Introductieslides Opleiding Wijkgericht werken ROC Midden Nederland
Definitief adviesrapport 070710
1. Adviesrapport Studeren
met een Functiebeperking
Naar aanleiding van een onderzoek van
tweedejaars studente Personeel & Arbeid
Manon van den Heuvel
2. Inhoudsopgave
Inleiding Blz. 3
Deelvraag 1: Wat omvat de Christelijke Hogeschool te Ede? Blz. 4
Deelvraag 2: Wat is een student? Blz. 6
Deelvraag 3: Is er beleid voor studenten met een functiebeperking Blz. 7
en zo ja, wanneer is hiermee begonnen en hoe ziet het huidige
beleid eruit t.a.v. studenten met een functiebeperking?
Deelvraag 4: Hoeveel budget en tijd wordt op de Christelijke Blz. 11
Hogeschool Ede op dit moment vrijgemaakt om aan Studeren
met een Functiebeperking te besteden? Waar wordt deze tijd en dit
budget op dit moment aan besteed?
Deelvraag 5: Welke ontwikkelingen hebben er binnen de verschillende Blz. 12
academies plaatsgevonden sinds het schrijven van het laatste beleid?
Deelvraag 6: Is het huidige beleid nog actueel? Zijn er aanpassingen Blz. 13
noodzakelijk?
Deelvraag 7: Wat is de visie en de missie van de Christelijke Blz. 14
Hogeschool Ede en (hoe) komt deze tot uiting in het beleid t.a.v.
studenten met een functiebeperking? Waarom is Studeren met
een Functiebeperking een belangrijk aandachtspunt binnen de
Christelijke Hogeschool Ede?
Deelvraag 8: Wat wordt verstaan onder een functiebeperking en Blz. 16
welke functiebeperkingen zijn er allemaal?
Deelvraag 9: Welke studiegerelateerde activiteiten komen er voor Blz. 19
op de Christelijke Hogeschool Ede?
Deelvraag 10: Welke facilitaire/niet-studiegerelateerde activiteiten Blz. 22
komen er voor op de Christelijke Hogeschool Ede?
Deelvraag 11: Op welke manieren is het huidige beleid t.a.v. Blz. 33
studenten met een functiebeperking inzichtelijk?
Deelvraag 12: Welke wettelijke eisen zijn er waar de Christelijke Blz. 34
Hogeschool aan moet voldoen als studiefacilitator?
Deelvraag 13: Wat vinden de politieke partijen in Nederland van mensen Blz. 41
met een Functiebeperking?
Deelvraag 14: Wat vinden studenten met een functiebeperking Blz. 44
van het huidige beleid? Voldoet het aanwezige beleid volgens de studenten?
Verslag Netwerkbijeenkomst van 26 mei 2010 Blz. 63
Antwoord op de hoofdvraag Blz. 66
Belangrijke contactpersonen Blz. 69
Bijlage 1 - Eerste Beleid voor studenten met een functiebeperking Blz.73
van de CHE
1
3. Bijlage 2 - Uitbreiding op het algemene beleid voor de opleiding Blz. 76
Verpleegkunde
Bijlage 3 - Meest recente beleidsstuk voor studenten met een Blz. 77
2
4. Inleiding
Het succesvol doorlopen van een studie is voor alle studenten van belang. Maar voor diegenen met
een functiebeperking vormt het nog meer het bewijs van wat hij/zij kan. Het versterkt het
zelfvertrouwen en is een belangrijke basis voor zelfstandigheid en zelfredzaamheid en daarmee voor
participatie in de samenleving. Met een einddiploma van het hoger onderwijs nemen tevens de
kansen op de arbeidsmarkt toe. Dat is in de eerste plaats van belang voor de studenten zelf, maar ook
1
voor de overheid, instanties en de economie. Dus eigenlijk voor iedereen.
In dit adviesrapport wordt de volgende hoofdvraag beantwoord:
“Welke aanbevelingen kunnen gedaan worden voor het beleid ten aanzien van studenten van
de Christelijke Hogeschool Ede met een functiebeperking?”
Ik zal tot een antwoord op deze vraag komen door middel van onderstaande deelvragen.
1. Wat omvat de Christelijke Hogeschool te Ede? Welke opleidingen, academies zijn er?
2. Wat is een student?
3. Is er beleid en zo ja, wanneer is de CHE gestart met het maken van een beleid t.a.v.
studenten met een functiebeperking en hoe is dit begonnen? Hoe ziet het huidige beleid eruit
t.a.v. studenten met een functiebeperking?
4. Hoeveel budget en tijd wordt er op de CHE op dit moment vrijgemaakt om aan Studeren met
een Functiebeperking te besteden? Waar wordt deze tijd en budget op dit moment aan
besteed?
5. Welke ontwikkelingen (zowel fysiek en beleid) hebben er plaatsgevonden binnen de CHE
sinds het schrijven van het laatste beleid t.a.v. studenten met een functiebeperking?
6. Is het huidige beleid nog actueel? Zijn er aanpassingen noodzakelijk?
7. Wat is de visie en de missie van de CHE en (hoe) komt deze tot uiting in het beleid ten
aanzien van studenten met een functiebeperking? Waarom is studeren met een
functiebeperking een belangrijk onderwerp binnen de CHE?
8. Wat wordt er verstaan onder een functiebeperking en welke functiebeperkingen zijn er
allemaal?
9. Welke studiegerelateerde activiteiten komen er voor op de CHE?
10. Welke facilitaire/niet-studiegerelateerde activiteiten komen er voor op de CHE?
11. Op welke manieren is het huidige beleid t.a.v. studenten met een functiebeperking
toegankelijk?
12. Welke wettelijke eisen zijn er waar de CHE aan moet voldoen als studiefacilitator?
13. Wat vinden de politieke partijen in Nederland van mensen met een Functiebeperking?
14. Wat vinden studenten met en zonder functiebeperking van het huidige beleid? Voldoet het
aanwezige beleid volgens de studenten?
Met dit onderzoek wil ik ontdekken of er nog verbetering mogelijk is op het gebied van Studeren met
een Functiebeperking binnen de CHE.
Na het beantwoorden van bovengenoemde deelvragen zal een antwoord op de hoofdvraag gegeven
worden. Dit antwoord zal bestaan uit een aantal aanbevelingen.
Ik hoop dat u door de informatie en de aanbevelingen in dit adviesrapport het onderwerp Studeren
met een Functiebeperking nog meer kunt optimaliseren.
Manon van den Heuvel
Studente Personeel & Arbeid
1
M. Vliegenthart, Voorzitter Commissie Maatstaf, Advies van de Commissie Maatstaf „Meer mogelijk maken‟, maart 2010.
3
5. Deelvraag 1: Wat omvat de Christelijke Hogeschool te Ede?
De Christelijke Hogeschool (CHE) is een christelijke leergemeenschap en kenniscentrum. (Website
Over CHE) Medewerkers en studenten vormen een leer- en werkgemeenschap die zich richt op:
Het ontwikkelen en verzorgen van hoogwaardig hoger beroepsonderwijs, waardoor studenten
en cursisten als persoon en als christen worden gevormd, toegerust en opgeleid tot
(startende) professionals.
Het ontwikkelen, delen en toepassen van kennis, die zij op commerciële en niet-commerciële
basis ter beschikking stelt aan de samenleving, die levensbeschouwelijk pluriform
(veelvormig) is.
De Christelijke Hogeschool Ede heeft tien hbo-opleidingen, een hbo-master en drie lectoraten. De tien
opleidingen zijn verdeeld over zes verschillende academies. Hieronder ziet u een overzicht van de
academies en de opleidingen die zij aanbieden.
Verpleegkunde
Verpleegkunde
Educatie
Leraar Basisonderwijs (Pabo)
Theologie
Godsdienst en Pastoraal Werk
Leraar Godsdienst/Levensbeschouwing
Mens & Organisatie
Management, Economie en Recht (MER)
Personeel & Arbeid (P&A)
Journalistiek & Communicatie
Journalistiek
Communicatie
Academie Sociale Studies
Maatschappelijk Werk en Dienstverlening (MWD)
Sociaal Pedagogische Hulpverlening (SPH)
Op dit moment biedt de CHE twee masteropleidingen aan en is er een derde in ontwikkeling
(Begeleidingskunde). Hieronder ziet u welke masteropleidingen de CHE aanbiedt.
Master Leren en innoveren
Master Contextuele hulpverlening
Master Begeleidingskunde
Daarnaast biedt de afdeling Transfer van de academies verschillende post-hbo-opleidingen aan. Deze
zijn gericht op verbreding en specialisering van het vakgebied.
De CHE is vooral een christelijke hogeschool. Dit komt tot uiting in de vorm en de inhoud van het
onderwijs, maar ook in de sfeer van de school. De CHE stelt zich onder het gezag van de Bijbel, die zij
erkent als het betrouwbare en geïnspireerde Woord van God, zoals verwoord in het gereformeerd
belijden.
In 2008 had de CHE zo‟n 4000 studenten en ongeveer 430 medewerkers (zowel docenten als
algemeen ondersteunend personeel). (CHE, 2009)
Op het moment van onderzoek is de studentenpopulatie op de volgende manier verdeeld:
Opleiding Aantal studenten
Leraar Basisonderwijs 748
Maatschappelijk Werk en Dienstverlening 599
Sociaal Pedagogische Hulpverlening 562
Godsdienst en Pastoraal Werk 484
Verpleegkunde 474
Communicatie 304
Journalistiek 266
Management, Economie en Recht 227
4
6. Personeel en Arbeid 123
Leraar Godsdienst 113
Studenten van de CHE kunnen een deel van de studie volgen in het buitenland. De hoofdvestiging is
in Ede en er is een duale opleiding Verpleegkunde en Sociaal Pedagogische Hulpverlening (SPH) in
Dordrecht.
Op dit moment houdt de CHE zich bezig met een samenwerkingsverband met de Gereformeerde
Hogeschool Zwolle. Hoe dit precies vorm gaat krijgen is nog niet bekend. Daarnaast heeft de CHE
contact met zorginstellingen op Bonaire en Curaçao. Hier kunnen SPH-studenten een duale opleiding
volgen. De combinatie van werken en leren is een goede creatie, want de studenten werken in een
zorgcentrum waar zij mensen helpen die verstoten zijn van hun leefgroepen.
1 Organogram interne organisatie CHE. (2009)
5
7. Deelvraag 2: Wat is een student?
De definitie van student:
Iemand die studeert, meestal aan een hogeschool of universiteit. (Van Dale, 2009)
Studenten kunnen in verschillende vormen studeren aan de Christelijke Hogeschool Ede. Hieronder
vindt u de verschillende vormen met een uitleg.
Voltijd
Voltijd studeren betekent dat de student in principe de hele week aan zijn/haar studie besteedt. Dit
houdt in: het volgen van colleges, projectonderwijs en de overige uren werkt de student zelfstandig
aan de studiestof. Een groot aantal studenten combineert dit met een bijbaantje in het weekend. Als
voltijdstudent heeft de student recht op studiefinanciering.
Deeltijd
Deeltijdstudenten zijn mensen met een baan. Ze volgen een dag in de week, 's avonds of op zaterdag
lessen en studeren thuis in de vrije uren. Bij een deeltijdstudie komt de student niet in aanmerking
voor studiefinanciering. Een deeltijdstudie duurt over het algemeen langer dan een voltijd of duale
studie. Dit verschilt per opleiding.
Duaal
Bij duaal studeren besteed de student in principe ook de hele week aan de studie, maar vormt werk
een onderdeel daarvan. Er zijn verschillende manieren van duaal studeren. In sommige gevallen werkt
de student een paar dagen per week naast de studie. Bij andere opleidingen wordt studeren vanaf het
tweede jaar elke zes maanden afgewisseld met zes maanden werken. En bij weer een andere variant
combineet de student drie weken werk met een week colleges volgen. Ook bij duaal studeren heeft de
2
student recht op studiefinanciering.
Transfer
Naast deze drie vormen van opleidingen, biedt de afdeling Transfer van de academies verschillende
post-hbo-opleidingen aan. Deze zijn gericht op verbreding en specialisering van het vakgebied. Iedere
academie heeft zijn eigen transfer-opleidingen. Meer informatie over de transfer-opleidingen vindt u op
3
http://che.nl onder het kopje CHE-Transfer.
