SlideShare a Scribd company logo
1 of 56
Download to read offline
Rapport


              Perspectieven 2012

               NL 2030
Contouren van een nieuw Nederlands verdienmodel
The Boston Consulting Group (BCG) is een wereldwijd opererende
management consultant en is toonaangevend op het gebied van
strategie. Samen met onze klanten onderzoeken wij mogelijkheden om
meer waarde te creëren, adresseren we complexe uitdagingen en
transformeren we organisaties. Dit doen we in allerlei bedrijfstakken
en op allerlei terreinen. Onze organisatiespecifieke aanpak combineert
diepgaand inzicht in dynamiek van bedrijven, organisaties en markten
met vergaande samenwerking met alle niveaus van de
klantorganisatie. Dit zorgt ervoor dat onze klanten duurzaam
concurrentievoordeel opbouwen, sneller en effectiever werken, betere
organisaties bouwen en verzekerd zijn van blijvende resultaten.
BCG is opgericht in 1963 en heeft 77 kantoren in 42 landen.
NL 2030
CONTOUREN VAN EEN NIEUW NEDERLANDS VERDIENMODEL




                     HUIB KURSTJENS

                     JAN WILLEM MAAS

                     THOMAS STEFFENS




Oktober 2012 | The Boston Consulting Group
INHOUD

                      	 3	    INLEIDING EN DOELSTELLING

                      	 5	    CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN
                              Nieuw verdienmodel nodig
                              Nieuwe succesfactoren
                              Doorkijk naar 2030
                              Implicaties voor overheid en bedrijfsleven

                      	 8	    AANPASSINGSVERMOGEN WORDT DE NIEUWE BRON
                              VAN WELVAART
                              Analyse van ons huidige landelijke verdienmodel
                              Het belang van traditionele landenvoordelen neemt af
                              De toenemende vergankelijkheid van bedrijfsvoordelen
                              Conclusie

                      	 18	   DE NOODZAAK VOOR VERANDERINGEN IN NEDERLAND
                              Het toenemende belang van vernieuwingstalent
                              We moeten ons maatschappelijk aanpassingsvermogen verhogen
                              Conclusie

                      	24	    HET NEDERLANDSE VERDIENMODEL IN 2030

                      	30	    AGENDA VOOR DE NEDERLANDSE OVERHEID
                              Meer vernieuwingstalent en meer aanpassingsvermogen
                              Overheid met groter en sneller aanpassingsvermogen
                              Zorg voor maatschappelijk draagvlak
                              Conclusie

                      	38	    AGENDA VOOR HET NEDERLANDSE BEDRIJFSLEVEN
                              Het sneller benutten van bestaande concurrentievoordelen
                              Ondernemingen moeten sneller nieuwe bedrijfsvoordelen realiseren
                              Gezamenlijk bijdragen aan vernieuwingstalent en
                              maatschappelijk aanpassingsvermogen

                      	43	    NAWOORD

                      	44	    DANKWOORD

                      	45	    BIJLAGEN

                      	52	    AAN DE LEZER




2 | NL 2030: Contouren van een nieuw Nederlands verdienmodel
INLEIDING EN
                                 DOELSTELLING




N    ederland is een rijk en gelukkig land. Gemeten naar inkomen
     per hoofd van de bevolking, algemeen geluksgevoel, relatief
gelijkmatige inkomensverdeling en sociale mobiliteit, bevindt ons
land zich steevast bovenaan de ranglijsten. Het is echter niet vanzelf-
sprekend dat ons land deze positie zal weten te behouden, zelfs niet
als de effecten van de crisis beperkt blijven. Willen we onze welvaart
en welzijn de komende decennia vergroten of zelfs maar op peil
houden, dan zullen we een aantal fundamentele uitdagingen voor het
economisch succes van Nederland onder ogen moeten zien.

Onze welvaart is voortgekomen uit een ‘verdienmodel’ dat succesvol
gebruik heeft gemaakt van onze geografische ligging, onze hoogopge-
leide bevolking, de hoge kwaliteit van onze infrastructuur en onze
internationale handelsgeest. Maar waar deze factoren ons in het ver-
leden een voorsprong gaven op andere landen, bieden ze nu steeds
minder onderscheid. Ons verdienmodel voldoet daarom niet langer
voor het vergroten van onze welvaart op de middellange termijn.
Om verdere groei van onze welvaart en ons welzijn te realiseren zul-
len we op een ingrijpend vernieuwd verdienmodel moeten overgaan.
Hoe ziet dat verdienmodel van de toekomst eruit? Hoe verdienen we
in 2030 ons inkomen? En welke maatregelen moeten we nu al nemen
om daarmee op lange termijn succesvol te zijn, terwijl de wereld zelfs
voor de eerstkomende jaren volop onzekerheid in zich herbergt?




                                                              The Boston Consulting Group | 3
In dit rapport wil The Boston Consulting Group een eerste antwoord
                      op deze vragen geven. We schetsen een beeld van een nieuw verdien-
                      model waarmee Nederland in 2030 zijn welvaart kan creëren. Om te
                      beginnen analyseren we de fundamentele bronnen van onze huidige
                      welvaart, de manier waarop deze veranderen en de kansen en bedrei-
                      gingen die dit met zich meebrengt. We verbinden daarbij de ‘macro-
                      wereld’ van landen en hun economieën met de ‘micro-wereld’ van
                      ondernemingen en mensen. Dit rapport geeft daarmee heldere
                      economische feiten en realiteiten die duidelijk maken op welke
                      beleidsterreinen veranderingen vereist zijn. Onze bevindingen verta-
                      len we ten slotte in concrete aanbevelingen voor de overheid, maat-
                      schappij en het bedrijfsleven.

                      Met dit rapport geven we een aanzet tot een hoognodig debat over de
                      agenda waarmee Nederland zijn welvaart de komende decennia kan
                      vergroten. We geven geen politieke visie op hoe die welvaart verdeeld
                      moet worden. We geven wel aan welke uitwerking keuzes van politiek
                      en bedrijfsleven hebben op ons toekomstige verdienmodel. Een wer-
                      kelijk begrip van ons toekomstige verdienmodel en de maatregelen
                      die al op korte termijn nodig zijn om het te bouwen, zijn van cruciaal
                      belang voor de welvaart en het welzijn van de volgende generaties.




4 | NL 2030: Contouren van een nieuw Nederlands verdienmodel
CONCLUSIES EN
                                                AANBEVELINGEN




O     ns welvaartsniveau wordt voor een
      belangrijk deel bepaald door het deel
van de economie dat is blootgesteld aan
                                                tie) 25% bepaalt dus in grote mate hun inko-
                                                men. 75% van de Nederlandse werk­ emers is
                                                                                    n
                                                in dat opzicht afhankelijk van de overige 25%.
internationale concurrentie. De relatieve       Niet van de slimste 25%, niet van de best
productiviteit van (de medewerkers in) die      verdienende 25%, maar van de 25% die bloot-
bedrijfstakken bepaalt in welke mate econo-     staat aan internationale concurrentie. De
mische activiteit in Nederland plaatsvindt en   productiviteit van onze bedrijfstakken die
welke beloning hier tegenover staat. Vandaag    internationaal (moeten) concurreren is der-
de dag is ongeveer 25% van de Nederlandse       halve van cruciaal belang voor het inkomens-
beroepsbevolking direct of indirect bloot­      niveau van de gehele beroepsbevolking en
gesteld aan internationale concurrentie         maatschappij.
(bv. boeren). Het salarisniveau voor die ar-
beid is sterk gerelateerd aan hun productivi-
teit in vergelijking met die van concurrenten   Nieuw verdienmodel nodig
in andere landen. Een Nederlandse boer          De productiviteit van internationaal concur-
verdient bijvoorbeeld 65 keer zo veel als een   rerende bedrijfstakken wordt gedreven door
Thaise boer, maar heeft ook een productivi-     voordelen die een land biedt (‘landenvoor­
teit in output van een factor 75 hoger. De      delen’) en door concurrentievoordelen van
overige 75% van onze beroepsbevolking is        bedrijven zelf (‘bedrijfsvoordelen’). De
niet of nauwelijks blootgesteld aan inter­      landenvoordelen waarmee ons land zich
nationale concurrentie, denk bijvoorbeeld       traditioneel wist te onderscheiden (zoals ons
aan kappers, buschauffeurs of rechters. Ook     belastingregime, de kwaliteit van onze fysieke
hun salarissen zijn vele malen hoger dan die    en ICT-infrastructuur, onze beheersing van
van hun Thaise collega’s, maar dat komt niet    vreemde talen, enz.) zullen ons niet veel
doordat zij op één dag veel meer knipbeurten    langer het concurrentievoordeel van weleer
doen, ritjes rijden of vonnissen vellen. Hun    verschaffen: de verschillen met andere
inkomen wordt niet bepaald aan de hand van      – zowel ontwikkelde als ook opkomende –
hun relatieve output, maar via concurrentie     landen lopen namelijk in hoog tempo terug.
op de binnenlandse arbeidsmarkt, waarin zij     We worden daarmee steeds afhankelijker van
concurreren met medewerkers uit bedrijfs-       onze bedrijfsvoordelen. Nederlandse onder-
takken die wel internationaal (moeten)          nemingen beschikken gelukkig nog steeds
concurreren. Niet hun eigen relatieve produc-   over specifieke concurrentievoordelen, maar
tiviteit, maar die van de ‘verhandelbare’       de houdbaarheidstermijn daarvan wordt
(= blootstaand aan internationale concurren-    steeds korter.


                                                                                     The Boston Consulting Group | 5
De wereldeconomie waarin onze internatio-         veranderende (ook wel ‘volatielere’) wereld.
                      naal concurrerende bedrijfstakken zaken           En de snelheid van verandering zal de
                      doen verandert namelijk steeds sneller. Nokia     komende twee decennia nog eens verder ver-
                      verloor zijn leidende positie in mobiele tele-    dubbelen door verdere groei van de bevol-
                      foons in minder dan drie jaar aan Apple.          king, onderwijstoegang, emancipatie en klant-
                      TomTom bouwde en verloor zijn leidende            vraagversnippering. Het einde van deze ver-
                      positie in minder dan een decennium. Maar         snellingstrend is nog niet in zicht.
                      ook in minder hightechbedrijfstakken als
                      financiële dienstverlening, kleding en trans-
                      port zien we steeds vaker dat nieuwe onder-       Nieuwe succesfactoren
                      nemingen ongekend snel markten veroveren          In steeds sneller veranderende tijden zijn de
                      en dat gevestigde bedrijven even snel hun         winnaars van vandaag steeds vaker en sneller
                      marktposities verliezen. De snelheid van ver-     de verliezers van morgen. De bron van ons
                      andering is toegenomen door drie factoren:        verdienvermogen, de concurrentievoordelen
                                                                        van onze internationaal concurrerende
                      ••   Een enorme toename van technologische        ondernemingen, wordt dus steeds minder
                           vernieuwing. Deze wordt gedreven door        betrouwbaar. Tegelijkertijd worden we, met
                           de wereldwijde bevolkingsgroei, de stij-     het verdwijnen van onze landenvoordelen,
                           ging van emancipatieniveaus en de verbe-     steeds afhankelijker van die bron. Dat hoeft
                           terde toegang tot (hoger) onderwijs.         niet per se een nadeel te zijn: in steeds
                                                                        sneller veranderende tijden valt er niet alleen
                      ••   Een sterke versplintering van de behoef-     meer te verliezen, maar ook meer te winnen.
                           ten van klanten. Dé klant bestaat bijna      Landen waarin ondernemingen zich goed en
                           niet meer: klantbehoeften zijn onder         snel aan kunnen passen aan nieuwe techno-
                           andere door toenemende welvaart sterk        logie en een versplinterde klantvraag zullen
                           gesegmenteerd. Wij verwachten een            profiteren. In een volatielere wereld wordt
                           verdere versplintering van de klantvraag,    aanpassingsvermogen steeds meer beloond.
                           bijvoorbeeld doordat onze huidige leve-      Starheid wordt steeds harder afgestraft.
                           ringsmodellen voor grondstoffen, zorg en
                           pensioen ontoereikend zullen blijken en      De twee cruciale ingrediënten voor een land
                           dus kansen bieden voor nieuwe                en bedrijfsleven om te kunnen profiteren van
                           proposities.                                 een steeds sneller veranderende wereld zijn:

                      ••   Een snel platter wordende wereld. Dit is     1.	 Vernieuwingstalent: mensen die moge-
                           het gevolg van onder meer de vorming             lijke concurrentievoordelen identificeren
                           van economische unies, afnemende valu-           in een zee van nieuwe technologieën, data
                           tarisico’s, versterking van internationale       en versplinterende klantvragen en in een
                           instituties en de afname van geopolitieke        steeds internationaler speelveld; en
                           risico’s in veel regio’s.
                                                                        2.	 Maatschappelijk aanpassingsvermogen
                      Deze drie factoren bieden nieuwe onderne-             waarmee ondernemingen deze concurren-
                      mingen steeds vaker de mogelijkheid nieuwe            tievoordelen kunnen realiseren. Alleen als
                      technologie te koppelen aan voorheen ver-             we over maatschappelijke fundamenten
                      borgen klantvragen en hiermee gevestigde              (bv. financiering, vergunningen, arbeids-
                      spelers te verslaan. In een platte wereld kun-        markt, enz.) met voldoende aanpassings-
                      nen deze vernieuwende ondernemingen in                vermogen beschikken, zullen de door
                      korte tijd hun propositie wereldwijd uitrollen        vernieuwingstalent geïdentificeerde
                      en zo ook gevestigde buitenlandse spelers             nieuwe voordelen ook daadwerkelijk
                      uitdagen.                                             tijdig gerealiseerd kunnen worden.

                      Het gevolg van dit alles is een voortdurend       Met deze twee als belangrijkste ingrediënten
                      toenemende snelheid van economische ver-          voor ons toekomstige concurrentievermogen
                      andering: bedrijfsvoordelen komen en gaan         staan we voor een grote uitdaging. Want
                      steeds sneller. We leven in een steeds sneller    Nederland excelleert helaas niet in het


6 | NL 2030: Contouren van een nieuw Nederlands verdienmodel
ontwikkelen, aantrekken en behouden van          Bedrijven die internationaal concurreren
vernieuwingstalent. Ons onderwijssysteem is      zullen zich moeten richten op niches waarin
met name gericht op het verhogen van het         hun diepe expertise tot haar recht komt.
gemiddelde niveau, voor het koesteren en         Een grotendeels Engelstalige arbeidsmarkt,
verbeteren van de uitblinkers lijkt te weinig    integrale aansturing van de Randstad als
aandacht. We slagen er niet in ons even­         één metropool en een solidaire verzorgings-
redige aandeel in hooggekwalificeerde ken-       staat zijn additionele punten aan de horizon
nismigranten aan te trekken. En van een          van 2030.
klimaat waarin vernieuwingstalent optimaal
geprikkeld wordt tot het leveren van toppres-
taties lijkt onvoldoende sprake.                 Implicaties voor overheid en
                                                 bedrijfsleven
Evenmin blinken we uit met het aanpassings-      De overheid moet bouwen aan een maat-
vermogen van onze maatschappelijke funda-        schappij met meer vernieuwingstalent en
menten. De snelheid van publieke besluitvor-     een groter maatschappelijk aanpassingsver-
ming laat vaak te wensen over. Toegangs-         mogen, bijvoorbeeld door meer gekwalifi-
barrières voor nieuwe ondernemingen zijn         ceerde immigranten toe te laten en onder-
veelal onnodig hoog, net als uittredingsbar-     wijs meer toe te spitsen op excellentie, door
rières. Daarnaast werkt onze arbeidsmarkt        prikkels tot starheid uit het belastingstelsel
aanpassingsvermogen niet altijd in de hand.      te verwijderen en door verdere modernise-
Bestuurders binnen zowel de overheid als het     ring van de arbeidsmarkt. Bovendien moet
bedrijfsleven moeten daarom nu maatrege-         de overheid haar eigen aanpassingsvermo-
len nemen die ons maatschappelijk aanpas-        gen vergroten, bijvoorbeeld door wet- en
singsvermogen en vernieuwingstalent snel en      regelgeving sneller aan te passen op techno-
aanzienlijk verbeteren.                          logische vernieuwingen en door snellere
                                                 besluitvorming over onder meer overheidsin-
                                                 vesteringen in ICT en fysieke infrastructuur.
Doorkijk naar 2030                               Ondernemingen moeten zichzelf beter
We kunnen niet voorspellen wat de winnen-        voorbereiden op toenemende snelheid van
de bedrijfstakken in 2030 zullen zijn. De sec-   verandering door hun aanpassingsvermogen
tormix zal voortdurend en sneller dan nu         te vergroten, door onder meer modernisering
veranderen en dat geldt ook voor de positie      van hun talentmanagement, het voeren van
van Nederland in bepaalde bedrijfstakken.        een minder starre financiële balans, het
Wie had ooit gedacht dat Finland zijn positie    koesteren van een cultuur met tolerantie
in hightech in vijf jaar zou verliezen? In       voor risico en mislukking, leren te experi­
plaats van ons te richten op de winnaars van     menteren met risicobeheersing, enz. Ten
vandaag, zullen we moeten werken aan ons         slotte moeten overheid en bedrijfsleven een
vermogen ons aan te passen aan snelle veran-     bijdrage leveren door een klimaat te schep-
deringen in technologie en steeds verdere        pen waarin excellentie gewaardeerd wordt
klantvraagversnippering.                         en er begrip is voor de noodzaak tot meer
                                                 aanpassingsvermogen.
We voorzien in 2030 een landschap met
ondernemingen die een smallere focus op          In dit rapport roepen wij op tot fundamen-
producten en klanten koppelen aan grotere        tele veranderingen. Het realiseren van deze
geografische reikwijdte: van gediversifieerde    veranderingen zal niet eenvoudig zijn en zal
regionaal actieve ondernemingen naar             weerstand oproepen. Succes hangt af van de
gespecialiseerde wereldwijd opererende           wil en het vermogen van politieke, maat-
ondernemingen. Die ondernemingen zullen          schappelijke en zakelijke leiders om een aan-
bovendien veel sneller dan vandaag hun           trekkelijk perspectief voor Nederland in 2030
(productie)capaciteit op- én afbouwen omdat      te ontwikkelen en uit te dragen. Niet aanpas-
ook hun relatieve concurrentiekracht vaker       sen is geen optie. De welvaart van ons alle-
en sneller zal veranderen. Dat brengt boven-     maal staat op het spel. Van boer tot bus-
dien met zich mee dat ondernemingen vaker        chauffeur. Voor de volgende generatie en
zullen moeten wisselen van bedrijfsmodel.        die daarna.


