Hierbij een interview over de organisatie van Surplus

1. Interview werkveld
1. In welk segment van het werkveld bevindt zich de instelling?
Surplus is een instelling die zorgt voor de begeleiding in thuissituaties. Zij doen dit voor
klanten en/of gezinnen (in alle leeftijdscategorieën) met (complexe) psychische
en/of sociale problemen, die in meer of mindere mate, ondersteuning nodig
hebben op meerdere leefgebieden.
2. Met welke doelgroepen wordt gewerkt?
Mensen met psychische stoornissen en/of sociale problemen. Hieronder verstaan we
psychiatrische problematiek, traumatische ervaringen, opvoedingsproblemen, een
(lichte) verstandelijke beperking, verslavingsproblematiek, culturele aanpassingen of
een combinatie hiervan.
3. Vanuit welke visiewordt gewerkt?
Binnen dit model worden twee methodieken gehanteerd; systeemgericht en
oplossingsgericht werken. Middels het systeemgericht werken beschouwen we de
problematiek/hulpvraag van de centrale cliënt niet als geïsoleerd maar in
samenhang met zijn of haar functioneren in zijn/haar sociale omgeving.
Vanuit het oplossingsgericht werken worden problemen niet meer vanuit de
beperking van het probleemgezien, maar wordt er primair, concreet en praktisch
gekeken naar hoe mensen doorgaans hun problemen oplossen en wat ze zelf aan
mogelijkheden en vaardigheden hebben. Er is een fundamenteel verschil tussen het
denken en handelen gericht op het oplossen van problemen en dat wat gericht is
op het uitwerken van oplossingen. Mensen hebben zelf hun hulpbronnen. Voor zover
deze mochten ontbreken, hebben mensen wellicht de mogelijkheid omdeze te
vergroten of te versterken, dan wel de situatie op een oplossingsgerichtemanier
tegemoet te treden. Zo ligt alle aandacht bij de cliënt zelf. De behandelaar of
begeleider heeft tot taak om deze aandacht goed vormte geven en concreet te
helpen focussen op de oplossing.
4. Met welke methodieken wordt gewerkt?
Voornamelijk wordt er gebruik gemaakt van het systeemgericht en oplossingsgericht
werken. Maar omdat de doelgroepen zeer divers zijn wordt er gebruik gemaakt van
de methodiek die bij de klant aansluit.
5. Wat is de plaats van een 2e jaars stagiaire in dit werkveld?
Meelopen omervaringop te doen. Hieronder verstaan we het nabespreken van
een bezoek bij een cliënt. Hier wordt o.a. besproken wat je opviel en hoe jij het zou
oplossen. Daarnaast worden er bepaalde doelen opgesteld en vervolgens
overleggen hoe wein deze specifiekesituatie methodisch kunnen gaan werken.

2. 6. Wat kunnen mogelijk leerervaringen van de stagiaire zijn, vertaald naar de
competenties van de mwd-er?
Onder de leerervaringen verstaand weomgaan met stress, een professionele
houding aannemen, systematisch werken.
Binnen systematische werken staat de cliënt centraal en wordt er gewerkt met het
hele gezin. Met het persoonlijke netwerk gaan me samen met hen doelen stellen.
Verder leer je omgaan met (complexe) psychische problemen en/of sociale
problemen. Wij werken dus systematisch en oplossingsgericht waarbij de eigen
kracht van de cliënt centraal staat. Hier kun je als stagiair veel ervaring bij opdoen.
7. Hoe staat deze stageplaats in verhouding tot een 3e jaars stage?
Hier zou je al je ervaringen kunnen oefenen en zelfstandig kunnen gaan werken met
cliënten en maakt zelf doelen (onder toezicht).
Verder gaan we in de organisatie gaan we groepsoverleg bijwonen. Tijdens dit
overleg worden de onderwerpen uitgediept en kijken wehoe nieuwecliënten bij ons
terecht komen.
Kortomje krijgt het werk van een echtewerknemer in de organisatie.
8. Welke competenties moet je als student hebben om hier te kunnen solliciteren
naar een stageplaats voor leerjaar 2?
Betreft de competenties moet je goed kunnen luisteren, veel observeren en rustig
kunnen blijven in bepaalde situaties. Doordat de doelgroepen waar wij mee werken
vaak wantrouwend zijn door hun problematiek is een groot inlevingsvermogen heel
belangrijk. Flexibel zijn is ook handig omdat een dag werken er hier nooit hetzelfde
uitziet, je weet van te voren nooit wat je te wachten staat, dus stressbestendig zijn is
een must.