2. 2 3
Yopples en educatie
Yopples is naast leuk ook educatief. Door het
spelen met Yopples ontwikkelen kinderen diverse
vaardigheden die ook worden gevraagd in het
onderwijs van nu en van de toekomst. Spelen
is essentieel voor de ontwikkeling van kinderen.
Uit verschillende onderzoeken blijkt telkens weer
dat kinderen leren en groeien door te spelen
(Gerdes, 2003; Ness & Farenga, 2007). Uit
deze onderzoeken blijkt zelfs dat bepaalde vaar-
digheden of vermogens bij mensen zich in de
eerste plaats ontwikkelen door te spelen en niet
door overdracht. Yopples speelgoed is daarom
uitermate geschikt om in te zetten zowel binnen
de voorschoolse opvang als binnen het primair
onderwijs.
Als je het zat bent, stapel je alles zo
weer op elkaar en bergt het op tot de vol-
gende keer dat er mee gespeeld wordt.
Als het binnen bereik van de kinderen
blijft duurt dat vaak niet zo heel lang.
Buiten het zichtsveld neemt het gelukkig
weinig ruimte in zoals ander groter con-
structiemateriaal om grote bouwwerken
mee te maken. (bron: mamaliefde.nl).
3. 4 5
Gray benadrukt dat het belang van onderwijs
in deze vaardigheden. Gray’s conclusies sluiten
nauw aan bij het eindadvies Platform Onderwijs
2032. Hierin staat dat scholen in de toekomst
hun leerlingen behalve kennis ook vakover-
stijgende vaardigheden bij moeten brengen.
Het gaat om leervaardigheden, creëren, kritisch
denken, probleemoplossend vermogen en
samenwerken (Schnabel et al., 2016).
Toekomstgericht onderwijs stimuleert de
creativiteit van leerlingen. Het moedigt ze aan
hun verbeeldingskracht te gebruiken om nieuwe
ideeën en producten te bedenken en te
ontwerpen (Schnabel et al., 2016).
Binnen Nederland worden deze vaardigheden
meestal samengevat onder de noemer “21e
eeuwse vaardigheden” (Thijs, Fisser & Van der
Hoeven, 2014). Het nationaal expertisecentrum
leerplanontwikkeling (SLO) heeft op verzoek
van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en
Wetenschap (OCW) onderzocht wat deze
vaardigheden precies inhouden en hoe deze een
plek kunnen krijgen in het primair en voortgezet
onderwijs. In haar rapportage komt SLO tot de
volgende acht vaardigheden: creativiteit, kritisch
denken, probleemoplossingsvaardigheden,
communiceren, samenwerken, digitale ge-
letterdheid, sociale- en culturele vaardigheden
en zelfregulering. Yopples kan uitstekend in-
gezet worden als additioneel leermiddel door
pedagogisch medewerkers van de voorschoolse
opvang of leerkrachten in het basisonderwijs om
kinderen spelenderwijs deze vaardigheden te
laten ontwikkelen. Door het spelen met Yopples
ontwikkelen kinderen de vaardigheden:
creativiteit, probleemoplossingsvaardigheden,
communiceren, samenwerken en zelfregulering.
In de peuterspeelzaal waren er direct
een aantal kinderen nieuwsgierig, en
niet alleen de peuters zelf.
Ook oudere broertjes gingen met dit
uitdagende speelgoed aan de slag om
iets te bouwen. Van eenvoudige vormen
zoals kubussen en pyramides tot aan
huisjes en doolhoven. (bron: mamalief-
de.nl)
De vaardigheden van de toekomst
binnen het onderwijs
Onze samenleving verandert snel. Sommigen
spreken al van de “Fourth Industrial Revolution”
(Schwab, 2016). De toenemende hoeveelheid
mobiele apparaten, opslagcapaciteit, onbep-
erkte toegang tot kennis/informatie en snelle
doorontwikkeling van technologie maakt dat de
samenleving in hoog tempo aan het veranderen
is. Met deze ontwikkeling verdwijnen specifieke
beroepen en komen er nieuwe voor in de plaats.
