2. 1 Een psalm van David.
JAHWEH zegt met nadruk tot mijn Heer:
zit aan mijn rechterhand
totdat Ik uw vijanden stel
tot een voetenbank voor uw voeten.
2 JAHWEH zendt uw krachtige scepter uit vanuit Sion:
heers temidden van uw vijanden.
3 Uw volk is gewillig in de dag van uw vermogen, in heilige
eer; vanuit de schoot van de dageraad zal voor u de dauw van
uw jeugd zijn.
4 JAHWEH heeft gezworen en het zal Hem niet spijten:
U bent priester tot in de aeon naar de orde van Melchizedek.
5 Mijn Heer is aan uw rechterhand.
Hij doorboort koningen in de dag van zijn toorn.
6 Hij zal recht verschaffen temidden van natiën,
Hij vult ze met dode lichamen,
Hij doorboort het hoofd van een immens land.
7 Hij zal uit de waterstroom onderweg drinken,
daarom heft hij het hoofd omhoog.
3. 1 Een psalm van David.
JAHWEH zegt met nadruk
tot mijn Heer: zit aan mijn rechterhand
totdat Ik uw vijanden stel
tot een voetenbank voor uw voeten.
2 JAHWEH zendt uw krachtige scepter uit vanuit Sion:
heers temidden van uw vijanden.
3 Uw volk is gewillig in de dag van uw vermogen, in
heilige eer; vanuit de schoot van de dageraad zal
voor u de dauw van uw jeugd zijn.
4 JAHWEH heeft gezworen en het zal Hem niet spijten:
U bent priester tot in de aeon naar de orde van Melchizedek.
5 Mijn Heer is aan uw rechterhand.
Hij doorboort koningen in de dag van zijn toorn.
6 Hij zal recht verschaffen temidden van natiën,
Hij vult ze met dode lichamen,
Hij doorboort het hoofd van een immens land.
7 Hij zal uit de waterstroom onderweg drinken,
daarom heft hij het hoofd omhoog.
structuur van Psalm 110
4. 1 Een psalm van David.
JAHWEH zegt met nadruk
tot mijn Heer: zit aan mijn rechterhand
totdat Ik uw vijanden stel
tot een voetenbank voor uw voeten.
2 JAHWEH zendt uw krachtige scepter uit vanuit Sion:
heers temidden van uw vijanden.
3 Uw volk is gewillig in de dag van uw vermogen, in
heilige eer; vanuit de schoot van de dageraad zal
voor u de dauw van uw jeugd zijn.
4 JAHWEH heeft gezworen en het zal Hem niet spijten:
U bent priester tot in de aeon naar de orde van Melchizedek.
5 Mijn Heer is aan uw rechterhand.
Hij doorboort koningen in de dag van zijn toorn.
6 Hij zal recht verschaffen temidden van natiën,
Hij vult ze met dode lichamen,
Hij doorboort het hoofd van een immens land.
7 Hij zal uit de waterstroom onderweg drinken,
daarom heft hij het hoofd omhoog.
structuur van Psalm 110
5. 1 Een psalm van David.
JAHWEH zegt met nadruk
tot mijn Heer: zit aan mijn rechterhand
totdat Ik uw vijanden stel
tot een voetenbank voor uw voeten.
2 JAHWEH zendt uw krachtige scepter uit vanuit Sion:
heers temidden van uw vijanden.
3 Uw volk is gewillig in de dag van uw vermogen, in
heilige eer; vanuit de schoot van de dageraad zal
voor u de dauw van uw jeugd zijn.
4 JAHWEH heeft gezworen en het zal Hem niet spijten:
U bent priester tot in de aeon naar de orde van Melchizedek.
5 Mijn Heer is aan uw rechterhand.
Hij doorboort koningen in de dag van zijn toorn.
6 Hij zal recht verschaffen temidden van natiën,
Hij vult ze met dode lichamen,
Hij doorboort het hoofd van een immens land.
