SlideShare a Scribd company logo
1 of 55
21 februari 2016
Zoetermeer1
terug in de tijd...
2137-2140 AH (± 1900 v. Chr.)
 Genesis 21: geboorte van Izaak
 Genesis 22: 'de binding van Izaak'
 Genesis 23: Sara's dood en begrafenis
2
Genesis 24:
• vers-voor-vers
• de profetische betekenis:
 Rebekka als type van de bruid (=Israël)
die vanuit de natiën verzameld zal
worden naar het Beloofde Land.
3
Genesis 24
1 Abraham nu was oud en hoogbejaard,
en de HERE had Abraham in alles gezegend.
= tussen de 137 en 140 jaar oud
Gen.17:17, 23:1
• Izaak was 40 toen hij trouwde
Gen.25:20
• Abraham werd in totaal 175 jaar
Gen.25:7
4
Genesis 24
1 Abraham nu was oud en hoogbejaard,
en de HERE had Abraham in alles gezegend.
naar GODS belofte; Gen.12:2; 13:2
5
Genesis 24
2 En Abraham zeide tot zijn knecht,
de oudste in zijn huis,
die alles wat hij had bestuurde:
Leg toch uw hand onder mijn heup,
"de Damascener Eliezer" (?)
Gen.15:2
6
Genesis 24
2 En Abraham zeide tot zijn knecht,
de oudste in zijn huis,
die alles wat hij had bestuurde:
Leg toch uw hand onder mijn heup,
3 opdat ik u doe zweren bij de HERE...
als embleem van voortplanting
(vergl. lendenen; Hebr.7:10)
• van leven dat de dood trotseert
• erfgenamen van de belofte
7
Genesis 24
2 En Abraham zeide tot zijn knecht,
de oudste in zijn huis,
die alles wat hij had bestuurde:
Leg toch uw hand onder mijn heup,
3 opdat ik u doe zweren bij de HERE...
van oudher waren geslachtsdelen heilige krachttermen
 vergl. Latijnse 'testikels' en 'testament'
= getuigen(is)
8
Genesis 24
3 opdat ik u doe zweren bij de HERE,
de God des hemels en der aarde,
dat gij voor mijn zoon
geen vrouw zult nemen
uit de dochters der Kanaanieten,
in wier midden ik woon.
= mijn erfnaam + drager van de belofte
9
Genesis 24
3 opdat ik u doe zweren bij de HERE,
de God des hemels en der aarde,
dat gij voor mijn zoon
geen vrouw zult nemen
uit de dochters der Kanaanieten,
in wier midden ik woon.
Paulus in 2Kor.6:14: "ongelijk span"
10
Genesis 24
4 Maar gij zult naar mijn land
en naar mijn maagschap gaan
om een vrouw te nemen
voor mijn zoon Isaak.
geen eisen m.b.t. status
maar alleen in relatie tot GOD
11
Genesis 24
5 Toen zeide de knecht tot hem:
Misschien zal die vrouw
mij niet willen volgen naar dit land;
moet ik dan uw zoon terugbrengen
naar het land, vanwaar gij uitgetrokken zijt?
12
Genesis 24
6 Maar Abraham zeide tot hem:
Wacht u ervoor mijn zoon
daarheen terug te brengen.
13
Genesis 24
7 De HERE, de God des hemels,
die mij genomen heeft
uit mijns vaders huis
en uit het land mijner maagschap,
en die tot mij gesproken heeft,
en mij heeft gezworen:
aan UW NAGESLACHT
zal Ik DIT LAND geven...
14
Genesis 24
7 ... Hij zal zijn engel voor uw aangezicht
zenden, en gij zult vandaar
voor mijn zoon een vrouw nemen.
15
Genesis 24
8 Indien echter die vrouw u niet wil volgen,
zult gij van deze eed aan mij ontslagen zijn;
alleen, gij zult mijn zoon
daarheen niet terugbrengen.
16
Genesis 24
9 Toen legde de knecht zijn hand
onder de heup van zijn heer Abraham,
en zwoer hem, wat hij gevraagd had.
17
Genesis 24
10 Hierop nam de knecht
tien van de kamelen van zijn heer
en ging op weg met allerlei kostbaarheden
van zijn heer bij zich;
hij maakte zich op
en ging naar Mesopotamie,
naar de stad van Nachor.
want hij ging met een delegatie >
18
Genesis 24:23
... Is er in uws vaders huis voor ONS
plaats om te overnachten?
Genesis 24:32
... en bracht water om zijn voeten en de
voeten der mannen die bij hem waren,
te wassen.
Genesis 24:59
Zij dan lieten hun zuster Rebekka en haar
voedster en de knecht van Abraham en
zijn mannen gaan.
19
Genesis 24
