College 1: Dr. Annie Jourdan: Napoleon als keizer der Fransen en overheerser van Europa
In dit college zal Jourdan onderzoeken wat voor leider Napoleon was in Frankrijk en wat zijn rol is geweest in Europa. Heeft hij het continent gemoderniseerd zoals sommige historici zeggen of slechts uitgebuit? Was hij een revolutionair zoals enkele auteurs beweren of een reactionair? Het politieke, sociale en culturele bestel van Napoleon was immers niet eenvoudig of eenduidig. Daarin kunnen zowel moderne als ouderwetse elementen gevonden worden. Dit college zal trachten om deze contrasten duidelijk te belichten om een beter inzicht te geven over de Napoleontische tijd.
Annie Jourdan was universitaire hoofddocente en is nu fellow researcher aan de Universiteit van Amsterdam, Europese Studies. Als historica heeft zij verschillende boeken gepubliceerd waaronder Napoléon. Héros, Imperator, mécène, Parijs, 1998; L’empire de Napoléon, Parijs 2000 en 2006; Mythes et légendes de Napoléon, Toulouse, 2004; La Révolution, une exception française?, Parijs, 2004 en 2006; La Révolution batave entre la France et l’Amérique, Rennes, 2008 en Louis Bonaparte, roi de Hollande (ed.), Paris, 2010
Hoe Leopold III (mee) de basis legde van fortuin van Albert II Thierry Debels
Een belangrijke vraag is uiteraard hoe groot het kapitaal van Jean Empain was. Volgens auteur Yvon Toussaint bezat Jean Empain 4,5 miljard frank. Vandaag is dat omgerekend zowat 1 miljard euro. Als Leopold III een groot deel van deze kapitalen aanhield, dan moet het vermogen van Leopold III minstens een half miljard euro bedragen. Enkel voor wat het aandeel in de groep Empain betreft.
Op 18 juli 2015 publiceert The Sun een filmpje waarin een jonge Elizabeth – de latere Queen Elizabeth II – de nazigroet brengt.
Maar hoe zit het in die periode aan het Belgische hof?
Leopold III werd in 1934 koning der Belgen nadat zijn vader van de rotsen van Marche-les-Dames ‘viel’. Vandaag wordt er nog steeds gefluisterd dat Albert vermoord werd. Over zijn zoon, de vierde koning der Belgen is altijd het vermoeden blijven hangen dat hij pro-boche of Duitsgezind was. Maar echt harde bewijzen waren er niet. Het bleef allemaal circumstancial bewijsmateriaal. Tot we het dagboek van Joseph Goebbels goed gelezen hebben.
Verenigde Staten van Europa
Joseph Goebbels, dé vertrouwenspersoon van Hitler himself, hield gedurende jaren een dagboek bij. Enkele jaren geleden werd het integrale dagboek in het Duits uitgegeven. Het werden 5 dikke boekdelen. Goebbels schreef bijvoorbeeld op 29 mei 1936 het volgende in zijn dagboek: "(...) Daarna weer een bespreking. In hoofdzaak buitenlandse politiek. Führer heeft een duidelijke visie: Verenigde Staten van Europa onder Duitse leiding. Dat moet de oplossing zijn. Vele jaren of zelfs decennia moeten we daar nog aan werken. Maar we hebben een doel!"
Koning Leopold was die Duitse droom niet ongenegen. Hij hoopte volgens zijn vertrouweling en politicus Hendrik De Man dat nazi-Duitsland een “Verenigd Europa” onder Duits gezag zou oprichten en was, nog steeds volgens De Man, zelfs bereid om een eed van trouw aan Hitler te zweren. Zeker is dat de koning lang op twee paarden wedde en dat werd hij tijdens de koningskwestie zwaar aangerekend.
De koning was bovendien een onvervalste antisemiet. Leopold III zei tegen zijn vertrouwensman graaf Robert Capelle dat “de Joden een maatschappelijk gevaar waren, en dat het beter zou zijn dat anderen de purificatie van Joden zouden doen dan dat ikzelf daartoe de opdracht zou geven”. (*)
De vuurdoop
De Tweede Wereldoorlog start enkele dagen na de Duitse inval in Polen als Engeland en Frankrijk twee dagen later begin september 1939 de oorlog verklaren aan Duitsland.
Op 10 april 1940, exact een maand voor de Duitse inval in ons land, wordt op het kasteel van Laken een Duitse propagandafilm vertoond. De Duitse film bestaat uit gruwelijke beelden die een half jaar eerder, in september 1939, door de Duitsers in Polen gemaakt werden over de vernietigingsoorlog die ze daar voerden. Het resultaat is Die Feuertaufe (De vuurdoop). In de film worden de exploten van de Luftwaffe bejubeld.
Op 14 april krijgt Duits minister van Buitenlandse Zaken von Ribbentrop een geheim rapport uit Brussel. ‘Zoals ik verneem van een vertrouwenspersoon heeft de koning in het kasteel te Laken tweemaal de film “vuurdoop” laten vertonen, en wel de eerste maal alleen en de tweede maal, de volgende avond, in een door hem uitgekozen militair gezelschap.’ Volgens het bericht had de film een buitengewoon sterke indruk op de koning gemaakt.
Kortom, de koning-oppe
Hoe Leopold III (mee) de basis legde van fortuin van Albert II Thierry Debels
Een belangrijke vraag is uiteraard hoe groot het kapitaal van Jean Empain was. Volgens auteur Yvon Toussaint bezat Jean Empain 4,5 miljard frank. Vandaag is dat omgerekend zowat 1 miljard euro. Als Leopold III een groot deel van deze kapitalen aanhield, dan moet het vermogen van Leopold III minstens een half miljard euro bedragen. Enkel voor wat het aandeel in de groep Empain betreft.
Op 18 juli 2015 publiceert The Sun een filmpje waarin een jonge Elizabeth – de latere Queen Elizabeth II – de nazigroet brengt.
Maar hoe zit het in die periode aan het Belgische hof?
Leopold III werd in 1934 koning der Belgen nadat zijn vader van de rotsen van Marche-les-Dames ‘viel’. Vandaag wordt er nog steeds gefluisterd dat Albert vermoord werd. Over zijn zoon, de vierde koning der Belgen is altijd het vermoeden blijven hangen dat hij pro-boche of Duitsgezind was. Maar echt harde bewijzen waren er niet. Het bleef allemaal circumstancial bewijsmateriaal. Tot we het dagboek van Joseph Goebbels goed gelezen hebben.
Verenigde Staten van Europa
Joseph Goebbels, dé vertrouwenspersoon van Hitler himself, hield gedurende jaren een dagboek bij. Enkele jaren geleden werd het integrale dagboek in het Duits uitgegeven. Het werden 5 dikke boekdelen. Goebbels schreef bijvoorbeeld op 29 mei 1936 het volgende in zijn dagboek: "(...) Daarna weer een bespreking. In hoofdzaak buitenlandse politiek. Führer heeft een duidelijke visie: Verenigde Staten van Europa onder Duitse leiding. Dat moet de oplossing zijn. Vele jaren of zelfs decennia moeten we daar nog aan werken. Maar we hebben een doel!"
Koning Leopold was die Duitse droom niet ongenegen. Hij hoopte volgens zijn vertrouweling en politicus Hendrik De Man dat nazi-Duitsland een “Verenigd Europa” onder Duits gezag zou oprichten en was, nog steeds volgens De Man, zelfs bereid om een eed van trouw aan Hitler te zweren. Zeker is dat de koning lang op twee paarden wedde en dat werd hij tijdens de koningskwestie zwaar aangerekend.
