SlideShare a Scribd company logo
1 of 39
Download to read offline
Bespreken: Appendix E: 10, 20; §5.2: 11, 23, lesuur 1, les 2
Welkom terug!!!
Bespreken huiswerkopgaven
Appendix E: 10
schrijf de som uit: f (xi
)Δxi
=
i=1
n
∑
f (x1
)Δx1
+ f (x2
)Δx2
+...+ f (xn−1
)Δxn−1
+ f (xn
)Δxn
=
Δx f (x1
) + f (x2
) +...+ f (xn−1
) + f (xn
)( )
Appendix E: 20
schrijf in sigma notatie: 1− x + x2
− x3
+...+ (−1)n
xn
=
(−1)i
xi
i=0
n
∑
x
x +10
2
∫ dx ≈
f (xi
)⋅Δx
i=1
n=5
∑ =
f (0 + 1
2
Δx + i⋅Δx)⋅Δx
i=1
n−5
∑ =
Δx⋅ f (0,2) + f (0,6) + f (1) + f (1,4) + f (1,8)( )=
0,4⋅ 1
6
+ 3
8
+ 1
2
+ 7
12
+ 9
14( )= 127
140
(≈ 0,907)
Bereken:
§5.2: 11
lim
n→∞
4
n
1−
3i
n
+
2i2
n2
i=1
n
∑ =
lim
n→∞
4
n
1
i=1
n
∑
⎛
⎝⎜
⎞
⎠⎟ −
4
n
3i
ni=1
n
∑
⎛
⎝⎜
⎞
⎠⎟ +
4
n
2i2
n2
i=1
n
∑
⎛
⎝⎜
⎞
⎠⎟ =
lim
n→∞
4
n
⋅n
⎛
⎝⎜
⎞
⎠⎟ −
12
n2
⋅
n(n +1)
2
⎛
⎝⎜
⎞
⎠⎟ +
8
n3
⋅
n(n +1)(2n +1)
6
⎛
⎝⎜
⎞
⎠⎟ =
lim
n→∞
4( )−
12
n2
⋅
n2
+ n
2
⎛
⎝⎜
⎞
⎠⎟ +
8
n3
⋅
2n3
+ 3n2
+ n
6
⎛
⎝⎜
⎞
⎠⎟ =
lim
n→∞
4( )−
6n2
+ 6n
n2
⎛
⎝⎜
⎞
⎠⎟ +
16n3
+ 24n2
+8n
6n3
⎛
⎝⎜
⎞
⎠⎟ =
lim
n→∞
4( )− 6 + 6n−1
( )+ 8
3
+ 4n−1
+ 4
3
n−2
( )=
4 − 6 − 0 + 8
3
+ 0 + 0 = 2
3
Bereken:
§5.2: 23
x2
+ x
−2
0
∫ dx =
lim
n→∞
f (xi
)⋅Δx
i=1
n
∑ =
lim
n→∞
f (−2 + i⋅
2
n
)⋅
2
ni=1
n
∑ =
lim
n→∞
2
n
−2 + i⋅
2
n
⎛
⎝⎜
⎞
⎠⎟
i=1
n
∑
2
+ −2 + i⋅
2
n
⎛
⎝⎜
⎞
⎠⎟ =
lim
n→∞
2
n
4 −
8i
n
+
4i2
n2
− 2
i=1
n
∑ +
2i
n
=
lim
n→∞
2
n
2 −
6i
n
+
4i2
n2
i=1
n
∑ =
Nog een stukje van §5.2:

The Definite Integral
Blijf altijd beseffen dat je al veel oppervlaktes kunt
berekenen:
Als de vraag is bereken , maak dan eerst een
plaatje:
De oppervlakte van een kwart

cirkel kunnen we wel berekenen

zonder moeilijke limieten…
1− x2
dx
0
1
∫
1− x2
dx
0
1
∫ =
π ⋅12
4
=
π
4
Properties of the Definite Integral
Er zijn een heleboel rekenregels voor integralen:
f (x)dx
a
b
∫ = − f (x)dx
b
a
∫
f (x)dx
a
a
∫ = 0
cdx
a
b
∫ = c(b − a)
cf (x)dx
a
b
∫ = c f (x)dx
a
b
∫
f (x)− g(x)dx
a
b
∫ = f (x)dx
a
b
∫ − g(x)dx
a
b
∫
f (x)dx
a
c
∫ + f (x)dx =
c
b
∫ f (x)dx
a
b
∫
als f (x) ≥ 0 voor a ≤ x ≤ b, dan f (x)dx ≥ 0
a
b
∫
als f (x) ≥ g(x) voor a ≤ x ≤ b, dan f (x)dx ≥
a
b
∫ g(x)dx
a
b
∫
als m ≤ f (x) ≤ M voor a ≤ x ≤ b,
dan m(b − a) ≤ f (x)dx
a
b
∫ ≤ M(b − a)
f (x)
a
b
∫ + g(x)dx = f (x)dx +
a
b
∫ g(x)
a
b
∫ dx
Voorbeeld 0
Bereken wetende dat (zie voorbeeld 6
van de vorige les).
4 − 3x2
dx
0
2
∫ x2
dx
0
2
∫ =
8
3
4 − 3x2
dx
0
2
∫ = 4dx −
0
2
∫ 3x2
dx
0
2
∫
= 4dx −
0
2
∫ 3 x2
dx
0
2
∫
= 4 ⋅(2 − 0)− 3⋅
8
3
= 8 − 8 = 0
lesuur 1, les 2
sin, cos, tan, sec, csc, cot
voorkennis goniometrische verhoudingen
Eenheidscirkel
Alle goniometrische verhoudingen komen voort uit de
eenheidscirkel:
P
α
sin(α) = yp
cos(α) = xp
tan(α) =
yp
xp
=
sin(α)
cos(α)
csc(α) =
1
sin(α)
sec(α) =
1
cos(α)
cot(α) =
1
tan(α)
=
cos(α)
sin(α)
cos2
(α) + sin2
(α) = 1
1+ tan2
(α) = sec2
(α)
1+ cot2
(α) = csc2
(α)
lesuur 1, les 2
§4.9 Antiderivatives
Chapter 4 Application of Differentiation
Antiderivatives
Het omgekeerde van differentiëren is integreren.
Definitie:

Als F(x) een functie is en er geldt op een interval I voor alle x dat

F’(x) = f(x), dan noemen we F de anti-afgeleide ofwel primitieve
van f.
Maar:
F’(x) = [x2]’ = 2x
F’(x) = [x2 + 15]’ = 2x
Antiderivatives
Een constante die we differentiëren valt weg en dus als we het
omgekeerde proces moeten volgen weten we nooit of er een
constante bij heeft gestaan.
Stel f(x) = x2 dan zijn er een 

heleboel functies die de anti-

afgeleide F van f zouden kunnen

zijn:
We moeten daarom in meer

algemene termen de anti-

afgeleide noteren.
Antiderivatives
Afspraak:

Als F de anti-afgeleide of primitieve is van f op een interval I.
Dan geldt dat de meest algemene vorm van de anti-afgeleide
van f is: F(x) + C. Waarbij C een willekeurig getal is.
Dus als f(x) = x2, dan is + C. (Want de afgeleide van F
is weer f, ongeacht wat C is.)
F(x) = 1
3
x3
Voorbeeld 1 (voor jullie)
a) Bereken f als je weet dat
want de afgeleide van f is .
b) Bereken f als je weet dat
De functie f is niet direct zichtbaar. Maar het lijkt er op dat hier
de quotiëntregel is toegepast.
Dus:
f '(x) =
2
x2
+ 2x +1
f '(x) = 4sin(4x)
f '(x) = sin(4x)⋅4
f '(x) =
2
x2
+ 2x +1
=
2
(x +1)2
=
(x +1)(1)( )− (x −1)(1)( )
(x +1)2 f (x) =
x −1
x +1
+ C
f (x) = −cos(4x) + C
Meerdere juiste antwoorden…
Antiderivatives
In Calculus 2 hebben we gezien dat de standaard afgeleide van
een machtsfunctie gelijk is aan (n ≠ -1).
Maar wat is dan de anti-afgeleide ofwel primitieve van ?
f (x) = xn
f (x) = xn
f '(x) = n⋅ xn−1
Antiderivatives
Maar wat is dan de anti-afgeleide ofwel primitieve van ?
Wat deden we bij differentiëren:

functie ☞ getal voor de macht maal exponent ☞ exponent
minus 1 ☞ afgeleide.
Dus nu doen we het omgekeerde:

functie ☞ exponent plus 1 ☞ getal voor de macht delen door de
nieuwe exponent ☞ primitieve (+C).
f (x) = xn
Antiderivatives
Dus nu doen we het omgekeerde:

functie ☞ exponent plus 1 ☞ getal voor de macht delen door de
nieuwe exponent ☞ primitieve (+C).
Algemeen:

De standaard primitieve van is gelijk 

aan de functie (n ≠ -1).
f (x) = xn
F(x) =
1
n +1
xn+1
+ C =
xn+1
n +1
+ C
Standard list of antidifferentiation
formulas
Note: natuurlijk moet er achter iedere primitieve nog + C staan.
Voorbeeld 2 (voor jullie)
Bereken de primitieve van
want: 









Let op: dit kan ook makkelijker door de wortel te splitsen.
f (x) = 2ex
+ 3cos(x) − 2x
− 2x = − 2x( )
1
2 exponent plus 1
⎯ →⎯⎯⎯⎯ − 2x( )
3
2
getal voor de macht delen door nieuwe exponent
⎯ →⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯
−1
3
2
2x( )
3
2 ⋅
1
2
=
−1
3
2x( )
3
2 =
−1
3
⋅2x⋅ 2x( )
1
2 = − 2
3
x⋅ 2x
2ex
⎡⎣ ⎤⎦
'
= 2ex
, 3sin(x)⎡⎣ ⎤⎦
'
= 3cos(x) en − 4
3
x 2x⎡
⎣
⎤
⎦
'
= − 2x
F(x) = 2ex
+ 3sin(x) − 4
3
x 2x + C
Voorbeeld 3 (voor jullie)
Gegeven is met . Bereken f(x).











Dus:
f ''(x) = x−2
f (1) = 0 en f (2) = 0
f '(x) = −1⋅ x−1
+ C
f (x) = −ln x + Cx + K
f (1) = −ln(1) + C + K = 0
f (2) = −ln(2) + 2C + K = 0
f (1) = 0 + C + K = 0 dus C = −K
f (2) = −ln(2) + 2C − C = 0
−ln(2) = −C
ln(2) = C
f (x) = −ln x + ln(2)x − ln(2)
=
−1
x
+ C
Antiderivatives
Om een top te vinden van een functie stelden we de afgeleide
gelijk aan 0. (Want in een top is de helling gelijk aan 0.)
Dus om van een grafiek een globale grafiek van de primitieve te
maken kijken we eerst naar de nulpunt van de grafiek.
Nieuw: De toppen van de grafiek zijn buigpunten in de globale
grafiek van de primitieve.
Teken op de plaatsen van de nulpunten

de toppen (let op: maxima of minima).
Teken op de plaatsen van de toppen een

buigpunt.
Graphs of Antiderivatives
lesuur 2 en 3, les 2
§5.3The FundamentalTheorem of Calculus
Chapter 5 Integrals
The fundamentalTheorem of
Calculus
Vorige week hebben we al gezien dat met behulp van een
integraal de oppervlakte onder een grafiek te berekenen is.
We gaan in de rest van de les verder bouwen op deze theorie.
De oppervlakte V onder een grafiek op een differentieerbaar
interval [a, b] is te berekenen 