10 Hierop nam de knecht
tien van de kamelen van zijn heer
en ging op weg met allerlei kostbaarheden
van zijn heer bij zich;
hij maakte zich op
en ging naar Mesopotamie,
naar de stad van Nachor.
hij ging een vrouw versieren...
20
Genesis 24
10 Hierop nam de knecht
tien van de kamelen van zijn heer
en ging op weg met allerlei kostbaarheden
van zijn heer bij zich;
hij maakte zich op
en ging naar Mesopotamie,
naar de stad van Nachor.
Grieks voor: 'tussen de rivieren' > Eufraat & Tigris
vandaar: Tweestromenland (zie Hand.7:2!)
Hebreeuws:
Aram-Naharaïm = Aram van twee stromen
21
22
Genesis 24
10 Hierop nam de knecht
tien van de kamelen van zijn heer
en ging op weg met allerlei kostbaarheden
van zijn heer bij zich;
hij maakte zich op
en ging naar Mesopotamie,
naar de stad van Nachor.
naam van grootvader Abram; Gen.11:24
naam van broer Abram; Gen.11:26
23
Genesis 24
11 En hij liet de kamelen neerknielen
buiten de stad bij een waterput,
tegen de avond, de tijd,
dat de vrouwen uitgaan om te putten.
ook typologisch...
de waterbron (=het levende Woord) is
buiten de legerplaats (vergl. Hebr.13:13)
24
Genesis 24
11 En hij liet de kamelen neerknielen
buiten de stad bij een waterput,
tegen de avond, de tijd,
dat de vrouwen uitgaan om te putten.
vergl. de Samaritaanse vrouw
die rond het middaguur ging (Joh.4:6)
25
Genesis 24
12 Toen zeide hij:
HERE, God van mijn heer Abraham,
laat mij toch heden slagen
en bewijs genade aan mijn heer Abraham.
26
Genesis 24
13 Ik sta hier bij de waterbron,
en de dochters van de mannen der stad
gaan uit om water te putten.
andere mannen die hun bruid bij de bron troffen:
 Jakob - Rachel; Gen.29:6
 Mozes -Ziporra; Ex.2:16
27
Genesis 24
14 Laat het nu zo zijn,
dat het meisje, tot wie ik zeg:
Neig toch uw kruik, opdat ik drinke,
en dat zegt: Drink,
en ook uw kamelen zal ik drenken;
dat Gij haar hebt bestemd
voor uw knecht Isaak;
dan zal ik daaraan weten,
dat Gij genade bewezen hebt aan mijn heer.
de toekomstige bruid:
geeft overvloed van levend water aan anderen
28
Genesis 24
15 Hij was nog niet uitgesproken,
of zie, Rebekka,
die geboren was aan Betuel,
de zoon van Milka, de vrouw van Nachor,
de broeder van Abraham,
kwam naar buiten
met haar kruik op haar schouder.
betekent: de boeiende, zij die bindt
29
Genesis 24
15 Hij was nog niet uitgesproken,
of zie, Rebekka,
die geboren was aan Betuel,
de zoon van Milka, de vrouw van Nachor,
de broeder van Abraham,
kwam naar buiten
met haar kruik op haar schouder.
zie stamboom; Gen.11:26-30 >
30
Terah
Nahor &
Milka
Betuël
+ 7
Laban Rebekka
Abram
& Sara
Izaak
Haran
Lot
31
Genesis 24
15 Hij was nog niet uitgesproken,
of zie, Rebekka,
die geboren was aan Betuel,
de zoon van Milka, de vrouw van Nachor,
de broeder van Abraham,
kwam naar buiten
met haar kruik op haar schouder.
zie daar de bruid
vergl. Jes.9:6
"de heerschappij op zijn schouder"
32
Genesis 24
16 En het meisje was
zeer schoon van uiterlijk,
een maagd,
met wie geen man
gemeenschap had gehad.
Zij daalde af naar de bron,
vulde haar kruik, en kwam naar boven.
lett. uitermate goed (om te) zien!
zo ook
• Sara; Gen.12:11
• Rachel; Gen.29:17
• Jozef; Gen.39:6
33
Genesis 24
16 En het meisje was
zeer schoon van uiterlijk,
een maagd,
met wie geen man
gemeenschap had gehad.
Zij daalde af naar de bron,
vulde haar kruik, en kwam naar boven.
maagd = BETULAH =jonge vrouw
ALMAH (24:43) = maagd
"één vlees"-zijn bestemd voor de
man "en zijn vrouw"; Gen.2:24
34
Genesis 24
16 En het meisje was
zeer schoon van uiterlijk,
een maagd,
met wie geen man
gemeenschap had gehad.
Zij daalde af naar de bron,
vulde haar kruik, en kwam naar boven.
