SlideShare a Scribd company logo
1 of 11
Download to read offline
LEREN,
WERKEN,
ONDERNEMEN
3D businessmodellen voor MFA’s
Kern-
activiteiten
Waarde
propositie
Klanten-
relaties Klanten-
groepen
Kern-
partners
3
Leren, werken, ondernemen
2
Leren, werken, ondernemen
Voorwoord
Zoals u weet komen de grote decentralisaties er aan. Dat raakt ook
het maatschappelijk vastgoed. Twee ontwikkelgroepen binnen
Bouwstenen voor Sociaal hebben zich afgevraagd of het
maatschappelijk vastgoed, en dan met name de multifunctionele
accommodaties, een bijdrage kunnen leveren aan die
decentralisaties. Niet als deel van het probleem, maar als weg
naar de oplossing.
In die zoektocht zijn zes experimentele praktijksituaties
geanalyseerd. Met behulp van de canvasmethodiek is van elke
praktijksituatie een business model afgeleid. Wat deze modellen
gemeen hebben is dat de exploitatie van vastgoed wordt ingezet
als bron van leren, werken en ondernemen. Daarbij spelen ze in
op de drie in gang gezette decentralisaties; vandaar de term 3D
businessmodellen.
De zoektocht is beslist nog niet klaar. Deze publicatie geeft een
tussenstand weer; tot zover zijn de ontwikkelgroepen gekomen.
We staan open voor stevig commentaar, losse gedachten,
alternatieve modellen en voorstellen hoe we deze zoektocht
kunnen vervolgen; u weet ons te vinden!
Ingrid de Moel,
Bouwstenen voor Sociaal
Inhoudsopgave
Voorwoord	 3
Leren en werken, een nieuwe pijler onder de MFA	 4
MFA als buurtmaatschap			 6
	 De Meevaart, Amsterdam
MFA als creatief platform			 8
	 Dynamo, Eindhoven
MFA als starterscentrum		 10
	 ONS Coöperatief, Breda
MFA als leerwerkbedrijf			 12
	 MFA’s Vathorst, Amersfoort
	 Lumens buurtruimten, Eindhoven	 		
	
MFA als sociale werkvoorziening			 16
	 MFA Oelbroeck, Sint Anthonis
Toelichting Canvasmodel		 	18
 
