1. >>
De
leerkracht
als
onderzoeker
Door te kijken
ga je echt zien
Marja van Schagen is
leerkracht groep 1/2 en
onderwijskundige
Kleuters leren door echt te spelen. Als je bij hen iets probeert te bereiken, dan is je startpunt
de belevingswereld. Het echte spelen zagen we in de klas lang niet altijd terug en daarom zijn
we eind vorig schooljaar op zoek gegaan naar hoe wij een impuls konden geven aan spel. We
zijn gestart met een professionele leergemeenschap (PLG) en gingen samen op onderzoek uit
naar hoe we de kwaliteit van het spel bij ons in de klas konden verbeteren.
zijn eigen effectiviteit als professional probeert
te versterken en verbeteren, altijd gericht op het
lerende kind (Verbiest, 2011).
Verdiepen in theorieën
We deden dingen, omdat we dachten dat het zo
hoorde, we het eens gehoord hadden, we het een
keer tijdens een cursus hadden geleerd en onze
intuïtie ons dat had ingegeven. We gebruikten
methoden en werkwijzen, omdat iemand die
een keer had aangeschaft. Het onderwijs dat
we gaven, was weliswaar thematisch, maar niet
gebouwd op een gedegen intrinsieke fundatie (een
van binnenuit gevoelde motivatie om je onderwijs
dagelijks kwalitatief te verbeteren ten aanzien
van de vorige dag). Door onze groeiende onte
vredenheid ten aanzien van het dichttimmeren
van het onderwijs gingen wij op onderzoek uit
naar hoe wij het onderwijs konden verbeteren.
Daarvoor moesten wij eerst weer op zoek naar
de basis ten aanzien van spel bij jonge kinderen.
Zo kwamen we tot onze onderzoeksvraag: wat
hebben kinderen nodig om tot spel te komen in
themahoeken? We hebben
ons verdiept in de theorieën
van Verbiest (2011), Boland
(2015), Janssen-Vos (2006)
en Laevers et al. (2014), en
leerden (opnieuw) dat kinde
ren spelen om de wereld om
hen heen te leren begrijpen.
Je maakt met behulp van
betekenisvolle activiteiten
kinderen betrokken, gemo
tiveerd en geïnteresseerd.
Dit doe je onder andere door
ervoor te zorgen dat je met
de keuzes van je thema goed aansluit bij datgene
wat speelt in je klas (De Wilde, 2016). De ontwik
keling van jonge kinderen is het best te stimuleren
De afgelopen jaren was ons onderwijs onder
hevig aan diverse hypes die via diverse wegen
onze school zijn binnengekomen. Zo zijn er om
de ontwikkelingen te analyseren diverse obser
vatiesystemen geïntroduceerd. We hebben zelfs
gebruikgemaakt van een methode, veelal uit
angst dat niet alle ‘doelen’ bereikt zouden worden.
Dit leidde bij ons tot opbrengstgericht werken,
waarbij de observatielijsten binnen onze spran
kelende en energievolle kleuterklassen zakelijke
checklists werden. We gingen zelfs oefenen om
maar goed te scoren op de welbekende landelijk
genormeerde toets. We probeerden met behulp
van administratie vat te krijgen op ons kleuteron
derwijs, maar dat bleek niet te werken.
Onderwijs dichttimmeren
Wij als kleuterleerkrachten werden ongelukkig en
star door al dat dichttimmeren van het onderwijs,
zo bleek ook uit de aflevering De kleuter onder
druk (De Monitor, 2016). Dit was het begin van
de zoektocht bij ons op school. We zijn op zoek
gegaan naar het eigenlijke doel van onderwijs,
de manier waarop we leerkrachten en leerlingen
weer kunnen laten bloeien en hoe we zo optimaal
mogelijk kunnen profiteren van registratiesyste
men. De directie herkende onze ontevredenheid
ten aanzien van alle toetsen en registratiesyste
men bij de kleuters. Een uitgangspunt vanuit de
school is dat kinderen leren vanuit betekenisvolle
activiteiten. Toetsen en registratiesystemen gooi
den onze ruimte voor betekenisvolle activiteiten
dicht. De cursus ‘Het Jonge Kind’ van iPabo was
het moment om de handschoen op te pakken. Dit
gaf de ruimte om kritisch te kijken naar ons eigen
handelen. Meedoen met de PLG was voor ons het
moment om op zoek te gaan naar wat effectief
werkt voor de kinderen en voor ons, om zo tot
een verbetering te komen. Een PLG is een groep
mensen die vanuit een onderzoekende houding
Kwaliteitsslag in de kleuterklas
Met betekenisvolle activi-
teiten maak je kinderen
betrokken, gemotiveerd
en geïnteresseerd
19HJK april 2017
2. Betrokkenheid
Tijdens ons onderzoek naar spel was betrok
kenheid een steeds terugkerend woord dat onze
aandacht greep, door wat Laevers et al. (2014)
hierover schreven. Laevers is een van de grond
leggers van het Ervaringsgericht Onderwijs (EGO).