2
http://www.duaal.hva.nl/onderwijsaanpak.htm
3
http://topshare.che.nl/transfer
6
8. Deelvraag 3: Is er beleid voor studenten met een functiebeperking en zo ja, wanneer is hiermee
begonnen en hoe ziet het huidige beleid eruit t.a.v. studenten met een functiebeperking?
Het eerste aanspreekpunt binnen de CHE voor het onderwerp Studeren met een Functiebeperking is
de hogeschoolbrede decaan, de heer Zinkstok. Na een gesprek met hem te hebben gehad, kan ik
deze deelvraag beantwoorden met een „Ja‟.
Beleid vanuit het decanaat
In oktober 2001 heeft de heer Zinkstok een enquête ontvangen van Expertisecentrum Handicap +
Studie in Utrecht. Het onderwerp van de enquête betrof het beleid dat hogescholen voeren ten
aanzien van studenten met een functiebeperking. Doordat de decaan deze enquête kreeg, kwam hij
erachter dat de CHE geen beleid heeft voor studenten met een functiebeperking. Daarom heeft hij in
2002 een algemeen beleid opgesteld dat goedgekeurd is door het College van Bestuur van de
4
hogeschool.
Een korte samenvatting van het beleid
In de tijd dat het beleid werd opgesteld, telde de CHE hooguit tien studenten met een
functiebeperking. De decaan had weinig te maken met deze studenten, omdat zij met hun vragen
eerst bij de opleiding of de academie terecht kwamen. Wel zag de decaan dat een functiebeperking
een grote invloed heeft op het studeren.
Er wordt gezegd dat een intentieverklaring belangrijk is voor ondersteuning van de student. Ook
worden de voorzieningen binnen het gebouw benoemd en wordt in kaart gebracht welke
voorzieningen nog getroffen moeten worden die betrekking hebben op de functiebeperkingen die op
dat moment in huis waren. Daarnaast worden aanbevelingen gedaan op welke manier er meer
aandacht besteed kan worden aan studeren met een functiebeperking tijdens de voorlichting en de
instroom/intake. Vervolgens wordt gemeld dat de heer Zinkstok zelf de contactpersoon binnen de
hogeschool is voor Studeren met een Functiebeperking. Ten slotte worden nog enkele opmerkingen
gemaakt over aanpassingen in het onderwijs die gedaan kunnen worden.
Het beleid van oktober 2001 is te vinden in Bijlage 1 van dit adviesrapport.
In 2007 is er een uitbreiding op het algemene beleid geschreven. Deze uitbreiding geldt voor de
opleiding Verpleegkunde.
In dit document wordt gezegd dat de student bij inschrijving aan moet geven of hij of zijn een
functiebeperking heeft en naar aanleiding daarvan wordt een intakegesprek ingepland met iemand
van de academie waar de student wil gaan studeren en de decaan. Op basis van dit intakegesprek
wordt de toelaatbaarheid van de student voor de opleiding bepaald. Ook zijn er richtlijnen voor dit
5
gesprek opgenomen in het document. Dit document is specifiek voor de opleiding Verpleegkunde.
Dit beleidsstuk is te vinden in Bijlage 2 van dit rapport.
Het meest recente beleidsstuk over Studeren met een Functiebeperking is van november 2009. Hierin
staat de algemene procedure beschreven die voor studenten met een functiebeperking wordt
aangehouden. Ook worden de faciliteiten die de CHE kan bieden beschreven en worden er enkele
financieringsvormen gegeven.
Beleid bij de afdeling Bureau Studentzaken
De verschillende academies en opleidingen zijn verdeeld onder de verschillende medewerksters van
Bureau Studentzaken. Zo heeft iedereen een duidelijk werkgebied en heeft iedere academie een
vaste contactpersoon binnen Bureau Studentzaken waar zij terecht kunnen met vragen over
studenten.
4
Beleid Studeren met een Functiebeperking, Ide Zinkstok, oktober 2001.
5
Beleid Studeren met een Functiebeperking Verpleegkunde, Ide Zinkstok, 2007.
7
9. De opleidingen zijn op de volgende manier onder de medewerksters verdeeld:
Opleiding Medewerkster
Sociaal Pedagogische Hulpverlening Nel Stam
Maatschappelijk Werk en Dienstverlening
Godsdienst en Pastoraal Werk Gerda Belt
Leraar Godsdienst
Journalistiek, Communicatie Maatje Peeneman
Leraar Basisonderwijs Els Jacobi
Personeel & Arbeid Maatje Peeneman
Management, Economie en Recht
Verpleegkunde Nel Stam
Een onderdeel van de taak van Bureau Studentzaken tijdens het aanmeldingsproces, is het
controleren of er bij de student sprake is van een functiebeperking, het zogenaamde „controleren van
de gezondheid‟.
Dit proces ziet er als volgt uit:
Eerst wordt er gekeken of er bijzonderheden zijn aangegeven op het aanmeldingsformulier. Hiermee
wordt bedoeld dat er gekeken wordt of er bij de aspirant-student sprake is van een eventuele
handicap. Als er geen bijzonderheden geconstateerd worden, wordt verdergegaan met het
inschrijfproces. Als er wel een handicap is ingevuld, volgt er een gesprek met de decaan en/of een
docent.
Voor het onderzoek gaan we er vanuit dat er wel een functiebeperking wordt geconstateerd. De
medewerker van Bureau Studentzaken stelt een uitnodiging op om de aspirant-student uit te nodigen
voor een gesprek. De uitnodiging wordt zowel naar de decaan, de docent als de student verstuurd.
Tijdens het gesprek wordt geïnventariseerd of er hulp nodig is vanuit de CHE. Ook wordt er
gecontroleerd of het mogelijk is om een opleiding te volgen door de student, gezien de ernst van de
functiebeperking. Ook wordt tijdens dit gesprek de beroepsgeschiktheid van de student geanalyseerd.
Na het gesprek wordt door de decaan of door de docent, een gespreksverslag opgesteld. Door de
medewerker van Bureau Studentzaken wordt dit gespreksverslag opgeslagen in het dossier. De
decaan is verantwoordelijk voor verdere afhandeling.
Het is een duidelijk en gestructureerd beleid. Op deze manier is voor iedereen duidelijk bij wie ze
terecht kunnen met vragen. Uit de praktijk blijkt dat de decaan niet bij ieder gesprek met de student
aanwezig is. Dit is afhankelijk van de functiebeperking van de student. Voor de functiebeperking
dyslexie hebben vrijwel alle academies de expertise om hiermee om te gaan. Hierdoor is het niet
noodzakelijk voor de decaan om een intakegesprek te hebben met deze studenten. De decaan houdt
zich meer bezig met de meer complexe functiebeperkingen, zoals rolstoelgebruikers, blinde
studenten, etc.
Beleid bij de afdeling Roosterzaken
De afdeling Roosterzaken krijgt aan het begin van het studiejaar van Bureau Studentzaken te horen
welke studenten welke functiebeperking(en) hebben. Daarna kan gekeken worden hoe hier rekening
mee gehouden kan worden bij het indelen van de lokalen. Verder kunnen academies en studenten
met een functiebeperking zelf aangeven bij Roosterzaken waar en wanneer er rekening gehouden
moet worden met hun situatie.
Deze manier werkt goed. Deze afdeling heeft verder niet met studenten met een functiebeperking te
maken.
Beleid bij de afdeling Toetsbureau
De opleidingen bepalen welke hulpmiddelen een student met een functiebeperking mag gebruiken bij
het tentamen. Voorbeelden van hulpmiddelen zijn: vergrote versie van het tentamen, verlenging van
de tentamentijd, een rustige werkplek, etc. Dit wordt doorgegeven aan de afdeling Toetsbureau. Bij de
afdeling Toetsbureau ligt een lijst met alle namen van studenten met een functiebeperking en welke
8
10. hulpmiddelen zij mogen gebruiken bij het tentamen. Als de student zich aanmeldt om een tentamen te
gaan maken, verschijnt er achter zijn of haar naam een sterretje als deze student een speciale
toetsregeling heeft. Daarna gaat de medewerker van het toetsbureau die verantwoordelijk is voor de
academie waar de student studeert de hulpmiddelen voor de student regelen.
Interview met de voorzitter van de Hogeschoolbrede Examencommissie, Steven Slappendel:
Binnen de Examencommissie is niet op een bepaald moment besloten te beginnen met een beleid
voor studenten met een functiebeperking, omdat er zo lang als de school bestaat als studenten zijn
met een functiebeperking. Het onderwerp is altijd al aan de orde geweest.
De academies bepalen samen het beleid dat gevoerd wordt. Dit is namelijk sterk afhankelijk van de
soort studie en het beroepenveld waar de student mee te maken krijgt. De taak van de
Hogeschoolbrede Examencommissie is het rechtvaardigen van het beleid. Binnen de
Examencommissie worden verschillende studenten en functiebeperkingen besproken van de
verschillende opleidingen. Er wordt door de personen van de verschillende opleidingen besproken hoe
het beste met deze „cases‟ om zou kunnen worden gegaan. Op deze manier wordt geprobeerd alle
studenten met een functiebeperking op een gelijkwaardige manier te behandelen.
Een belangrijk onderwerp binnen de Hogeschoolbrede Examencommissie is een goede balans vinden
tussen de verantwoordelijkheid van de student en de verantwoordelijkheid van de opleiding/academie.
De Hogeschoolbrede Examencommissie houdt zich niet bezig met de facilitaire voorzieningen binnen
de hogeschool. Dit is de verantwoordelijkheid van de Dienst Facilitaire Zaken.
Interviews met alle academies
1. Is er een speciaal beleid opgesteld binnen de academie voor studenten met een
functiebeperking?
Vrijwel alle academies moeten bekennen geen speciaal beleid te hebben voor studenten met
een functiebeperking. De meeste zaken worden ad hoc opgelost. Dit heeft niet te maken met
dat de academies zich niet in zouden willen zetten voor studenten met een functiebeperking,
maar het heeft meer te maken met dat de mensen van de academies vaak niet weten hoe ze
dat zouden moeten doen.
2. Wanneer is de academie begonnen met het maken van een beleid ten aanzien van studenten
met een functiebeperking?
Vrijwel alle academies geven hier het antwoord dat altijd is ingespeeld op de belangen van
studenten met een functiebeperking, omdat het altijd is voorgekomen dat er studenten met
een functiebeperking studeren aan de CHE.
3. Wie is hiermee begonnen en waarom?
Bij alle academies is niet bekend wie hiermee begonnen is. Wel is het beleid in de afgelopen
jaren geconcretiseerd en gestandaardiseerd.
4. Hoe ziet het huidige beleid eruit? Hoe gaat dit in de praktijk?
Bij de academies Pabo, Mens & Organisatie, Academie Sociale Studie, Verpleegkunde en
Journalistiek & Communicatie wordt voorafgaand aan de studie een intakegesprek gevoerd
met de aspirant student. Tijdens dit gesprek wordt gekeken naar de kansen van de student in
het beroepenveld. Op basis hiervan maakt de academie een keuze voor toelating of afwijzing
van de student voor de studie van zijn of haar keuze. Ook tijdens de studie zal er regelmatig
door de docentcoach, SLB-er of mentor met de student gesproken worden over het
toekomstige beroepenveld.
Binnen de academie Theologie is ervoor gekozen om geen intakegesprek te houden bij
studenten met dyslexie. Hiervoor is gekozen omdat dyslexie een van de meest voorkomende
functiebeperkingen is en hier vaak dezelfde regelingen voor getroffen moeten worden. Wel
wordt voorafgaand aan het studiejaar een e-mail verstuurd naar de studenten met dyslexie
met de vraag welke aanpassingen en/of hulpmiddelen zij nodig hebben voor het volgen van
hun studie. Naar aanleiding van deze e-mail kan alsnog een gesprek
9
11. gepland worden indien dit gewenst is. Voor andere functiebeperkingen wordt wel een
intakegesprek gepland. Opvallend voor deze academie is dat er bij het begin van het
studiejaar niet naar een medische verklaring gevraagd wordt. Er is veel vertrouwen van de
academie in de studenten.
