3. Beginsel
◦ Vergemakkelijking van de normale motorische
ontwikkeling
Kennis van de typische ontwikkeling is essentieel
om de atypische ontwikkeling van kinderen met
CP in alle stadia van hun ontwikkeling te kunnen
vergelijken, maar nog meer in de vroege stadia,
waar de beperkingen vaak niet zo duidelijk zijn.
4. Beginsel
Het signaleren van ontwikkelingsvertragingen
in 5 domeinen
◦ Grove motorische vaardigheden, zoals kruipen en
lopen
◦ Fijne motoriek, zoals stapelen of kleuren
◦ Taalvaardigheden, inclusief spraak en
bevattingsvermogen
◦ Denk vaardigheden
◦ Sociale interacties
5. Mijlpalen
•Lacht naar het geluid van je stem en volgt je met hun ogen terwijl je door een kamer
beweegt2 Maanden
•Verhoogt hoofd en borst wanneer liggend op de buik; Grijpt objecten; Glimlacht bij
andere mensen3 Maanden
•Lacht, lacht en probeert geluiden na te doen; houdt het hoofd stabiel4 Maanden
•Rolt van rug naar buik en maag naar achteren.Verplaatst objecten van hand tot hand6 Maanden
•Reageert op eigen naam. Zoekt gedeeltelijk verborgen voorwerpen7 Maanden
•Zit zonder steun, kruipt, brabbelt "mama" en "dada"9 Maanden
•Wandelingen met of zonder ondersteuning; Zegt ten minste één woord; Geniet van het
imiteren van mensen12 Maanden
•Loopt zelfstandig, drinkt uit een beker, zegt minimaal 15 woorden, wijst naar
lichaamsdelen18 Maanden
•Loopt en springt. Spreekt in zinnen van twee woorden; Volgt eenvoudige instructies;
Begint met doen alsof2 Jaar
•Klimt goed; Spreekt in meerwoordszinnen; Sorteert objecten op vorm en kleur3 Jaar
•Komt samen met mensen buiten het gezin; Trekt cirkels en vierkanten; Berijdt een
driewieler4 Jaar
•Vertelt naam en adres; Springt, springt en springt; Kleedt zich aan; Telt 10 of meer
objecten5 Jaar
6. Beginsel
◦ Regulatie van de spierspanning
•Regulatie van de spiertonus helpt om de
normale houding te behouden en beweging te
vergemakkelijken.
Spierspanning
•Wanneer een spier zich uitstrekt, kan het
neuromusculaire systeem reageren door
automatisch de spiertonus te veranderen.
•Deze modulatie van de rekreflex is belangrijk
bij de controle van beweging en
balanshandhaving.
Stretching spier
•Juiste spiertonus bij het buigen van een arm
vereist dat de biceps samentrekt en dat de
triceps ontspant.
•Wanneer de spierspanning verminderd is,
werken spieren niet samen en kunnen ze zelfs
tegengesteld aan elkaar werken.
Juiste
spierspanning
7. Beginsel
◦ Draag- en hefprincipes
Grote zorgvuldigheid moet worden betracht
bij het oppakken en dragen van de cliënt met
hersenverlamming.
Wees extra voorzichtig wanneer u de cliënt
optilt die weinig of geen hoofdcontrole heeft,
als u bedenkt dat een goede bediening van de
schoudergordel en -armen het gemakkelijker
maakt om zijn hoofd te bewegen.
12. Beginsel
◦ Voeding en Nutritie
Personen met CP hebben vaak voedings- en
slikproblemen die kunnen leiden tot een slechte
voedingstoestand, groeifalen, chronische
aspiratie, slokdarmontsteking en infecties aan de
luchtwegen.
13. Beginsel
◦ Voeding en Nutritie
Een aantal voedings- en oraal-motorische
interventiestrategieën zijn ontwikkeld om
problemen met zuigen, kauwen, slikken aan te
pakken en om de oraal-motorische
vaardigheden te verbeteren, waaronder orale
sensorimotorische behandeling, positionering,
oraal gebruik, voedselverdikkingsmiddelen,
gespecialiseerde formules en neuromusculaire
stimulatie.
