Numentum 7stressfactoren voor beelddenkers op het werk
Uitleg EF
1. Executieve functies.
Vaardigheden
Het gaat om vaardigheden die het een persoon mogelijk maken om taken uit te voeren. Bij het
uivoeren van taken laat je gedrag zien.
Voor een indruk lichten onderstaande voorbeelden dit kort toe.
Het vermogen om na te denken voor je iets doet, de neiging weerstaan om meteen iets te
zeggen of te doen: geduldig op je beurt wachten, zonder gemor accepteren dat iets niet
mag.
Je flexibel kunnen opstellen: het kind rekent erop dat moeder hem uit school ophaalt en
raakt niet in paniek als vader er ineens staat.
Het vermogen om afleidende prikkels onder controle te houden: een klein kind is makkelijk af
te leiden en laat zich ook makkelijk afleiden. Eenmaal op school zal een kind toch enige tijd
aan een taak moeten kunnen werken. Veel kinderen laten zich afleiden door een vallend
potlood in de klas (externe factor) of laten zich afleiden door hun eigen gedachten (interne
factor).
Met andere woorden:het is een vaardigheid om je te kunnen afsluiten voor onbelangrijke
informatie op momenten dat je aan een (school)taak werkt. Voor jonge kinderen is dit een
uitdaging!
Werkgeheugen
Een belangrijke executieve functie is het werkgeheugen: tijdelijke opslag van informatie tijdens
uitvoeren (school)taak. Een kind met een zwak werkgeheugen heeft moeite om meer dan één
instructie te onthouden, heeft moeite met het uitvoeren van taken die uit meerdere stappen bestaan,
moet steeds herinnerd worden aan afspraken, zoals bijvoorbeeld een hand geven bij weggaan, zijn
bord en beker in de vaatwasser zetten of zijn tandenborstel terugzetten in de beker. Een zwak
werkgeheugen is van invloed op regelen van gedrag!
Ontwikkeling
Fundamenten voor de ontwikkeling van executieve vaardigheden worden nog voor de geboorte in
de hersenen aangelegd en het is niet mogelijk om dit biologisch vermogen te beïnvloeden. Deze
vaardigheden ontwikkelen zich gedurende de eerste twintig jaar van een mensenleven. Denk hierbij
bijvoorbeeld aan hoe pubers moeten plannen: veel pubers lukt het niet, overzien het niet. Simpelweg
omdat in hun hersenen de verbindingen, die hiervoor nodig zijn, nog niet voldoende gerijpt zijn. Het
is technisch niet mogelijk!
Ieder kind ontwikkelt zich in zijn eigen tempo. Maar in groep 3 wordt wel van iedereen verwacht dat
het leert lezen, rekenen en schrijven; men gaat uit dat het gemiddelde kind dit zou moeten kunnen.
Als bepaalde vaardigheden nog niet zover ontwikkeld zijn, kan dit problemen geven. Dit kan zich
uiten in gedrag.
Als je eenmaal weet om welke vaardigheden het gaat kun je wel het kind een handje vooruit helpen
in deze ontwikkeling.
Werkgeheugen in de praktijk
Om een beetje idee te hebben van hoe het in de praktijk werkt bij mensen met een zwak
werkgeheugen geeft onderstaande tekst een indruk. Mensen met een zwak werkgeheugen hebben
moeite om de vetgedrukte tekst te lezen. Voor hen is de “aangepaste” tekst beter.
Een politieagent in de familie heeft een groep Drentse verdachten van overvallen op
de hoogte gebracht van een op handen zijnde arrestatie. De schoonvader van een van
de verdachten is politieman en wist van de aanhouding. Met die kennis hebben de
verdachten hun verhaal op elkaar afgestemd.
De politie wilde verdachten van een overval oppakken.
Een van de politiemannen kende de verdachten.
Hij heeft de verdachten van te voren gewaarschuwd.
De verdachten konden toen hun verhaal op elkaar afstemmen.