Binnen de Academie Sociale Studies wordt er extra begeleiding gegeven aan studenten met
een functiebeperking in de vorm van Individuele Trajectbegeleiding (ITB). Deze begeleiding
wordt gegeven door de SLB-er van de student. Hierbij gaat
het om hoe de student de studie aanpakt. Bij het zoeken van
een geschikte stage helpt de SLB-er de student met zoeken.
Het huidige beleid is erg pragmatisch. Er wordt op het
moment zelf gekeken wat er het beste gedaan kan worden
om de student tegemoet te komen.
Binnen de academie Mens &
Organisatie zijn enkel voor de
functiebeperking Dyslexie bepaalde richtlijnen opgesteld voor
eventuele aanpassing binnen het curriculum. Het gaat hier dan vooral
over de mate van toetsing. Overige problemen wat betreft andere
functiebeperkingen worden pragmatisch opgelost.
Bij de Pabo zijn er veel aanpassingen aan het curriculum
mogelijk. Wel wordt hier altijd het toekomstige beroepenveld
als duidelijk uitgangspunt genomen. Dit is erg belangrijk
omdat de studenten van deze opleiding bij het uitvoeren van
hun beroep niet te veel hinder van hun functiebeperking
mogen ondervinden. Dit beïnvloedt de kwaliteit van het
basisonderwijs.
Binnen de academie Journalistiek & Communicatie heeft de student
een tutor die de student doorverwijst naar de afdeling waar hij/zij
moet zijn voor zijn/haar probleem. Binnen de opleidingen
Journalistiek en Communicatie heerst een zorgcultuur. De tutors en
docenten doen er alles aan om de student te helpen met zijn/haar
functiebeperking. Binnen deze academie zijn er veel mogelijkheden,
omdat je een sterke richting kunt kiezen, zoals radio of televisie. De
aanpassingen kunnen dan gericht worden op deze keuze.
De academie Verpleegkunde is misschien nog wel de meest
ingewikkelde academie wat betreft studeren met een
functiebeperking. Studenten die zelf (gedeeltelijk) verzorgd
moeten worden, willen voor hun beroep zelf mensen gaan
verzorgen. Dit is niet altijd mogelijk en hier zal dan ook eerlijk
over gepraat moeten worden tijdens het intakegesprek. Dit kan
soms teleurstelling geven.
Binnen alle academies wordt een grote verantwoordelijkheid van de student zelf verwacht. Dit
is één van de kenmerken van een HBO-opleiding. Daarnaast is bij alle academies de
docentcoach, SLB-er of mentor het eerste aanspreekpunt voor problemen ten aanzien van de
studie en de functiebeperking. Als deze persoon de student niet kan helpen, wordt een beroep
gedaan op de Examencommissie van de academie. Ook zijn er bij alle academies
aanpassingen binnen het curriculum mogelijk indien dit nodig is. Deze moeten vooraf
aangevraagd worden bij de Examencommissie van de academie.
10
12. Deelvraag 4: Hoeveel budget en tijd wordt op de Christelijke Hogeschool Ede op dit moment
vrijgemaakt om aan Studeren met een Functiebeperking te besteden? Waar wordt deze tijd en
dit budget op dit moment aan besteed?
Interviews met de academies
1. Wordt er binnen de academie tijd en budget vrijgemaakt om te besteden aan Studeren met
een Functiebeperking? Hoe wordt dat op dit moment gebruikt?
Binnen de verschillende academies wordt er tijd vrijgemaakt om te besteden aan studeren met
een functiebeperking. Vaak wordt dit gedaan door middel van extra tijd te besteden aan
gesprekken met de docentcoach, mentor, SLB-er of tutor. Deze persoon voert gesprekken
met de student of zoekt dingen uit met betrekking tot de functiebeperking binnen de academie
of binnen de school. Ook zijn er mensen die de student helpen bij het maken van toetsen of
het zoeken naar een geschikte stageplaats.
Binnen geen enkele opleiding is er een speciaal budget vastgesteld voor studeren met een
functiebeperking. De extra kosten die op dit moment gemaakt worden, worden betaald vanuit
het opleidingsbudget van de academie. Op den duur zou er wel een speciaal budget per
academie of hogeschoolbreed voor dit onderwerp kunnen komen, maar dit zal alleen gaan
gebeuren als de academies bezig gaan het beleid voor deze doelgroep verder gaan
concretiseren.
2. Hoeveel budget wordt er vrijgemaakt binnen de academie om te besteden aan Studeren met
een functiebeperking?
Op dit moment wordt er binnen geen enkele academie een speciaal budget vrijgemaakt voor
studeren met een functiebeperking.
Vanuit de Academie Sociale Studies ontstond het idee om studenten met een
functiebeperking zelf mee te laten betalen voor de extra kosten die zij maken binnen de
school op het gebied van begeleiding en voorzieningen. Dit zou betaald kunnen worden vanuit
het Persoonsgebonden Budget (PGB). De academie vindt dit idee niet gerechtvaardigd,
omdat andere studenten niet vanuit hun eigen portemonnee bij hoeven te dragen aan hun
voorzieningen binnen de hogeschool.
Interview met de voorzitter van de Hogeschoolbrede Examencommissie, Steven Slappendel
Er wordt binnen de Hogeschoolbrede Examencommissie niet bewust tijd en geld vrijgemaakt.
Studeren met een Functiebeperking is een onderwerp dat belangrijk is en daar wordt normaliter tijd
voor vrijgemaakt en aandacht aan besteed. De tijd wordt besteed aan het bespreken van
verschillende „cases‟ tijdens de bijeenkomsten van de Hogeschoolbrede Examencommissie.
Op den duur zou er mogelijk meer aandacht besteed moeten worden aan Studeren met een
Functiebeperking, aangezien het aantal studenten van de CHE en het aantal functiebeperkingen blijft
toenemen. Er wordt veel waarde gehecht aan het idee om op iedere academie een persoon aan te
stellen die bekend is met Studeren met een Functiebeperking en die als aanspreekpunt dient voor
studenten en docenten van de academie. Deze persoon onderhoudt ook het contact tussen de
academie en de hogeschoolbrede decaan. Als dit realiteit zou worden, kan hier budget voor
vrijgemaakt worden.
De manager Facilitaire Zaken, Jan Helman, kan hieraan toevoegen dat een deel van de voorzieningen
voor mensen met een functiebeperking betaald wordt uit het budget van de Dienst Facilitaire Zaken.
Het zal hierbij voornamelijk gaan om facilitaire voorzieningen, zoals aanpassingen binnen het gebouw.
11
13. Deelvraag 5: Welke ontwikkelingen hebben er binnen de verschillende academies
plaatsgevonden sinds het schrijven van het laatste beleid?
Interviews met de academies
Binnen de academie Theologie is het curriculum de laatste jaren veranderd. Hierbij is rekening
gehouden met studenten met een functiebeperking. Hierdoor is het nu mogelijk om de studie ver te
individualiseren. Zo is een verlenging van de studietijd mogelijk, maar is ook een versnelling van de
studietijd een mogelijkheid.
Het curriculum van Mens & Organisatie en de Pabo is enkele jaren geleden ingrijpend veranderd.
Hierbij is geen rekening gehouden met studenten met een functiebeperking.
Binnen het curriculum van de Academie Sociale Studies en Journalistiek & Communicatie hebben de
afgelopen jaren geen ingrijpende veranderingen plaatsgevonden. De docenten van de academie
Journalistiek & Communicatie zijn goed in het bedenken van vervangende opdrachten die relateren
aan de bestaande opdracht. Daardoor zijn er veel aanpassingen binnen het curriculum mogelijk.
Het curriculum van de academie Verpleegkunde heeft geen veranderingen ondergaan. Wel is de
academie bezig met het opstarten van een duale vorm van deze opleiding waarin meer
praktijkonderdelen gegeven zullen worden. In deze vorm van onderwijs zal er meer aandacht besteedt
worden aan flexibilisering. Dit is een goede zaak voor studenten met een functiebeperking.
12
14. Deelvraag 6: Is het huidige beleid nog actueel? Zijn er aanpassingen noodzakelijk?
Voor het nieuwe accreditatievoorstel
Interviews met de academies
Het huidige beleid van alle academisch is zeer pragmatisch. Er wordt gehandeld naar de problemen
die men tegenkomt. Er kan gezegd worden dat het huidige beleid actueel is. Een aanbeveling is om bij
de opstelling van een nieuw curriculum of een nieuwe vorm van de opleidingen rekening te houden
met studenten met een functiebeperking, zodat het curriculum aangepast kan worden naar de
mogelijkheden van de student. Natuurlijk moet dit wel gericht zijn op het toekomstige beroepenveld en
moeten de studenten niet gepamperd worden door de academies.
Na het nieuwe accreditatievoorstel
Het huidige beleid binnen de Christelijke Hogeschool Ede is niet meer actueel. Dit komt onder andere
door het nieuwe accreditatievoorstel en de verandering in de Wet Hoger onderwijs en
Wetenschappelijk onderzoek (WHW). Deze veranderingen worden later in dit rapport uitgebreider
behandeld in het hoofdstuk over de wettelijke eisen.
Een ander belangrijk aspect dat naar voren komt uit de interviews met de verschillende academies is
dat er specifieker beleid gemaakt moet worden voor studenten met een functiebeperking. De
academies voeren op dit moment wel beleid ten aanzien van studenten met een functiebeperking,
maar dit beleid is nergens vastgelegd. Het is belangrijk dat academies een basisbeleid schrijven voor
studenten met een functiebeperking en dat de studenten binnen de academie hier ook van op de
hoogte zijn. Ook is het belangrijk dat de examencommissies van de verschillende academies
jurisprudentie aan gaan leggen voor studenten met een functiebeperking. Op deze manier ontstaat er
meer rechtvaardigheid over hoe er met studenten met een functiebeperking wordt omgegaan. Ook
kunnen er verschillende cases besproken worden binnen de hogeschoolbrede examencommissies.
13
15. Deelvraag 7: Wat is de visie en de missie van de Christelijke Hogeschool Ede en (hoe) komt
deze tot uiting in het beleid t.a.v. studenten met een functiebeperking? Waarom is Studeren
met een Functiebeperking een belangrijk aandachtspunt binnen de Christelijke Hogeschool
Ede?
Missie
De missie van de CHE laat zich uitdrukken in 3 kernwoorden: relatie, inhoud en verantwoordelijkheid
(RIV). Deze komen voort uit de onderwijsvisie en geven invulling aan de volgende drie kernwaarden:
Relatie tot God en met elkaar
Inhoudelijk christelijk en hoogwaardig onderwijs en
Verantwoordelijkheid naar de samenleving en (de bereidheid om) verantwoording af te leggen
6
aan die samenleving en elkaar.
Visie
Een afgestudeerde CHE-student heeft zich ontwikkeld tot een volwaardige startende professional. In
zijn/haar opleiding stonden de kernwaarden van de CHE centraal. We streven ernaar dat:
De student zijn/haar professionaliteit weet te relateren aan zijn/haar relatie tot God en de
naaste.
De student inhoudelijk gemotiveerd is, deskundig, „bij de tijd‟ op zijn/haar vakgebied en
internationaal georiënteerd.
De student in staat is om beroepsmatig gedrag te verantwoorden vanuit een christelijke
beroepsvisie, in genuanceerde en respectvolle omgang met andere overtuigingen en
standpunten.
Een ander belangrijk aspect binnen de CHE is „naastenliefde‟. Dit kan gerelateerd worden aan het
bovenstaande kernwoord „relatie‟. Het gaat hier om de relatie met de medemens, medestudent en
mededocent. Vanuit de Christelijke identiteit is men bereidt andere mensen te helpen voor zover dat
mogelijk is.
Beste hogeschool van Nederland
De Christelijke Hogeschool is door de Keuzegids HBO in 2010 voor de zesde keer op rij bekroond tot
beste hogeschool van Nederland. De verschillende opleidingen worden onder andere beoordeeld op
hun lesprogramma, de relatie met het beroepenveld en de docenten. Dit is een belangrijk keurmerk
voor de hogescholen.
