.62)
.59 (.43-.74)

1,131 (6)

.42 (.32-.51)

6,456 (11)

plus
outlier
Ongestructureerd
Klinisch

Hanson & Morton-Bourgon (2009)
Algemene aanbevelingen
(1)
Aanbevelingen met betrekking tot risicotaxatie:
- Gebruik een lijst met empirisch gevalideerde
risicofactoren
- Gebruik een gevalideerde methode om deze
risicofactoren te gebruiken
- Vergelijk de score van de onderzochte pleger met
een normgroep die zijn situatie het best benaderd
Algemene aanbevelingen
(2)
Aanbevelingen met betrekking tot risicotaxatie:
- Waarborg de kwaliteit van de taxaties door een
kwaliteitscontroles in te bouwen
- Herhaal tenminste eenmaal per jaar de taxatie van
de stabiel dynamische risicofactoren (afhankelijk
van de behandelinterventies vaker)
- Beoordeel voor de risicotaxatie: de
delictachtergronden, psychologische
karakteristieken en het huidige gedrag
Ontwikkeling
STATIC/STABLE/ACUTE
Statisch – Dynamisch?
Statische risicofactoren:
onveranderbare factoren die samenhangen met de
kans op seksuele recidive, historisch van aard
Stabiel Dynamische risicofactoren:
persoonlijkheidskenmerken, aangeleerde
gedragspatronen of vaardigheidstekorten die
samenhangen met de kans op seksuele recidive.
Deze kunnen door behandeling veranderen.
Acuut Dynamische risicofactoren:
factoren die samenhangen met de kans op seksuele
recidive en die relatief snel kunnen veranderen
(dagen, weken, maanden) als gevolg van intrapsychische veranderingen of (ingrijpende)
gebeurtenissen in de omgeving.
Drie samenhangende
projecten
1 Meta-analyses
2 Dynamische voorspellers
3 Dynamic Supervision Project
Meta-analyes

- Hanson & Bussiére; 1996 , 1998

Statische risicofactoren zedendelinquenten

- Hanson & Morton-Bourgon; 2004, 2005

Veel belovende stabiel dynamische risicofactoren
van zedendelinquenten

- Hanson & Morton-Bourgon; 2007
Vormen van risicotaxatie
Dynamische voorspellers
(1)
1998, 2000

-

Dossieronderzoek
Interview met toezichthouders
N=208 recidiverende zedendelinquenten
N=201 niet recidiverende zedendelinquenten
In heel Canada
Dynamische voorspellers
(2)
SONAR
Hanson & Harris
STABLE

ACUTE

-

-

Intimiteit tekorten
Sociale contacten
Attitudes
Seksuele zelfregulatie
Algemene zelfregulatie

Middelen misbruik
Emotionele inzinking
Boosheid/Vijandigheid
Toegang tot slachtoffers
Dynamic Supervision
Project (1)
2000-2007

- > 1000 in maatschappij verblijvende
zedendelinquenten (Prospectief; Follow-up van 43 maanden)
- Meerdere jurisdicties in Canada
- Twee staten in Amerika (Alaska & Iowa)
- Doorlopend nieuwe intakes
- Data geleverd door getrainde interviewers
Dynamic Supervision
Project (2)
2000-2007

- Eenmalige score statische risicofactoren

(STATIC-

instrument)

- Zes maandelijks score stabiel dynamische
risicofactoren (STABLE-2000/2007)
- Ieder contact – niet vaker dan wekelijks score acuut
dynamische risicofactoren (ACUTE-2007)
Uitkomsten DSP-project (1)

De STATIC-99 en de STATIC/STABLE combinatie heeft:
- voor de gehele groep een gemiddelde voorspelende
waarde (ROC . 74 - .76)
- Voor incestplegers onvoldoende voorspellende
waarde (ROC .48 - .58)
Let wel: slechts 3 recidive op 180 incestplegers
STATIC/STABLE
Recidives na 3 jaar follow up
(Hanson et al., 2007)

Recidive
percentage

Risico categorie
Uitkomsten DSP-project (2)
‘Uitzonderlijke groep’
plegers met een verstandelijke beperking en plegers
met een psychische aandoening.
- Ze hebben een hogere base-rate voor seksuele
recidive
- Plegers met verstandelijke beperking scoren
gemiddeld hoger op de STABLE
- Er lijkt sprake van een ‘plafondeffect’ op de STABLE.
Komt dit doordat facetten van de psychische
problematiek of verstandelijke beperking als
criminogene behoefte worden gescoord?
Uitkomsten DSP-project (3)
Aboriginals versus niet-aboriginals?
- De STATIC-99 en STATIC/STABLE combinatie
voorspelt onvoldoende.
- Komt dat doordat sommige interviewers niet (goed)
getraind zijn?
- Worden de niet criminogene en criminogene
factoren door elkaar gehaald bij het scoren van de
STABLE?
Uitkomsten DSP-project (4)
Consciëntieuze scoorders!
Interviewers die ‘consciëntieus’ zijn hebben een
duidelijk betere voorspellende waarde (nl. .74-.76
versus .81-.84).
‘Consciëntieus’ ben je als je alle data aanlevert.
- Werk dus nauwgezet en gebruik de handleiding
consequent.
- Blijf met collega’s overleggen bij moeilijke
casussen.
- Scoor regelmatig onafhankelijk van elkaar en
vergelijk de scores.
Bij wie gebruik ik het
instrument?
Doelgroep

STATIC-99(R)

STABLE-2007

ACUTE-2007

Volwassen mannelijke
zedendelinquent

√

√

√

Volwassen zedendelinquent in
maatschappij met delictvrije
periode van 2 tot 10 jaar

√

√

√

Jeugdige plegers van een
zedendelict van 16 & 17 jaar

Met enige
voorzichtigheid

Met enige
voorzichtigheid

Jeugdige plegers jonger dan
16

X

X

Volwassen vrouwelijke
zedendelinquenten

Allen voor
onderzoeksdoeleinden

Allen voor
onderzoeksdoeleinden

TBS tenminste onbegeleid
verlof

√
√

√

X
Allen voor
onderzoeksdoeleinden

√

TBS zonder verlof of begeleid

Met enige
voorzichtigheid

√
N.V.T
STATIC/STABLE/ACUTE
STATIC-99R
Wanneer kun je de
STATIC-99R gebruiken?
 Voor mannen (niet voor vrouwen)
 Van minimaal 18 jaar bij taxatie (jonger:
ERASOR)
 Gearresteerd, of aangeklaagd, of veroordeeld,
of anderszins gesanctioneerd (bijv. uit ambt
gezet)
 Voor een seksueel- of seksueel gerelateerd
delict (sexual assault, assualt, ontvoering)
 Met een identificeerbaar slachtoffer, hands-on
delicten (maar ook exhibitionisme,
voyeurisme, bestialiteit of necrofilie)
 Het slachtoffer kan zijn: een kind, een nietinstemmende volwassene, iemand in een
Wanneer kun je de
STATIC-99R gebruiken?
Ook voor:
 Mannen die zwakbegaafd zijn
 Mannen die reeds geïnstitutionaliseerd zijn
 Mannen met alle culturele achtergronden
 Mannen met Psychische stoornissen (MMD:
schizofrenie/depressie etc.)
 Transseksuele daders (n.a.v. geslacht op
moment van delict)
Niet voor:
 Vrouwen en jongeren
 Mannen met alleen veroordeling(en) voor
prostitutie, pooieren, sex in het openbaar of
bezit van pornografie (categorie B delicten).
 ‘Sexual jealousy’ delicten (crime passionel)
 Mannen die alleen verhoord zijn i.v.m.
delict
 Plegers die al tien jaar of langer delictvrij
in de samenleving verblijven
 HET BEPALEN VAN DE SCHULDVRAAG!
Wat heb je nodig voor
scoring?

