SlideShare a Scribd company logo
1 of 5
Download to read offline
Pagina 1/5
WELZIJNSINDICATOREN
DEEL 5 – ANDERE & MOGELIJKS BETERE WELZIJNSINDICATOREN 2:
SAFETY PERFORMANCE INDICATOREN (SPI)
Externe Dienst voor Preventie en Bescherming Securex vzw
Maatschappelijke zetel: Tervurenlaan 43, 1040 Brussel
RPR: Brussel - Ondernemingsnr.: 0410.664.940 - Bank: 290-0006306-22 - IBAN BE06 2900 0063 0622 - BIC GEBABEBB - www.securex.be
Brouwerijstraat 1, 9031 Drongen – T +32 9 282 16 03 – F +32 9 282 15 70 – health&safety@securex.be
Waarom nog een andere Performance Indicator?
Vernieuwing is een moeilijk gegeven. Voorheen hebben we reeds gesteld dat de mens een
gewoontedier is die zijn gedrag niet zomaar zal aanpassen. Nagenoeg iedere keer komt
gedragsverandering er pas onder invloed van een externe factor. Jammer genoeg komt deze externe
factor er dikwijls onder de vorm van een ramp, waarmee er extreme gevolgen op menselijk vlak
gepaard gaan. Pas dan valt er meestal een duidelijke gedragsverandering waar te nemen. Voor de
verandering van groepsgedrag zijn dit grote gevolgen op maatschappelijk vlak (bvb een groot aantal
slachtoffers bij een incident), maar een individuele consequentie kan echter voor verandering bij één
persoon zorgen. Zo zal de confrontatie in de privésfeer met een brand een drastische verandering
teweegbrengen bij die persoon. De brand in het Woonzorgcentrum Kanunnik J Triest in Melle bracht
enerzijds grote veranderingen met zich mee op wetgevend vlak, maar als je anderzijds kijkt naar het
personeel van het desbetreffende WZC en het personeel in andere ouderenvoorzieningen dan zijn er
toch grote verschillen waar te nemen in hun beider perceptie van brand. Zo heeft niemand in WZC
Kanunnik Triest er een probleem mee om bewoners op welk moment van de dag naar de rookkamer
te begeleiden. Stel je deze maatregel ergens anders voor dan is er alleen maar protest over de werklast
dat dit met zich meebrengt.
Zo kwam de term Safety Performance Indicator er na een grote ramp, met name de explosie in de BP
Texas City Refinery op 23 maart 2005. Deze ontploffing eiste een zware tol met 15 dodelijke
slachtoffers en meer dan 180 gewonden. Het incident deed zich voor aan de isomerisatie-kraker,
waarbij er een dampexplosie van een koolwaterstofmengsel gebeurde. Zowel een onafhankelijke
commissie van BP (Baker Panel) als de US Chemical Safety and Hazard Investigation Board van de federale
Occupational Safety & Health Administration kwamen tot dezelfde conclusie: dit incident kwam er door
toedoen van meerdere technische en organisatorische fouten in de raffinaderij, maar dat er ook
organisatorische tekortkomingen waren binnen de groep BP. In navolging van dit incidentonderzoek is
een Safety Performance Indicator als een middel beschouwd om herhaling van een dergelijke ramp te
voorkomen. Dit heeft geleid tot een groei van SPI’s in de industrie vanaf 2007 (na voltooiing van het
onderzoek).
In eerste instantie zijn SPI’s gericht op de procesveiligheid, maar bij uitbreiding kunnen ze wel gebruikt
worden om uw geheel Welzijnsbeleid in cijfers te gieten, zo ook veiligheidsgedrag. Maar net zoals alle
andere indicatoren moeten we opletten dat we ze niet overwaarderen en sluipt het gevaar van de
dualiteit tussen meten en sturen door indicatoren binnen. Dit komt doordat er geen indicatoren te
definiëren zijn die niet beïnvloedbaar zijn door de mens en zijn gedrag. Intrinsiek is een indicator
bedoeld om te meten, alleen zal hij na verloop van tijd een streefdoel op zich vormen, waardoor de
indicator dus een sturend instrument wordt in plaats van het bedoelde meetinstrument. Vandaar ook
het gevaar dat het behalen van de indicator primair gesteld wordt tegenover de eigenlijke
achterliggende bedoeling. Als gevolg zouden we dus meer indicatoren moeten definiëren om al doelen
te bestrijken, maar staat dan wee in contrast met de gedachte om net niet te veel indicatoren vast te
leggen. We moeten met andere woorden de indicator overstijgen met onze doel, zijnde een veiliger
gedrag in werkomgeving bekomen. Wees dus voorzichtig met zowel uw aantal indicatoren, maar
vooral de definitie en bijgevolg de doelstelling ervan.
In deze optiek zou een SPI als procesveiligheidsindicator gericht moeten zijn op ongewenste
gebeurtenissen. Nog een stap verder komen we als we er leading indicatoren kunnen van maken. Ze
Pagina 2/5