Colofon
Initiatief: 		 Netwerk MFA Ondernemers
			 Ontwikkelgroep “De MFA als WMO-onderneming”
Eindredactie: 	 	 Tom de Haas, Tom de Haas Consultancy
			 Marc van Leent, de Wijkplaats
Tekstondersteuning:	 Piet Scheerhoorn, Scheerhoorn Content Services
Grafische vormgeving:	 Charlot Luiting Ontwerp
Drukwerk:		 Print X-Press
inhoudelijke bijdragen:	 Annemieke Verstraten, Lumensgroep
			Danny Mooren, Antares
			 Glenn van der Vleuten, 360º Rond
			 Mariëlle de Groot, Stock 5
			 Tom de Haas, Tom de Haas Consultancy
			Wil Bongarts, IBN
			 Monique van Winkel, Stock 5
			 Nancy van Loon, Dynamo
4 5
Leren, werken, ondernemenLeren, werken, ondernemen
nadruk op werken
nadruk op leren
jongeren volwassenen
Dynamo
MFA
Oelbroeck
ONS
coöperatief
De Meevaart
Buurtruimten
Woensel
MFA’s
Vathorst
We have a dream
In navolging van Martin Luther King met het statement ‘I have a
dream’ heeft de ontwikkeling van nieuwe aanpakken, waarin met
leren en werken een win-win-win-situatie wordt nagestreefd, als
motto ‘We have a dream’. Het moet starten vanuit een groep men-
sen met de overtuiging dat het mogelijk is een nieuwe weg te
banen, een nieuwe aanpak te ontwikkelen. Om jongeren en vol-
wassen een perspectief te bieden en er leven en deining ontstaat
in een MFA, wijk- of buurtcentrum.
Stap voor stap, al doende leren
Om zo’n droom werkelijkheid te maken is een speciaal soort men-
sen vereist. Mensen – ondernemers – die concreet aan de slag
gaan, bij het begin beginnen en stap voor stap opbouwen. Met
overtuiging, het lichtgevend einddoel voor ogen. Niet teveel na-
denken of problemen zien, maar het oplossen en uitvoeren. On-
dernemerschap focust op het zo praktisch en concreet mogelijk
vertalen van de visie in activiteiten voor de deelnemers die komen
leren en werken. Iedere bezoeker merkt dat er iets verandert, dat
het leeft en groeit. Alleen als dat lukt krijgt de nieuwe aanpak
kracht.
Bij de invulling van het profiel van de ondernemer komen regel-
matig termen voorbij als optimisme, volharding, zicht op de
behoeften bij de inwoners, autonomie. Maar ook samenwerking is
essentieel. Samen het verhaal ontwikkelen, het laten groeien tot
een aansprekend perspectief.
Nieuwe uitdagingen voor de leefwereld
De kern van deze vorm van waardecreatie is dat mensen in hun
eigen leefomgeving in staat worden gesteld om een vak te leren,
of om in de praktijk een beroep te leren waar ze morgen verder
mee kunnen. Uit de cases blijkt dat dit een heel andere manier van
werken is dan we gewend zijn. Praktisch leren, informeel leren en
tegelijkertijd toch erkende kwalificaties verwerven. Dat is de uitda-
ging.
Spiegelen op systemen: voeden, verbinden,
veranderen
Ondertussen hebben we wel te maken met de regels van diverse
systemen. Zoals de onderwijswetgeving, de eisen van de gemeen-
telijke sociale dienst en de regelgeving voor horeca-instellingen.
Deze systemen en regels ontkennen heeft geen zin. Ertegen vech-
ten is verspilde energie. Wie aan de slag wil met leren en werken
in een MFA zal moeten proberen de verbinding te maken met die
systemen. Hoe beter dat lukt, des te groter is de kans dat de sys-
teemregels gaandeweg mee veranderen. Zodat de nieuwe aan-
pak ruimte krijgt binnen de bestaande systeemwereld. In alle
cases zijn hiervan voorbeelden te vinden.
‘Leren en werken’, een nieuwe
pijler onder de MFA
De ontwikkelgroep ‘De MFA als WMO onderneming’ van Bouwstenen voor Sociaal is sinds de oprichting in 2013 op zoek naar opdrach-
ten vanuit de WMO, die in de wijk kunnen worden opgepakt. Die groep liep ietwat op de ontwikkelingen vooruit. De drie transities
treden weliswaar per 1 januari 2015 in werking, maar de effecten daarvan op veranderende individuele begeleiding en dagbesteding
zullen pas in 2016 in volle omvang duidelijk worden.
Een ontwikkeling die zich sneller voltrekt is de opkomst van het thema ‘leren en werken, binnen wijk- en buurtcentra en in grotere
MFA’s’. Samen met de ontwikkelgroep ‘MFA-ondernemers’, die ook actief is binnen Bouwstenen, is dit thema in 2014 nader onderzocht.
Daarbij is vanuit ondernemersperspectief gekeken naar de directe koppeling tussen het gebouw, de waarde die je ermee kunt creëren
en de opbrengst die daarmee kan worden gegenereerd.
Leren en werken in het wijkcentrum
De brede belangstelling voor het thema ‘leren en werken als een
nieuw kernproduct in MFA’s, wijk- en buurtcentra’ is geen verras-
sing. De exploitatie van de huidige accommodaties staat onder
druk als gevolg van krimpende budgetten. Tegelijkertijd kunnen
kwetsbare groepen jongeren en volwassenen in de wijk geen aan-
sluiting vinden bij het regulier onderwijs en zijn er nauwelijks plek-
ken op de arbeidsmarkt voor ongeschoolden. De noodzaak om te
zoeken naar een nieuwe manier van waardecreatie is dus zonne-
klaar. Dat betreft zowel het praktisch leren van een beroep aan
volwassenen als het stimuleren van de ontwikkeling van jongeren
naar maatschappelijke en economische onafhankelijkheid.
Deze publicatie is bedoeld als inspiratiebron voor beleidsmakers,
uitvoerders op het terrein van welzijn, wijkontwikkeling en maat-
schappelijk vastgoed binnen gemeenten, woningcorporaties, wel-
zijnsorganisaties en onderwijsinstellingen. Zij worden gestimu-
leerd om op zoek te gaan naar manieren om waarde te creëren
voor bewoners in de wijk en de buurt, jongeren en volwassenen.
Deze publicatie bevat zes voorbeelden van de manier waarop le-
ren en werken worden verbonden met de buurt en het jongeren-
werk, geïntegreerd in de opdracht in de wijk. Er is aandacht voor
de overwegingen die een rol spelen bij de keuze voor het realise-
ren van een leerwerkbedrijf, en voor de economische en maat-
schappelijke visie van de betrokken partijen.
Van waardecreatie naar exploitatie
De cases worden vooral praktisch beschreven. De enige theorie
die wordt ingebracht is het Canvasmodel. Dat is een format om
businessmodellen te beschrijven. De keuze voor dit model komt
voort uit de overtuiging, dat het integreren van leren en werken
als kernproduct in het aanbod van wijk- en buurtcentra alleen
slaagt als de initiatiefnemers een goed antwoord formuleren op
de vraag: welke waarde willen we realiseren voor onze primaire
klanten? Want de kernvraag gaat over waardecreatie. Wat levert
een investering in leren en werken aan meerwaarde op?
Voor de deelnemers zelf en voor de buurt of wijk. Pas als dat dui-
delijk is, kan de stap worden gezet naar een nieuwe balans in de
exploitatie. Soms leidt dat tot verrassende uitkomsten.
In alle voorbeelden komen ‘leren en werken’ en ‘leren werken’ als
producten met een grote toegevoegde waarde voor de deelne-
mers en voor het centrum naar voren. Er wordt aanvullende waar-
de gecreëerd. Tegelijk heeft de combinatie met leren en werken
een positief effect op de exploitatie van het centrum. Immers, de
manier waarop wordt gewerkt leidt tot intensiever bezoek aan en
gebruik van het centrum. Tegelijk dalen de exploitatiekosten, met
name de personeelskosten.
Uiteraard zijn er ook verschillen. Die zijn terug te voeren op de
volgende vragen: wie zijn de deelnemers en waar ligt de nadruk?
Bij het leren of het werken. In het onderstaand model wordt dat
geïllustreerd en is aangegeven waar de beschreven cases voor
hebben gekozen.
Waardecreatie gaat vooraf aan exploitatie
“Je gaat echt op een andere manier aan het werk” is een veelge-
hoorde uitspraak bij analyse van de cases. Die andere manier van
werken wordt sterk bepaald door het inzicht en de overtuiging,
dat met het product leren en werken een andere toegevoegde
waarde tot stand komt. Die nieuwe waarde wordt mede bepaald
door het feit dat de opleiding, het werk of de combinatie daarvan
is gericht op inwoners van de wijk.
De startvraag bij alle cases is ‘Hoe creëren we met de toevoeging
van leren en werken een win-win-win-situatie voor de inwoners
uit de wijk en de jongeren die ons centrum bezoeken?’ Pas als er
een idee is hoe die win-win-win-situatie er uitziet komt de vraag
naar exploitatie aan bod. Soms, zoals bij ONS Breda, wordt gaan-
deweg ontdekt of het werkt, hoe het werkt, hoe je kunt bijsturen
en hoe je het kunt laten groeien. Het is belangrijk die ruimte te
nemen. Verbind maatschappelijk engagement met ondernemer-
schap. En ga op pad. Wie vanuit exploitatie begint met leren en
werken als product krijgt het concept niet tot leven.
Leren, werken, ondernemen
6
Leren, werken, ondernemen
7
De Meevaart Amsterdam
In de Meevaart staan meedoen, elkaar ontmoeten, leren en ont-
wikkelen van ondernemerschap centraal. Gebruikers worden ge-
stimuleerd om plannen te maken en uit te voeren. De Meevaart
was ooit een schoolgebouw, dat later in gebruik is genomen als
buurthuis. Er is een theaterzaal, een bewegingsruimte met op de
begane grond een grote keuken, waar wekelijks door verschillen-
de groepen gekookt wordt. In een aantal grotere en kleinere
ruimtes voeren vaste gebruikers wekelijks hun activiteiten uit,
maar de ruimtes worden ook verhuurd voor workshops, congres-
sen, vergaderingen, boekpresentaties, etc. Tegelijk is De Meevaart
is ook de huiskamer van de buurt. Mensen lopen er binnen voor
een kop koffie, om elkaar te treffen of de krant te lezen.
Zzp-ers komen er werken en maken graag gebruik van het wi-
fi-netwerk.
Buurtmaatschap
Nadat De Meevaart in 2011 is verbouwd kwam het tijdelijk on-
der beheer van een actieve groep bewoners (stichting Meevaart
Ontwikkel Groep). Die draagt het beheer per 1 januari 2015 over
aan een coöperatieve bewonersvereniging met de naam Buurt-
maatschap. Het doel is De Meevaart te laten gebruiken door de
hele buurt. Flexibiliteit is het credo. Als buurtbewoner kun je er
eenmalig voor een paar uur terecht, maar ook voor langere tijd.
Wil je een werkplaats of een winkel? Een inventarisatie naar de
MFA als buurtmaatschap
ontleend aan de Meevaart, Amsterdam
exploitant is bewonersonderneming
Kern-
activiteiten
initiatieven vinden en
verbinden
horeca, beheer en
schoonmaken
andere dienstver-
le-ning
vakopleidingen in
facilitaire en
admi-nistratieve
dienst-verlening
Bronnen
inzet bewoners
buurt/wijk
verbindings- en
mobilisatiekracht
goede en bereikbare
accommodatie(s)
Waarde
propositie
bieden van een
platform voor
bewonersinitiatieven
faciliteren van
initia-tieven in en
vanuit buurt/wijk
bieden van beroeps-
kwalificaties aan
volwassenen
Klanten-
relaties
subsidiecontract met
de gemeente
bezoekers en
gebruikers:
persoonlijk contact,
vraaggedreven
Kanalen
zoekgebied: buurt/
wijk
media: vooral
mond-tot-mond
distributie diensten:
op locatie
Klanten-
groepen
gemeente: welzijn en
sociale dienst
incidentele bezoe-
kers (particulier en
zakelijk)
vaste gebruikers
(particulier en
zakelijk)
Inkomstenstroom
omzet uit initiatieven van en met bewoners uit de wijk
omzet uit horeca, verhuur, facilitaire dienstverlening op
locatie
fondsen, giften en sponsoring
gemeentelijke subsidie
Kostenstructuur
kosten opleiding en praktijkbegeleiding leerlingen
huisvestings- en exploitatiekosten van locatie
Kern-
partners
actieve bewoners uit
buurt/wijk
particuliere bedrijven
uit buurt/wijk
vastgoedeigenaar
voor gebouw
ROC
wensen in de buurt was een overweldigend succes. Er waren veel
meer wensen dan in het pand van de Meevaart alleen konden wor-
den gehuisvest. Inmiddels zijn er vier panden, met meer dan 4.000
vierkante meter vloeroppervlak en er zijn ruim 1.500 bezoekers
per week.
Cijfers
De Meevaart is eigendom van een corporatie, als onderdeel van de
verkoop van al het maatschappelijk vastgoed in stadsdeel Zee-
burg. Daarbij is destijds de afspraak gemaakt dat De Meevaart een
huurprijs van € 35,- per vierkante meter betaalt. De gemeente Am-
sterdam verstrekt jaarlijks een subsidie van € 300.000,- De helft
daarvan gaat op aan huur en verwarming. Met de rest van het
budget moeten alle andere kosten worden gedekt. Dat betekent
dat er geen geld is om beroepskrachten in te zetten. Daarom is er
een andere aanpak ontwikkeld.
Opleiding
De exploitatie drijft op de inzet van vrijwilligers, mensen uit de
sociale werkvoorziening en op volwassenenonderwijs. Samen met
het Regio College (ROC) verzorgt De Meevaart een opleiding voor
facilitaire dienstverlening op niveau 2. Die opleiding duurt een jaar
en alle leerlingen – volwassenen tussen 25 en 60 jaar – nemen deel
aan de BBL-variant. Ze gaan één dag in de week naar school en
werken minimaal twee dagen per week bij De Meevaart.
Jaarlijks nemen 16 leerlingen deel aan de opleiding. De Meevaart
betaalt de leerlingkosten (€ 1.500,- per leerling) van de opleiding
en huurt een praktijkbegeleider in. Dat kost in totaal € 50.000,-
maar daar krijgt De Meevaart gedurende de opleiding van één jaar
minimaal 32 werkdagen per week voor terug. De Meevaart doet
zelf de werving en selectie van de leerlingen. Daarbij wordt heel
sterk op motivatie geselecteerd.
De opleiding facilitaire dienstverlening is zo’n succes, dat De Mee-
vaart en het Regio College besloten hebben om in 2015 te starten
met een economisch administratieve opleiding. Ook die studenten
gaan werken in De Meevaart.
De buurt centraal
Alle activiteiten van De Meevaart moeten ten goede komen aan de
buurt. Het uitgangspunt is dat initiatieven iets voortbrengen dat
ook op eigen kracht de moeite waard is. Er zal nooit iets worden
georganiseerd omdat er een subsidie is, of op basis van eisen van
formele opdrachtgevers. Pas als initiatieven succesvol zijn, gaan
groeien en toe zijn aan professionalisering, worden de formele ei-
sen erbij betrokken. Op dat moment wordt zo’n initiatief losgela-
ten. Want de Meevaart is een incubator, geen investeerder.
De Meevaart wil voor de exploitatie niet afhankelijk zijn van de in-
komsten uit verhuur. In plaats van een zaalverhuurbedrijf te zijn
met in de lege uurtjes nog wat ruimte voor bewoners, gebeurt het
omgekeerde. Meer dan 70 % van de gebruikers moeten bewo-
nersgroepen zijn en in de lege uurtjes worden extra inkomsten
gezocht door verhuur.
Buurtbewoners en buurtorganisaties (ruim 250) maken gratis ge-
bruik van de ruimten op basis van het nultarief. Alleen als ze niet
op komen dagen, terwijl er wel een ruimte voor hen is gereser-
veerd, krijgen ze een rekening. Deze aanpak leidt tot discipline bij
het reserveren. Sociale doelgroepen met een eigen budget wordt
wel een tarief berekend. De taakstelling op deze doelgroep is
€ 100.000,-, maar dat bedrag staat onder druk door gemeentelijke
bezuinigingen. Dat kan tot gevolg hebben dat er in de toekomst
een ander exploitatiemodel gehanteerd moet worden.
Ook in de catering en de bar wordt in financiële zin niet het onder-
ste uit de kan gehaald. Er zijn 16 cateringgroepen in de wijk, die
lunches kunnen verzorgen voor organisaties die een zaal huren.
De Meevaart kiest ervoor om die wijkbewoners te faciliteren, door
hen in staat te stellen met catering eigen initiatief te ontwikkelen.
Op die manier hebben zij een kleine bijverdienste en De Meevaart
ontvangt een klein bedrag voor het gebruik van de keuken.
Financiën
De Meevaart krijgt jaarlijks van de gemeente Amsterdam een
basissubsidie van € 300.000,- aangevuld met incidentele subsidies
van € 100.000,- en een exploitatieresultaat op verhuur, catering en
horeca van bijna € 100.000,- Daarnaast is er ongeveer € 200.000,-
aan inkomsten door uitleen van de rechtspersoon van De Mee-
vaart aan buurtinitiatieven.
9
Leren, werken, ondernemen
8
Leren, werken, ondernemen
Dynamo, Eindhoven
Dynamo in Eindhoven is een creatief platform, waar jongeren
hun talenten kunnen ontwikkelen op het gebied van evene-
mentorganisatie, dans, kunst, sport, muziek, licht, geluid,
multimedia, facility & management en horeca. Met een
jongerencentrum, podium, workshopruimtes en school in één
krijgt een formele en een non-formele leer/werkomgeving
vorm. Het uiteindelijke doel is de jongeren te begeleiden naar
economische zelfstandigheid. Wie dat wil, kan zich ontwikkelen
tot zelfstandig ondernemer. Vanaf 2015 zal worden samenge-
werkt met het professioneel jeugdwerk en alle jongerencentra
in de wijken vanuit één werkwijze onder de vlag: Jeugdwerk,
by Dynamo.
Talentontwikkeling
Uitgangspunt is dat jongeren alleen vanuit hun passie in bewe-
ging komen. Daarom is – als onderdeel van hun (jeugd)cultuur –
een methodiek ontwikkeld om jongeren te stimuleren stapsge-
wijs hun talenten te ontwikkelen. Een jongere start als bezoeker
op trede 1 en kan via diverse rollen groeien naar stap 6, zelfstan-
dig ondernemer. Hij wordt bij het creatief platform onderdeel
van een jeugdcultuur (community). Daaraan ontlenen zij hun
identiteit, ze doen mee in de samenleving en ontwikkelen zich tot
zelfstandige burgers in de maatschappij.
Al doende heeft Dynamo zich ontwikkeld tot een financieel ge-
zonde, bruisende plek voor jongeren, die als positief ervaren
wordt door de stad. Ook jongeren die even wat minder grip op
hun leven hebben, kunnen bij het platform terecht voor begelei-
ding en advies.
MFA als creatief platform
ontleend aan Dynamo, Eindhoven
exploitant is welzijnsonderneming in opdracht gemeente
Kern-
activiteiten
platformmanage-
ment
levering (creatieve)
diensten
promotie en sales
Bronnen
talent/arbeidsvermo-
gen jongeren
(vrijwillige) werk en
leermeesters
ondernemende
jeugd-werkers
goede en bereikbare
accommodatie(s)
Waarde
propositie
bieden van talent-
ontwikkeling
bieden van contacten
en kansen voor
ondernemerschap
bieden van economi-
sche zelfstandigheid
Klanten-
relaties
Gemeente: subsidie
contract
Jongeren: passie,
vraaggericht
werk- en opdracht-
gevers: off-line en
online
Kanalen
zoekgebied: regio,
specifieke scenes/
circuits
media: internet en
sociale media
distributie: op
locatie, via partners
en online
Klanten-
groepen
gemeente: welzijn en
sociale dienst
jongeren met passie
voor muziek, dans,
film, techniek
(potentiële) werken
opdrachtgevers
‘global massmarket’
Inkomstenstroom
verkoop van creatieve diensten, online en offline
(gemeentelijke) subsidie
Kostenstructuur
platformkosten
kosten begeleiding en coaching
afdracht aan ondernemers
huisvestings- en exploitatiekosten van locatie
Kern-
partners
zelfstandige
muzikanten, dansers,
filmers, technici
als leraar en als
ondernemer
vastgoedeigenaar
voor gebouw
Zelfstandig ondernemerschap
Gemotiveerde en actieve jongeren kunnen zich ontwikkelen tot zelf-