 Demografische gegevens
 Strafblad
 Informatie over slachtoffers
De STATIC-99R items
1.
2.
3.

Leeftijd ten tijde van vrijlating (at risk)
Ooit samengewoond (2 jaar of langer)
Index delict bevat veroordeling voor niet-seksueel
geweld
4. Eerdere veroordelingen voor niet-seksueel geweld
5. Alle eerdere seksuele delicten (veroordelingen + aanklachten)
6. Alle eerdere veroordelingsdata (van minimale ernst)
7. Enige veroordeling voor non-contact seksueel delict
8. Enig extrafamiliair slachtoffer
9. Enig onbekend slachtoffer (< 24 uur)
10. Enig mannelijk slachtoffer
STABLE-2007
STABLE-2007

5 secties, 13 items
Secties:
- Belangrijke sociale contacten (1 item)
- Intimiteitsproblemen (5 items)
- Algemene zelfregulatie (3 items)
- Seksuele zelfregulatie (3 items)
- Samenwerking met toezichthouders (1 item)
STABLE scoresysteem

0 – geen probleem
1 – misschien / enigszins een probleem
2 – Ja, zeker een reden tot zorg

Scoor vaak samen (raterdrift/conceptual drift)
Scoren van de
STABLE-2007
- Gebruik alle beschikbare informatie
- Historisch en recent
-

Tot één jaar terug – kijk ook hoe de pleger
veranderd is.

- STABLE (stabiel) – typisch of baseline
functioneren – van het afgelopen en
komende jaar
Zal de verandering
standhouden?
- Uitzonderlijke
omstandigheden?
- Belangrijke
levensgebeurtenissen?
- Externe druk?
- Kwaliteit van bewijs?
- Nieuwe baseline?
Return to baseline
Nieuwe baseline
STABLE-2007
1. Belangrijke sociale
invloeden
2. Vermogen tot vormen
van stabiele relaties
3. Emotionele identificatie
met kinderen
4. Vrouwvijandigheid
5. Sociale
afwijzing/eenzaamheid
6. Interesse in het welzijn
van anderen

7. Impulsief gedrag
8. Probleemoplossende
vaardigheden
9. Negatieve
emotionaliteit
10.Seksuele preoccupatie
11.Seksuele coping
12.Deviante seksuele
interesses
13.Samenwerking met
behandelaars/toezicht
houders
Combineer STATIC-99R
en STABLE-2007
STATIC-99 of STATIC-99R
Categorie

Laag

Laag-Matig
Laag

Matig

Laag-Matig
Matig-Hoog

Laag

Laag-Matig

Matig

Matig-Hoog

Hoog

Hoog

Laag
Hoog (6+)

Laag

Hoog
Matig-Hoog (4,5)

Matig
Laag

Laag-matig (2,3)

Gecombineerde
STATIC/STABLE
Prioriteitscategorie
Laag

Hoog

Laag (1 of lager)

STABLE-2007 Categorie

Hoog

Matig

Hoog

Hoog

Zeer Hoog
Behandeling – wat
betekent dat nu
helemaal?
- STABLE factoren zijn de beste behandeldoelen
- Gebruik de STABLE om je van relevante
informatie te voorzien voor de behandeling
- De STABLE kun je gebruiken als diagnostische
start van je behandeling
- Hoe efficiënt gebruik je je tijd en geld als je alle
plegers altijd alle behandelmodules laat doen?
‘Plegers van ontucht vormen geen
homogene groep. Het is dus
onverstandig om ze te dwingen om
alle aspecten van jouw programmaonderdelen tot in detail te volgen.’

Marshall, W.L. (2004). Cognitive-behavioural treatment of child molesters. In R. Karl
Hanson, Friedmann, Pfafflin, & Manfred Lutz (Eds.). Sexual abuse in the Catholic
church: Scietific and legal perspectives: Proceedings of the conference ‘Abuse of
children and young people by Catholic priests and religious’.
Citta del Vaticano: Libreria editrice Vaticana, pontificia academia pro vita. Pp. 98.
ACUTE-2007
Acuut dynamische risicofactoren

- Korte termijn risico
- Fluctueert snel – door omstandigheden
- Gaat om risicovol gedrag op dit moment

Let op: Gemiddelde op ACUTE-2007 van afgelopen vier
maanden voorspelt beter dan individuele afname
ACUTE-2007
Twee factoren:
Zeden/ Geweld score

Score

Algemeen recidivisme score

Toegang tot potentiële
slachtoffers
Vijandigheid

---> Kopieer deze score --->

Seksuele preoccupatie

---> Kopieer deze score --->

Afwijzing van begeleiding

---> Kopieer deze score --->

---> Kopieer deze score --->

Emotionele inzinking
Wegvallen van sociale steun
Middelenmisbruik
Zeden/ Geweld totaalscore
(Som van vier factoren)

Algemene recidive totaalscore
(Som van alle zeven factoren)

Score
ACUTE-2007 risicocategorieën

SEKSUEEL EN GEWELDDADIG RISICO EN ALGEMEEN
RECIDIVERISICO
Seksueel/ Gewelddadig
categorieën
(Som van vier risicofactoren)

Algemeen recidiverisico
categorieën
(Som van alle zeven risicofactoren)

Lage prioriteit

0

Lage prioriteit

0

Matige prioriteit

1

Matige prioriteit

1–2

Hoge prioriteit

2+

Hoge prioriteit

3+
Combineer STATIC/STABLE
met ACUTE-2007
STATIC-99/R en STABLE-2007
gecombineerde score

ACUTE-2007
score

Huidige
prioriteit

Laag

Laag
Matig
Hoog

Laag
Laag
Matig

Laag-matig of matig-hoog

Laag
Matig
Hoog

Laag
Matig
Hoog

Hoog tot zeer hoog

Laag
Matig
Hoog

Matig
Hoog
Hoog
Relatieve risico per categorie
Relatief recidiverisico binnen 45 dagen op basis van de
gecombineerde
STATIC-99R, STABLE-2007 en ACUTE-2007 scores
LAAG
Risico (N recidive
ratio /totaal)

MATIG

HOOG

Risico (N recidive Risico (N recidive
ratio /totaal)
ratio /totaal)