De koning was bovendien een onvervalste antisemiet. Leopold III zei tegen zijn vertrouwensman graaf Robert Capelle dat “de Joden een maatschappelijk gevaar waren, en dat het beter zou zijn dat anderen de purificatie van Joden zouden doen dan dat ikzelf daartoe de opdracht zou geven”. (*)
De vuurdoop
De Tweede Wereldoorlog start enkele dagen na de Duitse inval in Polen als Engeland en Frankrijk twee dagen later begin september 1939 de oorlog verklaren aan Duitsland.
Op 10 april 1940, exact een maand voor de Duitse inval in ons land, wordt op het kasteel van Laken een Duitse propagandafilm vertoond. De Duitse film bestaat uit gruwelijke beelden die een half jaar eerder, in september 1939, door de Duitsers in Polen gemaakt werden over de vernietigingsoorlog die ze daar voerden. Het resultaat is Die Feuertaufe (De vuurdoop). In de film worden de exploten van de Luftwaffe bejubeld.
Op 14 april krijgt Duits minister van Buitenlandse Zaken von Ribbentrop een geheim rapport uit Brussel. ‘Zoals ik verneem van een vertrouwenspersoon heeft de koning in het kasteel te Laken tweemaal de film “vuurdoop” laten vertonen, en wel de eerste maal alleen en de tweede maal, de volgende avond, in een door hem uitgekozen militair gezelschap.’ Volgens het bericht had de film een buitengewoon sterke indruk op de koning gemaakt.
Kortom, de koning-oppe
De monarchie in België is sedert 1831 hofleverancier van sterke verhalen over zichzelf. Het verhaal over het Belgisch koningshuis leest dan ook als een alternatieve geschiedenis van België. Al zolang de van Saksen-Coburgs aan het hoofd staan van dit land, heeft de bevolking gesmuld van de smeuïge verhalen die erover worden verteld. Niet toevallig hebben veel van deze verhalen of schandalen een seksuele achtergrond. De van Saksen- Coburgs worden ook wel eens de van Seksen-Coburgs genoemd.
De Optima Bank is failliet. Net zoals in het verleden worden politici rechtstreeks geraakt. Tegelijk ook de vraag waarom banken zoals Fortis en Dexia wél werden gered. Maar: selectiviteit bij de redding van financiële instellingen is van alle tijden. Een terugblik.
Similar to Annie jourdan napoleon als keizer der fransen en overheerser van europa (20)
Nederland in de 2e wo nederlandse economie in oorlogstijd door hein klemannVeenMedia
Hein A.M. Klemann
De exploitatie van Nederland door de bezetter in een Europees perspectief
Duitsland was een middelgroot land, dat een enorme oorlog voerde. Om die oorlog vol te houden, heeft het de economieën van alle bezette landen geëxploiteerd. Hoe een land werd geëxploiteerd, was afhankelijk van het niveau van economische ontwikkeling, de afstand tot de fronten en de positie van de bevolking in de racistische hiërarchie die de Nazi’s voor ogen stond. Nederland was economisch hoog ontwikkeld, ver van het front en zijn bevolking gold als hoogwaardig. Het is aan het werk gezet, de opbrengst van de productie is meegenomen zonder werkelijke betaling, maar de economie is niet geplunderd of vernield. Ik zal aan tonen dat hierdoor de situatie zowel gedurende de oorlog als bij de bevrijding veel minder verschrikkelijk was dan in Polen, de Sovjet Unie, of, zoals de laatste tijd veelal in het nieuws is, in Griekenland. Ondanks alles kwam Nederland er mild vanaf.
Hein Klemann (1957) studeerde geschiedenis en economie aan de Vrije Universiteit en de Universiteit van Amsterdam. Hij promoveerde aan de VU op een proefschrift getiteld Tussen Reich en Empire, over de economische betrekkingen van Nederland met zijn belangrijkste handelspartners in de jaren dertig. Hij werkte aan de Vrije Universiteit, de Universiteit Utrecht, het NIOD en het Institut der Niederlande van de Universiteit van Münster. Sinds 2005 is Klemann hoogleraar Economische Geschiedenis aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.
Nederland in de 2e wo de jacht op de joden door ad van liemptVeenMedia
De jacht op de joden
Ergens in het begin van 1943 gaat de Duitse bezetter over tot de laatste fase van de jodenvervolging: hij gaat actief jacht maken op joden die geweigerd hebben zichzelf voor deportatie te melden, en in de meeste gevallen ondergedoken zijn.
Twee groepen spelen in die fase een belangrijke rol: speciale eenheden van de Nederlandse politie, die voor deze taak in de grote steden worden gevormd; plus de zogeheten Colonne Henneicke, een gezelschap Nederlandse mannen die een half jaar lang fanatiek op hun slachtoffers gaan jagen.
Over aanpak en werkwijze van deze groepen gaat dit college.
Ad van Liempt (1949) werkte bijna veertien jaar in de regionale dagbladjournalistiek voor hij overstapte naar de televisie. Hij werkte bij het NOS Journaal en had leidinggevende functies bij Studio Sport, NOS-Laat, NOVA en het geschiedenisprogramma Andere Tijden. Sinds 2006 is hij bijzonder lector onderzoeksjournalistiek aan de Hogeschool Utrecht.
Van Liempt schreef diverse boeken, o.a. over de Indonesische kwestie, de Justitiecrisis van 1998 en over de betaalde jodenjacht in Nederland tijdens de tweede wereldoorlog (“Kopgeld”). In 2009 schreef hij het boek bij de tv-serie De Oorlog, en in 2013 bij de serie Na de Bevrijding. In 2015 verscheen van zijn hand ‘Aan de Maliebaan’ – een boek over de gebeurtenissen rond deze fameuze Utrechtse allee tijdens de tweede wereldoorlog.
Van Liempt werd onderscheiden met de ere zilveren Nipkowschijf voor zijn gehele televisiewerk en kreeg in 2011 een eredoctoraat van de universiteit van Amsterdam.
Nederland in de 2e wo het ware gezicht van de nsb bas kromhoutVeenMedia
Het radicale gezicht van de NSB
De NSB wordt gezien als een slap aftreksel van het veel radicalere Duitse voorbeeld. Leider Anton Mussert zou een typisch Nederlandse burgerman zijn geweest en het antisemitisme stelde ook al niet veel voor. Dit beeld is niet correct. De NSB was juist revolutionair, gewelddadig en anti-Joods tot op het bot. Dit blijkt uit de kranten en pamfletten van de beweging, die we vandaag nog kunnen lezen, en uit de daden van leiders en leden. Deze lezing gaat over het ware gezicht van de NSB en de vraag, waarom de beweging wordt gebagatelliseerd.
Over de auteur
Dr. Bas Kromhout is historicus en journalist. In zijn proefschrift, De Voorman. Henk Feldmeijer en de Nederlandse SS (2012), beschrijft hij hoe een Groningse student radicaliseerde tot fanatieke nazi. Momenteel werkt hij aan een biografie van de Zuid-Afrikaanse premier Hendrik Verwoerd, de ‘architect van apartheid’.
Gouden eeuw college 4 gary schwartz - grenzen van goudVeenMedia
De grenzen van goud: kunst in de Nederlandse Gouden Eeuw
De onvergelijkbare prestaties van Nederlandse kunstenaars in de Gouden Eeuw zijn legendarisch. Maar hoe onvergelijkbaar zijn ze eigenlijk? De bronnen waaruit Nederlandse kunstenaars inspiratie en voorbeelden putten liggen buiten de landsgrenzen. De kunst in de eregalerij van het Rijksmuseum is zichtbaar verwant aan, en soms niet te onderscheiden van, werk van kunstenaars in andere landen. Nederlandse kunstenaars werkten in alle landen van Europa en erbuiten. Toen de zeventiende eeuw voorbij was, ging de productie van hoogwaardige kunst op hoog niveau door. De spreker verkent geografische en chronologische grenzen om de Nederlandse kunst uit de Gouden Eeuw des te scherper in beeld te krijgen.