14. Principes
◦ Voeding en Nutritie
Deze interventies richten zich op verschillende
aspecten van voedermoeilijkheden en
weerspiegelen het scala aan specifieke problemen
die verband houden met voeding en voeding bij
CP-patiënten.
15. Verschillende strategieën
•Probeer de controle over de mondmotoriek te
versterken en abnormale toon en reflexen tegen te
gaan om de orale voeding te verbeteren en hebben
doorgaans maanden van dagelijkse toepassing
nodig.
Sensorimotoris
che technieken
•Address poor postural alignment and control that
exacerbates swallowing difficulties and include
stabilizing the neck and trunk.
•Een slechte houdingsuitlijning en controle die de
slikproblemen verergert aan te pakken, zoals het
stabiliseren van de nek en de romp.
Positioneringst
echnieken
•Zijn gebruikt om de kaak te stabiliseren en het
zuigen, de tongcoördinatie, lipcontrole en het
kauwen te verbeteren.
Mondelinge
apparaten
16. ◦ Meerdere benaderingen kunnen worden gebruikt bij
kinderen met groeifalen, waaronder sensorimotorische
stimulatie, positionering, voedselverdikkingsmiddelen en
calorische aanvulling.
◦ Voor kinderen met matige tot ernstige aspiratie of
ondervoeding in verband met orofaryngeale dysfagie en
gastroesofageale reflux (GER), kunnen chirurgische
ingrepen met gastrostomie (sondevoeding die
rechtstreeks in de maag wordt toegediend) of
jejunostomie, buisjes en antirefluxprocedures nodig zijn
om de voedingstoestand te verbeteren en het risico van
chronische aspiratie te verminderen.
◦ Schade in verband met voederinterventies is niet
grondig onderzocht en er is grote bezorgdheid geuit
over mogelijke ernstige schade in verband met
chirurgische ingrepen, met inbegrip van nieuwe of
verslechterende groepsvrijstellingsverordeningen, het
risico van aspiratie en sterfte.
17. Analytisch kader voor voeder- en voedingsinterventies in CP, goedgekeurd en
gewijzigd van https://effectivehealthcare.ahrq.gov/topics/cerebral-palsy-
feeding/research-protocol/.
18. Beginsel
◦ Communicatie, gehechtheid en gedragsattitudes
Communicatie
◦ kinderen en volwassenen met ernstige spraak- of
taalproblemen moeten mogelijk andere manieren vinden
om te communiceren. Er zijn veel soorten AAC
(Augmentatieve en alternatieve communicatie), die te
vinden zijn op
http://www.eastin.eu/en/searches/products/list?freetext=a
ac (zie module 3, Unit 2 voor meer informatie)
Gehechtheid
◦ De emotionele band tussen moeders en kinderen wordt
beïnvloed door de ernst van CP.
◦ Een cliënt met CP kan mogelijk niet op een conventionele
manier de noodzaak aangeven van fysieke nabijheid of
nabijheid vanwege motorische, sensorische of cognitieve
gebreken.
19. Gedragsattitudes
◦ Gedragstherapie stelt het individu in staat:
Reageren op uitdagende situaties op een meer effectieve en
acceptabele manier.
