In het BNO kwartaalblad Dude winter 2018/19, een interview met oud-bestuurslid en industrieel ontwerper Marcel Vroom: "ik wil van drooom tot doood aan een product werken."
2. aan een product werken’
‘ik wil van droom tot dood
12 13
dude marcel vroom
3. DROMEN VAN EEN
CONSORTIUM
Met succes in het buitenland
ondernemen is lastig. Toch
besloot Vroom werk te maken
van zijn internationale ambities,
en samenwerking leek de sleutel.
Onder de noemer Yard9 werd
een consortium van ontwerp-
bureaus opgezet met het doel
slagkracht te verkrijgen en new
business te genereren. Hoewel
er internationale opdrachten
werden binnengehaald staat
Yard9 momenteel op de waak-
vlam. Vroom: ‘Als je zoiets from
scratch wil opzetten, moet je er
ook voor honderd procent voor
gaan en niet bang zijn je eigen
identiteit te verliezen of iets in
te leveren.’
WWW.YARD9.NL
INTERVIEW VIVEKA VAN DE VLIET, FREEK KROESBERGEN
TEKST VIVEKA VAN DE VLIET × PORTRET VALENTINA VOS
Zo’n domein buiten je eigen vak is moderne
kunst, fotografie en architectuur. De wanden
bij Marcel Vroom thuis in Kralingen – waar
hij samen met zijn vrouw, grafisch vorm-
gever Anneke van Dijk, het ontwerpbureau
MVAVD runt – hangen er vol mee. Van
Rosemin Hendriks tot het werk van Elly
Uyttenbroek en Ari Versluis uit de serie
Exactitudes, en van Philip Akkerman tot
Hendrik Kerstens. Vroom is een ontwerper
die het noodzakelijk vindt om zich heen te
kijken en zo inspiratie op te doen, zoveel is
direct bij binnenkomst al duidelijk.
Met dat doel was hij ook, zoals elk jaar, met
zijn hele gezin naar de Dutch Design Week,
het designevent dat een goed beeld geeft van
de toekomst, en de conceptuele en techno-
logische vernieuwing die design kan brengen.
Onontkoombaar wellicht is de grote rol
die kunstmatige intelligentie in die toekomst
zal spelen. Het viel Vroom op dat veel
studenten met het onderwerp bezig zijn
door te kijken naar de consequenties van,
of de technologie achter artificial intelligence
(AI). Dat domein volgt Vroom ook, omdat
hij het wil begrijpen. ‘‘Zo ben ik recent naar
lezingen over AI geweest bij Verhaert in
België, en in Rotterdam naar Adam Green-
field, voormalig head of design direction for user
interface and services bij Nokia. Ontwerpers
móeten zich ertoe verhouden, of ze willen
of niet. Het is een ethisch vraagstuk, een
usability-vraagstuk, en je kunt er wat mee
doen in je productontwikkeling, al weet ik
nog niet precies hoe.’
Technologie en AI hebben ons ver gebracht.
Steeds meer producten zijn met elkaar
verbonden, steeds meer diensten zijn geauto-
matiseerd en gepersonaliseerd. Mensen
verwachten toepassingen die het leven
makkelijker maken. ‘De baten van AI kunnen
we nog wel snappen’, zegt Vroom, ‘maar
met de rebounds zijn weinig mensen bezig.
Elke keer wordt er een beslissing voor je
gemaakt. Je wilt toch weten hoe die beslissing
tot stand komt? Waarom krijg jij wel een
uitkering en ik niet, of moet jij bij een rood
stoplicht wachten en ik niet?’ Beslissingen
worden in toenemende mate gemaakt op
basis van algoritmes die zijn bedacht door
Industrieel ontwerper Marcel Vroom (1956) is bescheiden en
acteert op de achtergrond, maar hij is een drijvende kracht
in de ontwerpwereld, een aanjager van samenwerking,
voorloper op het gebied van technologie en bedenker van
complexe producten waarbij techniek, innovatie en digitale
interfaces belangrijke onderdelen zijn, zoals navigatiesys-
temen voor schepen, haltedisplays voor het openbaar vervoer,
laboratoriuminstrumenten, biometrieterminals en producten
voor de zorg. Nieuwsgierig is hij altijd geweest. ‘Ga de wereld in,
begeef je buiten je eigen domein’, is zijn motto.
15
marcel vroom
4. de systemen zelf. Het gevaar daarvan is dat
je niet meer kan herleiden waarom beslis-
singen zijn genomen. ‘Dat is wel een eng
idee, ja. Maar er zal altijd ergens een grens
worden getrokken’, weet Vroom. ‘Dan
neemt de weerstand toe en is het genoeg.’