WELZIJNSINDICATOREN
DEEL 5 – ANDERE & MOGELIJKS BETERE WELZIJNSINDICATOREN 2:
SAFETY PERFORMANCE INDICATOREN (SPI)
Externe Dienst voor Preventie en Bescherming Securex vzw
Maatschappelijke zetel: Tervurenlaan 43, 1040 Brussel
RPR: Brussel - Ondernemingsnr.: 0410.664.940 - Bank: 290-0006306-22 - IBAN BE06 2900 0063 0622 - BIC GEBABEBB - www.securex.be
Brouwerijstraat 1, 9031 Drongen – T +32 9 282 16 03 – F +32 9 282 15 70 – health&safety@securex.be
zullen dus een voorspellende waarde hebben voor het voorkomen en beheersen van deze ongewenste
gebeurtenissen.
Het vlinderdasmodel
Om de SPI’s in kaart te brengen moeten we hier eerst het vlinderdasmodel vermelden. Dit model, ook
wel bow-tie genoemd, is een gekend risicoanalysemodel waarbij de oorzaken & gevolgen van een
afwijkende gebeurtenis in kaart kunnen worden gebracht. De oorsprong van het vlinderdasmodel is
nogal vaag: het verschijnt voor het eerst rond 1979 in Australië, maar het is wel duidelijk dat Shell het
eerste bedrijf is dat het model in de praktijk wereldwijd toegepast heeft binnen zijn organisatie. In
wezen is het een heel eenvoudig model, waarbij de naam refereert naar de vorm hoe het model visueel
eruit ziet (zie figuur). Net door deze visueel eenvoudige vormgeving is het heel gebruiksvriendelijk.
Bij de opbouw van het model wordt er steeds gestart bij de knoop in het midden, waar een afwijkende
gebeurtenis gedefinieerd wordt. Dit is ook gekend als loss of containment ofte LOC. Vervolgens worden
de nadelige gevolgen aan de rechterzijde opgesomd. Dit is meestal het eenvoudigst , want dit ligt in de
natuur van het menselijk denken waarbij we eerder op consequenties gefocust zijn. Aan de linkerzijde
komen de oorzaken te staan, welke moeilijker te vinden zijn. Hoe meer oorzaken er echter gevonden
worden, hoe sterker uw vlinderdasmodel. Tot slot is het de bedoeling dat we aan beide zijden van de
LOC maatregelen definiëren zodat enerzijds de afwijkende gebeurtenis zich niet kan voordoen door
Pagina 3/5
WELZIJNSINDICATOREN
DEEL 5 – ANDERE & MOGELIJKS BETERE WELZIJNSINDICATOREN 2:
SAFETY PERFORMANCE INDICATOREN (SPI)
Externe Dienst voor Preventie en Bescherming Securex vzw
Maatschappelijke zetel: Tervurenlaan 43, 1040 Brussel
RPR: Brussel - Ondernemingsnr.: 0410.664.940 - Bank: 290-0006306-22 - IBAN BE06 2900 0063 0622 - BIC GEBABEBB - www.securex.be
Brouwerijstraat 1, 9031 Drongen – T +32 9 282 16 03 – F +32 9 282 15 70 – health&safety@securex.be
toedoen van een bepaalde oorzaak en anderzijds dat de afwijkende gebeurtenis niet tot de nadelige
gevolgen kan leiden. Deze maatregelen zijn beter gekend als line of defence (LOD).
- Aan de linkerzijde komen dus de preventiemaatregelen te staan, waardoor de loss of
containment niet kan voorvallen.
- Aan de rechterzijde leggen we de effectbarrières vast die er zullen voor zorgen dat de gevolgen
van de afwijkende gebeurtenis beperkt blijven (loss control). Dit zijn dus eerder repressieve
maatregelen.
Een afwijkende gebeurtenis kan bvb een lekkende leiding, een kortsluiting, verlies van controle bij
transport of het falen van een constructie zijn. De mogelijke oorzaken moeten we dan zoeken bij
klimatologische omstandigheden (storm, sneeuw, koude,…), chemische (corrosie), mechanisch
(metaalmoeheid of slijtage), fysische (hoge druk of temperatuur) of het menselijk falen. Het spreekt
voor zich dat zware ongevallen, schade aan kapitaal, productieverlies of een brand onder gevolgen
thuishoren.
Als we de LOD’s (zowel de preventiemaatregel als de effectbarrière) onder de loep nemen, dan
worden deze steevast tot 2 categorieën herleid:
- Technische maatregelen (veiligheidskleppen, zekeringen, detectiesystemen,…)
- Organisatorische maatregelen (veilig ontwerp, preventief onderhoud, noodplannen,…)
Echter speelt de menselijke factor meer en meer een bepalende rol als basisoorzaak dat het onmogelijk
is om een afwijkende gebeurtenis uit te sluiten op basis van louter technische & organisatorische
maatregelen. Een derde categorie met gedragsmaatregelen is onontbeerlijk geworden (participatie
werknemers, voorbeeldfunctie HL, observaties, manier van leidinggeven,…).
Zoals reeds gesteld wordt dit model veelvuldig gebruikt in de procesveiligheid. Sinds de opkomst van
het Enterprise Risk Management (ERM), duikt het model echter steeds meer op binnen de Health,
Safety & Environment wereld, waarbij de parameters die variabelen van het vlinderdasmodel opvolgen