met:
We zouden ook best de b kunnen 

laten variëren: g(x) = f (t)dt
a
x
∫
V = f (x)dx
a
b
∫ = f (t)dt
a
b
∫
The fundamentalTheorem of
Calculus
De oppervlakte wordt dus op deze manier een functie, met als
variabele de eindwaarde van het gekozen interval.
Stel f(t) = 2t, dan krijgen we:
We kunnen deze integraal uitrekenen door de theorie uit §4.9
toe te passen (verhoog de macht met 1 en deel 2 door de nieuwe
macht).
Ofwel:
g(x) = 2t dt
a
x
∫
g(x) = 2t dt
a
x
∫ = t2
⎡
⎣
⎤
⎦a
x
The fundamentalTheorem of
Calculus
Om nu de oppervlakte te berekenen moeten we de grenzen nog
invullen in de gekregen primitieve. Stel a = 1 en x = 5.
We moeten beseffen dat een

integraal altijd vanaf x = 0

wordt berekent. Dus de opper-

vlakte op [1,5] is de oppervlakte

op [0,5] minus de oppervlakte

op [0,1]:
g(x) = 2t dt
1
5
∫ = t2
⎡
⎣
⎤
⎦1
5
= 52
−12
= 24
The fundamentalTheorem of
Calculus
Algemener: Stel a = 0 en x = x (variabel), dan geldt:



Dit geldt altijd zo (wordt op een complexe manier bewezen op
de pagina’s 387 t/m 389):
Als f is continu op [a, b] dan kan de functie g geschreven
worden als: met a ≦ x ≦ b die ook continu is op

[a, b] en differentieerbaar op (a, b) en g’(x) = f(x).
g(x) = 2t dt
0
x
∫ = t2
⎡⎣ ⎤⎦0
x
= x2
g(x) = f (t)dt
a
x
∫
Voorbeeld 4 (voor jullie)
Gegeven is
Bereken g’(x).
Omdat: continu is geldt:
g(x) = t2
− sec2
(4t) dt
0
x
∫
f (t) = t2
− sec2
(4t) g'(x) = x2
− sec2
(4x)
Let op de net area en de slope:
Visueel bewijs
The fundamentalTheorem of
Calculus
Indien er geen x staat (op de plaats van b), maar een andere
variabele zullen we goed moeten nadenken over de definitie.
Indien we moeten berekenen is dat niet meer 

’gewoon’ . Maar wat dan wel?
De moeilijke manier is gebruikmakend van de kettingregel.
d
dx
t dt
0
x2
∫
x
The fundamentalTheorem of
Calculus
De kettingregel zegt:
d
dx
t dt
0
x2
∫ =
d
du
t dt ⋅
du
dx0
u
∫ = u ⋅
du
dx
=
u ⋅2x = x2
⋅2x = x⋅2x = 2x2
dy
dx
=
dy
du
⋅
du
dx
The fundamentalTheorem of
Calculus
Maar dit kan makkelijker door gebruik te maken van het
volgende theorema:
Definitie:

Als f continu is op [a, b], dan geldt:

waarbij F een primitieve (anti-afgeleide) is van f. 

Ofwel F’(x) = f(x).
Nu volgt:
f (x)dx = F(b) − F(a)
a
b
∫
d
dx
t dt
0
x2
∫ =
d
dx
2
3
x
3
2
⎡
⎣
⎢
⎤
⎦
⎥
0
x2
=
d
dx
2
3
x2
( )
3
2
−
2
3
0( )
3
2
⎛
⎝
⎜
⎞
⎠
⎟ =
d
dx
2
3
x3⎛
⎝⎜
⎞
⎠⎟ = 2x2
t
t
dt = t
−1
2
dt =
4
x2
∫4
x2
∫ 2t
1
2
⎡
⎣
⎢
⎤
⎦
⎥
4
x2
= 2 t⎡
⎣
⎤
⎦4
x2
= 2 x2
− 2 4 = 2x − 4
Voorbeeld 5 (voor jullie)
Bereken:
t
t
dt
4
x2
∫
The fundamentalTheorem of
Calculus
Maar waar blijft de constante C eigenlijk?







Bij een integraal op een bepaald interval [a, b] doet de constante
C er dus niet toe.
Wel als we alleen de primitieve moeten zoeken!
f (x)dx = F(b) − F(a)
a
b
∫ = (g(b) + C) − (g(a) + C)
= g(b) + C − g(a) − C
= g(b) − g(a)
Voorbeeld 6 (voor jullie)
Bereken: (y −1)(2y +1)dy
0
2
∫
(y −1)(2y +1)dy
0
2
∫ = 2y2
− y −1dy
0
2
∫ = 2
3
y3
− 1
2
y2
− y⎡⎣ ⎤⎦0
2
=
(2
3
⋅23
− 1
2
⋅22
− 2) − (2
3
⋅03
− 1
2
⋅02
− 0) = 16
3
− 2 − 2 = 4
3
Voorbeeld 7 (voor jullie)
Bereken:
4
1− x2
1
2
1
2
∫ dx = 4sin−1
(x)⎡
⎣
⎤
⎦1
2
1
2
= 4sin−1 1
2
⎛
⎝⎜
⎞
⎠⎟ − 4sin−1 1
2
⎛
⎝⎜
⎞
⎠⎟ = 4⋅ 1
4
π − 4⋅ 1
6
π = 1
3
π
4
1− x2
1
2
1
2
∫ dx
Voorbeeld 8 (voor jullie)
Bereken:



De functie is niet continu op het gegeven interval, dus de
integraal bestaat niet!!!
1
x−e
e2
∫ dx = ln x⎡⎣ ⎤⎦−e
e2
= ln e2
( )− ln e( )= 2 −1= 1
1
x−e
e2
∫ dx
Einde les 2
Huiswerk: §4.9 en §5.3
§4.9: 1, 5, 9, 13, 17, 25, 32, 35, 45, 51; §5.3: 7, 19, 25, 26, 27, 41, 45 en 69

More Related Content

Similar to Integraalrekening 1 les 2

Integraalrekening 1 les 6
Integraalrekening 1 les 6Integraalrekening 1 les 6
Integraalrekening 1 les 6Bart Habraken
 
Integraalrekening 1 les 1
Integraalrekening 1 les 1Integraalrekening 1 les 1
Integraalrekening 1 les 1Bart Habraken
 
VWO wiskunde B 2012
VWO wiskunde B 2012VWO wiskunde B 2012
VWO wiskunde B 2012IvET
 
Les 1 inleiding, betekenis afgeleide en rekenregels
Les 1 inleiding, betekenis afgeleide en rekenregelsLes 1 inleiding, betekenis afgeleide en rekenregels
Les 1 inleiding, betekenis afgeleide en rekenregelsKarel de Grote Hogeschool
 
Havo wiskunde B 2012
Havo wiskunde B 2012Havo wiskunde B 2012
Havo wiskunde B 2012IvET
 
wiskundeA
wiskundeAwiskundeA
wiskundeAVSOED
 
Lyceo Wiskunde B Hoofdstuk 2 2 Integraalrekening
Lyceo Wiskunde B Hoofdstuk 2 2 IntegraalrekeningLyceo Wiskunde B Hoofdstuk 2 2 Integraalrekening
Lyceo Wiskunde B Hoofdstuk 2 2 IntegraalrekeningLyceo Examentraining
 
3vkwadratische formules verschuiven
3vkwadratische formules verschuiven3vkwadratische formules verschuiven
3vkwadratische formules verschuivenMuhtadi Al-Awwadi
 
6.1 Eenheidscirkel en radiaal [1].pdf
6.1 Eenheidscirkel en radiaal [1].pdf6.1 Eenheidscirkel en radiaal [1].pdf
6.1 Eenheidscirkel en radiaal [1].pdfBertdeRat
 
INTEGRALES MATEMATICAS INTEGRADORAS DE I
INTEGRALES MATEMATICAS INTEGRADORAS DE IINTEGRALES MATEMATICAS INTEGRADORAS DE I
INTEGRALES MATEMATICAS INTEGRADORAS DE Iangelmaltos03
 
Lyceo Wiskunde B Hoofdstuk 2 1 Differentieren
Lyceo Wiskunde B Hoofdstuk 2 1 DifferentierenLyceo Wiskunde B Hoofdstuk 2 1 Differentieren
Lyceo Wiskunde B Hoofdstuk 2 1 DifferentierenLyceo Examentraining
 
A buitwerkingen nieuwe reader h1 5
A buitwerkingen nieuwe reader h1 5A buitwerkingen nieuwe reader h1 5
A buitwerkingen nieuwe reader h1 5Gerard van Alst
 
Inleiding calculus 1415 les 3 gv alst
Inleiding calculus 1415 les 3 gv alstInleiding calculus 1415 les 3 gv alst
Inleiding calculus 1415 les 3 gv alstGerard van Alst
 
3vh7kwadratische ongelijkheden
3vh7kwadratische ongelijkheden3vh7kwadratische ongelijkheden
3vh7kwadratische ongelijkhedenMuhtadi Al-Awwadi
 
3vsnijpuntenkwadratischformules1.1
3vsnijpuntenkwadratischformules1.13vsnijpuntenkwadratischformules1.1
3vsnijpuntenkwadratischformules1.1Muhtadi Al-Awwadi
 
Inleiding calculus 1415 les 8 gv alst
Inleiding calculus 1415 les 8 gv alstInleiding calculus 1415 les 8 gv alst
Inleiding calculus 1415 les 8 gv alstGerard van Alst
 

Similar to Integraalrekening 1 les 2 (20)

Integraalrekening 1 les 6
Integraalrekening 1 les 6Integraalrekening 1 les 6
Integraalrekening 1 les 6
 
Integraalrekening 1 les 1
Integraalrekening 1 les 1Integraalrekening 1 les 1
Integraalrekening 1 les 1
 
3vparameter1.1
3vparameter1.13vparameter1.1
3vparameter1.1
 
VWO wiskunde B 2012
VWO wiskunde B 2012VWO wiskunde B 2012
VWO wiskunde B 2012
 
Les 1 inleiding, betekenis afgeleide en rekenregels
Les 1 inleiding, betekenis afgeleide en rekenregelsLes 1 inleiding, betekenis afgeleide en rekenregels
Les 1 inleiding, betekenis afgeleide en rekenregels
 
Havo wiskunde B 2012
Havo wiskunde B 2012Havo wiskunde B 2012
Havo wiskunde B 2012
 
wiskundeA
wiskundeAwiskundeA
wiskundeA
 
Fis 03functions
Fis 03functionsFis 03functions
Fis 03functions
 
Lyceo Wiskunde B Hoofdstuk 2 2 Integraalrekening
Lyceo Wiskunde B Hoofdstuk 2 2 IntegraalrekeningLyceo Wiskunde B Hoofdstuk 2 2 Integraalrekening
Lyceo Wiskunde B Hoofdstuk 2 2 Integraalrekening
 
3vkwadratische formules verschuiven
3vkwadratische formules verschuiven3vkwadratische formules verschuiven
3vkwadratische formules verschuiven
 
6.1 Eenheidscirkel en radiaal [1].pdf
6.1 Eenheidscirkel en radiaal [1].pdf6.1 Eenheidscirkel en radiaal [1].pdf
6.1 Eenheidscirkel en radiaal [1].pdf
 