Taak voltooien
Uitstellen van bevrediging
Vriendschappen ontwikkelen
Excellerend academisch
Het vinden van acceptatie
Perspectief krijgen
Beheer van emoties
Focus houden
Coping-vaardigheden verkrijgen
Het overwinnen van emotioneel trauma
Angst verminderen
Verzet tegen verleiding
Verbindingsconflicten oplossen
Behandeling van depressie
20. ◦ Woede
◦ Agressie
◦ Antisociaal gedrag
◦ Angst
◦ Eetlustverlies
◦ Verandering in
slaappatronen
◦ Depressie
◦ Moeilijkheden bij het
uitvoeren van taken
◦ Nood
◦ Gevoelens van
hulpeloosheid
◦ Frustratie
◦ Irriteerbaarheid
◦ Isolatie
◦ Renteverlies
◦ Lage academische
prestaties
◦ Sfeer
◦ Wederzijdse
afwijzing
◦ Sociaal-emotionele
tekortkomingen
◦ Janken
Tekenen om te zoeken bij de klant
21. Beginselen van een opleiding aan huis
◦ Een voorbeeld voor dagelijkse verzorging en
opleiding
Doelstellingen van het zorg- en opleidingsplan
◦ Beheer primaire voorwaarden
◦ Voorkomen en beheersen van complicaties, associatieve
condities en co-mitigerende factoren
◦ Pijn onder controle
◦ Optimaliseer mobiliteit
◦ Maximaliseer de communicatie
◦ Maximaliseren van het leerpotentieel en de mogelijkheden
voor speciaal onderwijs
◦ Stimuleer sociale en intercollegiale interactie en peer
interacties
◦ Zelfzorg bevorderen en levensvaardigheden bevorderen
◦ Maximaliseer onafhankelijkheid en zelfredzaamheid
◦ Verbeteren van de kwaliteit van leven en welzijn
22. Een plan van dagelijkse zorg en training is een routekaart
die de fysieke, ontwikkelings- en psychologische
ontwikkeling van een cliënt zal verbeteren.
◦ Gebruik een spreadsheetprogramma
◦ In verticale cellen, de indeling van de taken/behoeften met
betrekking tot de dagelijkse zorg en training
Het dagelijkse verzorgings- en opleidingsplan mag niet star
zijn.
◦ In horizontale cellen, zet de dagen van de week in de horizontale
cellen.
◦ Wijs ze dan toe per dag (en per uur indien nodig).
◦ Het moet flexibel zijn om de veiligheid en het welzijn van uw
geliefde te verzekeren.
◦ Als het niet werkt, moet u bereid zijn om het plan te wijzigen.
◦ Flexibiliteit, creativiteit en aanpassing zijn de sleutel tot succes.
◦ Controleer en actualiseer het zorgplan regelmatig.
◦ Per activiteit moet een gemiddelde tijd worden toegekend
23. Activiteiten van het
dagelijks leven
Wie zal ze samen met
de klant uitvoeren?
Tijd Maandag Dinsdag ...
Uit bed komen Moeder 07:00 x x
Ververs pamper Moeder 07:10 x x
Aankleden Moeder 07:20 x x
Voeden Vader 07:30 x x
Fysiotherapie Vader 08:00 x x
... ... ... ... ...
Bezoek aan
fysiotherapeut
Moeder en vader 15:00 x
24. Referenties
1. WebMD, https://www.webmd.com/parenting/baby/features/is-
your-baby-on-track#1
2. Bar-On L, Molenaers G, Aertbeliën E, Van Campenhout A, Feys
H, Nuttin B, et al. Spasticiteit en de bijdrage aan hypertonie bij
hersenverlamming. Biomed Res Int (2015) 2015: 1-
10.10.1155 / 2015/317047,
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4306250/
3. http://www.eastin.eu/en/searches/products/list?freetext=aac
25. Unit [2] - [Preventie van
musculoskeletale aandoeningen voor de
persoonlijke assistenten / zorgverleners
/ fysiotherapeuten]
26. Problemen identificeren en oplossingen
implementeren voor tillen en
herpositioneren
◦ Fundamentele biomechanische principes voor
preventie van overmatig gebruik
Preventie van rug- en nek (biomechanische)
problemen
27. Er moeten basisregels voor biomechanica worden
vastgesteld. Probeer het gewicht zoveel mogelijk in
de buurt van je lichaam te houden.
28. Relaxerend
1
•Alle handelingen moeten beginnen met de klant in een ontspannen positie. Alle
bewegingen moeten langzaam worden gedaan.
2
•Om de romp te draaien, duwt u de schouder van de cliënt voorzichtig naar
voren met de palm (geen vingertoppen) van uw hand. Doe beide schouders om
de handen naar de middellijn te brengen. Deze techniek kan ook worden
gebruikt om een gebalde vuist te openen.
3
•Om een gebalde vuist te openen, kun je voorzichtig op de bovenkant van de
gebalde hand van de cliënt duwen met de open handpalm van je hand.
4
•Om het hoofd van een cliënt te buigen, duwt u voorzichtig naar voren vanaf de
kruin van het hoofd, nooit de nek.