35
Genesis 24
17 Toen liep de knecht
haar tegemoet en zeide:
Laat mij toch een weinig water drinken
uit uw kruik.
lett. rende
36
Genesis 24
17 Toen liep de knecht
haar tegemoet en zeide:
Laat mij toch een weinig water drinken
uit uw kruik.
37
Genesis 24
18 Daarop zeide zij: Drink, mijn heer,
en zij liet haar kruik snel op haar hand
neerglijden, en gaf hem te drinken.
38
Genesis 24
19 Toen zij hem genoeg had laten drinken,
zeide zij: Ik zal ook voor uw kamelen putten,
totdat zij genoeg gedronken hebben.
39
Genesis 24
20 Daarop goot zij snel
haar kruik leeg in de drinkbak,
liep andermaal naar de put om te scheppen
en putte voor al zijn kamelen.
één kameel drinkt ± 90 liter (=ong. 6 kruiken)...
40
Genesis 24
21 En de man sloeg haar zwijgend gade
om te weten, of de HERE zijn weg
voorspoedig gemaakt had of niet.
St.Vert.
En de man ontzette zich over haar...
41
Genesis 24
22 Toen de kamelen
genoeg gedronken hadden,
nam de man een gouden ring
van een halve sikkel in gewicht,
en twee armbanden
van tien halve sikkelen goud in gewicht,
St.Vert.
gouden voorhoofdsiersel
hier wordt Rebekka versierd...
met de heerlijkheid van haar heer
42
Genesis 24
23 en hij zeide: Wiens dochter zijt gij?
Vertel het mij toch.
Is er in uws vaders huis
voor ons plaats om te overnachten?
43
Genesis 24
24 Daarop zeide zij tot hem:
Ik ben de dochter van Betuel,
de zoon van Milka,
die zij Nachor gebaard heeft.
44
Genesis 24
25 Verder zeide zij tot hem:
Er is bij ons zowel stro
als voeder in overvloed,
ook plaats om te overnachten.
45
Genesis 24
26 Toen boog de man zijn knieen
en wierp zich neder voor de HERE,
46
Genesis 24
27 en zeide: Geprezen zij de HERE,
de God van mijn heer Abraham,
die zijn goedertierenheid en trouw
niet onttrokken heeft aan mijn heer;
wat mij aangaat,
de HERE heeft mij geleid op de weg
naar het huis der broeders van mijn heer.
47
Genesis 24
28 En het meisje snelde heen
en verhaalde het gebeurde
aan haar moeders huis.
:15 Hij was nog niet uitgesproken, of zie, Rebekka...
:18 zij liet haar kruik snel op haar hand neerglijden...
:20 goot zij snel haar kruik leeg in de drinkbak...
48
Genesis 24
28 En het meisje snelde heen
en verhaalde het gebeurde
aan haar moeders huis.
49
Genesis 24
29 Rebekka nu had een broeder,
die Laban heette.
En Laban snelde naar de man,
naar buiten, bij de bron.
50
Genesis 24
30 Zodra hij namelijk de ring gezien had
en de armbanden
aan de handen van zijn zuster,
en zodra hij de woorden
van zijn zuster Rebekka gehoord had:
Zo heeft die man tot mij gesproken,
ging hij naar de man toe; en zie,
deze stond bij de kamelen aan de bron.
51
Genesis 24
31 En hij zeide:
Kom, gij gezegende des HEREN,
waarom staat gij buiten,
terwijl ik reeds het huis
gereed gemaakt heb
en ook de plaats voor de kamelen.
52
Genesis 24
32 Toen kwam de man in huis.
En men ontzadelde de kamelen,
gaf aan de kamelen stro en voeder
en bracht water om zijn voeten
en de voeten der mannen
die bij hem waren, te wassen.
53
Genesis 24
33 Maar toen hem te eten werd voorgezet,
zeide hij: Ik zal niet eten,
voordat ik mijn woord gesproken heb.
En hij zeide: Spreek.
HET woord eerst...
54
Abraham zegen en voorspoed
Eliezers eed en missie
reis van Eliëzer
gebed van Eliëzer en antwoord
gesprek met Rebekka
aanbidding van JAHWEH
ontvangst van Eliëzer
maaltijd – onderbroken
Abraham zegen en voorspoed
Eliezers eed en missie
reis van Eliëzer
gebed van Eliëzer en antwoord
gesprek met Rebekka
aanbidding van JAHWEH
ontvangst van Eliëzers boodschap
maaltijd - vervolgd
1
2-9
10-11
12-21
22-25
26
27-32
33
34-36
37-41
42
42-45
45-47
48
49-53
54 55

