28. 12 Broeders en zusters, we hoeven ons niet12 Broeders en zusters, we hoeven ons niet
langer te laten leiden door onze eigen wil.langer te laten leiden door onze eigen wil.
13 Als u dat wel doet, zult u zeker sterven. Als13 Als u dat wel doet, zult u zeker sterven. Als
u echter uw zondige wil doodt door de Geest,u echter uw zondige wil doodt door de Geest,
zult u leven.zult u leven.
29. 14 Allen die door de Geest van God worden14 Allen die door de Geest van God worden
geleid, zijn kinderen van God.geleid, zijn kinderen van God.
15 U hebt de Geest niet ontvangen om15 U hebt de Geest niet ontvangen om
opnieuw als slaven in angst te leven, u hebt deopnieuw als slaven in angst te leven, u hebt de
Geest ontvangen om Gods kinderen te zijn, enGeest ontvangen om Gods kinderen te zijn, en
om hem te kunnen aanroepen met ‘om hem te kunnen aanroepen met ‘AbbaAbba,,
Vader’.Vader’.
30. 16 De Geest zelf verzekert onze geest dat wij16 De Geest zelf verzekert onze geest dat wij
Gods kinderen zijn.Gods kinderen zijn.
17 En nu we zijn kinderen zijn, zijn we ook zijn17 En nu we zijn kinderen zijn, zijn we ook zijn
erfgenamen, erfgenamen van God. Samenerfgenamen, erfgenamen van God. Samen
met Christus zijn wij erfgenamen: wij moetenmet Christus zijn wij erfgenamen: wij moeten
delen in zijn lijden om met hem te kunnendelen in zijn lijden om met hem te kunnen
delen in Gods luister.delen in Gods luister.
31. 18 Ik ben ervan overtuigd dat het lijden van18 Ik ben ervan overtuigd dat het lijden van
deze tijd in geen verhouding staat tot de luisterdeze tijd in geen verhouding staat tot de luister
die ons in de toekomst zal wordendie ons in de toekomst zal worden
geopenbaard.geopenbaard.
46. 1 Een psalm van David.1 Een psalm van David.
De HEER is mijn herder,De HEER is mijn herder,
het ontbreekt mij aan niets.het ontbreekt mij aan niets.
2 Hij laat mij rusten in groene weiden2 Hij laat mij rusten in groene weiden
en voert mij naar vredig water,en voert mij naar vredig water,
47. 3 hij geeft mij nieuwe kracht3 hij geeft mij nieuwe kracht
en leidt mij langs veilige padenen leidt mij langs veilige paden
tot eer van zijn naam.tot eer van zijn naam.
4 Al gaat mijn weg4 Al gaat mijn weg
door een donker dal,door een donker dal,
ik vrees geen gevaar,ik vrees geen gevaar,
want u bent bij mij,want u bent bij mij,
uw stok en uw staf,uw stok en uw staf,
zij geven mij moed.zij geven mij moed.
48. 5 U nodigt mij aan tafel5 U nodigt mij aan tafel
voor het oog van de vijand,voor het oog van de vijand,
u zalft mijn hoofd met olie,u zalft mijn hoofd met olie,
mijn beker vloeit over.mijn beker vloeit over.
6 Geluk en genade volgen mij6 Geluk en genade volgen mij
alle dagen van mijn leven,alle dagen van mijn leven,
ik keer terug in het huis van de HEERik keer terug in het huis van de HEER
tot in lengte van dagen.tot in lengte van dagen.
77. HEER, u kent mij, u doorgrondt mij,HEER, u kent mij, u doorgrondt mij,
2 u weet het als ik zit of sta,2 u weet het als ik zit of sta,
u doorziet van verre mijn gedachten.u doorziet van verre mijn gedachten.
3 Ga ik op weg of rust ik uit, u merkt het op,3 Ga ik op weg of rust ik uit, u merkt het op,
met al mijn wegen bent u vertrouwd.met al mijn wegen bent u vertrouwd.
78. 4 Geen woord ligt op mijn tong,4 Geen woord ligt op mijn tong,
of u, HEER, kent het ten volle.of u, HEER, kent het ten volle.
5 U omsluit mij, van achter en van voren,5 U omsluit mij, van achter en van voren,
u legt uw hand op mij.u legt uw hand op mij.
6 Wonderlijk zoals u mij kent,6 Wonderlijk zoals u mij kent,
het gaat mijn begrip te boven.het gaat mijn begrip te boven.
79. 7 Hoe zou ik aan uw aandacht ontsnappen,7 Hoe zou ik aan uw aandacht ontsnappen,
hoe aan uw blikken ontkomen?hoe aan uw blikken ontkomen?
8 Klom ik op naar de hemel – u tref ik daar8 Klom ik op naar de hemel – u tref ik daar
aan,aan,
lag ik neer in het dodenrijk – u bent daar.lag ik neer in het dodenrijk – u bent daar.
80. 9 Al verhief ik mij op de vleugels van de9 Al verhief ik mij op de vleugels van de
dageraad,dageraad,
al ging ik wonen voorbij de verste zee,al ging ik wonen voorbij de verste zee,
10 ook daar zou uw hand mij leiden,10 ook daar zou uw hand mij leiden,
zou uw rechterhand mij vasthouden.zou uw rechterhand mij vasthouden.