29. 1. Blijf bij de klant in alle transfers
2. Gebruik al je lichaamsdelen, in plaats van alleen de
handen te gebruiken om de cliënt te verplaatsen
3. Als de cliënt te zwaar is, vraag dan om hulp van anderen
30. Optillen
1
• Buig je knieën en houd je rug recht of zelfs licht hol.
2
• Het is soms gemakkelijker om de klant met één voet iets voor
de andere op te pakken.
3
• Houd de klant zo dicht mogelijk bij uw lichaam voor het tillen.
4
• Til op door gebruik te maken van de sterke spieren van je
benen, en niet je rug.
5
• Als uw klant veel groter en zwaarder wordt, tilt u haar dan bij
voorkeur niet alleen op, maar vraagt u iemand om u te helpen.
6
• Als u met een andere persoon tilt, tel dan voor het tillen zodat
beide personen tegelijkertijd tillen.
31. Positionering
1
• Of het nu in een rolstoel of aan een bureau is, de klant moet
symmetrisch gepositioneerd zijn.
2
• Kussens of bolsters van opgerolde handdoeken of luiers
worden gebruikt om de kofferbak te ondersteunen en de
klant in de stoel te centreren.
3
• Voeten moeten worden ondersteund, nooit laten hangen.
4
• kinderen moeten worden vastgezet in rolstoelen met een
standaard veiligheidsgordel.
32. Positionering
1
•Het vastmaken van kinderen in stoelen beperkt de mobiliteit van het bovenlichaam,
beperkt de ademhaling en vormt een gevaar voor de veiligheid in het geval dat de klant
snel uit de stoel moet worden gehaald (bijv. bij brand).
2
•De positie moet
•a) zich op hun gemak voelen bij het werken en leren,
•b) problemen met het evenwicht tot een minimum te beperken,
•(c) de handen zo goed mogelijk kunnen worden gebruikt,
•d) de gemakkelijkste zijn voor oog-hand coördinatie. (zie afbeeldingen volgende dia)
3
•Een schootplank helpt niet alleen om de klant op zijn plaats te houden, maar biedt ook een
werkblad om instrumenten en boeken op te plaatsen.
34. Herpositionering
1
•Behulpzaam begin van de verhuis/verplaatsing van de klant
•Als ze stijf is, moet je haar eerst losmaken.
•Je kunt haar niet in een positie dwingen en verwachten dat ze daar blijft.
2
•Probeer uw klant in de beste positie te krijgen die u kunt krijgen.
•Streef naar 'ideale posities’.
•Ze voelt zich in het begin misschien niet op haar gemak in een nieuwe positie.
3
•Verander haar positie vaak, ongeveer elke 30 minuten
4
•Moedig haar aan of help haar om zelf van positie te veranderen.
•Onthoud dat als u een cliënt vele uren in dezelfde positie laat zitten, zij
drukplekken kan ontwikkelen en haar lichaam geleidelijk in die positie kan
opstijven waardoor haar handicap toeneemt
•Ze moet de hele dag op verschillende nuttige posities worden geplaatst.
35. Dragen en vasthouden
Kleine kinderen zonder beugel
kunnen het gemakkelijkst worden
gedragen op een manier die ervoor
zorgt dat armen en benen kunnen
worden bediend vanaf het gooien.
Pak de cliënt van achteren op en
plaats je arm onder de heupen zodat
de knieën van de cliënt eroverheen
kunnen buigen.
Houd de cliënt dicht bij je lichaam,
zodat je je andere arm om de
schouders van de cliënt kunt
wikkelen om armen te besturen die
naar buiten kunnen stromen als het
hoofd wordt gedraaid.
36. Overlapping
• Je kunt de cliënt van je af houden en de rug
steunen met de romp van je lichaam.
• Je kunt de cliënt tegenover je plaatsen met
benen aan beide kanten van je heupen.
2 manieren om een
kleine klant in je schoot
te houden voor
schommelen, wiegen,
enzovoort.
• Leg de cliënt op zijn / haar rug op je
uitgestrekte benen.
