1. Ik zie wat jij ziet
maar
ik kijk anders
Of
Van Brian’s olifant
Tot
Picasso’s
La femme en pleurs
2. Voor de vriendjes van de
VnWV
een beetje belekens kijken
vanuit een
neurowetenschappelijk
perspectief
Zurs 2015
3.
4. • In 1910 vonden Picasso en Braque het kubisme uit
– Weloverwogen en vanuit een philosofisch principe
• Impressionisme was een frisse wind geweest
– Maar Van Gogh en Gauguin en ook Picasso vonden het
maar “magertjes”
– De pointillisten hadden ook al iets bemerkt over onze
mentale manier van kijken
• In het post-impressionisme gingen deze kunstenaars op
zoek naar hun innerlijke wereld
– Ze gebruikten stijlelementen uit ethnische kunst met
abstracte elementen erin
– Door het beeld te “facetteren” zochten ze de “essentie”
van een voorwerp meer dan “hoe het er uit zag”
5.
6.
7.
8.
9. Picasso
Hij ging samen met Braque bij Cézanne het idee
lenen om voorwerpen vanuit verschillende
gezichtshoeken tesamen te presenteren
Uit de Afrikaanse kunst haalde hij het idee van
het “abstracter” voorstellen en kwam zo in zijn
“période nègre”
Omdat hij de impressionisten maar
oppervlakkige brave doetjes vond, wou hij “un
art couillard” ofte “kunst met kloten”
“les demoiselles d’Avignon” was zijn eerste werk
in die uitdagende en vernieuwende stijl
11. Picasso
• Hij gaat later zijn stijl nog verder veranderen
– Met invloeden van
• Kubisme
• Fauvisme van Matisse
• Post-impressionisme
• Klassieke kunstenaars
• Het wordt gewoon “Picasso stijl”
13. Brian en Picasso
• Ze hebben beiden hun idee van een realiteit
getoond
• Beiden proberen ze een essentie weer te
geven
– Ze facetteren en voegen elementen samen die ze
zien vanuit verschillende hoeken
– Voor Picasso stond het gelijk met het creëren van
een vierde dimensie
14. Brian en Picasso
• Waarom kan Brian ineens wat Picasso pas kon
maken na vele jaren zoeken?
• Waarom zag Brian ineens een vorm van artistieke
realiteit die Picasso moest vinden via philisofische
overweging en uit frustratie iets nieuws te willen
toevoegen aan “de kunst”?
• Waarom ? Gewoon omdat Brian een jongen is
met autisme en zijn realiteit anders is dan die van
ons
15. Autisme
de andere realiteit
• Afwijkend waarnemen is het voornaamste
”probleem” bij ASS
• Het wordt veroorzaakt door een probleem in
de verwerking van de sensorische informatie
16. Autisme
en de andere realiteit
• We mogen niet vergeten dat al onze kennis
van de wereld “binnengekomen” is via onze
zintuigen
• Als we begrijpen hoe de sensorische
mechanismen werken bij het doorgeven van
zintuiglijke belevingen , dan gaan we ook
begrijpen hoe we de wereld waarnemen en
ervaren
17. Autisme
en de andere realiteit
• Al in de 18-de eeuw stelde Etienne Bonnot
Condillac dat “ beoordeling, bespiegeling en
begrip voortkomen uit zintuiglijke
waarneming”
• En beoordeling ,bespiegeling en begrip zijn
ook essentieel in “KUNST”
18. Autisme en zintuiglijke waarneming
• Perceptie is een proces dat loopt in 3 fasen
– De sensatie of “waarneming”
• Hier geen analyse geen “vragen”
• Verschillende intensiteiten en duur mogelijk
• De prikkel bereikt de cortex waar hij “bewust” wordt.
– De interpretatie of “hoe betekenis geven?”
• Toetsen aan informatie uit het geheugen
• Toetsen uit informatie uit limbische emotionele kernen
• Toetsen aan kern voor ruimtelijk inzicht , spraak….enz
– Het begrijpen
• De uiteindelijke zingeving van het waargenomene
• Een terugkoppeling naar het corticale?