De nieuwe beroepen vragen deels andere vaar-
digheden. Op het World Economic Forum maakt
Alex Gray (2016) onderstaande vergelijking
tussen de huidige en toekomstige vaardigheden
waar de samenleving behoefte aan heeft:
Skills 2015
1. Complex Problem Solving
2. Coordinating with others
3. People Management
4. Critical Thinking
5. Negotiation
6. Quality Control
7. Service Orientation
8. Judgment and Decision Making
9. Active Listening
10. Creativity
Skills 2020
1. Complex Problem Solving
2. Critical Thinking
3. Creativity
4. People Management
5. Coordinating with others
6. Emotional Intelligence
7. Judgment and Decision Making
8. Service Orientation
9. Negotiation
10. Cognitive Flexibility
4. 6 7
Naast het bouwen met de Yopples kan
dit ook prima gebruikt worden in
fantasie- en rollenspel. Zo is een open
kubus perfect geschikt als grote pan
waarin de nodige huisraad verdwijnt
en met een zwaard wordt geroerd om
saus te maken. Je kunt er een poppen-
kast van maken om mee op te treden.
Of een huisje om vadertje en moedertje
mee te spelen. Met een beetje crea-
tiviteit van papa maak je er ook zo een
raket, vliegtuig of treintje van. (bron:
mamaliefde.nl)
Vaardigheden: communiceren en
samenwerken
Yopples is geschikt om alleen of samen mee te
spelen. Door kinderen gezamenlijk met Yopples
te laten spelen, leren ze om samen te werken,
te delen, te overleggen en elkaar te helpen om
samen iets voor elkaar te krijgen.
Interacties tussen kinderen kan verschillende
vormen aannemen. Op het hoogste niveau kun-
nen kinderen participeren in twee vormen van
sociale interactie: associatief spel of coöperatief
spel. Bij associatief spel zijn kinderen betrokken
bij afzonderlijke activiteiten, maar interacteren
zij door spelmateriaal uit te wisselen en com-
mentaar te geven op het gedrag van de ander.
Coöperatief spel is een meer gevorderd type
interactie waarbij kinderen georiënteerd zijn op
een gezamenlijk doel, zoals het uitvoeren van
een symbolisch thema of het toewerken naar
eenzelfde resultaat (Berk, 2000).
Yopples lokt deze vorm van spel uit. Coöperatief
spel is een vorm van coöperatief leren. Coöper-
atief leren houdt in dat leerlingen samenwerken
om gezamenlijke doelen te bereiken, die voor
alle groepsleden van belang zijn (Slavin, 1991).
Het belangrijkste uitgangspunt bij coöperatief
leren is dat leerlingen inzien dat ieder groepslid
verantwoordelijk is voor het bijdragen van diens
aandeel voor het bereiken van het gezamenlijke
doel (Johnson, Johnson & Smith, 1998). Onder-
zoek wijst uit dat coöperatief leren positief bij-
draagt aan leerresultaten, sociale vaardigheden
en het zelfbeeld van leerlingen (Manning &
Lucking, 1991). Yopples biedt vele mogelijk-
heden tot coöperatief spelen.
Yopples draagt bovendien bij aan de com-
municatievaardigheid van kinderen. Hoe los je
een bepaald bouwkundig probleem samen op.
In dat kader is bewezen dat Yopples uitstekend
geschikt is om kinderen van diverse leeftijden
groepsgewijs samen te laten spelen. De oudere
kinderen stimuleren hierbij de jongere kinderen.
Het geeft de oudere kinderen ook de kans te
leren hoe ze anderen op een positieve manier
instructies kunnen geven. Dit draagt bij aan
zowel de sociale vaardigheden als het zelf-
vertrouwen van het kind.
6. 10 11
23) De leerlingen leren wiskundetaal gebruiken.
24) De leerlingen leren praktische en formele
rekenwiskundige problemen op te lossen en
redeneringen helder weer te geven.
25) De leerlingen leren aanpakken bij het op-
lossen van reken/wiskunde te onderbouwen en
leren oplossingen te beoordelen.
32) De leerlingen leren eenvoudige meet-
kundige problemen op te lossen.
33) De leerlingen leren meten en leren te
rekenen met eenheden en maten, zoals bij
tijd, geld, lengte, omtrek, oppervlakte, inhoud,
gewicht, snelheid en temperatuur.
Yopples en rekenen
In de loop van het primair onderwijs verwerven
kinderen zich in de context van voor hen
betekenisvolle situaties geleidelijk vertrouwdheid
met getallen, maten, vormen, structuren en de
daarbij passende relaties en bewerkingen. Ze
leren ‘wiskundetaal’ gebruiken en worden
‘wiskundig geletterd’ en gecijferd. De wiskun-
detaal betreft onder andere rekenwiskundige en
meetkundige zegswijzen, formele en informele
notaties, schematische voorstellingen, tabellen en
grafieken en opdrachten voor de rekenmachine.
‘Wiskundig geletterd’ en gecijferd betreft onder
andere samenhangend inzicht in getallen, maat-
inzicht en ruimtelijk inzicht, een repertoire van
parate kennis, belangrijke referentiegetallen en
maten, karakteristieke voorbeelden en toepassin-
gen en routine in rekenen, meten en meetkunde
(Greven & Letschert, 2006).