Zedendelicten

1.0

2/347

2.4

2/146

4.9

13/151

Enig zeden

1.0

7/333

2.3

7/145

4.6

15/156

Geweld of
zeden
Enig misdrijf

1.0

7/331

1.8

5/130

7.0

22/149

1.0

10/271

1.9

11/158

4.5

26/158

Enig recidive

1.0

23/275

1.6

20/149

4.3

48/134
Implicaties voor
toezicht/begeleiding
‘Plat gezegd’
Iemand die ‘Matig’ scoort op de ACUTE-2007 bezoek
je tweemaal zo vaak als iemand die ‘Laag’ scoort.
Iemand die ‘Hoog’ scoort bezoek je viermaal zo vaak
als iemand die ‘Laag’ scoort.
Dus: 2 of 4 maal zoveel inzet van wat je normaal
zou doen (bv. controle van middelen)
STATIC/STABLE
In Nederland
STATIC-99R
Risicotaxatie

Hoog risico:
Tbs

Matig risico:
Ambulant

Laag risico:
Geen
Hoe verhouden de
STATIC-99R en het in
Nederland gebruikelijke
klinisch oordeel zich tot
elkaar?
Vergelijking van negen
instrumenten
(Smid, Wever, Van Beek, Hoebe en Kamphuis, in
preparation)

Recidive gegevens van 397 veroordeelde
zedendelinquenten, uitgestroomd uit
detentie of tbs tussen 1996 en 2002
Conclusie
 Actuariele risicotaxatie, bijvoorbeeld
door middel van de Static-2002R of
Static-99R kan de behandeltoewijzing en samenstelling van
behandelgroepen verbeteren in
termen van recidiverisico
 Daarmee wordt het risk prinicipe
beter nageleefd en kan de
behandeling van zedendeliquenten
efficienter en effectiever worden
STABLE-2007
Onderzoeksdoel

Vergroten van kwaliteit en integriteit van de
behandeling van zedendelinquenten
Door
gestructureerde taxatie en behandeling van de
dynamische risicofactoren
Vraagstellingen

- Betrouwbaarheid en validiteit STABLE-2007?
- Hoe kunnen de dynamische risicofactoren
effectief behandeld worden?
- Effect invoeren STABLE-2007 op proces van
vaststellen, evalueren en monitoren
behandeldoelstellingen zedendelinquenten?
Tijdlijn
Jaar

Doel

2012

Vertaling STATIC/STABLE/ACUTE

2013

Trainen SSA
Data verzamelen

2014

Data verzamelen
Literatuur onderzoek behandelinterventies
Onderzoek betrouwbaarheid STABLE
Data verzamelen
Invoeren aantal (nieuwe) behandelinterventies

2015
2016

Data verzamelen
Onderzoek naar effect invoeren STABLE

2017

Data verzamelen
Effect van interventies gemeten met de STABLE

2018

Data verzamelen
Bij voldoende grote N validiteit STABLE (anders later)
Contactinformatie

Jan Willem van den Berg
Psychotherapeut / GZ-psycholoog
Afdeling Psychotherapie
Van der Hoeven kliniek
jwvandenberg@hoevenkliniek.nl

More Related Content

What's hot

Aggression In Social Psychology
Aggression In Social Psychology Aggression In Social Psychology
Aggression In Social Psychology vibha yadav
 
Biostat training material
Biostat training materialBiostat training material
Biostat training materialYusuf Ahmed
 
Introduction to Forensic psychology
Introduction to Forensic psychologyIntroduction to Forensic psychology
Introduction to Forensic psychologyPsychology Pedia
 
Chapter 3 epidemiologic study design2008
Chapter 3 epidemiologic study design2008Chapter 3 epidemiologic study design2008
Chapter 3 epidemiologic study design2008drtaa62
 
The Ethical Behavior of a Forensic Psychologist
 The Ethical Behavior of a Forensic Psychologist   The Ethical Behavior of a Forensic Psychologist
The Ethical Behavior of a Forensic Psychologist Helping Psychology
 
Social Behavior Part 2
Social Behavior Part 2Social Behavior Part 2
Social Behavior Part 2Sam Georgi
 
Psychology Research Proposal
Psychology Research ProposalPsychology Research Proposal
Psychology Research ProposalHaziq1511
 
The Milgram Experiment
The Milgram ExperimentThe Milgram Experiment
The Milgram ExperimentSam Georgi
 
Causes of aggression copy
Causes of aggression   copyCauses of aggression   copy
Causes of aggression copyRenju Chandran
 
Causal comparative
Causal comparativeCausal comparative
Causal comparativeKPM
 
Clinical assessment and diagnosis (1)
Clinical assessment and diagnosis (1)Clinical assessment and diagnosis (1)
Clinical assessment and diagnosis (1)Devika Manulal
 
Aggression in Social Psychology
Aggression in Social PsychologyAggression in Social Psychology
Aggression in Social PsychologyQuratulaintahir1
 
XNN001 Introductory epidemiological concepts - sampling, bias and error
XNN001 Introductory epidemiological concepts - sampling, bias and errorXNN001 Introductory epidemiological concepts - sampling, bias and error
XNN001 Introductory epidemiological concepts - sampling, bias and errorramseyr
 

What's hot (20)

Aggression In Social Psychology
Aggression In Social Psychology Aggression In Social Psychology
Aggression In Social Psychology
 
Health Psychology
Health PsychologyHealth Psychology
Health Psychology
 
Tachsitoscope
TachsitoscopeTachsitoscope
Tachsitoscope
 
PRESENTATION .pptx
PRESENTATION .pptxPRESENTATION .pptx
PRESENTATION .pptx
 
Aggression
AggressionAggression
Aggression
 
Biostat training material
Biostat training materialBiostat training material
Biostat training material
 
Introduction to Forensic psychology
Introduction to Forensic psychologyIntroduction to Forensic psychology
Introduction to Forensic psychology
 
Chapter 3 epidemiologic study design2008
Chapter 3 epidemiologic study design2008Chapter 3 epidemiologic study design2008
Chapter 3 epidemiologic study design2008
 
The Ethical Behavior of a Forensic Psychologist
 The Ethical Behavior of a Forensic Psychologist   The Ethical Behavior of a Forensic Psychologist
The Ethical Behavior of a Forensic Psychologist
 
Psychodiagnosis
Psychodiagnosis Psychodiagnosis
Psychodiagnosis
 
Social Behavior Part 2
Social Behavior Part 2Social Behavior Part 2
Social Behavior Part 2
 
Psychology Research Proposal
Psychology Research ProposalPsychology Research Proposal
Psychology Research Proposal
 
The Milgram Experiment
The Milgram ExperimentThe Milgram Experiment
The Milgram Experiment
 
Causes of aggression copy
Causes of aggression   copyCauses of aggression   copy
Causes of aggression copy
 
Study designs
Study designsStudy designs
Study designs
 
Behavior Models
Behavior ModelsBehavior Models
Behavior Models
 
Causal comparative
Causal comparativeCausal comparative
Causal comparative
 
Clinical assessment and diagnosis (1)
Clinical assessment and diagnosis (1)Clinical assessment and diagnosis (1)
Clinical assessment and diagnosis (1)
 
