2. Wat is stom aan planten?
Ze zijn saai omdat ze allemaal groen zijn.
Ze hebben geen gevoelens.
Je moet ze water geven en daar heb ik geen zin in.
Ze hebben geen organen.
Ze kunnen niet bewegen.
Levenloos.
Ze maken muren kapot.
Ze hebben geen lange levensduur.
Planten zijn voor ouwe mensen.
Er zitten vieze beestjes in.
Ze kennen geen truukjes.
3. Eindtermen… wat biedt de syllabus?
• Bekijk in een duo de eindtermen en concepten
op het strookje.
• Noteer daarbij een concreet leerdoel in
opdrachtvorm, bijvoorbeeld zoiets(bij evolutie):
1. Licht het verschil én de overeenkomst toe tussen
het founder effect en het flessenhalseffect.
2. Wijs in een willekeurig cladogram de
gemeenschappelijke voorouder aan.
• Noteer eventueel concepten die je er óók in zou
willen hebben.
4. De grote groene lijn (25 lessen)
Afweer
Transport en groei
Diffusie en osmose
Voortplanting
Fotosynthese
Toets
Bladmineerders
Geur-genen
Winterpeen
Sequoia’s
Hutspot
Primula-porno
Tomatenteelt & aquaponics
Algenballen & biobrandstof
Hortus
13. Verdonk et al, Plant Cell, 2005
Weinig expressie in
geurloze Petunia
Expressie van
geur-gen ODO1 -
op welke plaats?
Planten
zijn zuinig!
R = wortel
S = stengel
L = blad
Sp = kelkblad
PT = kroonbuis
PL = kroonblad
A = helmknop
St = stamper
14. Evolutie
1. In de stamboom links staan geen
soorten, maar….?
2. Noem een argument waarom dit
wel of juist geen cladogram is.
3. Wat betekenen de letters V, K en
G in het schema hieronder?
4. Wat betekenen de getallen 12 en
64 in het schema hieronder?
5. Wat bedoelen ze in de tekst
hieronder met ‘conserved amino
acids’?
6. Wat is de relatie tussen de
stamboom hiernaast en het
schema hieronder?
16. Wortelonderzoek
• Bekijk hoe de wortel gebouwd is: wat zie je
aan structuur op lengte- en dwarsdoorsnede?
• Breek de schors van het merg af.
• Kijk of je nu nog iets nieuws ziet.
• Proef schors en merg apart.
• Is er smaakverschil? Zo ja, hoe verklaar je dat?
22. Capillaire werking
• Leg twee objectglazen op elkaar met een lucifer
ertussen aan een lange zijde, zó dat die ongeveer
een centimeter uitsteekt buiten het glas.
• Wurm er dwars op de lucifer een elastiekje
omheen.
• Hou de constructie aan de lucifer vast en zet hem
op de smalle kant rechtop in een laagje rode
vloeistof (blijf maar wel vasthouden…).
• Je ziet een ‘live’ grafiek van de capillaire werking.
31. Algenballensimulatie
• Hou het bekerglaasje op ooghoogte vast.
• Hou de spuit met algensuspensie tot vlak
boven het vloeistofoppervlak.
• Duw de plunjer voorzichtig neer zodat er een
druppel in de vloeistof valt. Enz.
• Kijk: algenballen.
32.
33.
34.
35. HUISWERK
Spullen en eindtermen
(leerlingvriendelijke versie)
• Bekijk thuis de eindtermen en de daarbij
door mij geformuleerde leerdoelen.
• Geef feedback: g.j.t.vanduin@uva.nl
• Meer weten of lessen gebruiken? Mail.
(Alleen reactie na huiswerk-feedback)