                                                                                      The Boston Consulting Group | 7
AANPASSINGSVERMOGEN
WORDT DE NIEUWE BRON
VAN WELVAART



                      H   oe verdienen we in Nederland in 2030
                          ons inkomen? Voor een antwoord op
                      deze vraag is het verhelderend na te gaan
                                                                         geen afdoende verklaring voor hun inter­
                                                                         nationaal sterk uiteenlopende inkomens.

                      waar we ons huidige verdienvermogen en             Het in dit verband relevante onderscheid tus-
                      daarmee ons inkomensniveau aan te danken           sen boeren en buschauffeurs is dat land-
                      hebben. In dit hoofdstuk behandelen wij de         bouwproducten internationaal verhandelbaar
                      bronnen van de hoge productiviteit van             zijn en busritten niet. Er is een wereldmarkt
                      Nederland en analyseren we hoe deze zich           voor suiker waarop Nederlandse boeren con-
                      ontwikkelen.                                       curreren met Thaise boeren, geen Nederlan-
                                                                         der reist naar Lima om daar enkel een
                                                                         busritje te gaan maken.
                      Analyse van ons huidige
                      landelijke verdienmodel                            Inkomensverschillen tussen landen worden
                      Ons huidige verdienvermogen is, vergeleken         voor een belangrijk deel bepaald door produc-
                      met dat in veel andere landen, hoog. Dat           tiviteitsverschillen in bedrijfstakken waarin
                      komt vooral tot uitdrukking in de relatief         internationale handel plaatsvindt. Naast land-
                      hoge inkomens van onze beroepsbevolking:           bouw zijn dit bijvoorbeeld ook (delen van)
                      een Nederlandse boer verdient bijvoorbeeld         industriële productie, ICT en de creatieve sec-
                      65 keer zo veel als een boer in Thailand. De       tor. Inkomens in bedrijfstakken die niet of
                      verklaring voor dit verschil in inkomen, en        nauwelijks zijn blootgesteld aan internatio-
                      daarmee voor het verschil in welvaart tussen       nale handel zijn van deze inkomens afgeleid.
                      beide landen, ligt voor de hand: de Neder-         Mobiliteit op de nationale arbeidsmarkt zorgt
                      landse boer produceert ook veel meer dan           voor een koppeling van lonen in beide typen
                      zijn Thaise collega. Het verschil in inkomen       bedrijfstakken. Als salarissen voor boeren aan-
                      (een factor 65) blijkt bij boeren inderdaad        zienlijk hoger zouden zijn dan die voor bus-
                      redelijk in lijn te liggen met hun verschil in     chauffeurs, zouden veel buschauffeurs zich
                      productiviteit (een factor 75)1. Maar waarom       laten omscholen, met stijgende salarissen voor
                      verdient een Nederlandse buschauffeur circa        de resterende buschauffeurs als gevolg (door
                      20 keer zo veel als zijn collega in bijvoorbeeld   schaarste) en dalende salarissen voor boeren
                      Peru2? Niet omdat die per dag 20 keer zo veel      (door meer aanbodconcurrentie). Een Neder-
                      ritten of passagiers­ ilometers maakt. Inter­
                                             k                           landse buschauffeur dankt zijn internationaal
                      nationale productiviteitsverschillen tussen        gezien hoge inkomen dus niet primair aan zijn
                      buschauffeurs zijn, net zomin als voor             eigen (comparatieve) productiviteit, maar – in
                      horecapersoneel, kappers of advocaten,             dit vereenvoudigde voorbeeld – aan de hoge


8 | NL 2030: Contouren van een nieuw Nederlands verdienmodel
productiviteit van Nederlandse boeren. Boe-                  king (of 15% van de samenleving) zich in
ren staan hier synoniem voor ‘internationaal                 internationaal opzicht kan blijven meten.
concurrerende bedrijfstakken’.                               Een eventueel verlies aan internationale
                                                             concurrentiekracht in bedrijfstakken die
                                                             internationaal concurreren zou het inkomens-
Relatieve productiviteit                                     niveau van de gehele Nederlandse bevolking
                                                             sterk onder druk zetten. Zie bijlage 1.
van 25% van onze
                                                             Gegeven dit cruciale belang van de (compara-
beroepsbevolking bepaalt                                     tieve) productiviteit van onze internationaal
maatschappelijke welvaart                                    concurrerende bedrijfstakken voor het toe-
                                                             komstige Nederlandse verdienvermogen, heb-
                                                             ben we inzicht nodig in de factoren die tot
Onderzoek van BCG naar hoe onze beroeps-                     productiviteitsverschillen tussen landen (in
bevolking in dit verband is samengesteld                     dezelfd bedrijfstak) leiden. Deze factoren val-
levert een nieuw en zeer opmerkelijk inzicht                 len in twee categorieën uiteen:
op. Naar onze schatting bevindt niet meer
dan 25% van de Nederlandse werkgelegen-                      ••   landgebonden concurrentievoordelen
heid zich in bedrijfstakken die zijn blootge-                     zoals het klimaat, de aanwezigheid van
steld aan internationale concurrentie3.                           natuurlijke hulpbronnen of politieke
Figuur 1 geeft de opbouw van dit aandeel                          stabiliteit (vanaf hier: ‘landenvoordelen’);
weer. Dit betekent (bij de huidige stand van
de technologie) dat 25% van de Nederlandse                   ••   bedrijfsgebonden concurrentievoordelen
arbeid goederen of diensten produceert die                        zoals een superieure technologie, com-
vervangen zouden kunnen worden door die                           merciële kracht en marktposities (vanaf
van buitenlandse concurrenten. De implica-                        hier: ‘bedrijfsvoordelen’).
ties hiervan zijn verstrekkend: toekomstige
inkomensniveaus van alle Nederlanders zijn                   In de volgende twee paragrafen onderzoeken
grotendeels afhankelijk van hoe de producti-                 we hoe robuust onze huidige landenvoor­
viteit van deze 25% van onze beroepsbevol-                   delen en bedrijfsvoordelen zijn.

 Figuur 1 | ~25% van Nederlandse banen concurreert op internationale markten
     % van totale Nederlandse werkgelegenheid
               100%            61%
     100

      80

      60

      40                                        39%      22%
                                                                                       6%             24%
      20                                                                17%

       0
             Totale werk- Publieke1 en Tradable        Non-tradable   Tradable      Tradable       Totale
             gelegenheid non-tradable bedrijfs-        functies       functies      functies in    tradable
                          bedrijfs-    takken          in tradable    in tradable   non-tradable   werk-
                          takken                       bedrijfs-      bedrijfs-     bedrijfs-      gelegenheid
                                                       takken2        takken3       takken4
                                                                      Tradable = internationaal concurrerend
 1
  Inclusief de sectoren Overheid, Onderwijs en Zorg
 2
  Bijvoorbeeld een verkoper
 3
  Bijvoorbeeld een ontwerper
 4
  Bijvoorbeeld een IT-specialist
 Noot: Hiervoor hebben we CBS-data over de opbouw van de Nederlandse werkgelegenheid gecombineerd met internationale
 data (Bradford, Jensen & Kletzer, 2005) over het aandeel van internationale handel per bedrijfstak
 Bron: CBS branche monitor, juni 2012, Institute for International Economics, BCG-analyse




                                                                                                             The Boston Consulting Group | 9
Het belang van traditionele                                        specifiek Nederlandse concurrentievoordelen
                      landenvoordelen neemt af                                           worden bijgehaald.
                      Afstanden worden kleiner (in tijd), landen
                      groeien naar elkaar toe of, in de woorden van                      De kwaliteit van de beroepsbevolking, het
                      Thomas Friedman, ‘de wereld wordt platter’4.                       macro-economische en sociale klimaat, het
                      De bewijzen hiervoor vinden we overal om                           belastingregime, de kwaliteit van de infrastruc-
                      ons heen: de globaliserende economie, de                           tuur, de beheersing van vreemde talen, poli-
                      voortgaande Europese integratie, internatio-                       tieke stabiliteit, betrouwbare instituties en
                      naal expanderende ondernemingen, enz. In                           technologische expertise werden lange tijd
                      dit rapport gaan we niet dieper op deze                            gezien als de belangrijkste factoren voor het
                      ‘megatrend’ in, maar beschouwen deze als                           creëren van het nationale verdienvermogen.
                      een gegeven.                                                       Op vrijwel al deze aspecten zijn landen echter
                                                                                         op een spectaculaire manier naar elkaar
                                                                                         toegegroeid: de aanvankelijke voorlopers
                      Nederlandse concurrentie-                                          hebben slechts beperkte voortgang geboekt, de
                                                                                         achterblijvers van weleer hebben een grote
                      kracht steeds minder                                               inhaalslag gemaakt. De leidende landen op het
                                                                                         gebied van institutionele kwaliteit, technologi-
                      onderscheidend.                                                    sche expertise en macro-economisch klimaat
                      We hebben een nieuw                                                hebben hun voorsprong op de nummer 10
                                                                                         veelal zien halveren in de afgelopen tien jaar
                      verdienmodel nodig                                                 (zie figuur 2). Verder naar beneden op de
                                                                                         ranglijst laten landen een soortgelijke conver-
                                                                                         gentie zien, de verschillen tussen bijvoorbeeld
                      Daarnaast constateren wij dat de bovenge-                          de nummers 10 en 40 op deze dimensies zijn
                      noemde landenvoordelen wereldwijd afvlak-                          eveneens sterk verminderd5. Deze convergentie
                      ken. Factoren waarmee landen zich in het                           van landenvoordelen is echt een mondiaal
                      verleden konden onderscheiden maken van-                           fenomeen: ze voltrekt zich niet alleen tussen
                      daag de dag het verschil niet meer. We heb-                        ontwikkelde en ontwikkelende landen, maar
                      ben hiervoor op twee niveaus bewijzen                              ook tussen ontwikkelde landen onderling en
                      verzameld: (1) op macro-niveau, over de mate                       langs een groot aantal dimensies. Bijlage 2 gaat
                      waarin landen op potentieel onderschei-                            in op enkele uitzonderingen op deze logica,
                      dende factoren naar elkaar toe bewegen en                          zoals de toekomstbestendigheid van pensioen-
                      (2) op nationaal niveau, over de mate waarin                       en zorgstelsels en gezonde overheidsfinanciën.

                       Figuur 2 | Landenvoordelen nemen wereldwijd af
                                 Macro-economisch                            Technologische                              Institutionele
                                     klimaat                                    expertise                                  kwaliteit
                           Verschil tussen best presterende land en land dat de tiende plek inneemt1 in WEF-score

                           15                                         15                                            15
                                  13                                           13


                           10                                         10                                            10    9
                                                                                                                                   8
                                                7
                                                                                             6
                            5                                           5                                           5



                            0                                           0                                           0
                                 2001         2011                            2001         2011                          2001     2011



                       Op basis van absolute score van nummer 1 en nummer 10 in 2001 en 2011
                       1

                       Bron: World Economic Forum Global Competitiveness Index 2001 en 2011




10 | NL 2030: Contouren van een nieuw Nederlands verdienmodel
De vervolgvraag is of deze wereldwijde con-        paragraaf onderzoeken we of onze onderne-
vergentie ook op Nederland van toepassing          mingen deze voordelen bezitten en kunnen
is. In de jaren 90 golden de kwaliteit van onze    behouden.
fysieke en ICT infrastructuur, ons belasting­
regime, de beheersing van het Engels en            De toenemende snelheid van
andere vreemde talen, onze geografische lig-       veranderingen in het bedrijfsleven
ging en onze gasvoorraad als de belangrijkste      Het conventioneel strategisch denken in
factoren die Nederland een onderscheidend          ondernemingen draait om het creëren van
landenvoordeel boden. Wat is er sindsdien          ‘houdbare concurrentievoordelen’ waarmee
gebeurd? Onze voorsprong op gebied van             een bedrijf voor langere tijd aantrekkelijke
fysieke en ICT-infrastructuur is aanzienlijk       rendementen weet te behalen. In de afgelo-
teruggelopen. Niet omdat onze kwaliteit is         pen decennia hebben we echter gezien dat
verminderd, maar omdat concurrerende lan-          bedrijfsvoordelen steeds minder duurzaam
den de achterstand goeddeels hebben inge-          blijken. Het in omvang relatief bescheiden
haald. Bij de beheersing van vreemde talen         Nintendo verdreef binnen de kortste keren
voltrekt zich eenzelfde trend, onze voor-          giganten als Sony en Microsoft uit de markt
sprong op omringende landen is het afgelo-         voor game consoles. Independer.nl heeft de
pen decennium aanzielijk verminderd. Ook           Nederlandse verzekeringsmarkt geopend
de aantrekkelijkheid van ons belastingkli-         voor kleine, vaak nauwelijks bekende aanbie-
maat is relatief minder geworden door Euro-        ders van financiële producten. Tegelijkertijd
pese convergentie op dit gebied. Zie bijlage 3     zien we dat snel opkomende nieuwkomers
voor een gedetailleerde toelichting op de con-     soms zelf maar een kort leven is beschoren:
vergentie op het gebied van onze voormalige        TomTom en RIM (producent van de Black-
landenvoordelen.                                   Berry) stonden aan de wieg van nieuwe
                                                   markten, maar domineerden deze maar even.
Samenvattend kunnen we stellen dat factoren        Er zijn talloze van dergelijke voorbeelden te
die ooit het verschil maakten langzaam             vinden: zijn dat allemaal incidenten, of wij-
verworden tot hygiënefactoren die ieder land       zen ze op een aardverschuiving in het
dat mee wil spelen kan en moet bezitten. De        bedrijfsleven?
voorsprong loopt niet bij alle landenvoorde-
len per definitie terug; zeer specifieke kennis,
zoals bijvoorbeeld onze kennis van water­
management, lijkt een behoorlijk bestendig
                                                   Voor ondernemingen biedt
voordeel te bieden. Dit is echter een uitzon-      winstniveau van gisteren
dering, in grote lijnen bewegen landen naar
elkaar toe. Dit betekent niet dat nationale
                                                   steeds minder garantie voor
beleidsmaatregelen op deze terreinen niet          winstniveau van morgen
langer van belang zouden zijn, ze zijn alleen
steeds minder onderscheidend. Voor toekom-
stig economisch succes is daarom meer nodig.       BCG onderzocht over een periode van 50 jaar
                                                   hoe lang ondernemingen hun marktleider-
                                                   schap hebben weten vast te houden. De
De toenemende vergankelijkheid                     resultaten zijn opmerkelijk. Het percentage
van bedrijfsvoordelen                              ondernemingen dat een top 3-positie in zijn
In het begin van dit hoofdstuk hebben we           markt in een tijdspanne van 5 jaar verloren
uiteengezet hoe landen- en bedrijfsvoordelen       zag gaan is tussen 1970 en 2010 meer dan
leiden tot verschillen in productiviteit,          verdubbeld (zie figuur 3). De winnaars van
inkomens en verdienvermogen. Met het               vandaag blijken steeds minder de winnaars
afnemen van de relevantie van de oorspron-         van morgen te zijn. De resultaten verschillen
kelijke landenvoordelen zoals we dat in de         uiteraard sterk per sector: in bijvoorbeeld de
vorige paragraaf hebben beschreven, wordt          olie- & gassector en in de biersector verschui-
ons land voor het behalen van hogere pro-          ven machtsposities langzaam, in andere
ductiviteits- en inkomensniveaus sterker           bedrijfstakken verandert de top 3 veel sneller
afhankelijk van bedrijfsvoordelen. In deze         dan gemiddeld.


                                                                                        The Boston Consulting Group | 11
Figuur 3 | Voorheen succesvolle ondernemingen verliezen steeds sneller hun leidende posities
   Percentage van ondernemingen dat in betreffende jaar top 3-positie in haar markt verloor

   20




   15




   10




    5




    0
                 1960s                       1970s                        1980s                    1990s                  2000s
                                                        Bedrijfsvoordelen steeds vergankelijker
 Noot: Alleen sectoren met meer dan 10 bedrijven meegenomen
 Bron: BCG-analyse, Adaptability: The New Competetive Advantage, Harvard Buisiness Review, July 2011



                                BCG onderzocht daarnaast het belang van                                Ooit toonaangevende kledingmerken als
                                schaalgrootte voor ondernemingen. In het                               Mexx, Esprit en O’Neill zijn binnen een
                                traditionele strategisch denken zou schaal-                            paar jaar hun leidende posities kwijtge-
                                grootte sterk gepaard moeten gaan met                                  raakt. Met bescheiden investeringen
                                hogere winstgevendheid: schaal leidt immers                            hebben NEM, Oxxio en Greenchoice
                                tot kostenvoordelen, meer investeringsmoge-                            substantiële marktaandelen in de levering
                                lijkheden in bijvoorbeeld R&D, een grotere                             van gas en energie veroverd. TomTom
                                distributiekracht en grotere mogelijkheden                             bouwde en verloor in minder dan tien
                                om merkbekendheid uit te nutten. Deze voor-                            jaar een markt. Greenwheels veroverde
                                delen stellen een bedrijf bovendien in staat                           een substantieel marktaandeel op de
                                haar positie te verdedigen. Wie dus eenmaal                            gevestigde autoverhuurders en -verkopers.
                                groot en machtig is, zou ook relatief gemak-                           Deze verandersnelheid beperkt zich niet
                                kelijk groot en machtig moeten kunnen                                  tot het grootbedrijf. Zonline maakt
                                blijven. BCG’s recente analyse van alle beurs-                         gebruik van satellietfoto’s om zonne­
                                genoteerde ondernemingen in de VS en                                   paneelsystemen binnen 48 uur op locatie
                                Canada laat echter iets heel anders zien: de                           te ontwerpen, zonder hiervoor het betref-
                                kans dat het grootste bedrijf in een sector                            fende pand te komen bekijken. Hierdoor
                                ook het meest winstgevend is, is nu ongeveer                           kan het landelijk met lokale installateurs
                                30%, terwijl dat in de jaren 90 nog circa 50%                          concurreren. SuperBBQ bezorgt leenbar-
                                was (zie figuur 4). Schaalvoordelen van van-                           becues, eten en drinkwaren en servies en
                                daag bieden steeds minder een garantie voor                            bestek in grote delen van Limburg, Bra-
                                de toekomst. Vice versa geldt dat het ontbre-                          bant en Gelderland via een kleine web-
                                ken van schaalvoordelen in veel bedrijfstak-                           site. Zo concurreert het met slagers,
                                ken steeds minder vaak een belemmering                                 cateraars en supermarkten in de hele
                                vormt voor nieuwe toetreders.                                          regio, als ook met barbecueverkopers. En
                                                                                                       EVAC vult jaarlijks de EHBO-dozen van
                                Ook in Nederland zijn verschuivingen waar-                             zijn klanten aan, op basis van een smart-
                                neembaar die passen in dit beeld:                                      phone-foto die deze klanten jaarlijks van
                                                                                                       hun halfvolle doos opsturen, en concur-
                                ••   Allsecur is vanuit het niets een leidende                         reert daarmee met drogisterijen in het
                                     speler in autoverzekeringen geworden.                             hele land.