Aggression in Social Psychology
Aggression in Social PsychologyAggression in Social Psychology
Aggression in Social Psychology
 
XNN001 Introductory epidemiological concepts - sampling, bias and error
XNN001 Introductory epidemiological concepts - sampling, bias and errorXNN001 Introductory epidemiological concepts - sampling, bias and error
XNN001 Introductory epidemiological concepts - sampling, bias and error
 

Viewers also liked

2008 smid
2008 smid2008 smid
2008 smid604381
 
eindwerk syntra cloud computing final
eindwerk syntra cloud computing finaleindwerk syntra cloud computing final
eindwerk syntra cloud computing finalmitch vandaele
 
Ondernemingsplan Shock Live (Studie project)
Ondernemingsplan Shock Live (Studie project)Ondernemingsplan Shock Live (Studie project)
Ondernemingsplan Shock Live (Studie project)Stefan Mooren
 
Gip: Re-lamping, hou de watts in toom
Gip: Re-lamping, hou de watts in toomGip: Re-lamping, hou de watts in toom
Gip: Re-lamping, hou de watts in toomwybo
 

Viewers also liked (7)

2008 smid
2008 smid2008 smid
2008 smid
 
Masterproef
MasterproefMasterproef
Masterproef
 
Woord vooraf
Woord voorafWoord vooraf
Woord vooraf
 
eindwerk syntra cloud computing final
eindwerk syntra cloud computing finaleindwerk syntra cloud computing final
eindwerk syntra cloud computing final
 
Ondernemingsplan Shock Live (Studie project)
Ondernemingsplan Shock Live (Studie project)Ondernemingsplan Shock Live (Studie project)
Ondernemingsplan Shock Live (Studie project)
 
EindwerkWeb2
EindwerkWeb2EindwerkWeb2
EindwerkWeb2
 
Gip: Re-lamping, hou de watts in toom
Gip: Re-lamping, hou de watts in toomGip: Re-lamping, hou de watts in toom
Gip: Re-lamping, hou de watts in toom
 

Similar to Stable 2007 effectief taxeren dynamische risicofactoren (handout)

Behandeleffect als voorspeller van seksuele recidive (31.12.2013)
Behandeleffect als voorspeller van seksuele recidive (31.12.2013)Behandeleffect als voorspeller van seksuele recidive (31.12.2013)
Behandeleffect als voorspeller van seksuele recidive (31.12.2013)Jan Willem van den Berg
 
Verstandelijk beperkte plegers van seksueel misbruik risicotaxatie en behande...
Verstandelijk beperkte plegers van seksueel misbruik risicotaxatie en behande...Verstandelijk beperkte plegers van seksueel misbruik risicotaxatie en behande...
Verstandelijk beperkte plegers van seksueel misbruik risicotaxatie en behande...Jan Willem van den Berg
 
Intercollegiale opvang na ingrijpende gebeurtenissen - APOG 2016
Intercollegiale opvang na ingrijpende gebeurtenissen - APOG 2016Intercollegiale opvang na ingrijpende gebeurtenissen - APOG 2016
Intercollegiale opvang na ingrijpende gebeurtenissen - APOG 2016Claire Stramrood
 
Webinar PsychoSociale Arbeidsbelasting (PSA)
Webinar PsychoSociale Arbeidsbelasting (PSA)Webinar PsychoSociale Arbeidsbelasting (PSA)
Webinar PsychoSociale Arbeidsbelasting (PSA)SCCM
 
Symposium 'de-kracht-van-schakels'
Symposium 'de-kracht-van-schakels'Symposium 'de-kracht-van-schakels'
Symposium 'de-kracht-van-schakels'Radboudumc
 
2010 Invitational Conference (Nifp En Efp)
2010 Invitational Conference (Nifp En Efp)2010 Invitational Conference (Nifp En Efp)
2010 Invitational Conference (Nifp En Efp)DaanvanBeek
 
‘Indicatiestelling, zorgtoewijzing en AA’: Vincent Hendriks, donderdag 24 nov...
‘Indicatiestelling, zorgtoewijzing en AA’: Vincent Hendriks, donderdag 24 nov...‘Indicatiestelling, zorgtoewijzing en AA’: Vincent Hendriks, donderdag 24 nov...
‘Indicatiestelling, zorgtoewijzing en AA’: Vincent Hendriks, donderdag 24 nov...Triora
 
Burn-out bij jonge medisch specialisten en patiëntveiligheid - A Huijnen
Burn-out bij jonge medisch specialisten en patiëntveiligheid - A HuijnenBurn-out bij jonge medisch specialisten en patiëntveiligheid - A Huijnen
Burn-out bij jonge medisch specialisten en patiëntveiligheid - A HuijnenKNMG Limburg
 
Julius verloskunde igz schellekens 02122011
Julius verloskunde igz schellekens 02122011Julius verloskunde igz schellekens 02122011
Julius verloskunde igz schellekens 02122011WimSchellekens
 
Beter in zorg, best practice .
Beter in zorg, best practice .Beter in zorg, best practice .
Beter in zorg, best practice .centrummaliebaan24
 
StatistischeVaardigheden_20mar2015
StatistischeVaardigheden_20mar2015StatistischeVaardigheden_20mar2015
StatistischeVaardigheden_20mar2015Lennard Pisa
 
Lvb x rnr model studiedag sectie fs nvrg 2013 b
Lvb x rnr model studiedag sectie fs nvrg 2013 bLvb x rnr model studiedag sectie fs nvrg 2013 b
Lvb x rnr model studiedag sectie fs nvrg 2013 bStickMigTig
 
Machine learning en cbs
Machine learning en cbsMachine learning en cbs
Machine learning en cbsDerek de Beurs
 
Peer support helpt jan jaap erwich
Peer support helpt   jan jaap erwichPeer support helpt   jan jaap erwich
Peer support helpt jan jaap erwichKelly Adegeest
 

Similar to Stable 2007 effectief taxeren dynamische risicofactoren (handout) (14)

Behandeleffect als voorspeller van seksuele recidive (31.12.2013)
Behandeleffect als voorspeller van seksuele recidive (31.12.2013)Behandeleffect als voorspeller van seksuele recidive (31.12.2013)
Behandeleffect als voorspeller van seksuele recidive (31.12.2013)
 
Verstandelijk beperkte plegers van seksueel misbruik risicotaxatie en behande...
Verstandelijk beperkte plegers van seksueel misbruik risicotaxatie en behande...Verstandelijk beperkte plegers van seksueel misbruik risicotaxatie en behande...
Verstandelijk beperkte plegers van seksueel misbruik risicotaxatie en behande...
 