standig ondernemer. In 4 jaar tijd zijn 75 jongeren begeleid naar
zelfstandig ondernemerschap. Denk hierbij aan dans-, muziek-,
sport- en graffitidocenten, licht/geluidstechnici en artiesten. Daarbij
wordt gestuurd op creatie van nichecontent (ontwikkelen work-
shops, lessen, cursussen). Door te zoeken naar nieuwe wegen en
kansen voor jongeren op de arbeidsmarkt, wordt een bijdrage gele-
verd aan het tegengaan van de jeugdwerkeloosheid.
Kenmerkend in de leer/werkomgeving is de vraaggestuurde aan-
pak. Elke vrijwilliger, docent, freelancer en stagiaire werkt binnen
een talentontwikkelingsprogramma wat de jongeren zelf hebben
bepaald. Alle programma’s worden door jongeren georganiseerd.
Initiatieven kunnen ontstaan in de wijk of in het jongerencentrum.
Een voorbeeld van zo’n concept is het freerun event ‘Hop the Block’.
Dat is georganiseerd door een groep freerunners (docenten en vrij-
willigers) tijdens de E-moves.
Ontwikkeling
De ontwikkeling tot creatief platform en expertisecentrum in de hui-
dige vorm heeft ongeveer vijf jaar geduurd. Het aantal uren dat
jongeren zich vrijwillig inzetten staat gelijk aan de inzet van 17 fte’s,
wat een waarde vertegenwoordigt van € 750.000,--.
Er wordt kennis gedeeld met verschillende partijen binnen en buiten
de stad. Het platform beweegt mee met trends en ontwikkelingen
in de verschillende jeugdculturen, met Urban, Rock & Dance als pij-
lers. Dit is mogelijk doordat het platform met haar programmering
naar buiten is gegaan in de vorm van workshops / cursussen op
locatie (ook voor kinderen), de verbinding met de wijken heeft ge-
legd en stadsbrede events aanjaagt.
Partners
In alle programma’s werkt Dynamo nauw samen met partners.
Denk aan andere jongerenorganisaties, scholen, maatschappelijke
organisaties, sportorganisaties en het bedrijfsleven. Door dat uitge-
breide netwerk worden opdrachten gegenereerd, die de jongeren
als ZZP’er of in een payrollconstructie gaan uitvoeren. Zo krijgen ze
de kans om met hun talent te voorzien in hun levensonderhoud. Een
ander effect is dat vacatures bij bedrijven door het netwerk snel
worden opgepikt. Door hun activiteiten hebben jongeren een voor-
spong bij sollicitaties.
Het aantal activiteiten dat jaarlijks wordt georganiseerd is aanzien-
lijk: 100 podiumactiviteiten, 5 initiatieven in samenwerking met wij-
ken, 20 workshopdagen voor het onderwijs, 5 grote events of festi-
vals, een dagelijks cursus- en lesaanbod met 40 workshops per
week. Het bereik is groot, want jaarlijks zijn er via social media meer
dan 100.000 contactmomenten met jongeren.
Exploitatie
Talentontwikkeling is de basis voor de exploitatie. Door jongeren
vanuit een ondernemende visie te leren organiseren en program-
meren ontstaat er in de maatschappij (maatschappelijke partners,
bedrijven) bereidheid om menskracht en middelen in te zetten.
Dynamo is daardoor in staat om vanuit andere gemeentelijke secto-
ren, fondsen en particuliere initiatieven middelen te genereren.
Er is een nieuwe manier van financiering in ontwikkeling. Uit de ta-
lenten van de jongeren ontstaan niche-producten en –diensten.
Deze producten en diensten zijn MVO-gedreven en worden vanuit
het platform verkocht. De producten worden online en offline ver-
kocht via een geautomatiseerd proces en via klantrelaties. Daardoor
ontstaat een shop-in-shop constructie met de startende bedrijfjes.
De bedrijfjes dragen een percentage van de omzet af aan platform
Dynamo, dat de platformkosten voor haar rekening neemt.
De fysieke faciliteiten in het gebouw van Dynamo ondersteunt de
doelgroep en de ontwikkeling van talent. Deze faciliteiten bewegen
mee met de vraag van jeugd. Het gebouw leent zich daar met haar
diversiteit erg goed voor. Menskracht, middelen en faciliteiten zijn
dusdanig in balans dat ook in de toekomst een gezonde exploitatie
neergezet kan worden.
Leren, werken, ondernemen
10
Leren, werken, ondernemen
ONS Coöperatief Breda
Buurthuis ONS (www.onsingeerenzuid.nl) is een herontwikkeld
buurthuis in de wijk Geeren in Breda. Het is het hart van de wijk
en bedoeld om bewoners elkaar te laten ontmoeten, hen een
opleiding te laten volgen en werkervaring op te laten doen.
Het buurthuis wordt gerund door ONS Coöperatief, een groep
ondernemende bewoners uit de wijk, die hun kans grijpen om
vooruit te komen.
ONS Coöperatief exploiteert het wijkrestaurant, regelt de zalen-
verhuur en de schoonmaak.
Aanleiding
Geeren is onderdeel van de wijk Hoge Vucht, een multiculturele
omgeving, waar vooral gezinnen en ouderen met plezier wo-
nen. Desondanks is het imago slecht. Geeren staat al jarenlang
bovenaan de lijst van buurten in Breda met sociale achterstand.
De economische crisis maakt het nog eens extra lastig voor veel
bewoners. Hun sociaaleconomische positie blijft achter door
ontslag en als gevolg van bezuinigingen op het gebied van wel-
zijn, arbeidsparticipatie en armoedebestrijding.
Samen met bewoners hebben de gemeente, de woningcorpo-
raties en een aantal samenwerkingspartners daarom een ambi-
tieus toekomstplan voor de wijk gemaakt. Met een combinatie
van sociaaleconomische en fysieke maatregelen wordt ingezet
op de verbetering van het leefklimaat en de sociale stijging van
de buurt én haar bewoners.
MFA als starterscentrum
ontleend aan ONS Coöperatief, Breda
exploitant is coöperatie van startende ondernemers
Kern-
activiteiten
Samen runnen van
coöperatie
horeca, beheer en
schoonmaken
persoonlijke
dienstverlening
begeleiding van
coöperanten
Bronnen
talent/arbeidsvermo-
gen volwassenen
coaches
goede en bereikbare
accommodatie(s)
Waarde
propositie
bieden van (gast-
vrije) ruimte en
diensten
bieden van
ontmoetingsplek
bieden van
opleidingen
bieden van
economische
zelfstandigheid
Klanten-
relaties
gemeente: subsidie
contract; periodiek
overleg over
deelname kandida-
ten aan coöperatie
deelnemers:
lidmaatschap
bewoners:
persoonlijk contact
bedrijven:
persoonlijk contact
Kanalen
zoekgebied:
buurt/wijk
media: mond-tot-
mond, internet en
sociale media
distributie diensten:
op en vanuit locatie
Klanten-
groepen
gemeente: welzijn
en sociale dienst
(potentiele) deel-
nemers coöperatie
bewoners in buurt/
wijk/stad
bedrijven in buurt/
wijk/stad
Inkomstenstroom
omzet uit horeca, verhuur en facilitaire dienstverlening
in MFA
omzet uit particuliere en zakelijke dienstverlening
vanuit MFA
opstartsubsidies
Kostenstructuur
hulpmiddelen en bedrijfskleding
(reserveringen voor) opleiding coöperanten
kosten begeleiding en coaching
huisvestings- en exploitatiekosten van locatie
Kern-
partners
vastgoedeigenaar
voor gebouw
diversen
11
Doelstelling
ONS Coöperatief biedt mensen in een uitkeringssituatie, met een
slecht perspectief op instroom in de reguliere arbeidsmarkt, de
kans om hun talenten te gebruiken, zich te ontwikkelen en als on-
dernemer (een gedeelte van) hun inkomen zelf te verdienen. Het
doel is ondernemers die geen of beperkte werkervaring hebben,
gezamenlijk een bedrijf te laten runnen om kennis en ervaring op
te doen, zodat zij uiteindelijk een baan kunnen vinden of zelf een
onderneming kunnen starten.
De gemeente heeft een regelarme zone gecreëerd om de leden
van ONS Coöperatief in staat te stellen collectief te ondernemen.
-	 De basis van de coöperatieve ondernemingsvorm is ‘samen-
werking’. Daardoor kunnen de leden parttime ondernemen.
-	 De leden kunnen binnen de coöperatie doen waar ze goed in
zijn (talenten benutten) en zich richten op hun ontwikkeling.
Vrijstelling van sollicitatieplicht voor één jaar maakt dit
mogelijk.
-	 Werken binnen de coöperatie betekent dat je deel uitmaakt
van een professioneel bedrijf, dat ook van jezelf is. Je werkt
dus niet voor een baas, maar bent samen met de andere
leden verantwoordelijk voor het succes. Dit zorgt ervoor dat
mensen trots zijn om er te werken. Ze zijn sterk gemotiveerd
om zich er echt voor in te zetten.
-	 De coöperatie heeft een spaarsysteem, waardoor de deelne-
mers een deel van de omzet kunnen sparen voor een
opleiding.
-	 Daarnaast heeft ONS Coöperatief een duurzaam verdienmo-
del: de bedrijven maken winst en deze winst vloeit terug naar
de gemeente voor die mensen die een uitkering ontvangen.
Stakeholders
De belangrijkste stakeholders zijn:
-	 gemeente Breda zorgt voor een ‘regelarme zone’ en instroom
van nieuwe leden
-	 AlleeWonen, de eigenaar van het pand, stelt de ruimtes ter
beschikking, ontvangt huurinkomsten van de zalenverhuur en
wil een gastvrije ontmoetingsplek zijn voor de wijk
-	 “Werk aan de wijk” zorgt ook voor nieuwe leden en vervult
daarnaast de rol van penningmeester voor het coöperatief
Daarnaast vervullen Vrouwenstudio Amalia, Get Started, Grote
Broers en Zus, Startcollege en LSA een belangrijke rol.
Gebouw
Het voormalige buurthuis heeft een transformatie ondergaan en is
in februari 2014 opnieuw geopend. Woningbouwcorporatie Al-
leeWonen heeft met ONS Coöperatief een huur- en beheersover-
eenkomst gesloten, waarin zij de beschikking krijgt over het wijk-
restaurant met workshopkeuken en de zalen.
Juridische structuur
Een coöperatie is de meest geschikte vorm voor het bedrijf.
De belangrijkste redenen zijn:
-	 Mensen kunnen zich concentreren op datgene waar ze goed
in zijn. De overhead wordt gezamenlijk geregeld;
-	 Samen krijgen mensen dingen voor elkaar die als ZZP-er niet
lukken: grotere klussen, deeltijdwerk, groter netwerk;
-	 Voor alle leden van het coöperatief geldt een uitgesloten
aansprakelijkheid, dat wil zeggen dat ze niet persoonlijk
aansprakelijk zijn voor het functioneren van het coöperatief;
-	 Continuïteit van de bewonersbedrijven;
-	 Veel deelnemers kennen deze samenwerkingsvorm vanuit hun
cultuur.
Na een proefperiode van twee maanden worden de ondernemers
van ONS Coöperatief lid van de coöperatie. Elk coöperatief heeft
drie bestuurders, die door de ledenvergadering benoemd en ont-
slagen worden. De ledenvergadering is dus het belangrijkste or-
gaan binnen de coöperatie. Om de maatschappelijke verantwoor-
ding te borgen is er een Raad van Toezicht. Deze beheert het
‘startersfonds’ voor bekostiging van de opleidingsbudgetten voor
de leden. Het fonds wordt gevuld uit de omzet van de coöperaties.
Stand van zaken
ONS Coöperatief is in november 2013 opgericht. Sinds januari 2014
is het restaurant operationeel. ONS Coöperatief is zeer succesvol in
haar activiteiten: de buurtdiners zitten vol, de zalen worden vaak
verhuurd. Met de bescheiden winst uit de eerste maanden is de
spaarpot voor alle leden gevuld met een klein bedrag. Een van de
leden gebruikt dit op dit moment om haar rijbewijs te halen. Een
ander lid is bezig om haar Nederlands bij te spijkeren.
De volgende stap die gemaakt gaat worden is het toevoegen van
een opleidingsprogramma, zodat de deelnemers ook een diploma
kunnen behalen.
Verder worden de activiteiten van ONS Coöperatief uitgebreid met
ONS Wijkatelier. Daar wordt kleding vermaakt en verkocht en wor-
den betaalbare diensten geleverd op het gebied van persoonlijke
verzorging (manicure, schoonheidsspecialiste, kapster, etc.).
13
Leren, werken, ondernemen
12
Leren, werken, ondernemen
MFA als leerwerkbedrijf
ontleend aan Lumens buurtruimten, Eindhoven en MFA’s Vathorst, Amersfoort
exploitant georganiseerd als leerwerkbedrijf
Kern-
activiteiten
horeca, zalen-
verhuur, beheer en
schoonmaken
les geven/opleiden
Bronnen
talent/arbeids-
vermogen jongeren
leerwerkmeesters
goede en bereikbare
accommodatie(s)
Waarde
propositie
bieden van
(gast-vrije)
ontmoetingsruimte
bieden van
beroepskwalificatie
Klanten-
relaties
gemeente;
subsidie contract
jongeren:
scholingsrelatie
bezoekers en
gebruikers:
persoonlijk contact
Kanalen
zoekgebied jonge-
ren: stad/regio
media: mond-tot-
mond, internet en
sociale media
distributie diensten:
op locatie
Klanten-
groepen
gemeente: welzijn
jongeren met
afstand tot arbeids-
markt
incidentele bezoe-
kers (particulier en
zakelijk)
vaste gebruikers
(particulier en
zakelijk)
Inkomstenstroom
omzet uit horeca, verhuur en facilitaire dienstverlening
(gemeentelijke) exploitatiesubsidie
Kostenstructuur
kosten leerwerkmeesters
kosten van de opleiding
huisvestings- en exploitatiekosten van locatie
Kern-
partners
ROC voor opleiding
vakbedrijf voor
praktijkbegeleiding
vastgoedeigenaar
voor gebouw
MFA’s Vathorst, Amersfoort
In drie MFA’s in de wijk Vathorst in Amersfoort-Noord is een
leerwerkbedrijf gerealiseerd met dienstverlening op het gebied
van horeca, receptie en facilitaire diensten. Het beheer en de
exploitatie op deze locaties wordt uitgevoerd door de SRO, een
commerciële partij die in opdracht werkt van gemeenten. Het
beheer van het leerwerkbedrijf wordt gezamenlijk gedaan door
SRO en MBO Amersfoort (ROC). Daardoor ontstaat een bijzon-
dere samenwerking tussen een maatschappelijke organisatie
en het bedrijfsleven. De wijkbewoners profiteren van betere
service en jongeren krijgen betere kansen voor hun toekomst.
Kenmerken MFA’s
In de diverse multifunctionele accommodaties in Vathorst wor-
den wijk- en buurtvoorzieningen aangeboden op het gebied
van onderwijs, sport, welzijn, cultuur en zorg. Het aanbod en
de wijze waarop beheer en exploitatie zijn georganiseerd ver-
schillen per MFA. Icoon bijvoorbeeld heeft als gebruikers het
Vathorst College, bibliotheek Eemland en Scholen in de Kunst.
Er is eveneens een theater ondergebracht. Het beheer en de
exploitatie worden uitgevoerd door Icoon zelf met als organisa-
tievorm een corporatie.
Naast verschillen zijn er ook overeenkomsten tussen de MFA’s.
Overal is een ontmoetingsruimte met een horecavoorziening,
een receptie/balie en een sportvoorziening.
Op initiatief van de lokale welzijnsorganisatie hebben de SRO en
MBO Amersfoort in de MFA’s de Bron, de Laak en de Brink een
leerwerkbedrijf gerealiseerd met dienstverlening op het gebied
van horeca, receptie en facilitair. De Bron is de grootste locatie en
heeft de meeste faciliteiten, waaronder horeca. Deze locatie vormt
het hart van het leerbedrijf. De Laak en de Brink zijn kleinere loca-
ties. Daar ligt de nadruk op ontmoeting en sport. Het beheer en de
exploitatie op deze locaties wordt uitgevoerd door de SRO.
MFA als leerwerkbedrijf
Een leerwerkbedrijf is het middel bij uitstek om vorm te geven aan
de samenwerking tussen het beroepsonderwijs en het (regionale)
bedrijfsleven. Daarbij is het MFA als leerwerkbedrijf de schakel tus-
sen de bewoners in de wijk, de bezoekers en de instellingen. Ser-
vice, gastvrijheid, recreatie en horeca gaan daarbij hand in hand.
De dienstverlening wordt gerealiseerd door jongeren in opleiding,
die in de MFA tegelijkertijd werken en leren via zogenaamde leer-
werkplekken. Hiermee bieden SRO en MBO Amersfoort een oplos-
sing voor jongeren op de arbeidsmarkt. Een dergelijk leerwerkbe-
drijf vervult naast een werkgeversrol een opleidende rol voor
werkzoekenden met afstand tot de arbeidsmarkt.
Om recht te doen aan de samenwerking tussen maatschappelijke
organisaties en het bedrijfsleven, met enerzijds publieke middelen
en anderzijds (semi) private middelen, zijn de SRO en MBO Amers-
foort samen het beheer van het Leerwerkbedrijf aangegaan. Voor
MBO Amersfoort betekent dit vormgeving van haar beleidskoers
Onderwijs in Bedrijf. Voor de SRO betekent het realisatie van
dienstverlening rondom het maatschappelijke vastgoed met leer-
werkplekken.
Het werkdeel van het MFA Leerwerkbedrijf bestaat zoals aangege-
ven uit de componenten horeca, receptie (Stichting Kamerbreed)
en facilitair (SRO). Financiering van deze drie diensten vindt plaats
door opbrengsten uit de horeca, inbreng van financiering uit wel-
zijn ten behoeve van de coördinator receptie en door inbreng in de
financiering van een facilitair medewerker.
Hospitality concept
Centraal in een goed functionerend MFA staat het hospitality-con-
cept. Kenmerkende elementen hierin zijn het eigenaarschap en de
gastvrijheid om bezoekers, gasten en medegebruikers een thuis-
gevoel te geven. Het hospitality-concept in een MFA bestaat in de
regel uit het bieden van horeca-faciliteiten, het beheren van een
gezamenlijke receptie/balie voor ontvangst, en de facilitaire dien-
stenverlening voor het onderhoud en beheer. Als dat noodzakelijk
is kan dit worden aangevuld met bewaking c.q. beveiliging tijdens
het gezamenlijke gebruik van de MFA door bezoekers, gebruikers
en leveranciers.
De klanten van een MFA zijn in de te delen in twee categorieën.
Ten eerste zijn er de bezoekers van de faciliteiten, zoals ouders van
schoolgaande kinderen, ouders met kinderen op de crèche, spor-
ters die lid zijn van verenigingen die gebruik maken van de sport-
zaal en leveranciers.
De tweede categorie klanten bestaat uit bezoekers uit de wijk en/
of passanten, die gericht op zoek zijn naar een ontmoetingsplek.
Er zijn duidelijke piekmomenten zichtbaar bij de bezoekers: over-
dag rondom openings- en sluitingstijden van school en kinderop-
vang en ’s-avonds bij het bezoek aan de sporthal. Het passanten-
bezoek vindt vooral plaats in de daluren van de ochtend en de
middag.
Stand van Zaken
Er is nog geen heldere samenwerkingsconstructie gerealiseerd
voor het beheer, de exploitatie en het leerwerkbedrijf. Het heeft de
voorkeur om deze samenwerking binnen de MFA uiteindelijk vorm
te geven in een duurzame structurele vorm met een eigen entiteit,
bijvoorbeeld in een coöperatie. In zo’n coöperatie zijn de leden-ei-
genaren namelijk tevens de voornaamste zakenpartners en daar-
door nauw betrokken bij de bedrijfsstrategie en de uitvoering daar-
van. In de MFA’s de Bron, de Laak en de Brink werken de partners
SRO, MBO Amersfoort en Welzin Amersfoort wel intensief samen
met elkaar. Maar dat gebeurt niet in de beoogde corporatieve vorm
waarin men duidelijker kan optreden als eigenaar en ondernemer.
De horeca in de Bron is momenteel alleen geopend bij activiteiten,
omdat een breakeven/verdien model bij een structurele opening
niet mogelijk bleek. Het MFA Icoon heeft besloten om na een proef-
periode van een jaar niet over te stappen naar het beoogde geza-
menlijk leerwerkmodel. Als organisatie is men een coöperatie ge-
bleven van de gebruikers: het Vathorst College, de Bibliotheek
Eemland en Scholen in de Kunst.
15
Leren, werken, ondernemen
14
Leren, werken, ondernemen
Lumens buurtruimten,
Eindhoven
In 2015 start Lumens Buurtruimten met het aanbieden van 15 tot