INTEGRALES MATEMATICAS INTEGRADORAS DE I
INTEGRALES MATEMATICAS INTEGRADORAS DE IINTEGRALES MATEMATICAS INTEGRADORAS DE I
INTEGRALES MATEMATICAS INTEGRADORAS DE I
 
Lyceo Wiskunde B Hoofdstuk 2 1 Differentieren
Lyceo Wiskunde B Hoofdstuk 2 1 DifferentierenLyceo Wiskunde B Hoofdstuk 2 1 Differentieren
Lyceo Wiskunde B Hoofdstuk 2 1 Differentieren
 
Calculus
CalculusCalculus
Calculus
 
A buitwerkingen nieuwe reader h1 5
A buitwerkingen nieuwe reader h1 5A buitwerkingen nieuwe reader h1 5
A buitwerkingen nieuwe reader h1 5
 
Inleiding calculus 1415 les 3 gv alst
Inleiding calculus 1415 les 3 gv alstInleiding calculus 1415 les 3 gv alst
Inleiding calculus 1415 les 3 gv alst
 
3vh7kwadratische ongelijkheden
3vh7kwadratische ongelijkheden3vh7kwadratische ongelijkheden
3vh7kwadratische ongelijkheden
 
3vsnijpuntenkwadratischformules1.1
3vsnijpuntenkwadratischformules1.13vsnijpuntenkwadratischformules1.1
3vsnijpuntenkwadratischformules1.1
 
Fis 04recursion
Fis 04recursionFis 04recursion
Fis 04recursion
 
Inleiding calculus 1415 les 8 gv alst
Inleiding calculus 1415 les 8 gv alstInleiding calculus 1415 les 8 gv alst
Inleiding calculus 1415 les 8 gv alst
 

More from Bart Habraken

Integraalrekening 1 Stencil 2 sigma
Integraalrekening 1 Stencil 2 sigmaIntegraalrekening 1 Stencil 2 sigma
Integraalrekening 1 Stencil 2 sigmaBart Habraken
 
Integraalrekening 1 Stencil 1 differentiëren
Integraalrekening 1 Stencil 1 differentiërenIntegraalrekening 1 Stencil 1 differentiëren
Integraalrekening 1 Stencil 1 differentiërenBart Habraken
 
Vlakke meetkunde 2 les 8
Vlakke meetkunde 2 les 8Vlakke meetkunde 2 les 8
Vlakke meetkunde 2 les 8Bart Habraken
 
Vlakke meetkunde 2 les 7
Vlakke meetkunde 2 les 7Vlakke meetkunde 2 les 7
Vlakke meetkunde 2 les 7Bart Habraken
 
Vlakke meetkunde 2 les 6
Vlakke meetkunde 2 les 6Vlakke meetkunde 2 les 6
Vlakke meetkunde 2 les 6Bart Habraken
 
Vlakke meetkunde 2 les 5
Vlakke meetkunde 2 les 5Vlakke meetkunde 2 les 5
Vlakke meetkunde 2 les 5Bart Habraken
 
Vlakke meetkunde 2 les 3 (en 4)
Vlakke meetkunde 2 les 3 (en 4)Vlakke meetkunde 2 les 3 (en 4)
Vlakke meetkunde 2 les 3 (en 4)Bart Habraken
 
Vlakke meetkunde 2 les 2
Vlakke meetkunde 2 les 2Vlakke meetkunde 2 les 2
Vlakke meetkunde 2 les 2Bart Habraken
 
Vlakke meetkunde 2 les 1
 Vlakke meetkunde 2 les 1 Vlakke meetkunde 2 les 1
Vlakke meetkunde 2 les 1Bart Habraken
 

More from Bart Habraken (9)

Integraalrekening 1 Stencil 2 sigma
Integraalrekening 1 Stencil 2 sigmaIntegraalrekening 1 Stencil 2 sigma
Integraalrekening 1 Stencil 2 sigma
 
Integraalrekening 1 Stencil 1 differentiëren
Integraalrekening 1 Stencil 1 differentiërenIntegraalrekening 1 Stencil 1 differentiëren
Integraalrekening 1 Stencil 1 differentiëren
 
Vlakke meetkunde 2 les 8
Vlakke meetkunde 2 les 8Vlakke meetkunde 2 les 8
Vlakke meetkunde 2 les 8
 
Vlakke meetkunde 2 les 7
Vlakke meetkunde 2 les 7Vlakke meetkunde 2 les 7
Vlakke meetkunde 2 les 7
 
Vlakke meetkunde 2 les 6
Vlakke meetkunde 2 les 6Vlakke meetkunde 2 les 6
Vlakke meetkunde 2 les 6
 
Vlakke meetkunde 2 les 5
Vlakke meetkunde 2 les 5Vlakke meetkunde 2 les 5
Vlakke meetkunde 2 les 5
 
Vlakke meetkunde 2 les 3 (en 4)
Vlakke meetkunde 2 les 3 (en 4)Vlakke meetkunde 2 les 3 (en 4)
Vlakke meetkunde 2 les 3 (en 4)
 
Vlakke meetkunde 2 les 2
Vlakke meetkunde 2 les 2Vlakke meetkunde 2 les 2
Vlakke meetkunde 2 les 2
 
Vlakke meetkunde 2 les 1
 Vlakke meetkunde 2 les 1 Vlakke meetkunde 2 les 1
Vlakke meetkunde 2 les 1
 

