De Commune van Paris van 18871 ter gelegenheid van haar 150ste verjaardag
Gs hv3 hfst 3
1. Hoofdstuk 3 de eerste
wereldoorlog 1914-1918
•Eerste oorlog die op grote schaal werdEerste oorlog die op grote schaal werd
gevochtengevochten
•65 miljoen soldaten vochten 4 jaar lang65 miljoen soldaten vochten 4 jaar lang
tegen elkaartegen elkaar
•Nieuwe wapens en tactiekenNieuwe wapens en tactieken
•10 miljoen slachtoffers…10 miljoen slachtoffers…
3. 1.1 acHtergrond en oorzaken
van de eerste wereldoorlog
Oorzaken van de eerste
wereldoorlog:
•Opkomen nationalisme:
liefde voor het eigen volk
en vaderland
4. 1.1 acHtergrond en oorzaken
van de eerste wereldoorlog
Oorzaken van de eerste wereldoorlog:
•Oorlog tussen Frankrijk en Pruisen (later Duitsland)
van 1870-71. gewonnen door Pruisen met als gevolg
de eenwording van Duitsland. Elzas-Lotharingen
wordt veroverd op Frankrijk
5. acHtergrond en oorzaken van
de eerste wereldoorlog
Oorzaken van de eerste
wereldoorlog:
•Ontstaan nieuwe landen
zoals Duitsland en Italië
6. Oorzaken van de eerste
wereldoorlog
•Imperialisme: veroveren
van een groot rijk
(imperium) door
Europese landen.
Hierdoor ontstonden
spanningen tussen de
landen
7. Oorzaken van de eerste
wereldoorlog
•Uiteenvallen Ottomaanse
Rijk: de Balkan
(Zuidoost-Europa)
maakte zich los maar
werd al snel weer
bedreigd door Oostenrijk-
Hongarije. Ook Rusland
wilde invloed op de
Balkan
8. Oorzaken van de eerste
wereldoorlog
•Snelle industrialisatie van
Duitsland: werd het
machtigste land van
Europa
9. Meer oorzaken: vrienden
en vijanden:
•Militarisme: grote
bewondering voor het
leger. Veel mensen
dachten dat er in de
toekomst een oorlog zou
komen
10. Meer oorzaken: vrienden en vijanden:
•Industrialisatie. Door moderne wapens waren de
legers veel sterker geworden. Er ontstond een
wapenwedloop om sterker te zijn dan de ander
13. Alle oorzaken samen:
• Uiteindelijk versterken
de oorzaken elkaar en
begint de oorlog
• In Sarajevo wordt ‘het
vuur ontstoken’
14. de aanleiding van de eerste
wereldoorlog
‘de lucifer die
verantwoordelijk is voor
het ontstaan van de brand’
15. tweefrontenoorlog
Duitsland was bang voor een tweefrontenoorlog: in
oorlog met de Triple Entente zou Duitsland zowel
in het Westen door Frankrijk, als in het Oosten
door Rusland worden aangevallen.
16. tweefrontenoorlog
Daarom bedacht de
Duitse generaal Von
Schlieffen het Von
Schlieffen plan: eerst
Frankrijk aanvallen en
veroveren en dan het
tragere Rusland
aanvallen.
17. Het verlooP van de oorlog
Aanleiding tot de eerste wereldoorlog:
•De regering van Oostenrijk-Hongarije viel als
vergelding Servië aan
•Servië vroeg Rusland om steun en Rusland
mobiliseerde zijn legers: het leger werd klaar gemaakt
voor de strijd, alle soldaten gingen naar het front
18. • Duitsland verklaarde Rusland en Frankrijk de
oorlog: Op 4 augustus viel Duitsland aan; de eerste
wereldoorlog was begonnen met de inval in België
38. een totale oorlog
WOI was de eerste totale
oorlog: de gehele bevolking
en alle economische
middelen werden ingezet.
mannen naar het front ( 65
miljoen, 10 miljoen
sneuvelden), vrouwen in de
fabriek.