18 ‘Leerwerkplekken’ in vier wijkcentra en zes jongerencentra in
de wijk Woensel in Eindhoven. In nauwe samenwerking met het
Summa College wordt een tweejarige dagopleiding facilitair me-
dewerker niveau 2 aangeboden in de bedrijfsomgeving van een
wijk- of jongerencentrum. Daardoor krijgen jongeren met een
afstand tot de arbeidsmarkt betere startkwalificaties, de gastvrij-
heid van de wijkcentra stijgt, en de inzet van de jongeren heeft
een positief effect op de exploitatie van de centra.
De leerwerkplekken zijn bedoeld voor jongeren tot 27 jaar zon-
der startkwalificatie met een beperkt arbeidsvermogen, die van-
af 1 januari 2015 onder de Participatiewet vallen. Het zijn jonge-
ren die moeilijk op de arbeidsmarkt terecht kunnen of het
onderwijs in kunnen stromen. Ze kampen met leerproblemen,
gedragsproblemen en/of persoonlijke problemen. Deze jonge-
ren zijn moeilijk terug te leiden naar een klassikaal onderwijssys-
teem. Een authentieke leerwerkomgeving kan echter uitkomst
bieden.
Leren uit het werk halen
Een leerwerkbedrijf is net als een regulier bedrijf actief op de
markt, maar functioneert op iets andere specificaties dan het
‘normale’ bedrijfsleven. Het werk in de context van het beroep
staat altijd centraal: zoveel mogelijk uitgevoerd door studenten,
onder begeleiding van professionals. Leren en werken gaan hier-
door hand in hand onder het motto ‘leren uit het werk halen’.
Kenmerken zijn een levensechte dienstverlening met echte klan-
ten, werkprocessen die identiek zijn aan het reguliere bedrijfsle-
ven, en aansluiting bij de kwalificatie-eisen van het onderwijs.
Lumens Buurtruimten faciliteert, accommodeert en adviseert
buurtbewoners. Binnen dat dienstenpakket zijn ruimschoots mo-
gelijkheden om leerwerkplekken in te richten. Met name op faci-
litair gebied, zoals het bieden van horecafaciliteiten en het behe-
ren van een gezamenlijke receptie. Behalve dat de leerlingen een
diploma behalen, zorgen de leerwerkplekken ook voor een zin-
volle dagbesteding in de eigen wijk. De jongeren komen in een
positie waarin ze kunnen solliciteren. Daarnaast krijgen ze hulp bij
het vergroten van hun sociaal netwerk.
De praktische uitvoering van taken gebeurt onder verantwoorde-
lijkheid en begeleiding van de facilitair beheerders en de sociaal
beheerders van Lumens Buurtruimten. Summa College verzorgt
het onderwijs in de praktijkomgeving en levert daarvoor de do-
centen en de begeleiding. De persoonlijke begeleiding van de
deelnemers wordt verzorgd door een jobcoach.
Zelfredzaamheid en leefbaarheid
De opleiding tot facilitair medewerker niveau 2 draagt bij aan de
uitvoering van de werkzaamheden in de jongeren- en wijkcentra.
Dat heeft een positief effect op de exploitatie van die accommo-
daties. Door jobcoaching kunnen de jongeren uiteindelijk worden
doorgeleid naar werk. Ze krijgen perspectief en kunnen uit de
uitkeringssituatie komen doordat ze gekwalificeerd zijn voor ar-
beid. Dat draagt bij aan het vergroten van de zelfredzaamheid.
Dat betekent sociale, economische en financiële onafhankelijk-
heid. Kortom, het draagt bij aan de eigen kracht van inwoners.
Mensen die in 2014 nog geïndiceerde hulpverlening en dagbeste-
ding kregen, moeten dat vanaf 2015 steeds meer op eigen kracht
en met de omgeving vormgeven. In het kader van de participatie-
samenleving krijgen ook de wijk- en jongerencentra dus een an-
dere positie, waarbij ‘leren, werken en meedoen’ centraal staan.
In die zin draagt het leerwerkbedrijf bij aan de omvorming naar
een participatiesamenleving.
Samenwerking en randvoorwaarden
Er is een nauwe samenwerking tussen het Summa College, de ge-
meente Eindhoven, Lumens Buurtruimten en het Ministerie van
OCW. Tussen Lumens Buurtruimten en het Summa College bestaat
een publiek-private samenwerking. Daardoor kunnen de kerncom-
petenties van beide organisaties in aanvulling op elkaar worden in-
gezet. Doel hiervan is geschikt werk te creëren, dat aansluit bij de
intrinsieke motivatie, competenties en ‘restcapaciteit’ van de kandi-
daat. Hierdoor komen duurzame plaatsingen tot stand, met trajec-
ten waarbij de kandidaat minimaal de opleiding voltooit.
Voor de ontwikkeling en het starten van de leerwerkplekken bestaat
er een stimuleringsregeling MBO. Die regeling beoogt een duurza-
me publiek-private samenwerking (PPS) in het beroepsonderwijs te
stimuleren. De gezamenlijke aanpak van Lumens Buurthuizen en het
Summa College sluit naadloos aan bij deze regeling:
-	 initiatieven dragen bij aan de aansluiting onderwijs-arbeids-
markt;
-	 er is sprake van een duurzame samenwerking tussen de
partijen;
-	 er is financieel commitment van de samenwerkende partijen;
-	 er wordt aangesloten op de sectorplannen in het Sociaal
Akkoord;
-	 initiatieven moeten onderbouwd worden met een regionale
visie.
De samenwerking tussen de gemeente, het Summa College en
Lumens Buurthuizen voldoet aan de minimale eis om een subsidie-
aanvraag in te kunnen dienen bij het Regionaal Investeringsfonds
MBO. Dat vereist cocreatie. De subsidie wordt verstrekt om de aan-
sluiting van het onderwijs op de behoefte van de arbeidsmarkt te
verbeteren, en is bestemd voor activiteiten die voortvloeien uit de
publiek-private samenwerking. Randvoorwaarde is dat er sprake is
van minimaal 15 plekken.
Financiën
De leerwerkplekken in Woensel zijn opgezet volgens een innovatie-
ve formule, die nog verder doorontwikkeld zal worden. Efficiëntie,
integrale aanpak en een sluitend verdienmodel gaan hand in hand.
Het doel is te komen tot een bedrijfsconcept met minimaal 15 leer-
werkplekken.
Het werkdeel bestaat uit inbreng van financiering van de lopende
begroting van Lumens Buurtruimten voor wat betreft de tien cen-
tra. Dat wordt aangevuld met financiering vanuit het beroepsonder-
wijs (OCW) en middelen vanuit de gemeente (werkteam voor job-
coaching). Wellicht volgt nog een aanvullende (start)financiering
17
Leren, werken, ondernemen
16
Leren, werken, ondernemen
MFA Oelbroeck, Sint Anthonis
Sint Anthonis is een dorpje met ruim 4.200 inwoners in het Oos-
ten van Noord-Brabant. Het is een hechte gemeenschap met
een bloeiend verenigingsleven. In het verleden werden de
meeste verenigingen gehuisvest in leegstaande gebouwen,
maar dat waren vaak tijdelijke oplossingen. Een ander nadeel
was, dat die oude gebouwen erg duur waren in onderhoud.
Daarom bouwde de gemeente een multifunctioneel centrum,
dat plaats biedt aan alle clubs en verenigingen in het dorp. MFA
Oelbroeck werd in oktober 2008 in gebruik genomen.
Ontmoetingsplek
Sinds de opening heeft Oelbroeck zich ontpopt als dé ontmoe-
tingsplek voor de inwoners van het dorp. Het MFA biedt onder-
dak aan nagenoeg alle activiteiten op het gebied van cultuur,
educatie, welzijn en sport. Het huisvest sportverenigingen,
scholen, peuter- en kinderopvang, bibliotheek, muziekschool en
-verenigingen, carnaval, een jongerencentrum, ouderenorgani-
saties, de dorpsraad en de brandweerkazerne. Daarnaast ma-
ken individuele inwoners gebruik van de faciliteiten voor bijeen-
komsten en incidentele activiteiten.
MFA als sociale werkvoorziening
ontleend aan MFA Oelbroeck, Sint Anthonis
exploitant ondersteund door SW-bedrijf
Kern-
activiteiten
horeca, zalen-
verhuur, beheer
en schoonmaken
programmering van
activiteiten
werving, selectie en
begeleiding
Bronnen
talent/arbeidsvermo-
gen volwassenen
talentmanagement
goede en bereikbare
accommodatie(s)
Waarde
propositie
bieden van gastvrije
(ontmoetings)ruimte
voor scherpe prijs
bieden van
arbeidsritme en
werkervaring
creëren / behouden
van lokale werk-
gelegenheid
Klanten-
relaties
Subsidiecontract
met de gemeente
Volwassenen:
werknemers/
werkgeversrelatie
bezoekers en
gebruikers:
persoonlijk contact,
vraaggedreven
Kanalen
zoekgebied
volwassene:
buurt / wijk
media: mond-tot-
mond, internet en
sociale media
distributie diensten:
op locatie
Klanten-
groepen
gemeente
volwassenen die
weer graag aan het
werk willen
incidentele
bezoekers (particulier
en zakelijk)
vaste gebruikers
(particulier en
zakelijk)
Inkomstenstroom
omzet uit horeca, verhuur, facilitaire dienstverlening
(gemeentelijke) exploitatiesubsidie
Kostenstructuur
kosten uitvoerend en begeleidend personeel SW bedrijf
huisvestings- en exploitatiekosten van locatie
Kern-
partners
SW-bedrijf voor
dienstverlening
vastgoedeigenaar
voor gebouw
Bestuur
Het MFA is eigendom van de gemeente. Die is verantwoordelijk
voor de instandhouding van het gebouw. Het beheer en de exploi-
tatie vallen onder de verantwoordelijkheid van de daarvoor opge-
richte Stichting Oelbroeck. Het bestuur bestaat uit een onafhanke-
lijke voorzitter, penningmeester en secretaris, aangevuld met een
vertegenwoordiger van de gemeente en een vertegenwoordiger
van de gebruikers.
Beleid
Stichting Oelbroeck heeft van de gemeente een lastige opdracht
meegekregen. Er moet een besparing zijn ten opzichte van de de-
centrale situatie van vroeger, en er moet hoofdzakelijk worden
gewerkt op basis van vrijwilligers. Waar dat niet kan, worden dien-
sten zoveel mogelijk door medewerkers van de sociale werkvoor-
ziening IBN Facilitair ingevuld. De begroting moet uiteraard slui-
tend zijn, ook wanneer de subsidies voor het beheer en de
exploitatie in de toekomst zullen worden afgebouwd.
Dagelijks beheer
De inwoners van Sint Anthonis staan centraal in MFA Oelbroeck.
De communicatie is mondeling en informeel. Deze vindt plaats in
en rond de MFA. Van digitale nieuwsbrieven, social media of ande-
re communicatiemethoden wordt geen gebruik gemaakt. De ster-
ke sociale structuur, het geringe aantal inwoners van het dorp en
het grote aantal activiteiten in het MFA zorgen er samen voor dat
iedereen op de hoogte is van het nieuws over Oelbroeck.
Om zich maximaal te kunnen manifesteren als ontmoetingsplek is
Oelbroeck in principe 7 dagen per week tussen 07.00 en 24.00 uur
geopend. De openingstijden zijn wel afhankelijk van de activitei-
ten. De dienstverlening valt onder de verantwoordelijkheid van
een betaalde coördinator/bedrijfsleider. Hij regelt de personele
bezetting (betaalde medewerkers en vrijwilligers) en is het aan-
spreekpunt voor de vaste gebruikers en de incidentele huurders.
Eens in de zes weken is de bedrijfsleider aanwezig bij de vergade-
ring van het stichtingsbestuur. Onderwerpen waarover hij overleg
voert zijn beheer, schoonmaak en overige facilitaire dienstverle-
ning. Ook worden knelpunten en ontwikkelingen besproken.
Facilitair
Een groot deel van het dagelijks beheer hoeft niet door de vrijwilli-
ge medewerkers te worden gedaan. Het bestuur heeft voor de
schoonmaak, het facilitair beheer, de horeca en de catering con-
tracten afgesloten met IBN Facilitair. Dat bedrijf maakt deel uit van
een organisatie die de wet sociale werkvoorziening uitvoert in een
deel van Noordoost Noord-Brabant. Door deze werkzaamheden bij
de sociale werkvoorziening onder te brengen is een oplossing ge-
vonden voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.
Voor de dienstverlening worden in totaal 14 betaalde medewerkers
ingezet. Dat zijn de coördinator/bedrijfsleider, 8 beheerders met
verschillende contacturen en 5 schoonmakers met verschillende
contacturen.
Inkomsten en kosten
Doordat de gemeente het gebouw in stand houdt is de stichting
alleen verantwoordelijk voor de uitgaven ten behoeve van schoon-
maak, beheer en horeca. De totale kosten van deze dienstverlening
bedragen ongeveer € 220.000,- op jaarbasis. De kosten voor be-
heer en horeca (€ 140.000,-) worden volgens een verdeelsleutel
betaald door de gemeente en stichting Oelbroeck. Die belast deze
kosten vervolgens weer door aan de gebruikers. De kosten voor
schoonmaak (€ 80.000,-) worden ook doorberekend aan de gebrui-
kers, maar dan op basis van een individueel programma van eisen
(pve).
Exploitatie onder druk
MFA Oelbroeck is sterk afhankelijk van gemeentelijke subsidies.
Nu die worden afgebouwd leidt dat onmiddellijk tot financiële druk
op de exploitatie. Een maatregel om de begroting toch sluitend
te krijgen is, dat stichting Oelbroeck IBN Facilitair de opdracht heeft
gegeven om in 2015 vrijwilligers in te plannen voor het beheer
in plaats van de 8 betaalde medewerkers. Met die maatregel dalen
de kosten voor het beheer en is de begroting sluitend gekregen.
Maar dat gaat ten koste van de werkgelegenheid binnen Oelbroeck
voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, één van de oor-
spronkelijke opdrachten die het bestaan van de MFA rechtvaardigde.
18 19
Leren, werken, ondernemen Leren, werken, ondernemen
Inkomstenstroom
Kern-
activiteiten
Bronnen
Waarde
propositie
Klanten-
relaties
Kanalen
Klanten-
groepen
Kostenstructuur
Kern-
partners
Inkomstenstroom
Kern-
activiteiten
Bronnen
Waarde
propositie
Klanten-
relaties
Kanalen
Klanten-
groepen
Kostenstructuur
Kern-
partners
Inkomstenstroom
Kern-
activiteiten
Bronnen
Waarde
propositie
Klanten-
relaties
Kanalen
Klanten-
groepen
Kostenstructuur
Kern-
partners
Bronnen
Het vak bronnen beschrijft de belangrijkste bedrijfsmiddelen,
die nodig zijn om de producten en diensten te kunnen aanbieden.
Denk aan fysieke middelen (bedrijfsapparatuur, computers),
internetfaciliteiten, intellectuele middelen en menselijke capaciteit
(personeel). Dat is direct gerelateerd aan de taken die we als orga-
nisatie zelf willen doen (kernactiviteiten).
Kostenstructuur
De kostenstructuur beschrijft welke kosten de ondernemer moet
maken om de kernactiviteiten uit te voeren, de kernresources in
stand te houden en de kernpartners te betalen. Er zijn vaste kos-
ten (pand, apparatuur) en variabele kosten (inkoop materialen).
Het business model is pas oké als met de gerealiseerde waarde
meer inkomsten worden gegenereerd dan er kosten worden
gemaakt.
Toelichting Canvasmodel
Het business model Canvas is de afgelopen jaren uitgegroeid tot een populair hulpmiddel om nieuwe vormen van
(maatschappelijk) ondernemen te beschrijven. Aan de hand van negen bouwstenen worden het aanbod, de klanten,
de interactie met de klant, het verdienmodel en de wijze waarop het aanbod gerealiseerd wordt in kaart gebracht.
Waardeproposities
Waardecreatie staat letterlijk en figuurlijk centraal in het business
model van Canvas. Het gaat om het onderscheidende aanbod
dat aan de klant wordt geboden. Een product of dienst die
waarde heeft voor de klant. Maatschappelijke ondernemingen
staan voor de uitdaging om met en voor (groepen) bewoners en
de samenleving zoveel mogelijk maatschappelijke waarde te
creëren. Een maatschappelijke organisatie die van betekenis wil
zijn op het gebied van leren en werken, moet in het centrale vak
aangeven welke waarde hiermee voor inwoners in de buurt of
wijk wordt gerealiseerd. De geboden service is ook onderdeel
van de waardepropositie. Het is een cruciale factor die bijdraagt
aan klanttevredenheid.
Het vak van de waardepropositie scheidt het model in twee kan-
ten. De rechterkant van het Canvasmodel gaat over alle klant-ge-
relateerde zaken. Wie is de doelgroep en hoe bereik ik die.
De linkerkant handelt over de operationele kant; hoe zorg ik er
voor dat de beoogde waarde daadwerkelijk gerealiseerd wordt.
Uitdaging is om de beste kwaliteit te realiseren tegen de laagste
kosten en met de hoogste flexibiliteit.
Klantengroepen
Het bepalen van de doelgroep, het segmenteren van de klanten,
is essentieel. Bedenk voor wie er waarde wordt gecreëerd, hoe
die klanten kunnen worden bereikt en wat het verdienmodel is.
Bij maatschappelijke organisaties zijn er vaak twee doelgroepen
te onderscheiden: de burger (consument) en de financier (op-
drachtgever). Als leren, werken en participeren gecombineerd
wordt met de opdracht van een MFA, een wijkcentrum, dan zijn er
nog meer klanten te onderscheiden: gebruikers, studenten en di-
verse andere financiers.
Klantrelaties
Deze onderdelen van het Canvasmodel gaan over de manier
waarop de organisatie in contact treedt met de klanten, ofwel het
commerciële proces. Hoe onderhoud je een goede relatie met de
gebruikers van de voorziening, met de mensen die er leren en
werken, met gemeenten en andere organisaties? Investeren in
deze relaties – een stapje extra doen – is een belangrijke succes-
factor. Want hoe goed de gecreëerde waarde ook is; alleen de
relatie met de klant kan zorgen voor een Wow-ervaring. Daar-
naast geldt: met een financier werk je op een andere manier aan
vertrouwen dan met een leerling of een klant.
Kanalen
Het onderdeel kanalen gaat over de vragen: waar vinden wij de
doelgroep en waar leveren wij onze diensten en producten?
En hoe blijven de klanten op de hoogte van het aanbod? In een
gebouw, online of door een combinatie van deze beide kanalen?
Inkomstenstromen
In het vak inkomsten wordt toegelicht welke inkomsten er worden
gegenereerd met het producten- en dienstenaanbod en met de
manier waarop dit de klant bereikt. Als leren en werken producten
zijn, is het dus noodzakelijk om hiervoor in kaart te brengen welke
inkomsten hiermee worden gerealiseerd en waar die vandaan
komen. Dat geldt ook voor de MFA waar dit leren en werken
plaatsvindt.
Kernpartners
Kernpartners zijn onderaannemers: organisaties die tegen een
vergoeding een afgebakend deel van het werk verzorgen.
Het gaat niet om ketenpartners met hun eigen opdracht en finan-
ciering. Het gaat om externe relaties, zonder wie er geen produc-
ten of diensten kunnen worden geleverd. Bij MFA’s is de gebou-
weigenaar daar één van.
Kernactiviteiten
In het vak kernactiviteiten worden die taken opgenomen, die de
ondernemer persé zelf of door eigen medewerkers wil laten
verrichten. Denk niet alleen aan product- en dienstengerelateer-
de taken, maar ook aan servicegerichte activiteiten.
Inkomstenstroom
Kern-
activiteiten
Bronnen
Waarde
propositie
Klanten-relaties
Kanalen
Klanten-groepen
Kostenstructuur
Kern-
partners
De auteurs hebben in deze publicatie gestreefd naar complete,
accurate en actuele informatie. Desondanks kunnen aan deze
informatie geen rechten worden ontleend en aanvaarden de
auteurs en de uitgever geen enkele aansprakelijkheid voor
schade of andere claims als gevolg van het gebruik van de
informatie.
Deze uitgave of delen daaruit mogen worden verspreid,
met bronvermelding van Bouwstenen voor Sociaal
www.bouwstenen.nl
© Bouwstenen voor Sociaal, december 2014