EEN BROCHURE VAN BRAUN
Vroom is al meer dan dertig jaar ontwerper
en loopt voorop met digitale technologie
binnen zijn vakgebied. Zijn carrière begon
begin jaren tachtig echter met een fietsbel.
Zijn eerste opdrachtgever was Spanninga
in Joure, een bedrijf dat exact honderd jaar
bestaat en een dik boek uitbracht waarin de
opdracht aan Vroom wordt gememoreerd.
'Destijds ben ik aan het project begonnen
door het ontwikkelen van een elektronische
oplossing, maar helaas stond de wetgeving
dat niet toe. Nog steeds denk ik met verba-
zing aan het feit dat ze een net afgestudeerde
ontwerper uitnodigden en tienduizenden
guldens investeerden in gereedschappen,
mallen en prototypes. Wat een vertrouwen!
De fietsbel werd dan wel geen commercieel
succes’, bekent Vroom vrolijk, ‘maar het was
wél een innovatief product: het mechanisme
was volledig vervaardigd uit kunststof.’
Ondanks zijn nieuwsgierigheid naar elektro-
nica, innovatie en techniek was de opleiding
Industrieel Ontwerpen aan de TU Delft geen
voor de hand liggende stap. Vroom deed een
beroepskeuzetest om erachter te komen wat
hij eigenlijk wilde, want een hobby of fasci-
natie is niet genoeg. ‘Elk antwoord op een
vraag in zo’n test stuurt aan op een bepaald
antwoord. Dat is ook een soort AI’, zegt hij
lachend. Er kwamen twee dingen uit: de
Universiteit Wageningen vanwege zijn inte-
resse in voedsel en door zijn ruimtelijk
inzicht kon hij ook Stedenbouw doen in
Delft. Maar hij had in de studiegids gelezen
dat er een opleiding Industriële Vormgeving
bestond. Niemand wist wat dat inhield, dus
vroeg Vroom het na. ‘Ik denk dat het wel
bestaat’, zei een vrouw bij het bureau dat de
beroepskeuzetest afnam, ‘maar ik moet het
wel even aan mijn collega’s vragen.’ Ze kwam
terug met een brochure van Braun. ‘Ik keek
erin en dacht meteen: dat wil ik wel. Ik kende
het merk, maar wist niet dat ik dat ook zou
kunnen maken. Dieter Rams heeft toen
mijn hart gestolen.’
GEFUNDENES FRESSEN
Rams, architect, meubelmaker, industrieel
vormgever was vanaf 1961 veertig jaar lang
hoofd afdeling productontwerpen van
Braun. Recent bezocht Vroom een lezing
over het belang van goed ontwerp in Galerie
De Pastoe Fabriek, naar aanleiding ook van
de op dat moment lopende tentoonstelling
waar honderd van Rams’ werken werden
geëxposeerd. Stefano Marzano, hoofd design
en CEO van Philips Design tussen 1991 en
2011, was een van de sprekers. Ook hij richtte
zijn pijlen op de consequenties van de
toename van kunstmatige intelligentie en de
verantwoordelijkheid die ontwerpers hebben
bij het toepassen van technologieën.
Marzano en Vroom kennen elkaar sinds
1987 en ze hebben nog steeds contact.
Vroom had al eens opdrachten voor Philips
uitgevoerd, in de tijd dat hij partner was van
Concepts, een multidisciplinaire ontwerp-
studio in Amsterdam. Later, onder Marzano,
huurde Philips hem in voor een ontwerp-
project over computermonitoren in Taiwan
en om in een projectteam te werken voor
Kone, een liftenfabrikant uit Finland. ‘Het
was het beginstadium van interactieve
omgevingen, de ambient experience. Ik heb
een technologie-inventarisatie gemaakt van
alle actoren die als user-interface kunnen
werken, zoals geluid, licht, akoestiek en
geur’, vertelt hij. ‘Wat Stefano bij Philips
Design deed, zoals met de ontwerpstudies
La Casa Prossima Futura en Visions of the Future,
dat was gefundenes Fressen. Daar wilde ik deel
van uitmaken.’