39. propaganda
Propaganda werd gebruikt om de mensen achter de
oorlog te krijgen. Eigen verliezen werden achter
gehouden en de vijand werd zwart gemaakt. De
media werd gecontroleerd door de regering. Dit heet
censuur
40. op weg naar het einde
Het einde van de oorlog door:
•Zeeblokkade van Engeland op zee om de handel
met Duitsland stil te leggen
•Deelname VS in 1917 doordat Duitse onderzeeërs
ook op Amerikaanse schepen schoten
•Op 11 november 1918 werd de wapenstilstand
gesloten
41.
42.
43.
44.
45.
46. paragraaf 3
nederland neutraal en
België Betrokken
3.1 De oorlog in Nederland en België
3.2 De gevolgen voor de economie
3.3 Belgische vluchtelingen in Nederland
47. 3.1 de oorlog in nederland en
België
• Nederland koos geen partij voor de geallieerden
en niet voor de centralen maar bleef neutraal
• België werd door de Duitsers binnengevallen toen
ze geen toestemming gaven aan hen om door
België Frankrijk aan te vallen. Het grootste deel
van België werd bezet. Alleen een klein gedeelte
aan de kust bleef in Belgische handen
48. 3.1 nederland tijdens woi
Nederland tijdens de eerste wereldoorlog:
•Neutraal maar wel mobilisatie van het leger: het leger
moest klaar staan mocht Nederland bij de oorlog
betrokken raken. 200.000 mannen moesten het leger
in
49. 3.2 de gevolgen voor de
economie
Economische gevolgen België:
•Veel goederen en machines werden door de
Duitsers in beslag genomen
•Steden, dorpen en infrastructuur lag in puin
•Veel slachtoffers door de oorlog
50. 3.2 de gevolgen voor de
economie
Economische gevolgen Nederland:
•Weinig handel meer met Duitsland uit angst voor
reactie geallieerden
•Grote werkloosheid door slechte economie
•Tekorten aan voedsel en stijgende prijzen. Oplossing
was verplicht produceren van voedsel door boeren en
een distributie met bonnen
51. 3.2 nederland tijdens woi
• Slechte economische omstandigheden door de
zeeblokkade van Engeland en verbod op handel
met Duitsland
52. 3.3 Belgische vluchtelingen
in nederland
• Ongeveer een miljoen Belgen zijn naar Nederland
gevlucht tijdens de oorlog. de meeste naar de
zuidelijke provincies
• Eerst kwam de hulp van burgers zelf, maar de
stroom vluchtelingen was te groot
53. 3.3 Belgische vluchtelingen
in nederland
• De regering ging de vluchtelingen zoveel mogelijk
verspreiden over het land in
vluchtelingenkampen
• Vanaf 1915 konden veel mensen terug naar huis al
was het wel in bezet gebied. Ongeveer 100.000
Belgen bleven heel de oorlog in Nederland
54. paragraaf 4 gevolgen van de
oorlog: europa en vs
Veertienpuntenplan:
•Idee van de Amerikaanse president Wilson.
•Bedoelt om de vrede te bewaren
•Zelfbeschikkingsrecht zorgt ervoor dat volkeren hun
eigen staat mogen stichten. De Volkenbond moest
erop toezien dat dit zou gebeuren
55. 1.3 de volkenbond
De Volkenbond:
•Praten in plaats van vechten, en anders gezamenlijk
optreden tegen overtreders
•Werkt alleen als alle landen meedoen
•Maar Duitsland en de Sovjet-Unie mogen niet en de
VS laat het afweten
•Soms succes maar meestal niet. Kon bv. de tweede
wereldoorlog niet voorkomen.
•wordt in 1946 opgeheven en vervangen door de
verenigde naties
56.
57. In Rusland leek de tijd te hebben stilgestaan:
•Tsaar (keizer) was een alleenheerser.
•De Tsaar werd gesteund door de kerk en door de
adellijke grootgrondbezitters.
•Rusland was nog een landbouwstedelijke
samenleving. Er was weinig industrie.