More Related Content

What's hot

Ontwikkeling in the age of agility 23042015
Ontwikkeling in the age of agility 23042015Ontwikkeling in the age of agility 23042015
Ontwikkeling in the age of agility 23042015robert bouwhuis
 
Whitepaper duurzame inzetbaarheid
Whitepaper duurzame inzetbaarheidWhitepaper duurzame inzetbaarheid
Whitepaper duurzame inzetbaarheidMaarten Tigchelaar
 
Gevraagd meer balans_tussen_ziel_en_zakelijkheid
Gevraagd meer balans_tussen_ziel_en_zakelijkheidGevraagd meer balans_tussen_ziel_en_zakelijkheid
Gevraagd meer balans_tussen_ziel_en_zakelijkheidBarry Hol
 
Participatie zoals het ook kan
Participatie zoals het ook kanParticipatie zoals het ook kan
Participatie zoals het ook kanlenny verzantvoort
 
'Ik wil impact realiseren' Interview met Stef van Dongen in Ygenwijs Magazine
'Ik wil impact realiseren' Interview met Stef van Dongen in Ygenwijs Magazine'Ik wil impact realiseren' Interview met Stef van Dongen in Ygenwijs Magazine
'Ik wil impact realiseren' Interview met Stef van Dongen in Ygenwijs MagazineYgenwijs
 
Het Nieuwe Presteren - Onze Toekomst
Het Nieuwe Presteren - Onze ToekomstHet Nieuwe Presteren - Onze Toekomst
Het Nieuwe Presteren - Onze ToekomstWiro Kuipers
 
20160823 MVO - Boekje methodiek - web
20160823 MVO - Boekje methodiek - web20160823 MVO - Boekje methodiek - web
20160823 MVO - Boekje methodiek - webEdith Vos
 
Betoog VNG Magazine 01-15
Betoog VNG Magazine 01-15Betoog VNG Magazine 01-15
Betoog VNG Magazine 01-15Mark de Vries
 
MÖBIUS presentatie: Het Nieuwe Werken
MÖBIUS presentatie: Het Nieuwe WerkenMÖBIUS presentatie: Het Nieuwe Werken
MÖBIUS presentatie: Het Nieuwe WerkenMÖBIUS
 

What's hot (17)

Ontwikkeling in the age of agility 23042015
Ontwikkeling in the age of agility 23042015Ontwikkeling in the age of agility 23042015
Ontwikkeling in the age of agility 23042015
 
Whitepaper duurzame inzetbaarheid
Whitepaper duurzame inzetbaarheidWhitepaper duurzame inzetbaarheid
Whitepaper duurzame inzetbaarheid
 
Make it happen (deel 1)
Make it happen (deel 1)Make it happen (deel 1)
Make it happen (deel 1)
 
Gevraagd meer balans_tussen_ziel_en_zakelijkheid
Gevraagd meer balans_tussen_ziel_en_zakelijkheidGevraagd meer balans_tussen_ziel_en_zakelijkheid
Gevraagd meer balans_tussen_ziel_en_zakelijkheid
 
Participatie zoals het ook kan
Participatie zoals het ook kanParticipatie zoals het ook kan
Participatie zoals het ook kan
 
'Ik wil impact realiseren' Interview met Stef van Dongen in Ygenwijs Magazine
'Ik wil impact realiseren' Interview met Stef van Dongen in Ygenwijs Magazine'Ik wil impact realiseren' Interview met Stef van Dongen in Ygenwijs Magazine
'Ik wil impact realiseren' Interview met Stef van Dongen in Ygenwijs Magazine
 
Make it happen (deel 2)
Make it happen (deel 2)Make it happen (deel 2)
Make it happen (deel 2)
 
Cvisie nr. 19
Cvisie nr. 19Cvisie nr. 19
Cvisie nr. 19
 
Het Nieuwe Presteren - Onze Toekomst
Het Nieuwe Presteren - Onze ToekomstHet Nieuwe Presteren - Onze Toekomst
Het Nieuwe Presteren - Onze Toekomst
 
Masterclasses Arbeidsontwikkeling
Masterclasses ArbeidsontwikkelingMasterclasses Arbeidsontwikkeling
Masterclasses Arbeidsontwikkeling
 
Schrijven voor blogs Socius
Schrijven voor blogs SociusSchrijven voor blogs Socius
Schrijven voor blogs Socius
 