19. Een kind
Moet leren zijn zintuigen te gebruiken
• Via toenemende verfijning van het
onderscheidingsvermogen
• Via het optimaliseren van zijn aandacht
– Met de leeftijd komt de selectiviteit van de aandacht
naar de “relevante” prikkels
• Maar dat is al een interpretatieve beslissing aan de hand
van…
• Via een toenemende efficiëntie van het opnemen
van de informatie
– We leren zoeken naar “invariante” kenmerken van een
voorwerp
– We gaan verbanden leggen met vroegere informatie
– Zo krijgen we “perceptie”
20.
21. • Alle informatie die via de zintuigen binnenkomt
wordt in onze hersenen samengevoegd maar er
gebeurt een selectie
– Tussen “belangrijk of niet belangrijk”
– Tussen “voorgrond of achtergrond”
– Tussen “luid of stil” enz
• Inkomende informatie wordt ook beïnvloed door
de al aanwezige informatie in het geheugen
– Daardoor gaan we soms “vanuit de ervaring” onze
waarneming “vervormen” naar wat we “verwachten”
te zullen zien of horen of voelen enz
– We “interpreteren”
22. • De echte wereld en de waargenomen wereld
(= ons mentale beeld) kunnen dus verschillen
• Ons uiteindelijk mentale beeld is vervormd
omdat het geen waarheidsgetrouwe weergave
meer is van de werkelijke wereld maar een
“geïnterpreteerde”
• Uiteindelijk zien wij een illusie
24. Autisme en de andere realiteit
• Bij autistische mensen lijkt de perceptuele
wereld sterk te verschillen van die van de
niet-autistische mensen
25.
26.
27.
28. Bij ASS
• Kan er al iets verkeerd gaan in de pure
zintuiglijke sensatie
• Het loopt “anders” vanop het niveau van het
interpreteren
– Want hier liggen nog basalere vaardigheden aan
ten grondslag zoals “ weten hoe aan die
zintuiglijke prikkel een betekenis te geven”
– Dit kan bij ASS tot grote problemen leiden
• Uiteindelijk komt het ook tot een “anders
begrijpen”
29.
30. Bij ASS
• Het “anders” ervaren houdt verband met
– Hyper- of hypogevoeligheid van de zintuigen
– Fluctuaties in de vormen van waarneming
– Moeilijkheden bij het interpreteren van de zintuiglijke
gegevens
• Hun ervaringen zijn ook “werkelijk beleefd” maar
het verschil zit hem in
– HOE ze worden gezien, gehoord, gevoeld…
– HOE ze worden geïnterpreteerd door vergelijking met
HUN ervaring
31.
32. Wie is er juist?
• Is nu onze perceptuele en interpretatieve
versie van de wereld de juiste versie en is die
van “ de anderen met autisme” verkeerd?
• Nochtans is bij autisme de vorm van
waarnemen vrij intens en ook continu en dus
is die vorm voor hen heel NORMAAL
33. Bij ASS
• Autistische mensen lijken de dingen te zien
zoals die precies “ zijn “, zonder ze direct te
interpreteren of te begrijpen zoals wij
• Zij gaan LETTERLIJK ZIEN (en taal begrijpen)
• Wij daarentegen kunnen niet meer letterlijk
zien: wij kunnen niet meer zien zonder dat
onze hersenen interfereren
– Denk aan de tekeningen van Escher
34.
35. ASS en GESTALT-waarneming
• Personen met ASS blijken een onvermogen te
hebben om voorgrond- en achtergrond prikkels te
onderscheiden
• Ze nemen alles waar zonder te filteren tussen
relevant en niet-relevant en komen niet tot
“unieke entiteiten”
• Alle ongefilterde fragmenten komen binnen
zonder integratie door de omringende context
– Daardoor kennen zij dikwijls geen illusie en ontstaat
die bij ons juist wel
36.