Spelen met Yopples helpt kinderen bij het ver-
werven van ‘wiskundetaal’ in een betekenisvolle
situatie. In het boek ‘Knowledge under construc-
tion: The importance of play in developing
children’s spatial and geometric thinking’ tonen
Ness en Farenga aan dat het vermogen van
mensen om ruimtelijke vormen te onderscheiden
niet wordt ontwikkeld door overdracht (ouder/
leerkracht naar kind) maar door het actief
spelen. Dit sluit aan bij het onderzoek van
(Gerdes, 2003). Hij stelt dat ruimtelijke oriën-
tatie en het vermogen om wiskundige vormen te
herkennen, te verdelen en te rangschikken vooral
wordt ontwikkeld door te spelen. Yopples speelt
hierop in. Ness en Farenga stellen in hun boek:
“Playing with blocks and other objects are
extremely important for small children to learn
to grasp that space in wich the child lives,
breathes and moves. The space that children
must learn to know, explore, conquer, in order
to live, breathe and move better in it”.
Door kinderen te laten experimenteren, eigen
bouwwerken construeren, symmetrie en balans
ontdekken, patronen ontwikkelen enzovoort
wordt een essentiële basis gelegd voor wiskun-
dige educatie in de toekomst. Deze basis is dus
niet aan te brengen door educatie, maar vooral
door te spelen (Ness & Farenga, 2007). Dit
vormt dan ook de kern van het spelen met Yop-
ples. Door te spelen met Yopples worden
aspecten van de volgende kerndoelen gestimu-
leerd:
Yopples en de kerndoelen
van de vakken rekenen/
wiskunde en techniek.
Naast vaardigheden stimuleert het
spelen met Yopples ook het leren
van kennis. Yopples draagt con-
creet bij aan de kerndoelen van
rekenen/wiskunde en techniek.
Het nationaal expertisecentrum
leerplanontwikkeling (SLO) heeft
kerndoelen voor het onderwijs op-
gesteld met behulp van het project
TULE (tussendoelen en leerlijnen).
De kerndoelen zijn streefdoelen
die aangeven waarop basis-
scholen zich moeten richten bij de
ontwikkeling van hun leerlingen
(Greven & Letschert, 2006).
7. 12 13
Vaardigheden: creativiteit
en probleemoplossend
vermogen
Spelen met Yopples stimuleert het
ruimtelijk inzicht van kinderen.
Onderzoek toont aan dat het spel-
en met bouwkundig speelgoed een
positief effect heeft op visueel-
ruimtelijke intelligentie (Caldera, Mc
Culp, O’Brien, Truglio, Alvarez, &
Huston, 1999). Deze vorm van
intelligentie verwijst naar het ver-
mogen om van de wereld van de
ruimte een innerlijke voorstelling te
maken. Vaardigheden die hierop
aansluiten zijn: zich kunnen
oriënteren in de ruimte, oplossingen
voor problemen “zien”, denken in
plaatjes en beelden (beelddenkers)
en oog voor details (http://www.
onderwijsvanmorgen.nl/mi-8-vi-
sueel-ruimtelijke-intelligentie).
Yopples is speelgoed dat eigenlijk
nooit af is. Elk bouwwerk is weer
anders en op die manier is het
mogelijk om van elke dag weer iets
bijzonders te maken. Yopples staat
dus voor variatie en afwisseling.
Yopples en techniek
Het kerndoel Natuur en Techniek is een
onderdeel van het leergebied: Oriëntatie op
jezelf en de wereld. In dit leergebied oriënteren
leerlingen zich op zichzelf, op hoe mensen met
elkaar omgaan, hoe ze problemen oplossen.
Bovendien oriënteren leerlingen zich op de
natuurlijke omgeving en op verschijnselen die
zich daarin voordoen (Greven & Letschert,
2006). Yopples draagt bij aan de volgende kern-
doelen van Natuur en Techniek:
44) De leerlingen leren oplossingen voor
technische problemen te ontwerpen, deze uit te
voeren en te evalueren.
45) De leerlingen leren bij producten uit hun
eigen omgeving relaties te leggen tussen de
werking, de vorm en het materiaalgebruik.
Yopples stimuleert aspecten van deze kerndoel-
en. Zo worden kinderen gestimuleerd om eisen te
formuleren waar het product aan moet voldoen
om vervolgens te overleggen en te bedenken
met elkaar wat mogelijke producten kunnen zijn.