gekend zijn als Safety Performance Indicatoren. Als we het model nader bekijken dat zien we dat er
drie plaatsen zijn waar we SPI’s kunnen definiëren:
- Niveau 1: indicatoren op niveau van het DRBS. Dit is het managementsysteem met procedures
& processen die er voor zorgen dat er voldoende kwaliteitsvolle LOD’s voorhanden zijn.
- Niveau 2: indicatoren op niveau van de LOD’s, maw de maatregelen om incidenten te
voorkomen, maar ook om de gevolgen hiervan te beperken. Als we terugdenken aan het
onderscheid tussen leading en lagging, dan is het duidelijk dat het meten van de LOD-
preventiemaatregelen leading indicatoren oplevert. Deze zijn dan ook het sterkst in het
beheersen van uw risico’s. Het meten van de LOD-effectbarrières zal op zijn beurt lagging
indicatoren voortbrengen, die minder sterk zijn in de risicobeheersing.
- Niveau 3: indicatoren op niveau van de gevolgen. Dit zijn de zwakste indicatoren, zoals bvb het
meten van het aantal arbeidsongevallen.
Ongeacht het feit dat SPI’s op niveau 1 sterker zijn dan deze op niveau 2 en 3, is het aangewezen om
SPI’s te definiëren op alle niveaus. Neem nu bijvoorbeeld de werking van een veiligheidsklep:
- SPI niveau 1: organiseren van een preventief onderhoudsprogramma met maandelijks grondig
onderhoud van de veiligheidskleppen
- SPI niveau 2: wekelijks dienen veiligheidskleppen minstens 1x effectief getest te worden
- SPI niveau 3: registratie & opvolging van een het aantal incidenten waarbij de veiligheidsklep wel
of niet gewerkt heeft
Pagina 4/5
WELZIJNSINDICATOREN
DEEL 5 – ANDERE & MOGELIJKS BETERE WELZIJNSINDICATOREN 2:
SAFETY PERFORMANCE INDICATOREN (SPI)
Externe Dienst voor Preventie en Bescherming Securex vzw
Maatschappelijke zetel: Tervurenlaan 43, 1040 Brussel
RPR: Brussel - Ondernemingsnr.: 0410.664.940 - Bank: 290-0006306-22 - IBAN BE06 2900 0063 0622 - BIC GEBABEBB - www.securex.be
Brouwerijstraat 1, 9031 Drongen – T +32 9 282 16 03 – F +32 9 282 15 70 – health&safety@securex.be
Voorbeelden van Safety Performance Indicatoren
NIVEAU 1:
- FEEDBACK
o Aantal werknemers die jaarlijks op veiligheid geëvalueerd worden
o Aantal beantwoorde verbetervoorstellen
- VOORBEELDFUNCTIE
o Aantal veiligheidsvergaderingen bijgewoond door hoger management
o Aantal HSE-observaties uitgevoerd door hoger management
o % aanwezigheid management op toolboxmeetings
o % aanwezigheid van management op veiligheidsvergaderingen
- OPLEIDING
o % van specifieke opleiding voor personeel
o Frequentie van toolboxmeetings
o % van specifieke opleiding voor contractors
- BEWUSTZIJN
o % van besproken HSE-observaties op management
o Aantal gevolgde verbetervoorstellen
o % van uitgevoerde preventiemaatregelen binnen de voorziene tijd
o % aanwezigheid op de veiligheidsvergaderingen
o % van uitgevoerde HSE-observaties op de werkvloer
o % van uitgevoerde acties naar aanleiding van incidenten
o Aantal uitgevoerde arbeidsongevalanalyses/totaal aantal arbeidsongevallen
NIVEAU 2:
- TECHNISCH
o % van goed werkende veiligheidskleppen bij test
o Tendens van aantal defecten gerepareerd bij preventief onderhoud
o Aantal incidenten naar aanleiding van een technisch mankement
o % van goed werkende noodstoppen
o Aantal noodoproepen
o Aantal curatieve onderhoudstussenkomsten
o Aantal lekken
- ORGANISATORISCH
o Aantal uitgevoerde testen/geplande testen
o % van getest materiaal dat test doorstaat
o Aantal uitgevoerde onderhoudsopdrachten/geplande preventieve
onderhoudsopdrachten
o Aantal beantwoorde verbetervoorstellen
o % invulling van kritische taken door juist profiel werknemer
o % van periodiek geteste veiligheidsprocedures
o % van afgeleverde werkvergunningen
o Aantal herziene of nieuwe risicoanalyses
NIVEAU 3:
- Frequentiegraad arbeidsongevallen
Pagina 5/5
WELZIJNSINDICATOREN
DEEL 5 – ANDERE & MOGELIJKS BETERE WELZIJNSINDICATOREN 2:
SAFETY PERFORMANCE INDICATOREN (SPI)
Externe Dienst voor Preventie en Bescherming Securex vzw
Maatschappelijke zetel: Tervurenlaan 43, 1040 Brussel
RPR: Brussel - Ondernemingsnr.: 0410.664.940 - Bank: 290-0006306-22 - IBAN BE06 2900 0063 0622 - BIC GEBABEBB - www.securex.be
Brouwerijstraat 1, 9031 Drongen – T +32 9 282 16 03 – F +32 9 282 15 70 – health&safety@securex.be
- Ernstgraad arbeidsongevallen
- Aantal incidenten
- Aantal near-misses
- Aantal tussenkomsten nijverheidshelper
- Ernst tussenkomst nijverheidshelper