Beste hogeschool op basis van de mate waarin er aandacht besteed wordt aan Studeren met een
Functiebeperking is ook mogelijk en niet onwaarschijnlijk nu dit onderwerp sinds ?? door de Tweede
Kamer is opgenomen in de accreditatie. Opleidingen zijn nu verplicht rekening te houden met
studenten met een functiebeperking en moeten ervoor zorgen dat zij op een toegankelijke manier deel
kunnen nemen aan het onderwijs en hun studie kunnen voltooien. Verderop in dit rapport vindt u meer
informatie over de accreditatie en wat dit betekent voor de examencommissies.
Handicap + Studie Monitor
Onderzoeksbureau CHOICE houdt elk jaar een landelijke enquête onder ruim 20.000 voltijdstudenten.
In opdracht van Expertisecentrum Handicap+Studie is daarin een aparte module opgenomen met
vragen over studeren met en handicap.
Uit de Handicap + Studie Monitor van 2008 komt de Christelijke Hogeschool Ede als beste
hogeschool voor studenten met een functiebeperking uit de bus met een rapportcijfer van 6,7. Daarna
volgen de HAS Den Bosch en de NHTV Breda (beide 6,6). Een 6,7 is een mooi cijfer, maar niet erg
hoog. Ook weten veel mensen binnen de Christelijke Hogeschool niet dat deze Monitor bestaat. Als
men dit wel zou weten, zou er meer initiatief zijn om Studeren met een Functiebeperking binnen de
school beter vorm te geven.
6
Jaarverslag CHE, Marketing & Communicatie, 2009.
14
16. Interviews met de academies
1. Hoe staan jullie tegenover studenten met een functiebeperking en de aanpassingen in het
onderwijs die hiervoor gedaan moeten worden? Wordt dit gezien als lastig of juist als een
kwaliteit van de opleiding?
De academies zien studenten met een functiebeperking en de aanpassingen in het onderwijs
die hiervoor gedaan moeten worden niet als lastig. Het wordt zeker als een kwaliteit gezien
om mensen die niet mee kunnen komen met het gemiddelde een plek te geven binnen de
opleiding. Wel moeten er veel dingen „uitgevonden‟ worden en de vraag is of men bereidt is
om dit te doen. Er is meer zorg nodig voor de student en de vraag is of de academie die zorg
wil geven. Op dit moment zijn alle academies bereidt de extra voor studenten met een
functiebeperking op zich te nemen.
Academie Educatie: “Een functiebeperking hoeft geen onmogelijkheid te zijn voor het beroep.
De goede kwaliteiten kunnen extra benut worden en onmogelijkheden worden vervangen door
andere kwaliteiten.”
Academie Mens & Organisatie en Theologie: “De academie is bereidt taken op zich te nemen,
maar de student draagt zelf de verantwoordelijkheid. Dit hoort bij een HBO-opleiding.”
Academie Sociale Studies: “Het is net een spel: in hoeverre regelt de student zelf zijn/haar
zaken en wanneer wordt de academie hierbij betrokken? Er moet op elkaar ingespeeld
worden.”
Dick Kraaij (Pabo): “Als knokker mag je best doorzetten, want dan bereik je veel meer in het
leven. Als je laat zien dat je een doorzetter bent, zullen er meer mensen begrip hebben voor je
situatie. Dit maakt een echt en authentiek mens van je!”
2. Voelt de academie het als haar verantwoordelijkheid om aandacht te besteden aan mensen
met een functiebeperking m.b.t. de visie en missie van de CHE?
Alle academies kunnen volmondig antwoorden dat zij het als haar verantwoordelijkheid voelt
om aandacht te besteden aan studenten met een functiebeperking met betrekking tot de visie
en de missie van de CHE.
Iedere student moet met Respect en een gevoel van Veiligheid behandeld worden. Wel
spelen Eerlijkheid en Openheid een grote rol. De academies van de CHE zijn bereidt heel ver
te gaan voor studenten met een functiebeperking, maar dit moet wel gerelateerd worden aan
het toekomstige beroepenveld.
Interview met de voorzitter van de Hogeschoolbrede Examencommissie, Steven Slappendel
Alle academies staan open en welwillend tegenover studenten met een functiebeperking binnen de
academie. Als dit niet zo zou zijn, zou dit in strijd zijn met de visie, missie en identiteit van de
Christelijke Hogeschool Ede.
Wel wordt het beeld dat de opleidingen van de studenten met een functiebeperking hebben,
ingekleurd door de haalbaarheid van het doen van de aanpassingen. Het moet wel realistisch blijven.
Een droom of een roeping is erg mooi, maar als het niet haalbaar is, zal het nooit lukken. Men moet
niet het onmogelijke vragen.
15
17. Deelvraag 8: Wat wordt verstaan onder een functiebeperking en welke functiebeperkingen zijn
er allemaal?
Zo‟n veertien procent van de totale studentenpopulatie in het hoger onderwijs heeft een
7
functiebeperking.
Voor het begrip functiebeperking zijn in de literatuur verschillende definities te vinden. In deze
beleidsnotitie wordt de omschrijving van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
gehanteerd:
“Onder functiebeperkingen en chronische ziekten wordt verstaan elke lichamelijke, zintuiglijke of
andere stoornis die de studievoortgang vertraagt. Dat kunnen visuele, auditieve en motorische
handicaps zijn, stoornissen in taal (dyslexie), rekenen (dyscalculi), spraak, uithoudingsvermogen,
geheugen/concentratievermogen en orgaanfuncties, maar ook fobieën, depressies, epilepsie,
reuma, M.E., chronische RSI en zware migraine.”
Een functiebeperking kan tijdelijk zijn (depressie, ziekte of blessure), maar is meestal structureel.
De aard en de ernst van de functiebeperking kan verschillen per persoon, en zo ook de mate van
belemmeringen en/of de eventuele studievertraging. Naast het creëren van structurele
voorzieningen is daarom een individuele aanpak vereist.
8
We onderscheiden de volgende functiebeperkingen:
(gaan) Zitten
Hierbij gaat het om studenten die moeite hebben bij het (langdurig) zitten en het gaan zitten
vanuit staande of zittende houding, bijvoorbeeld door pijn, beperking in bewegingsomvang,
gemis aan kracht, verminderde rompbalans of beperkte coördinatie. Studenten die niet meer
kunnen zitten en hierdoor aan bed gebonden zijn, vallen ook onder deze categorie.
Voorbeelden: Student met a-specifieke lage rugklachten, reuma, spasticiteit.
(voort) Bewegen
Studenten die moeite hebben met lopen of niet kunnen lopen, in beperkte mate kunnen
voortbewegen, (gaan) staan, hurken, bukken en andere bewegingen van romp en benen,
bijvoorbeeld door pijn, beperking in bewegingsomvang, gemis aan kracht en/ of beperkte
coördinatie. De student kan al dan niet (gedeeltelijk) rolstoelgebonden zijn of
loophulpmiddelen gebruiken.
Voorbeelden: Student met spierdystrofie, dwarslaesie, spasticiteit, evenwichtsproblemen.
Angsten/Stress
Studenten die zeer stressgevoelig zijn en/of slecht stress kunnen hanteren, (bijvoorbeeld door
psychische problematiek of overbelasting) of zodanig gestresst zijn dat ze er hinder van
ondervinden bij deelname aan het onderwijs. Ook studenten met angsten die voortkomen uit
een verstoord realiteitsbesef of wanen en fobieën en studenten met (extreme)
onzekerheid/faalangst horen onder deze categorie.
Voorbeelden: Student met faalangst, fobieën, schizofrenie, depressie, burnout.
Arm/Handfunctie
Studenten die armen en/of handen beperkt kunnen gebruiken, bijvoorbeeld door pijn,
beperkingen in bewegingsomvang, gemis aan kracht, beperkte fijne motoriek en/of beperkte
coördinatie.
Voorbeelden: Student met een dwarslaesie, RSI, posttraumatische dystrofie, reuma,
spasticiteit.
Concentratie
Studenten die problemen hebben met het richten van aandacht op een of meerdere zaken,
het (lang) vasthouden van aandacht en/of snel afgeleid worden. Veelal is een
concentratiestoornis een symptoom of gevolg van een stoornis.
Voorbeelden: Student met ADHD, schizofrenie, angststoornis, rugklachten, posttraumatische
dystrofie.
Dyslexie
Het gaat hierbij om studenten die problemen hebben met de automatisering van
woordidentificatie (lezen) en/ of schriftbeeldvorming (schrijven).
7
Stagehandboek van Expertisecentrum Handicap + Studie, 2009.
8
Website Handicap + Studie, http://www.onderwijsenhandicap.nl/index.cfm?pid=17.
16
18. Energie
In principe kan iedere student met een functiebeperking onder deze beperkingsgroep vallen:
o Studenten met chronische vermoeidheid als stoornis.
Voorbeelden: Student met CVS/ME.
o Studenten met energietekort, vermoeidheid, beperkt uithoudingsvermogen,
verminderde belastbaarheid als symptoom van een stoornis.
Voorbeelden: Student met depressie, kanker, diabetes, COPD.
o Studenten met energietekort, tempoprobleem, tijdsproblemen, afwezigheid, noodzaak
tot (gedeeltelijk) thuiswerken als gevolg(en) van het hebben van een functiebeperking.
Voorbeelden: Student met visuele beperking, dyslexie, nierziekte.
o Studenten die als gevolg van pijnklachten minder belastbaar zijn.
Voorbeelden: lage rugklachten, chronische pijnklachten.
Horen
Hierbij gaat het om Studenten die doof zijn of in verminderde mate kunnen horen. Deze
studenten kunnen diverse problemen hebben zoals: zachter of niet horen of bepaalde tonen
niet of minder horen, moeite hebben met onderscheiden van geluiden. Ook kunnen bepaalde
tonen pijn veroorzaken.
Voorbeelden: Student met tinnitus (oorsuizen), ziekte van Menière en een student die
(prelinguaal) doof is.
Sociale vaardigheden
Studenten die moeite hebben met bewuste en verantwoordelijke interactie met anderen en
hun omgeving. Zo hebben zij bijvoorbeeld moeite met: verbaliseren, initiatief nemen,
conflicten hanteren, feedback krijgen/geven en samenwerken.
Voorbeelden: Student met autisme, schizofrenie, bipolaire stoornis, angststoornis.
Spreken
Studenten die moeite hebben met praten. Studenten kunnen woordvindingsproblemen
hebben, stotteren, problemen met het uitspreken van woorden of helemaal niet kunnen
spreken.
Voorbeelden: Student met afasie, dysarthrie, articulatiestoornissen, afwijkend mondgedrag,
stemstoornissen.
Verwerken van informatie
Wat betreft het verwerken van informatie: Studenten die informatie/prikkels niet goed kunnen
verwerken. De problemen kunnen liggen bij het opnemen, filteren, verwerken, opslaan en
terughalen van informatie. Hieronder valt onder meer: moeite met opnemen van informatie,
structuur aanbrengen, onderscheiden van hoofd- en bijzaken, geheugenproblemen.
Voorbeelden: Student met depressie, ADHD, autisme.
Zien
Studenten die niet kunnen zien of een belemmering ondervinden bij het zien. Deze studenten
kunnen diverse problematiek hebben, zoals: minder scherp zien, beperkt gezichtsveld,
beperkt diepte-inzicht, beperkte kleurwaarneming en beperkte licht-donker aanpassing.
Voorbeelden: Student met albinisme, macula degeneratie, glaucoom en een student die blind
is.
Psychische stoornissen zijn niet als aparte beperkingsgroep gekozen maar verdeeld in
beperkingsgroepen waarvoor binnen het onderwijs voorzieningen mogelijk zijn. Zoals: Verwerken van
informatie, Sociale vaardigheden, Angst/ stress, Concentratie en/ of Energie. Mogelijk bruikbare
voorzieningen zijn onder deze beperkingsgroepen te vinden.