Werken bíj Philips, zover kwam het nooit
ondanks die hechte relatie. Daarvoor was
Vroom misschien toch wel te veel onder-
nemer. Geen geboren ondernemer, geeft hij
zelf toe. ‘Door de fietsbel ben ik gewoon een
eigen bureau begonnen. Ondernemen leer
je in de praktijk. Daar werd en word je nog
steeds niet voor opgeleid. Je leert wel hoe je
een project aanpakt, maar niet hoe je een
eigen bedrijf voert’, meent Vroom. ‘Achteraf
had ik een MBA moeten doen, dat maakt het
ondernemen een stuk makkelijker. Je moet
als ontwerper het zakelijke kunnen scheiden
van het emotionele. Dat is absoluut moeilijk
voor veel creatieven. Je ontwerpen zijn
je kindjes. Mijn stage en werkperiode bij
Teldesign [destijds TEL Design, red.], vlak
voor mijn afstuderen, gaf mij een uitnemende
kans om een inkijk te krijgen in het runnen
van een ontwerpbureau.'
AMBASSADEUR VAN DE GEBRUIKER
In 1987 startte Vroom Landmark design
& consult (vanaf 1993 Landmark design
& technology) als multidisciplinair bureau
voor identiteit- en productontwikkeling
bewust gevestigd in de werkstad Rotterdam,
in een markante voormalige watertoren
aan de Maas. Het bureaus was vanaf de
start opgezet als onderneming met BV’s en
werkmaatschappijen, geheel in tegenstelling
tot de toen heersende opzet van bureaus
als maatschap of VOF. Landmark bestond
uit de aandeelhouders, zoals de vorig jaar
overleden medeoprichter van Teldesign
Jan Lucassen, Ton Haak, een van de voor-
malige partners van Teldesign, ontwerper
Ton Haas en industrieel ontwerper Theo
Groothuizen. Een bureau waar ook Marcel
Wanders en Teake Bulstra zich als ontwerpers
aan verbonden.
‘Landmark heeft prachtige jaren gekend’,
zegt Vroom, die bij het bureau ook een tijd
de zakelijk leiding op zich nam. Die verplich-
tingen stonden het scheppen in de weg, zo
bleek. Liever zit Vroom de hele dag te ontwer-
pen, en dat kost nu eenmaal veel tijd. ‘Ik wil
graag van droom tot dood aan een product
werken, voel me betrokken, verantwoordelijk
en besteed veel aandacht aan detaillering.
Dat is de aard van het beestje’, zegt hij.
Vroom ontwerpt producten waar mensen
beter van worden. De bescheidenheid die
hij aan de opleiding Industrieel Ontwerpen
aan de TU Delft leerde is dat ontwerpers
dienstbaar zijn aan de gebruiker. Vroom:
‘Wij zijn de enige ambassadeurs van de
gebruiker. Ik claim die rol. Design gaat in
feite om gedrag. Ontwerpers zorgen ervoor
dat een bepaald gedrag geactiveerd wordt.
De iPhone bijvoorbeeld, heeft het gedrag
van mensen compleet veranderd. Kijk alleen
al naar de hoeveelheid tijd die aan de smart-
phone wordt besteed. In algemene zin
betekent dit dat je met een product een
bepaald gedrag activeert, dat niet per se
de intentie was. Als je dat constateert, kan
je ook bepaald gedrag activeren door een
specifiek product of dienst daarvoor te
ontwikkelen. Daarmee heb je als ontwerper
verantwoordelijkheid. Het stellen van
vragen is volgens Vroom daarom essentieel.
‘Hebben we alles wat we ontwerpen ook
daadwerkelijk nodig?
In dezelfde context moet een ontwerper
antwoorden geven op vragen als: waarom
krijgt dit product deze belijning of die vorm,
waarom gebruiken we dit materiaal, waarom
deze extra feature? Vragen beantwoorden
over ethiek en duurzaamheid horen daar
ook bij. Dat is de essentie van ontwerpen.’
INNOVATIEVE AMBITIES
Zijn nieuwsgierigheid naar nieuwe techno-
logieën heeft Vroom tot innovatieve
ontwerpen gebracht waar het altijd over de
user-interface gaat. Het leidde hem naar de
wereld van healthcare, scheepvaart, openbaar
vervoer, de auto-industrie. Dertig jaar
‘hebben we alles wat
we ontwerpen ook
daadwerkelijk nodig?’