KiB12016_publicatie
KiB12016_publicatieKiB12016_publicatie
KiB12016_publicatie
 
20160823 MVO - Boekje methodiek - web
20160823 MVO - Boekje methodiek - web20160823 MVO - Boekje methodiek - web
20160823 MVO - Boekje methodiek - web
 
Betoog VNG Magazine 01-15
Betoog VNG Magazine 01-15Betoog VNG Magazine 01-15
Betoog VNG Magazine 01-15
 
artikelLVEB
artikelLVEBartikelLVEB
artikelLVEB
 
MÖBIUS presentatie: Het Nieuwe Werken
MÖBIUS presentatie: Het Nieuwe WerkenMÖBIUS presentatie: Het Nieuwe Werken
MÖBIUS presentatie: Het Nieuwe Werken
 
HR in 2017
HR in 2017HR in 2017
HR in 2017
 

Similar to Leren, werken, ondernemen 3D businessmodellen voor MFA’s

2015 28 september Dudok Den Haag2
2015 28 september Dudok Den Haag22015 28 september Dudok Den Haag2
2015 28 september Dudok Den Haag2Maaike Miedema
 
Brochure nyenrode masterclass klantgericht innoveren 2015
Brochure nyenrode masterclass klantgericht innoveren 2015Brochure nyenrode masterclass klantgericht innoveren 2015
Brochure nyenrode masterclass klantgericht innoveren 2015Karin Rigterink
 
TVB_1502_pp_24-33
TVB_1502_pp_24-33TVB_1502_pp_24-33
TVB_1502_pp_24-33Henja Treur
 
Lectoraatsboek - Begeleiding 2.0 2014
Lectoraatsboek - Begeleiding 2.0 2014Lectoraatsboek - Begeleiding 2.0 2014
Lectoraatsboek - Begeleiding 2.0 2014Mijke Post MOC NQL
 
Samen de toekomst van de stad creëren (masterscriptie)
Samen de toekomst van de stad creëren (masterscriptie)Samen de toekomst van de stad creëren (masterscriptie)
Samen de toekomst van de stad creëren (masterscriptie)Marcel Kesselring
 
DeKlantrede2015-H3ROES
DeKlantrede2015-H3ROESDeKlantrede2015-H3ROES
DeKlantrede2015-H3ROESEtienne Jager
 
Wie zijn de leraren van morgen?
Wie zijn de leraren van morgen?Wie zijn de leraren van morgen?
Wie zijn de leraren van morgen?Jan Jaap Hubeek
 
Presentatie bindje juni 2011
Presentatie bindje juni 2011Presentatie bindje juni 2011
Presentatie bindje juni 2011Rudie Jansman
 
Onderzoek 2012 Nieuwe Business Modellen Jonker_Tap_vanStraaten2012
Onderzoek 2012 Nieuwe Business Modellen Jonker_Tap_vanStraaten2012Onderzoek 2012 Nieuwe Business Modellen Jonker_Tap_vanStraaten2012
Onderzoek 2012 Nieuwe Business Modellen Jonker_Tap_vanStraaten2012Nieuwe Business Modellen
 
AO_Gemeenten_Magazine_53_v2
AO_Gemeenten_Magazine_53_v2AO_Gemeenten_Magazine_53_v2
AO_Gemeenten_Magazine_53_v2Lieke Zunderdorp
 
Het meten van klantervaringen.
Het meten van klantervaringen. Het meten van klantervaringen.
Het meten van klantervaringen. Wesley Lenssen
 
Het onderwijs vast goed in 2032
Het onderwijs vast goed in 2032Het onderwijs vast goed in 2032
Het onderwijs vast goed in 2032René P.M. Stevens
 
Talentpools en samen werven (De wereld werft door in 2012)
Talentpools en samen werven (De wereld werft door in 2012)Talentpools en samen werven (De wereld werft door in 2012)
Talentpools en samen werven (De wereld werft door in 2012)Wesley Hendriks
 

Similar to Leren, werken, ondernemen 3D businessmodellen voor MFA’s (20)

2015 28 september Dudok Den Haag2
2015 28 september Dudok Den Haag22015 28 september Dudok Den Haag2
2015 28 september Dudok Den Haag2
 
Werken aan de waarden van stadslandbouw
Werken aan de waarden van stadslandbouwWerken aan de waarden van stadslandbouw
Werken aan de waarden van stadslandbouw
 
Brochure nyenrode masterclass klantgericht innoveren 2015
Brochure nyenrode masterclass klantgericht innoveren 2015Brochure nyenrode masterclass klantgericht innoveren 2015
Brochure nyenrode masterclass klantgericht innoveren 2015
 
Doe mij maar Pizza!
Doe mij maar Pizza!Doe mij maar Pizza!
Doe mij maar Pizza!
 
TVB_1502_pp_24-33
TVB_1502_pp_24-33TVB_1502_pp_24-33
TVB_1502_pp_24-33
 
Lectoraatsboek - Begeleiding 2.0 2014
Lectoraatsboek - Begeleiding 2.0 2014Lectoraatsboek - Begeleiding 2.0 2014
Lectoraatsboek - Begeleiding 2.0 2014
 
Samen de toekomst van de stad creëren (masterscriptie)
Samen de toekomst van de stad creëren (masterscriptie)Samen de toekomst van de stad creëren (masterscriptie)
Samen de toekomst van de stad creëren (masterscriptie)
 
De klantrede2015 Door HEROES met H3ROES
De klantrede2015 Door HEROES met H3ROESDe klantrede2015 Door HEROES met H3ROES
De klantrede2015 Door HEROES met H3ROES
 
De Klantrede 2015 - H3ROES
De Klantrede 2015 - H3ROESDe Klantrede 2015 - H3ROES
De Klantrede 2015 - H3ROES
 
DeKlantrede2015-H3ROES
DeKlantrede2015-H3ROESDeKlantrede2015-H3ROES
DeKlantrede2015-H3ROES
 
Wie zijn de leraren van morgen?
Wie zijn de leraren van morgen?Wie zijn de leraren van morgen?
Wie zijn de leraren van morgen?
 
Presentatie bindje juni 2011
Presentatie bindje juni 2011Presentatie bindje juni 2011
Presentatie bindje juni 2011
 
Onderzoek 2012 Nieuwe Business Modellen Jonker_Tap_vanStraaten2012
Onderzoek 2012 Nieuwe Business Modellen Jonker_Tap_vanStraaten2012Onderzoek 2012 Nieuwe Business Modellen Jonker_Tap_vanStraaten2012
Onderzoek 2012 Nieuwe Business Modellen Jonker_Tap_vanStraaten2012
 
AO_Gemeenten_Magazine_53_v2
AO_Gemeenten_Magazine_53_v2AO_Gemeenten_Magazine_53_v2
AO_Gemeenten_Magazine_53_v2
 
Het meten van klantervaringen.
Het meten van klantervaringen. Het meten van klantervaringen.
Het meten van klantervaringen.
 
Het onderwijs vast goed in 2032
Het onderwijs vast goed in 2032Het onderwijs vast goed in 2032
Het onderwijs vast goed in 2032
 
Rws naar-ss
Rws naar-ssRws naar-ss
Rws naar-ss
 
Folder MVO-opleiding
Folder MVO-opleidingFolder MVO-opleiding
Folder MVO-opleiding
 
Kv k wp_human capital_v6 (2)
Kv k wp_human capital_v6 (2)Kv k wp_human capital_v6 (2)
Kv k wp_human capital_v6 (2)
 
Talentpools en samen werven (De wereld werft door in 2012)
Talentpools en samen werven (De wereld werft door in 2012)Talentpools en samen werven (De wereld werft door in 2012)
Talentpools en samen werven (De wereld werft door in 2012)
 