Ook studie-oplossingen voor als men pijnklachten hebt, vind je onder verschillende
beperkingsgroepen. Afhankelijk van waar de student last van heeft, kijk je bij Gaan zitten,
Voortbewegen of Arm&hand. Maar ook onder Energie vind je nuttige tips, bijvoorbeeld wanneer de
student minder kan doen dan hij/zij zou willen en moeten. Vergeet ook niet onder Angst&stress te
kijken, want pijn (of de angst voor pijn) kan zorgen voor stress. Ook kan het hebben van pijn van
invloed zijn op het concentratievermogen. Hoe je daarmee kunt omgaan, vind je onder Concentratie.
Tijdens dit onderzoek laat ik de constatering of men een functiebeperking heeft over aan de student
zelf. Als de student ervaart problemen rond zijn/haar studie te hebben als gevolg van een ziekte of
stoornis, beschouwen wij dit als een functiebeperking. Als buitenstaander zijn wij niet in de positie om
te oordelen over andere personen. Dit valt buiten de grenzen van dit onderzoek.
17
19. 9
Drie soorten aanpassingen
Binnen de onderwijsinstellingen worden bewust of onbewust drie soorten aanpassingen gehanteerd,
te weten:
Fysieke aanpassingen
Voorzieningen gericht op aanpassingen die de student met een functiebeperking in staat
stellen het normale „reguliere‟ onderwijs te volgen en af te ronden. Denk hierbij aan een lift,
een aangepaste tafel of stoel en een evacuatieplan voor mensen met een functiebeperking.
Inhoudelijke aanpassingen
Voorzieningen gericht op aanpassing van de inhoud van het onderwijs. Hierbij gaat het
bijvoorbeeld om aanpassingen in het curriculum van de opleiding en een
aanwezigheidsversoepeling.
Ondersteunende aanpassingen
Hierbij gaat het om extra begeleiding, bijvoorbeeld van een docentcoach, SLB-er of mentor,
maar de extra begeleiding kan ook gegeven worden door een pastor of een ambulant
begeleider.
9
Kijk, zo kan ‟t wel!, Saxion Werkgroep Alternatieve leerroutes, Saxion Hogescholen.
18
20. Deelvraag 9: Welke studiegerelateerde activiteiten komen er voor op de Christelijke
Hogeschool Ede?
Om een inventarisatie te maken van de faciliteiten voor studenten met een functiebeperking binnen de
10
CHE is gebruik gemaakt van een checklist van Expertisecentrum Handicap + Studie.
Bestuderen van lesmateriaal
Belangrijk voor deze activiteit is het maken van een onderwijsplanning. Hier kan begeleiding
en ondersteuning bij gegeven worden bij het realiseren hiervan. Dit plan is een planning van
de onderwijsactiviteiten afgestemd op de functiebeperking van de student. Ook kan hierin
opgenomen worden dat de student bepaalde dagen of dagdelen thuis werkt. Dit zorgt voor
minder pijn, stress en werkdruk. Wel zou er dan een oplossing gezocht moeten worden voor
het missen van (hoor)colleges. De aantekeningen en de powerpointsheets moeten op een
afgesproken manier bij de student terecht komen. Ook moet de docent van het college
beschikbaar blijven voor toelichting op de leerstof.
Voor mensen met problemen met (gaan) zitten is het belangrijk om een goede, aangepaste
(bureau)stoel te hebben.
Studenten die last hebben van angsten/stress kunnen baad hebben bij een studie/training
Studievaardigheden. Ook ondersteuning bij het lezen en leren kan de student goed helpen.
Soms hebben deze studenten ook baad bij het maken van een specifiekere planning per dag.
Op deze wijze worden de dagen van deze studenten beter gestructureerd.
Voor mensen met dyslexie moet het mogelijk zijn om aantekeningen en hand-outs op A3-
formaat te verkrijgen. Voor studenten met een visuele beperking zijn voor de faciliteiten die op
school zijn erg belangrijk. Wel is het noodzakelijk om de leer- en programmaboeken om te
laten zetten in braille.
Andere algemene aanpassingen zijn:
o Een mogelijkheid voor individuele studieruimte. In deze ruimte kan de student zich
gewoon bewegen zonder daarmee andere studenten te storen.
o Periodieke, structurele voortgangsgesprekken met de (docent)coach/SLB-
er/mentor/tutor.
o Een mogelijkheid voor een student met een functiebeperking is om een studiemaatje
te zoeken waarmee samen de lesstof bestudeerd kan worden.
o Voor sommige studenten is het praktischer om een samenvatting van de lesstof te
ontvangen.
Functiebeperkingen: (gaan) Zitten, (voort) Bewegen, Angsten/Stress, Arm/Handfunctie, Concentratie,
Dyslexie, Energie, Horen, Verwerken van informatie, Zien.
College volgen, aantekeningen maken
Net als bij de vorige activiteit is het voor deze activiteit om een onderwijsplanning te maken.
Hier kan begeleiding en ondersteuning bij gegeven worden bij het realiseren hiervan. Dit plan
is een planning van de onderwijsactiviteiten afgestemd op de functiebeperking van de student.
Ook kan hierin opgenomen worden dat de student bepaalde dagen of dagdelen thuis werkt.
Dit zorgt voor minder pijn, stress en werkdruk. Wel zou er dan een oplossing gezocht moeten
worden voor het missen van (hoor)colleges. De aantekeningen en de powerpointsheets
moeten op een afgesproken manier bij de student terecht komen. Ook moet de docent van het
college beschikbaar blijven voor toelichting op de leerstof.
Voor mensen met problemen met (gaan) zitten is het belangrijk om een goede, aangepaste
(bureau)stoel te hebben.
Voor mensen met een mindere arm/handfunctie dat zij een goede (aangepaste) tafel en stoel
hebben voor een optimale werkhouding. Daarnaast kan het nodig zijn om extra schrijfpauze in
te lassen. Hier zal de docent rekening mee moeten houden. In sommige gevallen is het
10
http://www.onderwijsenhandicap.nl/index.cfm?pid=16
19
21. handiger om de aantekeningen van de leerstof op papier te verkrijgen van de docent. Dit
scheelt veel tijd en energie, omdat de student niet zelf hoeft te schrijven. Ook zullen veel
mensen met een mindere arm/handfunctie een laptop meenemen naar de colleges.
Mensen met een visuele beperking zullen vaak hun eigen hulpmiddelen meenemen naar de
colleges om aantekeningen te maken. Wel is het soms gemakkelijker om de aantekeningen
van de docent te krijgen.
Andere algemene aanpassingen zijn:
o Een mogelijkheid voor een student met een functiebeperking is om een studiemaatje
te zoeken waarmee samen de lesstof bestudeerd kan worden.
o Voor sommige studenten is het praktischer om een samenvatting van de lesstof te
ontvangen.
Functiebeperkingen: (gaan) Zitten, (voort) Bewegen, Angsten/Stress, Arm/Handfunctie, Concentratie,
Dyslexie, Energie, Horen, Verwerken van informatie, Zien.
College volgen, informatie verwerken/aanwezigheid
Net als bij de vorige activiteit is het voor deze activiteit om een onderwijsplanning te maken.
Hier kan begeleiding en ondersteuning bij gegeven worden bij het realiseren hiervan. Dit plan
is een planning van de onderwijsactiviteiten afgestemd op de functiebeperking van de student.
Ook kan hierin opgenomen worden dat de student bepaalde dagen of dagdelen thuis werkt.
Dit zorgt voor minder pijn, stress en werkdruk. Wel zou er dan een oplossing gezocht moeten
worden voor het missen van (hoor)colleges. De aantekeningen en de powerpointsheets
moeten op een afgesproken manier bij de student terecht komen. Ook moet de docent van het
college beschikbaar blijven voor toelichting op de leerstof.
Voor mensen met problemen met (gaan) zitten is het belangrijk om een goede, aangepaste
(bureau)stoel te hebben.
Voor mensen met een mindere arm/handfunctie dat zij een goede (aangepaste) tafel en stoel
hebben voor een optimale werkhouding. Daarnaast kan het nodig zijn om extra schrijfpauze in
te lassen. Hier zal de docent rekening mee moeten houden. In sommige gevallen is het
handiger om de aantekeningen van de leerstof op papier te verkrijgen van de docent. Dit
scheelt veel tijd en energie, omdat de student niet zelf hoeft te schrijven. Ook zullen veel
mensen met een mindere arm/handfunctie een laptop meenemen naar de colleges.
Mensen met een visuele beperking zullen vaak hun eigen hulpmiddelen meenemen naar de
colleges om aantekeningen te maken. Wel is het soms gemakkelijker om de aantekeningen
van de docent te krijgen.
Sommige mensen hebben zo veel hinder van hun functiebeperking dat het voor hen niet
haalbaar is om hele dagen colleges te volgen. Daarom is het voor sommige studenten prettig
als er een absentieregeling/aanwezigheidsversoepeling getroffen kan worden. Ook is het optie
om de lessen te volgen met een andere klas, omdat die klas betere lestijden heeft.
Voor de functiebeperkingen (gaan) zitten, (voort) bewegen, arm/handfunctie, energie en zien
is het noodzakelijk dat zij een goede plek hebben in het lokaal. Bijvoorbeeld dat zij
gemakkelijk het lokaal kunnen verlaten of waar zij goed zicht hebben op het bord. Ook zou het
voor deze studenten gunstig zijn om een vast aanspreekpunt te hebben bij Bureau
Roosterzaken, omdat zij sommige lokalen niet kunnen bereiken.
Sommige studenten met de functiebeperking (voort) bewegen hebben ‟s ochtends extra tijd
nodig voor hun persoonlijke verzorging of hebben meer tijd nodig om op school te komen.
Daarom is het in sommige gevallen gunstig om het eerste uur geen lessen in te plannen.
Studenten met de functiebeperking angsten/stress en dyslexie hebben behoefte aan duidelijke
en concrete afspraken omtrent: inhoud van het college, verbanden in de stof, opdrachten,
verwachtingen. Ook is het handig om vooraf te melden aan de student waar het college over
zal gaan, zodat de student het voor kan bereiden als hij/zij dat wil.
20
22. Functiebeperkingen: (gaan) Zitten, (voort) Bewegen, Angsten/Stress, Arm/Handfunctie, Concentratie,
Dyslexie,
Om voor onderstaande studie-activiteiten de aanpassingen te bekijken, kunt u de volgende website
raadplegen: http://www.onderwijsenhandicap.nl/index.cfm?pid=16 .
Op deze website kunt u de functiebeperking waarvoor u de aanpassingen wilt bekijken en de studie-
activiteit aanklikken en dan ziet u de aanpassingen.
Computergebruik
Deelnemen aan werkgroepen, presenteren
Deelnemen aan werkgroepen, samenwerken
Individuele werkstukken, papers/scripties
Mondelinge tentamens maken
Opzoeken/verkrijgen van lesmateriaal
Practica volgen/toetsen
Schriftelijke tentamens maken
Stagebegeleiding
Stagelopen
Vervoeren van lesmateriaal
21
23. Deelvraag 10: Welke facilitaire/niet-studiegerelateerde activiteiten komen er voor op de
Christelijke Hogeschool Ede?
Om een inventarisatie te maken van de faciliteiten voor studenten met een functiebeperking binnen de
11
CHE is gebruik gemaakt van een checklist van Expertisecentrum Handicap + Studie.
Bij ieder aspect zal benoemd worden op welke functiebeperkingen dit aspect betrekking heeft. Ook
wordt er een indeling gemaakt naar:
1. Essentiële aanpassingen
2. Gewenste aanpassingen
De foto‟s die op de komende pagina‟s te zien zijn, zijn op de ooghoogte van een rolstoelgebruiker
genomen. Dit is gedaan om te kunnen laten zien wat rolstoelgebruikers zien en hoe zij dit ervaren.
Hoofdgebouw
Bereikbaarheid
Parkeren
Er bevinden zich meerdere parkeerplaatsen voor mindervalide mensen rondom de school.
Deze zijn goed te bereiken en liggen nabij de ingang van het schoolgebouw.
Route naar gebouw (via straat/trottoir)
De route van de (mindervalide) parkeerplaats naar het schoolgebouw gaat over een verharde
straat. Deze weg in vrij van autoverkeer. Er is bewegwijzering aangebracht.
Functiebeperkingen: (voort) Bewegen, Energie, Zien.