‘je moet als
ontwerper
het zakelijke
kunnen
scheiden
van het
emotionele’
16 17
dude marcel vroom
6. geleden ontwikkelde hij een beeldtelefoon,
een intelligente en compacte meterkast en
twintig jaar geleden een slimme keuken voor
Atag waarin alle apparaten een identieke
user-interface hadden en met elkaar konden
communiceren. Een soort Internet of Things
avant la lettre. Nu werkt Vroom aan halte-
displays met e-Inktechnologie, die niet
alleen informatie geven over actuele vertrek-
tijden maar ook grafische en contextuele
informatie, bijvoorbeeld over de route van
buslijnen en of je aan de juiste kant van de
weg staat te wachten.
Ook zijn opdrachtgevers worden vaak
gedreven door innovaties. ‘Ik zie het als een
enorme reis die je samen met je opdracht-
gever maakt. Toch verandert de gedrevenheid
van opdrachtgevers, meent Vroom. Bedrijven
worden eerder gestuurd door externe dan
interne ambities, mede door externe finan-
ciers, participatie- en investeringsmaatschap-
pijen. Je had geniale pioniers met ambitie
zoals Hewlett Packard en Apple, bedrijven
waar de innovaties je om de oren vlogen, en
Ahrend en KPN in Nederland. Het was een
tijd van bravoure: wij weten hoe het moet,
wij gaan de wereld verbeteren door produc-
ten te ontwerpen voor de nieuwe tijd.’
‘Toen werden die producten commercieel
niet uitvoerig getest. Inmiddels is dat
andersom en luisteren bedrijven heel goed
naar wat er in de markt speelt, wat de
gebruiker wil. Het betrekken van gebruikers
bij ontwerpvraagstukken is al zo oud als
de eerste ontwerpmethodologieën die
zijn bedacht aan de TU Delft. Maar te veel
empathie is bezwaarlijk. Alleen vragen wat
gebruikers wensen en dan ze datgene geven
wat ze vragen, ontslaat opdrachtgevers
en ontwerpers van elke verantwoordelijk-
heid. Als we grote sociaal-maatschappelijke
en technologische vraagstukken willen
oplossen, zijn er weer pioniers nodig.’
DE WERELD DAARBUITEN
Sinds een jaar werkt Vroom ook voor npk
design in Leiden als new business manager.
Heeft de ontwerper iets wat het bureau zelf
ontbeert? Vroom kent niet alleen de buiten-
wereld goed, maar ook de geschiedenis
van het bureau. Voor npk brengt hij de
buitenwereld naar binnen door ze op alle
mogelijke plekken te vertegenwoordigen.
‘Ik ga naar beurzen, congressen, ontmoet
mensen, probeer relaties, nieuwe netwerken
op te bouwen, maak verbindingen met
nieuwe domeinen zoals de scheepvaart,
het openbaar vervoer, de automotive wereld.’
Bij veel industrieel ontwerpers staat werken
voor de automotive industrie op de bucket
list, en voor Vroom is dat niet anders. Na een
lezing die hij gaf tijdens Material Xperience
2018 kwam hij in contact met een groot Duits
chemieconcern dat hun technologie in een
nieuw auto-dashboard wil demonstreren.
Met npk kan Vroom voor elkaar krijgen
wat hem als klein bureau niet lukt. ‘Met npk
kunnen wij het niet alleen bedenken, maar
ook maken. We gaan laten zien wat we met
hun technologie, zoals pigmenten, liquid
crystal en oled allemaal kunnen doen.’
In hun zoektocht naar nieuwe domeinen
komen Vroom en npk ook in aanraking met
nieuwe concurrenten. En daar zitten grote
spelers tussen. Bureaus als MediaMonks,
overgenomen door S4Capital van Martin
Sorrell, Momkai en Fjord, overgenomen door
Accenture, bewegen zich in het uitdijende
digitale domein en doen opdrachten waar
alle ontwerpbureaus in Nederland likkebaar-
‘design
gaat in feite
om gedrag’
MARCEL
VROOM
— SINDS 1956 —
Marcel Vroom (Leiden) studeerde
in 1981 af aan de Faculteit Indus-
trieel Ontwerpen van de TU Delft.
Van 1983 tot 1987 was hij partner
bij Concepts Amsterdam. In 1987
was hij medeoprichter van het
Rotterdamse ontwerpbureau
Landmark Design & Consult. Zijn
ontwerp voor een intelligente
meterkast ontving in 1995 de
Kho Liang Ie-prijs. In 1997 begon
hij MVAVD, bureau voor indus-
trieel ontwerp en grafische
vormgeving in Rotterdam, samen
met zijn vrouw Anneke van Dijk.
