4. ZINTUIGVOORKEUREN
We hebben allemaal een eigen zintuigvoorkeur. Weten welke
voorkeur je hebt geeft veel inzicht.
•VISUEEL:
Waarnemen door te zien. BEELDEN
Leren door iets te zien
•AUDITIEF:
Waarnemen door horen. WOORDEN & GELUIDEN
Leren door te luisteren
•KINESTHETISCH:
Waarnemen door te voelen. VOELT GOED OF NIET
Leren door te voelen en te doen.
5. BASISREGEL 1
• Wees NEUTRAAL, elk oordeel staat contact in de
weg en is voelbaar voor de ander. Vermijd JIJ
boodschappen.
• Elk oordeel staat contact in de weg en is
voelbaar voor de ander.
• Blijf uit oordelen, invullen, denken voor de ander,
oplossen, zorgen voor, ongewenst advies.
LAAT OMA THUIS
(OORDEEL,MENING,ADVIES)
6. BASISREGEL 2
• LUISTEREN
(horen wat de ander te zeggen heeft)
• Laat je invullingen achterwege.
NIVEA = niet invullen voor een ander.
8. BASISREGEL 4
VRAGEN STELLEN &
DOORVRAGEN
•Gesloten vragen: weinig info (ja/nee)
Beginnen met een werkwoord
Heb je een gesprek gehad?
Ben je met de fiets?
Heb je de klant gesproken?
9. BASISREGEL 4
VRAGEN STELLEN &
DOORVRAGEN
•Open vragen: meer info
(wie, wat, waar, wanneer, welk,
hoe)
•Wees een OEN (open, eerlijk,
nieuwsgierig)
10. BASISREGEL 4
VRAGEN STELLEN &
DOORVRAGEN
•Vermijd WAAROM?
- kan leiden tot een verdedigend
antwoord
- soms motiverend
11. BASISREGEL 4
VRAGEN STELLEN EN
DOORVRAGEN
Suggestieve vragen
Vragen waarin het gewenst antwoord
doorklinkt.Een vraag vanuit invulling.
•We zitten hier toch om jou te helpen?
•Je hebt toch geen reden om niet te gaan?
12. BASISREGEL 4
VRAGEN STELLEN EN
DOORVRAGEN
Controle vragen
Vragen waarmee je kunt controleren of je
iets goed begrepen hebt.
•Is dit het antwoord op uw vraag?
•Is het duidelijk wat ik bedoel?
13. NETWERKHAND
Duim:
Wat gaat goed?
Wat vind je geweldig?
Wijsvinger:
Wat wil je bereiken?
Wat is jouw doel?
Middelvinger:
Waar heb jij een hekel aan?
Ringvinger:
Waar ben jij trouw aan?
Pink:
Waarin zou je willen groeien?