More Related Content

Similar to Welzijnsindicatoren - SAFETY PERFORMANCE INDICATOREN

Artikel SA uit Automatie|PMA edite nr. 02 jaar 2017
Artikel SA  uit Automatie|PMA edite nr. 02 jaar 2017Artikel SA  uit Automatie|PMA edite nr. 02 jaar 2017
Artikel SA uit Automatie|PMA edite nr. 02 jaar 2017Erik Daalder
 
Iva Presentatie 18 Maart 2009
Iva Presentatie 18 Maart 2009Iva Presentatie 18 Maart 2009
Iva Presentatie 18 Maart 2009Engelenr
 
121206 handout bba arbouw
121206 handout bba arbouw121206 handout bba arbouw
121206 handout bba arbouwVRHLslideshare
 
Principled Performance
Principled PerformancePrincipled Performance
Principled PerformanceMartijn Zoet
 
Members magazine q1 2016 duurzaam
Members magazine q1 2016   duurzaamMembers magazine q1 2016   duurzaam
Members magazine q1 2016 duurzaamSebyde
 
Waarom mensen geen risico's kunnen inschatten
Waarom mensen geen risico's kunnen inschattenWaarom mensen geen risico's kunnen inschatten
Waarom mensen geen risico's kunnen inschattenGuusk
 
Handreiking Risicoanalyse
Handreiking   RisicoanalyseHandreiking   Risicoanalyse
Handreiking RisicoanalyseNAVI
 
Opmerkzaamheid, Sleutel tot hogere betrouwbaarheid
Opmerkzaamheid, Sleutel tot hogere betrouwbaarheidOpmerkzaamheid, Sleutel tot hogere betrouwbaarheid
Opmerkzaamheid, Sleutel tot hogere betrouwbaarheidRonVonk
 
Principled performance
Principled performancePrincipled performance
Principled performanceKoen Smit
 
Dolleman gedrag en veiligheid[1]
Dolleman   gedrag en veiligheid[1]Dolleman   gedrag en veiligheid[1]
Dolleman gedrag en veiligheid[1]Henk Dolleman
 
Les 3 Risicomanagement En Omgevingsfactoren
Les 3 Risicomanagement En OmgevingsfactorenLes 3 Risicomanagement En Omgevingsfactoren
Les 3 Risicomanagement En OmgevingsfactorenMediena Business School
 
Soc. Intel. Als Interne Beheersingsmaatregel
Soc. Intel. Als Interne BeheersingsmaatregelSoc. Intel. Als Interne Beheersingsmaatregel
Soc. Intel. Als Interne Beheersingsmaatregelmatthiasfreeke
 
Bevindingen asset management Gemeente Apeldoorn
Bevindingen asset management Gemeente ApeldoornBevindingen asset management Gemeente Apeldoorn
Bevindingen asset management Gemeente ApeldoornJohn de Croon
 
De risicoregelreflex-ontleed - Onderzoeksrapportage
De risicoregelreflex-ontleed - OnderzoeksrapportageDe risicoregelreflex-ontleed - Onderzoeksrapportage
De risicoregelreflex-ontleed - OnderzoeksrapportageBart Litjens
 