Vroom is new business manager
van npk design, managing
partner van Ambergy, een
systeem voor energiebesparing
in bedrijfshallen, werkt voor
uiteenlopende opdrachtgevers
en is of was actief in tal van
bestuurs- en commissiefuncties,
zoals de Raad voor Cultuur en
Rotterdam Designprijs.
21
marcel vroom
8. U
L
DUD
LI
DE
CI
OUS
DU
S
dend naar staan te kijken. En consultancies,
zoals McKinsey&Company dat onlangs het
bekende servicedesignbureau LUNAR
overnam, kopen zich in toenemende mate
een weg in creatieve domeinen.
Voor Vroom zijn deze ontwikkelingen fact of
life. ‘We moeten ermee omgaan en proberen
aan te haken en contact te houden met die
grote bedrijven’, zegt hij. ‘Accenture koopt
alleen iets als het volume heeft, anders ben
je niet interessant. Nederland heeft weliswaar
veel ontwerpbureaus, maar de studio’s zijn
allemaal veel te klein. Als je echt aan de bak
wilt moet je dus samenwerken, fuseren, een
grote club bouwen.’
DE EVOLUTIE VAN ONTWERPEN
Van de levendige ontwikkelingen binnen de
ontwerpsector is het maar een kleine sprong
naar een van Vrooms fascinaties: de evolutie
van ontwerpen zelf. ‘Er lijkt zich een bepaald
evolutionair proces voor te doen, en ik
probeer te achterhalen of mijn theorie klopt.’
Als voorbeeld beschrijft hij de ontwikke-
lingen die hij herkent rond de telefoon.
‘Voor de telefoon spraken we elkaar mond-
tot-mond. Daar kwam een draadje tussen,
en een operator die deze draadjes via een
schakelbord verbond. De operator verdween
met de opkomst van draaischijven en toetsen-
borden, en de draadjes verdwenen dankzij
wifi. Inmiddels zijn we aangeland bij Siri en
Alexa, en vragen we aan een elektronische
persoonlijkheid wat we honderd jaar geleden
vroegen aan een operator.’
Volgens Vroom kan je van meer producten
(‘van koetsier op de bok tot zelfrijdende auto’)
soortgelijke spiralen vaststellen. En als je
eenmaal weet op welke plaats van de spiraal
je zit, dan wordt het een stuk makkelijker
om de volgende stap te voorspellen.
Promoveren hierop kan altijd nog, zegt hij,
als hij er tijd voor kan vrijmaken. Zijn drijf-
veer is om alle kennis die er is te benutten
en vooral niet te vergeten. Vroom gebruikt
het woord forgetting, omdat het ook staat voor
for getting. ‘Er ligt zoveel kennis voor het
grijpen die niet wordt gebruikt. De funda-
menten waar we als ontwerpers op staan
kennen we niet meer. Maar je moet je in je
geschiedenis verdiepen om iets over de
toekomst te kunnen zeggen.’
WWW.MVAVD.NL
MENTORING
Marcel Vroom is een van de
mentoren binnen het mentor-
programma van de BNO. Deze
mentoren zijn ervaren design-
professionals die bereid zijn om
hun kennis, ervaringen en soms
zelfs hun netwerk te delen.
Loop je tegen bepaalde zaken
aan, of wil je jouw carrière of
bureau een nieuwe impuls geven?
Neem dan contact op over de
mogelijkheden.
WWW.BNO.NL/MENTORING
‘de fundamenten
waar we als
ontwerpers op
staan kennen
we niet meer’
Marcel Vroom kauwt al een tijdje op
zijn theorie dat technische innova-
ties vaak dezelfde spiraalvormige
evolutie doormaken. En dat je –
als je dat eenmaal doorhebt – de
volgende stappen in die innovatie
zou kunnen voorspellen. Dat vereist
een scherp oog voor details – die
van contemporain design, en de
details in de klassiekers – en tegelijk
een bewustzijn van ons maar vage
inschattingsvermogen ten aanzien
van de toekomst. Over glas, Mars en
anders kijken naar achterlichten…
24
dude dudelicious
9. VECTORIAL BODIES
DETAILS EN TRENDS
Marcel Vroom: ‘In zijn boek Architecture Goes
Wild is een artikel van Kas Oosterhuis uit 1999
voor het tijdschrift Archis opgenomen. Wat mij
destijds in zijn tekst trof, was zijn vergelijking
tussen auto’s en gebouwen – en dan met
name het ontbreken van enige overeenkomst
daartussen. Alleen al zijn observatie dat je
een gebouw meestal via de voorkant binnen-
komt, en een auto vanaf de zijkant, vind ik
heel verhelderend.