Gary Schwartz is in Brooklyn, New York geboren in 1940. Tussen 1956 en 1965 studeerde hij kunstgeschiedenis aan New York University en Johns Hopkins University in Baltimore. In 1965 kwam hij als Kress Fellow naar Nederland, waar hij gebleven is. Onder zijn publicaties zijn, naast tien andere boeken, standaardwerken over Rembrandt en Pieter Saenredam. Honderden artikelen en wetenschappelijke publicaties verschenen van zijn hand en ook op zijn website: de Schwartzlist. Schwartz is drager van de Prins Bernhard Cultuurfonds Prijs voor de Geesteswetenschappen.
Gouden eeuw college 3 vincent icke - huygensVeenMedia
Zonder Huygens geen Einstein
Vincent Icke
Historisch Nieuwsblad, 29-05-2015
De grootste schok die de wetenschap aan het begin van de zeventiende eeuw veroorzaakte was het besef dat het overgrote deel van ons Heelal buiten het bereik van onze zintuigen valt. We hebben instrumenten nodig, bijvoorbeeld telescopen en microscopen, maar ook die hebben beperkingen. Dus is er nooit zekerheid in de natuurkunde. Christiaan Huygens schreef daarover: Men zal hier een soort redeneringen zien die niet zo’n grote zekerheid bieden als de wiskunde[...] Toch is het mogelijk om op die manier een mate van waarschijnlijkheid te bereiken die bijna niet onderdoet voor absolute zekerheid. Zo is het gebleven sinds die zeventiende eeuw. Zie bijvoorbeeld Huygens’ verklaring van de waarnemingen van de planeet Saturnus, of Einsteins beschrijving van de structuur van ruimte en tijd. Supergeniaal werk, maar toch: als onze zintuigen ontoereikend zijn, zijn onze hersenen dan wel goed genoeg?
Vincent Icke
Vincent Icke (Utrecht, 1946) is hoogleraar Theoretische Astrofysica aan Universiteit Leiden en bijzonder hoogleraar Kosmologie aan de Universiteit van Amsterdam. Hij studeerde theoretische natuurkunde en sterrenkunde aan de Universiteit van Utrecht. In 1972 promoveerde hij te Leiden op het proefschrift Formation of Galaxies Inside Clusters. Hij deed postdoctoraal onderzoek aan de universiteiten van Sussex en Cambridge, en aan het California Institute of Technology. Na vijf jaar als staflid aan de Universiteit van Minnesota kwam hij naar Leiden. Zijn onderzoeksgebied omvat onder andere de oorsprong van structuren in het Heelal, stralings-hydrodynamica, en de relatie tussen de algemene relativiteitstheorie en de quantumveldentheorie.
Vincent Icke heeft zich vanaf het begin van zijn loopbaan ingezet om de natuurwetenschappen voor algemeen publiek toegankelijk te maken. Hij schrijft voor dag- en weekbladen, zoals NRC Handelsblad, NewScientist en Nederlands Tijdschrift voor Natuurkunde. Hij is regelmatig te gast op radio en televisie, waaronder NieuwsBV, Nieuwslicht en De Wereld Draait Door. Tot zijn talrijke publicaties behoren The force of symmetry (1999), Christiaan Huygens in de onvoltooid verleden toekomende tijd (2005), Niks relatief (2006), Dat kan ik me niet voorstellen (2009), De ruimte van Christiaan Huygens (2009), De principes van Huygens (2013) en Zwaartekracht bestaat niet (2014). Een aantal van zijn colleges en lezingen verschenen op cd en dvd: Christiaan Huygens, Kosmische Krachten, Grote Natuurkundige Theorieën, en Alles voor één meisje.
Vincent Icke is niet alleen astrofysicus maar ook beeldend kunstenaar. Uiteraard is zijn kunst soms geïnspireerd op de zichtbare schoonheid en de verborgen werking van de wonderen van het Heelal. Hij werkte mee aan de oprichting van de Faculteit der Kunsten aan Universiteit Leiden, en is lid van de Raad van Toezicht van de Gerrit Rietveld Academie.
Meer informatie over het academische werk van Vinc
Gouden eeuw college 2 adri van vliet - de ruyterVeenMedia
Een admiraal geportretteerd.
Michiel Adriaensz. de Ruyter (1607-1676)
Michiel de Ruyter geldt als de belangrijkste zeeheld die Nederland heeft voortgebracht. Hoewel van eenvoudige komaf, klom hij op tot admiraal en behaalde hij klinkende overwinningen.
Op elfjarige leeftijd ging De Ruyter naar zee. Uiteindelijk doorliep hij de meeste functies aan boord van koopvaardij- en kaperschepen en maakte hij daarna de overstap naar de marine.
De Ruyter had hart voor zijn personeel. Niet voor niets kreeg hij de koosnaam Bestevaer, dat wil zeggen grootvader. Hij kende de noden van zijn scheepsvolk. Hij had immers zelf jarenlang ‘voor de mast’ gevaren. Als een van de eerste erkende De Ruyter ook het primaat van de politiek. Aan de politieke partijschappen van die tijd, Oranjegezinden versus Staatsgezinden, nam hij weinig deel.
In dit college komen drie ‘portretten’ van De Ruyter aan de orde: de militair en vakman uit de praktijk, de people manager en de dienaar die het primaat van de politiek volgde.
Adri P. van vliet (1956) is sinds 2005 als hoofd van de afdeling Publieksinformatie en Collecties en plaatsvervangend directeur verbonden aan het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (Den Haag). Hiervoor was hij directeur van het Instituut voor Maritieme Historie van de Koninklijke Marine (Den Haag) en hoofd Externe Dienstverlening bij het toenmalige Rijksarchief in Noord-Brabant (’s-Hertogenbosch).
In 1994 promoveerde hij aan de Universiteit Leiden op de monografie Vissers en kapers. De zeevisserij vanuit het Maasmondgebied en de Duinkerker kapers (ca. 1580–1648). Hij publiceerde over archivistische en maritiem-historische onderwerpen, waaronder Marinekapiteins uit de achttiende eeuw. Een Zeeuws elftal (2000),’Operatie Watersnood’. De hulpverlening door de Koninklijke Marine en de Watersnoodramp van 1953 (2003), Vissers in oorlogstijd. De Zeeuwse zeevisserij in de jaren 1568–1648 (2003) en ‘Een vriendelijcke groetenisse’. Brieven van het thuisfront aan de vloot van De Ruyter (1664 / 1665) (2007).
Frits hoekstra de russen komen toch niet! (en dat wisten we)VeenMedia
College 4: Frits Hoekstra: De Russen komen toch niet! (En dat wisten we)
Hoekstra zal betogen en laten zien dat te beginnen in de jaren ’60 de koude oorlog in hoge mate een fictieve oorlog(sdreiging) was. Au fond wisten we dat ‘de Russen’/ het Warschaupact ons niet echt zouden en konden aanvallen, maar we bleven doen alsof.
Voordat hij bij de BVD werkte (1971-1987) werkte Frits Hoekstra een kleine vijf jaar bij de LUID, de luchtmacht inlichtingendienst. In die periode – hij maakte intensief de ‘spanning’ rond de inval van de WP troepen in de CSSR in augustus ’68 mee – werd hem al duidelijk dat de dreiging van een militaire aanval door de Russen c.s. een fictie was. Toch hadden we parate troepen in Noord Duitsland……. Ook binnenlands werd al in 1966 in een studie door de BVD vastgesteld dat de CPN niet langer een gevaar vormde voor de staatsveiligheid. Toch werd die partij tot diep in de jaren ’80 breed en diep geïnfiltreerd.