More Related Content

What's hot (20)

Pinksteren
PinksterenPinksteren
Pinksteren
 
Joodse Najaarsfeesten
Joodse NajaarsfeestenJoodse Najaarsfeesten
Joodse Najaarsfeesten
 
Kijk mij eens
Kijk mij eensKijk mij eens
Kijk mij eens
 
Abram abraham
Abram abrahamAbram abraham
Abram abraham
 
Abram wordt Abraham
Abram wordt AbrahamAbram wordt Abraham
Abram wordt Abraham
 
Vreemd kraambezoek
Vreemd kraambezoekVreemd kraambezoek
Vreemd kraambezoek
 
2015 12-26 kerstliederen zingen
2015 12-26 kerstliederen zingen2015 12-26 kerstliederen zingen
2015 12-26 kerstliederen zingen
 
20210319 hand26
20210319 hand2620210319 hand26
20210319 hand26
 
Jefta deel 3 - Jefta's dochter
Jefta deel 3 - Jefta's dochterJefta deel 3 - Jefta's dochter
Jefta deel 3 - Jefta's dochter
 
Berouw
BerouwBerouw
Berouw
 
Zeventig weken
Zeventig wekenZeventig weken
Zeventig weken
 
Babel en Jeruzalem
Babel en JeruzalemBabel en Jeruzalem
Babel en Jeruzalem
 
Samuel
SamuelSamuel
Samuel
 
Augustus 17 2014 09.30
Augustus 17  2014  09.30Augustus 17  2014  09.30
Augustus 17 2014 09.30
 
Jefta 2
Jefta 2Jefta 2
Jefta 2
 
Een ontmoeting bij de bron ......
Een ontmoeting bij de bron ......Een ontmoeting bij de bron ......
Een ontmoeting bij de bron ......
 
Pesach
PesachPesach
Pesach
 
zeventig weken van Daniël
zeventig weken van Daniëlzeventig weken van Daniël
zeventig weken van Daniël
 
In Gods broodhuis wordt het voorzien
In Gods broodhuis wordt het voorzienIn Gods broodhuis wordt het voorzien
In Gods broodhuis wordt het voorzien
 
Openbaring studie 21
Openbaring studie 21Openbaring studie 21
Openbaring studie 21
 

Similar to Rebekka versierd 1

Similar to Rebekka versierd 1 (17)

zie het was Lea...
zie het was Lea...zie het was Lea...
zie het was Lea...
 
Lucas studie 11
Lucas studie 11Lucas studie 11
Lucas studie 11
 
Geboorte simson
Geboorte simsonGeboorte simson
Geboorte simson
 
wie het laatst lacht
wie het laatst lacht wie het laatst lacht
wie het laatst lacht
 
Dutch - Testament of Issachar.pdf
Dutch - Testament of Issachar.pdfDutch - Testament of Issachar.pdf
Dutch - Testament of Issachar.pdf
 
20210112 openb59a
20210112 openb59a20210112 openb59a
20210112 openb59a
 
Reken maar - deel 4
Reken maar - deel 4Reken maar - deel 4
Reken maar - deel 4
 
Reken maar - deel 4
Reken maar - deel 4Reken maar - deel 4
Reken maar - deel 4
 
Dutch - Bel and the Dragon.pdf
Dutch - Bel and the Dragon.pdfDutch - Bel and the Dragon.pdf
Dutch - Bel and the Dragon.pdf
 
Jakob kudde
Jakob kuddeJakob kudde
Jakob kudde
 
de laatste Adam als hovenier
de laatste Adam als hovenierde laatste Adam als hovenier
de laatste Adam als hovenier
 
Zie het was Lea
Zie het was LeaZie het was Lea
Zie het was Lea
 
Isaak bij de Filistijnen
Isaak bij de FilistijnenIsaak bij de Filistijnen
Isaak bij de Filistijnen
 
Tijdlijn 5
Tijdlijn 5Tijdlijn 5
Tijdlijn 5
 
Johannes studie 12
Johannes studie 12Johannes studie 12
Johannes studie 12
 
de geboorte van Simson
de geboorte van Simsonde geboorte van Simson
de geboorte van Simson
 