Ingang
Toegangsdeur
Bij de hoofdingang van het schoolgebouw bevindt zich een draaiende carrouseldeur. Naast
deze deur is een automatische deur geplaatst. Als men zijn/haar CHE-pas voor de kaartlezer
houdt, gaat deze deur automatisch open. Dit is lastig voor bezoekers, want deze mensen
hebben geen CHE-pas. Om het voor mensen met een functiebeperking toch mogelijk te
maken om door de carrouseldeur naar binnen te gaan, adviseer ik om een „vertraagknop‟ in
een contrasterende kleur aan te brengen bij de draaiende carrouseldeur. Ook adviseer ik om
contrasterende markeringen aan te brengen op zowel de draaiende carrouseldeur als op de
automatische deur. Ook dient contrasterende markering aangebracht te worden op de
automatische deur bij de achteringang van het schoolgebouw.
De vertraagknop dient zich op 500 mm buiten beweging van de deur te bevinden en de
automatische deur dient minimaal 6 seconden open te blijven. De vertraagknop dient zich
binnen 900 en 1200 mm hoogte te bevinden.
De achteringang van de school is op de plattegrond te vinden bij nummer 0.310. De entree is
goed toegankelijk door de schuifdeuren, maar de deurmat rijdt erg stroef voor rolstoelers
waardoor zij afhankelijk zijn van hulp. Ook rijdt dit zwaar met pallets die worden binnen
gebracht.
Een goedkopere oplossing voor dit probleem is om bij de hoofdingang boven de kaartlezer
een intercom te plaatsen. Als hier door een bezoeker op de bel gedrukt wordt, opent een
medewerkster van de Receptie de zijdeur voor de bezoeker. Als er geen medewerkster
aanwezig is, meldt de bezoeker zich bij de achteringang. Hier bevindt zich al een intercom,
alleen bevindt deze zich te hoog. Deze hoort zich op een hoogte tussen de 900 en 1200 mm
te bevinden.
Functiebeperkingen: (voort) Bewegen, Arm/Handfunctie, Zien.
Urgentie: Essentieel
Schoolplein
Bij de achteringang van het schoolgebouw is een schoolplein gecreëerd waar men kan zitten
en eventueel kan tafeltennissen. Hier zijn hellingbaantjes aangebracht, maar onderaan de
hellingbaantjes loopt dit over in houtsnippers. Dit is zeer slecht begaanbaar en ik adviseer u
om dit te bestraten.
11
http://www.onderwijsenhandicap.nl/index.cfm?pid=20
22
24. Functiebeperkingen: (voort) Bewegen, Energie, Zien.
Urgentie: Gewenst
Onderwijsruimten
Betreden van ruimte/deur
Op de deur van het toilet voor de medewerkers (0.001A) zit een deurdranger. Als er een
medewerker in een rolstoel werkt binnen de school of een medewerker met een minder
arm/handfunctie, is het voor hem/haar erg moeilijk om deze deur open te doen. Daarnaast
staan de plantenbakken erg dicht bij de toiletdeur waardoor het erg lastig is om de deur zo ver
open te doen om met een rolstoel naar binnen te gaan. Om met een rolstoel een deur door te
gaan, is het belangrijk dat de deur 90° open kan.
Functiebeperkingen: (voort) Bewegen, Arm/Handfunctie, Energie, Zien.
Urgentie: Gewenst
Studenten die het vak handvaardigheid volgen, maken ook gebruik van het magazijn. Hier
liggen de werkstukken opgeslagen en staan de boor- en zaagmachines. Voor een rolstoeler is
het niet gemakkelijk zich een weg te banen door het magazijn en is het niet mogelijk om de
machines te bedienen. Om een doorgang ook toegankelijk te maken voor studenten met een
functiebeperking moet een deur of doorgang minimaal 850 mm breed zijn. Ook mogen
drempels niet hoger dan 20 mm zijn.
Functiebeperkingen: (voort) Bewegen, Zien.
Urgentie: Gewenst
De kapstokken (0.010) staan te dicht op elkaar om de
dameskleedkamer te bereiken. Ook staat er een
steunpilaar midden voor de deur. Hier kan weinig aan
gedaan worden, maar er kan wel door middel van
markering op de grond aangegeven worden dat er een vrije
doorgang moet zijn naar de kleedkamerdeur toe van 850
mm breed.
Functiebeperkingen: (voort) Bewegen, Zien.
Urgentie: Essentieel
Op de deuren van de kleedkamers zitten deurdrangers.
Hiervoor zou de oplossing een automatische deurdranger
en rode knop kunnen zijn.
Functiebeperkingen: (voort) Bewegen, Energie, Arm/Handfunctie.
Urgentie: Gewenst De toegangsdeur tot de
dameskleedkamer (0.010).
Op de deur van lokaal 0.056 zit een dranger. Daardoor is
het erg zwaar om de deur open te doen voor rolstoelgebruikers en mensen met een mindere
arm/handfunctie. Een oplossing hiervoor zou zijn een elektrische deurdranger en een rode
knop. Dit lokaal is een tekenlokaal met speciale tekentafels. Deze zijn goed in te stellen voor
kleinere mensen en rolstoelgebruikers. Wel staan de tafels erg dicht op elkaar, waardoor
rolstoelgebruikers gedwongen zijn achteraan plaats te nemen.
Functiebeperkingen: (voort) Bewegen, Energie, Arm/Handfunctie
Urgentie: Gewenst
Op de deuren van alle computerlokalen (1.078, 1.082 en 1.084 op de plattegrond) zit een
dranger. Bij lokaal 1.078 als de deur op zijn uiterste stand open staat, kan er geen rolstoel het
lokaal in, omdat er te weinig ruimte is tussen de deur en de tafel waar de computers op staan.
Om een doorgang ook toegankelijk te maken voor studenten met een functiebeperking moet
een deur of doorgang minimaal 850 mm breed zijn. Ook mogen drempels niet hoger dan 20
mm zijn.
Functiebeperkingen: (voort) Bewegen, Energie, Arm/Handfunctie, Zien.
Urgentie: Essentieel
De ingang van hoorcollegezaal 1.050 (hal 0.307 op de plattegrond) is niet goed toegankelijk.
Op deze deur zou ook een automatische deurdranger kunnen komen met een rode knop. Ook
het hellingbaantje is te steil.
23
25. Functiebeperkingen: (voort) Bewegen, Arm/Handfunctie, Energie, Zien.
Urgentie: Gewenst
Het muzieklokaal van Sociale Studies bevindt zich in een zijvleugel van de hogeschool
(1.037). Om hier te komen moet men door twee klapdeuren. Direct na de klapdeur is de deur
van het lokaal. Op deze deur is een dranger geplaatst. Dit zal er mee te maken hebben met
dat de deur zich direct na de klapdeur bevindt, maar het is niet functioneel voor mensen met
een functiebeperking. Ik adviseer om hier automatische deuren te plaatsen die opengaan door
middel van een knop.
Functiebeperkingen: (voort) Bewegen, Arm/Handfunctie, Energie, Zien.
Urgentie: Gewenst
Leslokaal 1.019 bevindt zich na twee klapdeuren. Om die reden is er op deze deur een
deurdranger geplaatst. Een advies hiervoor is een automatische dranger op de klapdeuren
plaatsen met een rode knop aan beide kanten en een automatische dranger op de deur van
het leslokaal plaatsen met een rode knop.
Functiebeperkingen: (voort) Bewegen, Arm/Handfunctie, Energie, Zien.
Urgentie: Gewenst
De deur van leslokaal 2.021 heeft een deurdranger. Hierdoor is het voor rolstoelgebruikers en
mensen met minder spierkracht in hun armen erg moeilijk om deze deur open te krijgen. Ik
adviseer hier een elektrische deurdranger op de deur te bevestigen met een rode knop om
deze te openen.
Functiebeperkingen: (voort) Bewegen, Arm/Handfunctie, Energie, Zien.
Urgentie: Gewenst
Soms komt het wel eens voor dat de branddeuren binnen de school dicht zitten. Voor mensen
met weinig energie, een mindere arm/handfunctie of rolstoelers is het lastig om deze deuren
open te duwen. Een oplossing hiervoor zou zijn: een dranger op de deur die automatisch
opengaat wanneer men op de rode knop drukt. Als er brand is ergens in de school, sluiten
deze deuren automatisch. Uiteraard kan er ingesteld worden dat dan de rode knop ook niet
werkt, maar dan zal er wel opgenomen moeten worden in het ontruimingsplan hoe de
studenten met een functiebeperking veilig buiten zullen komen.
Functiebeperkingen: (voort) Bewegen, Arm/Handfunctie, Energie, Zien.
Urgentie: Gewenst
Collegezalen
Hoorcollegezaal 0.025 is een perfecte zaal voor
studenten met een functiebeperking. Het is een kleine
zaal waardoor de docent goed te verstaan is en
rolstoelgebruikers kunnen vooraan zitten. Wel moet er
voor een rolstoelgebruiker altijd een tafel bijgeschoven
worden. Deze moet daarom altijd aanwezig zijn. Ook is
het noodzakelijk dat er een stopcontact beschikbaar is
Hoorcollegezaal met bijgeschoven tafel
voor mensen met een mindere arm/handfunctie die
(0.025)
aantekeningen maken op een laptop.
Aandachtspunt: Het is noodzakelijk dat er in een
hoorcollegezaal minimaal twee plaatsen gereserveerd zijn voor studenten met een
functiebeperking. Deze plaatsen bevinden zich op de eerste rij en zijn goed toegankelijk.
Functiebeperking: (gaan) Zitten, (voort) Bewegen, Horen, Verwerken van informatie, Zien.
Urgentie: Essentieel
Hoorcollegezaal 1.009 is een mooie collegezaal met goede mogelijkheden voor mensen met
een functiebeperking. Wel zijn deze mogelijkheden zeer
beperkt. Zo kan een rolstoelgebruiker alleen bovenaan
plaatsnemen. Hiervoor is het noodzakelijk dat er een
extra tafel bijgezet wordt. Wellicht is het mogelijk om
hier standaard een tafel te plaatsen of een tafel vast te
maken aan het systeem, zodat de tafel niet gemakkelijk
weggehaald kan worden. Daarnaast is het voor een
24
De enige mogelijkheid voor
rolstoelgebruikers om plaats te nemen in
hoorcollegezaal 1.009.
26. kleine spreker of een spreker in een rolstoel niet mogelijk achter de katheder plaats te nemen,
omdat deze te hoog is. Wel is er de mogelijkheid om naast de katheder te gaan staan, maar
men moet wel rekening houden met de drempel die hier is. Zo is het niet mogelijk om dicht
naar de toehoorders te lopen/rijden.
Aandachtspunt: Het is noodzakelijk dat er in een hoorcollegezaal minimaal twee plaatsen
gereserveerd zijn voor studenten met een functiebeperking. Deze plaatsen bevinden zich op
de eerste rij en zijn goed toegankelijk.
Functiebeperking: (gaan) Zitten, (voort) Bewegen, Horen, Verwerken van informatie, Zien.
Urgentie: Essentieel
Hoorcollegezaal 1.050 is een mooie collegezaal met goede
mogelijkheden voor mensen met een functiebeperking.
Helemaal bovenaan in de collegezaal is er de mogelijkheid
voor rolstoelers of mensen die slecht ter been zijn om plaats
te nemen. Wel zou het goed zijn om aan te geven dat de
plaatsen bovenaan gereserveerd zijn voor eventuele
rolstoelgebruikers. Vaak nemen studenten zonder
functiebeperking hier plaats zonder er bij na te denken dat
studenten met een functiebeperking de trap niet af kunnen.
Voor docenten in een rolstoel of docenten die slecht ter been
zijn is het niet mogelijk om les te geven in deze collegezaal,
De enkele plekken waar studenten met een omdat zij de trap niet af kunnen en ook niet naar binnen
functiebeperking plaats kunnen nemen in kunnen door de ingang aan de zijkant.
hoorcollegezaal 1.050. Aandachtspunt: Het is noodzakelijk dat er in een
hoorcollegezaal minimaal twee plaatsen gereserveerd zijn
voor studenten met een functiebeperking. Deze plaatsen bevinden zich op de eerste rij en zijn
goed toegankelijk.