Frits Hoekstra (Leeuwarden, 1946), studeerde Nederlands in Groningen en sociologie in Leiden. Beide als extraneus, want intussen werkte hij eerst bij de Luchtmacht Inlichtingendienst (1966- 1971) en vanaf 1971 tot 1987 bij de BVD, waar hij na een periode in het operationele werk hoofd werd van een afdeling in de contraspionage en later een afdeling die binnenlandse politieke operaties deed.
In 1987 verliet hij de rijksdienst om te gaan werken bij de N.V. Nederlandse Gasunie in Groningen. Vanaf 2000 schreef hij voor enkele (zaken)bladen, en had een consultancy praktijk, vooral actief bij de ontwikkeling van het Eemsmondgebied, Hij publiceerde twee boeken over zijn BVD ervaringen: “In Dienst van de BVD, spionage en contraspionage in Nederland”, (BOOM, 2004) en “De Dienst, de BVD van binnenuit”, (BOOM, 2012). Sedert 2006 woont Frits Hoekstra in het zuiden van Frankrijk.
Ben schoenmaker wat als de koude oorlog heet was gewordenVeenMedia
College 2: Ben Schoenmaker: Wat als de Koude Oorlog heet was geworden?
De NAVO bereidde zich jarenlang voor op een gewapend conflict met het Warschaupact. In geheime operatieplannen was sinds de jaren vijftig zeer precies vastgelegd hoe het bondgenootschappelijke grondgebied moest worden verdedigd. Hoe zagen die plannen eruit? Voor welke strategie koos de NAVO en welke rol was daarin voor de Nederlandse krijgsmacht weggelegd? En wat weten we eigenlijk van de militaire plannen die de Sovjet-Unie ten tijde van de Koude Oorlog smeedde? Deze vragen staan centraal in dit college over een oorlog die nooit is gevoerd.
Prof.dr. Ben Schoenmaker (Rotterdam, 1961) studeerde geschiedenis aan de Universiteit van Leiden. Hij is sinds 1988 als wetenschappelijk medewerker verbonden aan het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) in Den Haag. Daar specialiseerde hij zich in de negentiende- en twintigste-eeuwse militaire geschiedenis van Nederland. Hij is tevens verbonden aan de Universiteit Leiden als bijzonder hoogleraar Militaire Geschiedenis.
Duco hellema wat was de koude oorlog nou eigenlijk VeenMedia
College 1: Duco Hellema: Wat was de Koude Oorlog nou eigenlijk?
Hoe is de Koude Oorlog ontstaan? Wie had daar schuld aan? En wat was de inzet van het Oost-West conflict? In dit openingscollege wordt ingegaan op de verschillende opvattingen en verklaringen die er in de literatuur te vinden zijn. Bovendien wordt aandacht besteed aan de verschillende fasen die in de Koude Oorlog kunnen worden onderscheiden, zoals bijvoorbeeld de detente (jaren zeventig) en de zogeheten ‘tweede Koude Oorlog’ (jaren tachtig). Het college wordt afgesloten met de vraag hoe we de overwinning van het Westen aan het einde van de Koude Oorlog kunnen verklaren.
Prof.dr. Duco Hellema is hoogleraar in de Geschiedenis van de Internationale Betrekkingen aan het Departement Geschiedenis van de Universiteit Utrecht. Zijn bekendste boeken zijn: Nederland en de jaren zeventig (Amsterdam, 2012) en Nederland en de wereld (vijfde druk, Utrecht, 2014).
Inger leemans de cultuur van de verlichtingVeenMedia
Inger Leemans: "De cultuur van de Verlichting"
De ingrijpende wetenschappelijke, filosofische en politieke verschuivingen tijdens de Verlichting, zijn intrinsiek verweven met drastische veranderingen op cultureel gebied. De ontwikkeling van een globale consumptiecultuur en de opkomst van cultuur als vermarktbaar product veranderden de dagelijkse bezigheden van grote groepen mensen. Verlichte elites drukten hun macht uit via nieuwe praktijken, terwijl de culturele sector druk doende was om te experimenteren met nieuwe, revolutionaire ideeën. In de historiografie is lange tijd veel aandacht uitgegaan naar Frankrijk als toonaangevend centrum voor Verlichte cultuur. De afgelopen decennia is dit beeld echter grondig herzien in vele uitdagende studies over revolutionaire politieke cultuur, ‘the power of culture’, seksuele revoluties, en de nieuwe emotionele cultuur van ‘the Age of Sensibility’.
Prof.dr. Inger Leemans is Hoogleraar Cultuurgeschiedenis bij de opleiding Geschiedenis van de VU. Ze doet onderzoek naar vroegmoderne cultuurgeschiedenis (1500-1850), met bijzondere aandacht voor emotie- en lichaamsgeschiedenis en culturele economie. Eerder publiceerde zij over de geschiedenis van de pornografie, de (radicale) Verlichting, en vertaalcultuur. Haar meest recente boek Worm en donder. Geschiedenis van de Nederlandse literatuur 1700-1800 (geschreven met Gert-Jan Johannes) werd in de pers geroemd als ‘een meesterwerk’. Op dit moment werkt Inger Leemans aan een geschiedenis van de aandelenhandel en de verbeelding van financiële crises. Inger Leemans is directeur van de VU Graduate School of Humanities, voorzitter van de Werkgroep 18e Eeuw en een van de directeuren van ACCESS - the Amsterdam Centre for Cross-Disciplinary Emotion and Sensory Studies (http://access-emotionsandsenses.nl/). Aan de VU is zij een van de coördinatoren van het Digital Humanities onderwijs- en onderzoeksprogramma.
Eric jorink de verlichting geloof en wetenschapVeenMedia
College 1: Eric Jorink: Geloof en Wetenschap in de eeuw van de Verlichting
De Verlichting wordt veelvuldig beschouwd als een tijdperk van secularisatie, een proces dat mede zou zijn veroorzaakt door de opkomst van de moderne natuurwetenschap. In deze lezing wil ik wat kanttekeningen plaatsen bij deze opvatting. Inderdaad onderging het wereldbeeld in de vroegmoderne tijd, mede ten gevolge van de Wetenschappelijke Revolutie, en radicale verandering. En inderdaad, onder invloed van nieuwe ideeën (zoals bijvoorbeeld van Descartes en Spinoza) en nieuwe ontdekkingen kwam een letterlijke interpretatie van de tekst van de Bijbel onder vuur te liggen. Zowel door nauwkeurig bestudering van de overgeleverde bijbelteksten, als van niet-westerse culturen en fossiel vondsten werden traditionele ideeën over de ouderdom van de aarde en de plaats van de mens in de geschiedenis geprobelmatiseerd. Maar een constante onderstroom was én bleef de opvatting dat de Natuur een tweede openbaring van God was.
Prof.dr. Eric Jorink is als Teylers hoogleraar ‘Verlichting en Religie’ verbonden aan de Universiteit Leiden, en als onderzoeker aan het Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis (KNAW). Hij studeerde geschiedenis en filosofie aan de Rijksuniversiteit Groningen en aan de École des Hautes Études en Sciences Sociales in Parijs. In 2004 promoveerde hij cum laude op Het Boeck der Nature. Nederlandse geleerden en de wonderen van Gods Schepping 1575-1715, dat werd onderscheiden met een prijs van de Stichting Praemium Erasmianum, en dat ook in het Engels is vertaald. Verder publiceerde hij onder meer (samen met Ad Maas eds,) Newton and the Netherlands. How Iscaac Newton was fashioned in the Dutch Republic (2012) In 2012-2013 was hij Andrew W. Melllon visiting professor aan het Courtauld Insitute of Art, University of London.