• Buig langzaam je knieën,
• Breng de cliënt geleidelijk in een zittende
positie, opnieuw met benen aan beide
kanten van je heupen.
• De rug en het hoofd van de cliënt worden
ondersteund door uw dijen.
• Controleer indien nodig de armen van de
schouders.
Als je op de grond zit,
kun je de cliënt in deze
positie brengen ...
37. Ondersteuning van motorvaardigheden
◦ Wanneer een cliënt die hemiplegisch is, een goede hand
gebruikt om uit te reiken en te grijpen (bijvoorbeeld een
instrument of een klopper), zal de arm aan de
aangedane zijde van het lichaam waarschijnlijk
reageren door de vuist omhoog te laten klappen of te
klemmen.
Om te ontspannen, draait u de arm naar buiten en
omhoog bij de schouder, waarbij u de elleboog recht
houdt en de handpalm omhoog en open. Als de client de
open palm gebruikt voor ondersteuning, zal het helpen
om deze positie te behouden.
Oefen bewegingspatronen die vereist zijn voordat je de
cliënt een voorwerp of instrument voor manipulatie
geeft. Dit helpt de cliënt om de spierfunctie te
controleren en vermindert de spanning die wordt
opgewekt door de opwinding van de activiteit.
38. ◦ Sommige kinderen, zoals die met
athetose (d.w.z. athetoid) hebben
onwillekeurige bewegingen die
motorreacties beïnvloeden.
Kans op succes wordt vergroot door
stabiliteit te bieden, zoals het
vasthouden van de benen van de cliënt
wanneer deze of hij een instrument
speelt (bijvoorbeeld resonatorbellen). Dit
maakt het voor de cliënt gemakkelijker
om hoofd en armen stabiel te houden en
verbetert het vermogen om een
instrument te pakken en te manipuleren.
Ga bij het hanteren van een instrument
of een ander object naar een
rechtshandige cliënt recht voor je staan,
maar alleen links van de middellijn (net
naar rechts voor een linkshandige
cliënt). Het is dan niet nodig dat de
cliënt zijn of haar hoofd draait, wat kan
leiden tot extensie en onvrijwillige
bewegingen.
39. Preventie van geassocieerde
bewegingen
◦ Wat is een bijbehorende
beweging
Onvrijwillige en onnodige
contracties van spieren die
geen verband houden,
tijdens een beweging..
Bijv. schrijven met de goede
kant terwijl de spastische
beweging met de andere
kant
◦ Hoe te voorkomen
Fysiotherapie wordt gebruikt
om de houding te
verbeteren en contracturen
via beugels en gieten te
voorkomen.
MAAR: in sommige gevallen
kan immobilisatie van
ledematen perifeer
geïnduceerde dystonie
veroorzaken.
40. ◦ Gebruik van technologische ondersteuning voor
heffen en herpositioneren (gedetailleerd in
Module 3 Hulptechnologie en CP)
Pediatrische herpositioneringsapparaten
◦ richt zich op ondersteunende uitrusting om kinderen te
helpen in de juiste positie te komen om activiteiten te
ondernemen zoals eten, slapen, schrijven, lezen,
tekenen en toiletgebruik
◦ een "zijlaag" heeft de vorm van een bank en is zo
geheld dat wanneer de cliënt erop ligt, de basis de
cliënt omhult
◦ extra positioneringssets om kantliggend, naar voren
gebogen (naar beneden gericht), liggend (met het
gezicht naar boven), lange benen, logrol te laten zitten
42. ◦ Problemen bij heffen en herpositioneren
Heffen (6)
◦ Oorzaken moeders rugpijn van verschillende locatie en
intensiteit, met intensiteit bepaald door:
de locomotorische vaardigheden en het
onafhankelijkheidsniveau van de cliënt
de noodzaak om de cliënt meerdere keren per dag op te
tillen
het aantal extra taken dat door de moeder wordt
uitgevoerd
de leeftijd en het lichaamsgewicht van de cliënt
◦ Het belang van een correcte tilprocedure
◦ Herpositioneren
◦ Gebrek aan herpositionering kan drukgebieden,
contracturen, misvormingen veroorzaken
43. Een cliënt optillen, dragen, vasthouden en
positioneren en leren elke spierstijfheid of
ongecontroleerde spierbeweging te beheersen
◦ de beste manier om met een baby of jonge cliënt om te
gaan, hangt af van de leeftijd, het type CP en hoe het
lichaam wordt beïnvloed
◦ probeer de cliënt niet plotseling of schokkerig te
bewegen, de spieren hebben mogelijk tijd nodig om te
reageren op positieveranderingen.