Similar to Welzijnsindicatoren - SAFETY PERFORMANCE INDICATOREN (20)

Prebes Paper 2
Prebes Paper 2Prebes Paper 2
Prebes Paper 2
 
Artikel SA uit Automatie|PMA edite nr. 02 jaar 2017
Artikel SA  uit Automatie|PMA edite nr. 02 jaar 2017Artikel SA  uit Automatie|PMA edite nr. 02 jaar 2017
Artikel SA uit Automatie|PMA edite nr. 02 jaar 2017
 
Iva Presentatie 18 Maart 2009
Iva Presentatie 18 Maart 2009Iva Presentatie 18 Maart 2009
Iva Presentatie 18 Maart 2009
 
121206 handout bba arbouw
121206 handout bba arbouw121206 handout bba arbouw
121206 handout bba arbouw
 
Artikel Scrm
Artikel ScrmArtikel Scrm
Artikel Scrm
 
Principled Performance
Principled PerformancePrincipled Performance
Principled Performance
 
Members magazine q1 2016 duurzaam
Members magazine q1 2016   duurzaamMembers magazine q1 2016   duurzaam
Members magazine q1 2016 duurzaam
 
Waarom mensen geen risico's kunnen inschatten
Waarom mensen geen risico's kunnen inschattenWaarom mensen geen risico's kunnen inschatten
Waarom mensen geen risico's kunnen inschatten
 
Handreiking Risicoanalyse
Handreiking   RisicoanalyseHandreiking   Risicoanalyse
Handreiking Risicoanalyse
 
Opmerkzaamheid, Sleutel tot hogere betrouwbaarheid
Opmerkzaamheid, Sleutel tot hogere betrouwbaarheidOpmerkzaamheid, Sleutel tot hogere betrouwbaarheid
Opmerkzaamheid, Sleutel tot hogere betrouwbaarheid
 
Principled performance
Principled performancePrincipled performance
Principled performance
 
AVG als grootste zorg-def
AVG als grootste zorg-defAVG als grootste zorg-def
AVG als grootste zorg-def
 
Dolleman gedrag en veiligheid[1]
Dolleman   gedrag en veiligheid[1]Dolleman   gedrag en veiligheid[1]
Dolleman gedrag en veiligheid[1]
 
Sgbo irs
Sgbo irsSgbo irs
Sgbo irs
 
Les 3 Risicomanagement En Omgevingsfactoren
Les 3 Risicomanagement En OmgevingsfactorenLes 3 Risicomanagement En Omgevingsfactoren
Les 3 Risicomanagement En Omgevingsfactoren
 
Soc. Intel. Als Interne Beheersingsmaatregel
Soc. Intel. Als Interne BeheersingsmaatregelSoc. Intel. Als Interne Beheersingsmaatregel
Soc. Intel. Als Interne Beheersingsmaatregel
 
Bevindingen asset management Gemeente Apeldoorn
Bevindingen asset management Gemeente ApeldoornBevindingen asset management Gemeente Apeldoorn
Bevindingen asset management Gemeente Apeldoorn
 
Les 2 Informatieverzorging
Les 2 InformatieverzorgingLes 2 Informatieverzorging
Les 2 Informatieverzorging
 
De risicoregelreflex-ontleed - Onderzoeksrapportage
De risicoregelreflex-ontleed - OnderzoeksrapportageDe risicoregelreflex-ontleed - Onderzoeksrapportage
De risicoregelreflex-ontleed - Onderzoeksrapportage
 