Totalitarisme vollege 3 bas von benda beckmannVeenMedia
Bas von Benda-Beckmann: Hitlers Duitsers: het succes en de grenzen van het totalitarisme in Nazi Duitsland
Tussen 1933 en 1945 probeerde Hitler zijn nationaalsocialistische ideaal van een organische ‘volkgemeenschap’ in de praktijk te realiseren. Etniciteit en ras vormen de draad die de Duitsers bij elkaar moest houden. Voor hen die hier buiten vielen, zoals Joden en ‘Zigeuners’, betekende dit uitsluiting, vervolging en voor velen de dood. Maar welke betekenis had het volkgemeenschaps-ideaal voor de ‘raszuivere’ Duitsers? Hoe succesvol was het regime in haar poging de Duitse samenleving te doordringen van de nationaalsocialistische ideologie en waar stuitte zij op grenzen? In deze lezing zoek ik naar een antwoord op de vraag in hoeverre ‘Duitsers’ tussen 1933 en 1945 ‘Nazi’s’ werden.
Dr. Bas von Benda-Beckmann (1976) werkt bij het NIOD instituut voor oorlogs-, holocaust- en genocidestudies en is als docent verbonden aan de opleiding geschiedenis bij de Universiteit van Amsterdam. Hij houdt zich bezig met de geschiedenis van het nationaalsocialisme, de Duitse bezetting van Nederland, het Nederlandse verzet en de verwerking van het oorlogsverleden in Duitsland en Nederland. In 2013 verscheen De Velser Affaire. Een omstreden oorlogsgeschiedenis dat genomineerd is voor de Libris Geschiedenisprijs.´.
Marc Jansen: Wereldrevolutie of socialisme in één land: de Sovjetunie onder Stalin.
Stalin vormde een land in een revolutionaire roes om tot bastion van de revolutie ter wille van de opbouw van het socialisme. De economie en de maatschappij van de Sovjetunie gaf hij een overeenkomstige gestalte, wat gepaard ging met een grootscheepse terreur. Zonder de wereldrevolutie uit het oog te verliezen gooide hij het met de vijandige buitenwereld soms op een akkoordje, zo ook met Hitler in 1939. Twee jaar later verraste deze Stalin door tegen het "Joodse bolsjewisme" ten strijde te trekken, maar ondanks gigantische verliezen kwam de van origine Georgische dictator toch als triomfator uit de oorlog te voorschijn. Hij stierf in 1953 in een paranoïde atmosfeer, waarna zijn opvolgers gedeeltelijk afstand van hem namen, maar met behoud van Stalins systeem.
Dr. Marc Jansen, historicus en Ruslandkundige, doceerde aan de universiteit van Amsterdam. Hij publiceerde boeken en artikelen over de Russische en Sovjet-geschiedenis en -actualiteit, zoals het systeem en de praktijk onder Lenin en Stalin. Hij is, naast J.W. Bezemer, mede-auteur van Een geschiedenis van Rusland: Van Rurik tot Poetin. Zijn meest recente boek is Grensland: Een geschiedenis van Oekraïne.
Willem Melching: De Totalitaire Verleiding
De twintigste eeuw is de eeuw van extreme ideologieën en grootschalig politiek geweld. Totalitaire denkbeelden en regimes bedreigden de parlementaire democratie en waren verantwoordelijk voor oorlog, geweld, onderdrukking en genocide. In Europa waren de voornaamste vertegenwoordigers van het totalitarisme de Sovjet-Unie, het Italië van Mussolini en Hitler-Duitsland. Tegelijkertijd verkeerde de democratie tot 1945 in een crisis, om na 1945 als een feniks uit de as te verrijzen.
De totalitaire regimes bleven niet alleen door geweld en repressie aan de macht. Deze regimes hadden ook een verleidelijke kant, namelijk de belofte van een heilstaat, solidariteit en welvaart.
Dr. Willem Melching studeerde geschiedenis aan de Universiteit Leiden en werkte in Berlijn aan zijn dissertatie over het links-liberale tijdschrift Die Weltbühne. Hij promoveerde in 1988, was werkzaam als universitair docent aan de Universiteit Leiden en is sinds 1989 verbonden aan de Universiteit van Amsterdam.
Melching publiceert over Duitse en Europese geschiedenis. Met Frits Boterman schreef hij De Duitse Phoenix. De geschiedenis van Duitsland in de twintigste eeuw en redigeerde hij Het wonder Bondsrepubliek. Samen met Marcel Stuivenga was hij samensteller van een drietal delen in de serie Ooggetuigen. Recentelijk publiceerde hij Van het socialisme, de dingen die voorbijgaan. Een geschiedenis van de DDR 1945-2000. In 2011 verscheen Spindoctor van het kwaad. Selectie uit de dagboeken van Joseph Goebbels. In 2013 publiceerde hij de veelgeprezen biografie Adolf Hitler. Opkomst en ondergang van een Duits politicus.
Georgi Verbeeck: Italië, Mussolini en het fascisme
In 1922 kwam Benito Mussolini in Italië aan de macht. Hij legde de basis van het eerste fascistische regime in Europa. Mussolini’s machtsgreep luidde definitief het begin in van een periode die in het teken staat van de grote ideologische tegenstellingen in het Europa van tussen de twee wereldoorlogen. Vooral twee grote vragen komen telkens weer in de geschiedschrijving nar voren: welke voorwaarden waren er aanwezig in de Italiaanse geschiedenis sinds het einde van de 19de eeuw die deze machtsovername vergemakkelijkten, en hoe is het Italiaanse fascisme ideologisch kunnen ontstaan? Van zodra het fascisme aan de macht is (1922–1943) stelt zich de vraag naar de limieten van zijn succes. Een volgende vraag die zich opdringt is in hoeverre het Italiaanse fascisme vergelijkbaar is met het nationaalsocialisme in Duitsland. Ten slotte zal er stil gestaan worden bij de wijze waarop het Italiaanse fascisme verder leeft in de herinnering van vandaag.
Prof.dr. Georgi Verbeeck (1961) is hoogleraar voor Duitse geschiedenis aan de KU Leuven en Universitair Hoofddocent Moderne Geschiedenis en Politieke Cultuur aan de Universiteit Maastricht. Zijn onderzoek situeert zich vooral op het terrein van de moderne en hedendaagse Europese geschiedenis met bijzondere aandacht voor totalitarisme en het tijdperk van de grote dictaturen. Hij publiceerde op het vlak van moderne Duitse geschiedenis, de politiek van herinnering, de geschiedenis van totalitarisme. In 2012/2013 was hij verbonden aan het NIAS in Wassenaar en coördineerde hij daar mee het internationale onderzoeksproject “Terrorscapes. Totalitarianism and Transnational Memory in Europe since 1989”. Hij was als onderzoeker verbonden aan het Institut für europäische Geschichte in Mainz, het Russian and East European Center aan de University of Illinois at Urbana-Champaign, de Rheinische Friedrich Wilhelms Universität in Bonn en als gastprofessor aan de Universiteit van Stellenbosch en de University of Malaysia Sabah.