Integraalrekening 1 les 2

  • 1. Bespreken: Appendix E: 10, 20; §5.2: 11, 23, lesuur 1, les 2 Welkom terug!!! Bespreken huiswerkopgaven
  • 2. Appendix E: 10 schrijf de som uit: f (xi )Δxi = i=1 n ∑ f (x1 )Δx1 + f (x2 )Δx2 +...+ f (xn−1 )Δxn−1 + f (xn )Δxn = Δx f (x1 ) + f (x2 ) +...+ f (xn−1 ) + f (xn )( )
  • 3. Appendix E: 20 schrijf in sigma notatie: 1− x + x2 − x3 +...+ (−1)n xn = (−1)i xi i=0 n ∑
  • 4. x x +10 2 ∫ dx ≈ f (xi )⋅Δx i=1 n=5 ∑ = f (0 + 1 2 Δx + i⋅Δx)⋅Δx i=1 n−5 ∑ = Δx⋅ f (0,2) + f (0,6) + f (1) + f (1,4) + f (1,8)( )= 0,4⋅ 1 6 + 3 8 + 1 2 + 7 12 + 9 14( )= 127 140 (≈ 0,907) Bereken: §5.2: 11
  • 5. lim n→∞ 4 n 1− 3i n + 2i2 n2 i=1 n ∑ = lim n→∞ 4 n 1 i=1 n ∑ ⎛ ⎝⎜ ⎞ ⎠⎟ − 4 n 3i ni=1 n ∑ ⎛ ⎝⎜ ⎞ ⎠⎟ + 4 n 2i2 n2 i=1 n ∑ ⎛ ⎝⎜ ⎞ ⎠⎟ = lim n→∞ 4 n ⋅n ⎛ ⎝⎜ ⎞ ⎠⎟ − 12 n2 ⋅ n(n +1) 2 ⎛ ⎝⎜ ⎞ ⎠⎟ + 8 n3 ⋅ n(n +1)(2n +1) 6 ⎛ ⎝⎜ ⎞ ⎠⎟ = lim n→∞ 4( )− 12 n2 ⋅ n2 + n 2 ⎛ ⎝⎜ ⎞ ⎠⎟ + 8 n3 ⋅ 2n3 + 3n2 + n 6 ⎛ ⎝⎜ ⎞ ⎠⎟ = lim n→∞ 4( )− 6n2 + 6n n2 ⎛ ⎝⎜ ⎞ ⎠⎟ + 16n3 + 24n2 +8n 6n3 ⎛ ⎝⎜ ⎞ ⎠⎟ = lim n→∞ 4( )− 6 + 6n−1 ( )+ 8 3 + 4n−1 + 4 3 n−2 ( )= 4 − 6 − 0 + 8 3 + 0 + 0 = 2 3 Bereken: §5.2: 23 x2 + x −2 0 ∫ dx = lim n→∞ f (xi )⋅Δx i=1 n ∑ = lim n→∞ f (−2 + i⋅ 2 n )⋅ 2 ni=1 n ∑ = lim n→∞ 2 n −2 + i⋅ 2 n ⎛ ⎝⎜ ⎞ ⎠⎟ i=1 n ∑ 2 + −2 + i⋅ 2 n ⎛ ⎝⎜ ⎞ ⎠⎟ = lim n→∞ 2 n 4 − 8i n + 4i2 n2 − 2 i=1 n ∑ + 2i n = lim n→∞ 2 n 2 − 6i n + 4i2 n2 i=1 n ∑ =
  • 6. Nog een stukje van §5.2:
 The Definite Integral Blijf altijd beseffen dat je al veel oppervlaktes kunt berekenen: Als de vraag is bereken , maak dan eerst een plaatje: De oppervlakte van een kwart
 cirkel kunnen we wel berekenen
 zonder moeilijke limieten… 1− x2 dx 0 1 ∫ 1− x2 dx 0 1 ∫ = π ⋅12 4 = π 4
  • 7. Properties of the Definite Integral Er zijn een heleboel rekenregels voor integralen: f (x)dx a b ∫ = − f (x)dx b a ∫ f (x)dx a a ∫ = 0 cdx a b ∫ = c(b − a) cf (x)dx a b ∫ = c f (x)dx a b ∫ f (x)− g(x)dx a b ∫ = f (x)dx a b ∫ − g(x)dx a b ∫ f (x)dx a c ∫ + f (x)dx = c b ∫ f (x)dx a b ∫ als f (x) ≥ 0 voor a ≤ x ≤ b, dan f (x)dx ≥ 0 a b ∫ als f (x) ≥ g(x) voor a ≤ x ≤ b, dan f (x)dx ≥ a b ∫ g(x)dx a b ∫ als m ≤ f (x) ≤ M voor a ≤ x ≤ b, dan m(b − a) ≤ f (x)dx a b ∫ ≤ M(b − a) f (x) a b ∫ + g(x)dx = f (x)dx + a b ∫ g(x) a b ∫ dx
  • 8. Voorbeeld 0 Bereken wetende dat (zie voorbeeld 6 van de vorige les). 4 − 3x2 dx 0 2 ∫ x2 dx 0 2 ∫ = 8 3 4 − 3x2 dx 0 2 ∫ = 4dx − 0 2 ∫ 3x2 dx 0 2 ∫ = 4dx − 0 2 ∫ 3 x2 dx 0 2 ∫ = 4 ⋅(2 − 0)− 3⋅ 8 3 = 8 − 8 = 0
  • 9. lesuur 1, les 2 sin, cos, tan, sec, csc, cot voorkennis goniometrische verhoudingen
  • 10. Eenheidscirkel Alle goniometrische verhoudingen komen voort uit de eenheidscirkel: P α sin(α) = yp cos(α) = xp tan(α) = yp xp = sin(α) cos(α) csc(α) = 1 sin(α) sec(α) = 1 cos(α) cot(α) = 1 tan(α) = cos(α) sin(α) cos2 (α) + sin2 (α) = 1 1+ tan2 (α) = sec2 (α) 1+ cot2 (α) = csc2 (α)
  • 11. lesuur 1, les 2 §4.9 Antiderivatives Chapter 4 Application of Differentiation
  • 12. Antiderivatives Het omgekeerde van differentiëren is integreren. Definitie:
 Als F(x) een functie is en er geldt op een interval I voor alle x dat
 F’(x) = f(x), dan noemen we F de anti-afgeleide ofwel primitieve van f. Maar: F’(x) = [x2]’ = 2x F’(x) = [x2 + 15]’ = 2x
  • 13. Antiderivatives Een constante die we differentiëren valt weg en dus als we het omgekeerde proces moeten volgen weten we nooit of er een constante bij heeft gestaan. Stel f(x) = x2 dan zijn er een 
 heleboel functies die de anti-
 afgeleide F van f zouden kunnen
 zijn: We moeten daarom in meer
 algemene termen de anti-
 afgeleide noteren.
  • 14. Antiderivatives Afspraak:
 Als F de anti-afgeleide of primitieve is van f op een interval I. Dan geldt dat de meest algemene vorm van de anti-afgeleide van f is: F(x) + C. Waarbij C een willekeurig getal is. Dus als f(x) = x2, dan is + C. (Want de afgeleide van F is weer f, ongeacht wat C is.) F(x) = 1 3 x3
  • 15. Voorbeeld 1 (voor jullie) a) Bereken f als je weet dat want de afgeleide van f is . b) Bereken f als je weet dat De functie f is niet direct zichtbaar. Maar het lijkt er op dat hier de quotiëntregel is toegepast. Dus: f '(x) = 2 x2 + 2x +1 f '(x) = 4sin(4x) f '(x) = sin(4x)⋅4 f '(x) = 2 x2 + 2x +1 = 2 (x +1)2 = (x +1)(1)( )− (x −1)(1)( ) (x +1)2 f (x) = x −1 x +1 + C f (x) = −cos(4x) + C Meerdere juiste antwoorden…
  • 16. Antiderivatives In Calculus 2 hebben we gezien dat de standaard afgeleide van een machtsfunctie gelijk is aan (n ≠ -1). Maar wat is dan de anti-afgeleide ofwel primitieve van ? f (x) = xn f (x) = xn f '(x) = n⋅ xn−1
  • 17. Antiderivatives Maar wat is dan de anti-afgeleide ofwel primitieve van ? Wat deden we bij differentiëren:
 functie ☞ getal voor de macht maal exponent ☞ exponent minus 1 ☞ afgeleide. Dus nu doen we het omgekeerde:
 functie ☞ exponent plus 1 ☞ getal voor de macht delen door de nieuwe exponent ☞ primitieve (+C). f (x) = xn
  • 18. Antiderivatives Dus nu doen we het omgekeerde:
 functie ☞ exponent plus 1 ☞ getal voor de macht delen door de nieuwe exponent ☞ primitieve (+C). Algemeen:
 De standaard primitieve van is gelijk 
 aan de functie (n ≠ -1). f (x) = xn F(x) = 1 n +1 xn+1 + C = xn+1 n +1 + C
  • 19. Standard list of antidifferentiation formulas Note: natuurlijk moet er achter iedere primitieve nog + C staan.
  • 20. Voorbeeld 2 (voor jullie) Bereken de primitieve van want: 
 