Wat doet_Go2Sure
Wat doet_Go2SureWat doet_Go2Sure
Wat doet_Go2Sure
 

Welzijnsindicatoren - SAFETY PERFORMANCE INDICATOREN

  • 1. Pagina 1/5 WELZIJNSINDICATOREN DEEL 5 – ANDERE & MOGELIJKS BETERE WELZIJNSINDICATOREN 2: SAFETY PERFORMANCE INDICATOREN (SPI) Externe Dienst voor Preventie en Bescherming Securex vzw Maatschappelijke zetel: Tervurenlaan 43, 1040 Brussel RPR: Brussel - Ondernemingsnr.: 0410.664.940 - Bank: 290-0006306-22 - IBAN BE06 2900 0063 0622 - BIC GEBABEBB - www.securex.be Brouwerijstraat 1, 9031 Drongen – T +32 9 282 16 03 – F +32 9 282 15 70 – health&safety@securex.be Waarom nog een andere Performance Indicator? Vernieuwing is een moeilijk gegeven. Voorheen hebben we reeds gesteld dat de mens een gewoontedier is die zijn gedrag niet zomaar zal aanpassen. Nagenoeg iedere keer komt gedragsverandering er pas onder invloed van een externe factor. Jammer genoeg komt deze externe factor er dikwijls onder de vorm van een ramp, waarmee er extreme gevolgen op menselijk vlak gepaard gaan. Pas dan valt er meestal een duidelijke gedragsverandering waar te nemen. Voor de verandering van groepsgedrag zijn dit grote gevolgen op maatschappelijk vlak (bvb een groot aantal slachtoffers bij een incident), maar een individuele consequentie kan echter voor verandering bij één persoon zorgen. Zo zal de confrontatie in de privésfeer met een brand een drastische verandering teweegbrengen bij die persoon. De brand in het Woonzorgcentrum Kanunnik J Triest in Melle bracht enerzijds grote veranderingen met zich mee op wetgevend vlak, maar als je anderzijds kijkt naar het personeel van het desbetreffende WZC en het personeel in andere ouderenvoorzieningen dan zijn er toch grote verschillen waar te nemen in hun beider perceptie van brand. Zo heeft niemand in WZC Kanunnik Triest er een probleem mee om bewoners op welk moment van de dag naar de rookkamer te begeleiden. Stel je deze maatregel ergens anders voor dan is er alleen maar protest over de werklast dat dit met zich meebrengt. Zo kwam de term Safety Performance Indicator er na een grote ramp, met name de explosie in de BP Texas City Refinery op 23 maart 2005. Deze ontploffing eiste een zware tol met 15 dodelijke slachtoffers en meer dan 180 gewonden. Het incident deed zich voor aan de isomerisatie-kraker, waarbij er een dampexplosie van een koolwaterstofmengsel gebeurde. Zowel een onafhankelijke commissie van BP (Baker Panel) als de US Chemical Safety and Hazard Investigation Board van de federale Occupational Safety & Health Administration kwamen tot dezelfde conclusie: dit incident kwam er door toedoen van meerdere technische en organisatorische fouten in de raffinaderij, maar dat er ook organisatorische tekortkomingen waren binnen de groep BP. In navolging van dit incidentonderzoek is een Safety Performance Indicator als een middel beschouwd om herhaling van een dergelijke ramp te voorkomen. Dit heeft geleid tot een groei van SPI’s in de industrie vanaf 2007 (na voltooiing van het onderzoek). In eerste instantie zijn SPI’s gericht op de procesveiligheid, maar bij uitbreiding kunnen ze wel gebruikt worden om uw geheel Welzijnsbeleid in cijfers te gieten, zo ook veiligheidsgedrag. Maar net zoals alle andere indicatoren moeten we opletten dat we ze niet overwaarderen en sluipt het gevaar van de dualiteit tussen meten en sturen door indicatoren binnen. Dit komt doordat er geen indicatoren te definiëren zijn die niet beïnvloedbaar zijn door de mens en zijn gedrag. Intrinsiek is een indicator bedoeld om te meten, alleen zal hij na verloop van tijd een streefdoel op zich vormen, waardoor de indicator dus een sturend instrument wordt in plaats van het bedoelde meetinstrument. Vandaar ook het gevaar dat het behalen van de indicator primair gesteld wordt tegenover de eigenlijke achterliggende bedoeling. Als gevolg zouden we dus meer indicatoren moeten definiëren om al doelen te bestrijken, maar staat dan wee in contrast met de gedachte om net niet te veel indicatoren vast te leggen. We moeten met andere woorden de indicator overstijgen met onze doel, zijnde een veiliger gedrag in werkomgeving bekomen. Wees dus voorzichtig met zowel uw aantal indicatoren, maar vooral de definitie en bijgevolg de doelstelling ervan. In deze optiek zou een SPI als procesveiligheidsindicator gericht moeten zijn op ongewenste gebeurtenissen. Nog een stap verder komen we als we er leading indicatoren kunnen van maken. Ze