Jeroen van zanten waterloo; een verhaal van winnaars en verliezersVeenMedia
College 4: Dr. Jeroen van Zanten: Waterloo; een verhaal van winnaars en verliezers
Waterloo wordt gezien als een van de belangrijkste keerpunten in de moderne geschiedenis. Na 25 jaar revolutie en oorlog hoopte men na de veldslag dat Napoleons exil definitief orde en vrede zou brengen. Een tijd lang waren de generaals die de Franse Keizer hadden verslagen - Wellington, Blucher, prins Willem - populairder dan hun vorsten. Tijdens het college zal aandacht worden besteedt aan de veldslag zelf, het voorspel bij Quatre Bras en de herinneringen aan de strijd van veteranen. Ook Napoleon zelf komt vanuit Sint Helena aan het woord. Kortom, in het college zal een Europese geschiedenis worden geschetst van de veldslag, los van nationale claims en sentimenten, ofwel: een verhaal van winnaars en verliezers.
Jeroen van Zanten (1972) studeerde geschiedenis en filosofie. In 2004 promoveerde hij in Leiden op het proefschrift 'Schielijk, Winzucht, Zwaarhoofd en Bedaard' over de politieke cultuur in Noord-Nederland ten tijde van het koningschap van Willem I. Van 2004 tot 2006 was hij als docent en postdoc verbonden aan de afdeling politieke geschiedenis van de Universiteit Utrecht en deed hij onderzoek naar politieke reconstructie in Frankrijk en Nederland in de jaren 1813-1815. Sinds september 2006 is hij verbonden aan de UvA als universitair docent Nederlandse geschiedenis. In november 2013 publiceerde Van Zanten, na vier jaar onderzoek in binnen- en buitenlandse archieven, een wetenschappelijke biografie van Koning Willem II (1792-1849), mogelijk gemaakt door steun van het Prins Bernhard Cultuurfonds. Momenteel werkt Van Zanten samen met Ben Schoenmaker en Jurrien de Jong aan een boek over Waterloo (gepland voor juni 2015) en een boek over de jaren veertig van de 19de eeuw in Europa (gepland voor 2017).
Beatrice de graaf stasi, terrorisme en bestrijdingen spionageVeenMedia
College 4: Beatrice de Graaf: Stasi, terrorisme en bestrijdingen spionage
Het spookbeeld van de politiestaat kreeg na de Tweede Wereldoorlog en in de opkomende Koude Oorlog gezelschap van de nachtmerrie van de surveillance-state. Big Brother is watching you. Nieuwe technologische ontwikkelingen, de opkomst van de computer vielen samen met de vestiging van een ideologie die sabotage en ondermijning als het grootste gevaar voor de heilstaat zag. Zo breidden de spionagenetwerken zich achter het IJzeren Gordijn uit. De klassevijand binnen en buiten de muren moest het ontgelden, de gehele bevolking was de dupe. Hoe zat dat ook alweer precies met de Stasi, de meest geavanceerde dienst van het Oostblok? En als we de lijn doortrekken, wat zijn dan de overeenkomsten en verschillen met de NSA of NSO van nu? Ook tegenwoordig worden bevolkingen in hun totaliteit gemonitord, gevolgd en geregistreerd in talloze databanken. De Inoffizielle Mitarbeiter van toen zijn gedeeltelijk vervangen door de afluistermicrofoontjes, de kabeltaps en de drones van nu. Wat is er nieuw aan de strijd tegen terrorisme na 9/11, wat is hetzelfde gebleven? We zullen een aantal onvergelijkbare grootheden naast elkaar zetten en ons afvragen hoe "Das Leben der Anderen" in de DDR zich verhoudt tot een leven van "datamining" anno nu. Wie had het beter, de DDR-dissident of de post-9/11 salafist?
Prof. Dr. Beatrice de Graaf (1976) studeerde geschiedenis en Duitse taal- en letterkunde in Utrecht en Bonn. In 2004 promoveerde ze op “Over de Muur. De DDR, de Nederlandse kerken en de vredesbeweging”. Van 2004 tot 2007 was ze universitair docent in Utrecht. Van 2007 tot 2014 heeft ze het Centrum voor Terrorisme en Contraterrorisme aan de Campus Den Haag (Universiteit Leiden) mede opgezet. In 2011 werd ze hoogleraar conflict en veiligheid in historisch perspectief in Leiden. In 2014 werd ze hoogleraar History of International Relations & Global Governance, binnen het Institutions Programma van de Universiteit Utrecht. Ze is gefascineerd door de geschiedenis van conflict, veiligheid en terrorisme, schreef Evaluating Counterterrorism Performance (2011/2014), Gevaarlijke vrouwen (2012) en is met een VIDI-project, en vanaf 2014 een ERC-project bezig met het onderzoeken van de grondslagen en mechanismen van internationaal veiligheidsbeleid vanaf de 19e eeuw.
Ben de jong kgb spionage in de koude oorlog en russische spionage na 1991VeenMedia
College 3: Ben de Jong: KGB-spionage in de Koude Oorlog en Russische spionage na 1991
De KGB – de Russischtalige afkorting voor ‘Comité van Staatsveiligheid’ – was de belangrijkste inlichtingen- en veiligheidsdienst van de Sovjet-Unie in de periode na Stalins dood en daarmee een belangrijk onderdeel van het interne repressieve apparaat van de communistische dictatuur in de SU. De KGB had ook een qua aantallen personeel relatief kleine inlichtingentak die als taak had het vergaren van inlichtingen (spionage) in de hele wereld waaronder ook het Westen. De KGB maakte bij spionageoperaties veelvuldig gebruik van personen die bereid waren voor de SU te werken vanwege hun communistische sympathieën. Ook werkte men vaak met eigen personeel dat in het diepste geheim onder een valse, niet-Sovjet identiteit vaak voor vele jaren in het Westen of elders in de wereld werd gestationeerd.
Dr. Ben de Jong was tot aan zijn pensionering in 2012 als universitair docent verbonden aan de Universiteit van Amsterdam en vanaf dat jaar als gastonderzoeker. Hij gaf aan de UvA vooral college over de politiek en geschiedenis van de Sovjet-Unie en het Rusland van na 1991. Daarnaast verdiepte hij zich ook in het functioneren van inlichtingen- en veiligheidsdiensten, in het bijzonder de KGB en zijn voorgangers in de Sovjet-Unie. Over genoemde onderwerpen heeft hij ook regelmatig gepubliceerd.
Constant hijzen geheime diensten en spionage 1e helft 20e eeuwVeenMedia
College 2: Constant Hijzen: Geheime diensten en spionage 1e helft 20e eeuw
Was het inlichtingenwerk tot en met de negentiende eeuw doorgaans niet meer dan de ‘duistere kant’ van de diplomatie; in de loop van de twintigste eeuw groeiden inlichtingen- en veiligheidsdiensten uit tot een vast onderdeel van het overheidsapparaat. In Groot-Brittannië vormde de vrees voor Duitse spionnen een belangrijke reden om dit heimelijke overheidswerk te institutionaliseren; in Nederland de angst voor revolutionaire woelingen. Naast het bestrijden van spionage door andere landen moesten die diensten ook allerlei andere gevaren in de gaten houden. In dit college staan die dreigingspercepties en de manier waarop het inlichtingen- en veiligheidswerk zich in de eerste helft van de twintigste eeuw ontwikkelde in Nederland ontplooide centraal.
Drs. Constant Hijzen is promovendus en docent aan het Instituut Geschiedenis van de Universiteit Leiden. Hij schrijft een proefschrift over veiligheidsdiensten in de twintigste eeuw in Nederland en onderzoekt de relatie tussen die diensten en hun politieke, ambtelijke en maatschappelijke omgeving. Verder geeft hij vakken bij Bestuurskunde, Politicologie, Leiden University College en Geschiedenis op het gebied van inlichtingen(geschiedenis) en Europese geschiedenis.