Hierbinnen worden betrokkenheid en welbevinden
gezien als de kwaliteitscriteria voor goed onder
wijs. Een betrokken leerling is geconcentreerd,
intens en gemotiveerd bezig. Kinderen raken
betrokken als een activiteit aansluit bij hun drang
om te verkennen en bij hun actuele ontwikkeling
sniveau. Een betrokken leerling zal op de toppen
van zijn kunnen presteren en werkt op de grens
van zijn mogelijkheden. We hebben de Leuvense
Betrokkenheidsschaal, met de vijf niveaus en
kenmerken van hoe betrokken kinderen zijn bij
hun activiteit, als middel gekozen om ons onder
zoek vorm te geven (zie figuur 1 'De Leuvense
Betrokkenheidsschaal' hiernaast).
Aanpak
In de acht weken van ons onderzoek hebben we
in de drie klassen dagelijks drie of meer kinderen
geobserveerd en ingeschaald op de Leuvense
Betrokkenheidsschaal. De eerste weken scoorden
de kinderen vaak een score van drie of lager. We
waren niet tevreden met deze score. We pasten
de hoeken aan en boden andere activiteiten aan.
Een voorbeeld hiervan is een jongetje dat dagelijks
in de klas steeds hele korte momenten in een
hoek doorbracht waarbij hij alleen manipulatief
spel liet zien. Zijn betrokkenheid was heel laag
en hij liet zich makkelijk afleiden. Hij verveelde
zich nooit, stoorde de andere kinderen niet en
kwam nooit vragen wat hij nog kon doen. Hij leek
eigenlijk altijd aan het werk te zijn, maar door de
observatie kregen we een ander beeld. Om zijn
spel een impuls te geven, stelden we hem tijdens
het thema ‘Hoera, we krijgen een baby!’ (hij kreeg
in die periode een broertje) deze vraag: ‘Kun jij een
wandelwagen bouwen waar een echte baby in kan
liggen en waar je ook mee kunt wandelen?’ Hij is
dagenlang bezig geweest met constructiemate
riaal om een stevige wandelwagen te bouwen. Hij
liet zich door niets en niemand afleiden. Door de
observaties werd duidelijk dat hij graag met tech
nische materialen werkt en dat hij met behulp van
opdrachten passend bij zijn belevingswereld meer
betrokkenheid toonde bij zijn werk.
Echt zien
Daar waar we voorheen door de waan van de
dag kinderen aanspraken op zaken die niet goed
gingen, zagen we nu vaker wat kinderen aan
het doen waren. Luid spel werd minder vaak als
luidruchtig spel gezien, maar eerder als goed spel
waarbij veel geluid nodig is. Tijdens spelmomen
ten gingen kinderen in de verschillende hoeken
met elkaar communiceren. In de bouwhoek ont
wikkelde zich een probleem dat via een telefoon
in de context van spel. De spelontwikkeling
verloopt van manipulerend spel via rollenspel
naar de formele leeractiviteit. Bij aanvang van het
thema ‘Water’ hebben we besloten het water van
de brandweer als leidraad te nemen, omdat er
in voorgaande weken al diverse malen een grote
brand had gewoed in het speelhuis. We maakten
van het speelhuis de brandweerkazerne, waarbij
kinderen in een brandweerwagen met waterslang
en ladder een brand konden gaan blussen. Het
water was onderdeel van hun verbeelding. Ook
in andere hoeken ontstonden brandjes. Zo moest
de brandweer brandjes blussen in de bouwhoek,
waar in een blokkenhuis vuur was ontstaan in het
spel van anderen.