Leren, werken, ondernemen 3D businessmodellen voor MFA’s

  • 1. LEREN, WERKEN, ONDERNEMEN 3D businessmodellen voor MFA’s Kern- activiteiten Waarde propositie Klanten- relaties Klanten- groepen Kern- partners
  • 2. 3 Leren, werken, ondernemen 2 Leren, werken, ondernemen Voorwoord Zoals u weet komen de grote decentralisaties er aan. Dat raakt ook het maatschappelijk vastgoed. Twee ontwikkelgroepen binnen Bouwstenen voor Sociaal hebben zich afgevraagd of het maatschappelijk vastgoed, en dan met name de multifunctionele accommodaties, een bijdrage kunnen leveren aan die decentralisaties. Niet als deel van het probleem, maar als weg naar de oplossing. In die zoektocht zijn zes experimentele praktijksituaties geanalyseerd. Met behulp van de canvasmethodiek is van elke praktijksituatie een business model afgeleid. Wat deze modellen gemeen hebben is dat de exploitatie van vastgoed wordt ingezet als bron van leren, werken en ondernemen. Daarbij spelen ze in op de drie in gang gezette decentralisaties; vandaar de term 3D businessmodellen. De zoektocht is beslist nog niet klaar. Deze publicatie geeft een tussenstand weer; tot zover zijn de ontwikkelgroepen gekomen. We staan open voor stevig commentaar, losse gedachten, alternatieve modellen en voorstellen hoe we deze zoektocht kunnen vervolgen; u weet ons te vinden! Ingrid de Moel, Bouwstenen voor Sociaal Inhoudsopgave Voorwoord 3 Leren en werken, een nieuwe pijler onder de MFA 4 MFA als buurtmaatschap 6 De Meevaart, Amsterdam MFA als creatief platform 8 Dynamo, Eindhoven MFA als starterscentrum 10 ONS Coöperatief, Breda MFA als leerwerkbedrijf 12 MFA’s Vathorst, Amersfoort Lumens buurtruimten, Eindhoven MFA als sociale werkvoorziening 16 MFA Oelbroeck, Sint Anthonis Toelichting Canvasmodel 18   Colofon Initiatief: Netwerk MFA Ondernemers Ontwikkelgroep “De MFA als WMO-onderneming” Eindredactie: Tom de Haas, Tom de Haas Consultancy Marc van Leent, de Wijkplaats Tekstondersteuning: Piet Scheerhoorn, Scheerhoorn Content Services Grafische vormgeving: Charlot Luiting Ontwerp Drukwerk: Print X-Press inhoudelijke bijdragen: Annemieke Verstraten, Lumensgroep Danny Mooren, Antares Glenn van der Vleuten, 360º Rond Mariëlle de Groot, Stock 5 Tom de Haas, Tom de Haas Consultancy Wil Bongarts, IBN Monique van Winkel, Stock 5 Nancy van Loon, Dynamo
  • 3. 4 5 Leren, werken, ondernemenLeren, werken, ondernemen nadruk op werken nadruk op leren jongeren volwassenen Dynamo MFA Oelbroeck ONS coöperatief De Meevaart Buurtruimten Woensel MFA’s Vathorst We have a dream In navolging van Martin Luther King met het statement ‘I have a dream’ heeft de ontwikkeling van nieuwe aanpakken, waarin met leren en werken een win-win-win-situatie wordt nagestreefd, als motto ‘We have a dream’. Het moet starten vanuit een groep men- sen met de overtuiging dat het mogelijk is een nieuwe weg te banen, een nieuwe aanpak te ontwikkelen. Om jongeren en vol- wassen een perspectief te bieden en er leven en deining ontstaat in een MFA, wijk- of buurtcentrum. Stap voor stap, al doende leren Om zo’n droom werkelijkheid te maken is een speciaal soort men- sen vereist. Mensen – ondernemers – die concreet aan de slag gaan, bij het begin beginnen en stap voor stap opbouwen. Met overtuiging, het lichtgevend einddoel voor ogen. Niet teveel na- denken of problemen zien, maar het oplossen en uitvoeren. On- dernemerschap focust op het zo praktisch en concreet mogelijk vertalen van de visie in activiteiten voor de deelnemers die komen leren en werken. Iedere bezoeker merkt dat er iets verandert, dat het leeft en groeit. Alleen als dat lukt krijgt de nieuwe aanpak kracht. Bij de invulling van het profiel van de ondernemer komen regel- matig termen voorbij als optimisme, volharding, zicht op de behoeften bij de inwoners, autonomie. Maar ook samenwerking is essentieel. Samen het verhaal ontwikkelen, het laten groeien tot een aansprekend perspectief. Nieuwe uitdagingen voor de leefwereld De kern van deze vorm van waardecreatie is dat mensen in hun eigen leefomgeving in staat worden gesteld om een vak te leren, of om in de praktijk een beroep te leren waar ze morgen verder mee kunnen. Uit de cases blijkt dat dit een heel andere manier van werken is dan we gewend zijn. Praktisch leren, informeel leren en tegelijkertijd toch erkende kwalificaties verwerven. Dat is de uitda- ging. Spiegelen op systemen: voeden, verbinden, veranderen Ondertussen hebben we wel te maken met de regels van diverse systemen. Zoals de onderwijswetgeving, de eisen van de gemeen- telijke sociale dienst en de regelgeving voor horeca-instellingen. Deze systemen en regels ontkennen heeft geen zin. Ertegen vech- ten is verspilde energie. Wie aan de slag wil met leren en werken in een MFA zal moeten proberen de verbinding te maken met die systemen. Hoe beter dat lukt, des te groter is de kans dat de sys- teemregels gaandeweg mee veranderen. Zodat de nieuwe aan- pak ruimte krijgt binnen de bestaande systeemwereld. In alle cases zijn hiervan voorbeelden te vinden. ‘Leren en werken’, een nieuwe pijler onder de MFA De ontwikkelgroep ‘De MFA als WMO onderneming’ van Bouwstenen voor Sociaal is sinds de oprichting in 2013 op zoek naar opdrach- ten vanuit de WMO, die in de wijk kunnen worden opgepakt. Die groep liep ietwat op de ontwikkelingen vooruit. De drie transities treden weliswaar per 1 januari 2015 in werking, maar de effecten daarvan op veranderende individuele begeleiding en dagbesteding zullen pas in 2016 in volle omvang duidelijk worden. Een ontwikkeling die zich sneller voltrekt is de opkomst van het thema ‘leren en werken, binnen wijk- en buurtcentra en in grotere MFA’s’. Samen met de ontwikkelgroep ‘MFA-ondernemers’, die ook actief is binnen Bouwstenen, is dit thema in 2014 nader onderzocht. Daarbij is vanuit ondernemersperspectief gekeken naar de directe koppeling tussen het gebouw, de waarde die je ermee kunt creëren en de opbrengst die daarmee kan worden gegenereerd. Leren en werken in het wijkcentrum De brede belangstelling voor het thema ‘leren en werken als een nieuw kernproduct in MFA’s, wijk- en buurtcentra’ is geen verras- sing. De exploitatie van de huidige accommodaties staat onder druk als gevolg van krimpende budgetten. Tegelijkertijd kunnen kwetsbare groepen jongeren en volwassenen in de wijk geen aan- sluiting vinden bij het regulier onderwijs en zijn er nauwelijks plek- ken op de arbeidsmarkt voor ongeschoolden. De noodzaak om te zoeken naar een nieuwe manier van waardecreatie is dus zonne- klaar. Dat betreft zowel het praktisch leren van een beroep aan volwassenen als het stimuleren van de ontwikkeling van jongeren naar maatschappelijke en economische onafhankelijkheid. Deze publicatie is bedoeld als inspiratiebron voor beleidsmakers, uitvoerders op het terrein van welzijn, wijkontwikkeling en maat- schappelijk vastgoed binnen gemeenten, woningcorporaties, wel- zijnsorganisaties en onderwijsinstellingen. Zij worden gestimu- leerd om op zoek te gaan naar manieren om waarde te creëren voor bewoners in de wijk en de buurt, jongeren en volwassenen. Deze publicatie bevat zes voorbeelden van de manier waarop le- ren en werken worden verbonden met de buurt en het jongeren- werk, geïntegreerd in de opdracht in de wijk. Er is aandacht voor de overwegingen die een rol spelen bij de keuze voor het realise- ren van een leerwerkbedrijf, en voor de economische en maat- schappelijke visie van de betrokken partijen. Van waardecreatie naar exploitatie De cases worden vooral praktisch beschreven. De enige theorie die wordt ingebracht is het Canvasmodel. Dat is een format om businessmodellen te beschrijven. De keuze voor dit model komt voort uit de overtuiging, dat het integreren van leren en werken als kernproduct in het aanbod van wijk- en buurtcentra alleen slaagt als de initiatiefnemers een goed antwoord formuleren op de vraag: welke waarde willen we realiseren voor onze primaire klanten? Want de kernvraag gaat over waardecreatie. Wat levert een investering in leren en werken aan meerwaarde op? Voor de deelnemers zelf en voor de buurt of wijk. Pas als dat dui- delijk is, kan de stap worden gezet naar een nieuwe balans in de exploitatie. Soms leidt dat tot verrassende uitkomsten. In alle voorbeelden komen ‘leren en werken’ en ‘leren werken’ als producten met een grote toegevoegde waarde voor de deelne- mers en voor het centrum naar voren. Er wordt aanvullende waar- de gecreëerd. Tegelijk heeft de combinatie met leren en werken een positief effect op de exploitatie van het centrum. Immers, de manier waarop wordt gewerkt leidt tot intensiever bezoek aan en gebruik van het centrum. Tegelijk dalen de exploitatiekosten, met name de personeelskosten. Uiteraard zijn er ook verschillen. Die zijn terug te voeren op de volgende vragen: wie zijn de deelnemers en waar ligt de nadruk? Bij het leren of het werken. In het onderstaand model wordt dat geïllustreerd en is aangegeven waar de beschreven cases voor hebben gekozen. Waardecreatie gaat vooraf aan exploitatie “Je gaat echt op een andere manier aan het werk” is een veelge- hoorde uitspraak bij analyse van de cases. Die andere manier van werken wordt sterk bepaald door het inzicht en de overtuiging, dat met het product leren en werken een andere toegevoegde waarde tot stand komt. Die nieuwe waarde wordt mede bepaald door het feit dat de opleiding, het werk of de combinatie daarvan is gericht op inwoners van de wijk. De startvraag bij alle cases is ‘Hoe creëren we met de toevoeging van leren en werken een win-win-win-situatie voor de inwoners uit de wijk en de jongeren die ons centrum bezoeken?’ Pas als er een idee is hoe die win-win-win-situatie er uitziet komt de vraag naar exploitatie aan bod. Soms, zoals bij ONS Breda, wordt gaan- deweg ontdekt of het werkt, hoe het werkt, hoe je kunt bijsturen en hoe je het kunt laten groeien. Het is belangrijk die ruimte te nemen. Verbind maatschappelijk engagement met ondernemer- schap. En ga op pad. Wie vanuit exploitatie begint met leren en werken als product krijgt het concept niet tot leven.
  • 4. Leren, werken, ondernemen 6 Leren, werken, ondernemen 7 De Meevaart Amsterdam In de Meevaart staan meedoen, elkaar ontmoeten, leren en ont- wikkelen van ondernemerschap centraal. Gebruikers worden ge- stimuleerd om plannen te maken en uit te voeren. De Meevaart was ooit een schoolgebouw, dat later in gebruik is genomen als buurthuis. Er is een theaterzaal, een bewegingsruimte met op de begane grond een grote keuken, waar wekelijks door verschillen- de groepen gekookt wordt. In een aantal grotere en kleinere ruimtes voeren vaste gebruikers wekelijks hun activiteiten uit, maar de ruimtes worden ook verhuurd voor workshops, congres- sen, vergaderingen, boekpresentaties, etc. Tegelijk is De Meevaart is ook de huiskamer van de buurt. Mensen lopen er binnen voor een kop koffie, om elkaar te treffen of de krant te lezen. Zzp-ers komen er werken en maken graag gebruik van het wi- fi-netwerk. Buurtmaatschap Nadat De Meevaart in 2011 is verbouwd kwam het tijdelijk on- der beheer van een actieve groep bewoners (stichting Meevaart Ontwikkel Groep). Die draagt het beheer per 1 januari 2015 over aan een coöperatieve bewonersvereniging met de naam Buurt- maatschap. Het doel is De Meevaart te laten gebruiken door de hele buurt. Flexibiliteit is het credo. Als buurtbewoner kun je er eenmalig voor een paar uur terecht, maar ook voor langere tijd. Wil je een werkplaats of een winkel? Een inventarisatie naar de MFA als buurtmaatschap ontleend aan de Meevaart, Amsterdam exploitant is bewonersonderneming Kern- activiteiten initiatieven vinden en verbinden horeca, beheer en schoonmaken andere dienstver- le-ning vakopleidingen in facilitaire en admi-nistratieve dienst-verlening Bronnen inzet bewoners buurt/wijk verbindings- en mobilisatiekracht goede en bereikbare accommodatie(s) Waarde propositie bieden van een platform voor bewonersinitiatieven faciliteren van initia-tieven in en vanuit buurt/wijk bieden van beroeps- kwalificaties aan volwassenen Klanten- relaties subsidiecontract met de gemeente bezoekers en gebruikers: persoonlijk contact, vraaggedreven Kanalen zoekgebied: buurt/ wijk media: vooral mond-tot-mond distributie diensten: op locatie Klanten- groepen gemeente: welzijn en sociale dienst incidentele bezoe- kers (particulier en zakelijk) vaste gebruikers (particulier en zakelijk) Inkomstenstroom omzet uit initiatieven van en met bewoners uit de wijk omzet uit horeca, verhuur, facilitaire dienstverlening op locatie fondsen, giften en sponsoring gemeentelijke subsidie Kostenstructuur kosten opleiding en praktijkbegeleiding leerlingen huisvestings- en exploitatiekosten van locatie Kern- partners actieve bewoners uit buurt/wijk particuliere bedrijven uit buurt/wijk vastgoedeigenaar voor gebouw ROC wensen in de buurt was een overweldigend succes. Er waren veel meer wensen dan in het pand van de Meevaart alleen konden wor- den gehuisvest. Inmiddels zijn er vier panden, met meer dan 4.000 vierkante meter vloeroppervlak en er zijn ruim 1.500 bezoekers per week. Cijfers De Meevaart is eigendom van een corporatie, als onderdeel van de verkoop van al het maatschappelijk vastgoed in stadsdeel Zee- burg. Daarbij is destijds de afspraak gemaakt dat De Meevaart een huurprijs van € 35,- per vierkante meter betaalt. De gemeente Am- sterdam verstrekt jaarlijks een subsidie van € 300.000,- De helft daarvan gaat op aan huur en verwarming. Met de rest van het budget moeten alle andere kosten worden gedekt. Dat betekent dat er geen geld is om beroepskrachten in te zetten. Daarom is er een andere aanpak ontwikkeld. Opleiding De exploitatie drijft op de inzet van vrijwilligers, mensen uit de sociale werkvoorziening en op volwassenenonderwijs. Samen met het Regio College (ROC) verzorgt De Meevaart een opleiding voor facilitaire dienstverlening op niveau 2. Die opleiding duurt een jaar en alle leerlingen – volwassenen tussen 25 en 60 jaar – nemen deel aan de BBL-variant. Ze gaan één dag in de week naar school en werken minimaal twee dagen per week bij De Meevaart. Jaarlijks nemen 16 leerlingen deel aan de opleiding. De Meevaart betaalt de leerlingkosten (€ 1.500,- per leerling) van de opleiding en huurt een praktijkbegeleider in. Dat kost in totaal € 50.000,- maar daar krijgt De Meevaart gedurende de opleiding van één jaar minimaal 32 werkdagen per week voor terug. De Meevaart doet zelf de werving en selectie van de leerlingen. Daarbij wordt heel sterk op motivatie geselecteerd. De opleiding facilitaire dienstverlening is zo’n succes, dat De Mee- vaart en het Regio College besloten hebben om in 2015 te starten met een economisch administratieve opleiding. Ook die studenten gaan werken in De Meevaart. De buurt centraal Alle activiteiten van De Meevaart moeten ten goede komen aan de buurt. Het uitgangspunt is dat initiatieven iets voortbrengen dat ook op eigen kracht de moeite waard is. Er zal nooit iets worden georganiseerd omdat er een subsidie is, of op basis van eisen van formele opdrachtgevers. Pas als initiatieven succesvol zijn, gaan groeien en toe zijn aan professionalisering, worden de formele ei- sen erbij betrokken. Op dat moment wordt zo’n initiatief losgela- ten. Want de Meevaart is een incubator, geen investeerder. De Meevaart wil voor de exploitatie niet afhankelijk zijn van de in- komsten uit verhuur. In plaats van een zaalverhuurbedrijf te zijn met in de lege uurtjes nog wat ruimte voor bewoners, gebeurt het omgekeerde. Meer dan 70 % van de gebruikers moeten bewo- nersgroepen zijn en in de lege uurtjes worden extra inkomsten gezocht door verhuur. Buurtbewoners en buurtorganisaties (ruim 250) maken gratis ge- bruik van de ruimten op basis van het nultarief. Alleen als ze niet op komen dagen, terwijl er wel een ruimte voor hen is gereser- veerd, krijgen ze een rekening. Deze aanpak leidt tot discipline bij het reserveren. Sociale doelgroepen met een eigen budget wordt wel een tarief berekend. De taakstelling op deze doelgroep is € 100.000,-, maar dat bedrag staat onder druk door gemeentelijke bezuinigingen. Dat kan tot gevolg hebben dat er in de toekomst een ander exploitatiemodel gehanteerd moet worden. Ook in de catering en de bar wordt in financiële zin niet het onder- ste uit de kan gehaald. Er zijn 16 cateringgroepen in de wijk, die lunches kunnen verzorgen voor organisaties die een zaal huren. De Meevaart kiest ervoor om die wijkbewoners te faciliteren, door hen in staat te stellen met catering eigen initiatief te ontwikkelen. Op die manier hebben zij een kleine bijverdienste en De Meevaart ontvangt een klein bedrag voor het gebruik van de keuken. Financiën De Meevaart krijgt jaarlijks van de gemeente Amsterdam een basissubsidie van € 300.000,- aangevuld met incidentele subsidies van € 100.000,- en een exploitatieresultaat op verhuur, catering en horeca van bijna € 100.000,- Daarnaast is er ongeveer € 200.000,- aan inkomsten door uitleen van de rechtspersoon van De Mee- vaart aan buurtinitiatieven.
  • 5. 9 Leren, werken, ondernemen 8 Leren, werken, ondernemen Dynamo, Eindhoven Dynamo in Eindhoven is een creatief platform, waar jongeren hun talenten kunnen ontwikkelen op het gebied van evene- mentorganisatie, dans, kunst, sport, muziek, licht, geluid, multimedia, facility & management en horeca. Met een jongerencentrum, podium, workshopruimtes en school in één krijgt een formele en een non-formele leer/werkomgeving vorm. Het uiteindelijke doel is de jongeren te begeleiden naar economische zelfstandigheid. Wie dat wil, kan zich ontwikkelen tot zelfstandig ondernemer. Vanaf 2015 zal worden samenge- werkt met het professioneel jeugdwerk en alle jongerencentra in de wijken vanuit één werkwijze onder de vlag: Jeugdwerk, by Dynamo. Talentontwikkeling Uitgangspunt is dat jongeren alleen vanuit hun passie in bewe- ging komen. Daarom is – als onderdeel van hun (jeugd)cultuur – een methodiek ontwikkeld om jongeren te stimuleren stapsge- wijs hun talenten te ontwikkelen. Een jongere start als bezoeker op trede 1 en kan via diverse rollen groeien naar stap 6, zelfstan- dig ondernemer. Hij wordt bij het creatief platform onderdeel van een jeugdcultuur (community). Daaraan ontlenen zij hun identiteit, ze doen mee in de samenleving en ontwikkelen zich tot zelfstandige burgers in de maatschappij. Al doende heeft Dynamo zich ontwikkeld tot een financieel ge- zonde, bruisende plek voor jongeren, die als positief ervaren wordt door de stad. Ook jongeren die even wat minder grip op hun leven hebben, kunnen bij het platform terecht voor begelei- ding en advies. MFA als creatief platform ontleend aan Dynamo, Eindhoven exploitant is welzijnsonderneming in opdracht gemeente Kern- activiteiten platformmanage- ment levering (creatieve) diensten promotie en sales Bronnen talent/arbeidsvermo- gen jongeren (vrijwillige) werk en leermeesters ondernemende jeugd-werkers goede en bereikbare accommodatie(s) Waarde propositie bieden van talent- ontwikkeling bieden van contacten en kansen voor ondernemerschap bieden van economi- sche zelfstandigheid Klanten- relaties Gemeente: subsidie contract Jongeren: passie, vraaggericht werk- en opdracht- gevers: off-line en online Kanalen zoekgebied: regio, specifieke scenes/ circuits media: internet en sociale media distributie: op locatie, via partners en online Klanten- groepen gemeente: welzijn en sociale dienst jongeren met passie voor muziek, dans, film, techniek (potentiële) werken opdrachtgevers ‘global massmarket’ Inkomstenstroom verkoop van creatieve diensten, online en offline (gemeentelijke) subsidie Kostenstructuur platformkosten kosten begeleiding en coaching afdracht aan ondernemers huisvestings- en exploitatiekosten van locatie Kern- partners zelfstandige muzikanten, dansers, filmers, technici als leraar en als ondernemer vastgoedeigenaar voor gebouw Zelfstandig ondernemerschap Gemotiveerde en actieve jongeren kunnen zich ontwikkelen tot zelf- standig ondernemer. In 4 jaar tijd zijn 75 jongeren begeleid naar zelfstandig ondernemerschap. Denk hierbij aan dans-, muziek-, sport- en graffitidocenten, licht/geluidstechnici en artiesten. Daarbij wordt gestuurd op creatie van nichecontent (ontwikkelen work- shops, lessen, cursussen). Door te zoeken naar nieuwe wegen en kansen voor jongeren op de arbeidsmarkt, wordt een bijdrage gele- verd aan het tegengaan van de jeugdwerkeloosheid. Kenmerkend in de leer/werkomgeving is de vraaggestuurde aan- pak. Elke vrijwilliger, docent, freelancer en stagiaire werkt binnen een talentontwikkelingsprogramma wat de jongeren zelf hebben bepaald. Alle programma’s worden door jongeren georganiseerd. Initiatieven kunnen ontstaan in de wijk of in het jongerencentrum. Een voorbeeld van zo’n concept is het freerun event ‘Hop the Block’. Dat is georganiseerd door een groep freerunners (docenten en vrij- willigers) tijdens de E-moves. Ontwikkeling De ontwikkeling tot creatief platform en expertisecentrum in de hui- dige vorm heeft ongeveer vijf jaar geduurd. Het aantal uren dat jongeren zich vrijwillig inzetten staat gelijk aan de inzet van 17 fte’s, wat een waarde vertegenwoordigt van € 750.000,--. Er wordt kennis gedeeld met verschillende partijen binnen en buiten de stad. Het platform beweegt mee met trends en ontwikkelingen in de verschillende jeugdculturen, met Urban, Rock & Dance als pij- lers. Dit is mogelijk doordat het platform met haar programmering naar buiten is gegaan in de vorm van workshops / cursussen op locatie (ook voor kinderen), de verbinding met de wijken heeft ge- legd en stadsbrede events aanjaagt. Partners In alle programma’s werkt Dynamo nauw samen met partners. Denk aan andere jongerenorganisaties, scholen, maatschappelijke organisaties, sportorganisaties en het bedrijfsleven. Door dat uitge- breide netwerk worden opdrachten gegenereerd, die de jongeren als ZZP’er of in een payrollconstructie gaan uitvoeren. Zo krijgen ze de kans om met hun talent te voorzien in hun levensonderhoud. Een ander effect is dat vacatures bij bedrijven door het netwerk snel worden opgepikt. Door hun activiteiten hebben jongeren een voor- spong bij sollicitaties. Het aantal activiteiten dat jaarlijks wordt georganiseerd is aanzien- lijk: 100 podiumactiviteiten, 5 initiatieven in samenwerking met wij- ken, 20 workshopdagen voor het onderwijs, 5 grote events of festi- vals, een dagelijks cursus- en lesaanbod met 40 workshops per week. Het bereik is groot, want jaarlijks zijn er via social media meer dan 100.000 contactmomenten met jongeren. Exploitatie Talentontwikkeling is de basis voor de exploitatie. Door jongeren vanuit een ondernemende visie te leren organiseren en program- meren ontstaat er in de maatschappij (maatschappelijke partners, bedrijven) bereidheid om menskracht en middelen in te zetten. Dynamo is daardoor in staat om vanuit andere gemeentelijke secto- ren, fondsen en particuliere initiatieven middelen te genereren. Er is een nieuwe manier van financiering in ontwikkeling. Uit de ta- lenten van de jongeren ontstaan niche-producten en –diensten. Deze producten en diensten zijn MVO-gedreven en worden vanuit het platform verkocht. De producten worden online en offline ver- kocht via een geautomatiseerd proces en via klantrelaties. Daardoor ontstaat een shop-in-shop constructie met de startende bedrijfjes. De bedrijfjes dragen een percentage van de omzet af aan platform Dynamo, dat de platformkosten voor haar rekening neemt. De fysieke faciliteiten in het gebouw van Dynamo ondersteunt de doelgroep en de ontwikkeling van talent. Deze faciliteiten bewegen mee met de vraag van jeugd. Het gebouw leent zich daar met haar diversiteit erg goed voor. Menskracht, middelen en faciliteiten zijn dusdanig in balans dat ook in de toekomst een gezonde exploitatie neergezet kan worden.
  • 6. Leren, werken, ondernemen 10 Leren, werken, ondernemen ONS Coöperatief Breda Buurthuis ONS (www.onsingeerenzuid.nl) is een herontwikkeld buurthuis in de wijk Geeren in Breda. Het is het hart van de wijk en bedoeld om bewoners elkaar te laten ontmoeten, hen een opleiding te laten volgen en werkervaring op te laten doen. Het buurthuis wordt gerund door ONS Coöperatief, een groep ondernemende bewoners uit de wijk, die hun kans grijpen om vooruit te komen. ONS Coöperatief exploiteert het wijkrestaurant, regelt de zalen- verhuur en de schoonmaak. Aanleiding Geeren is onderdeel van de wijk Hoge Vucht, een multiculturele omgeving, waar vooral gezinnen en ouderen met plezier wo- nen. Desondanks is het imago slecht. Geeren staat al jarenlang bovenaan de lijst van buurten in Breda met sociale achterstand. De economische crisis maakt het nog eens extra lastig voor veel bewoners. Hun sociaaleconomische positie blijft achter door ontslag en als gevolg van bezuinigingen op het gebied van wel- zijn, arbeidsparticipatie en armoedebestrijding. Samen met bewoners hebben de gemeente, de woningcorpo- raties en een aantal samenwerkingspartners daarom een ambi- tieus toekomstplan voor de wijk gemaakt. Met een combinatie van sociaaleconomische en fysieke maatregelen wordt ingezet op de verbetering van het leefklimaat en de sociale stijging van de buurt én haar bewoners. MFA als starterscentrum ontleend aan ONS Coöperatief, Breda exploitant is coöperatie van startende ondernemers Kern- activiteiten Samen runnen van coöperatie horeca, beheer en schoonmaken persoonlijke dienstverlening begeleiding van coöperanten Bronnen talent/arbeidsvermo- gen volwassenen coaches goede en bereikbare accommodatie(s) Waarde propositie bieden van (gast- vrije) ruimte en diensten bieden van ontmoetingsplek bieden van opleidingen bieden van economische zelfstandigheid Klanten- relaties gemeente: subsidie contract; periodiek overleg over deelname kandida- ten aan coöperatie deelnemers: lidmaatschap bewoners: persoonlijk contact bedrijven: persoonlijk contact Kanalen zoekgebied: buurt/wijk media: mond-tot- mond, internet en sociale media distributie diensten: op en vanuit locatie Klanten- groepen gemeente: welzijn en sociale dienst (potentiele) deel- nemers coöperatie bewoners in buurt/ wijk/stad bedrijven in buurt/ wijk/stad Inkomstenstroom omzet uit horeca, verhuur en facilitaire dienstverlening in MFA omzet uit particuliere en zakelijke dienstverlening vanuit MFA opstartsubsidies Kostenstructuur hulpmiddelen en bedrijfskleding (reserveringen voor) opleiding coöperanten kosten begeleiding en coaching huisvestings- en exploitatiekosten van locatie Kern- partners vastgoedeigenaar voor gebouw diversen 11 Doelstelling ONS Coöperatief biedt mensen in een uitkeringssituatie, met een slecht perspectief op instroom in de reguliere arbeidsmarkt, de kans om hun talenten te gebruiken, zich te ontwikkelen en als on- dernemer (een gedeelte van) hun inkomen zelf te verdienen. Het doel is ondernemers die geen of beperkte werkervaring hebben, gezamenlijk een bedrijf te laten runnen om kennis en ervaring op te doen, zodat zij uiteindelijk een baan kunnen vinden of zelf een onderneming kunnen starten. De gemeente heeft een regelarme zone gecreëerd om de leden van ONS Coöperatief in staat te stellen collectief te ondernemen. - De basis van de coöperatieve ondernemingsvorm is ‘samen- werking’. Daardoor kunnen de leden parttime ondernemen. - De leden kunnen binnen de coöperatie doen waar ze goed in zijn (talenten benutten) en zich richten op hun ontwikkeling. Vrijstelling van sollicitatieplicht voor één jaar maakt dit mogelijk. - Werken binnen de coöperatie betekent dat je deel uitmaakt van een professioneel bedrijf, dat ook van jezelf is. Je werkt dus niet voor een baas, maar bent samen met de andere leden verantwoordelijk voor het succes. Dit zorgt ervoor dat mensen trots zijn om er te werken. Ze zijn sterk gemotiveerd om zich er echt voor in te zetten. - De coöperatie heeft een spaarsysteem, waardoor de deelne- mers een deel van de omzet kunnen sparen voor een opleiding. - Daarnaast heeft ONS Coöperatief een duurzaam verdienmo- del: de bedrijven maken winst en deze winst vloeit terug naar de gemeente voor die mensen die een uitkering ontvangen. Stakeholders De belangrijkste stakeholders zijn: - gemeente Breda zorgt voor een ‘regelarme zone’ en instroom van nieuwe leden - AlleeWonen, de eigenaar van het pand, stelt de ruimtes ter beschikking, ontvangt huurinkomsten van de zalenverhuur en wil een gastvrije ontmoetingsplek zijn voor de wijk - “Werk aan de wijk” zorgt ook voor nieuwe leden en vervult daarnaast de rol van penningmeester voor het coöperatief Daarnaast vervullen Vrouwenstudio Amalia, Get Started, Grote Broers en Zus, Startcollege en LSA een belangrijke rol. Gebouw Het voormalige buurthuis heeft een transformatie ondergaan en is in februari 2014 opnieuw geopend. Woningbouwcorporatie Al- leeWonen heeft met ONS Coöperatief een huur- en beheersover- eenkomst gesloten, waarin zij de beschikking krijgt over het wijk- restaurant met workshopkeuken en de zalen. Juridische structuur Een coöperatie is de meest geschikte vorm voor het bedrijf. De belangrijkste redenen zijn: - Mensen kunnen zich concentreren op datgene waar ze goed in zijn. De overhead wordt gezamenlijk geregeld; - Samen krijgen mensen dingen voor elkaar die als ZZP-er niet lukken: grotere klussen, deeltijdwerk, groter netwerk; - Voor alle leden van het coöperatief geldt een uitgesloten aansprakelijkheid, dat wil zeggen dat ze niet persoonlijk aansprakelijk zijn voor het functioneren van het coöperatief; - Continuïteit van de bewonersbedrijven; - Veel deelnemers kennen deze samenwerkingsvorm vanuit hun cultuur. Na een proefperiode van twee maanden worden de ondernemers van ONS Coöperatief lid van de coöperatie. Elk coöperatief heeft drie bestuurders, die door de ledenvergadering benoemd en ont- slagen worden. De ledenvergadering is dus het belangrijkste or- gaan binnen de coöperatie. Om de maatschappelijke verantwoor- ding te borgen is er een Raad van Toezicht. Deze beheert het ‘startersfonds’ voor bekostiging van de opleidingsbudgetten voor de leden. Het fonds wordt gevuld uit de omzet van de coöperaties. Stand van zaken ONS Coöperatief is in november 2013 opgericht. Sinds januari 2014 is het restaurant operationeel. ONS Coöperatief is zeer succesvol in haar activiteiten: de buurtdiners zitten vol, de zalen worden vaak verhuurd. Met de bescheiden winst uit de eerste maanden is de spaarpot voor alle leden gevuld met een klein bedrag. Een van de leden gebruikt dit op dit moment om haar rijbewijs te halen. Een ander lid is bezig om haar Nederlands bij te spijkeren. De volgende stap die gemaakt gaat worden is het toevoegen van een opleidingsprogramma, zodat de deelnemers ook een diploma kunnen behalen. Verder worden de activiteiten van ONS Coöperatief uitgebreid met ONS Wijkatelier. Daar wordt kleding vermaakt en verkocht en wor- den betaalbare diensten geleverd op het gebied van persoonlijke verzorging (manicure, schoonheidsspecialiste, kapster, etc.).