Functiebeperking: (gaan) Zitten, (voort) Bewegen, Horen, Verwerken van informatie, Zien.
Urgentie: Essentieel
Hoorcollegezaal 2.111 heeft goede mogelijkheden voor studenten met een functiebeperking.
Een beperking is de dranger op de toegangsdeur. Een oplossing hiervoor is een elektrische
deurdranger op de deur met aan beide kanten van de deur een rode knop.
Aandachtspunt: Het is noodzakelijk dat er in een hoorcollegezaal minimaal twee plaatsen
gereserveerd zijn voor studenten met een functiebeperking. Deze plaatsen bevinden zich op
de eerste rij en zijn goed toegankelijk.
Functiebeperkingen: (voort) Bewegen, Energie, Arm/Handfunctie, Zien.
Urgentie: Gewenst
Bij alle collegezalen hangen bordjes met het nummer van de collegezaal erop. Bij geen enkele
collegezaal of leslokaal hangt een bordje met dit nummer in braille. Hierdoor is het voor blinde
en slechtziende studenten zeer moeilijk om het goede lokaal te vinden. Ik adviseer om bij
iedere ruimte een bordje met het kamernummer in brailleschrift op te hangen.
Functiebeperking: Zien
Urgentie: Essentieel
Computerruimte
In het atrium (0.006) is er naast computergebruik ook de mogelijkheid om te printen. Voor
blinde en slechtziende mensen is het lastig om te printen en te kopiëren, omdat er op de
toetsen van de printer geen braille zit. Wel is voor kleine personen en rolstoelgebruikers het
bedieningspaneel van de printer in hoogte verstelbaar. Om dit probleem op te lossen zou er
voor een blinde of slechtziende student een maatje aangesteld kunnen worden die deze
student helpt met printen of kopiëren, maar dit is niet bevorderlijk voor de zelfstandigheid van
de student.
Functiebeperking: Zien
Urgentie: Gewenst
25
27. Naast de printers is een balie neergezet met de mogelijkheden
om te nieten en te perforeren. Voor kleine mensen en
rolstoelgebruikers is deze balie erg lastig. Zij kunnen niet
makkelijk hun papier op de balie leggen en ze kunnen niet bij de
perforator als deze achteraan staat. Ook kunnen zij niet onder
de balie rijden met hun rolstoel, zodat zij er beter bij zouden
kunnen. Een mogelijkheid om dit te veranderen is om (een deel
van) de balie te verlagen.
Functiebeperkingen: (voort) Bewegen, Arm/Handfunctie.
Urgentie: Essentieel
De balie in het atrium naast de printers
(0.006). Dienstenbureaus
De balie van de Receptie (0.002) is te hoog en kleine studenten
en studenten in een rolstoel kunnen niet intekenen voor de gesprekskamers. Een oplossing
hiervoor is een deel van de balie te verlagen. Dit is ook van belang omdat kleine mensen en
mensen in een rolstoel bijna niet boven de balie uitkomen en dus niet geholpen kunnen
worden. De medewerksters van de receptie hebben zelf ook aangegeven dat zij de balie te
hoog vinden en dat zij soms mensen over het hoofd zien. De gewenste hoogte van de balie is
800 mm.
Functiebeperking: (voort) Bewegen, Arm/Handfunctie, Sociale vaardigheden
Urgentie: Essentieel
Tegenover de receptie bevindt zich Bureau Roosterzaken (0.003). Men moet zich hier melden
aan een balie. Deze balie is te hoog voor kleine personen en rolstoelgebruikers. Hierdoor
merken medewerkers van Bureau Roosterzaken vaak niet dat iemand zich wil melden. Een
oplossing hiervoor zou zijn om een deel van de balie uit te snijden, zodat deze lager wordt. De
gewenste hoogte van de balie is 800 mm.
Functiebeperking: (voort) Bewegen, Arm/Handfunctie, Sociale
vaardigheden
Urgentie: Essentieel
In ruimte 0.096 bevindt zich de Servicebalie. De balie
hiervan is te hoog voor kleine mensen of
rolstoelgebruikers om spullen op te leggen. Deze balie
zou in zijn geheel of voor een klein deel verlaagd kunnen
worden. De gewenste hoogte van de balie is 800 mm.
Functiebeperking: (voort) Bewegen, Arm/Handfunctie, Sociale
vaardigheden
Urgentie: Essentieel
In 1.092 bevindt zich het Toetsbureau. Hier bevindt zich
een balie waar men zich moet melden. Deze balie is te Een rolstoelgebruiker bij de Servicebalie
hoog voor kleine personen en rolstoelgebruikers. Deze (0.096).
balie zou geheel verlaagd kunnen worden of er zou een
gedeelte uitgesneden kunnen worden, zodat de medewerkers van het Toetsbureau kunnen
zien wie zich wil melden. De gewenste hoogte van de balie is 800 mm.
Functiebeperking: (voort) Bewegen, Arm/Handfunctie, Sociale vaardigheden
Urgentie: Essentieel
De balie bij de ICT-helpdesk (1.111A) is te hoog voor kleine personen en rolstoelgebruikers.
Hierdoor wordt soms niet eens opgemerkt dat iemand in een rolstoel iets wil vragen aan
iemand bij de ICT-helpdesk. De gehele balie zou verlaagd kunnen worden of er kan gekozen
worden om een gedeelte van de balie uit te snijden en dus maar een deel te verlagen. De
gewenste hoogte van de balie is 800 mm.
Functiebeperking: (voort) Bewegen, Arm/Handfunctie, Sociale vaardigheden
Urgentie: Essentieel
26
28. Lokalen
In 0.050 en 0.054 bevinden zich de handenarbeidlokalen. Er
staan hier alleen maar hoge werktafels en de wasbakken
hangen op de hoogte van een staand persoon. Om dit aan te
passen voor kleinere/lagere personen (bijvoorbeeld
rolstoelgebruikers), zou er een lagere tafel in het lokaal gezet
kunnen worden. Ook zou er een wasbak iets lager opgehangen
kunnen worden.
Functiebeperking: (gaan) Zitten, (voort) Bewegen,
Arm/Handfunctie, Energie.
Urgentie: Essentieel
De hoge werktafels in het Voor docenten met een functiebeperking is het schrijfbord niet
handvaardigheidlokaal (0.050). handig (0.050, maar ook in alle andere lokalen), omdat dit al
snel te hoog hangt. Een oplossing hiervoor zou een beamerbord
kunnen zijn.
Functiebeperking: (gaan) Zitten, (voort) Bewegen, Arm/Handfunctie, Energie, Zien.
Urgentie: Nuttig
Mediatheek
De Christelijke Hogeschool Ede is in het bezit van een mediatheek. Deze is goed begaanbaar
voor mensen met een functiebeperking. Wel zullen zij soms genoodzaakt zijn hulp te vragen
als zij bepaalde boeken willen pakken. Dit geldt vooral voor rolstoelgebruikers, mensen met
een mindere arm/handfunctie of energieproblemen en blinde of slechtziende studenten. De
balie in de mediatheek is geheel verlaagd. Dit is zeer prettig voor studenten met een
functiebeperking.
Het is belangrijk dat er duidelijkheid is over de indeling in de mediatheek. Zo zal deze ook
aangepast moeten worden voor blinde en slechtziende studenten. Ook is het belangrijk dat er
een brailleprinter en brailleleesregel aanwezig is, zodat studenten (een deel van) hun boek
kunnen lezen of kopiëren.
Functiebeperking: Zien
Urgentie: Gewenst
Studielandschap/studieruimte
In het atrium staan er veel computers bij elkaar. Dit zorgt voor sommige studenten voor
concentratieproblemen en extra werkdruk wat ten koste gaat van de kwaliteit van het werk.
Mijn advies is om een extra computerruimte aan te stellen waar studenten met hun
functiebeperking rustig kunnen werken. Dit kan gecreëerd worden in één van de
computerlokalen.
Functiebeperking: Angsten/Stress, Concentratie, Energie, Horen, Verwerken van informatie, Zien.
Urgentie: Gewenst
Inrichting
ADL-ruimte
Het invalidentoilet op de begane grond is goed aangepast. Wel een kleine opmerking: de
luchtverfrisser hangt boven de toiletpot. Een mindervalide persoon gaat vaak niet zo snel naar
het toilet als een ander persoon, waardoor soms de luchtverfrisser afgaat op het moment dat
de persoon nog op de toiletpot zit. Hierdoor krijgt deze persoon dit over zich heen. Ook is het
lastig om de armsteunen zelf naar beneden te doen. Daarom zou dit standaard door de
schoonmaaksters gedaan moeten worden.
Functiebeperking: (voort) Bewegen, Arm/Handfunctie, Energie.
Urgentie: Gewenst
Bij de gymlokalen is een aparte kleedruimte voor studenten met een functiebeperking die dat
nodig hebben. Hier bevindt zich een douche, toilet en lage wastafel. Deze staat op dit moment
volgebouwd met spullen van het vak gym. Ik adviseer om deze ruimte leeg te halen, omdat
deze altijd beschikbaar moet zijn.
Functiebeperking: (voort) Bewegen, Energie.
27
29. Urgentie: Essentieel
Op de eerste verdieping bevindt zich geen invalidentoilet. Hierdoor moeten studenten en
medewerkers een grote afstand afleggen voordat zij bij het toilet zijn. Een invalidentoilet is
makkelijk te creëren. Dit zou namelijk kunnen door dit te realiseren op dezelfde plaats als het
invalidentoilet op de begane grond. Er zou dan ook een signaleringssysteem geplaatst kunnen
worden dat aangeeft of het andere toilet bezet is of niet. Dan kan de persoon de afweging
maken om naar het andere aangepaste toilet te gaan.
Functiebeperking: (voort) Bewegen, Energie.
Urgentie: Gewenst
Ik adviseer om in invalidentoilet een kast op te hangen waar studenten met een
functiebeperking hun hulpmiddelen/benodigde spullen in op kunnen bergen, zodat zij deze
niet mee hoeven te dragen in hun tas. Bij hulpmiddelen/benodigde spullen kan gedacht
worden aan spullen om te katheteriseren. Ook zou ik adviseren om een beugel net zo breed
als de deur horizontaal aan de deur te bevestigen op 900 mm hoogte, zodat het makkelijker is
om de deur dicht te trekken. Ook zou ik willen adviseren om de kraan te vervangen door een
kraan die makkelijker open en dicht te draaien is. Mensen met weinig kracht in hun handen,
krijgen de kraan vaak niet open.
Functiebeperking: (voort) Bewegen, Arm/Handfunctie, Energie.
Urgentie: Gewenst
Bewegwijzering
Binnen de hogeschool is er duidelijke bewegwijzering aanwezig. Voor bijvoorbeeld studenten
in een rolstoel is het noodzakelijk dat de bewegwijzering goed te lezen is en dat er geen
mensen voor kunnen gaan staan. Daarom is het advies hiervoor dat de bewegwijzering zich
op 230 mm hoogte bevindt. Dat is binnen de CHE gerealiseerd. Ook wordt geadviseerd de
volgende lettergrootte aan te houden: 1:100 mm.
Er is geen duidelijke bewegwijzering aanwezig voor blinde of slechtziende mensen.
Adviesrichtlijnen voor toekomstige bewegwijzering zijn de volgende:
- Gebruik maken van geleidelijnen (incl. waarschuwingstegels en informatietegels)
- De informatie moet zich dichtbij bevinden op een hoogte tussen 1400 en 1600 mm.
Binnen de CHE is dit gerealiseerd door op diverse plaatsen plattegronden op te hangen.
Deze plattegronden moeten alleen nog in reliëf uitgevoerd worden.
- Informatieweergaven in contrasterende kleuren.
- Visuele markering in contrasterende kleuren op de grond voor de te volgen route.
Functiebeperkingen: (voort) Bewegen, Dyslexie, Zien
Urgentie: Essentieel
Extra voorzieningen
Voor extreem lange mensen of extreem kleine mensen zijn de collegebanken en stoelen soms
niet goed geschikt. Het is goed om hier alternatieven voor aan te schaffen, zoals een (of het
liefst meerdere) in hoogte verstelbare tafel en stoelen. Ik adviseer dat deze te reserveren zijn
bij de Servicebalie en dat de mensen van Huisvesting & Beheer zorgen dat deze op het goede
moment op de goede plaats binnen de school zijn.