Niveau De Leuvense Betrokkenheidsschaal
1. Zeer
laag
Nagenoeg geen activiteiten:
• Een afwezige, passieve houding, voor zich uit staren,
wegdromen;
• Indien actief: stereotype, doelloze handelingen en slechts
korte momenten van aandacht;
• Geen tekenen van exploratie, interesse of inzet;
• Nagenoeg geen mentale activiteit, pakt niets op;
• Verveelt zich.
2. Laag Onderbroken activiteit:
• Beperkte concentratie, snel afgeleid;
• Afwisselend activiteit en wegkijken, prullen, dromen;
• Handelingen leiden maar tot beperkt resultaat;
• De activiteit wordt niet als zinvol beleefd.
3. Matig Aangehouden activiteiten zonder signalen van betrokkenheid:
• Komt tot activiteit: heeft een reeks handelingen nodig om
iets te realiseren;
• Is er doorgaans met zijn gedachten bij, maar routinematig;
• Niet echt gemotiveerd, voelt zich niet uitgedaagd, beperkte
inzet;
• Spreekt capaciteiten slechts met mate aan;
• Neutrale beleving: geen echte voldoening nog verveling.
4. Hoog Activiteiten met intense momenten:
• Ononderbroken activiteit met relatief hoge/wisselende
concentratie;
• Gemotiveerde en aangesproken door de activiteit;
• Spreekt zijn capaciteiten aan en neemt wat in zich op;
• De activiteit geeft hem een gevoel van voldoening.
5. Zeer
hoog
Aangehouden intense activiteit:
• Doorlopend geconcentreerd, opgeslorpt door de activiteit;
• Voelt zich sterk aangesproken, geboeid en gefascineerd;
• Spreekt ten volle zijn capaciteiten en mogelijkheden aan;
• Intense mentale activiteit: waarneming, verbeelding en
denken draaien op volle toeren;
• Doet diepgaande nieuwe ervaringen op;
• Geniet van het explorerend en scheppend bezig zijn.
Figuur 1 – De Leuvense Betrokkenheidsschaal (Laevers et al., 2014)
20 HJK april 2017
3. •MarjavanSchagen
Plan projecten doelgericht naar de belevingswereld van de kinderen
hardop werd medegedeeld aan de kinderen in
de huishoek, die daarna met spoed en het geluid
van een sirene actie ondernamen. Als er niet
was gekeken, had het op een luidruchtige chaos
geleken, terwijl we nu wisten waarom het geluid
geproduceerd werd en noodzakelijk was voor het
spel. Ook werd het makkelijker onszelf met het
spel te verbinden. Tijdens het verbinden, imiteer
je het spel van de leerlingen met je eigen mate
rialen. We hadden gezien wat kinderen deden en
daardoor konden we met kleine impulsen grote
impact creëren, bijvoorbeeld door expres iets ver
keerd te doen (bijvoorbeeld door de fictieve vlam
in de pan te doven met behulp van je handen) om
op die manier ervoor te zorgen dat de leerlingen
nieuwe mogelijkheden gaan ontdekken.
Eigenaar eigen leerproces
Door in de literatuur te duiken en bewust op zoek
te gaan naar wat wij nodig hebben om ons onder
wijs te verbeteren, hebben we duidelijke voor
waartse stappen gezet. We observeren dagelijks, er
is sprake van collegiale consultatie, samen maken
we het onderwijs in de verschillende klassen beter,
kinderen krijgen meer ruimte om te spelen en er
worden tijdens het spel impulsen gegeven waar
door het spel ook werkelijk meer diepgang krijgt.