  • 7. 13 Leren, werken, ondernemen 12 Leren, werken, ondernemen MFA als leerwerkbedrijf ontleend aan Lumens buurtruimten, Eindhoven en MFA’s Vathorst, Amersfoort exploitant georganiseerd als leerwerkbedrijf Kern- activiteiten horeca, zalen- verhuur, beheer en schoonmaken les geven/opleiden Bronnen talent/arbeids- vermogen jongeren leerwerkmeesters goede en bereikbare accommodatie(s) Waarde propositie bieden van (gast-vrije) ontmoetingsruimte bieden van beroepskwalificatie Klanten- relaties gemeente; subsidie contract jongeren: scholingsrelatie bezoekers en gebruikers: persoonlijk contact Kanalen zoekgebied jonge- ren: stad/regio media: mond-tot- mond, internet en sociale media distributie diensten: op locatie Klanten- groepen gemeente: welzijn jongeren met afstand tot arbeids- markt incidentele bezoe- kers (particulier en zakelijk) vaste gebruikers (particulier en zakelijk) Inkomstenstroom omzet uit horeca, verhuur en facilitaire dienstverlening (gemeentelijke) exploitatiesubsidie Kostenstructuur kosten leerwerkmeesters kosten van de opleiding huisvestings- en exploitatiekosten van locatie Kern- partners ROC voor opleiding vakbedrijf voor praktijkbegeleiding vastgoedeigenaar voor gebouw MFA’s Vathorst, Amersfoort In drie MFA’s in de wijk Vathorst in Amersfoort-Noord is een leerwerkbedrijf gerealiseerd met dienstverlening op het gebied van horeca, receptie en facilitaire diensten. Het beheer en de exploitatie op deze locaties wordt uitgevoerd door de SRO, een commerciële partij die in opdracht werkt van gemeenten. Het beheer van het leerwerkbedrijf wordt gezamenlijk gedaan door SRO en MBO Amersfoort (ROC). Daardoor ontstaat een bijzon- dere samenwerking tussen een maatschappelijke organisatie en het bedrijfsleven. De wijkbewoners profiteren van betere service en jongeren krijgen betere kansen voor hun toekomst. Kenmerken MFA’s In de diverse multifunctionele accommodaties in Vathorst wor- den wijk- en buurtvoorzieningen aangeboden op het gebied van onderwijs, sport, welzijn, cultuur en zorg. Het aanbod en de wijze waarop beheer en exploitatie zijn georganiseerd ver- schillen per MFA. Icoon bijvoorbeeld heeft als gebruikers het Vathorst College, bibliotheek Eemland en Scholen in de Kunst. Er is eveneens een theater ondergebracht. Het beheer en de exploitatie worden uitgevoerd door Icoon zelf met als organisa- tievorm een corporatie. Naast verschillen zijn er ook overeenkomsten tussen de MFA’s. Overal is een ontmoetingsruimte met een horecavoorziening, een receptie/balie en een sportvoorziening. Op initiatief van de lokale welzijnsorganisatie hebben de SRO en MBO Amersfoort in de MFA’s de Bron, de Laak en de Brink een leerwerkbedrijf gerealiseerd met dienstverlening op het gebied van horeca, receptie en facilitair. De Bron is de grootste locatie en heeft de meeste faciliteiten, waaronder horeca. Deze locatie vormt het hart van het leerbedrijf. De Laak en de Brink zijn kleinere loca- ties. Daar ligt de nadruk op ontmoeting en sport. Het beheer en de exploitatie op deze locaties wordt uitgevoerd door de SRO. MFA als leerwerkbedrijf Een leerwerkbedrijf is het middel bij uitstek om vorm te geven aan de samenwerking tussen het beroepsonderwijs en het (regionale) bedrijfsleven. Daarbij is het MFA als leerwerkbedrijf de schakel tus- sen de bewoners in de wijk, de bezoekers en de instellingen. Ser- vice, gastvrijheid, recreatie en horeca gaan daarbij hand in hand. De dienstverlening wordt gerealiseerd door jongeren in opleiding, die in de MFA tegelijkertijd werken en leren via zogenaamde leer- werkplekken. Hiermee bieden SRO en MBO Amersfoort een oplos- sing voor jongeren op de arbeidsmarkt. Een dergelijk leerwerkbe- drijf vervult naast een werkgeversrol een opleidende rol voor werkzoekenden met afstand tot de arbeidsmarkt. Om recht te doen aan de samenwerking tussen maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven, met enerzijds publieke middelen en anderzijds (semi) private middelen, zijn de SRO en MBO Amers- foort samen het beheer van het Leerwerkbedrijf aangegaan. Voor MBO Amersfoort betekent dit vormgeving van haar beleidskoers Onderwijs in Bedrijf. Voor de SRO betekent het realisatie van dienstverlening rondom het maatschappelijke vastgoed met leer- werkplekken. Het werkdeel van het MFA Leerwerkbedrijf bestaat zoals aangege- ven uit de componenten horeca, receptie (Stichting Kamerbreed) en facilitair (SRO). Financiering van deze drie diensten vindt plaats door opbrengsten uit de horeca, inbreng van financiering uit wel- zijn ten behoeve van de coördinator receptie en door inbreng in de financiering van een facilitair medewerker. Hospitality concept Centraal in een goed functionerend MFA staat het hospitality-con- cept. Kenmerkende elementen hierin zijn het eigenaarschap en de gastvrijheid om bezoekers, gasten en medegebruikers een thuis- gevoel te geven. Het hospitality-concept in een MFA bestaat in de regel uit het bieden van horeca-faciliteiten, het beheren van een gezamenlijke receptie/balie voor ontvangst, en de facilitaire dien- stenverlening voor het onderhoud en beheer. Als dat noodzakelijk is kan dit worden aangevuld met bewaking c.q. beveiliging tijdens het gezamenlijke gebruik van de MFA door bezoekers, gebruikers en leveranciers. De klanten van een MFA zijn in de te delen in twee categorieën. Ten eerste zijn er de bezoekers van de faciliteiten, zoals ouders van schoolgaande kinderen, ouders met kinderen op de crèche, spor- ters die lid zijn van verenigingen die gebruik maken van de sport- zaal en leveranciers. De tweede categorie klanten bestaat uit bezoekers uit de wijk en/ of passanten, die gericht op zoek zijn naar een ontmoetingsplek. Er zijn duidelijke piekmomenten zichtbaar bij de bezoekers: over- dag rondom openings- en sluitingstijden van school en kinderop- vang en ’s-avonds bij het bezoek aan de sporthal. Het passanten- bezoek vindt vooral plaats in de daluren van de ochtend en de middag. Stand van Zaken Er is nog geen heldere samenwerkingsconstructie gerealiseerd voor het beheer, de exploitatie en het leerwerkbedrijf. Het heeft de voorkeur om deze samenwerking binnen de MFA uiteindelijk vorm te geven in een duurzame structurele vorm met een eigen entiteit, bijvoorbeeld in een coöperatie. In zo’n coöperatie zijn de leden-ei- genaren namelijk tevens de voornaamste zakenpartners en daar- door nauw betrokken bij de bedrijfsstrategie en de uitvoering daar- van. In de MFA’s de Bron, de Laak en de Brink werken de partners SRO, MBO Amersfoort en Welzin Amersfoort wel intensief samen met elkaar. Maar dat gebeurt niet in de beoogde corporatieve vorm waarin men duidelijker kan optreden als eigenaar en ondernemer. De horeca in de Bron is momenteel alleen geopend bij activiteiten, omdat een breakeven/verdien model bij een structurele opening niet mogelijk bleek. Het MFA Icoon heeft besloten om na een proef- periode van een jaar niet over te stappen naar het beoogde geza- menlijk leerwerkmodel. Als organisatie is men een coöperatie ge- bleven van de gebruikers: het Vathorst College, de Bibliotheek Eemland en Scholen in de Kunst.
  • 8. 15 Leren, werken, ondernemen 14 Leren, werken, ondernemen Lumens buurtruimten, Eindhoven In 2015 start Lumens Buurtruimten met het aanbieden van 15 tot 18 ‘Leerwerkplekken’ in vier wijkcentra en zes jongerencentra in de wijk Woensel in Eindhoven. In nauwe samenwerking met het Summa College wordt een tweejarige dagopleiding facilitair me- dewerker niveau 2 aangeboden in de bedrijfsomgeving van een wijk- of jongerencentrum. Daardoor krijgen jongeren met een afstand tot de arbeidsmarkt betere startkwalificaties, de gastvrij- heid van de wijkcentra stijgt, en de inzet van de jongeren heeft een positief effect op de exploitatie van de centra. De leerwerkplekken zijn bedoeld voor jongeren tot 27 jaar zon- der startkwalificatie met een beperkt arbeidsvermogen, die van- af 1 januari 2015 onder de Participatiewet vallen. Het zijn jonge- ren die moeilijk op de arbeidsmarkt terecht kunnen of het onderwijs in kunnen stromen. Ze kampen met leerproblemen, gedragsproblemen en/of persoonlijke problemen. Deze jonge- ren zijn moeilijk terug te leiden naar een klassikaal onderwijssys- teem. Een authentieke leerwerkomgeving kan echter uitkomst bieden. Leren uit het werk halen Een leerwerkbedrijf is net als een regulier bedrijf actief op de markt, maar functioneert op iets andere specificaties dan het ‘normale’ bedrijfsleven. Het werk in de context van het beroep staat altijd centraal: zoveel mogelijk uitgevoerd door studenten, onder begeleiding van professionals. Leren en werken gaan hier- door hand in hand onder het motto ‘leren uit het werk halen’. Kenmerken zijn een levensechte dienstverlening met echte klan- ten, werkprocessen die identiek zijn aan het reguliere bedrijfsle- ven, en aansluiting bij de kwalificatie-eisen van het onderwijs. Lumens Buurtruimten faciliteert, accommodeert en adviseert buurtbewoners. Binnen dat dienstenpakket zijn ruimschoots mo- gelijkheden om leerwerkplekken in te richten. Met name op faci- litair gebied, zoals het bieden van horecafaciliteiten en het behe- ren van een gezamenlijke receptie. Behalve dat de leerlingen een diploma behalen, zorgen de leerwerkplekken ook voor een zin- volle dagbesteding in de eigen wijk. De jongeren komen in een positie waarin ze kunnen solliciteren. Daarnaast krijgen ze hulp bij het vergroten van hun sociaal netwerk. De praktische uitvoering van taken gebeurt onder verantwoorde- lijkheid en begeleiding van de facilitair beheerders en de sociaal beheerders van Lumens Buurtruimten. Summa College verzorgt het onderwijs in de praktijkomgeving en levert daarvoor de do- centen en de begeleiding. De persoonlijke begeleiding van de deelnemers wordt verzorgd door een jobcoach. Zelfredzaamheid en leefbaarheid De opleiding tot facilitair medewerker niveau 2 draagt bij aan de uitvoering van de werkzaamheden in de jongeren- en wijkcentra. Dat heeft een positief effect op de exploitatie van die accommo- daties. Door jobcoaching kunnen de jongeren uiteindelijk worden doorgeleid naar werk. Ze krijgen perspectief en kunnen uit de uitkeringssituatie komen doordat ze gekwalificeerd zijn voor ar- beid. Dat draagt bij aan het vergroten van de zelfredzaamheid. Dat betekent sociale, economische en financiële onafhankelijk- heid. Kortom, het draagt bij aan de eigen kracht van inwoners. Mensen die in 2014 nog geïndiceerde hulpverlening en dagbeste- ding kregen, moeten dat vanaf 2015 steeds meer op eigen kracht en met de omgeving vormgeven. In het kader van de participatie- samenleving krijgen ook de wijk- en jongerencentra dus een an- dere positie, waarbij ‘leren, werken en meedoen’ centraal staan. In die zin draagt het leerwerkbedrijf bij aan de omvorming naar een participatiesamenleving. Samenwerking en randvoorwaarden Er is een nauwe samenwerking tussen het Summa College, de ge- meente Eindhoven, Lumens Buurtruimten en het Ministerie van OCW. Tussen Lumens Buurtruimten en het Summa College bestaat een publiek-private samenwerking. Daardoor kunnen de kerncom- petenties van beide organisaties in aanvulling op elkaar worden in- gezet. Doel hiervan is geschikt werk te creëren, dat aansluit bij de intrinsieke motivatie, competenties en ‘restcapaciteit’ van de kandi- daat. Hierdoor komen duurzame plaatsingen tot stand, met trajec- ten waarbij de kandidaat minimaal de opleiding voltooit. Voor de ontwikkeling en het starten van de leerwerkplekken bestaat er een stimuleringsregeling MBO. Die regeling beoogt een duurza- me publiek-private samenwerking (PPS) in het beroepsonderwijs te stimuleren. De gezamenlijke aanpak van Lumens Buurthuizen en het Summa College sluit naadloos aan bij deze regeling: - initiatieven dragen bij aan de aansluiting onderwijs-arbeids- markt; - er is sprake van een duurzame samenwerking tussen de partijen; - er is financieel commitment van de samenwerkende partijen; - er wordt aangesloten op de sectorplannen in het Sociaal Akkoord; - initiatieven moeten onderbouwd worden met een regionale visie. De samenwerking tussen de gemeente, het Summa College en Lumens Buurthuizen voldoet aan de minimale eis om een subsidie- aanvraag in te kunnen dienen bij het Regionaal Investeringsfonds MBO. Dat vereist cocreatie. De subsidie wordt verstrekt om de aan- sluiting van het onderwijs op de behoefte van de arbeidsmarkt te verbeteren, en is bestemd voor activiteiten die voortvloeien uit de publiek-private samenwerking. Randvoorwaarde is dat er sprake is van minimaal 15 plekken. Financiën De leerwerkplekken in Woensel zijn opgezet volgens een innovatie- ve formule, die nog verder doorontwikkeld zal worden. Efficiëntie, integrale aanpak en een sluitend verdienmodel gaan hand in hand. Het doel is te komen tot een bedrijfsconcept met minimaal 15 leer- werkplekken. Het werkdeel bestaat uit inbreng van financiering van de lopende begroting van Lumens Buurtruimten voor wat betreft de tien cen- tra. Dat wordt aangevuld met financiering vanuit het beroepsonder- wijs (OCW) en middelen vanuit de gemeente (werkteam voor job- coaching). Wellicht volgt nog een aanvullende (start)financiering
  • 9. 17 Leren, werken, ondernemen 16 Leren, werken, ondernemen MFA Oelbroeck, Sint Anthonis Sint Anthonis is een dorpje met ruim 4.200 inwoners in het Oos- ten van Noord-Brabant. Het is een hechte gemeenschap met een bloeiend verenigingsleven. In het verleden werden de meeste verenigingen gehuisvest in leegstaande gebouwen, maar dat waren vaak tijdelijke oplossingen. Een ander nadeel was, dat die oude gebouwen erg duur waren in onderhoud. Daarom bouwde de gemeente een multifunctioneel centrum, dat plaats biedt aan alle clubs en verenigingen in het dorp. MFA Oelbroeck werd in oktober 2008 in gebruik genomen. Ontmoetingsplek Sinds de opening heeft Oelbroeck zich ontpopt als dé ontmoe- tingsplek voor de inwoners van het dorp. Het MFA biedt onder- dak aan nagenoeg alle activiteiten op het gebied van cultuur, educatie, welzijn en sport. Het huisvest sportverenigingen, scholen, peuter- en kinderopvang, bibliotheek, muziekschool en -verenigingen, carnaval, een jongerencentrum, ouderenorgani- saties, de dorpsraad en de brandweerkazerne. Daarnaast ma- ken individuele inwoners gebruik van de faciliteiten voor bijeen- komsten en incidentele activiteiten. MFA als sociale werkvoorziening ontleend aan MFA Oelbroeck, Sint Anthonis exploitant ondersteund door SW-bedrijf Kern- activiteiten horeca, zalen- verhuur, beheer en schoonmaken programmering van activiteiten werving, selectie en begeleiding Bronnen talent/arbeidsvermo- gen volwassenen talentmanagement goede en bereikbare accommodatie(s) Waarde propositie bieden van gastvrije (ontmoetings)ruimte voor scherpe prijs bieden van arbeidsritme en werkervaring creëren / behouden van lokale werk- gelegenheid Klanten- relaties Subsidiecontract met de gemeente Volwassenen: werknemers/ werkgeversrelatie bezoekers en gebruikers: persoonlijk contact, vraaggedreven Kanalen zoekgebied volwassene: buurt / wijk media: mond-tot- mond, internet en sociale media distributie diensten: op locatie Klanten- groepen gemeente volwassenen die weer graag aan het werk willen incidentele bezoekers (particulier en zakelijk) vaste gebruikers (particulier en zakelijk) Inkomstenstroom omzet uit horeca, verhuur, facilitaire dienstverlening (gemeentelijke) exploitatiesubsidie Kostenstructuur kosten uitvoerend en begeleidend personeel SW bedrijf huisvestings- en exploitatiekosten van locatie Kern- partners SW-bedrijf voor dienstverlening vastgoedeigenaar voor gebouw Bestuur Het MFA is eigendom van de gemeente. Die is verantwoordelijk voor de instandhouding van het gebouw. Het beheer en de exploi- tatie vallen onder de verantwoordelijkheid van de daarvoor opge- richte Stichting Oelbroeck. Het bestuur bestaat uit een onafhanke- lijke voorzitter, penningmeester en secretaris, aangevuld met een vertegenwoordiger van de gemeente en een vertegenwoordiger van de gebruikers. Beleid Stichting Oelbroeck heeft van de gemeente een lastige opdracht meegekregen. Er moet een besparing zijn ten opzichte van de de- centrale situatie van vroeger, en er moet hoofdzakelijk worden gewerkt op basis van vrijwilligers. Waar dat niet kan, worden dien- sten zoveel mogelijk door medewerkers van de sociale werkvoor- ziening IBN Facilitair ingevuld. De begroting moet uiteraard slui- tend zijn, ook wanneer de subsidies voor het beheer en de exploitatie in de toekomst zullen worden afgebouwd. Dagelijks beheer De inwoners van Sint Anthonis staan centraal in MFA Oelbroeck. De communicatie is mondeling en informeel. Deze vindt plaats in en rond de MFA. Van digitale nieuwsbrieven, social media of ande- re communicatiemethoden wordt geen gebruik gemaakt. De ster- ke sociale structuur, het geringe aantal inwoners van het dorp en het grote aantal activiteiten in het MFA zorgen er samen voor dat iedereen op de hoogte is van het nieuws over Oelbroeck. Om zich maximaal te kunnen manifesteren als ontmoetingsplek is Oelbroeck in principe 7 dagen per week tussen 07.00 en 24.00 uur geopend. De openingstijden zijn wel afhankelijk van de activitei- ten. De dienstverlening valt onder de verantwoordelijkheid van een betaalde coördinator/bedrijfsleider. Hij regelt de personele bezetting (betaalde medewerkers en vrijwilligers) en is het aan- spreekpunt voor de vaste gebruikers en de incidentele huurders. Eens in de zes weken is de bedrijfsleider aanwezig bij de vergade- ring van het stichtingsbestuur. Onderwerpen waarover hij overleg voert zijn beheer, schoonmaak en overige facilitaire dienstverle- ning. Ook worden knelpunten en ontwikkelingen besproken. Facilitair Een groot deel van het dagelijks beheer hoeft niet door de vrijwilli- ge medewerkers te worden gedaan. Het bestuur heeft voor de schoonmaak, het facilitair beheer, de horeca en de catering con- tracten afgesloten met IBN Facilitair. Dat bedrijf maakt deel uit van een organisatie die de wet sociale werkvoorziening uitvoert in een deel van Noordoost Noord-Brabant. Door deze werkzaamheden bij de sociale werkvoorziening onder te brengen is een oplossing ge- vonden voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Voor de dienstverlening worden in totaal 14 betaalde medewerkers ingezet. Dat zijn de coördinator/bedrijfsleider, 8 beheerders met verschillende contacturen en 5 schoonmakers met verschillende contacturen. Inkomsten en kosten Doordat de gemeente het gebouw in stand houdt is de stichting alleen verantwoordelijk voor de uitgaven ten behoeve van schoon- maak, beheer en horeca. De totale kosten van deze dienstverlening bedragen ongeveer € 220.000,- op jaarbasis. De kosten voor be- heer en horeca (€ 140.000,-) worden volgens een verdeelsleutel betaald door de gemeente en stichting Oelbroeck. Die belast deze kosten vervolgens weer door aan de gebruikers. De kosten voor schoonmaak (€ 80.000,-) worden ook doorberekend aan de gebrui- kers, maar dan op basis van een individueel programma van eisen (pve). Exploitatie onder druk MFA Oelbroeck is sterk afhankelijk van gemeentelijke subsidies. Nu die worden afgebouwd leidt dat onmiddellijk tot financiële druk op de exploitatie. Een maatregel om de begroting toch sluitend te krijgen is, dat stichting Oelbroeck IBN Facilitair de opdracht heeft gegeven om in 2015 vrijwilligers in te plannen voor het beheer in plaats van de 8 betaalde medewerkers. Met die maatregel dalen de kosten voor het beheer en is de begroting sluitend gekregen. Maar dat gaat ten koste van de werkgelegenheid binnen Oelbroeck voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, één van de oor- spronkelijke opdrachten die het bestaan van de MFA rechtvaardigde.
  • 10. 18 19 Leren, werken, ondernemen Leren, werken, ondernemen Inkomstenstroom Kern- activiteiten Bronnen Waarde propositie Klanten- relaties Kanalen Klanten- groepen Kostenstructuur Kern- partners Inkomstenstroom Kern- activiteiten Bronnen Waarde propositie Klanten- relaties Kanalen Klanten- groepen Kostenstructuur Kern- partners Inkomstenstroom Kern- activiteiten Bronnen Waarde propositie Klanten- relaties Kanalen Klanten- groepen Kostenstructuur Kern- partners Bronnen Het vak bronnen beschrijft de belangrijkste bedrijfsmiddelen, die nodig zijn om de producten en diensten te kunnen aanbieden. Denk aan fysieke middelen (bedrijfsapparatuur, computers), internetfaciliteiten, intellectuele middelen en menselijke capaciteit (personeel). Dat is direct gerelateerd aan de taken die we als orga- nisatie zelf willen doen (kernactiviteiten). Kostenstructuur De kostenstructuur beschrijft welke kosten de ondernemer moet maken om de kernactiviteiten uit te voeren, de kernresources in stand te houden en de kernpartners te betalen. Er zijn vaste kos- ten (pand, apparatuur) en variabele kosten (inkoop materialen). Het business model is pas oké als met de gerealiseerde waarde meer inkomsten worden gegenereerd dan er kosten worden gemaakt. Toelichting Canvasmodel Het business model Canvas is de afgelopen jaren uitgegroeid tot een populair hulpmiddel om nieuwe vormen van (maatschappelijk) ondernemen te beschrijven. Aan de hand van negen bouwstenen worden het aanbod, de klanten, de interactie met de klant, het verdienmodel en de wijze waarop het aanbod gerealiseerd wordt in kaart gebracht. Waardeproposities Waardecreatie staat letterlijk en figuurlijk centraal in het business model van Canvas. Het gaat om het onderscheidende aanbod dat aan de klant wordt geboden. Een product of dienst die waarde heeft voor de klant. Maatschappelijke ondernemingen staan voor de uitdaging om met en voor (groepen) bewoners en de samenleving zoveel mogelijk maatschappelijke waarde te creëren. Een maatschappelijke organisatie die van betekenis wil zijn op het gebied van leren en werken, moet in het centrale vak aangeven welke waarde hiermee voor inwoners in de buurt of wijk wordt gerealiseerd. De geboden service is ook onderdeel van de waardepropositie. Het is een cruciale factor die bijdraagt aan klanttevredenheid. Het vak van de waardepropositie scheidt het model in twee kan- ten. De rechterkant van het Canvasmodel gaat over alle klant-ge- relateerde zaken. Wie is de doelgroep en hoe bereik ik die. De linkerkant handelt over de operationele kant; hoe zorg ik er voor dat de beoogde waarde daadwerkelijk gerealiseerd wordt. Uitdaging is om de beste kwaliteit te realiseren tegen de laagste kosten en met de hoogste flexibiliteit. Klantengroepen Het bepalen van de doelgroep, het segmenteren van de klanten, is essentieel. Bedenk voor wie er waarde wordt gecreëerd, hoe die klanten kunnen worden bereikt en wat het verdienmodel is. Bij maatschappelijke organisaties zijn er vaak twee doelgroepen te onderscheiden: de burger (consument) en de financier (op- drachtgever). Als leren, werken en participeren gecombineerd wordt met de opdracht van een MFA, een wijkcentrum, dan zijn er nog meer klanten te onderscheiden: gebruikers, studenten en di- verse andere financiers. Klantrelaties Deze onderdelen van het Canvasmodel gaan over de manier waarop de organisatie in contact treedt met de klanten, ofwel het commerciële proces. Hoe onderhoud je een goede relatie met de gebruikers van de voorziening, met de mensen die er leren en werken, met gemeenten en andere organisaties? Investeren in deze relaties – een stapje extra doen – is een belangrijke succes- factor. Want hoe goed de gecreëerde waarde ook is; alleen de relatie met de klant kan zorgen voor een Wow-ervaring. Daar- naast geldt: met een financier werk je op een andere manier aan vertrouwen dan met een leerling of een klant. Kanalen Het onderdeel kanalen gaat over de vragen: waar vinden wij de doelgroep en waar leveren wij onze diensten en producten? En hoe blijven de klanten op de hoogte van het aanbod? In een gebouw, online of door een combinatie van deze beide kanalen? Inkomstenstromen In het vak inkomsten wordt toegelicht welke inkomsten er worden gegenereerd met het producten- en dienstenaanbod en met de manier waarop dit de klant bereikt. Als leren en werken producten zijn, is het dus noodzakelijk om hiervoor in kaart te brengen welke inkomsten hiermee worden gerealiseerd en waar die vandaan komen. Dat geldt ook voor de MFA waar dit leren en werken plaatsvindt. Kernpartners Kernpartners zijn onderaannemers: organisaties die tegen een vergoeding een afgebakend deel van het werk verzorgen. Het gaat niet om ketenpartners met hun eigen opdracht en finan- ciering. Het gaat om externe relaties, zonder wie er geen produc- ten of diensten kunnen worden geleverd. Bij MFA’s is de gebou- weigenaar daar één van. Kernactiviteiten In het vak kernactiviteiten worden die taken opgenomen, die de ondernemer persé zelf of door eigen medewerkers wil laten verrichten. Denk niet alleen aan product- en dienstengerelateer- de taken, maar ook aan servicegerichte activiteiten. Inkomstenstroom Kern- activiteiten Bronnen Waarde propositie Klanten-relaties Kanalen Klanten-groepen Kostenstructuur Kern- partners
  • 11. De auteurs hebben in deze publicatie gestreefd naar complete, accurate en actuele informatie. Desondanks kunnen aan deze informatie geen rechten worden ontleend en aanvaarden de auteurs en de uitgever geen enkele aansprakelijkheid voor schade of andere claims als gevolg van het gebruik van de informatie. Deze uitgave of delen daaruit mogen worden verspreid, met bronvermelding van Bouwstenen voor Sociaal www.bouwstenen.nl © Bouwstenen voor Sociaal, december 2014