•Er was grote armoede onder de boeren op het
platteland en het was niet veel beter voor de rest
van de bevolking.
58. Toch kwam ook in Rusland langzaam verzet tegen de
Tsaar. Veel burgers wilde grondrechten en inspraak in het
bestuur. Een klein deel van de bevolking was
aanhanger van Karl Marx; de bedenker van
het socialisme:
•Marx zag dat een grote groep arbeiders in
armoede moest leven terwijl een kleine groep
alle grond, grondstoffen en bedrijven bezat en steeds
rijker werd.
•Hij voorspelde dat de arbeiders in opstand zouden komen
en met een revolutie de macht zouden grijpen.
59. Marx noemde dit communisme:
•Alle grond, grondstoffen en bedrijven zouden
voortaan van de staat zijn.
•In Rusland was Lenin de leider van de
communisten. Zijn aanhangers werden
Bolsjewieken genoemd.
60. De eerste Wereldoorlog verliep desastreus voor Rusland. In
1917 hadden de Russen er genoeg van en kwamen ze in
opstand tijdens de Februarirevolutie:
•Boeren kwamen in opstand, maar het leger greep niet in.
•Bevolking eist aftreden van de Tsaar.
•Op 2 kwam er een nieuwe voorlopige regering:
• Oorlog tegen de Centralen winnen.
• Nieuwe grondwet.
• Verkiezingen.
61. Lenin, betrokken bij de nieuwe regering,
kwam met zijn aprilstellingen:
•Alle grond aan de boeren, alle fabrieken aan
de arbeiders en alle macht aan de Sovjets.
•Vrede sluiten met Duitsland.
•Hiermee kreeg hij veel steun van de
bevolking en de macht van de Bolsjewieken
groeide. Tijdens de Oktoberrevolutie greep
Lenin de macht.
62. Tegenstanders van de oktoberrevolutie
werden de ‘Witten’ genoemd. Na een korte
burgeroorlog wonnen de ‘Roden’ van Lenin.
•De Sovjet-Unie werd uitgeroepen.
•De SU werd een eenpartijstaat. Alleen de
communistische partij werd toegestaan.
•Iedereen werd gelijk; mannen en vrouwen
deden hetzelfde werk en verdiende evenveel.
•Onderwijs en gezondheidszorg werd gratis.
63.
64. Buitenland:
•Buitenlandse eigendommen werden in beslag
genomen en leningen werden niet meer afbetaald.
Binnenland:
•Mensen met bezit moesten het afstaan
•De oogst ging naar de staat. Daardoor ontstond er
hongersnood.
•Tegenstand werd verboden, er kwam terreur en de
Sovjet-Unie werd een dictatuur
65. De landbouwhervormingen werden teruggedraaid. De
andere hervormingen bleven wel intact. Mensen kregen
weer vertrouwen en de toekomst en de achterstand op
het westen werd langzaam ingelopen.
Toen Lenin stierf kwam Stalin aan de macht.
66. Plan wat er in 5 jaar tijd op industrieel gebied moest
gebeuren: vijfjarenplan
•Industrie, mijnbouw en energievoorziening kregen
voorrang
•Geen concurrentie; de staat bepaald wat en hoeveel er
werd geproduceerd
•De staat bepaald prijzen en lonen
67. • Zelfstandige boerderijen werden kolchozen
(collectieve, gemeenschappelijke
landbouwbedrijven)
• Maar veel zelfstandige boeren verzetten zich
(doodstraf)
• Opbrengst werden niet hoger (plan) maar lager
• Hongersnood op platteland
68. • Tegenstanders naar strafkampen (de Goelag) om te
werken als slaven
• Censuur van radio, films en kranten
• Propaganda
69. • De regering, legerleiding, gerechtelijke macht,
vakbonden en bedrijven bestonden uit communisten
• Scholen, kranten en sportclubs moesten naar
communisten luisteren
• Geheime dienst (KGB)
• Terreur
• Resultaat: tussen de 4 en 8 miljoen doden, waarvan
35.000 officieren in 1938…