In Fokker II stelt de HR al dat ‘onder omstandigheden’ er wel sprake kan zijn van een schuldenvrijvalwinst. BNB 2010/308 stelt dit nu onomwonden vast en het voorbehoud ‘onder omstandigheden’ lijkt verdwenen.
Subjectieve beoordeling: was op het moment van ontvoeging reeds duidelijk dat de ontvoegde dochter op termijn zal worden ontbonden. Volgens hof Den Bosch is het daadwerkelijk ontbinden nog niet eens hoeft te hebben plaatsgevonden. In deze zaak bestond op de dag van de uitspraak de vennootschap nog steeds.