Worstelen om een zegen
Worstelen om een zegenWorstelen om een zegen
Worstelen om een zegen
 

More from goedbericht

Openbaring studie 38
Openbaring studie 38Openbaring studie 38
Openbaring studie 38goedbericht
 
houdt God van alle mensen
houdt God van alle mensenhoudt God van alle mensen
houdt God van alle mensengoedbericht
 
die alléén onsterfelijkheid heeft
die alléén onsterfelijkheid heeftdie alléén onsterfelijkheid heeft
die alléén onsterfelijkheid heeftgoedbericht
 
GOD maakt dat ik lach
GOD maakt dat ik lachGOD maakt dat ik lach
GOD maakt dat ik lachgoedbericht
 
Koers houden (3) - maar jij!
Koers houden (3) - maar jij!Koers houden (3) - maar jij!
Koers houden (3) - maar jij!goedbericht
 
de jongeling te Nain
de jongeling te Nainde jongeling te Nain
de jongeling te Naingoedbericht
 
Koers houden 1 - gevaarlijke tijden
Koers houden 1 - gevaarlijke tijdenKoers houden 1 - gevaarlijke tijden
Koers houden 1 - gevaarlijke tijdengoedbericht
 
coronavirus uiting van Gods toorn
coronavirus uiting van Gods toorncoronavirus uiting van Gods toorn
coronavirus uiting van Gods toorngoedbericht
 
roemen in de hoop!
roemen in de hoop!roemen in de hoop!
roemen in de hoop!goedbericht
 
als een lamp in een duistere plaats
als een lamp in een duistere plaatsals een lamp in een duistere plaats
als een lamp in een duistere plaatsgoedbericht
 
Openbaring studie 33
Openbaring studie 33Openbaring studie 33
Openbaring studie 33goedbericht
 
vergeving in bloeduitgieten?
vergeving in bloeduitgieten?vergeving in bloeduitgieten?
vergeving in bloeduitgieten?goedbericht
 

More from goedbericht (20)

Welke dag 1
Welke dag 1Welke dag 1
Welke dag 1
 
Openbaring studie 38
Openbaring studie 38Openbaring studie 38
Openbaring studie 38
 
houdt God van alle mensen
houdt God van alle mensenhoudt God van alle mensen
houdt God van alle mensen
 
die alléén onsterfelijkheid heeft
die alléén onsterfelijkheid heeftdie alléén onsterfelijkheid heeft
die alléén onsterfelijkheid heeft
 
Koers houden 4
Koers houden 4Koers houden 4
Koers houden 4
 
GOD maakt dat ik lach
GOD maakt dat ik lachGOD maakt dat ik lach
GOD maakt dat ik lach
 
Koers houden (3) - maar jij!
Koers houden (3) - maar jij!Koers houden (3) - maar jij!
Koers houden (3) - maar jij!
 
Openbaring 36
Openbaring 36Openbaring 36
Openbaring 36
 
de jongeling te Nain
de jongeling te Nainde jongeling te Nain
de jongeling te Nain
 
Koers houden 2
Koers houden 2Koers houden 2
Koers houden 2
 
Koers houden 2
Koers houden 2Koers houden 2
Koers houden 2
 
Openbaring 35
Openbaring 35Openbaring 35
Openbaring 35
 
Koers houden 1 - gevaarlijke tijden
Koers houden 1 - gevaarlijke tijdenKoers houden 1 - gevaarlijke tijden
Koers houden 1 - gevaarlijke tijden
 
coronavirus uiting van Gods toorn
coronavirus uiting van Gods toorncoronavirus uiting van Gods toorn
coronavirus uiting van Gods toorn
 
roemen in de hoop!
roemen in de hoop!roemen in de hoop!
roemen in de hoop!
 
Openbaring 34
Openbaring 34Openbaring 34
Openbaring 34
 
als een lamp in een duistere plaats
als een lamp in een duistere plaatsals een lamp in een duistere plaats
als een lamp in een duistere plaats
 
Openbaring studie 33
Openbaring studie 33Openbaring studie 33
Openbaring studie 33
 
vergeving in bloeduitgieten?
vergeving in bloeduitgieten?vergeving in bloeduitgieten?
vergeving in bloeduitgieten?
 