Intercollegiale opvang na ingrijpende gebeurtenissen - APOG 2016
Intercollegiale opvang na ingrijpende gebeurtenissen - APOG 2016Intercollegiale opvang na ingrijpende gebeurtenissen - APOG 2016
Intercollegiale opvang na ingrijpende gebeurtenissen - APOG 2016
 
Webinar PsychoSociale Arbeidsbelasting (PSA)
Webinar PsychoSociale Arbeidsbelasting (PSA)Webinar PsychoSociale Arbeidsbelasting (PSA)
Webinar PsychoSociale Arbeidsbelasting (PSA)
 
Symposium 'de-kracht-van-schakels'
Symposium 'de-kracht-van-schakels'Symposium 'de-kracht-van-schakels'
Symposium 'de-kracht-van-schakels'
 
2010 Invitational Conference (Nifp En Efp)
2010 Invitational Conference (Nifp En Efp)2010 Invitational Conference (Nifp En Efp)
2010 Invitational Conference (Nifp En Efp)
 
‘Indicatiestelling, zorgtoewijzing en AA’: Vincent Hendriks, donderdag 24 nov...
‘Indicatiestelling, zorgtoewijzing en AA’: Vincent Hendriks, donderdag 24 nov...‘Indicatiestelling, zorgtoewijzing en AA’: Vincent Hendriks, donderdag 24 nov...
‘Indicatiestelling, zorgtoewijzing en AA’: Vincent Hendriks, donderdag 24 nov...
 
Burn-out bij jonge medisch specialisten en patiëntveiligheid - A Huijnen
Burn-out bij jonge medisch specialisten en patiëntveiligheid - A HuijnenBurn-out bij jonge medisch specialisten en patiëntveiligheid - A Huijnen
Burn-out bij jonge medisch specialisten en patiëntveiligheid - A Huijnen
 
Julius verloskunde igz schellekens 02122011
Julius verloskunde igz schellekens 02122011Julius verloskunde igz schellekens 02122011
Julius verloskunde igz schellekens 02122011
 
Beter in zorg, best practice .
Beter in zorg, best practice .Beter in zorg, best practice .
Beter in zorg, best practice .
 
StatistischeVaardigheden_20mar2015
StatistischeVaardigheden_20mar2015StatistischeVaardigheden_20mar2015
StatistischeVaardigheden_20mar2015
 
Lvb x rnr model studiedag sectie fs nvrg 2013 b
Lvb x rnr model studiedag sectie fs nvrg 2013 bLvb x rnr model studiedag sectie fs nvrg 2013 b
Lvb x rnr model studiedag sectie fs nvrg 2013 b
 
Machine learning en cbs
Machine learning en cbsMachine learning en cbs
Machine learning en cbs
 
Peer support helpt jan jaap erwich
Peer support helpt   jan jaap erwichPeer support helpt   jan jaap erwich
Peer support helpt jan jaap erwich
 

Stable 2007 effectief taxeren dynamische risicofactoren (handout)