Bob de graaff overzicht geheime diensten en spionage 19e, 20 en 21e eeuwVeenMedia
College 1: Bob de Graaff: Overzicht geheime diensten en spionage 19e, 20 en 21e eeuw
In een breed historisch overzicht behandelt Bob de Graaff de opkomst van inlichtingenorganisaties aan het eind van de negentiende eeuw tot aan de proliferatie van het inlichtingenwezen in alle delen van de samenleving aan het begin van de 21e eeuw. Het is een verhaal over het toegenomen belang van intelligence, maar tevens van de teloorgang van het unieke karakter van inlichtingen- en veiligheidsdiensten. De vraag is of deze diensten niet aan hun eigen succes ten onder zijn gegaan. Hoe is het gekomen dat deze oorspronkelijk geheime diensten “the talk of the town” zijn geworden? Hoe kan het dat zij zoveel meer moeite hebben met de asymmetrische dreigingen van niet-statelijke actoren dan met de symmetrische van statelijke tegenstanders?
Prof. dr. Bob de Graaff (1955) is hoogleraar inlichtingen- en veiligheidsstudies aan zowel de Universiteit Utrecht als de Nederlandse Defensieacademie (NLDA) in Breda. In 1997 promoveerde hij als historicus op het proefschrift 'Kalm temidden van woedende golven.' Het ministerie van Koloniën en zijn taakomgeving, 1912-1940. Hij schreef uitvoerig over de geschiedenis van spionage. Samen met Cees Wiebes publiceerde hij in 1998 Villa Maarheeze. De geschiedenis van de Inlichtingendienst Buitenland. Tussen 1999 en 2002 was hij lid van het NIOD-team dat onderzoek deed naar de gebeurtenissen voor, tijdens en na de val van het zogeheten veilige gebied Srebrenica. Van 2007 tot 2009 was hij hoogleraar terrorisme en contraterrorisme aan de Campus Den Haag van de Universiteit Leiden. Hij was medeoprichter en eerste voorzitter van de Netherlands Intelligence Studies Association (NISA), waarvan hij thans nog bestuurslid is. Bij de NLDA is hij verantwoordelijk voor het mastertraject Intelligence and Security.
Bob de graaff overzicht geheime diensten en spionage 19e, 20 en 21e eeuw
Annie jourdan napoleon als keizer der fransen en overheerser van europa
1. Napoleon in Frankrijk en Europa
Een ongenuanceerd beeld bij
Nederlandse historici en publiek
2. Napoleon is niet altijd Napoleon
geweest. Hij was eerst Bonaparte
3. Generaal Bonaparte
• Op zijn 27ste jaar wordt hij hoofd generaal van
het leger van Italië
• In een jaar heeft hij Italië veroverd en
Oostenrijk uit Italië weggestuurd
• Hij weet zijn successen bekend te maken door
kranten, portretten, en verhalen
• In 1797 is hij in Parijs algemeen bekend en
wordt lid van het Nationale Instituut.
5. De veldtocht naar Egypte
• In 1798 vertrekt hij naar Egypte om de
doorgang naar India voor de Engelsen te
sluiten
• Hij maakt van deze expeditie een
beschavingsoffensief, met geleerden,
kunstenaars, en architecten – en journalisten
• De militaire expeditie is een ramp maar de
culturele opbrengst is waardevol
6. De blik van de Engelsen op het vertrek
van Bonaparte uit Cairo
7. Desaster in Frankrijk 1799
• In 1799 ging het slecht voor Frankrijk
• Italië was weer in de handen van de
Oostenrijkers gevallen
• Zwitserland was overwonnen door de coalitie
• Nederland was bedreigd door de Engelse en
Russische troepen
• Iedereen vroeg zich af waarom Bonaparte
zover was en waar hij bleef
8. Sieyès zoekt een zwaard!
• Wetgever Sieyès wilde de grondwet van 1795
veranderen, maar daarvoor moest hij een
staatsgreep plegen
• Hij wilde de hulp van een militair – van
Joubert eerst, maar die stierf in Italië
• Hij deed toen een beroep op Bonaparte die
net uit Egypte beland was.
• Bonaparte pleegde de staatsgreep maar wiste
vervolgens de 1ste plaats te nemen.
10. Bonaparte, eerste Consul
• Bonaparte blijkt snel een sluwe politicus te
zijn
• Weet uren en dagen lang te werken, en goede
beslissingen te nemen
• Zijn tijdgenoten zijn allen vol bewondering
• Maar hij is wel autoritair. Dankzij die autoriteit
weet hij belangrijke wetten in te voeren.
• Met name vrede met de Paus
11. Andere successen van Bonaparte, 1ste
Consul
• Religieuze vrede tussen katholieken en
gelijkheid tussen alle geloven
• Burgerlijke wetboek – voorbereid door
revolutionairen, maar afgemaakt door
Bonaparte
• Stabiliteit van de Franse munt
• Burgerlijke vrede en einde van burgeroorlog
• Amnestie voor royalisten en emigranten
12. Maar vooral de vrede van Amiens
• “Ja! Het is vrede! Het oorlogsmonster … zag
den groten Bonaparte, het schrikte, en ijlde
angstvallig weg…” (J. Immerzeel jr.)
• “Doorzoek vrij’s waereld heldenrij, bij hem
wordt Griek en Romer duister, Gij vindt geen
held zo groot als hij”: Bonaparte (B.
Nieuwenhuizen)
Gedichten over de Algemene Vrede (1802)
14. Voor hem was dit niet genoeg. Hij
wilde de macht van Engeland
beperken
15. 1803-1806 opnieuw oorlog
• Is de oorlog aan de Franse Revolutie te wijten?
• Dit is wel een erfenis daarvan, maar Napoleon
was verantwoordelijk voor de situatie in Italië
• Hij had Italië moeten opgeven, maar dat doet
hij niet. Hij wordt zelfs president van de
Italiaanse Republiek, beschermer van
Zwitserland en bemoeit zich met Duitsland.
• Daarom weer oorlog met de coalitie
17. Een sociaal verdrag?
• Hij wordt keizer der Franse Republiek, maar
moet wel een sociaal verdrag sluiten met de
Fransen
• Hun vrijheden en rechten respecteren
• De gelijkheid en de ‘biens nationaux’
beschermen
• Maar ook de Franse roem tot ongekende
hoogte brengen oorlog
18. Napoleon en Nederland
• Al in 1805 beslist hij een autoritair bewind in
Nederland in te voeren, met
Schimmelpenninck aan het hoofd
• Zijn hoop is om gebruik te maken van de
Nederlandse vloot en Engeland te verslaan
• Dit wordt een ramp bij Trafalgar waar Spanje
en Frankrijk door Nelson verslaan worden.
Hun vloten worden vernietigd.
21. 1806: de continentale blokkade
• Napoleon beslist om Engeland uit het
Europese continent te sluiten d.m.v. de
zogenaamde blokkade
• Alle kusten moeten gesloten worden voor
Engelse producten en er mogen geen
Europese producten naar Engeland
• Daarom de benoeming van Lodewijk
Napoleon tot koning van Holland.
23. De zusterrepublieken worden
monarchieën
• Vanaf 1806 worden de zusterrepublieken
monarchieën. In Sicilië en Napels regeert
Joseph; in Berg wordt Murat groothertog; in
Westfalen wordt Jérôme Bonaparte koning.
Elisa Bonaparte regeert over Toscane, etc.
• Het idee van Napoleon is dat broers en zusters
alles zullen doen voor de Franse belangen en
beter zullen regeren dan buitenlanders.
26. Vanaf 1806-1807 weet Napoleon niet
te stoppen
• In 1806 behaalt hij een grote overwinning
over Pruisen
• In 1807 over Rusland en Oostenrijk, en wordt
de vrede van Tilsit geketend met de tsaar
Alexander.
