1. Competitieve remuneratie in de social profit Koen Van De Cruys - Gedelegeerd bestuurder BW Leuven Dirk Wijns - Director Legal en Compensation & Benefits Acerta
2.
3. Competitieve remuneratie in de social profit Hoe op een transparante wijze het remuneratiebeleid en de sociale voordelen duiden en verantwoorden ?
4.
5.
6.
7.
8.
Editor's Notes
Social profit : van ziekenhuizen over instellingen voor personen met een handicap tot sociale en beschutte tewerkstelling …; gemeenschappelijk kenmerk : geen “non”profit, wel profit maar niet op de manier zoals in het reguliere circuit. Sector beschutte werkplaatsen : sluit inzake werkingsmiddelen nauwer aan bij het reguliere (profit) circuit : 60% van onze middelen komen van onze klanten, 40% van de overheid we ervaren toenemende kwaliteitsdruk en eisen tot efficiëntieverhoging bij onze klanten Arbeidsmarkt : de krapte in de arbeidsmarkt is terug van (even) weggeweest ! concurrentie met ofwel andere social profit instellingen (vissen in dezelfde vijver) ofwel het reguliere circuit (kapitaalintensievere en meer gespecialiseerde activiteiten)
de kleinere manoeuvreerruimte inzake het competitief maken van de remuneratie wordt nog kleiner gemaakt door de collectieve maatregelen van de vakbonden (te verkiezen boven individuele maatregelen) die middelen opslorpen (CAO’’s) de budgettaire (te verwachten) beperkingen van de overheid waarom zouden we, in deze moeilijkere omstandigheden (tgo de profit), een competitieve remuneratie nastreven ? waarom geen genoegen nemen met de intrinsiek voor onze sociale doelstellingen gemotiveerde personeelsleden (eventueel uit het buitenland ?!) die we een “zekere” (van overheidswege gesubsidiëerde) job kunnen aanbieden ? Is dit niet voldoende ?
wij hebben beperktere financiële middelen (gedeeltelijk via de overheid) en soms een beperkter kader (opgelegde barema’s) onze sector (zeker de beschutte tewerkstelling) heeft minder visibiliteit (“onbekend maakt onbemind”) wat zich o.a. wreekt op die krappere arbeidsmarkt inzake “zachtere” waarden kunnen we de concurrentie met de profit wel aan afstemming privé-werk (tijdskrediet, deeltijds, vrije vrijdagen, extra vakantie, afstand woon-werk) de intrinsieke motivatie voor onze sociale doelstellingen !!!!! Onderschat maar zeer belangrijk; krijgen we dit ook overgebracht bij onze jeugd ?!
we moeten naar professionalisatie om de beperkte (overheids)middelen efficiënt en effectief in te zetten; dit vereist competent en (voldoende) geschoold personeel dus zal een competitieve remuneratie zeker nodig zijn de methodologie van de profit heeft zijn waarde op dat vlak al bewezen maar we moeten niet blindelings alle nieuwe trends achterna lopen het goede nieuws : onze doelstellingen (en nu spreek ik specifiek voor de beschutte en sociale tewerkstelling) : “mensen met een al dan niet grote afstand tot de reguliere arbeidsmarkt zinvol, nuttig en economisch waardevol (betaald) werk verschaffen” worden steeds moeilijker haalbaar (o.a. door de knelpuntberoepen in de omkadering waarover deze uiteenzetting ging) maar daar ligt precies onze bestaansreden : als we dit niet meer kunnen waarmaken, hebben we geen reden tot bestaan; we moeten onze “impiciete” expertise meer “expliciteren” om onze meerwaarde te bewijzen. dit klinkt op het eerste zicht negatief en bedreigend, maar is in wezen een stimulans om steeds beter te worden als organisatie ten dienste van ons doelpubliek ! voor de beschutte tewerkstelling zullen we meer en meer streven naar integratie in en met het reguliere circuit (enclave, supported employment) totdat we (in de “ideale” wereld) geen beschutte werkplaatsen meer nodig hebben (wel nog beschutte tewerkstelling !).