12 | NL 2030: Contouren van een nieuw Nederlands verdienmodel
Figuur 4 | Belang van schaalgrootte geleidelijk maar fors afgenomen
     Kans dat grootste onderneming in haar sector ook de meest winstgevende is1

     90%

     80%

     70%

     60%

     50%

     40%

     30%

     20%
       1950                     1960                    1970                      1980           1990                    2000        2009

                                           Huidig succes steeds minder een garantie voor toekomstig succes


 Sales versus operating margin. Gewogen gemiddelde over alle publieke Amerikaanse en Canadese bedrijven in 69 sectoren
 1

 Bron: BCG-analyse, Adaptability: The New Competetive Advantage, Harvard Buisiness Review, July 2011



••    Dat dit waarschijnlijk geen incidenten                        De wereldwijd toegenomen snelheid van ver-
      maar manifestaties van een brede trend                        andering heeft dus ook in Nederland zijn
      zijn, blijkt uit een analyse van het aantal                   sporen nagelaten. Stap voor stap is het aan-
      bedrijfsfaillissementen de afgelopen                          zicht van hele bedrijfstakken binnen tien jaar
      twintig jaar. Het aantal bedrijfsfaillisse-                   veranderd. Bovenop deze afnemende ‘houd-
      menten per jaar is namelijk gestegen                          baarheid’ van bedrijfsvoordelen komt nog de
      met meer dan 50% (na correctie voor de                        vraag hoe lang een Nederlands bedrijf Neder-
      conjunctuur en de toename van het aan-                        lands blijft en daarmee de vraag hoe lang
      tal ondernemingen, zie figuur 5).                             Nederland als land kan blijven profiteren van
                                                                    de betreffende bedrijfsvoordelen. De toege-
••    Ook onze grootste ondernemingen hebben                        nomen mobiliteit van ondernemingen die we
      veelal een turbulent, recent verleden. Veel                   binnen Nederland zien (Philips, AkzoNobel,
      van de grote AEX-ondernemingen hebben                         Arcadis, Douwe Egberts en Vodafone Neder-
      hun bedrijfsmodellen in de afgelopen vijf                     land hebben recent hun hoofdkantoor ver-
      tot tien jaar grondig veranderd. TNT en                       plaatst naar Amsterdam), zien we ook steeds
      KPN hebben een groot deel van hun                             meer op internationaal niveau. Het hoofd-
      activiteiten afgestoten en hebben hun                         kantoor van het onderdeel Domestic Applian-
      bedrijfsvoering grondig herzien. ABN                          ces van Philips is verplaatst naar China.
      AMRO heeft zich grotendeels teruggetrok-                      De CEO van Schneider Electric is voor een
      ken op haar thuismarkt, AkzoNobel heeft                       deel van zijn tijd verhuisd naar Shanghai.
      zichzelf getransformeerd tot een toonaan-                     Andere voorbeelden zijn Cisco, Osram, BASF,
      gevend verfproducent, DSM is overgestapt                      Nokia en Emerson: elk van deze ondernemin-
      van bulkchemie naar ‘life sciences’, Philips                  gen heeft een divisiehoofdkantoor verplaatst
      doet niet langer zelf de massaproductie                       naar Azië.
      van consumentenelektronica maar stuurt
      waardeketens aan in verlichting, medische                     Het beeld dat ontstaat uit deze ontwikke­
      techniek en persoonlijke verzorging. Op                       lingen is helder. Ondernemingen winnen
      een niveau daaronder zijn ondernemingen                       sneller marktaandeel, maar raken dat ook
      als Buhrmann, Numico en Hagemeyer                             sneller kwijt. De huidige plek op een ranglijst
      overgenomen, terwijl CSM en Stork zijn                        zegt steeds minder: de winnaars van vandaag
      opgesplitst.                                                  kunnen zomaar de verliezers van morgen


                                                                                                               The Boston Consulting Group | 13
Figuur 5 | Ook na conjuncturele correctie lijkt er een significante toename van
                                   het aantal faillissementen over tijd
                                       Aantal faillissementen/Aantal ondernemingen1 in NL (%)

                                       1,0


                                       0,8
                                                                   x1,5

                                       0,6


                                       0,4
                                                                                                                                              x1,7

                                       0,2


                                       0,0
                                              1988      1990      1992     1994        1996      1998     2000    2002     2004      2006      2008      2010

                                              Toppen en dalen steeds hoger; na conjuncturele correctie 50% toename in laatste 25 jaar

                                   Totaal aantal faillissementen en bedrijven in Nederland. Behelst eenmanszaken, bv’s, nv’s, cv’s, vof’s, verenigingen,
                                   1

                                   maatschappen, stichtingen en overige bedrijfsvormen
                                   Bron: CBS conjunctuur dossier 2011, BCG-analyse



                                zijn. Posities die ooit veilig leken, brokkelen                           De grotere snelheid waarmee technologische
                                daardoor sneller af of verdwijnen naar het                                vernieuwingen ontstaan en zich verspreiden
                                buitenland. De snelheid van verandering van                               is een fundamentele oorzaak. Het aantal
                                en voor bedrijven neemt steeds verder toe.                                patenten dat wereldwijd werd toegekend lag
                                                                                                          in 2000 zo’n 30% hoger dan in 1990. Dat is al
                                Oorzaken voor de toenemende snel-                                         een indrukwekkende stijging, maar in de tien
                                heid van verandering                                                      jaar daarop deed zich nog eens een flinke
                                Wat veroorzaakt deze toenemende snelheid                                  versnelling voor: in 2010 werden 75% meer
                                van verandering? BCG ziet drie oorzaken:                                  patenten verleend dan in 2000 (zie figuur 6).


 Figuur 6 | Sterke toename van technologische vernieuwing gekoppeld aan steeds snellere
 commerciële uitrol van nieuwe techniek
 Aantal wereldwijd toegekende patenten (x1.000)                               Gemiddelde duur tussen uitvinding en
                                                                              volledige uitrol in aantallen jaren
1.000                                                                         150
                                                                     909
                                                          +76%
  800                                                                                         Stoom- en motorschip

                                                           631                100
                                       +27%                                                             Trein
  600               -4%                           516
          422                407        429
                    398
  400                                                                                     Telegraaf                  Electriciteit
                                                                                  50                                        Vliegtuig
                                                                                                     Telefoon
  200                                                                                                      Auto
                                                                                                                                            Pc Internet
                                                                                                                                Oxystaal
                                                                                                                                            MRI
    0                                                                             0
         1980      1985     1990       1995      2000      2005     2010                  1800            1850           1900          1950            2000
                                                                                                                                              Jaar van uitvinding

 Noot: Volledige uitrol vindt plaats wanneer de technologie op grote schaal gebruikt wordt voor productie van (onafgewerkte) goederen of diensten.
 Gemiddelde van alle relevante landen
 Bron: Comin & Hobijn (2008), An Exploration of Technology Diffusion, Online database World Intellectual Property Organization, June 2012




14 | NL 2030: Contouren van een nieuw Nederlands verdienmodel
Figuur 7 | Raamwerk van drijvende factoren achter toenemende snelheid van
 verandering
                                                                            Bevolkingsgroei

                                              Acceleratie                   Opleidingsniveau
                                     (technologische vernieuwing)

                                                                           Emancipatiegraad

                                                                         Behoee aan diversiteit

       Snelheid van verandering               Divergentie                       Eindige
             (volatiliteit)            (klantvraagversnippering)         grondstoffenvoorraden
                                                                        Ontoerijkende leverings-
                                                                      modellen (bv. energie en zorg)

                                                                        Liberalisering van handel

                                              Flattening                    Transparantie en
                                            (globalisering)                  communicatie
                                                                             Geopolitieke
                                                                          machtsverschuivingen



Niet alleen het aantal patenten en daaruit           Gezamenlijk veroorzaken deze drie factoren
voortvloeiende innovaties stijgt, ook de snel-       grote en toenemende verandersnelheid in het
heid waarmee consumenten deze innovaties             bedrijfsleven. Slimme ondernemers weten
omarmen wordt voortdurend groter. De                 nieuwe technologie te koppelen aan steeds
acceptatie van het stoomschip vergde meer            verder gesegmenteerde klantgroepen en kun-
dan een eeuw, het internet veranderde de             nen deze nieuwe propositie vervolgens steeds
wereld in slechts een decennium. Apple en            eenvoudiger uitrollen naar een groter afzet-
Facebook realiseerden een revolutie in min-          gebied in een platter wordende wereld.
der dan vijf jaar tijd. De tijd die nodig is om      Figuur 7 biedt een schematisch overzicht.
een innovatie wereldwijd uit te rollen hal-
veert iedere 50 jaar (zie figuur 6).                 De snelheid van veranderingen neemt
                                                     alleen maar verder toe
Naast een steeds groter aanbod van technolo-         Is deze toenemende verandersnelheid van
gische mogelijkheden, zien we ook een steeds         structurele aard? BCG verwacht van wel, aan-
complexere klantvraag. Naarmate we welva-            gezien ten minste twee van de drie genoemde
render worden, kunnen we steeds minder               trends zich zullen voortzetten en versnellen:
spreken van ‘dé consument’. Klantbehoeften
variëren steeds meer en de vraag naar
maatwerkproducten en maatwerkdiensten
neemt toe bij stijgende welvaart. Daarnaast
                                                     De snelheid van verandering
zien we dat onze huidige leveringsmodellen           zal de komende decennia
voor grondstoffen, pensioenen en zorg tegen
hun grenzen aanlopen. Dit leidt tot additio-
                                                     nog eens verdubbelen
nele vraag naar creatieve oplossingen zoals
bijvoorbeeld schaliegas, e-health en persoon-
lijke pensioenregelingen.                            ••   Historisch gezien is de snelheid van tech-
                                                          nologische vernieuwingen in ontwikkelde
Ten slotte zien we een wereld met steeds                  economieën afhankelijk van de ‘cumula-
lager wordende (internationale) transactie-               tieve denkkracht’, ofwel de omvang, de
kosten, gereduceerde valutarisico’s, betrouw-             mate van emancipatie en het opleidings-
baardere overheden en sterkere internatio-                niveau van de bevolking6. Wereldwijd
nale instituties. Deze plattere wereld stelt              wordt de komende decennia in alle drie
ondernemingen meer en meer in staat hun                   sterke groei verwacht. De groei van de
bedieningsgebied te vergroten tot ver buiten              bevolking wereldwijd tot 2030 wordt
hun ‘thuismarkt’.                                         geschat op +20%, terwijl het aan­ eel van
                                                                                           d
                                                          jongeren met toegang tot tertiair


                                                                                               The Boston Consulting Group | 15
onderwijs met 15% zal stijgen7. De cumu-                           vraagdifferentiatie te verwachten: hoe
                           latieve denkkracht zal daarom met onge-                            hoger hun inkomens, hoe groter het
                           veer 40% stijgen (zie figuur 8). Voor de                           belang dat mensen toekennen aan niet-
                           emancipatiegraad is helaas geen prognose                           financiële overwegingen in hun
                           beschikbaar, maar gezien de enorme                                 bestedingspatronen.
                           vooruitgang de afgelopen jaren op dit
                           gebied gecombineerd met het enorme
                           potentieel dat hiervoor met name in Azië
                           nog voorhanden is, gaan wij ook uit van
                                                                                         De komende decennia valt
                           een snelle verdere groei van de mate                          er meer te verliezen maar
                           waarin vrouwelijk talent wereldwijd wordt
                           aangewend. Aangezien deze drie factoren
                                                                                         ook meer te winnen voor het
                           met elkaar vermenigvuldigd mogen                              Nederlandse bedrijfsleven
                           worden, voorspellen we een minimale
                           toename van 50% van de snelheid van
                           technologische vernieuwing en de hoe-                         ••   Of de wereld door lagere handelsbarriè-
                           veelheid technologische innovaties per                             res, grotere politieke vrijheden en meer en
                           jaar.                                                              meer open markten nog platter zal wor-
                                                                                              den, laat zich moeilijk voorspellen. Waar
                      ••   Onze verwachting is dat de versnippering                           in ontwikkelde landen de roep om nieuwe
                           van de klantvraag verder zal versnellen.                           handelsbeperkingen en nationalisatie van
                           In nagenoeg de hele wereld blijft het                              ondernemingen of bedrijfstakken begint
                           besteedbaar inkomen stijgen en daarmee                             te klinken, valt in opkomende landen juist
                           de vraag naar persoonlijke diensten en                             het tegenovergestelde te horen8. Grosso
                           producten. Daarnaast zorgt een aantal                              modo verwachten wij dat de invloed van
                           megatrends voor verdere veranderingen                              deze factor op de veranderingssnelheid in
                           in klantvraag. Reacties op grondstoffen-                           de wereld ten minste gelijk blijft.
                           schaarste beginnen pas net vorm te krij-
                           gen, net zoals de antwoorden op de grote                      Concluderend verwachten wij op basis van de
                           sociaaleconomische vraagstukken rondom                        toenemende snelheid van technologische ver-
                           pensioenen en zorg. Ook via toenemend                         nieuwing en toenemende versnippering van
                           ethisch activisme valt een toename van                        de klantvraag dat het tempo van verande­

                       figuur 8 | Wereldwijde totale ‘brainpower’ zal naar verwachting met ten minste
                       40% stijgen
                                          Wereldbevolking
                                          (miljarden mensen)
                                                             +21%
                                          10                   7,8         8,5
                                                 7,0
                              Bevolking




                                                                                          # mensen met toegang tot tertiair
                                                                                          onderwijs (miljoenen mensen)
                                          5                                               1.000
                                                                                                                 +38%
                                                                                              800                             713
                                          0
                                                2010         2020          2030                                  620
                                                                                              600    517
                                          % van wereldbevolking met
                                                                                     x
                                          toegang tot tertiair onderwijs                      400
                                                               +14%
                                                                                              200
                                          10                 7,9%          8,4%
                              Onderwijs




                                                7,4%                                           0
                                                                                                     2010        2020         2030
                                          5

                                          0
                                                2010         2020          2030
                           Door toenemende emancipatie van vrouwen zal totale brainpower waarschijnlijk nog meer stijgen

                       Bron: United Nations: World Population Prospects (2010), IIASA (2008), BCG-analyse




16 | NL 2030: Contouren van een nieuw Nederlands verdienmodel
ringen nog aanzienlijk wordt opgevoerd. We        Noten
belanden in nog sneller veranderende tijden.      1. Bron: International Farm Comparison Network,
                                                  PPLPI working paper 20 (2005) en Department of
Meer dan ooit staan onze bronnen van wel-         Environment, Food & Rural Affairs, Figures for a
vaart op het spel, maar tegelijkertijd zijn er    Farming Future (2004)
meer kansen dan ooit om nieuwe welvaarts-         2. Bron: www.worldsalaries.org (inclusief werkgeverslas-
                                                  ten). Ditzelfde patroon is zichtbaar bij gedetailleerde
bronnen aan te boren.
                                                  een-op-eenvergelijkingen tussen andere ontwikkelde
                                                  landen en ontwikkelingslanden ( juni 2012)
                                                  3. Hiervoor hebben we CBS-data over de opbouw van

Steeds meer kansen voor                           de Nederlandse werkgelegenheid gecombineerd met
                                                  internationale data: Bradford, Jensen & Kletzer (2005)

welvaartsgroei, maar ook
                                                  over het aandeel van internationale handel per
                                                  bedrijfstak.

steeds meer risico’s voor                         4. Bron: Thomas Friedman, ‘The World is Flat’ (2005)
                                                  5. Global Competitiveness Report, WEF (2011)

welvaartsbehoud                                   6. Bron: Romer, Endogenous technological change
                                                  (1998)
                                                  7. Bron: United Nations World Population Forecasts
                                                  (2010 revision), WEF Global gender Gap Index (2011)
                                                  8. In dit rapport gaan we ervan uit dat de Europese
Conclusie                                         Unie niet desintegreert, vanwege de grote economische
                                                  voordelen die de EU met zich meebrengt. Mocht er toch
In een wereld waarin landenvoordelen ver-         sprake zijn van substantiële desintegratie, dan ontstaat
dwijnen en waarin bedrijfsvoordelen in een        er een ander speelveld, waarbij landenvoordelen
steeds hoger tempo komen en gaan, worden          mogelijk weer onderscheidender worden
de bronnen van het Nederlandse verdienver-
mogen almaar minder betrouwbaar. Dit hoeft
niet noodzakelijk negatieve gevolgen te heb-
ben voor ons land. De concurrentievoordelen
van onze ondernemingen staan weliswaar op
het spel, maar dat geldt evenzeer voor die
van hun buitenlandse concurrenten. In een
wereld die platter en sneller wordt, komen
bovendien bronnen van inkomsten binnen
bereik die voorheen onbereikbaar waren.
Er zijn nieuwe markten, nieuwe klantsegmen-
ten of nieuwe delen van de wereld te verove-
ren. Er valt dus niet alleen meer te verliezen,
er valt ook meer te winnen. De inzet wordt
hoger.

In een wereld die zo snel en zo fundamenteel
verandert, zijn het de landen die hun onder-
nemingen in staat stellen tijdig (zo niet als
eerste) op die veranderingen in te spelen, die     NOOT
het meest succesvol zullen zijn. In het vol-
gende hoofdstuk zullen we bespreken in             In dit rapport gaan we ervan uit dat de
welke mate Nederland klaar is om zijn onder-       Europese Unie niet desintegreert, vanwege
nemingen te laten slagen bij het creëren van       de grote economische voordelen die de EU
telkens nieuwe concurrentievoordelen.              met zich meebrengt. Mocht er toch sprake
                                                   zijn van substantiële desintegratie, dan
                                                   ontstaat er een ander speelveld, waarbij
                                                   landenvoordelen mogelijk weer onderschei-
                                                   dender worden




                                                                                              The Boston Consulting Group | 17
DE NOODZAAK VOOR
VERANDERINGEN IN
NEDERLAND



                      W     at is er nodig om als land tot de
                            economische winnaars te behoren in
                      een wereld van steeds snellere verandering?
                                                                       van vreemde talen, belastingklimaat, enz. zijn
                                                                       daarvoor relevant, maar zoals gezegd ook
                                                                       steeds minder onderscheidend. Twee facto-
                      Zo’n positie staat of valt met de aanwezig-      ren zijn naar onze mening in deze nieuwe
                      heid van ondernemingen die in staat zijn         context wél doorslaggevend bij de vraag of
                      voortdurend nieuwe bronnen van concurren-        Nederland in 2030 tot de economische win-
                      tievoordeel aan te boren, op te bouwen en te     naars behoort:
                      benutten.
                                                                       1.	 De aanwezigheid van voldoende vernieu­
                      Allereerst moeten daarvoor nieuwe mogelijke          wingstalent: individuen en teams die
                      bronnen van concurrentievoordeel worden              nieuwe vormen van concurrentievoordeel
                      geïdentificeerd, bedacht of herkend. Vervol-         (als eerste) identificeren en die daarmee
                      gens moeten deze omgezet worden in daad-             ondernemingen de kans bieden zich tijdig
                      werkelijk concurrentievoordeel met bijbe­   -        te vernieuwen.
                      horende economische voordelen. Beide stap-
                      pen zijn verre van eenvoudig. Enerzijds          2.	 Maatschappelijke fundamenten met
                      maakt de toenemende verandersnelheid de              voldoende aanpassingsvermogen die
                      wereld steeds complexer door het ontstaan            deze geïdentificeerde voordelen tijdig en
                      van nog meer technologie, nog meer klant-            adequaat kunnen realiseren.
                      segmenten en nog meer geografische moge-
                      lijkheden. Daarnaast wordt ook de concur­    -   Beide factoren zijn noodzakelijk. Op één
                      rentie steeds groter: in een plattere wereld     been kun je niet lopen: zonder vernieu-
                      zijn er veel meer bedrijven die ook toegang      wingstalent geen identificatie van nieuwe
                      hebben tot dezelfde technologie en dezelfde      bedrijfsvoordelen en zonder fundamenten
                      klanten. Uiteindelijk gaat het er dan om wie     met aanpassingsvermogen geen realisatie
                      nieuwe voordelen als eerste identificeert en     van deze nieuw geïdentificeerde bedrijfs-
                      wie ze vervolgens ook snel en adequaat           voordelen.
                      uitvoert. Vrij vertaald: wie ziet de kans het
                      eerst en wie is in staat deze het snelst te      In de volgende paragraaf bespreken we hoe
                      pakken?                                          Nederland scoort op de nieuwe succesfacto-
                                                                       ren vernieuwingstalent en maatschappelijk
                      De eerder besproken fundamenten als hoog-        aanpassingsvermogen.
                      waardige fysieke en ICT-infrastructuur, poli-
                      tieke en economische stabiliteit, beheersing