  • 1. STABLE-2007 het effectief taxeren van de dynamische risicofactoren van zedendelinquenten Forensische Psychologie Update 2.0 18 juli 2013 Jan Willem van den Berg
  • 2. Doelstellingen workshop Na deze workshop heeft u kennis over: 1. methoden van risicotaxatie en hun voor- en nadelen 2. de dynamische risicofactoren van zedendelinquenten 3. de (ontwikkeling van de) STABLE-2007 en hoe u deze binnen uw organisatie zou kunnen gebruiken
  • 4. Seksueel delictgedrag  Nederland 2010: 200.000 incidenten  30.000 (poging tot) aanranding/verkrachting  4.000 aangiftes (13%),  400 veroordelingen (1,3%)  Kinderen nu tussen 0-15 jr, 140.000 misbruikt  Ontucht met letsel/dood: 1 tot 3 gevallen per jaar
  • 5. Seksueel delictgedrag  Komt ontzettend veel voor  Van het meeste wordt geen aangifte gedaan  Uit de meeste aangiften volgt geen veroordeling  Zedendelicten met dodelijke afloop zijn zeldzaam
  • 6. Seksueel delictgedrag  Daders: meestal eerste seksuele delict  85% first (sexual) offender  Meestal mannen jegens vrouwen/meisjes  Daders 95% mannen, slachtoffers 85% meisjes en/of vrouwen  Slachtoffers meestal bekenden (date-rape, incest)  75%-90% bekenden (aangiftes)
  • 7. Seksueel delictgedrag Publieke opinie:     Ze Ze Ze Ze zijn zijn zijn zijn heel ziek, stoornis gedefinieerd door delict inherent slecht (genetisch bepaald) onverbeterlijk levensgevaarlijk
  • 8. Daarmee is het probleem niet opgelost  Een groot deel recidiveert niet: veel worden zinloos hard aangepakt  Het merendeel is first-offender: er blijft dus veel aanvoer  Absurde maatregelen die de kwaliteit van leven drastisch verminderen, kunnen risicoverhogend werken (geen woning, sociaal netwerk, werk)
  • 9. Selectie Laag risico op recidive: gewoon straffen ‘Baat het niet dan schaadt het niet’ gaat hier niet op! Het (intensief) behandelen van laag-risico delinquenten lijkt tot verhoging van recidive te leiden! Hoog risico op recidive: Vasthouden/behandelen Behandelen is niet alleen humaan, maar ook goedkoper
  • 10. Selectie Selectie op common sense werkt niet: gebrek aan common sense wat logisch lijkt, is niet altijd waar Dus: wetenschappelijk onderzoek
  • 11. Risicofactoren Wat correleert er zoal niet met seksuele recidive: ontkenning van seksueel delict gebrek aan empathie met slachtoffer ernst van het delict (intrusiviteit/moord) weinig motivatie voor behandeling
  • 12. Risicofactoren Wat correleert er bijvoorbeeld wel met seksuele recidive: eerdere seksuele delicten hands-off delicten naast hands-on seksuele preoccupatie seksuele voorkeur voor kinderen (m.n. jongetjes) Kenmerken die verwijzen naar seksuele deviantie en/of seksuele preoccupatie
  • 13. Risicofactoren Wat correleert er bijvoorbeeld wel met seksuele recidive: psychopathie (vooral in combinatie met seksuele deviantie) impulsiviteit/zelfregulatieproblemen geschiedenis van criminaliteit/geweld schenden van voorwaarden Kenmerken die verwijzen naar antisociale tendensen en impulsiviteit
  • 15. Drie methoden van risicotaxatie  Ongestructureerd (klinisch) oordeel  Gestructureerd klinisch oordeel  Actuariële taxatie
  • 16. Ongestructureerd klinisch oordeel Vanuit de ervaring en kennis van de (gedrags)deskundige
  • 17. Ongestructureerd klinisch oordeel Sterke punten  Flexibel, focus op het individu Beperkingen  Lage betrouwbaarheid, dus:  Geringe predictieve validiteit: slechte voorspellende waarde (gelijk aan- of minder dan kans)  Weinig verbetering over de tijd (gebrek aan feedback)
  • 18. Actuariële risicotaxatie Op basis van empirisch onderzoek (gedaan op basis van inzichten van deskundigen)
  • 19. Wat willen we weten? Het risico van nieuw seksueel delictgedrag
  • 20. Wat is dat risico? Van de uitgestroomde zedendelinquenten (allen) wordt in een periode van 10 jaar ongeveer 15-20% opnieuw aangeklaagd of veroordeeld voor een zedendelict (Hanson et al., 2013; Smid et al., in preparation)
  • 21. Actuariële risicotaxatie: Sterke punten  Empirisch wetenschappelijke onderbouwing  Objectief, iedereen langs dezelfde lat  Onderzoek heeft aangetoond dat de meeste actuariële instrumenten een redelijk tot goede voorspellende waarde hebben (niet volmaakt, maar in elk geval aanzienlijk beter dan zonder)  Vooral het relatieve risico is zeer consistent!
  • 22. (Actuariële) Risicotaxatie: Beperkingen Instrumenten zijn a-theoretisch en bieden geen verklarend model: Ze bevatten kenmerken die correleren met seksuele recidive  Recidivefactoren zijn geen etiologische factoren (screening)  Een correlatie ≠ causaal verband
  • 23. Actuariële risicotaxatie: Beperkingen Actuariele instrumenten hebben een vaste scoring  Geen ruimte voor toevoeging extra (casusspecifieke) factoren  Geen ruimte voor klinische weging/eindafweging
  • 24. Actuariële risicotaxatie: Actuarieel ≠ Statisch!!! Er zijn statische (Static-99R) en dynamische (Stable-2007/Acute-2007) actuariele risicotaxatie instrumenten voor zedendelinquenten
  • 26. Structured Professional Judgment     Lijkt erg op actuariële risicotaxatie, behalve het eindoordeel Is dus niet het verschil tussen statisch en dynamisch, maar het verschil tussen berekenen en klinisch afwegen Werkt als:  De items goed zijn (empirisch gevalideerd) &  De informatievoorziening heel goed is (consensus) &  De uitvoering zeer consciëntieus is (consensus) Maar doorgaans niet beter dan de totaalscore…
  • 27. Voorspelling van seksuele recidive Instrumenten d (95% CI) N (k) Actuarieel .67 (.63-.72) 24,089 (81) Mechanisch (SPJ optellen) .66 (.58-.74) 5,838 (29) SPJ (klinisch eindoordeel) .46 (.29-.62) .59 (.43-.74) 1,131 (6) .42 (.32-.51) 6,456 (11) plus outlier Ongestructureerd Klinisch Hanson & Morton-Bourgon (2009)
  • 28. Algemene aanbevelingen (1) Aanbevelingen met betrekking tot risicotaxatie: - Gebruik een lijst met empirisch gevalideerde risicofactoren - Gebruik een gevalideerde methode om deze risicofactoren te gebruiken - Vergelijk de score van de onderzochte pleger met een normgroep die zijn situatie het best benaderd
  • 29. Algemene aanbevelingen (2) Aanbevelingen met betrekking tot risicotaxatie: - Waarborg de kwaliteit van de taxaties door een kwaliteitscontroles in te bouwen - Herhaal tenminste eenmaal per jaar de taxatie van de stabiel dynamische risicofactoren (afhankelijk van de behandelinterventies vaker) - Beoordeel voor de risicotaxatie: de delictachtergronden, psychologische karakteristieken en het huidige gedrag
  • 31. Statisch – Dynamisch? Statische risicofactoren: onveranderbare factoren die samenhangen met de kans op seksuele recidive, historisch van aard Stabiel Dynamische risicofactoren: persoonlijkheidskenmerken, aangeleerde gedragspatronen of vaardigheidstekorten die samenhangen met de kans op seksuele recidive. Deze kunnen door behandeling veranderen. Acuut Dynamische risicofactoren: factoren die samenhangen met de kans op seksuele recidive en die relatief snel kunnen veranderen (dagen, weken, maanden) als gevolg van intrapsychische veranderingen of (ingrijpende) gebeurtenissen in de omgeving.
  • 32. Drie samenhangende projecten 1 Meta-analyses 2 Dynamische voorspellers 3 Dynamic Supervision Project
  • 33. Meta-analyes - Hanson & Bussiére; 1996 , 1998 Statische risicofactoren zedendelinquenten - Hanson & Morton-Bourgon; 2004, 2005 Veel belovende stabiel dynamische risicofactoren van zedendelinquenten - Hanson & Morton-Bourgon; 2007 Vormen van risicotaxatie
  • 34. Dynamische voorspellers (1) 1998, 2000 - Dossieronderzoek Interview met toezichthouders N=208 recidiverende zedendelinquenten N=201 niet recidiverende zedendelinquenten In heel Canada
  • 35. Dynamische voorspellers (2) SONAR Hanson & Harris STABLE ACUTE - - Intimiteit tekorten Sociale contacten Attitudes Seksuele zelfregulatie Algemene zelfregulatie Middelen misbruik Emotionele inzinking Boosheid/Vijandigheid Toegang tot slachtoffers
  • 36. Dynamic Supervision Project (1) 2000-2007 - > 1000 in maatschappij verblijvende zedendelinquenten (Prospectief; Follow-up van 43 maanden) - Meerdere jurisdicties in Canada - Twee staten in Amerika (Alaska & Iowa) - Doorlopend nieuwe intakes - Data geleverd door getrainde interviewers
  • 37. Dynamic Supervision Project (2) 2000-2007 - Eenmalige score statische risicofactoren (STATIC- instrument) - Zes maandelijks score stabiel dynamische risicofactoren (STABLE-2000/2007) - Ieder contact – niet vaker dan wekelijks score acuut dynamische risicofactoren (ACUTE-2007)
  • 38. Uitkomsten DSP-project (1) De STATIC-99 en de STATIC/STABLE combinatie heeft: - voor de gehele groep een gemiddelde voorspelende waarde (ROC . 74 - .76) - Voor incestplegers onvoldoende voorspellende waarde (ROC .48 - .58) Let wel: slechts 3 recidive op 180 incestplegers
  • 39. STATIC/STABLE Recidives na 3 jaar follow up (Hanson et al., 2007) Recidive percentage Risico categorie
  • 40. Uitkomsten DSP-project (2) ‘Uitzonderlijke groep’ plegers met een verstandelijke beperking en plegers met een psychische aandoening. - Ze hebben een hogere base-rate voor seksuele recidive - Plegers met verstandelijke beperking scoren gemiddeld hoger op de STABLE - Er lijkt sprake van een ‘plafondeffect’ op de STABLE. Komt dit doordat facetten van de psychische problematiek of verstandelijke beperking als criminogene behoefte worden gescoord?
  • 41. Uitkomsten DSP-project (3) Aboriginals versus niet-aboriginals? - De STATIC-99 en STATIC/STABLE combinatie voorspelt onvoldoende. - Komt dat doordat sommige interviewers niet (goed) getraind zijn? - Worden de niet criminogene en criminogene factoren door elkaar gehaald bij het scoren van de STABLE?