  • 2. Pagina 2/5 WELZIJNSINDICATOREN DEEL 5 – ANDERE & MOGELIJKS BETERE WELZIJNSINDICATOREN 2: SAFETY PERFORMANCE INDICATOREN (SPI) Externe Dienst voor Preventie en Bescherming Securex vzw Maatschappelijke zetel: Tervurenlaan 43, 1040 Brussel RPR: Brussel - Ondernemingsnr.: 0410.664.940 - Bank: 290-0006306-22 - IBAN BE06 2900 0063 0622 - BIC GEBABEBB - www.securex.be Brouwerijstraat 1, 9031 Drongen – T +32 9 282 16 03 – F +32 9 282 15 70 – health&safety@securex.be zullen dus een voorspellende waarde hebben voor het voorkomen en beheersen van deze ongewenste gebeurtenissen. Het vlinderdasmodel Om de SPI’s in kaart te brengen moeten we hier eerst het vlinderdasmodel vermelden. Dit model, ook wel bow-tie genoemd, is een gekend risicoanalysemodel waarbij de oorzaken & gevolgen van een afwijkende gebeurtenis in kaart kunnen worden gebracht. De oorsprong van het vlinderdasmodel is nogal vaag: het verschijnt voor het eerst rond 1979 in Australië, maar het is wel duidelijk dat Shell het eerste bedrijf is dat het model in de praktijk wereldwijd toegepast heeft binnen zijn organisatie. In wezen is het een heel eenvoudig model, waarbij de naam refereert naar de vorm hoe het model visueel eruit ziet (zie figuur). Net door deze visueel eenvoudige vormgeving is het heel gebruiksvriendelijk. Bij de opbouw van het model wordt er steeds gestart bij de knoop in het midden, waar een afwijkende gebeurtenis gedefinieerd wordt. Dit is ook gekend als loss of containment ofte LOC. Vervolgens worden de nadelige gevolgen aan de rechterzijde opgesomd. Dit is meestal het eenvoudigst , want dit ligt in de natuur van het menselijk denken waarbij we eerder op consequenties gefocust zijn. Aan de linkerzijde komen de oorzaken te staan, welke moeilijker te vinden zijn. Hoe meer oorzaken er echter gevonden worden, hoe sterker uw vlinderdasmodel. Tot slot is het de bedoeling dat we aan beide zijden van de LOC maatregelen definiëren zodat enerzijds de afwijkende gebeurtenis zich niet kan voordoen door
  • 3. Pagina 3/5 WELZIJNSINDICATOREN DEEL 5 – ANDERE & MOGELIJKS BETERE WELZIJNSINDICATOREN 2: SAFETY PERFORMANCE INDICATOREN (SPI) Externe Dienst voor Preventie en Bescherming Securex vzw Maatschappelijke zetel: Tervurenlaan 43, 1040 Brussel RPR: Brussel - Ondernemingsnr.: 0410.664.940 - Bank: 290-0006306-22 - IBAN BE06 2900 0063 0622 - BIC GEBABEBB - www.securex.be Brouwerijstraat 1, 9031 Drongen – T +32 9 282 16 03 – F +32 9 282 15 70 – health&safety@securex.be toedoen van een bepaalde oorzaak en anderzijds dat de afwijkende gebeurtenis niet tot de nadelige gevolgen kan leiden. Deze maatregelen zijn beter gekend als line of defence (LOD). - Aan de linkerzijde komen dus de preventiemaatregelen te staan, waardoor de loss of containment niet kan voorvallen. - Aan de rechterzijde leggen we de effectbarrières vast die er zullen voor zorgen dat de gevolgen van de afwijkende gebeurtenis beperkt blijven (loss control). Dit zijn dus eerder repressieve maatregelen. Een afwijkende gebeurtenis kan bvb een lekkende leiding, een kortsluiting, verlies van controle bij transport of het falen van een constructie zijn. De mogelijke oorzaken moeten we dan zoeken bij klimatologische omstandigheden (storm, sneeuw, koude,…), chemische (corrosie), mechanisch (metaalmoeheid of slijtage), fysische (hoge druk of temperatuur) of het menselijk falen. Het spreekt voor zich dat zware ongevallen, schade aan kapitaal, productieverlies of een brand onder gevolgen thuishoren. Als we de LOD’s (zowel de preventiemaatregel als de effectbarrière) onder de loep nemen, dan worden deze steevast tot 2 categorieën herleid: - Technische maatregelen (veiligheidskleppen, zekeringen, detectiesystemen,…) - Organisatorische maatregelen (veilig ontwerp, preventief onderhoud, noodplannen,…) Echter speelt de menselijke factor meer en meer een bepalende rol als basisoorzaak dat het onmogelijk is om een afwijkende gebeurtenis uit te sluiten op basis van louter technische & organisatorische maatregelen. Een derde categorie met gedragsmaatregelen is onontbeerlijk geworden (participatie werknemers, voorbeeldfunctie HL, observaties, manier van leidinggeven,…). Zoals reeds gesteld wordt dit model veelvuldig gebruikt in de procesveiligheid. Sinds de opkomst van het Enterprise Risk Management (ERM), duikt het model echter steeds meer op binnen de Health, Safety & Environment wereld, waarbij de