18 | NL 2030: Contouren van een nieuw Nederlands verdienmodel
Het toenemende belang van                          ken, ontwikkelen en behouden van buiten-
vernieuwingstalent                                 lands talent. In de volgende twee paragrafen
Het vergt een bijzonder talent om nieuwe           zullen we uiteenzetten hoe Nederland op
kansen en nieuwe vormen van concurrentie-          beide punten nog winst kan boeken.
voordeel te ontdekken in een wereld waarin
zich een veelheid aan trends voordoet,             Talent van Nederlandse bodem
waarin een overstelpende hoeveelheid data          Hoe ontwikkelen we talent dat hier geboren
beschikbaar is, waarin consumentenvoorkeu-         wordt? Hoe creëren we een omgeving waarin
ren ongrijpbaarder worden en waarin techno-        dat talent zich kan ontplooien en hoe zorgen
logische ontwikkelingen steeds sneller gaan.       we dat dat talent zo effectief en productief
De hoofdontwerpers van BMW beschikken              mogelijk wordt ingezet? Op elk van deze
over dit talent, evenals de marketeer die ver-     aspecten is er in Nederland ruimte voor
antwoordelijk is voor Albert Heijn’s gadgets,      verbetering.
de wereldwijd actieve advertentiebureaus in
Amsterdam en de oprichters van TomTom.             ••   Het ontwikkelen van talent: het oplei­
Het zijn talenten die, individueel of in kleine         den en behouden van de echte hoog­
groepen, nieuwe mogelijkheden (als eerste)              vliegers. De kwaliteit van ons hoger
zien in een steeds complexere wereld. Zij               onderwijs is hierin van cruciaal belang.
identificeren nieuwe concurrentievoordelen,             Het gemiddelde niveau hiervan is in
hetzij binnen bestaande ondernemingen of in             Nederland door de bank genomen prima.
start-ups, en zien ook snel welke nieuwe,               Het afgelopen decennium is ons land
onconventionele concurrenten een bedrei-                telkens in de top 10 geëindigd van de
ging kunnen vormen. We hebben gezien hoe                driejaarlijkse Pisa-rangschikking van de
zowel onze afhankelijkheid als de verganke-             OESO. Ook gemeten naar uitgaven per
lijkheid van bedrijfsvoordelen steeds groter            student scoort Nederland volgens de
wordt. In dat licht neemt in de komende                 OESO prima en hetzelfde geldt voor het
decennia het belang van tijdige vernieuwing             (salaris)rendement op ons hoger onder-
van onze bedrijfsvoordelen – en daarmee het             wijs. Ontleding van de Pisa-cijfers laat
belang van vernieuwingstalent – voor de                 zien dat we gemiddeld positie 5 tot 7
maatschappij als geheel verder toe.                     innemen. Let wel, dit zijn alle landelijke
                                                        gemiddelden. Het gemiddelde is echter
                                                        bedrieglijk als maatstaf voor de opleiding
Het belang van                                          van toptalent: we scoren top 5 voor ‘min-
                                                        der presterende leerlingen’, maar vallen
vernieuwingstalent voor                                 steeds meer buiten de top 10 voor de best
                                                        presterende leerlingen2. Onder de beste
onze landelijke welvaart                                110 universiteiten ter wereld bevinden
zal de komende jaren                                    zich zeven Nederlandse, maar niet één
                                                        daarvan bereikt de top 503. Onze beste
sterk toenemen                                          MBA-opleiding komt niet hoger dan plaats
                                                        30 op de wereldwijde ranglijst van de
                                                        Financial Times. Er zitten geen uitschie-
Vernieuwingstalent verwijst in dit geval naar           ters onder onze universiteiten. Differenti-
het vermogen om nieuwe voorsprong te                    atie naar aanbod, kwaliteit en
creëren. Dit gaat niet per se gepaard met een           moeilijkheidsgraad van het universitair
hoog opleidingsniveau (hoewel er een duide-             onderwijs is beperkt. Het Nederlandse
lijk verband lijkt te bestaan tussen opleidings­        model laat zich kenmerken door hoge
niveau en succes als ondernemer1). Wel gaat             gemiddeldes maar nauwelijks uitschieters.
het hier om mensen die uitblinken en voor-              Dit beperkt de mogelijkheden voor de
oplopen op hun terrein. De beschikbaarheid              echte hoogvliegers onder de studenten om
van dergelijk vernieuwingstalent in Neder-              zich hier volledig te ontwikkelen. Export
land is afhankelijk van het optimaal ontwik-            van echt vernieuwingstalent en import
kelen en benutten van talent van Neder-                 van subtop dreigt (of vindt mogelijk reeds
l
­ andse bodem en daarnaast van het aantrek-             plaats). Terwijl het belang van echt


                                                                                         The Boston Consulting Group | 19
vernieuwingstalent nu juist toe zal nemen                        gekwalificeerd zijn, waarin zij echt een
                           de komende decennia.                                             verschil kunnen maken en waarde kunnen
                                                                                            creëren. 28 uur per week gaan op, zowel
                      ••   Het benutten van talent: eruit halen                             zakelijk als privé, aan werkzaamheden
                           wat erin zit.                                                    met een relatief lage toegevoegde waarde
                           Nederland scoort hoger dan de ons omrin-                         die in principe uitbe­ teed kunnen worden.
                                                                                                                  s
                           gende landen voor wat betreft de gemid-                          Dit wekt de suggestie dat als dit uitbeste-
                           delde leeftijd waarop werknemers de                              den van relatief laagwaardiger activiteiten
                           arbeidsmarkt betreden (relatief jong) en                         (zoals zakelijke en privéadministratie,
                           verlaten (relatief lang doorwerken). Ook                         grasmaaien, enz.) gemakkelijker en/of
                           scoort Nederland relatief goed met het                           goedkoper gemaakt kan worden, de pro-
                           aandeel van de beroepsbevolking dat                              ductiviteit van onze ‘vernieuwingstalen-
                           daadwerkelijk werkt. Het aantal gewerkte                         ten’ sterk verhoogd kan worden.
                           uren per werkzame Nederlander is echter
                           relatief laag (met name bij vrouwen:                       ••    Het incentiveren van talent: een
                           slechts 30% werkt fulltime versus het                            klimaat waarin het leveren van top­
                           OESO-gemiddelde van 70%4). Dit is in                             prestaties waardering oplevert en
                           ieder geval gedeeltelijk gedreven door                           beloond wordt.
                           slimmer werken en door bewuste keuzes                            Talenten die het uiterste uit zichzelf
                           Ten aanzien van ‘kwaliteit van leven’.                           willen halen, grenzen proberen te verleg-
                           Gezien het toenemend belang en de                                gen, barrières doorbreken en nieuwe
                           schaarste van talent, zullen de gevolgen                         wegen in durven te slaan, slagen daar
                           van het slechts gedeeltelijk aanwenden                           beter in als hun omgeving dat stimuleert.
                           van de talenten van onze hoogopgeleide                           Wij denken dat Nederland een dergelijk
                           vrouwen steeds groter worden. Of we                              klimaat in onvoldoende mate biedt,
                           bereid zijn die prijs te betalen is een                          gezien onder meer de ‘zesjescultuur’ in
                           politieke keuze. Daarnaast lijkt het erop                        het middelbaar en hoger onderwijs en de
                           dat de productiviteit van onze ‘vernieu-                         afkeur van het vieren van succes. Daar-
                           wingstalenten’ sterk verhoogd kan wor-                           naast zien we veel (media-)aandacht voor
                           den. BCG heeft in een kleine steekproef                          incidenten en de beloning van individuen
                           de manier onderzocht waarop een vijftig-                         en juist weinig aandacht voor bredere
                           tal potentiële ‘vernieuwingstalenten’ hun                        patronen. Al deze factoren kunnen het
                           tijd besteden (zie figuur 9). De uitkomsten                      optimaal benutten van talent in de weg
                           zijn opmerkelijk en prikkelend. Deze                             staan. In een tijdperk waarin we voor het
                           vernieuwingstalenten besteden 38 uur per                         creëren van onze welvaart steeds afhanke-
                           week aan activiteiten waarvoor zij uniek                         lijker worden van uitzonderlijk

                       figuur 9 | Bij Nederlands vernieuwingstalent gaat veel tijd verloren
                       Aantal uren per week

                       200

                                                                                                              43                168
                                                                                                               9
                       150                                                                                                       28
                                                                                                              34
                                                                                               9       7
                                                                         50
                                                                         12             2
                       100
                                                                         38
                                                          15
                                                                                                                                140
                                       52
                        50



                           0
                                     Slaap       Persoonlijke hygiëne   Werk                Reistijd         Overig            Totaal
                                                    en maaltijden                                            privé
                                Doelmatig bestede tijd
                                Niet doelmatig bestede tijd

                       Bron: BCG-enquête onder 50 mogelijke vernieuwingstalenten over hoe zij wekelijks gemiddeld hun tijd doorbrengen




20 | NL 2030: Contouren van een nieuw Nederlands verdienmodel
vernieuwingstalent, moeten we dergelijk                                             De vraag is hoe het kan dat Nederland min-
     talent stimuleren het hoofd boven het                                               der hooggekwalificeerde immigranten aan-
     maaiveld uit te steken. In de sportwereld                                           trekt dan veel andere OESO-landen. Wonen
     is veel meer waardering voor toppresta-                                             en werken deze immigranten liever elders,
     ties. Het creëren van nieuwe bedrijfsvoor-                                          of willen ze wel naar Nederland komen maar
     delen is in zekere zin ook topsport:                                                worden ze daarin belemmerd? Geen van
     hierbij concurreren we immers in toene-                                             beide mogelijke verklaringen wordt onder-
     mende mate met de ‘best and brightest’                                              steund door de beschikbare onderzoeks­
     wereldwijd.                                                                         gegevens. ‘Ze’ zijn erg in Nederland
                                                                                         geïn­ eresseerd en ‘we’ hebben relatief een-
                                                                                              t
Het aantrekken van buitenlands                                                           voudige immigratieprocedures (voor toelich-
talent                                                                                   ting op beide factoren, zie bijlage 4).
Vernieuwingstalent hoeft natuurlijk niet
hier geboren te zijn om een waardevolle bij-                                             We worden dus geconfronteerd met een para-
drage aan ons verdienvermogen te kunnen                                                  dox: “Zij vinden ons aantrekkelijk, wij staan
leveren. De ‘netto-import’ van talent (het                                               voor hen open, en toch komen ze niet.” We
aantal immigranten minus het aantal emi-                                                 weten niet waarom Nederland achterblijft in
granten) is de tweede bron voor ons toekom-                                              het aantrekken en behouden van buitenlands
stig ‘vernieuwingstalent’. Vooralsnog zijn we                                            talent en we hebben geen onderzoek kunnen
er als Nederland onvoldoende in geslaagd                                                 vinden dat ons hierin voldoende inzicht
deze bron te benutten. OESO-gegevens laten                                               verschaft.
zien dat het aandeel hooggekwalificeerde
immigranten in onze totale beroepsbevol-
king met 2,4% sterk achterblijft bij het                                                 We moeten ons maatschappelijk
gemiddelde van de OESO-landen van 4,2%5.                                                 aanpassingsvermogen verhogen
De immigranten in ons land zijn bovendien                                                Vernieuwingstalent komt niet tot bloei in een
minder vaak hoogopgeleid dan in de overige                                               isolement. Het heeft een gezonde voedings-
OESO-landen: 19% van de immigranten in                                                   bodem nodig. Een omgeving waarin deskun-
Nederland heeft hoger onderwijs genoten,                                                 digheid op het gebied van productie, verkoop
bijna 20% lager dan het OESO-gemiddelde                                                  en ondersteunende diensten voorhanden is
(zie figuur 10).                                                                         en waarin kwalitatief hoogwaardige leveran-
                                                                                         ciers aanwezig zijn. Een omgeving waarin

 figuur 10 | Nederland niet succesvol in kennismigratie
               Nederland trekt relatief weinig                                             …relatief laag deel van immigranten
            hoog gekwalificeerde migranten aan…                                                    is hoog gekwalificeerd
                         Kennismigranten1/totale beroepsbevolking (%)                              Kennismigranten1/totaal aantal migranten (%)

          Luxemburg                                                               10,3     Ierland                                                    41
              Canada                                                            9,7       Canada                                                 38
             Australië                                                   7,8       Ver. Koninkrijk                                          35
       Nieuw-Zeeland                                               7,1             Nieuw-Zeeland                                       31
               Ierland                                       5,7                      Noorwegen                                        30
          Zwitserland                                       5,4                  Verenigde Staten                                 26
     Verenigde Staten                                 4,5                                Australië                                26
       Ver. Koninkrijk                          3,6                                   Zwitserland                            24
                België                      3,3                                           Zweden                             24
              Zweden                       3,1                                       Denemarken                              23
             Frankrijk                    2,8                                               België                           23
         Griekenland                 2,5                                              Luxemburg                         21
           Nederland                 2,4                                                   Spanje                       21
          Noorwegen                 2,2                                                  Portugal                      19
            Duitsland               2,1                                                Nederland                       19
             Portugal           2,0                                                      Frankrijk                17
            Oostenrijk         1,9                                                   Griekenland                 16
               Spanje         1,5                                                       Duitsland                15
         Denemarken           1,5                                                       Oostenrijk          11

                         0%                           5%                       10%                0%             20%                        40%

 ISCED niveau 5-6
 1                             Ø4,2%                                                                                    Ø24%
 Bron: OECD Main Economic Indicators (2012), OECD DiOC (2008)




                                                                                                                                                       The Boston Consulting Group | 21
Figuur 11 | Nederland scoort niet hoog op verschillende indicatoren van
                       aanpassingsvermogen
                          Business start-up             Relatie tussen                  Flexibiliteit van   Ontslagbescherming
                            procedures                  productiviteit                  salarisbepaling
                                                          en salaris
                              #1: Canada                   #1:Singapore                   #1: Hongkong         # 1: Denemarken


                                   #34


                                                                   #66




                                                                                                                        #121
                                                                                                 #132                    Nederland


                            #142: Oeganda                #142:Mauritanië                 #142: Uruguay         # 142: Venezuela
                       Bron: World Economic Forum Global Competitiveness Index (2011)



                      vervoer en logistiek en de bescherming van                   van personeel omvat veel meer dan dat: het
                      eigendomsrechten goed georganiseerd zijn en                  vermogen van werknemers om snel met
                      waarin specialisten kennis en nieuwe concep-                 nieuwe software te leren werken, nieuwe
                      ten, technologieën en ideeën aandragen. De                   vaardigheden op te doen, technische specifi-
                      factoren die tezamen zo’n gezonde voedings-                  caties van nieuwe producten te begrijpen, enz.
                      bodem vormen noemen we ‘maatschappe-
                      lijke fundamenten’.                                          Een economie die in de toekomst uitzonder-
                                                                                   lijk succesvol wil zijn, heeft dus fundamenten
                                                                                   nodig die met vernieuwers meebewegen om
                      Maatschappelijk                                              zo snel en volwaardig nieuw geïdentificeerde
                                                                                   concurrentievoordelen te realiseren. Zonder
                      aanpassingsvermogen wordt                                    dergelijke fundamenten zijn ‘vernieuwingsta-
                                                                                   lenten’ gedoemd te mislukken, of voelen ze
                      – naast vernieuwingstalent –                                 zich gedwongen hun geluk elders te proberen
                      de tweede sleutel tot succes                                 zodat andere economieën, niet de onze,
                                                                                   profiteren.

                      In een steeds sneller veranderende wereld                    Samenvattend: wie zich snel kan aanpassen,
                      worden aan deze fundamenten nieuwe eisen                     kan van snelle verandering profiteren. Star-
                      gesteld. Net als voorheen moeten ze hoge                     heid daarentegen leidt steeds meer tot het
                      kwaliteit en betrouwbaarheid bieden. Nieuw                   missen van kansen en wordt zo steeds duur-
                      is dat ze daarnaast ‘vernieuwingstalent’ in                  der betaald.
                      staat moeten stellen om veel sneller dan voor-
                      heen over te schakelen op een nieuw bedrijfs-                Het maatschappelijk aanpassingsver-
                      model, op nieuwe technologie, op andere                      mogen van Nederland
                      klantsegmenten en productiemethodes. Om                      Hoe staat het met de Nederlandse maat-
                      capaciteiten snel op en af te kunnen bouwen,                 schappelijke fundamenten? Met de traditio-
                      om tijdig vergunningen te verkrijgen, om                     nele parameters die de kwaliteit en
                      nieuwe vaardigheden snel ondernemings-                       betrouwbaarheid van onze maatschappij
                      breed te kunnen vergaren, enz. Ook flexibele                 weergeven zit het in Nederland als vanouds
                      toegang tot arbeidskrachten valt hier onder.                 wel goed. Het World Economic Forum (WEF)
                      Daarmee doelen we niet alleen op de flexibi-                 heeft 142 landen gerangschikt op basis van
                      liteit van de arbeidsmarkt, ontslagbescher-                  de kwaliteit van de fysieke infrastructuur, de
                      ming en het vermogen om snel van werk naar                   ICT-infrastructuur, onderwijs en onderzoek.
                      werk te bewegen. Het aanpassingsvermogen                     Ons land behaalt daarop respectievelijk de


22 | NL 2030: Contouren van een nieuw Nederlands verdienmodel
Nl 2030 bcg nieuw nederlands verdienmodel
Nl 2030 bcg nieuw nederlands verdienmodel
Nl 2030 bcg nieuw nederlands verdienmodel
Nl 2030 bcg nieuw nederlands verdienmodel
Nl 2030 bcg nieuw nederlands verdienmodel
Nl 2030 bcg nieuw nederlands verdienmodel
Nl 2030 bcg nieuw nederlands verdienmodel
Nl 2030 bcg nieuw nederlands verdienmodel
Nl 2030 bcg nieuw nederlands verdienmodel
Nl 2030 bcg nieuw nederlands verdienmodel
Nl 2030 bcg nieuw nederlands verdienmodel
Nl 2030 bcg nieuw nederlands verdienmodel
Nl 2030 bcg nieuw nederlands verdienmodel
Nl 2030 bcg nieuw nederlands verdienmodel
Nl 2030 bcg nieuw nederlands verdienmodel
Nl 2030 bcg nieuw nederlands verdienmodel
Nl 2030 bcg nieuw nederlands verdienmodel
Nl 2030 bcg nieuw nederlands verdienmodel
Nl 2030 bcg nieuw nederlands verdienmodel
Nl 2030 bcg nieuw nederlands verdienmodel
Nl 2030 bcg nieuw nederlands verdienmodel
Nl 2030 bcg nieuw nederlands verdienmodel
Nl 2030 bcg nieuw nederlands verdienmodel
Nl 2030 bcg nieuw nederlands verdienmodel
Nl 2030 bcg nieuw nederlands verdienmodel
Nl 2030 bcg nieuw nederlands verdienmodel
Nl 2030 bcg nieuw nederlands verdienmodel
Nl 2030 bcg nieuw nederlands verdienmodel
Nl 2030 bcg nieuw nederlands verdienmodel
Nl 2030 bcg nieuw nederlands verdienmodel
Nl 2030 bcg nieuw nederlands verdienmodel
Nl 2030 bcg nieuw nederlands verdienmodel

More Related Content

Viewers also liked

10 Insightful Quotes On Designing A Better Customer Experience
10 Insightful Quotes On Designing A Better Customer Experience10 Insightful Quotes On Designing A Better Customer Experience
10 Insightful Quotes On Designing A Better Customer ExperienceYuan Wang
 
How to Build a Dynamic Social Media Plan
How to Build a Dynamic Social Media PlanHow to Build a Dynamic Social Media Plan
How to Build a Dynamic Social Media PlanPost Planner
 
Learn BEM: CSS Naming Convention
Learn BEM: CSS Naming ConventionLearn BEM: CSS Naming Convention
Learn BEM: CSS Naming ConventionIn a Rocket
 
SEO: Getting Personal
SEO: Getting PersonalSEO: Getting Personal
SEO: Getting PersonalKirsty Hulse
 
Lightning Talk #9: How UX and Data Storytelling Can Shape Policy by Mika Aldaba
Lightning Talk #9: How UX and Data Storytelling Can Shape Policy by Mika AldabaLightning Talk #9: How UX and Data Storytelling Can Shape Policy by Mika Aldaba
Lightning Talk #9: How UX and Data Storytelling Can Shape Policy by Mika Aldabaux singapore
 

Viewers also liked (6)

10 Insightful Quotes On Designing A Better Customer Experience
10 Insightful Quotes On Designing A Better Customer Experience10 Insightful Quotes On Designing A Better Customer Experience
10 Insightful Quotes On Designing A Better Customer Experience
 
How to Build a Dynamic Social Media Plan
How to Build a Dynamic Social Media PlanHow to Build a Dynamic Social Media Plan
How to Build a Dynamic Social Media Plan
 
Learn BEM: CSS Naming Convention
Learn BEM: CSS Naming ConventionLearn BEM: CSS Naming Convention
Learn BEM: CSS Naming Convention
 
SEO: Getting Personal
SEO: Getting PersonalSEO: Getting Personal
SEO: Getting Personal
 
Lightning Talk #9: How UX and Data Storytelling Can Shape Policy by Mika Aldaba
Lightning Talk #9: How UX and Data Storytelling Can Shape Policy by Mika AldabaLightning Talk #9: How UX and Data Storytelling Can Shape Policy by Mika Aldaba
Lightning Talk #9: How UX and Data Storytelling Can Shape Policy by Mika Aldaba
 
Succession “Losers”: What Happens to Executives Passed Over for the CEO Job?
Succession “Losers”: What Happens to Executives Passed Over for the CEO Job? Succession “Losers”: What Happens to Executives Passed Over for the CEO Job?
Succession “Losers”: What Happens to Executives Passed Over for the CEO Job?
 