Functiebeperkingen: (gaan) Zitten, Arm/Handfunctie.
Urgentie: Gewenst
Daarnaast is het voor mensen met weinig energie en blinde of slechtziende mensen
gemakkelijker als er een vlak vloeroppervlak is dat een beetje stroef loopt, waardoor deze
mensen niet snel uit kunnen glijden. In het grootste gedeelte van de school is deze vloer
aanwezig, maar voor een toekomstige verbouwing adviseer ik om geen ander vloeroppervlak
te kiezen. Advies is een linoleumvloer of een tegelvloer te kiezen.
Functiebeperkingen: (voort) Bewegen, Energie, Zien.
Gangen
De school beschikt over brede gangen met een goed vloeroppervlak. Richtlijnen bij een
toekomstige verbouwing zijn:
- Hef-plateaulift bij niveauverschil
28
30. - Hellingbaan bij niveauverschil
- Leuning tussen 850 - 950 mm boven traptree
- Obstakelvrije gangen, bij plaatselijke versmalling > 900 mm
- Trapplateaulift bij niveauverschil
- Vloeroppervlak is vlak
- Markering langs de wand: visueel kleurcontrast (tussen 1400 –1600 mm boven het
loopoppervlak)
- Plinten en kozijnen in contrasterende kleuren
- Visuele markering in contrasterende kleur op de grond voor de te volgen routes
Functiebeperkingen: (voort) Bewegen, Arm/Handfunctie, Energie, Zien.
Urgentie: Gewenst
Garderobe
De garderobe bevindt zich in ruimte 0.010. De kapstokken zijn te hoog voor kleine personen
en rolstoelgebruikers om de jas op te hangen. Er zou besloten kunnen worden om deze
mensen standaard een eigen kluisje te geven zodat zij hierin hun jas op kunnen bergen, maar
er zou ook besloten kunnen worden om minimaal één lagere kapstok te realiseren. Voor
bezoekers is het ook van belang dat zij hun jas op kunnen hangen.
Functiebeperkingen: (voort) Bewegen, Arm/Handfunctie, Energie.
Urgentie: Essentieel
Kantine
Binnen de CHE is er een kantine. Deze bestaat uit een buffetbalie van Albron en een eetcafé
van Coffee&More. De balies bij beide voorzieningen zijn te hoog om makkelijk te zien wat er
op de balie staat. Op dit moment zijn studenten hierdoor afhankelijk van hulp van de
medewerkers. De advieshoogte van een balie is 800 mm. Richtlijnen voor de kantine voor
visueel beperkte studenten zijn:
- Geleidelijnen op de grond met de te volgen routes
- Goede informatie/ indeling producten
- Markering langs de wand: visueel kleurcontrast (tussen 1400 –1600 mm boven het
loopoppervlak)
Functiebeperkingen: (gaan) Zitten, (voort) Bewegen, Arm/Handfunctie, Zien.
Urgentie: Gewenst
Klimaat-ventilatiebeheersing
Deze voorzieningen zijn in het gehele schoolgebouw goed georganiseerd. Er zijn in vrijwel alle
lokalen zonneschermen aanwezig en ramen die opengezet kunnen worden. Deze
voorzieningen zijn niet aanwezig in de lokalen die aan het atrium grenzen. Hier zal rekening
mee gehouden moeten worden bij het inplannen van de lokalen.
Functiebeperkingen: Ademhaling/Allergie, Concentratie, Zien.
Kluisjes
Tegenover 0.031A en 0.205 op de plattegrond vindt u de klassenkluizen. Deze kluisjes zijn
veel te hoog. Kleine mensen en rolstoelgebruikers kunnen vaak niet bij hun klassenkluis. Bij
een individuele kluis kan er rekening gehouden worden met de hoogte, maar bij een
klassenkluis wordt hier geen rekening mee gehouden. Hier zou wel rekening mee gehouden
kunnen worden met het indelen van de kluizen. De mindervalide studenten hebben niet altijd
de mogelijkheid om hulp te vragen als zij iets nodig hebben uit de klassenkluis. De
advieshoogte voor kluisjes zodat deze goed bereikbaar zijn, is een hoogte tussen de 400 en
1350 mm. Ook is het noodzakelijk dat het kluisnummer in braille weergegeven wordt.
Functiebeperkingen: (voort) Bewegen, Arm/Handfunctie, Energie, Zien.
Urgentie: Gewenst
Noodvoorzieningen
Bij alle nooduitgangen moet nagegaan worden of deze toegankelijk
zijn voor rolstoelers en herkenbaar zijn voor blinde/slechtziende
studenten of dove studenten. Als deze nooduitgangen niet
toegankelijk gemaakt kunnen worden, moeten de studenten met
een functiebeperking geïnformeerd worden over de manier waarop
zij wel buiten kunnen komen. De nooduitgang in de
Coffee & More met drempel
en steentjes
29
31. Binnen de hogeschool zijn een Evacchair en een brancard aanwezig. Deze bevinden zich op
een vaste plek binnen de school, zodat deze goed bereikbaar zijn in geval van nood. Wel is
het noodzakelijk dat er nagedacht wordt over een evacuatieplan voor mensen met een
functiebeperking. Hierbij moet gedacht worden aan waar deze mensen zich bevinden binnen
het gebouw en wie de verantwoordelijkheid heeft om deze mensen te gaan redden. Deze
verantwoordelijkheid kan bij de afdeling Huisvesting & Beheer liggen, maar kan ook bij de
academie liggen waar de student studeert.
Daarnaast is het noodzakelijk dat de alarmschakelaars en de brandblussers zich op een
hoogte tussen 900 en 1200 mm bevinden, zodat deze voor iedereen toegankelijk zijn.
Voor mensen met een gehoorbeperking is het noodzakelijk dat er bij geval van nood alarm
lichtsignalen uit alle richtingen komen. Voor mensen met een visuele beperkingen is het
noodzakelijk dat er geluidssignalen uit alle richtingen komen. Ook is het van belang dat er
auditief en visueel (in een contrasterende kleur) richtingaangevende tekens zijn die de
vluchtroute aangeven en dat de noodverlichting zich laag bij de grond bevindt.
Functiebeperkingen: (voort) Bewegen, Ademhaling/Allergie, Arm/Handfunctie, Concentratie, Dyslexie,
Energie, Horen, Verwerken van info, Zien.
Urgentie: Essentieel
Personenliften
In beide personenliften binnen de hogeschool (0.033 en 0.001B) is geen braille aanwezig.
Blinde of slechtziende personen kunnen op deze manier niet zelfstandig gebruik maken van
de lift.
Als minder mobiele studenten naar Verpleegkunde of Bureau Studentzaken willen, moeten zij
gebruik maken van de „bouw‟lift. (0.303) Deze lift is officieel niet geschikt voor personen. Hier
zal een alternatief voor moeten komen. Na deze lift zit een deur met een dranger. Dit is voor
mensen in een rolstoel niet makkelijk om open te krijgen. Een oplossing hiervoor is een
automatische dranger met een rode knop.
Richtlijnen voor personenliften zijn:
- Het bedieningspaneel en de alarmtelefoon bevindt zich op een hoogte tussen 900 en
1200 mm.
- Er is een opklapbaar zitje aanwezig of er zijn armsteunen aanwezig.
- De aanduiding van de verdieping moet zowel visueel als auditief zijn.
Functiebeperkingen: (voort) Bewegen, Arm/Handfunctie, Energie, Horen, Verwerken van informatie,
Zien.
Urgentie: Essentieel
Postvakken docenten
De postvakken van de docenten staan allemaal gestapeld in de ruimte bij de Servicebalie.
Deze zijn te hoog voor kleine mensen of mensen in een rolstoel of met een beperkte
arm/handfunctie. De hoogte van de postvakken moet tussen de 400 en 1350 mm zijn. Ook
moet de naam van de docent weergegeven zijn in braille en in een contrasterende kleur.
De mogelijkheid om de rijen met kluizen te verlagen is erg gering. Daarom adviseer ik om met
de desbetreffende academie af te spreken dat de beroepsproducten op het academiebureau
gebracht kunnen worden en dat overige post afgegeven kan worden bij de Servicebalie en dat
deze mensen zorgen dat de post op de goede afdeling en bij de goede persoon terecht komt.
Functiebeperking: (voort) Bewegen, Arm/Handfunctie, Energie, Zien.
Urgentie: Essentieel
Rustruimte
Binnen de CHE is geen rustruimte aanwezig waar studenten of medewerkers kunnen rusten
voor of na de colleges voordat ze bijvoorbeeld weer een lange reis naar huis moeten maken
of als zij zich niet goed voelen. Ik adviseer om minimaal één ruimte hiervoor beschikbaar te
stellen en hier een bed in te plaatsen.
Functiebeperkingen: (voort) Bewegen, Arm/Handfunctie, Energie.
30
32. Urgentie: Gewenst
Toiletten
Bij 0.201 en 0.202 bevinden zich de toiletten voor de studenten. Daarnaast is er naast het
damestoilet een toilet voor medewerkers en bezoekers. Er zou een mogelijkheid gecreëerd
kunnen worden om in het herentoilet van het meest linkse toilet een mindervalidentoilet te
maken. Ook bestaat de mogelijkheid om het medewerkertoilet aan te passen voor
mindervalide studenten en medewerkers.
Extra adviezen voor mindervalidentoiletten zijn:
- Eén miva-toilet per verdieping.
- Sanitaire voorzieningen/deurslot in contrasterende kleur.
- Een alarmvoorziening rondom in het toilet op 400 mm hoogte.
Functiebeperkingen: (gaan) Zitten, (voort) Bewegen, Verwerken van informatie,
Trappen (binnen)
Adviezen voor trappen binnen de school zijn:
- Leuning van de trap aan beide zijden
- Stootborden tussen de treden
- Traptrede diepte = 240 mm
- Traptrede hoogte = 185 mm
- Treden zijn stroef (antislip)
- Treden zijn vlak
- Leuning hoogte tussen 850 - 950 mm boven traptrede
- Begin van de trap heeft een voelbaar afwijkende vloerafwerking
- Eind van de trap heeft een voelbaar afwijkende vloerafwerking
- Leuning in contrasterende kleur
- Treden in kleurcontrast
Functiebeperkingen: (voort) Bewegen, Arm/Handfunctie, Energie, Zien.
Urgentie: Gewenst
Apparaten
Computers
Voor studenten met dyslexie of een visuele beperking is het soms lastig om te lezen wat er op
het beeldscherm staat. Een advies hiervoor is beeldschermvergroting of een groter
beeldscherm. Voor visueel beperkte studenten is het ook noodzakelijk dat er een
brailleleesregel en een brailleprinter aanwezig is.
Functiebeperkingen: Dyslexie, Zien.
Urgentie: Gewenst
Facilityapparaten/Geldwisselapparaten
De displayhoogte en insteekhoogte moet tussen de 1000 en 1400 mm zijn. Als de
displayhoogte en de insteekhoogte toch hoger is, moet er een verhoging beschikbaar zijn voor
rolstoelgebruikers. Voor mensen met een visuele beperking is het noodzakelijk dat er gebruik
gemaakt wordt van kleurcontrast en duidelijk lettergebruik.
Functiebeperkingen: (voort) Bewegen, Energie, Zien
Urgentie: Essentieel
Kopieerapparaten
Voor rolstoelgebruikers is het kopieerapparaat wellicht te hoog. Hiervoor moet er een
verhoging beschikbaar zijn waar rolstoelgebruikers op kunnen gaan staan. Ook moet er
rondom het apparaat ruimte beschikbaar zijn om de CHE-pas op het apparaat te leggen.
Richtlijn hiervoor is 1500 x 1500 mm.
Voor visueel beperkte studenten is het noodzakelijk dat er op het kopieerapparaat gebruik
gemaakt is van kleurcontrast.
Functiebeperkingen: (voort) Bewegen, Zien.
Urgentie: Gewenst
31