◦ de spanning van sommige kinderen is gespannen
(spasme), spieren kunnen gespannen en ontspannen in
hun eigen tijd - forceer geen bewegingen.
◦ Angst kan spierspasmen verergeren, dus geef de cliënt
zoveel ondersteuning als nodig is wanneer u de cliënt
behandelt, en zorg ervoor dat u niet meer
ondersteuning geeft dan de klant nodig heeft.
44. ◦ ongeacht de omvang of mate van
beperking, zorg ervoor dat de cliënt
tijd in verschillende posities
doorbrengt.
◦ probeer de cliënt te positioneren zodat
hij kan zien wat er om hem heen
gebeurt.
◦ veel lichamelijk gehandicapte kinderen
zijn enorm bevoordeeld door goed
passende en ondersteunende stoelen.
◦ de voeten moeten plat op de vloer
liggen, de knieën haaks gebogen, met
de heupen stevig tegen de achterkant
van de stoel. (sommige kinderen
profiteren van stoelen met armen).
◦ sommige kinderen zijn bijzonder
gevoelig om hun zwaartepunt te
verliezen tijdens snelle groeispurten
en ze kunnen onhandiger worden en
meer ongeorganiseerd zijn.
45. Referenties
1. Palmer FB, Hoon AH (2011). Cerebral palsy. In M Augustyn et al., eds., The
Zuckerman Parker Handbook of Developmental and Behavioral Pediatrics for
Primary Care, 3rd ed., pp. 164-171. Philadelphia: Lippincott Williams and
Wilkins.
2. Kıymet Muammer, Rasmi Muammer, Rasmi Muammer (2009). Pulmonary
Rehabilitation and Encountered Difficulties In Disabled children. Yeditepe
Medical Journal 2009;(11):220-226
3. WebMD, https://www.webmd.com/parenting/baby/features/is-your-baby-
on-track#1
4. https://www.cerebralpalsy.org.au/what-is-cerebral-palsy/how-cerebral-
palsy-affects-people/
5. Bar-On L, Molenaers G, Aertbeliën E, Van Campenhout A, Feys H, Nuttin B,
et al. Spasticity and its contribution to hypertonia in cerebral palsy. Biomed
Res Int (2015) 2015:1–10.10.1155/2015/317047,
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4306250/
6. Krzysztof, Czupryna & Nowotny-Czupryna, Olga & Nowotny, Janusz. (2014).
Back Pain in Mothers of Cerebral Palsied children. Ortopedia, traumatologia,
rehabilitacja. 16. 497-505. 10.5604/15093492.1128840,
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/25406923
46. CP-Care project partners
Gazi University (Turkey)
PhoenixKM BVBA (Belgium)
Bilge Special Education And Rehabilitation
Clinic (Turkey)
Spastic children Foundation Of Turkey
(Turkey)
Serçev- Association For children With
Cerebral Palsy (Turkey)
Asociacion Espanola De Fisioterapeutas
(Spain)
National Association Of Professionals Working
With People With Disabilities (Bulgaria)
47. CP-CARE curriculum, leermateriaal,
handboek door www.cpcare.eu is in licentie
gegeven onder een Creative Commons
Naamsvermelding-NietCommercieel 3.0
Unported licentie.
Gebaseerd op een werk op www.cpcare.eu
Machtigingen die buiten het bereik van deze
licentie vallen, zijn mogelijk beschikbaar op
www. cpcare.eu
Dit project (CP-CARE - 2016-1-TR01-KA202-
035094) is gefinancierd met steun van de
Europese Commissie. Deze mededeling
geeft uitsluitend de mening van de auteur
weer en de Commissie kan niet
aansprakelijk worden gesteld voor het
gebruik van de informatie die erin is vervat.