Similar to Nl 2030 bcg nieuw nederlands verdienmodel

Waar verdient Nederland over 10 jaar geld mee? -ONL voor ondernemers
Waar verdient Nederland over 10 jaar geld mee? -ONL voor ondernemersWaar verdient Nederland over 10 jaar geld mee? -ONL voor ondernemers
Waar verdient Nederland over 10 jaar geld mee? -ONL voor ondernemersChris Noordam
 
Den haag kneuterdijk
Den haag kneuterdijkDen haag kneuterdijk
Den haag kneuterdijkhan mesters
 
MKB Visie
MKB VisieMKB Visie
MKB VisieRaboGN
 
inseed_recruitmentwhitepaper2011-2012_alg
inseed_recruitmentwhitepaper2011-2012_alginseed_recruitmentwhitepaper2011-2012_alg
inseed_recruitmentwhitepaper2011-2012_alginseednl
 
20130204 fietsenbranche dag presentatie - de wereld-van morgen-2020
20130204 fietsenbranche dag presentatie - de wereld-van morgen-202020130204 fietsenbranche dag presentatie - de wereld-van morgen-2020
20130204 fietsenbranche dag presentatie - de wereld-van morgen-2020Koen Klokgieters
 
Een regionale netwerkbenadering om sociale innovatie tot in de haarvaten van ...
Een regionale netwerkbenadering om sociale innovatie tot in de haarvaten van ...Een regionale netwerkbenadering om sociale innovatie tot in de haarvaten van ...
Een regionale netwerkbenadering om sociale innovatie tot in de haarvaten van ...Katarina Putnik, PhD.
 
Inspiratieboekje
InspiratieboekjeInspiratieboekje
Inspiratieboekjedutch
 
The Future of Corporate Reporting 2014
The Future of Corporate Reporting 2014The Future of Corporate Reporting 2014
The Future of Corporate Reporting 2014Finext
 
Event: The Future of Corporate Reporting 2014
Event: The Future of Corporate Reporting 2014Event: The Future of Corporate Reporting 2014
Event: The Future of Corporate Reporting 2014Finext
 
DeKlantrede2015-H3ROES
DeKlantrede2015-H3ROESDeKlantrede2015-H3ROES
DeKlantrede2015-H3ROESEtienne Jager
 
Presentatie Han Mesters - AllSolutions Executive Dinner 9 september 2014 (2)
Presentatie Han Mesters - AllSolutions Executive Dinner 9 september 2014 (2)Presentatie Han Mesters - AllSolutions Executive Dinner 9 september 2014 (2)
Presentatie Han Mesters - AllSolutions Executive Dinner 9 september 2014 (2)AllSolutions
 
Op weg naar een ondernemende samenleving (essay)
Op weg naar een ondernemende samenleving (essay)Op weg naar een ondernemende samenleving (essay)
Op weg naar een ondernemende samenleving (essay)Hilde Agterbos
 
Herman Toch over de transitie van bedrijven na de crisis (interview Trends)
Herman Toch over de transitie van bedrijven na de crisis (interview Trends)Herman Toch over de transitie van bedrijven na de crisis (interview Trends)
Herman Toch over de transitie van bedrijven na de crisis (interview Trends)Goforhappyprofit
 
Safe And Smart Hiring Klein
Safe And Smart Hiring KleinSafe And Smart Hiring Klein
Safe And Smart Hiring Kleinhan mesters
 
Duurzaamheid als Nieuw Business Model
Duurzaamheid als Nieuw Business Model Duurzaamheid als Nieuw Business Model
Duurzaamheid als Nieuw Business Model Nechwa de Jong
 
Rabobank Sectorupdate 2009
Rabobank Sectorupdate 2009Rabobank Sectorupdate 2009
Rabobank Sectorupdate 2009Sylvia Hanau
 

Similar to Nl 2030 bcg nieuw nederlands verdienmodel (20)

Waar verdient Nederland over 10 jaar geld mee? -ONL voor ondernemers
Waar verdient Nederland over 10 jaar geld mee? -ONL voor ondernemersWaar verdient Nederland over 10 jaar geld mee? -ONL voor ondernemers
Waar verdient Nederland over 10 jaar geld mee? -ONL voor ondernemers
 
2012 Nintes Nl
2012 Nintes  Nl2012 Nintes  Nl
2012 Nintes Nl
 
Den haag kneuterdijk
Den haag kneuterdijkDen haag kneuterdijk
Den haag kneuterdijk
 
MKB Visie
MKB VisieMKB Visie
MKB Visie
 
inseed_recruitmentwhitepaper2011-2012_alg
inseed_recruitmentwhitepaper2011-2012_alginseed_recruitmentwhitepaper2011-2012_alg
inseed_recruitmentwhitepaper2011-2012_alg
 
20130204 fietsenbranche dag presentatie - de wereld-van morgen-2020
20130204 fietsenbranche dag presentatie - de wereld-van morgen-202020130204 fietsenbranche dag presentatie - de wereld-van morgen-2020
20130204 fietsenbranche dag presentatie - de wereld-van morgen-2020
 
De klantrede2015 Door HEROES met H3ROES
De klantrede2015 Door HEROES met H3ROESDe klantrede2015 Door HEROES met H3ROES
De klantrede2015 Door HEROES met H3ROES
 
De Klantrede 2015 - H3ROES
De Klantrede 2015 - H3ROESDe Klantrede 2015 - H3ROES
De Klantrede 2015 - H3ROES
 
Een regionale netwerkbenadering om sociale innovatie tot in de haarvaten van ...
Een regionale netwerkbenadering om sociale innovatie tot in de haarvaten van ...Een regionale netwerkbenadering om sociale innovatie tot in de haarvaten van ...
Een regionale netwerkbenadering om sociale innovatie tot in de haarvaten van ...
 
Inspiratieboekje
InspiratieboekjeInspiratieboekje
Inspiratieboekje
 
The Future of Corporate Reporting 2014
The Future of Corporate Reporting 2014The Future of Corporate Reporting 2014
The Future of Corporate Reporting 2014
 
Event: The Future of Corporate Reporting 2014
Event: The Future of Corporate Reporting 2014Event: The Future of Corporate Reporting 2014
Event: The Future of Corporate Reporting 2014
 
DeKlantrede2015-H3ROES
DeKlantrede2015-H3ROESDeKlantrede2015-H3ROES
DeKlantrede2015-H3ROES
 
Presentatie Han Mesters - AllSolutions Executive Dinner 9 september 2014 (2)
Presentatie Han Mesters - AllSolutions Executive Dinner 9 september 2014 (2)Presentatie Han Mesters - AllSolutions Executive Dinner 9 september 2014 (2)
Presentatie Han Mesters - AllSolutions Executive Dinner 9 september 2014 (2)
 
Op weg naar een ondernemende samenleving (essay)
Op weg naar een ondernemende samenleving (essay)Op weg naar een ondernemende samenleving (essay)
Op weg naar een ondernemende samenleving (essay)
 
Herman Toch over de transitie van bedrijven na de crisis (interview Trends)
Herman Toch over de transitie van bedrijven na de crisis (interview Trends)Herman Toch over de transitie van bedrijven na de crisis (interview Trends)
Herman Toch over de transitie van bedrijven na de crisis (interview Trends)
 
Safe And Smart Hiring Klein
Safe And Smart Hiring KleinSafe And Smart Hiring Klein
Safe And Smart Hiring Klein
 
Pwc arbeidsmarkt-digitalisering-robotisering-employagility
Pwc arbeidsmarkt-digitalisering-robotisering-employagilityPwc arbeidsmarkt-digitalisering-robotisering-employagility
Pwc arbeidsmarkt-digitalisering-robotisering-employagility
 
Duurzaamheid als Nieuw Business Model
Duurzaamheid als Nieuw Business Model Duurzaamheid als Nieuw Business Model
Duurzaamheid als Nieuw Business Model
 
Rabobank Sectorupdate 2009
Rabobank Sectorupdate 2009Rabobank Sectorupdate 2009
Rabobank Sectorupdate 2009
 