wat is waarheid
wat is waarheidwat is waarheid
wat is waarheid
 

Rebekka versierd 1

  • 2. terug in de tijd... 2137-2140 AH (± 1900 v. Chr.)  Genesis 21: geboorte van Izaak  Genesis 22: 'de binding van Izaak'  Genesis 23: Sara's dood en begrafenis 2
  • 3. Genesis 24: • vers-voor-vers • de profetische betekenis:  Rebekka als type van de bruid (=Israël) die vanuit de natiën verzameld zal worden naar het Beloofde Land. 3
  • 4. Genesis 24 1 Abraham nu was oud en hoogbejaard, en de HERE had Abraham in alles gezegend. = tussen de 137 en 140 jaar oud Gen.17:17, 23:1 • Izaak was 40 toen hij trouwde Gen.25:20 • Abraham werd in totaal 175 jaar Gen.25:7 4
  • 5. Genesis 24 1 Abraham nu was oud en hoogbejaard, en de HERE had Abraham in alles gezegend. naar GODS belofte; Gen.12:2; 13:2 5
  • 6. Genesis 24 2 En Abraham zeide tot zijn knecht, de oudste in zijn huis, die alles wat hij had bestuurde: Leg toch uw hand onder mijn heup, "de Damascener Eliezer" (?) Gen.15:2 6
  • 7. Genesis 24 2 En Abraham zeide tot zijn knecht, de oudste in zijn huis, die alles wat hij had bestuurde: Leg toch uw hand onder mijn heup, 3 opdat ik u doe zweren bij de HERE... als embleem van voortplanting (vergl. lendenen; Hebr.7:10) • van leven dat de dood trotseert • erfgenamen van de belofte 7
  • 8. Genesis 24 2 En Abraham zeide tot zijn knecht, de oudste in zijn huis, die alles wat hij had bestuurde: Leg toch uw hand onder mijn heup, 3 opdat ik u doe zweren bij de HERE... van oudher waren geslachtsdelen heilige krachttermen  vergl. Latijnse 'testikels' en 'testament' = getuigen(is) 8
  • 9. Genesis 24 3 opdat ik u doe zweren bij de HERE, de God des hemels en der aarde, dat gij voor mijn zoon geen vrouw zult nemen uit de dochters der Kanaanieten, in wier midden ik woon. = mijn erfnaam + drager van de belofte 9
  • 10. Genesis 24 3 opdat ik u doe zweren bij de HERE, de God des hemels en der aarde, dat gij voor mijn zoon geen vrouw zult nemen uit de dochters der Kanaanieten, in wier midden ik woon. Paulus in 2Kor.6:14: "ongelijk span" 10
  • 11. Genesis 24 4 Maar gij zult naar mijn land en naar mijn maagschap gaan om een vrouw te nemen voor mijn zoon Isaak. geen eisen m.b.t. status maar alleen in relatie tot GOD 11
  • 12. Genesis 24 5 Toen zeide de knecht tot hem: Misschien zal die vrouw mij niet willen volgen naar dit land; moet ik dan uw zoon terugbrengen naar het land, vanwaar gij uitgetrokken zijt? 12
  • 13. Genesis 24 6 Maar Abraham zeide tot hem: Wacht u ervoor mijn zoon daarheen terug te brengen. 13
  • 14. Genesis 24 7 De HERE, de God des hemels, die mij genomen heeft uit mijns vaders huis en uit het land mijner maagschap, en die tot mij gesproken heeft, en mij heeft gezworen: aan UW NAGESLACHT zal Ik DIT LAND geven... 14
  • 15. Genesis 24 7 ... Hij zal zijn engel voor uw aangezicht zenden, en gij zult vandaar voor mijn zoon een vrouw nemen. 15
  • 16. Genesis 24 8 Indien echter die vrouw u niet wil volgen, zult gij van deze eed aan mij ontslagen zijn; alleen, gij zult mijn zoon daarheen niet terugbrengen. 16
  • 17. Genesis 24 9 Toen legde de knecht zijn hand onder de heup van zijn heer Abraham, en zwoer hem, wat hij gevraagd had. 17
  • 18. Genesis 24 10 Hierop nam de knecht tien van de kamelen van zijn heer en ging op weg met allerlei kostbaarheden van zijn heer bij zich; hij maakte zich op en ging naar Mesopotamie, naar de stad van Nachor. want hij ging met een delegatie > 18
  • 19. Genesis 24:23 ... Is er in uws vaders huis voor ONS plaats om te overnachten? Genesis 24:32 ... en bracht water om zijn voeten en de voeten der mannen die bij hem waren, te wassen. Genesis 24:59 Zij dan lieten hun zuster Rebekka en haar voedster en de knecht van Abraham en zijn mannen gaan. 19