Oosterhuis ziet de carrosserie van auto’s als
een vectorieel lichaam, dat gestuurd wordt
door de rijrichting van het voertuig, en hij
analyseert de belijning van de carrosserie
onder invloed van autodeuren, ramen en de
verlichtingselementen. Vooral zijn ontleding
van de toen net geïntroduceerde Renault
Mégane en Ford Ka heeft mij de ogen geopend.
Sindsdien observeer ik nauwkeurig het design
van de achterlichten van auto’s: daarin bevindt
zich zoveel informatie over vormgevings-
trends en technologie, dat je ze zou kunnen
beschouwen als een designbarometer.
Overigens is de gehele carrosserie van de
originele Ford Ka een fraai staaltje van voor-
beeldig design: iedere “snijlijn” staat voor een
overgang van materiaal of functie. Geen lijn
te veel, en geen styling nodig!’
FordKa(1996).Foto:FordNederland
26 27
dude dudelicious
10. MARS COLONIES
VERWACHTINGEN
EN INSCHATTINGS-
VERMOGEN
Marcel Vroom: ‘De titel op de cover van de
editie van MIT Technology Review uit oktober
2012 is zowel humoristisch als veelzeggend:
You promised me Mars colonies. Instead, I got
Facebook. De kop hoort bij een interview met
Buzz Aldrin, de tweede man ooit op de maan,
over het vraagstuk waarom het de mensheid
niet lukt de grote problemen op te lossen.
Chriet Titulaer beloofde ons slimme woningen,
maar we komen niet verder dan Philips
Hue-lampen die door een koppeling met je
WoonVeilig-alarmsysteem rood oplichten
als er bij je wordt ingebroken.
Niet alleen lijken we het lastig te vinden om
grote problemen op te lossen; we zijn ook
niet in staat om goed in te schatten welke
technologische en sociaal-maatschappelijke
veranderingen ons over een langere periode
te wachten staan. Het is de Wet van Amara: We
tend to overestimate the effect of a technology
in the short run and underestimate the effect
in the long run.1
Lukt het ons werkelijk niet om grote problemen
op te lossen? De Deltawerken of het over-
zetten van huishoudens van stadsgas naar
aardgas zijn voorbeelden van het tegendeel.
Zijn de grote windmolenparken op zee de
nieuwe Deltawerken? Is de waterstofeconomie
de reddende engel voor de energietransitie?
Is cleantech het alomvattende concept
om de materiaalschaarste te beheersen?
Ik verwacht van wel.’
Quote:MITTechnologyReview(vol.115,No6).Foto:buzzaldrin.com
‘you
promised
me Mars
colonies.
instead,
I got
Facebook’
28 29
dude dudelicious
11. Marcel Vroom: ‘De magie van de Beogram 4000
van Bang & Olufsen zit ’m zowel in de bediening
als “onder de motorkap”. De tangentiale
beweging van de naaldarm komt in al zijn
eenvoud en vernuft tot stand door een klein
wieltje, geïntegreerd in de ophanging van die
arm, te laten rijden over een lange as. Als het
vinyl de arm iets uit koers duwt, zet dit wieltje
de arm in hoog tempo weer haaks op de groef.
De bediening van de platenspeler werkt met
“toetsen” die zijn ontstaan door het insnijden
van een dunne plaat rvs. Het materiaal zelf
als interface.
Inmiddels zijn we veertig jaar verder en zie ik
een grote toekomst voor glas in constructieve
toepassingen of aangewend als interface.
Door de “versmelting” van functies in diverse
dunne lagen die vrijwel onzichtbaar op elkaar
kunnen worden gelegd, ontstaat een hoeveel-
heid aan nieuwe en verbeterde functies van
dit oeroude materiaal: beeldscherm, bediening,
feedback (haptics), licht of geluid, transpa-
rantie in vele gradaties, energie-opwekking
of warmte-koeling, antenne, optiek (mogelijk
spoedig als complete camera), microfoon of
chip (chip-on-glass wordt al toegepast in
sensoren). Ook qua vorm zullen de toepas-
singsmogelijkheden zich verder ontwikkelen:
vlak, gebogen, free-form, dik en uiterst dun;
in producten, architectuur, automotive, retail
en vast ook in kleding met nieuwe texturen
en kleuren. Het is al mogelijk om glas te
printen. Magisch.’
GLASS INTERFACES
MATERIALEN EN MAGIE
Beogram4002doorJacobJensen(Bang&Olufsen,1974).Foto:MoMA
31
dude dudelicious