parameters die variabelen van het vlinderdasmodel opvolgen gekend zijn als Safety Performance Indicatoren. Als we het model nader bekijken dat zien we dat er drie plaatsen zijn waar we SPI’s kunnen definiëren: - Niveau 1: indicatoren op niveau van het DRBS. Dit is het managementsysteem met procedures & processen die er voor zorgen dat er voldoende kwaliteitsvolle LOD’s voorhanden zijn. - Niveau 2: indicatoren op niveau van de LOD’s, maw de maatregelen om incidenten te voorkomen, maar ook om de gevolgen hiervan te beperken. Als we terugdenken aan het onderscheid tussen leading en lagging, dan is het duidelijk dat het meten van de LOD- preventiemaatregelen leading indicatoren oplevert. Deze zijn dan ook het sterkst in het beheersen van uw risico’s. Het meten van de LOD-effectbarrières zal op zijn beurt lagging indicatoren voortbrengen, die minder sterk zijn in de risicobeheersing. - Niveau 3: indicatoren op niveau van de gevolgen. Dit zijn de zwakste indicatoren, zoals bvb het meten van het aantal arbeidsongevallen. Ongeacht het feit dat SPI’s op niveau 1 sterker zijn dan deze op niveau 2 en 3, is het aangewezen om SPI’s te definiëren op alle niveaus. Neem nu bijvoorbeeld de werking van een veiligheidsklep: - SPI niveau 1: organiseren van een preventief onderhoudsprogramma met maandelijks grondig onderhoud van de veiligheidskleppen - SPI niveau 2: wekelijks dienen veiligheidskleppen minstens 1x effectief getest te worden - SPI niveau 3: registratie & opvolging van een het aantal incidenten waarbij de veiligheidsklep wel of niet gewerkt heeft
  • 4. Pagina 4/5 WELZIJNSINDICATOREN DEEL 5 – ANDERE & MOGELIJKS BETERE WELZIJNSINDICATOREN 2: SAFETY PERFORMANCE INDICATOREN (SPI) Externe Dienst voor Preventie en Bescherming Securex vzw Maatschappelijke zetel: Tervurenlaan 43, 1040 Brussel RPR: Brussel - Ondernemingsnr.: 0410.664.940 - Bank: 290-0006306-22 - IBAN BE06 2900 0063 0622 - BIC GEBABEBB - www.securex.be Brouwerijstraat 1, 9031 Drongen – T +32 9 282 16 03 – F +32 9 282 15 70 – health&safety@securex.be Voorbeelden van Safety Performance Indicatoren NIVEAU 1: - FEEDBACK o Aantal werknemers die jaarlijks op veiligheid geëvalueerd worden o Aantal beantwoorde verbetervoorstellen - VOORBEELDFUNCTIE o Aantal veiligheidsvergaderingen bijgewoond door hoger management o Aantal HSE-observaties uitgevoerd door hoger management o % aanwezigheid management op toolboxmeetings o % aanwezigheid van management op veiligheidsvergaderingen - OPLEIDING o % van specifieke opleiding voor personeel o Frequentie van toolboxmeetings o % van specifieke opleiding voor contractors - BEWUSTZIJN o % van besproken HSE-observaties op management o Aantal gevolgde verbetervoorstellen o % van uitgevoerde preventiemaatregelen binnen de voorziene tijd o % aanwezigheid op de veiligheidsvergaderingen o % van uitgevoerde HSE-observaties op de werkvloer o % van uitgevoerde acties naar aanleiding van incidenten o Aantal uitgevoerde arbeidsongevalanalyses/totaal aantal arbeidsongevallen NIVEAU 2: - TECHNISCH o % van goed werkende veiligheidskleppen bij test o Tendens van aantal defecten gerepareerd bij preventief onderhoud o Aantal incidenten naar aanleiding van een technisch mankement o % van goed werkende noodstoppen o Aantal noodoproepen o Aantal curatieve onderhoudstussenkomsten o Aantal lekken - ORGANISATORISCH o Aantal uitgevoerde testen/geplande testen o % van getest materiaal dat test doorstaat o Aantal uitgevoerde onderhoudsopdrachten/geplande preventieve onderhoudsopdrachten o Aantal beantwoorde verbetervoorstellen o % invulling van kritische taken door juist profiel werknemer o % van periodiek geteste veiligheidsprocedures o % van afgeleverde werkvergunningen o Aantal herziene of nieuwe risicoanalyses NIVEAU 3: - Frequentiegraad arbeidsongevallen
  • 5. Pagina 5/5 WELZIJNSINDICATOREN DEEL 5 – ANDERE & MOGELIJKS BETERE WELZIJNSINDICATOREN 2: SAFETY PERFORMANCE INDICATOREN (SPI) Externe Dienst voor Preventie en Bescherming Securex vzw Maatschappelijke zetel: Tervurenlaan 43, 1040 Brussel RPR: Brussel - Ondernemingsnr.: 0410.664.940 - Bank: 290-0006306-22 - IBAN BE06 2900 0063 0622 - BIC GEBABEBB - www.securex.be Brouwerijstraat 1, 9031 Drongen – T +32 9 282 16 03 – F +32 9 282 15 70 – health&safety@securex.be - Ernstgraad arbeidsongevallen - Aantal incidenten - Aantal near-misses - Aantal tussenkomsten nijverheidshelper - Ernst tussenkomst nijverheidshelper