Nl 2030 bcg nieuw nederlands verdienmodel

  • 1. Rapport Perspectieven 2012 NL 2030 Contouren van een nieuw Nederlands verdienmodel
  • 2. The Boston Consulting Group (BCG) is een wereldwijd opererende management consultant en is toonaangevend op het gebied van strategie. Samen met onze klanten onderzoeken wij mogelijkheden om meer waarde te creëren, adresseren we complexe uitdagingen en transformeren we organisaties. Dit doen we in allerlei bedrijfstakken en op allerlei terreinen. Onze organisatiespecifieke aanpak combineert diepgaand inzicht in dynamiek van bedrijven, organisaties en markten met vergaande samenwerking met alle niveaus van de klantorganisatie. Dit zorgt ervoor dat onze klanten duurzaam concurrentievoordeel opbouwen, sneller en effectiever werken, betere organisaties bouwen en verzekerd zijn van blijvende resultaten. BCG is opgericht in 1963 en heeft 77 kantoren in 42 landen.
  • 3. NL 2030 CONTOUREN VAN EEN NIEUW NEDERLANDS VERDIENMODEL HUIB KURSTJENS JAN WILLEM MAAS THOMAS STEFFENS Oktober 2012 | The Boston Consulting Group
  • 4. INHOUD 3 INLEIDING EN DOELSTELLING 5 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN Nieuw verdienmodel nodig Nieuwe succesfactoren Doorkijk naar 2030 Implicaties voor overheid en bedrijfsleven 8 AANPASSINGSVERMOGEN WORDT DE NIEUWE BRON VAN WELVAART Analyse van ons huidige landelijke verdienmodel Het belang van traditionele landenvoordelen neemt af De toenemende vergankelijkheid van bedrijfsvoordelen Conclusie 18 DE NOODZAAK VOOR VERANDERINGEN IN NEDERLAND Het toenemende belang van vernieuwingstalent We moeten ons maatschappelijk aanpassingsvermogen verhogen Conclusie 24 HET NEDERLANDSE VERDIENMODEL IN 2030 30 AGENDA VOOR DE NEDERLANDSE OVERHEID Meer vernieuwingstalent en meer aanpassingsvermogen Overheid met groter en sneller aanpassingsvermogen Zorg voor maatschappelijk draagvlak Conclusie 38 AGENDA VOOR HET NEDERLANDSE BEDRIJFSLEVEN Het sneller benutten van bestaande concurrentievoordelen Ondernemingen moeten sneller nieuwe bedrijfsvoordelen realiseren Gezamenlijk bijdragen aan vernieuwingstalent en maatschappelijk aanpassingsvermogen 43 NAWOORD 44 DANKWOORD 45 BIJLAGEN 52 AAN DE LEZER 2 | NL 2030: Contouren van een nieuw Nederlands verdienmodel
  • 5. INLEIDING EN DOELSTELLING N ederland is een rijk en gelukkig land. Gemeten naar inkomen per hoofd van de bevolking, algemeen geluksgevoel, relatief gelijkmatige inkomensverdeling en sociale mobiliteit, bevindt ons land zich steevast bovenaan de ranglijsten. Het is echter niet vanzelf- sprekend dat ons land deze positie zal weten te behouden, zelfs niet als de effecten van de crisis beperkt blijven. Willen we onze welvaart en welzijn de komende decennia vergroten of zelfs maar op peil houden, dan zullen we een aantal fundamentele uitdagingen voor het economisch succes van Nederland onder ogen moeten zien. Onze welvaart is voortgekomen uit een ‘verdienmodel’ dat succesvol gebruik heeft gemaakt van onze geografische ligging, onze hoogopge- leide bevolking, de hoge kwaliteit van onze infrastructuur en onze internationale handelsgeest. Maar waar deze factoren ons in het ver- leden een voorsprong gaven op andere landen, bieden ze nu steeds minder onderscheid. Ons verdienmodel voldoet daarom niet langer voor het vergroten van onze welvaart op de middellange termijn. Om verdere groei van onze welvaart en ons welzijn te realiseren zul- len we op een ingrijpend vernieuwd verdienmodel moeten overgaan. Hoe ziet dat verdienmodel van de toekomst eruit? Hoe verdienen we in 2030 ons inkomen? En welke maatregelen moeten we nu al nemen om daarmee op lange termijn succesvol te zijn, terwijl de wereld zelfs voor de eerstkomende jaren volop onzekerheid in zich herbergt? The Boston Consulting Group | 3
  • 6. In dit rapport wil The Boston Consulting Group een eerste antwoord op deze vragen geven. We schetsen een beeld van een nieuw verdien- model waarmee Nederland in 2030 zijn welvaart kan creëren. Om te beginnen analyseren we de fundamentele bronnen van onze huidige welvaart, de manier waarop deze veranderen en de kansen en bedrei- gingen die dit met zich meebrengt. We verbinden daarbij de ‘macro- wereld’ van landen en hun economieën met de ‘micro-wereld’ van ondernemingen en mensen. Dit rapport geeft daarmee heldere economische feiten en realiteiten die duidelijk maken op welke beleidsterreinen veranderingen vereist zijn. Onze bevindingen verta- len we ten slotte in concrete aanbevelingen voor de overheid, maat- schappij en het bedrijfsleven. Met dit rapport geven we een aanzet tot een hoognodig debat over de agenda waarmee Nederland zijn welvaart de komende decennia kan vergroten. We geven geen politieke visie op hoe die welvaart verdeeld moet worden. We geven wel aan welke uitwerking keuzes van politiek en bedrijfsleven hebben op ons toekomstige verdienmodel. Een wer- kelijk begrip van ons toekomstige verdienmodel en de maatregelen die al op korte termijn nodig zijn om het te bouwen, zijn van cruciaal belang voor de welvaart en het welzijn van de volgende generaties. 4 | NL 2030: Contouren van een nieuw Nederlands verdienmodel
  • 7. CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN O ns welvaartsniveau wordt voor een belangrijk deel bepaald door het deel van de economie dat is blootgesteld aan tie) 25% bepaalt dus in grote mate hun inko- men. 75% van de Nederlandse werk­ emers is n in dat opzicht afhankelijk van de overige 25%. internationale concurrentie. De relatieve Niet van de slimste 25%, niet van de best productiviteit van (de medewerkers in) die verdienende 25%, maar van de 25% die bloot- bedrijfstakken bepaalt in welke mate econo- staat aan internationale concurrentie. De mische activiteit in Nederland plaatsvindt en productiviteit van onze bedrijfstakken die welke beloning hier tegenover staat. Vandaag internationaal (moeten) concurreren is der- de dag is ongeveer 25% van de Nederlandse halve van cruciaal belang voor het inkomens- beroepsbevolking direct of indirect bloot­ niveau van de gehele beroepsbevolking en gesteld aan internationale concurrentie maatschappij. (bv. boeren). Het salarisniveau voor die ar- beid is sterk gerelateerd aan hun productivi- teit in vergelijking met die van concurrenten Nieuw verdienmodel nodig in andere landen. Een Nederlandse boer De productiviteit van internationaal concur- verdient bijvoorbeeld 65 keer zo veel als een rerende bedrijfstakken wordt gedreven door Thaise boer, maar heeft ook een productivi- voordelen die een land biedt (‘landenvoor­ teit in output van een factor 75 hoger. De delen’) en door concurrentievoordelen van overige 75% van onze beroepsbevolking is bedrijven zelf (‘bedrijfsvoordelen’). De niet of nauwelijks blootgesteld aan inter­ landenvoordelen waarmee ons land zich nationale concurrentie, denk bijvoorbeeld traditioneel wist te onderscheiden (zoals ons aan kappers, buschauffeurs of rechters. Ook belastingregime, de kwaliteit van onze fysieke hun salarissen zijn vele malen hoger dan die en ICT-infrastructuur, onze beheersing van van hun Thaise collega’s, maar dat komt niet vreemde talen, enz.) zullen ons niet veel doordat zij op één dag veel meer knipbeurten langer het concurrentievoordeel van weleer doen, ritjes rijden of vonnissen vellen. Hun verschaffen: de verschillen met andere inkomen wordt niet bepaald aan de hand van – zowel ontwikkelde als ook opkomende – hun relatieve output, maar via concurrentie landen lopen namelijk in hoog tempo terug. op de binnenlandse arbeidsmarkt, waarin zij We worden daarmee steeds afhankelijker van concurreren met medewerkers uit bedrijfs- onze bedrijfsvoordelen. Nederlandse onder- takken die wel internationaal (moeten) nemingen beschikken gelukkig nog steeds concurreren. Niet hun eigen relatieve produc- over specifieke concurrentievoordelen, maar tiviteit, maar die van de ‘verhandelbare’ de houdbaarheidstermijn daarvan wordt (= blootstaand aan internationale concurren- steeds korter. The Boston Consulting Group | 5
  • 8. De wereldeconomie waarin onze internatio- veranderende (ook wel ‘volatielere’) wereld. naal concurrerende bedrijfstakken zaken En de snelheid van verandering zal de doen verandert namelijk steeds sneller. Nokia komende twee decennia nog eens verder ver- verloor zijn leidende positie in mobiele tele- dubbelen door verdere groei van de bevol- foons in minder dan drie jaar aan Apple. king, onderwijstoegang, emancipatie en klant- TomTom bouwde en verloor zijn leidende vraagversnippering. Het einde van deze ver- positie in minder dan een decennium. Maar snellingstrend is nog niet in zicht. ook in minder hightechbedrijfstakken als financiële dienstverlening, kleding en trans- port zien we steeds vaker dat nieuwe onder- Nieuwe succesfactoren nemingen ongekend snel markten veroveren In steeds sneller veranderende tijden zijn de en dat gevestigde bedrijven even snel hun winnaars van vandaag steeds vaker en sneller marktposities verliezen. De snelheid van ver- de verliezers van morgen. De bron van ons andering is toegenomen door drie factoren: verdienvermogen, de concurrentievoordelen van onze internationaal concurrerende •• Een enorme toename van technologische ondernemingen, wordt dus steeds minder vernieuwing. Deze wordt gedreven door betrouwbaar. Tegelijkertijd worden we, met de wereldwijde bevolkingsgroei, de stij- het verdwijnen van onze landenvoordelen, ging van emancipatieniveaus en de verbe- steeds afhankelijker van die bron. Dat hoeft terde toegang tot (hoger) onderwijs. niet per se een nadeel te zijn: in steeds sneller veranderende tijden valt er niet alleen •• Een sterke versplintering van de behoef- meer te verliezen, maar ook meer te winnen. ten van klanten. Dé klant bestaat bijna Landen waarin ondernemingen zich goed en niet meer: klantbehoeften zijn onder snel aan kunnen passen aan nieuwe techno- andere door toenemende welvaart sterk logie en een versplinterde klantvraag zullen gesegmenteerd. Wij verwachten een profiteren. In een volatielere wereld wordt verdere versplintering van de klantvraag, aanpassingsvermogen steeds meer beloond. bijvoorbeeld doordat onze huidige leve- Starheid wordt steeds harder afgestraft. ringsmodellen voor grondstoffen, zorg en pensioen ontoereikend zullen blijken en De twee cruciale ingrediënten voor een land dus kansen bieden voor nieuwe en bedrijfsleven om te kunnen profiteren van proposities. een steeds sneller veranderende wereld zijn: •• Een snel platter wordende wereld. Dit is 1. Vernieuwingstalent: mensen die moge- het gevolg van onder meer de vorming lijke concurrentievoordelen identificeren van economische unies, afnemende valu- in een zee van nieuwe technologieën, data tarisico’s, versterking van internationale en versplinterende klantvragen en in een instituties en de afname van geopolitieke steeds internationaler speelveld; en risico’s in veel regio’s. 2. Maatschappelijk aanpassingsvermogen Deze drie factoren bieden nieuwe onderne- waarmee ondernemingen deze concurren- mingen steeds vaker de mogelijkheid nieuwe tievoordelen kunnen realiseren. Alleen als technologie te koppelen aan voorheen ver- we over maatschappelijke fundamenten borgen klantvragen en hiermee gevestigde (bv. financiering, vergunningen, arbeids- spelers te verslaan. In een platte wereld kun- markt, enz.) met voldoende aanpassings- nen deze vernieuwende ondernemingen in vermogen beschikken, zullen de door korte tijd hun propositie wereldwijd uitrollen vernieuwingstalent geïdentificeerde en zo ook gevestigde buitenlandse spelers nieuwe voordelen ook daadwerkelijk uitdagen. tijdig gerealiseerd kunnen worden. Het gevolg van dit alles is een voortdurend Met deze twee als belangrijkste ingrediënten toenemende snelheid van economische ver- voor ons toekomstige concurrentievermogen andering: bedrijfsvoordelen komen en gaan staan we voor een grote uitdaging. Want steeds sneller. We leven in een steeds sneller Nederland excelleert helaas niet in het 6 | NL 2030: Contouren van een nieuw Nederlands verdienmodel
  • 9. ontwikkelen, aantrekken en behouden van Bedrijven die internationaal concurreren vernieuwingstalent. Ons onderwijssysteem is zullen zich moeten richten op niches waarin met name gericht op het verhogen van het hun diepe expertise tot haar recht komt. gemiddelde niveau, voor het koesteren en Een grotendeels Engelstalige arbeidsmarkt, verbeteren van de uitblinkers lijkt te weinig integrale aansturing van de Randstad als aandacht. We slagen er niet in ons even­ één metropool en een solidaire verzorgings- redige aandeel in hooggekwalificeerde ken- staat zijn additionele punten aan de horizon nismigranten aan te trekken. En van een van 2030. klimaat waarin vernieuwingstalent optimaal geprikkeld wordt tot het leveren van toppres- taties lijkt onvoldoende sprake. Implicaties voor overheid en bedrijfsleven Evenmin blinken we uit met het aanpassings- De overheid moet bouwen aan een maat- vermogen van onze maatschappelijke funda- schappij met meer vernieuwingstalent en menten. De snelheid van publieke besluitvor- een groter maatschappelijk aanpassingsver- ming laat vaak te wensen over. Toegangs- mogen, bijvoorbeeld door meer gekwalifi- barrières voor nieuwe ondernemingen zijn ceerde immigranten toe te laten en onder- veelal onnodig hoog, net als uittredingsbar- wijs meer toe te spitsen op excellentie, door rières. Daarnaast werkt onze arbeidsmarkt prikkels tot starheid uit het belastingstelsel aanpassingsvermogen niet altijd in de hand. te verwijderen en door verdere modernise- Bestuurders binnen zowel de overheid als het ring van de arbeidsmarkt. Bovendien moet bedrijfsleven moeten daarom nu maatrege- de overheid haar eigen aanpassingsvermo- len nemen die ons maatschappelijk aanpas- gen vergroten, bijvoorbeeld door wet- en singsvermogen en vernieuwingstalent snel en regelgeving sneller aan te passen op techno- aanzienlijk verbeteren. logische vernieuwingen en door snellere besluitvorming over onder meer overheidsin- vesteringen in ICT en fysieke infrastructuur. Doorkijk naar 2030 Ondernemingen moeten zichzelf beter We kunnen niet voorspellen wat de winnen- voorbereiden op toenemende snelheid van de bedrijfstakken in 2030 zullen zijn. De sec- verandering door hun aanpassingsvermogen tormix zal voortdurend en sneller dan nu te vergroten, door onder meer modernisering veranderen en dat geldt ook voor de positie van hun talentmanagement, het voeren van van Nederland in bepaalde bedrijfstakken. een minder starre financiële balans, het Wie had ooit gedacht dat Finland zijn positie koesteren van een cultuur met tolerantie in hightech in vijf jaar zou verliezen? In voor risico en mislukking, leren te experi­ plaats van ons te richten op de winnaars van menteren met risicobeheersing, enz. Ten vandaag, zullen we moeten werken aan ons slotte moeten overheid en bedrijfsleven een vermogen ons aan te passen aan snelle veran- bijdrage leveren door een klimaat te schep- deringen in technologie en steeds verdere pen waarin excellentie gewaardeerd wordt klantvraagversnippering. en er begrip is voor de noodzaak tot meer aanpassingsvermogen. We voorzien in 2030 een landschap met ondernemingen die een smallere focus op In dit rapport roepen wij op tot fundamen- producten en klanten koppelen aan grotere tele veranderingen. Het realiseren van deze geografische reikwijdte: van gediversifieerde veranderingen zal niet eenvoudig zijn en zal regionaal actieve ondernemingen naar weerstand oproepen. Succes hangt af van de gespecialiseerde wereldwijd opererende wil en het vermogen van politieke, maat- ondernemingen. Die ondernemingen zullen schappelijke en zakelijke leiders om een aan- bovendien veel sneller dan vandaag hun trekkelijk perspectief voor Nederland in 2030 (productie)capaciteit op- én afbouwen omdat te ontwikkelen en uit te dragen. Niet aanpas- ook hun relatieve concurrentiekracht vaker sen is geen optie. De welvaart van ons alle- en sneller zal veranderen. Dat brengt boven- maal staat op het spel. Van boer tot bus- dien met zich mee dat ondernemingen vaker chauffeur. Voor de volgende generatie en zullen moeten wisselen van bedrijfsmodel. die daarna. The Boston Consulting Group | 7
  • 10. AANPASSINGSVERMOGEN WORDT DE NIEUWE BRON VAN WELVAART H oe verdienen we in Nederland in 2030 ons inkomen? Voor een antwoord op deze vraag is het verhelderend na te gaan geen afdoende verklaring voor hun inter­ nationaal sterk uiteenlopende inkomens. waar we ons huidige verdienvermogen en Het in dit verband relevante onderscheid tus- daarmee ons inkomensniveau aan te danken sen boeren en buschauffeurs is dat land- hebben. In dit hoofdstuk behandelen wij de bouwproducten internationaal verhandelbaar bronnen van de hoge productiviteit van zijn en busritten niet. Er is een wereldmarkt Nederland en analyseren we hoe deze zich voor suiker waarop Nederlandse boeren con- ontwikkelen. curreren met Thaise boeren, geen Nederlan- der reist naar Lima om daar enkel een busritje te gaan maken. Analyse van ons huidige landelijke verdienmodel Inkomensverschillen tussen landen worden Ons huidige verdienvermogen is, vergeleken voor een belangrijk deel bepaald door produc- met dat in veel andere landen, hoog. Dat tiviteitsverschillen in bedrijfstakken waarin komt vooral tot uitdrukking in de relatief internationale handel plaatsvindt. Naast land- hoge inkomens van onze beroepsbevolking: bouw zijn dit bijvoorbeeld ook (delen van) een Nederlandse boer verdient bijvoorbeeld industriële productie, ICT en de creatieve sec- 65 keer zo veel als een boer in Thailand. De tor. Inkomens in bedrijfstakken die niet of verklaring voor dit verschil in inkomen, en nauwelijks zijn blootgesteld aan internatio- daarmee voor het verschil in welvaart tussen nale handel zijn van deze inkomens afgeleid. beide landen, ligt voor de hand: de Neder- Mobiliteit op de nationale arbeidsmarkt zorgt landse boer produceert ook veel meer dan voor een koppeling van lonen in beide typen zijn Thaise collega. Het verschil in inkomen bedrijfstakken. Als salarissen voor boeren aan- (een factor 65) blijkt bij boeren inderdaad zienlijk hoger zouden zijn dan die voor bus- redelijk in lijn te liggen met hun verschil in chauffeurs, zouden veel buschauffeurs zich productiviteit (een factor 75)1. Maar waarom laten omscholen, met stijgende salarissen voor verdient een Nederlandse buschauffeur circa de resterende buschauffeurs als gevolg (door 20 keer zo veel als zijn collega in bijvoorbeeld schaarste) en dalende salarissen voor boeren Peru2? Niet omdat die per dag 20 keer zo veel (door meer aanbodconcurrentie). Een Neder- ritten of passagiers­ ilometers maakt. Inter­ k landse buschauffeur dankt zijn internationaal nationale productiviteitsverschillen tussen gezien hoge inkomen dus niet primair aan zijn buschauffeurs zijn, net zomin als voor eigen (comparatieve) productiviteit, maar – in horecapersoneel, kappers of advocaten, dit vereenvoudigde voorbeeld – aan de hoge 8 | NL 2030: Contouren van een nieuw Nederlands verdienmodel
  • 11. productiviteit van Nederlandse boeren. Boe- king (of 15% van de samenleving) zich in ren staan hier synoniem voor ‘internationaal internationaal opzicht kan blijven meten. concurrerende bedrijfstakken’. Een eventueel verlies aan internationale concurrentiekracht in bedrijfstakken die internationaal concurreren zou het inkomens- Relatieve productiviteit niveau van de gehele Nederlandse bevolking sterk onder druk zetten. Zie bijlage 1. van 25% van onze Gegeven dit cruciale belang van de (compara- beroepsbevolking bepaalt tieve) productiviteit van onze internationaal maatschappelijke welvaart concurrerende bedrijfstakken voor het toe- komstige Nederlandse verdienvermogen, heb- ben we inzicht nodig in de factoren die tot Onderzoek van BCG naar hoe onze beroeps- productiviteitsverschillen tussen landen (in bevolking in dit verband is samengesteld dezelfd bedrijfstak) leiden. Deze factoren val- levert een nieuw en zeer opmerkelijk inzicht len in twee categorieën uiteen: op. Naar onze schatting bevindt niet meer dan 25% van de Nederlandse werkgelegen- •• landgebonden concurrentievoordelen heid zich in bedrijfstakken die zijn blootge- zoals het klimaat, de aanwezigheid van steld aan internationale concurrentie3. natuurlijke hulpbronnen of politieke Figuur 1 geeft de opbouw van dit aandeel stabiliteit (vanaf hier: ‘landenvoordelen’); weer. Dit betekent (bij de huidige stand van de technologie) dat 25% van de Nederlandse •• bedrijfsgebonden concurrentievoordelen arbeid goederen of diensten produceert die zoals een superieure technologie, com- vervangen zouden kunnen worden door die merciële kracht en marktposities (vanaf van buitenlandse concurrenten. De implica- hier: ‘bedrijfsvoordelen’). ties hiervan zijn verstrekkend: toekomstige inkomensniveaus van alle Nederlanders zijn In de volgende twee paragrafen onderzoeken grotendeels afhankelijk van hoe de producti- we hoe robuust onze huidige landenvoor­ viteit van deze 25% van onze beroepsbevol- delen en bedrijfsvoordelen zijn. Figuur 1 | ~25% van Nederlandse banen concurreert op internationale markten % van totale Nederlandse werkgelegenheid 100% 61% 100 80 60 40 39% 22% 6% 24% 20 17% 0 Totale werk- Publieke1 en Tradable Non-tradable Tradable Tradable Totale gelegenheid non-tradable bedrijfs- functies functies functies in tradable bedrijfs- takken in tradable in tradable non-tradable werk- takken bedrijfs- bedrijfs- bedrijfs- gelegenheid takken2 takken3 takken4 Tradable = internationaal concurrerend 1 Inclusief de sectoren Overheid, Onderwijs en Zorg 2 Bijvoorbeeld een verkoper 3 Bijvoorbeeld een ontwerper 4 Bijvoorbeeld een IT-specialist Noot: Hiervoor hebben we CBS-data over de opbouw van de Nederlandse werkgelegenheid gecombineerd met internationale data (Bradford, Jensen & Kletzer, 2005) over het aandeel van internationale handel per bedrijfstak Bron: CBS branche monitor, juni 2012, Institute for International Economics, BCG-analyse The Boston Consulting Group | 9