7 Hij zal uit de waterstroom onderweg drinken,
daarom heft hij het hoofd omhoog.
structuur van Psalm 110
6. 1 Een psalm van David.
JAHWEH zegt met nadruk
tot mijn Heer: zit aan mijn rechterhand
totdat Ik uw vijanden stel
tot een voetenbank voor uw voeten.
2 JAHWEH zendt uw krachtige scepter uit vanuit Sion:
heers temidden van uw vijanden.
3 Uw volk is gewillig in de dag van uw vermogen, in
heilige eer; vanuit de schoot van de dageraad zal
voor u de dauw van uw jeugd zijn.
4 JAHWEH heeft gezworen en het zal Hem niet spijten:
U bent priester tot in de aeon naar de orde van Melchizedek.
5 Mijn Heer is aan uw rechterhand.
Hij doorboort koningen in de dag van zijn toorn.
6 Hij zal recht verschaffen temidden van natiën,
Hij vult ze met dode lichamen,
Hij doorboort het hoofd van een immens land.
7 Hij zal uit de waterstroom onderweg drinken,
daarom heft hij het hoofd omhoog.
structuur van Psalm 110
7. 1 Een psalm van David.
JAHWEH zegt met nadruk
tot mijn Heer: zit aan mijn rechterhand
totdat Ik uw vijanden stel
tot een voetenbank voor uw voeten.
2 JAHWEH zendt uw krachtige scepter uit vanuit Sion:
heers temidden van uw vijanden.
3 Uw volk is gewillig in de dag van uw vermogen, in heilige eer;
vanuit de schoot van de dageraad zal voor u de dauw van uw jeugd zijn.
4 JAHWEH heeft gezworen en het zal Hem niet spijten:
U bent priester tot in de aeon naar de orde van Melchizedek.
5 Mijn Heer is aan uw rechterhand.
Hij doorboort koningen in de dag van zijn toorn.
6 Hij zal recht verschaffen temidden van natiën,
Hij vult ze met dode lichamen,
Hij doorboort het hoofd van een immens land.
7 Hij zal uit de waterstroom onderweg drinken,
daarom heft hij het hoofd omhoog.
Psalm 110 - chronologisch
A - God spreekt met nadruk
= de verhoging van Christus:
zijn opstanding en hemelvaart
8. 1 Een psalm van David.
JAHWEH zegt met nadruk
tot mijn Heer: zit aan mijn rechterhand
totdat Ik uw vijanden stel
tot een voetenbank voor uw voeten.
2 JAHWEH zendt uw krachtige scepter uit vanuit Sion:
heers temidden van uw vijanden.
3 Uw volk is gewillig in de dag van uw vermogen, in heilige eer;
vanuit de schoot van de dageraad zal voor u de dauw van uw jeugd zijn.
4 JAHWEH heeft gezworen en het zal Hem niet spijten:
U bent priester tot in de aeon naar de orde van Melchizedek.
5 Mijn Heer is aan uw rechterhand.
Hij doorboort koningen in de dag van zijn toorn.
6 Hij zal recht verschaffen temidden van natiën,
Hij vult ze met dode lichamen,
Hij doorboort het hoofd van een immens land.
7 Hij zal uit de waterstroom onderweg drinken,
daarom heft hij het hoofd omhoog.
A - God spreekt met nadruk
B - God doet zitten aan zijn rechterhand
= Christus' tegenwoordige
positie in de hemel
Psalm 110 - chronologisch
9. 1 Een psalm van David.
JAHWEH zegt met nadruk
tot mijn Heer: zit aan mijn rechterhand
totdat Ik uw vijanden stel
tot een voetenbank voor uw voeten.
2 JAHWEH zendt uw krachtige scepter uit vanuit Sion:
heers temidden van uw vijanden.
3 Uw volk is gewillig in de dag van uw vermogen, in heilige eer;
vanuit de schoot van de dageraad zal voor u de dauw van uw jeugd zijn.
4 JAHWEH heeft gezworen en het zal Hem niet spijten:
U bent priester tot in de aeon naar de orde van Melchizedek.