  • 42. Uitkomsten DSP-project (4) Consciëntieuze scoorders! Interviewers die ‘consciëntieus’ zijn hebben een duidelijk betere voorspellende waarde (nl. .74-.76 versus .81-.84). ‘Consciëntieus’ ben je als je alle data aanlevert. - Werk dus nauwgezet en gebruik de handleiding consequent. - Blijf met collega’s overleggen bij moeilijke casussen. - Scoor regelmatig onafhankelijk van elkaar en vergelijk de scores.
  • 43. Bij wie gebruik ik het instrument? Doelgroep STATIC-99(R) STABLE-2007 ACUTE-2007 Volwassen mannelijke zedendelinquent √ √ √ Volwassen zedendelinquent in maatschappij met delictvrije periode van 2 tot 10 jaar √ √ √ Jeugdige plegers van een zedendelict van 16 & 17 jaar Met enige voorzichtigheid Met enige voorzichtigheid Jeugdige plegers jonger dan 16 X X Volwassen vrouwelijke zedendelinquenten Allen voor onderzoeksdoeleinden Allen voor onderzoeksdoeleinden TBS tenminste onbegeleid verlof √ √ √ X Allen voor onderzoeksdoeleinden √ TBS zonder verlof of begeleid Met enige voorzichtigheid √ N.V.T
  • 46. Wanneer kun je de STATIC-99R gebruiken?  Voor mannen (niet voor vrouwen)  Van minimaal 18 jaar bij taxatie (jonger: ERASOR)  Gearresteerd, of aangeklaagd, of veroordeeld, of anderszins gesanctioneerd (bijv. uit ambt gezet)  Voor een seksueel- of seksueel gerelateerd delict (sexual assault, assualt, ontvoering)  Met een identificeerbaar slachtoffer, hands-on delicten (maar ook exhibitionisme, voyeurisme, bestialiteit of necrofilie)  Het slachtoffer kan zijn: een kind, een nietinstemmende volwassene, iemand in een
  • 47. Wanneer kun je de STATIC-99R gebruiken? Ook voor:  Mannen die zwakbegaafd zijn  Mannen die reeds geïnstitutionaliseerd zijn  Mannen met alle culturele achtergronden  Mannen met Psychische stoornissen (MMD: schizofrenie/depressie etc.)  Transseksuele daders (n.a.v. geslacht op moment van delict)
  • 48. Niet voor:  Vrouwen en jongeren  Mannen met alleen veroordeling(en) voor prostitutie, pooieren, sex in het openbaar of bezit van pornografie (categorie B delicten).  ‘Sexual jealousy’ delicten (crime passionel)  Mannen die alleen verhoord zijn i.v.m. delict  Plegers die al tien jaar of langer delictvrij in de samenleving verblijven  HET BEPALEN VAN DE SCHULDVRAAG!
  • 49.
  • 50. Wat heb je nodig voor scoring?  Demografische gegevens  Strafblad  Informatie over slachtoffers
  • 51. De STATIC-99R items 1. 2. 3. Leeftijd ten tijde van vrijlating (at risk) Ooit samengewoond (2 jaar of langer) Index delict bevat veroordeling voor niet-seksueel geweld 4. Eerdere veroordelingen voor niet-seksueel geweld 5. Alle eerdere seksuele delicten (veroordelingen + aanklachten) 6. Alle eerdere veroordelingsdata (van minimale ernst) 7. Enige veroordeling voor non-contact seksueel delict 8. Enig extrafamiliair slachtoffer 9. Enig onbekend slachtoffer (< 24 uur) 10. Enig mannelijk slachtoffer
  • 53. STABLE-2007 5 secties, 13 items Secties: - Belangrijke sociale contacten (1 item) - Intimiteitsproblemen (5 items) - Algemene zelfregulatie (3 items) - Seksuele zelfregulatie (3 items) - Samenwerking met toezichthouders (1 item)
  • 54. STABLE scoresysteem 0 – geen probleem 1 – misschien / enigszins een probleem 2 – Ja, zeker een reden tot zorg Scoor vaak samen (raterdrift/conceptual drift)
  • 55. Scoren van de STABLE-2007 - Gebruik alle beschikbare informatie - Historisch en recent - Tot één jaar terug – kijk ook hoe de pleger veranderd is. - STABLE (stabiel) – typisch of baseline functioneren – van het afgelopen en komende jaar
  • 56. Zal de verandering standhouden? - Uitzonderlijke omstandigheden? - Belangrijke levensgebeurtenissen? - Externe druk? - Kwaliteit van bewijs? - Nieuwe baseline?
  • 59. STABLE-2007 1. Belangrijke sociale invloeden 2. Vermogen tot vormen van stabiele relaties 3. Emotionele identificatie met kinderen 4. Vrouwvijandigheid 5. Sociale afwijzing/eenzaamheid 6. Interesse in het welzijn van anderen 7. Impulsief gedrag 8. Probleemoplossende vaardigheden 9. Negatieve emotionaliteit 10.Seksuele preoccupatie 11.Seksuele coping 12.Deviante seksuele interesses 13.Samenwerking met behandelaars/toezicht houders
  • 60. Combineer STATIC-99R en STABLE-2007 STATIC-99 of STATIC-99R Categorie Laag Laag-Matig Laag Matig Laag-Matig Matig-Hoog Laag Laag-Matig Matig Matig-Hoog Hoog Hoog Laag Hoog (6+) Laag Hoog Matig-Hoog (4,5) Matig Laag Laag-matig (2,3) Gecombineerde STATIC/STABLE Prioriteitscategorie Laag Hoog Laag (1 of lager) STABLE-2007 Categorie Hoog Matig Hoog Hoog Zeer Hoog
  • 61. Behandeling – wat betekent dat nu helemaal? - STABLE factoren zijn de beste behandeldoelen - Gebruik de STABLE om je van relevante informatie te voorzien voor de behandeling - De STABLE kun je gebruiken als diagnostische start van je behandeling - Hoe efficiënt gebruik je je tijd en geld als je alle plegers altijd alle behandelmodules laat doen?
  • 62. ‘Plegers van ontucht vormen geen homogene groep. Het is dus onverstandig om ze te dwingen om alle aspecten van jouw programmaonderdelen tot in detail te volgen.’ Marshall, W.L. (2004). Cognitive-behavioural treatment of child molesters. In R. Karl Hanson, Friedmann, Pfafflin, & Manfred Lutz (Eds.). Sexual abuse in the Catholic church: Scietific and legal perspectives: Proceedings of the conference ‘Abuse of children and young people by Catholic priests and religious’. Citta del Vaticano: Libreria editrice Vaticana, pontificia academia pro vita. Pp. 98.
  • 64. Acuut dynamische risicofactoren - Korte termijn risico - Fluctueert snel – door omstandigheden - Gaat om risicovol gedrag op dit moment Let op: Gemiddelde op ACUTE-2007 van afgelopen vier maanden voorspelt beter dan individuele afname
  • 65. ACUTE-2007 Twee factoren: Zeden/ Geweld score Score Algemeen recidivisme score Toegang tot potentiële slachtoffers Vijandigheid ---> Kopieer deze score ---> Seksuele preoccupatie ---> Kopieer deze score ---> Afwijzing van begeleiding ---> Kopieer deze score ---> ---> Kopieer deze score ---> Emotionele inzinking Wegvallen van sociale steun Middelenmisbruik Zeden/ Geweld totaalscore (Som van vier factoren) Algemene recidive totaalscore (Som van alle zeven factoren) Score
  • 66. ACUTE-2007 risicocategorieën SEKSUEEL EN GEWELDDADIG RISICO EN ALGEMEEN RECIDIVERISICO Seksueel/ Gewelddadig categorieën (Som van vier risicofactoren) Algemeen recidiverisico categorieën (Som van alle zeven risicofactoren) Lage prioriteit 0 Lage prioriteit 0 Matige prioriteit 1 Matige prioriteit 1–2 Hoge prioriteit 2+ Hoge prioriteit 3+
  • 67. Combineer STATIC/STABLE met ACUTE-2007 STATIC-99/R en STABLE-2007 gecombineerde score ACUTE-2007 score Huidige prioriteit Laag Laag Matig Hoog Laag Laag Matig Laag-matig of matig-hoog Laag Matig Hoog Laag Matig Hoog Hoog tot zeer hoog Laag Matig Hoog Matig Hoog Hoog
  • 68. Relatieve risico per categorie Relatief recidiverisico binnen 45 dagen op basis van de gecombineerde STATIC-99R, STABLE-2007 en ACUTE-2007 scores LAAG Risico (N recidive ratio /totaal) MATIG HOOG Risico (N recidive Risico (N recidive ratio /totaal) ratio /totaal) Zedendelicten 1.0 2/347 2.4 2/146 4.9 13/151 Enig zeden 1.0 7/333 2.3 7/145 4.6 15/156 Geweld of zeden Enig misdrijf 1.0 7/331 1.8 5/130 7.0 22/149 1.0 10/271 1.9 11/158 4.5 26/158 Enig recidive 1.0 23/275 1.6 20/149 4.3 48/134
  • 69. Implicaties voor toezicht/begeleiding ‘Plat gezegd’ Iemand die ‘Matig’ scoort op de ACUTE-2007 bezoek je tweemaal zo vaak als iemand die ‘Laag’ scoort. Iemand die ‘Hoog’ scoort bezoek je viermaal zo vaak als iemand die ‘Laag’ scoort. Dus: 2 of 4 maal zoveel inzet van wat je normaal zou doen (bv. controle van middelen)
  • 73. Hoe verhouden de STATIC-99R en het in Nederland gebruikelijke klinisch oordeel zich tot elkaar?
  • 74.
  • 75. Vergelijking van negen instrumenten (Smid, Wever, Van Beek, Hoebe en Kamphuis, in preparation) Recidive gegevens van 397 veroordeelde zedendelinquenten, uitgestroomd uit detentie of tbs tussen 1996 en 2002
  • 76.
  • 77. Conclusie  Actuariele risicotaxatie, bijvoorbeeld door middel van de Static-2002R of Static-99R kan de behandeltoewijzing en samenstelling van behandelgroepen verbeteren in termen van recidiverisico  Daarmee wordt het risk prinicipe beter nageleefd en kan de behandeling van zedendeliquenten efficienter en effectiever worden
  • 79. Onderzoeksdoel Vergroten van kwaliteit en integriteit van de behandeling van zedendelinquenten Door gestructureerde taxatie en behandeling van de dynamische risicofactoren
  • 80. Vraagstellingen - Betrouwbaarheid en validiteit STABLE-2007? - Hoe kunnen de dynamische risicofactoren effectief behandeld worden? - Effect invoeren STABLE-2007 op proces van vaststellen, evalueren en monitoren behandeldoelstellingen zedendelinquenten?
  • 81. Tijdlijn Jaar Doel 2012 Vertaling STATIC/STABLE/ACUTE 2013 Trainen SSA Data verzamelen 2014 Data verzamelen Literatuur onderzoek behandelinterventies Onderzoek betrouwbaarheid STABLE Data verzamelen Invoeren aantal (nieuwe) behandelinterventies 2015 2016 Data verzamelen Onderzoek naar effect invoeren STABLE 2017 Data verzamelen Effect van interventies gemeten met de STABLE 2018 Data verzamelen Bij voldoende grote N validiteit STABLE (anders later)
  • 82. Contactinformatie Jan Willem van den Berg Psychotherapeut / GZ-psycholoog Afdeling Psychotherapie Van der Hoeven kliniek jwvandenberg@hoevenkliniek.nl