  • 12. Het belang van traditionele specifiek Nederlandse concurrentievoordelen landenvoordelen neemt af worden bijgehaald. Afstanden worden kleiner (in tijd), landen groeien naar elkaar toe of, in de woorden van De kwaliteit van de beroepsbevolking, het Thomas Friedman, ‘de wereld wordt platter’4. macro-economische en sociale klimaat, het De bewijzen hiervoor vinden we overal om belastingregime, de kwaliteit van de infrastruc- ons heen: de globaliserende economie, de tuur, de beheersing van vreemde talen, poli- voortgaande Europese integratie, internatio- tieke stabiliteit, betrouwbare instituties en naal expanderende ondernemingen, enz. In technologische expertise werden lange tijd dit rapport gaan we niet dieper op deze gezien als de belangrijkste factoren voor het ‘megatrend’ in, maar beschouwen deze als creëren van het nationale verdienvermogen. een gegeven. Op vrijwel al deze aspecten zijn landen echter op een spectaculaire manier naar elkaar toegegroeid: de aanvankelijke voorlopers Nederlandse concurrentie- hebben slechts beperkte voortgang geboekt, de achterblijvers van weleer hebben een grote kracht steeds minder inhaalslag gemaakt. De leidende landen op het gebied van institutionele kwaliteit, technologi- onderscheidend. sche expertise en macro-economisch klimaat We hebben een nieuw hebben hun voorsprong op de nummer 10 veelal zien halveren in de afgelopen tien jaar verdienmodel nodig (zie figuur 2). Verder naar beneden op de ranglijst laten landen een soortgelijke conver- gentie zien, de verschillen tussen bijvoorbeeld Daarnaast constateren wij dat de bovenge- de nummers 10 en 40 op deze dimensies zijn noemde landenvoordelen wereldwijd afvlak- eveneens sterk verminderd5. Deze convergentie ken. Factoren waarmee landen zich in het van landenvoordelen is echt een mondiaal verleden konden onderscheiden maken van- fenomeen: ze voltrekt zich niet alleen tussen daag de dag het verschil niet meer. We heb- ontwikkelde en ontwikkelende landen, maar ben hiervoor op twee niveaus bewijzen ook tussen ontwikkelde landen onderling en verzameld: (1) op macro-niveau, over de mate langs een groot aantal dimensies. Bijlage 2 gaat waarin landen op potentieel onderschei- in op enkele uitzonderingen op deze logica, dende factoren naar elkaar toe bewegen en zoals de toekomstbestendigheid van pensioen- (2) op nationaal niveau, over de mate waarin en zorgstelsels en gezonde overheidsfinanciën. Figuur 2 | Landenvoordelen nemen wereldwijd af Macro-economisch Technologische Institutionele klimaat expertise kwaliteit Verschil tussen best presterende land en land dat de tiende plek inneemt1 in WEF-score 15 15 15 13 13 10 10 10 9 8 7 6 5 5 5 0 0 0 2001 2011 2001 2011 2001 2011 Op basis van absolute score van nummer 1 en nummer 10 in 2001 en 2011 1 Bron: World Economic Forum Global Competitiveness Index 2001 en 2011 10 | NL 2030: Contouren van een nieuw Nederlands verdienmodel
  • 13. De vervolgvraag is of deze wereldwijde con- paragraaf onderzoeken we of onze onderne- vergentie ook op Nederland van toepassing mingen deze voordelen bezitten en kunnen is. In de jaren 90 golden de kwaliteit van onze behouden. fysieke en ICT infrastructuur, ons belasting­ regime, de beheersing van het Engels en De toenemende snelheid van andere vreemde talen, onze geografische lig- veranderingen in het bedrijfsleven ging en onze gasvoorraad als de belangrijkste Het conventioneel strategisch denken in factoren die Nederland een onderscheidend ondernemingen draait om het creëren van landenvoordeel boden. Wat is er sindsdien ‘houdbare concurrentievoordelen’ waarmee gebeurd? Onze voorsprong op gebied van een bedrijf voor langere tijd aantrekkelijke fysieke en ICT-infrastructuur is aanzienlijk rendementen weet te behalen. In de afgelo- teruggelopen. Niet omdat onze kwaliteit is pen decennia hebben we echter gezien dat verminderd, maar omdat concurrerende lan- bedrijfsvoordelen steeds minder duurzaam den de achterstand goeddeels hebben inge- blijken. Het in omvang relatief bescheiden haald. Bij de beheersing van vreemde talen Nintendo verdreef binnen de kortste keren voltrekt zich eenzelfde trend, onze voor- giganten als Sony en Microsoft uit de markt sprong op omringende landen is het afgelo- voor game consoles. Independer.nl heeft de pen decennium aanzielijk verminderd. Ook Nederlandse verzekeringsmarkt geopend de aantrekkelijkheid van ons belastingkli- voor kleine, vaak nauwelijks bekende aanbie- maat is relatief minder geworden door Euro- ders van financiële producten. Tegelijkertijd pese convergentie op dit gebied. Zie bijlage 3 zien we dat snel opkomende nieuwkomers voor een gedetailleerde toelichting op de con- soms zelf maar een kort leven is beschoren: vergentie op het gebied van onze voormalige TomTom en RIM (producent van de Black- landenvoordelen. Berry) stonden aan de wieg van nieuwe markten, maar domineerden deze maar even. Samenvattend kunnen we stellen dat factoren Er zijn talloze van dergelijke voorbeelden te die ooit het verschil maakten langzaam vinden: zijn dat allemaal incidenten, of wij- verworden tot hygiënefactoren die ieder land zen ze op een aardverschuiving in het dat mee wil spelen kan en moet bezitten. De bedrijfsleven? voorsprong loopt niet bij alle landenvoorde- len per definitie terug; zeer specifieke kennis, zoals bijvoorbeeld onze kennis van water­ management, lijkt een behoorlijk bestendig Voor ondernemingen biedt voordeel te bieden. Dit is echter een uitzon- winstniveau van gisteren dering, in grote lijnen bewegen landen naar elkaar toe. Dit betekent niet dat nationale steeds minder garantie voor beleidsmaatregelen op deze terreinen niet winstniveau van morgen langer van belang zouden zijn, ze zijn alleen steeds minder onderscheidend. Voor toekom- stig economisch succes is daarom meer nodig. BCG onderzocht over een periode van 50 jaar hoe lang ondernemingen hun marktleider- schap hebben weten vast te houden. De De toenemende vergankelijkheid resultaten zijn opmerkelijk. Het percentage van bedrijfsvoordelen ondernemingen dat een top 3-positie in zijn In het begin van dit hoofdstuk hebben we markt in een tijdspanne van 5 jaar verloren uiteengezet hoe landen- en bedrijfsvoordelen zag gaan is tussen 1970 en 2010 meer dan leiden tot verschillen in productiviteit, verdubbeld (zie figuur 3). De winnaars van inkomens en verdienvermogen. Met het vandaag blijken steeds minder de winnaars afnemen van de relevantie van de oorspron- van morgen te zijn. De resultaten verschillen kelijke landenvoordelen zoals we dat in de uiteraard sterk per sector: in bijvoorbeeld de vorige paragraaf hebben beschreven, wordt olie- & gassector en in de biersector verschui- ons land voor het behalen van hogere pro- ven machtsposities langzaam, in andere ductiviteits- en inkomensniveaus sterker bedrijfstakken verandert de top 3 veel sneller afhankelijk van bedrijfsvoordelen. In deze dan gemiddeld. The Boston Consulting Group | 11
  • 14. Figuur 3 | Voorheen succesvolle ondernemingen verliezen steeds sneller hun leidende posities Percentage van ondernemingen dat in betreffende jaar top 3-positie in haar markt verloor 20 15 10 5 0 1960s 1970s 1980s 1990s 2000s Bedrijfsvoordelen steeds vergankelijker Noot: Alleen sectoren met meer dan 10 bedrijven meegenomen Bron: BCG-analyse, Adaptability: The New Competetive Advantage, Harvard Buisiness Review, July 2011 BCG onderzocht daarnaast het belang van Ooit toonaangevende kledingmerken als schaalgrootte voor ondernemingen. In het Mexx, Esprit en O’Neill zijn binnen een traditionele strategisch denken zou schaal- paar jaar hun leidende posities kwijtge- grootte sterk gepaard moeten gaan met raakt. Met bescheiden investeringen hogere winstgevendheid: schaal leidt immers hebben NEM, Oxxio en Greenchoice tot kostenvoordelen, meer investeringsmoge- substantiële marktaandelen in de levering lijkheden in bijvoorbeeld R&D, een grotere van gas en energie veroverd. TomTom distributiekracht en grotere mogelijkheden bouwde en verloor in minder dan tien om merkbekendheid uit te nutten. Deze voor- jaar een markt. Greenwheels veroverde delen stellen een bedrijf bovendien in staat een substantieel marktaandeel op de haar positie te verdedigen. Wie dus eenmaal gevestigde autoverhuurders en -verkopers. groot en machtig is, zou ook relatief gemak- Deze verandersnelheid beperkt zich niet kelijk groot en machtig moeten kunnen tot het grootbedrijf. Zonline maakt blijven. BCG’s recente analyse van alle beurs- gebruik van satellietfoto’s om zonne­ genoteerde ondernemingen in de VS en paneelsystemen binnen 48 uur op locatie Canada laat echter iets heel anders zien: de te ontwerpen, zonder hiervoor het betref- kans dat het grootste bedrijf in een sector fende pand te komen bekijken. Hierdoor ook het meest winstgevend is, is nu ongeveer kan het landelijk met lokale installateurs 30%, terwijl dat in de jaren 90 nog circa 50% concurreren. SuperBBQ bezorgt leenbar- was (zie figuur 4). Schaalvoordelen van van- becues, eten en drinkwaren en servies en daag bieden steeds minder een garantie voor bestek in grote delen van Limburg, Bra- de toekomst. Vice versa geldt dat het ontbre- bant en Gelderland via een kleine web- ken van schaalvoordelen in veel bedrijfstak- site. Zo concurreert het met slagers, ken steeds minder vaak een belemmering cateraars en supermarkten in de hele vormt voor nieuwe toetreders. regio, als ook met barbecueverkopers. En EVAC vult jaarlijks de EHBO-dozen van Ook in Nederland zijn verschuivingen waar- zijn klanten aan, op basis van een smart- neembaar die passen in dit beeld: phone-foto die deze klanten jaarlijks van hun halfvolle doos opsturen, en concur- •• Allsecur is vanuit het niets een leidende reert daarmee met drogisterijen in het speler in autoverzekeringen geworden. hele land. 12 | NL 2030: Contouren van een nieuw Nederlands verdienmodel
  • 15. Figuur 4 | Belang van schaalgrootte geleidelijk maar fors afgenomen Kans dat grootste onderneming in haar sector ook de meest winstgevende is1 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 1950 1960 1970 1980 1990 2000 2009 Huidig succes steeds minder een garantie voor toekomstig succes Sales versus operating margin. Gewogen gemiddelde over alle publieke Amerikaanse en Canadese bedrijven in 69 sectoren 1 Bron: BCG-analyse, Adaptability: The New Competetive Advantage, Harvard Buisiness Review, July 2011 •• Dat dit waarschijnlijk geen incidenten De wereldwijd toegenomen snelheid van ver- maar manifestaties van een brede trend andering heeft dus ook in Nederland zijn zijn, blijkt uit een analyse van het aantal sporen nagelaten. Stap voor stap is het aan- bedrijfsfaillissementen de afgelopen zicht van hele bedrijfstakken binnen tien jaar twintig jaar. Het aantal bedrijfsfaillisse- veranderd. Bovenop deze afnemende ‘houd- menten per jaar is namelijk gestegen baarheid’ van bedrijfsvoordelen komt nog de met meer dan 50% (na correctie voor de vraag hoe lang een Nederlands bedrijf Neder- conjunctuur en de toename van het aan- lands blijft en daarmee de vraag hoe lang tal ondernemingen, zie figuur 5). Nederland als land kan blijven profiteren van de betreffende bedrijfsvoordelen. De toege- •• Ook onze grootste ondernemingen hebben nomen mobiliteit van ondernemingen die we veelal een turbulent, recent verleden. Veel binnen Nederland zien (Philips, AkzoNobel, van de grote AEX-ondernemingen hebben Arcadis, Douwe Egberts en Vodafone Neder- hun bedrijfsmodellen in de afgelopen vijf land hebben recent hun hoofdkantoor ver- tot tien jaar grondig veranderd. TNT en plaatst naar Amsterdam), zien we ook steeds KPN hebben een groot deel van hun meer op internationaal niveau. Het hoofd- activiteiten afgestoten en hebben hun kantoor van het onderdeel Domestic Applian- bedrijfsvoering grondig herzien. ABN ces van Philips is verplaatst naar China. AMRO heeft zich grotendeels teruggetrok- De CEO van Schneider Electric is voor een ken op haar thuismarkt, AkzoNobel heeft deel van zijn tijd verhuisd naar Shanghai. zichzelf getransformeerd tot een toonaan- Andere voorbeelden zijn Cisco, Osram, BASF, gevend verfproducent, DSM is overgestapt Nokia en Emerson: elk van deze ondernemin- van bulkchemie naar ‘life sciences’, Philips gen heeft een divisiehoofdkantoor verplaatst doet niet langer zelf de massaproductie naar Azië. van consumentenelektronica maar stuurt waardeketens aan in verlichting, medische Het beeld dat ontstaat uit deze ontwikke­ techniek en persoonlijke verzorging. Op lingen is helder. Ondernemingen winnen een niveau daaronder zijn ondernemingen sneller marktaandeel, maar raken dat ook als Buhrmann, Numico en Hagemeyer sneller kwijt. De huidige plek op een ranglijst overgenomen, terwijl CSM en Stork zijn zegt steeds minder: de winnaars van vandaag opgesplitst. kunnen zomaar de verliezers van morgen The Boston Consulting Group | 13
  • 16. Figuur 5 | Ook na conjuncturele correctie lijkt er een significante toename van het aantal faillissementen over tijd Aantal faillissementen/Aantal ondernemingen1 in NL (%) 1,0 0,8 x1,5 0,6 0,4 x1,7 0,2 0,0 1988 1990 1992 1994 1996 1998 2000 2002 2004 2006 2008 2010 Toppen en dalen steeds hoger; na conjuncturele correctie 50% toename in laatste 25 jaar Totaal aantal faillissementen en bedrijven in Nederland. Behelst eenmanszaken, bv’s, nv’s, cv’s, vof’s, verenigingen, 1 maatschappen, stichtingen en overige bedrijfsvormen Bron: CBS conjunctuur dossier 2011, BCG-analyse zijn. Posities die ooit veilig leken, brokkelen De grotere snelheid waarmee technologische daardoor sneller af of verdwijnen naar het vernieuwingen ontstaan en zich verspreiden buitenland. De snelheid van verandering van is een fundamentele oorzaak. Het aantal en voor bedrijven neemt steeds verder toe. patenten dat wereldwijd werd toegekend lag in 2000 zo’n 30% hoger dan in 1990. Dat is al Oorzaken voor de toenemende snel- een indrukwekkende stijging, maar in de tien heid van verandering jaar daarop deed zich nog eens een flinke Wat veroorzaakt deze toenemende snelheid versnelling voor: in 2010 werden 75% meer van verandering? BCG ziet drie oorzaken: patenten verleend dan in 2000 (zie figuur 6). Figuur 6 | Sterke toename van technologische vernieuwing gekoppeld aan steeds snellere commerciële uitrol van nieuwe techniek Aantal wereldwijd toegekende patenten (x1.000) Gemiddelde duur tussen uitvinding en volledige uitrol in aantallen jaren 1.000 150 909 +76% 800 Stoom- en motorschip 631 100 +27% Trein 600 -4% 516 422 407 429 398 400 Telegraaf Electriciteit 50 Vliegtuig Telefoon 200 Auto Pc Internet Oxystaal MRI 0 0 1980 1985 1990 1995 2000 2005 2010 1800 1850 1900 1950 2000 Jaar van uitvinding Noot: Volledige uitrol vindt plaats wanneer de technologie op grote schaal gebruikt wordt voor productie van (onafgewerkte) goederen of diensten. Gemiddelde van alle relevante landen Bron: Comin & Hobijn (2008), An Exploration of Technology Diffusion, Online database World Intellectual Property Organization, June 2012 14 | NL 2030: Contouren van een nieuw Nederlands verdienmodel
  • 17. Figuur 7 | Raamwerk van drijvende factoren achter toenemende snelheid van verandering Bevolkingsgroei Acceleratie Opleidingsniveau (technologische vernieuwing) Emancipatiegraad Behoee aan diversiteit Snelheid van verandering Divergentie Eindige (volatiliteit) (klantvraagversnippering) grondstoffenvoorraden Ontoerijkende leverings- modellen (bv. energie en zorg) Liberalisering van handel Flattening Transparantie en (globalisering) communicatie Geopolitieke machtsverschuivingen Niet alleen het aantal patenten en daaruit Gezamenlijk veroorzaken deze drie factoren voortvloeiende innovaties stijgt, ook de snel- grote en toenemende verandersnelheid in het heid waarmee consumenten deze innovaties bedrijfsleven. Slimme ondernemers weten omarmen wordt voortdurend groter. De nieuwe technologie te koppelen aan steeds acceptatie van het stoomschip vergde meer verder gesegmenteerde klantgroepen en kun- dan een eeuw, het internet veranderde de nen deze nieuwe propositie vervolgens steeds wereld in slechts een decennium. Apple en eenvoudiger uitrollen naar een groter afzet- Facebook realiseerden een revolutie in min- gebied in een platter wordende wereld. der dan vijf jaar tijd. De tijd die nodig is om Figuur 7 biedt een schematisch overzicht. een innovatie wereldwijd uit te rollen hal- veert iedere 50 jaar (zie figuur 6). De snelheid van veranderingen neemt alleen maar verder toe Naast een steeds groter aanbod van technolo- Is deze toenemende verandersnelheid van gische mogelijkheden, zien we ook een steeds structurele aard? BCG verwacht van wel, aan- complexere klantvraag. Naarmate we welva- gezien ten minste twee van de drie genoemde render worden, kunnen we steeds minder trends zich zullen voortzetten en versnellen: spreken van ‘dé consument’. Klantbehoeften variëren steeds meer en de vraag naar maatwerkproducten en maatwerkdiensten neemt toe bij stijgende welvaart. Daarnaast De snelheid van verandering zien we dat onze huidige leveringsmodellen zal de komende decennia voor grondstoffen, pensioenen en zorg tegen hun grenzen aanlopen. Dit leidt tot additio- nog eens verdubbelen nele vraag naar creatieve oplossingen zoals bijvoorbeeld schaliegas, e-health en persoon- lijke pensioenregelingen. •• Historisch gezien is de snelheid van tech- nologische vernieuwingen in ontwikkelde Ten slotte zien we een wereld met steeds economieën afhankelijk van de ‘cumula- lager wordende (internationale) transactie- tieve denkkracht’, ofwel de omvang, de kosten, gereduceerde valutarisico’s, betrouw- mate van emancipatie en het opleidings- baardere overheden en sterkere internatio- niveau van de bevolking6. Wereldwijd nale instituties. Deze plattere wereld stelt wordt de komende decennia in alle drie ondernemingen meer en meer in staat hun sterke groei verwacht. De groei van de bedieningsgebied te vergroten tot ver buiten bevolking wereldwijd tot 2030 wordt hun ‘thuismarkt’. geschat op +20%, terwijl het aan­ eel van d jongeren met toegang tot tertiair The Boston Consulting Group | 15