5 Mijn Heer is aan uw rechterhand.
Hij doorboort koningen in de dag van zijn toorn.
6 Hij zal recht verschaffen temidden van natiën,
Hij vult ze met dode lichamen,
Hij doorboort het hoofd van een immens land.
7 Hij zal uit de waterstroom onderweg drinken,
daarom heft hij het hoofd omhoog.
A - God spreekt met nadruk
B - God doet zitten aan zijn rechterhand
C - Christus overwint vanuit Sion
= wederkomst & onderwerping
van de vijanden
Psalm 110 - chronologisch
10. 1 Een psalm van David.
JAHWEH zegt met nadruk
tot mijn Heer: zit aan mijn rechterhand
totdat Ik uw vijanden stel
tot een voetenbank voor uw voeten.
2 JAHWEH zendt uw krachtige scepter uit vanuit Sion:
heers temidden van uw vijanden.
3 Uw volk is gewillig in de dag van uw vermogen, in heilige eer;
vanuit de schoot van de dageraad zal voor u de dauw van uw jeugd zijn.
4 JAHWEH heeft gezworen en het zal Hem niet spijten:
U bent priester tot in de aeon naar de orde van Melchizedek.
5 Mijn Heer is aan uw rechterhand.
Hij doorboort koningen in de dag van zijn toorn.
6 Hij zal recht verschaffen temidden van natiën,
Hij vult ze met dode lichamen,
Hij doorboort het hoofd van een immens land.
7 Hij zal uit de waterstroom onderweg drinken,
daarom heft hij het hoofd omhoog.
A - God spreekt met nadruk
B - God doet zitten aan zijn rechterhand
C - Christus overwint vanuit Sion
D - verjonging & verfrissing
= voortgang met
opgeheven hoofd!
Psalm 110 - chronologisch
11.
12. Psalm 110
1 Een psalm van David.
JAHWEH zegt met nadruk tot mijn Heer:
zit aan mijn rechterhand
totdat Ik uw vijanden stel
tot een voetenbank voor uw voeten.
zoals ook Jezus (Mat.22:43)
en Petrus Hand.2:34 dat bevestigen
13. Psalm 110
1 Een psalm van David.
JAHWEH zegt met nadruk tot mijn Heer:
zit aan mijn rechterhand
totdat Ik uw vijanden stel
tot een voetenbank voor uw voeten.
= Davids Heer
zie conversatie in Matteüs 22 >
14. Matteüs 22
41 Toen de Farizeeën samenvergaderd waren, stelde
Jezus hen een vraag,
één van Jezus' laatste publieke
optredens in Jeruzalem
15. Matteüs 22
41 Toen de Farizeeën samenvergaderd waren, stelde
Jezus hen een vraag,
42 en zei, wat is jullie mening
omtrent de Christus?
Wiens zoon is hij?
Zij zeiden tot hem: van David.
16. Matteüs 22
41 Toen de Farizeeën samenvergaderd waren, stelde
Jezus hen een vraag,
42 en zei, wat is jullie mening
omtrent de Christus?
Wiens zoon is hij?
Zij zeiden tot hem: van David.
43 Hij zei tegen hen:
hoe dan, noemt David hem in de geest 'Heer'
als hij zegt:
= geïnspireerd door Gods geest
17. Matteüs 22
41 Toen de Farizeeën samenvergaderd waren, stelde
Jezus hen een vraag,
42 en zei, wat is jullie mening
omtrent de Christus?
Wiens zoon is hij?
Zij zeiden tot hem: van David.
43 Hij zei tegen hen:
hoe dan, noemt David hem in de geest 'Heer'
als hij zegt:
44 de Heer zei tot mijn Heer:
zit aan mijn rechterhand, totdat ik uw vijanden plaats
onder jouw voeten.
18. Matteüs 22
41 Toen de Farizeeën samenvergaderd waren, stelde
Jezus hen een vraag,
42 en zei, wat is jullie mening
omtrent de Christus?