Editor's Notes

  1. Alles wat we hier bespreken heeft betrekking op gepakte daders en het voorkomen van hun eventuele recidive. Heel erg veel blijft buiten beschouwing…
  2. Dit onthouden de precieze cijfers niet
  3. 13% aangifte, percentage afdoeningen is nog lager. Dus dark number is enorm. Alles wat we hier bespreken heeft betrekking op gepakte daders en het voorkomen van hun eventuele recidive. Heel erg veel blijft buiten beschouwing…
  4. Die zitten er wel tussen, maar het geldt zeker niet voor allemaal. Plaatjes sex offenders tv?
  5. RNR
  6. Dit is een belangrijke zijstraat!
  7. Vraag het aan iemand die er verstand van heeft
  8. Onderzoek en praktijk hebben elkaar nodig!
  9. In mijn Nederlandse onderzoek lijkt het tot nu toe op ongeveer hetzelfde uit te komen
  10. High-risk recidiveert altijd veel vaker dan low-risk
  11. Dat geldt voor alle RT instrumenten!
  12. Geen toevoeging: wegen wat gewogen moet worden, niet wegen wat niet gewogen moet worden!!!
  13. Wegen wat gewogen moet worden, niet wegen wat niet gewogen moet worden!!!
  14. En de empirisch items en de klinische afweging?
  15. Items goed: geen toevoeging van gekke dingen: SVR-20 Eindscore vrijwel altijd beter of even goed Dat lukt hier wel aardig, maar niet overal, en dus…
  16. OK: actuarieel is the way to go, wat hebben we dan?
  17. STABLE maakt voorspelling STATIC significant beter, vooral bij conscientieuze beoordelaars (AUC’s boven de .80) Hoog is een relatief begrip (hier hoog-risico seksuele recidive 26%, maar wel 13 x zo vaak als de laag-risico (2%)
  18. 1. Omdat we in de tbs dat niet weten, vullen we de leeftijd nu in. Dus in de gaten houden als iemand een leeftijdsgrens over gaat.
  19. Met name de cursieve zijn typerende zeden dingen die in andere instrumenten minder aan de orde komen.
  20. Groepsdrift kan ook…
  21. Het gaat om de voorspelling (hoe zal het gaan). Op basis van het afegelopen jaar (hoe is het gegaan)
  22. Voorbeeldje eventueel met plaatje
  23. Een aantal komt bekend voor, een aantal zijn nieuw
  24. Relative risk!
  25. Wat gaan we doen? GEBRUIK
  26. Gaat niet alleen om kwantitatief maar ook om kwalitatief. Dus score 1 of 2 kan voor de ene patient wat anders betekenen dan voor de andere.
  27. Ambulant overbehandeld
  28. Ambulant overbehandeld
  29. Voel u vrij om op elk gewenst moment uw vragen commentaar of suggesties met ons te delen