Daarnaast kunnen kinderen samen oplossingen
bedanken voor eventuele (technische) problemen
waar zij tegen aanlopen. Bij het spelen met
Yopples maken kinderen gebruik van de
materialen om constructies en verbindingen toe
te passen en om het geheel vorm en stevigheid
te geven. Daarbij doen zij ervaring op met
draagkracht en zwaartekracht.
Voorschrijvingen en keuringseisen
Yopples heeft kwaliteit hoog in het vaandel
staan. Niet alleen op het gebied van spelen
maar ook zeker met betrekking tot het product.
De materialen zijn met zorg gekozen en het
product heeft verschillende tests ondergaan
zodat het aan de NEN-EN71 normering voor
kinderspeelgoed voldoet.
De NEN-EN71 normering is een Nederlandse
norm die als aanvulling op de Europese richtlijn
2009/48/EC Veiligheid van speelgoed wordt
ingezet. Aan deze Europese richtlijn moet iedere
fabrikant of importeur zich houden. De Neder-
landse serie bestaat uit een aantal verschillende
normen. Enkele daarvan gaan in op de ver-
schillende eigenschappen van speelgoed, zoals
fysische en mechanische. Andere delen uit de
serie gaan in op de chemische eigenschappen en
de brandbaarheid (Nederlands Normalisatie-In-
stituut, 2015).
8. 14 15
under construction: the importance of play in
developing children’s spatial and geometric think-
ing. Rowman & Littlefield Publishers.
Schnabel, P., Ten Dam, G., Douma, T., Van Eijk,
R., Tabarki, F., Van der Touw A., Verweij,
J., & Visser, M. (2016). Eindadvies Platform On-
derwijs2032. Den Haag: Ministerie Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap.
Schwab, K. (2016). The fourth industrial revolu-
tion: what it means how to respond. World
Economic Forum. Verkregen van: http://www.
weforum.org/agenda/2016/01/the-fourth-indus-
trial-revolution-what-it-means-and-how-to-respond
Slavin, R. E. (1991). Cooperative learning and
group contingencies. Journal of Behavioral
Education, 1, 105-115. doi:10.1007/
BF00956756
Thijs, A., Fisser, P., & Hoeven, M. van der. (2014).
21e Eeuwse vaardigheden in het
curriculum van het funderend onderwijs. Eschede:
SLO.
Literatuur
Berk, L. E. (2000). Child development. Massa-
chusetts: Allyn & Bacon, A Pearson Education
Company.
Caldera, Y. M., Mc Culp, A., O’Brien, M., Trug-
lio, R. T., Alvarez, M., & Huston, A. C.
(1999). Children’s play preferences, con-
struction play with blocks, and visual-spatial
skills: Are they related? International Journal
of Behavioral Development, 23, 855-872.
doi:10.1080/016502599383577
Gerdes, P. (2003). Awakening of geometrical
thought in early culture. Minnesota: Mep
Publications. Verkregen van: http://conservancy.
umn.edu/bitstream/handle/11299/
149158/gerdes.pdf?sequence=1&isAllowed=y
Greven, J., & Letschert, J. (2006). Kerndoelen
Primair Onderwijs. Publicatie van het
ministerie van Onderwijs, Cultuur en Weten-
schap. Den Haag: DeltaHage.
Johnson, D. W., Johnson, R. T., & Smith, K. A.
(1998). Cooperative learning returns to
college what evidence is there that it works?
Change: the magazine of higher learning,
30, 26-35. Verkregen van: http://web.a.eb-
scohost.com.proxy.library.uu.nl/ehost/detail/
detail?sid=f8e571fc-e101-404c-ba96f-
de2988646e5%40sessionmgr4004&
vid=1&hid=4212&bdata=JnNpdGU9ZWhvc-
3QtbGl2ZQ%3d%3d#AN=869070&db=aph
Lee Manning, M., & Lucking, R. (1991). The
what, why, and how of cooperative learning.
The Clearing House, 64, 152-156. Verkregen
van: http://web.a.ebscohost.com.proxy.
library.uu.nl/ehost/detail/detail?sid=a012760a-
3d59-4093-a008ccbe6a482879%
40sessionmgr4004&vid=0&hid=4212&bdata=-
JnNpdGU9ZWhvc3QtbGl2ZQ%3d%3
d&preview=false#AN=9705100305&db=aph
Nederlands Normalisatie-Instituut (2012).
Verkregen van: file:///C:/Users/4027582/
AppData/Local/Google/Chrome/Downloads/
Interview%20’Veiligspeelgoed%20met%20NEN’.
Pdf
Ness, D., & Farenga, S. J. (2007). Knowledge