  • 18. onderwijs met 15% zal stijgen7. De cumu- vraagdifferentiatie te verwachten: hoe latieve denkkracht zal daarom met onge- hoger hun inkomens, hoe groter het veer 40% stijgen (zie figuur 8). Voor de belang dat mensen toekennen aan niet- emancipatiegraad is helaas geen prognose financiële overwegingen in hun beschikbaar, maar gezien de enorme bestedingspatronen. vooruitgang de afgelopen jaren op dit gebied gecombineerd met het enorme potentieel dat hiervoor met name in Azië nog voorhanden is, gaan wij ook uit van De komende decennia valt een snelle verdere groei van de mate er meer te verliezen maar waarin vrouwelijk talent wereldwijd wordt aangewend. Aangezien deze drie factoren ook meer te winnen voor het met elkaar vermenigvuldigd mogen Nederlandse bedrijfsleven worden, voorspellen we een minimale toename van 50% van de snelheid van technologische vernieuwing en de hoe- •• Of de wereld door lagere handelsbarriè- veelheid technologische innovaties per res, grotere politieke vrijheden en meer en jaar. meer open markten nog platter zal wor- den, laat zich moeilijk voorspellen. Waar •• Onze verwachting is dat de versnippering in ontwikkelde landen de roep om nieuwe van de klantvraag verder zal versnellen. handelsbeperkingen en nationalisatie van In nagenoeg de hele wereld blijft het ondernemingen of bedrijfstakken begint besteedbaar inkomen stijgen en daarmee te klinken, valt in opkomende landen juist de vraag naar persoonlijke diensten en het tegenovergestelde te horen8. Grosso producten. Daarnaast zorgt een aantal modo verwachten wij dat de invloed van megatrends voor verdere veranderingen deze factor op de veranderingssnelheid in in klantvraag. Reacties op grondstoffen- de wereld ten minste gelijk blijft. schaarste beginnen pas net vorm te krij- gen, net zoals de antwoorden op de grote Concluderend verwachten wij op basis van de sociaaleconomische vraagstukken rondom toenemende snelheid van technologische ver- pensioenen en zorg. Ook via toenemend nieuwing en toenemende versnippering van ethisch activisme valt een toename van de klantvraag dat het tempo van verande­ figuur 8 | Wereldwijde totale ‘brainpower’ zal naar verwachting met ten minste 40% stijgen Wereldbevolking (miljarden mensen) +21% 10 7,8 8,5 7,0 Bevolking # mensen met toegang tot tertiair onderwijs (miljoenen mensen) 5 1.000 +38% 800 713 0 2010 2020 2030 620 600 517 % van wereldbevolking met x toegang tot tertiair onderwijs 400 +14% 200 10 7,9% 8,4% Onderwijs 7,4% 0 2010 2020 2030 5 0 2010 2020 2030 Door toenemende emancipatie van vrouwen zal totale brainpower waarschijnlijk nog meer stijgen Bron: United Nations: World Population Prospects (2010), IIASA (2008), BCG-analyse 16 | NL 2030: Contouren van een nieuw Nederlands verdienmodel
  • 19. ringen nog aanzienlijk wordt opgevoerd. We Noten belanden in nog sneller veranderende tijden. 1. Bron: International Farm Comparison Network, PPLPI working paper 20 (2005) en Department of Meer dan ooit staan onze bronnen van wel- Environment, Food & Rural Affairs, Figures for a vaart op het spel, maar tegelijkertijd zijn er Farming Future (2004) meer kansen dan ooit om nieuwe welvaarts- 2. Bron: www.worldsalaries.org (inclusief werkgeverslas- ten). Ditzelfde patroon is zichtbaar bij gedetailleerde bronnen aan te boren. een-op-eenvergelijkingen tussen andere ontwikkelde landen en ontwikkelingslanden ( juni 2012) 3. Hiervoor hebben we CBS-data over de opbouw van Steeds meer kansen voor de Nederlandse werkgelegenheid gecombineerd met internationale data: Bradford, Jensen & Kletzer (2005) welvaartsgroei, maar ook over het aandeel van internationale handel per bedrijfstak. steeds meer risico’s voor 4. Bron: Thomas Friedman, ‘The World is Flat’ (2005) 5. Global Competitiveness Report, WEF (2011) welvaartsbehoud 6. Bron: Romer, Endogenous technological change (1998) 7. Bron: United Nations World Population Forecasts (2010 revision), WEF Global gender Gap Index (2011) 8. In dit rapport gaan we ervan uit dat de Europese Conclusie Unie niet desintegreert, vanwege de grote economische voordelen die de EU met zich meebrengt. Mocht er toch In een wereld waarin landenvoordelen ver- sprake zijn van substantiële desintegratie, dan ontstaat dwijnen en waarin bedrijfsvoordelen in een er een ander speelveld, waarbij landenvoordelen steeds hoger tempo komen en gaan, worden mogelijk weer onderscheidender worden de bronnen van het Nederlandse verdienver- mogen almaar minder betrouwbaar. Dit hoeft niet noodzakelijk negatieve gevolgen te heb- ben voor ons land. De concurrentievoordelen van onze ondernemingen staan weliswaar op het spel, maar dat geldt evenzeer voor die van hun buitenlandse concurrenten. In een wereld die platter en sneller wordt, komen bovendien bronnen van inkomsten binnen bereik die voorheen onbereikbaar waren. Er zijn nieuwe markten, nieuwe klantsegmen- ten of nieuwe delen van de wereld te verove- ren. Er valt dus niet alleen meer te verliezen, er valt ook meer te winnen. De inzet wordt hoger. In een wereld die zo snel en zo fundamenteel verandert, zijn het de landen die hun onder- nemingen in staat stellen tijdig (zo niet als eerste) op die veranderingen in te spelen, die NOOT het meest succesvol zullen zijn. In het vol- gende hoofdstuk zullen we bespreken in In dit rapport gaan we ervan uit dat de welke mate Nederland klaar is om zijn onder- Europese Unie niet desintegreert, vanwege nemingen te laten slagen bij het creëren van de grote economische voordelen die de EU telkens nieuwe concurrentievoordelen. met zich meebrengt. Mocht er toch sprake zijn van substantiële desintegratie, dan ontstaat er een ander speelveld, waarbij landenvoordelen mogelijk weer onderschei- dender worden The Boston Consulting Group | 17
  • 20. DE NOODZAAK VOOR VERANDERINGEN IN NEDERLAND W at is er nodig om als land tot de economische winnaars te behoren in een wereld van steeds snellere verandering? van vreemde talen, belastingklimaat, enz. zijn daarvoor relevant, maar zoals gezegd ook steeds minder onderscheidend. Twee facto- Zo’n positie staat of valt met de aanwezig- ren zijn naar onze mening in deze nieuwe heid van ondernemingen die in staat zijn context wél doorslaggevend bij de vraag of voortdurend nieuwe bronnen van concurren- Nederland in 2030 tot de economische win- tievoordeel aan te boren, op te bouwen en te naars behoort: benutten. 1. De aanwezigheid van voldoende vernieu­ Allereerst moeten daarvoor nieuwe mogelijke wingstalent: individuen en teams die bronnen van concurrentievoordeel worden nieuwe vormen van concurrentievoordeel geïdentificeerd, bedacht of herkend. Vervol- (als eerste) identificeren en die daarmee gens moeten deze omgezet worden in daad- ondernemingen de kans bieden zich tijdig werkelijk concurrentievoordeel met bijbe­ - te vernieuwen. horende economische voordelen. Beide stap- pen zijn verre van eenvoudig. Enerzijds 2. Maatschappelijke fundamenten met maakt de toenemende verandersnelheid de voldoende aanpassingsvermogen die wereld steeds complexer door het ontstaan deze geïdentificeerde voordelen tijdig en van nog meer technologie, nog meer klant- adequaat kunnen realiseren. segmenten en nog meer geografische moge- lijkheden. Daarnaast wordt ook de concur­ - Beide factoren zijn noodzakelijk. Op één rentie steeds groter: in een plattere wereld been kun je niet lopen: zonder vernieu- zijn er veel meer bedrijven die ook toegang wingstalent geen identificatie van nieuwe hebben tot dezelfde technologie en dezelfde bedrijfsvoordelen en zonder fundamenten klanten. Uiteindelijk gaat het er dan om wie met aanpassingsvermogen geen realisatie nieuwe voordelen als eerste identificeert en van deze nieuw geïdentificeerde bedrijfs- wie ze vervolgens ook snel en adequaat voordelen. uitvoert. Vrij vertaald: wie ziet de kans het eerst en wie is in staat deze het snelst te In de volgende paragraaf bespreken we hoe pakken? Nederland scoort op de nieuwe succesfacto- ren vernieuwingstalent en maatschappelijk De eerder besproken fundamenten als hoog- aanpassingsvermogen. waardige fysieke en ICT-infrastructuur, poli- tieke en economische stabiliteit, beheersing 18 | NL 2030: Contouren van een nieuw Nederlands verdienmodel
  • 21. Het toenemende belang van ken, ontwikkelen en behouden van buiten- vernieuwingstalent lands talent. In de volgende twee paragrafen Het vergt een bijzonder talent om nieuwe zullen we uiteenzetten hoe Nederland op kansen en nieuwe vormen van concurrentie- beide punten nog winst kan boeken. voordeel te ontdekken in een wereld waarin zich een veelheid aan trends voordoet, Talent van Nederlandse bodem waarin een overstelpende hoeveelheid data Hoe ontwikkelen we talent dat hier geboren beschikbaar is, waarin consumentenvoorkeu- wordt? Hoe creëren we een omgeving waarin ren ongrijpbaarder worden en waarin techno- dat talent zich kan ontplooien en hoe zorgen logische ontwikkelingen steeds sneller gaan. we dat dat talent zo effectief en productief De hoofdontwerpers van BMW beschikken mogelijk wordt ingezet? Op elk van deze over dit talent, evenals de marketeer die ver- aspecten is er in Nederland ruimte voor antwoordelijk is voor Albert Heijn’s gadgets, verbetering. de wereldwijd actieve advertentiebureaus in Amsterdam en de oprichters van TomTom. •• Het ontwikkelen van talent: het oplei­ Het zijn talenten die, individueel of in kleine den en behouden van de echte hoog­ groepen, nieuwe mogelijkheden (als eerste) vliegers. De kwaliteit van ons hoger zien in een steeds complexere wereld. Zij onderwijs is hierin van cruciaal belang. identificeren nieuwe concurrentievoordelen, Het gemiddelde niveau hiervan is in hetzij binnen bestaande ondernemingen of in Nederland door de bank genomen prima. start-ups, en zien ook snel welke nieuwe, Het afgelopen decennium is ons land onconventionele concurrenten een bedrei- telkens in de top 10 geëindigd van de ging kunnen vormen. We hebben gezien hoe driejaarlijkse Pisa-rangschikking van de zowel onze afhankelijkheid als de verganke- OESO. Ook gemeten naar uitgaven per lijkheid van bedrijfsvoordelen steeds groter student scoort Nederland volgens de wordt. In dat licht neemt in de komende OESO prima en hetzelfde geldt voor het decennia het belang van tijdige vernieuwing (salaris)rendement op ons hoger onder- van onze bedrijfsvoordelen – en daarmee het wijs. Ontleding van de Pisa-cijfers laat belang van vernieuwingstalent – voor de zien dat we gemiddeld positie 5 tot 7 maatschappij als geheel verder toe. innemen. Let wel, dit zijn alle landelijke gemiddelden. Het gemiddelde is echter bedrieglijk als maatstaf voor de opleiding Het belang van van toptalent: we scoren top 5 voor ‘min- der presterende leerlingen’, maar vallen vernieuwingstalent voor steeds meer buiten de top 10 voor de best presterende leerlingen2. Onder de beste onze landelijke welvaart 110 universiteiten ter wereld bevinden zal de komende jaren zich zeven Nederlandse, maar niet één daarvan bereikt de top 503. Onze beste sterk toenemen MBA-opleiding komt niet hoger dan plaats 30 op de wereldwijde ranglijst van de Financial Times. Er zitten geen uitschie- Vernieuwingstalent verwijst in dit geval naar ters onder onze universiteiten. Differenti- het vermogen om nieuwe voorsprong te atie naar aanbod, kwaliteit en creëren. Dit gaat niet per se gepaard met een moeilijkheidsgraad van het universitair hoog opleidingsniveau (hoewel er een duide- onderwijs is beperkt. Het Nederlandse lijk verband lijkt te bestaan tussen opleidings­ model laat zich kenmerken door hoge niveau en succes als ondernemer1). Wel gaat gemiddeldes maar nauwelijks uitschieters. het hier om mensen die uitblinken en voor- Dit beperkt de mogelijkheden voor de oplopen op hun terrein. De beschikbaarheid echte hoogvliegers onder de studenten om van dergelijk vernieuwingstalent in Neder- zich hier volledig te ontwikkelen. Export land is afhankelijk van het optimaal ontwik- van echt vernieuwingstalent en import kelen en benutten van talent van Neder- van subtop dreigt (of vindt mogelijk reeds l ­ andse bodem en daarnaast van het aantrek- plaats). Terwijl het belang van echt The Boston Consulting Group | 19
  • 22. vernieuwingstalent nu juist toe zal nemen gekwalificeerd zijn, waarin zij echt een de komende decennia. verschil kunnen maken en waarde kunnen creëren. 28 uur per week gaan op, zowel •• Het benutten van talent: eruit halen zakelijk als privé, aan werkzaamheden wat erin zit. met een relatief lage toegevoegde waarde Nederland scoort hoger dan de ons omrin- die in principe uitbe­ teed kunnen worden. s gende landen voor wat betreft de gemid- Dit wekt de suggestie dat als dit uitbeste- delde leeftijd waarop werknemers de den van relatief laagwaardiger activiteiten arbeidsmarkt betreden (relatief jong) en (zoals zakelijke en privéadministratie, verlaten (relatief lang doorwerken). Ook grasmaaien, enz.) gemakkelijker en/of scoort Nederland relatief goed met het goedkoper gemaakt kan worden, de pro- aandeel van de beroepsbevolking dat ductiviteit van onze ‘vernieuwingstalen- daadwerkelijk werkt. Het aantal gewerkte ten’ sterk verhoogd kan worden. uren per werkzame Nederlander is echter relatief laag (met name bij vrouwen: •• Het incentiveren van talent: een slechts 30% werkt fulltime versus het klimaat waarin het leveren van top­ OESO-gemiddelde van 70%4). Dit is in prestaties waardering oplevert en ieder geval gedeeltelijk gedreven door beloond wordt. slimmer werken en door bewuste keuzes Talenten die het uiterste uit zichzelf Ten aanzien van ‘kwaliteit van leven’. willen halen, grenzen proberen te verleg- Gezien het toenemend belang en de gen, barrières doorbreken en nieuwe schaarste van talent, zullen de gevolgen wegen in durven te slaan, slagen daar van het slechts gedeeltelijk aanwenden beter in als hun omgeving dat stimuleert. van de talenten van onze hoogopgeleide Wij denken dat Nederland een dergelijk vrouwen steeds groter worden. Of we klimaat in onvoldoende mate biedt, bereid zijn die prijs te betalen is een gezien onder meer de ‘zesjescultuur’ in politieke keuze. Daarnaast lijkt het erop het middelbaar en hoger onderwijs en de dat de productiviteit van onze ‘vernieu- afkeur van het vieren van succes. Daar- wingstalenten’ sterk verhoogd kan wor- naast zien we veel (media-)aandacht voor den. BCG heeft in een kleine steekproef incidenten en de beloning van individuen de manier onderzocht waarop een vijftig- en juist weinig aandacht voor bredere tal potentiële ‘vernieuwingstalenten’ hun patronen. Al deze factoren kunnen het tijd besteden (zie figuur 9). De uitkomsten optimaal benutten van talent in de weg zijn opmerkelijk en prikkelend. Deze staan. In een tijdperk waarin we voor het vernieuwingstalenten besteden 38 uur per creëren van onze welvaart steeds afhanke- week aan activiteiten waarvoor zij uniek lijker worden van uitzonderlijk figuur 9 | Bij Nederlands vernieuwingstalent gaat veel tijd verloren Aantal uren per week 200 43 168 9 150 28 34 9 7 50 12 2 100 38 15 140 52 50 0 Slaap Persoonlijke hygiëne Werk Reistijd Overig Totaal en maaltijden privé Doelmatig bestede tijd Niet doelmatig bestede tijd Bron: BCG-enquête onder 50 mogelijke vernieuwingstalenten over hoe zij wekelijks gemiddeld hun tijd doorbrengen 20 | NL 2030: Contouren van een nieuw Nederlands verdienmodel
  • 23. vernieuwingstalent, moeten we dergelijk De vraag is hoe het kan dat Nederland min- talent stimuleren het hoofd boven het der hooggekwalificeerde immigranten aan- maaiveld uit te steken. In de sportwereld trekt dan veel andere OESO-landen. Wonen is veel meer waardering voor toppresta- en werken deze immigranten liever elders, ties. Het creëren van nieuwe bedrijfsvoor- of willen ze wel naar Nederland komen maar delen is in zekere zin ook topsport: worden ze daarin belemmerd? Geen van hierbij concurreren we immers in toene- beide mogelijke verklaringen wordt onder- mende mate met de ‘best and brightest’ steund door de beschikbare onderzoeks­ wereldwijd. gegevens. ‘Ze’ zijn erg in Nederland geïn­ eresseerd en ‘we’ hebben relatief een- t Het aantrekken van buitenlands voudige immigratieprocedures (voor toelich- talent ting op beide factoren, zie bijlage 4). Vernieuwingstalent hoeft natuurlijk niet hier geboren te zijn om een waardevolle bij- We worden dus geconfronteerd met een para- drage aan ons verdienvermogen te kunnen dox: “Zij vinden ons aantrekkelijk, wij staan leveren. De ‘netto-import’ van talent (het voor hen open, en toch komen ze niet.” We aantal immigranten minus het aantal emi- weten niet waarom Nederland achterblijft in granten) is de tweede bron voor ons toekom- het aantrekken en behouden van buitenlands stig ‘vernieuwingstalent’. Vooralsnog zijn we talent en we hebben geen onderzoek kunnen er als Nederland onvoldoende in geslaagd vinden dat ons hierin voldoende inzicht deze bron te benutten. OESO-gegevens laten verschaft. zien dat het aandeel hooggekwalificeerde immigranten in onze totale beroepsbevol- king met 2,4% sterk achterblijft bij het We moeten ons maatschappelijk gemiddelde van de OESO-landen van 4,2%5. aanpassingsvermogen verhogen De immigranten in ons land zijn bovendien Vernieuwingstalent komt niet tot bloei in een minder vaak hoogopgeleid dan in de overige isolement. Het heeft een gezonde voedings- OESO-landen: 19% van de immigranten in bodem nodig. Een omgeving waarin deskun- Nederland heeft hoger onderwijs genoten, digheid op het gebied van productie, verkoop bijna 20% lager dan het OESO-gemiddelde en ondersteunende diensten voorhanden is (zie figuur 10). en waarin kwalitatief hoogwaardige leveran- ciers aanwezig zijn. Een omgeving waarin figuur 10 | Nederland niet succesvol in kennismigratie Nederland trekt relatief weinig …relatief laag deel van immigranten hoog gekwalificeerde migranten aan… is hoog gekwalificeerd Kennismigranten1/totale beroepsbevolking (%) Kennismigranten1/totaal aantal migranten (%) Luxemburg 10,3 Ierland 41 Canada 9,7 Canada 38 Australië 7,8 Ver. Koninkrijk 35 Nieuw-Zeeland 7,1 Nieuw-Zeeland 31 Ierland 5,7 Noorwegen 30 Zwitserland 5,4 Verenigde Staten 26 Verenigde Staten 4,5 Australië 26 Ver. Koninkrijk 3,6 Zwitserland 24 België 3,3 Zweden 24 Zweden 3,1 Denemarken 23 Frankrijk 2,8 België 23 Griekenland 2,5 Luxemburg 21 Nederland 2,4 Spanje 21 Noorwegen 2,2 Portugal 19 Duitsland 2,1 Nederland 19 Portugal 2,0 Frankrijk 17 Oostenrijk 1,9 Griekenland 16 Spanje 1,5 Duitsland 15 Denemarken 1,5 Oostenrijk 11 0% 5% 10% 0% 20% 40% ISCED niveau 5-6 1 Ø4,2% Ø24% Bron: OECD Main Economic Indicators (2012), OECD DiOC (2008) The Boston Consulting Group | 21
  • 24. Figuur 11 | Nederland scoort niet hoog op verschillende indicatoren van aanpassingsvermogen Business start-up Relatie tussen Flexibiliteit van Ontslagbescherming procedures productiviteit salarisbepaling en salaris #1: Canada #1:Singapore #1: Hongkong # 1: Denemarken #34 #66 #121 #132 Nederland #142: Oeganda #142:Mauritanië #142: Uruguay # 142: Venezuela Bron: World Economic Forum Global Competitiveness Index (2011) vervoer en logistiek en de bescherming van van personeel omvat veel meer dan dat: het eigendomsrechten goed georganiseerd zijn en vermogen van werknemers om snel met waarin specialisten kennis en nieuwe concep- nieuwe software te leren werken, nieuwe ten, technologieën en ideeën aandragen. De vaardigheden op te doen, technische specifi- factoren die tezamen zo’n gezonde voedings- caties van nieuwe producten te begrijpen, enz. bodem vormen noemen we ‘maatschappe- lijke fundamenten’. Een economie die in de toekomst uitzonder- lijk succesvol wil zijn, heeft dus fundamenten nodig die met vernieuwers meebewegen om Maatschappelijk zo snel en volwaardig nieuw geïdentificeerde concurrentievoordelen te realiseren. Zonder aanpassingsvermogen wordt dergelijke fundamenten zijn ‘vernieuwingsta- lenten’ gedoemd te mislukken, of voelen ze – naast vernieuwingstalent – zich gedwongen hun geluk elders te proberen de tweede sleutel tot succes zodat andere economieën, niet de onze, profiteren. In een steeds sneller veranderende wereld Samenvattend: wie zich snel kan aanpassen, worden aan deze fundamenten nieuwe eisen kan van snelle verandering profiteren. Star- gesteld. Net als voorheen moeten ze hoge heid daarentegen leidt steeds meer tot het kwaliteit en betrouwbaarheid bieden. Nieuw missen van kansen en wordt zo steeds duur- is dat ze daarnaast ‘vernieuwingstalent’ in der betaald. staat moeten stellen om veel sneller dan voor- heen over te schakelen op een nieuw bedrijfs- Het maatschappelijk aanpassingsver- model, op nieuwe technologie, op andere mogen van Nederland klantsegmenten en productiemethodes. Om Hoe staat het met de Nederlandse maat- capaciteiten snel op en af te kunnen bouwen, schappelijke fundamenten? Met de traditio- om tijdig vergunningen te verkrijgen, om nele parameters die de kwaliteit en nieuwe vaardigheden snel ondernemings- betrouwbaarheid van onze maatschappij breed te kunnen vergaren, enz. Ook flexibele weergeven zit het in Nederland als vanouds toegang tot arbeidskrachten valt hier onder. wel goed. Het World Economic Forum (WEF) Daarmee doelen we niet alleen op de flexibi- heeft 142 landen gerangschikt op basis van liteit van de arbeidsmarkt, ontslagbescher- de kwaliteit van de fysieke infrastructuur, de ming en het vermogen om snel van werk naar ICT-infrastructuur, onderwijs en onderzoek. werk te bewegen. Het aanpassingsvermogen Ons land behaalt daarop respectievelijk de 22 | NL 2030: Contouren van een nieuw Nederlands verdienmodel