  • 20. Genesis 24 10 Hierop nam de knecht tien van de kamelen van zijn heer en ging op weg met allerlei kostbaarheden van zijn heer bij zich; hij maakte zich op en ging naar Mesopotamie, naar de stad van Nachor. hij ging een vrouw versieren... 20
  • 21. Genesis 24 10 Hierop nam de knecht tien van de kamelen van zijn heer en ging op weg met allerlei kostbaarheden van zijn heer bij zich; hij maakte zich op en ging naar Mesopotamie, naar de stad van Nachor. Grieks voor: 'tussen de rivieren' > Eufraat & Tigris vandaar: Tweestromenland (zie Hand.7:2!) Hebreeuws: Aram-Naharaïm = Aram van twee stromen 21
  • 22. 22
  • 23. Genesis 24 10 Hierop nam de knecht tien van de kamelen van zijn heer en ging op weg met allerlei kostbaarheden van zijn heer bij zich; hij maakte zich op en ging naar Mesopotamie, naar de stad van Nachor. naam van grootvader Abram; Gen.11:24 naam van broer Abram; Gen.11:26 23
  • 24. Genesis 24 11 En hij liet de kamelen neerknielen buiten de stad bij een waterput, tegen de avond, de tijd, dat de vrouwen uitgaan om te putten. ook typologisch... de waterbron (=het levende Woord) is buiten de legerplaats (vergl. Hebr.13:13) 24
  • 25. Genesis 24 11 En hij liet de kamelen neerknielen buiten de stad bij een waterput, tegen de avond, de tijd, dat de vrouwen uitgaan om te putten. vergl. de Samaritaanse vrouw die rond het middaguur ging (Joh.4:6) 25
  • 26. Genesis 24 12 Toen zeide hij: HERE, God van mijn heer Abraham, laat mij toch heden slagen en bewijs genade aan mijn heer Abraham. 26
  • 27. Genesis 24 13 Ik sta hier bij de waterbron, en de dochters van de mannen der stad gaan uit om water te putten. andere mannen die hun bruid bij de bron troffen:  Jakob - Rachel; Gen.29:6  Mozes -Ziporra; Ex.2:16 27
  • 28. Genesis 24 14 Laat het nu zo zijn, dat het meisje, tot wie ik zeg: Neig toch uw kruik, opdat ik drinke, en dat zegt: Drink, en ook uw kamelen zal ik drenken; dat Gij haar hebt bestemd voor uw knecht Isaak; dan zal ik daaraan weten, dat Gij genade bewezen hebt aan mijn heer. de toekomstige bruid: geeft overvloed van levend water aan anderen 28
  • 29. Genesis 24 15 Hij was nog niet uitgesproken, of zie, Rebekka, die geboren was aan Betuel, de zoon van Milka, de vrouw van Nachor, de broeder van Abraham, kwam naar buiten met haar kruik op haar schouder. betekent: de boeiende, zij die bindt 29
  • 30. Genesis 24 15 Hij was nog niet uitgesproken, of zie, Rebekka, die geboren was aan Betuel, de zoon van Milka, de vrouw van Nachor, de broeder van Abraham, kwam naar buiten met haar kruik op haar schouder. zie stamboom; Gen.11:26-30 > 30
  • 31. Terah Nahor & Milka Betuël + 7 Laban Rebekka Abram & Sara Izaak Haran Lot 31
  • 32. Genesis 24 15 Hij was nog niet uitgesproken, of zie, Rebekka, die geboren was aan Betuel, de zoon van Milka, de vrouw van Nachor, de broeder van Abraham, kwam naar buiten met haar kruik op haar schouder. zie daar de bruid vergl. Jes.9:6 "de heerschappij op zijn schouder" 32
  • 33. Genesis 24 16 En het meisje was zeer schoon van uiterlijk, een maagd, met wie geen man gemeenschap had gehad. Zij daalde af naar de bron, vulde haar kruik, en kwam naar boven. lett. uitermate goed (om te) zien! zo ook • Sara; Gen.12:11 • Rachel; Gen.29:17 • Jozef; Gen.39:6 33
  • 34. Genesis 24 16 En het meisje was zeer schoon van uiterlijk, een maagd, met wie geen man gemeenschap had gehad. Zij daalde af naar de bron, vulde haar kruik, en kwam naar boven. maagd = BETULAH =jonge vrouw ALMAH (24:43) = maagd "één vlees"-zijn bestemd voor de man "en zijn vrouw"; Gen.2:24 34
  • 35. Genesis 24 16 En het meisje was zeer schoon van uiterlijk, een maagd, met wie geen man gemeenschap had gehad. Zij daalde af naar de bron, vulde haar kruik, en kwam naar boven. 35