 
 
 
 Let op: dit kan ook makkelijker door de wortel te splitsen. f (x) = 2ex + 3cos(x) − 2x − 2x = − 2x( ) 1 2 exponent plus 1 ⎯ →⎯⎯⎯⎯ − 2x( ) 3 2 getal voor de macht delen door nieuwe exponent ⎯ →⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ −1 3 2 2x( ) 3 2 ⋅ 1 2 = −1 3 2x( ) 3 2 = −1 3 ⋅2x⋅ 2x( ) 1 2 = − 2 3 x⋅ 2x 2ex ⎡⎣ ⎤⎦ ' = 2ex , 3sin(x)⎡⎣ ⎤⎦ ' = 3cos(x) en − 4 3 x 2x⎡ ⎣ ⎤ ⎦ ' = − 2x F(x) = 2ex + 3sin(x) − 4 3 x 2x + C
  • 21. Voorbeeld 3 (voor jullie) Gegeven is met . Bereken f(x).
 
 
 
 
 
 Dus: f ''(x) = x−2 f (1) = 0 en f (2) = 0 f '(x) = −1⋅ x−1 + C f (x) = −ln x + Cx + K f (1) = −ln(1) + C + K = 0 f (2) = −ln(2) + 2C + K = 0 f (1) = 0 + C + K = 0 dus C = −K f (2) = −ln(2) + 2C − C = 0 −ln(2) = −C ln(2) = C f (x) = −ln x + ln(2)x − ln(2) = −1 x + C
  • 22. Antiderivatives Om een top te vinden van een functie stelden we de afgeleide gelijk aan 0. (Want in een top is de helling gelijk aan 0.) Dus om van een grafiek een globale grafiek van de primitieve te maken kijken we eerst naar de nulpunt van de grafiek. Nieuw: De toppen van de grafiek zijn buigpunten in de globale grafiek van de primitieve.
  • 23. Teken op de plaatsen van de nulpunten
 de toppen (let op: maxima of minima). Teken op de plaatsen van de toppen een
 buigpunt. Graphs of Antiderivatives
  • 24. lesuur 2 en 3, les 2 §5.3The FundamentalTheorem of Calculus Chapter 5 Integrals
  • 25. The fundamentalTheorem of Calculus Vorige week hebben we al gezien dat met behulp van een integraal de oppervlakte onder een grafiek te berekenen is. We gaan in de rest van de les verder bouwen op deze theorie. De oppervlakte V onder een grafiek op een differentieerbaar interval [a, b] is te berekenen 
 met: We zouden ook best de b kunnen 
 laten variëren: g(x) = f (t)dt a x ∫ V = f (x)dx a b ∫ = f (t)dt a b ∫
  • 26. The fundamentalTheorem of Calculus De oppervlakte wordt dus op deze manier een functie, met als variabele de eindwaarde van het gekozen interval. Stel f(t) = 2t, dan krijgen we: We kunnen deze integraal uitrekenen door de theorie uit §4.9 toe te passen (verhoog de macht met 1 en deel 2 door de nieuwe macht). Ofwel: g(x) = 2t dt a x ∫ g(x) = 2t dt a x ∫ = t2 ⎡ ⎣ ⎤ ⎦a x
  • 27. The fundamentalTheorem of Calculus Om nu de oppervlakte te berekenen moeten we de grenzen nog invullen in de gekregen primitieve. Stel a = 1 en x = 5. We moeten beseffen dat een
 integraal altijd vanaf x = 0
 wordt berekent. Dus de opper-
 vlakte op [1,5] is de oppervlakte
 op [0,5] minus de oppervlakte
 op [0,1]: g(x) = 2t dt 1 5 ∫ = t2 ⎡ ⎣ ⎤ ⎦1 5 = 52 −12 = 24
  • 28. The fundamentalTheorem of Calculus Algemener: Stel a = 0 en x = x (variabel), dan geldt:
 