We zijn eigenaar geweest en geworden van ons
eigen leerproces. Doordat dit ons niet is opgelegd
en we eigen keuzes hebben kunnen maken, zijn
wij als team intrinsiek gemotiveerd geraakt om
ons deze ontwikkelingen eigen te maken. Het heeft
ons een bredere blik en de intrinsieke fundatie
opgeleverd waar we naar op zoek waren. Waar
we eerst vastzaten aan ons programma heeft de
Leuvense Betrokkenheidsschaal ons geholpen
meer inzicht te krijgen in de leerprocessen van de
kinderen. We zien de kinderen nu echt en durven
meer op die blik te vertrouwen. We plannen onze
projecten doelgericht naar de belevingswereld van
de leerlingen. Het onderzoek was de motor voor
veranderingen in onze kleutergroepen. Van pas
sief een methode volgen of doen wat anderen ons
hebben aangeleerd, zijn we zelf op zoek gegaan
naar wat werkt voor ons. Dit blijkt ook uit de ver
volgstappen die zijn gezet. Na acht weken hebben
wij besloten dat we niet alleen de observaties zelf
uitvoeren, maar dat we het ook fijn vinden als
anderen in onze klassen komen kijken om kinde
ren te observeren. De tijd nemen voor observatie
heeft ons opgeleverd dat we de kinderen beter zien.
De kleine groep leerkrachten waarmee we deze
PLG gestart zijn, heeft in korte tijd grote stappen
gezet. De ontwikkelingen naar de andere groepen
zijn in gang gezet. Zo wordt er in de midden- en
bovenbouw onderzoek gedaan naar het bevorderen
van de betrokkenheid bij begrijpend lezen.
Literatuur
• Boland, A. (2015, Feb. 20). Het jonge kind (lectorale rede). Amsterdam:
iPabo.
• De Monitor (2016, Feb. 21). De kleuter onder druk. Hilversum: KRO-NCRV.
• De Wilde, J. (2016). Thema’s: aansluiten bij leefwereld? HJK, 44 (4), 4-6.
• Janssen-Vos, F. (2006). Spel en ontwikkeling. Assen: Van Gorcum.
• Laevers, F., Jackers, I., Menu, E., & Moons, J. (2014). Ervaringsgericht
werken met kleuters in het basisonderwijs. Averbode: CEGO Publishers.
• Verbiest, E. (2011). Developing Professional Learning Communities. New
Orleans, US: AERA Conferance.
21HJK april 2017
4. Wil je op de hoogte blijven
van de ontwikkelingen
rondom het jonge kind?
Meer weten? Ga naar www.hjk-online.nl of bel 088-2266691
Samen voor €78,- per jaarSamen voor €78,- per jaarSamen voor €78,- per jaarSamen voor €78,- per jaarSamen voor €78,- per jaarSamen voor €78,- per jaarSamen voor €78,- per jaarSamen voor €78,- per jaarSamen voor €78,- per jaarSamen voor €78,- per jaarSamen voor €78,- per jaarSamen voor €78,- per jaarSamen voor €78,- per jaarSamen voor €78,- per jaarSamen voor €78,- per jaarSamen voor €78,- per jaar
Ontvang 10 x HJK
HJK lezen op tablet
en pc via Schooltas
Krijg toegang tot
het digitaal archief
Studenten
ontvangen
40%korting
Wil je niets missen,
neem dan een abonnement
op HJK én JSW en betaal
slechts €119,50
per jaar
Neem nu een abonnement op HJK
Wil je niets missen,
neem dan een abonnement
Wil je niets missen,
neem dan een abonnement
Wil je niets missen,
neem dan een abonnement
Wil je niets missen,
neem dan een abonnement
Wil je niets missen,
neem dan een abonnement
Wil je niets missen,
neem dan een abonnement
Wil je niets missen,
neem dan een abonnement
Wil je niets missen,Wil je niets missen,
neem dan een abonnement
Wil je niets missen,Wil je niets missen,Wil je niets missen,
neem dan een abonnement
Wil je niets missen,
neem dan een abonnement
Wil je niets missen,
neem dan een abonnement
Wil je niets missen,
neem dan een abonnement
Wil je niets missen,
neem dan een abonnement
Wil je niets missen,
neem dan een abonnement
Wil je niets missen,
neem dan een abonnement
Wil je niets missen,Wil je niets missen,Wil je niets missen,
neem dan een abonnement
Wil je niets missen,Wil je niets missen,
neem dan een abonnement
Wil je niets missen,Wil je niets missen,Wil je niets missen,
neem dan een abonnement
Wil je niets missen,
neem dan een abonnement
Wil je niets missen,
neem dan een abonnement