• Maar hij profiteert daarvan om Hertogdom
Warschau in Polen te stichten
• Daarmee wordt een eerlijke vrede onmogelijk
28. Nieuwe initiatieven
• 1807 klonk voor heel Europa als een belofte
voor algemene vrede, met name in Nederland
• Maar datzelfde jaar stuurt Napoleon een leger
naar Portugal (geallieerde van Engeland)
• Het jaar daarop (1808) bemoeit hij zich met
Spanje. Toscane en andere Italiaanse staten
worden ingelijfd. Spanje wordt een koninkrijk
met Joseph Bonaparte als koning.
29. Napoleon en Europa
• Napoleon droomde van een verenigde Europa
onder zijn autoritaire leiding
• Hij wilde gemeenschappelijke scholen stichten
voor de elite van de deelstaten
• Hij beweert ook dat hij een uniforme munt
wilde invoeren + gewichten en maten
• Parijs zou de hoofdstad van deze uniforme
Europa met het Musée Napoléon als symbool
30. Waar blijven de revolutionaire
beginselen?
• De zusterrepublieken verdwijnen. Monarchieën
worden gesticht: dat betekent erfelijkheid,
privileges, hofhouding, allerlei principes die niet
revolutionair waren.
• Vrijheid van meninguiting en vrijheid van de pers
verdwijnen.
• Wat wel over blijft zijn : vrijheid van religie en van
eigendom; meritocratie en burgerlijke gelijkheid.
Referendums en verkiezingen, maar heel veel heb
je niet.
31. Ambitie of obsessie?
• Historici discussiëren nog steeds waarom
Napoleon niet rustig bleef regeren over een al
grote rijk en waarom hij naar Spanje en
Portugal ging
• Kwam het doordat hij zijn ambitie niet kon
remmen?
• Of kwam het omdat hij alle kusten van Europa
wilde sluiten voor de Engelse zeevaart en
producten?
32. Een Machiavellistische opportunist?
• Waarschijnlijk speelden beide ambitie en
obsessie een rol
• Napoleon had ook de neiging om profijt te
trekken van de omstandigheden
• Hij geloofde in zijn ‘fortuna’ – geluk/kans –
• De inlijving van Spanje was wel de druppel,
die zijn geloofwaardigheid bij andere vorsten
aan het wankelen bracht.
33. Heeft Napoleon iets goeds gedaan?
• Napoleon zag zichzelf als een ‘liberale’ vorst
die goede wetten in Europa verspreidde
• Geschreven grondwetten in de koninkrijken en
een burgerlijk wetboek bijna overal
• Afschaffing van het leenstelsel en van de
privileges
• Gelijkheid van religiën en emancipatie van de
Joden
34. MAAR…
Als het niet uitkwam, accepteerde hij
uitzonderingen, zoals in Polen waar Joden niet
werden geëmancipeerd
Of in sommige Duitse gebieden waar het leenstelsel
niet wordt afgeschaft, omdat hij de inkomsten
nodig heeft voor zijn adel of zijn hoge
functionarissen – zgn. majorat of dotation
In 1811 geeft hij zelfs toestemming aan generaal
Davout om gedwongen arbeid in te voeren als het
werk daarmee kan worden versneld.
35. Problemen in Europa
• Uitbuiten van financiële en menselijke
middelen 20% van de nationale inkomen
• Consequenties van de blokkade: tekort aan
koffie, suiker, kruiden, e.d.
• Slechte reputatie van Franse politie,
gendarmerie en douanes
• Gevolgen van conscriptie/militaire dienst
opstanden, ontevredenheid, etc.
36. Napoleon trouwt met Marie-Louise
• In 1810 beslist Napoleon te scheiden van
Joséphine, zijn geliefde echtgenoot sinds 1795
• Met Joséphine had zijn ‘fortuna’ geen grenzen
gekend. Met Marie-Louise begint een andere
periode, gemarkeerd door minder leuke
evenementen – waaronder een grote brand
• De breuk met de revolutie wordt nu duidelijk.
Vanaf 1808 is er een nieuw adel in het leven
geroepen
37. De breuk met de revolutie
• De ex-revolutionairen die hogere functies
bekleden worden ontslagen
• Het regime wordt strenger en strenger.
Lijfstraffen worden weer ingevoerd.
Gevangenissen zijn vol. In Parijs alleen zijn er
4700 gevangenen. In Fenestrelles en in Corsica
zitten een heleboel Italiaanse priesters vast.
• Maar wat vooral opvalt is de inlijving van
diverse landen …
38. 1810 hoogtepunt van het Rijk
• Nederland wordt in Juli 1810 ingelijfd en
Lodewijk Napoleon vertrekt in het geheim
• Het Zwitserse Valais wordt ingelijfd
• De Hanzesteden in het noord van Duitsland
worden ingelijfd
• Rome en de Pauselijke staten worden Franse
departementen
• Reden daarvoor: de blokkade – of is er meer?
40. De Russische campagne 1812
• In 1811 kende het geluk van Napoleon geen
grenzen meer. Hij was vader geworden van
een zoon
• Maar in 1812 onderneemt hij het
onmogelijke: de overwinning van Rusland
• Het wordt een desaster met iets van 300.000
doden van alle nationaliteiten waarvan
Nederlanders. En dan begint zijn verval!
42. Het aantal slachtoffers
• Volgens Anglo-Amerikaanse en Franse historici
zouden totaal 1.800.000 mensen gestorven
zijn
• Maar behalve de doden soldaten of burgers
waren hele gebieden verwoest – Duitsland
bijvoorbeeld die het toneel was van alle
oorlogen
• Andere landen waren verpauperd zoals
Nederland of Spanje
43. Desondanks is er in Europa een
Napoleontische legende ontstaan
• Tot grote woede van Amsterdamse historicus
Jacques Presser is er meteen na de val van
Napoleon een mythe of een legende ontstaan
• Die was al voelbaar gedurende zijn leven.
Goethe en Hegel bijv. waren grote
bewonderaars van de ‘held’
• Maar later kwamen nog Italianen, andere
Duitsers zoals Marx, Polen, en natuurlijk
Fransen
44. Napoleon als symbool van de sterke
man, de self-made man, de held
• De bewonderaars vonden in hem wat zij zochten:
voor de enen was hij de incarnatie van de
menselijke wilskracht; de symbool van de sterke
en autoritaire man die orde kon scheppen uit de
wanorde; voor de anderen was hij de grote held
die geen angst kende en boven de burgerlijke
waarden stond. De romanticus bij uitstek.
• Hij heeft nog steeds bewonderaars zoals de
Canadees Ben Weider – die onlangs gestorven is.
45. Napoleon als de tiran, de Corsicaan
• Naast de bewonderaars (romantici,
bonapartisten, oude revolutionairen, self-made
men) waren natuurlijk vijanden
• In Nederland was het trauma zo groot dat hij als
een monster gezien werd
• Franse democraten en royalisten haatten hem.
Voor hen was hij de buitenlander die Frankrijk
uitgeput had en de symbool van een ongekend
despotisme (Chateaubriand, Constant, Michelet)
46. Zijn erfenis in de jaren 1815
• Gek genoeg hebben de restauraties veel van
hem ontleend: met name politie, gendarmerie
en conscriptie – onder een andere naam.
• Maar ook burgerlijk wetboek en codificatie,
geschreven grondwet (niet iedereen),
centralisatie en bureaucratie
• Dat wil zeggen alles wat hun macht kon
vergroten, en niet wat door de revoluties
ingevoerd was.
47. En zelfs op school is hij nog populair …
in Frankrijk tenminste