  • 36. Genesis 24 17 Toen liep de knecht haar tegemoet en zeide: Laat mij toch een weinig water drinken uit uw kruik. lett. rende 36
  • 37. Genesis 24 17 Toen liep de knecht haar tegemoet en zeide: Laat mij toch een weinig water drinken uit uw kruik. 37
  • 38. Genesis 24 18 Daarop zeide zij: Drink, mijn heer, en zij liet haar kruik snel op haar hand neerglijden, en gaf hem te drinken. 38
  • 39. Genesis 24 19 Toen zij hem genoeg had laten drinken, zeide zij: Ik zal ook voor uw kamelen putten, totdat zij genoeg gedronken hebben. 39
  • 40. Genesis 24 20 Daarop goot zij snel haar kruik leeg in de drinkbak, liep andermaal naar de put om te scheppen en putte voor al zijn kamelen. één kameel drinkt ± 90 liter (=ong. 6 kruiken)... 40
  • 41. Genesis 24 21 En de man sloeg haar zwijgend gade om te weten, of de HERE zijn weg voorspoedig gemaakt had of niet. St.Vert. En de man ontzette zich over haar... 41
  • 42. Genesis 24 22 Toen de kamelen genoeg gedronken hadden, nam de man een gouden ring van een halve sikkel in gewicht, en twee armbanden van tien halve sikkelen goud in gewicht, St.Vert. gouden voorhoofdsiersel hier wordt Rebekka versierd... met de heerlijkheid van haar heer 42
  • 43. Genesis 24 23 en hij zeide: Wiens dochter zijt gij? Vertel het mij toch. Is er in uws vaders huis voor ons plaats om te overnachten? 43
  • 44. Genesis 24 24 Daarop zeide zij tot hem: Ik ben de dochter van Betuel, de zoon van Milka, die zij Nachor gebaard heeft. 44
  • 45. Genesis 24 25 Verder zeide zij tot hem: Er is bij ons zowel stro als voeder in overvloed, ook plaats om te overnachten. 45
  • 46. Genesis 24 26 Toen boog de man zijn knieen en wierp zich neder voor de HERE, 46
  • 47. Genesis 24 27 en zeide: Geprezen zij de HERE, de God van mijn heer Abraham, die zijn goedertierenheid en trouw niet onttrokken heeft aan mijn heer; wat mij aangaat, de HERE heeft mij geleid op de weg naar het huis der broeders van mijn heer. 47
  • 48. Genesis 24 28 En het meisje snelde heen en verhaalde het gebeurde aan haar moeders huis. :15 Hij was nog niet uitgesproken, of zie, Rebekka... :18 zij liet haar kruik snel op haar hand neerglijden... :20 goot zij snel haar kruik leeg in de drinkbak... 48
  • 49. Genesis 24 28 En het meisje snelde heen en verhaalde het gebeurde aan haar moeders huis. 49
  • 50. Genesis 24 29 Rebekka nu had een broeder, die Laban heette. En Laban snelde naar de man, naar buiten, bij de bron. 50
  • 51. Genesis 24 30 Zodra hij namelijk de ring gezien had en de armbanden aan de handen van zijn zuster, en zodra hij de woorden van zijn zuster Rebekka gehoord had: Zo heeft die man tot mij gesproken, ging hij naar de man toe; en zie, deze stond bij de kamelen aan de bron. 51
  • 52. Genesis 24 31 En hij zeide: Kom, gij gezegende des HEREN, waarom staat gij buiten, terwijl ik reeds het huis gereed gemaakt heb en ook de plaats voor de kamelen. 52
  • 53. Genesis 24 32 Toen kwam de man in huis. En men ontzadelde de kamelen, gaf aan de kamelen stro en voeder en bracht water om zijn voeten en de voeten der mannen die bij hem waren, te wassen. 53
  • 54. Genesis 24 33 Maar toen hem te eten werd voorgezet, zeide hij: Ik zal niet eten, voordat ik mijn woord gesproken heb. En hij zeide: Spreek. HET woord eerst... 54
  • 55. Abraham zegen en voorspoed Eliezers eed en missie reis van Eliëzer gebed van Eliëzer en antwoord gesprek met Rebekka aanbidding van JAHWEH ontvangst van Eliëzer maaltijd – onderbroken Abraham zegen en voorspoed Eliezers eed en missie reis van Eliëzer gebed van Eliëzer en antwoord gesprek met Rebekka aanbidding van JAHWEH ontvangst van Eliëzers boodschap maaltijd - vervolgd 1 2-9 10-11 12-21 22-25 26 27-32 33 34-36 37-41 42 42-45 45-47 48 49-53 54 55