Wiens zoon is hij?
Zij zeiden tot hem: van David.
43 Hij zei tegen hen:
hoe dan, noemt David hem in de geest 'Heer'
als hij zegt:
44 de Heer zei tot mijn Heer:
zit aan mijn rechterhand, totdat ik uw vijanden plaats
onder jouw voeten.
45 Indien dan David hem 'Heer' noemt,
hoe is Hij dan zijn zoon?
David is aan hem ondergeschikt!
19. Matteüs 22
41 Toen de Farizeeën samenvergaderd waren, stelde
Jezus hen een vraag,
42 en zei, wat is jullie mening
omtrent de Christus?
Wiens zoon is hij?
Zij zeiden tot hem: van David.
43 Hij zei tegen hen:
hoe dan, noemt David hem in de geest 'Heer'
als hij zegt:
44 de Heer zei tot mijn Heer:
zit aan mijn rechterhand, totdat ik uw vijanden plaats
onder jouw voeten.
45 Indien dan David hem 'Heer' noemt,
hoe is Hij dan zijn zoon?
46 En niemand kon een woord antwoorden
en ook durfde niemand meer vanaf die dag,
hem een vraag te stellen.
20. Psalm 110
1 Een psalm van David.
JAHWEH zegt met nadruk tot mijn Heer:
zit aan mijn rechterhand
totdat Ik uw vijanden stel
tot een voetenbank voor uw voeten.
"de zoon van David" zal worden verhoogd aan
Gods rechterhand
... alvorens hij zal heersen vanuit Sion (:2) >
21.
22. Handelingen 2
29 Mannenbroeders!
Het is geoorloofd met vrijmoedigheid
naar jullie toe te zeggen
aangaande de aartsvader David
dat hij en is overleden
en werd begraven
en zijn graftombe is te midden van ons
tot op deze dag.
23. Handelingen 2
29 Mannenbroeders!
Het is geoorloofd met vrijmoedigheid
naar jullie toe te zeggen
aangaande de aartsvader David
dat hij en is overleden
en werd begraven
en zijn graftombe is te midden van ons
tot op deze dag.
30 Zijnde dan een PROFEET
en waargenomen hebbend
dat God met een eed aan hem zwoer,
één vanuit de vrucht van zijn lende
te doen zitten op zijn troon.
zie Ps.110:4 (en Ps.132:11)
24. Handelingen 2
34 Want niet David is omhoog gegaan
tot in de hemelen,
maar hij zegt zelf:
"de Heer zei tot mijn Heer,
zit aan mijn rechterhand.
35 totdat Ik jouw vijanden plaats
tot een voetbank voor jouw voeten."
nl. in Psalm 110
25. Handelingen 2
34 Want niet David is omhoog gegaan
tot in de hemelen,
maar hij zegt zelf:
"de Heer zei tot mijn Heer,
zit aan mijn rechterhand".
35 totdat Ik jouw vijanden plaats
tot een voetbank voor jouw voeten."
36 Laat het hele huis van Israël
dan zeker weten,
dat God hem en tot Heer en tot Christus maakte,
deze Jezus die jullie kruisigden.
26. Psalm 110
1 Een psalm van David.
JAHWEH zegt met nadruk tot mijn Heer:
zit aan mijn rechterhand
totdat Ik uw vijanden stel
tot een voetenbank voor uw voeten.
= JAHWEH belooft de Christus een
complete overwinning op zijn vijanden >
27.
28. Hebreeën 10
12 Maar deze,
na één slachtoffer
ten behoeve van zonden te hebben gebracht
is voortdurend gaan zitten
aan Gods rechterkant,
13 voort wachtend
totdat zijn vijanden geplaatst zullen worden
tot een voetbank voor zijn voeten.
29.
30. 1Korinthe 15
25 Want hij moet als koning heersen
totdat hij zou plaatsen
al de vijanden onder zijn voeten.
26 De laatste vijand die teniet gedaan wordt
is de dood.