6. Algemene
PO-‐‘Feiten’
• Getallen
&
bewerkingen
grotendeels
op
orde
• Cijferend
vermenigvuldigen
en
delen
is
een
aandachtspunt
• Minder
ruimtelijke
vaardigheden
en
zeker
minder
vaardig
in
&jdrekenen
• Niet
kennen
van
de
herleidingen
in
het
metriek
stelsel
en
hebben
een
puzzel
m.b.t.
het
uitvoeren
van
berekeningen
voor
omtrek,
oppervlakte
en
inhoud
7. Algemene
VO-‐‘Feiten’
• Rekenen,
meten
en
sta&s&ek
rela&ef
sterk
ontwikkelde
domeinen
bij
tweedeklassers
• Algebra
en
meetkunde
zijn
probleemdomeinen
8. Wat
hadden
ze
moeten
leren?
• Wat
moet
je
voor
taal
&
rekenen
op
jouw
niveau
beheersen
om
goed
voorbereid
te
zijn
op
de
volgende
fase
in
je
schoolloopbaan?
• Wat
moet
je
kennen
en
kunnen
voor
een
behoorlijk
func&oneren
in
de
maatschappij?
10. Kerndoelen
en
referen&eniveaus
• De
kerndoelen
beschrijven
het
aanbod
en
geven
een
inspanningsverplich5ng
voor
docenten
en
het
onderwijs
• Referen&eniveaus
beschrijven
doelen
die
een
opbrengstverplich5ng
zijn
voor
de
leerling
• WeSelijke
kaders
11. Het
WAT
• Het
referen&ekader
gaat
over
het
‘wat’
van
het
onderwijs
• Basiskennis
en
–vaardigheden:
dat
wat
noodzakelijk
is
voor
persoonlijke
ontwikkeling,
culturele
geleSerdheid
en
maatschappelijke
toerus&ng
12. Referen&ekader
doorgaande
leerlijnen
taal
en
rekenen
• Het
pad
van
PO
tot
HO
is
vastgelegd
wat
leerlingen
op
bepaalde
momenten
in
hun
schoolloopbaan
moeten
kennen
en
kunnen!
• Het
referen&ekader
bevat
beschrijvingen
op
beheersingsniveaus
van
kennis
en
vaardigheden!
• Houvast
voor
de
leerkracht
voor
het
bepalen,
volgen
en
s&muleren
van
de
ontwikkeling
van
leerlingen
op
het
gebied
van
taal
en
rekenen!
15. Uitgaan
van
verschillen
4
referen&eniveaus,
2
onderscheiden
kwaliteiten:
• fundamentele
kwaliteit
(F-‐spoor):
gerealiseerd
te
worden
door
elke
leerling
(in
elk
geval
eind
groep
8)
• stree1waliteit
(S-‐spoor)
uitdagend
perspec&ef
voor
leerlingen
die
meer
aan
kunnen
• Fundamentele
en
stree`waliteiten
overlappen
elkaar
deels
19. Overgang
PO-‐VO
• Interpreta&es
van
aangeleverde
gegevens
zijn
vaak
een
probleem
(G.
Gelderblom)
• Gesprekken
tussen
PO
en
VO
gaan
meestal
niet
over
de
leerstofinhoudelijke
aanslui&ng
of
aanpak
• Zo’n
25%
van
de
leerlingen
zit
in
de
derde
klas
VO
op
een
ander
niveau
dan
het
PO
adviseerde.
Breuk
op
didac&sch
en
pedagogisch
vlak?
• Geen
systema&sche
samenwerking
en
wederzijdse
afstemming
tussen
PO
en
VO
20. POVO’s
• In
de
overgang
tussen
PO
en
VO
is
op
het
gebied
van
doorlopende
leerlijnen
rekenen
en
samenwerking
tussen
scholen
veel
winst
te
behalen.
• Zowel
qua
niveau,
inhoud
als
aanpak.
Streven
naar
afstemming
tussen
PO
en
VO
op
didac&sch
aanpak
en
aanslui&ng
PO
en
VO.
21. • Niet
enkel
het
‘wat’,
maar
in
belangrijke
mate
ook
het
‘hoe’.
• Hoe
bieden
docenten
onderwijs
aan?
• Hoe
wordt
het
onderwijs
georganiseerd?
• Hoe
worden
deelnemers
gemo&veerd,
uitgedaagd
en
begeleid?
22. Het
‘hoe’
is
van
doorslaggevende
betekenis
voor
het
succesvol
realiseren
van
de
gewenste
inhouden
en
doelen.