 Dit geldt altijd zo (wordt op een complexe manier bewezen op de pagina’s 387 t/m 389): Als f is continu op [a, b] dan kan de functie g geschreven worden als: met a ≦ x ≦ b die ook continu is op
 [a, b] en differentieerbaar op (a, b) en g’(x) = f(x). g(x) = 2t dt 0 x ∫ = t2 ⎡⎣ ⎤⎦0 x = x2 g(x) = f (t)dt a x ∫
  • 29. Voorbeeld 4 (voor jullie) Gegeven is Bereken g’(x). Omdat: continu is geldt: g(x) = t2 − sec2 (4t) dt 0 x ∫ f (t) = t2 − sec2 (4t) g'(x) = x2 − sec2 (4x)
  • 30. Let op de net area en de slope: Visueel bewijs
  • 31. The fundamentalTheorem of Calculus Indien er geen x staat (op de plaats van b), maar een andere variabele zullen we goed moeten nadenken over de definitie. Indien we moeten berekenen is dat niet meer 
 ’gewoon’ . Maar wat dan wel? De moeilijke manier is gebruikmakend van de kettingregel. d dx t dt 0 x2 ∫ x
  • 32. The fundamentalTheorem of Calculus De kettingregel zegt: d dx t dt 0 x2 ∫ = d du t dt ⋅ du dx0 u ∫ = u ⋅ du dx = u ⋅2x = x2 ⋅2x = x⋅2x = 2x2 dy dx = dy du ⋅ du dx
  • 33. The fundamentalTheorem of Calculus Maar dit kan makkelijker door gebruik te maken van het volgende theorema: Definitie:
 Als f continu is op [a, b], dan geldt:
 waarbij F een primitieve (anti-afgeleide) is van f. 
 Ofwel F’(x) = f(x). Nu volgt: f (x)dx = F(b) − F(a) a b ∫ d dx t dt 0 x2 ∫ = d dx 2 3 x 3 2 ⎡ ⎣ ⎢ ⎤ ⎦ ⎥ 0 x2 = d dx 2 3 x2 ( ) 3 2 − 2 3 0( ) 3 2 ⎛ ⎝ ⎜ ⎞ ⎠ ⎟ = d dx 2 3 x3⎛ ⎝⎜ ⎞ ⎠⎟ = 2x2
  • 34. t t dt = t −1 2 dt = 4 x2 ∫4 x2 ∫ 2t 1 2 ⎡ ⎣ ⎢ ⎤ ⎦ ⎥ 4 x2 = 2 t⎡ ⎣ ⎤ ⎦4 x2 = 2 x2 − 2 4 = 2x − 4 Voorbeeld 5 (voor jullie) Bereken: t t dt 4 x2 ∫
  • 35. The fundamentalTheorem of Calculus Maar waar blijft de constante C eigenlijk?
 
 
 
 Bij een integraal op een bepaald interval [a, b] doet de constante C er dus niet toe. Wel als we alleen de primitieve moeten zoeken! f (x)dx = F(b) − F(a) a b ∫ = (g(b) + C) − (g(a) + C) = g(b) + C − g(a) − C = g(b) − g(a)
  • 36. Voorbeeld 6 (voor jullie) Bereken: (y −1)(2y +1)dy 0 2 ∫ (y −1)(2y +1)dy 0 2 ∫ = 2y2 − y −1dy 0 2 ∫ = 2 3 y3 − 1 2 y2 − y⎡⎣ ⎤⎦0 2 = (2 3 ⋅23 − 1 2 ⋅22 − 2) − (2 3 ⋅03 − 1 2 ⋅02 − 0) = 16 3 − 2 − 2 = 4 3
  • 37. Voorbeeld 7 (voor jullie) Bereken: 4 1− x2 1 2 1 2 ∫ dx = 4sin−1 (x)⎡ ⎣ ⎤ ⎦1 2 1 2 = 4sin−1 1 2 ⎛ ⎝⎜ ⎞ ⎠⎟ − 4sin−1 1 2 ⎛ ⎝⎜ ⎞ ⎠⎟ = 4⋅ 1 4 π − 4⋅ 1 6 π = 1 3 π 4 1− x2 1 2 1 2 ∫ dx
  • 38. Voorbeeld 8 (voor jullie) Bereken:
 
 De functie is niet continu op het gegeven interval, dus de integraal bestaat niet!!! 1 x−e e2 ∫ dx = ln x⎡⎣ ⎤⎦−e e2 = ln e2 ( )− ln e( )= 2 −1= 1 1 x−e e2 ∫ dx
  • 39. Einde les 2 Huiswerk: §4.9 en §5.3 §4.9: 1, 5, 9, 13, 17, 25, 32, 35, 45, 51; §5.3: 7, 19, 25, 26, 27, 41, 45 en 69