37. ASS en GESTALT-waarneming
• Het fragmentarisch kijken zou een grote
hoeveelheid aan nauwkeurige informatie kunnen
geven MAAR
– Het leidt tot overbelasting want al die
fragmentarische informatie kan niet gelijktijdig
verwerkt worden
– Er ontstaat een probleem wanneer de afzonderlijke
elementen betekenisvolle informatiedragers zijn die
moeten geïntegreerd worden om tot een algemeen
beeld van hogere orde te komen (een gestalt)
38.
39. ASS en GESTALT-waarneming
• In zeldzame gevallen leidt dit fragmentarisch
waarnemen tot een fotografisch geheugen
• Steven Wiltshire is een autistische man die het in
de kunstmarkt al zeer ver heeft gebracht
• Hij kon een tekening beginnen met een vaak
onbeduidend detail en van daaruit zij ganse
tekening afmaken
• Het is een HYPERvaardigheid
– Maar maken voor hem al die details wel een eenheid?
40.
41.
42.
43. ASS en GESTALT-waarneming
• Gestaltperceptie is voor hen ook “overspoeld”
geraken met teveel informatie
– Ze kunnen zich moeilijk begrenzen
– Ook in het informatie geven
• Tijdens de verwerking ervan kan
VERVORMING optreden door
– Te fragmentarische waarneming
– Hyper- of hypogevoeligheid van het zintuig
– Fluctuatie tussen hyper- en hypo
– Vertraagde verwerking
44.
45. Hyper- of hypogevoeligheid
• In 1974 sprak Delacato van
– Hypergevoeligheid door een “te open” zintuiglijk
kanaal zodat meer informatie kan binnenstromen dan
kan verwerkt worden door de hersenen
– Hypogevoeligheid wanneer het kanaal niet open
genoeg is zodat te weinig informatie binnenkomt wat
leidt tot sensoriële deprivatie
– “Witte ruis” wanneer het kanaal gebrekkig
functioneert en zijn eigen extra prikkel creëert
waardoor de boodschap wordt overstemd door een
inwendige ruis
49. Bij gefragmenteerde waarneming
• Omdat het teveel aan relevante informatieve
prikkels niet samen kan verwerkt worden of
omdat de geheugencapacitiet om die taak uit
te voeren onvoldoende groot is
– gaan personen met ASS soms een beperkte focus
van hun aandacht overdrijven
– Waardoor het verband der dingen niet langer
meer zichtbaar is
50.
51. • Soms vallen de verschillende “fragmenten”
helemaal uiteen en komen zij tot een
betekenisloos geheel
• Als zij ons op die manier waarnemen, en als
wij dan nog bewegen, dan is het maar
normaal dat zij hun blik afgewend houden of
dat ze ons eens moeten aanraken om tot een
andere sensoriele prikkel over te gaan die
misschien niet verbrokkeld is
52.
53. kokerzicht
• Dit treedt op wanneer het geheel moet
opgebouwd worden uit stukjes die allemaal
afzonderllijk moeten bekeken worden en dan
stukje bij stukje worden samengevoegd
– Alsof het puzzel zou zijn waarvan ook elk stukje
moet bekeken en gekeurd worden alvorens het
zijn plaats in het geheel toe te wijzen
54.
55. prosopagnosie
• Hoort ook thuis is de reeks van de verstoorde
waarnemingen
• Is een mentale “gelaatsblindheid” waardoor
personen niet meer herkend worden
• Komt nogal eens voor bij Asperger
• Komt ook voor bij andere aandoeningen zoals
bij Niet Aangeboren Hersenbeschadiging
56. Vervormde waarneming
• Staat voor een verandering van de vormen, de
ruimte bij het zien
• Het wordt erger bij overprikkeling van het
zenuwstelsel en bij te zware druk op de
informatieverwerking
– Bij ASS is er vervorming van diepte en ruimte
• De wereld wordt in 2 dimensies gezien (of volgens
Picasso in de vierde dimensie!)
• Er is vervorming van omtrek, formaat, beweging
– Groter of kleiner dan normaal
57.
58.
59.
60. Who ‘s to blame?
• ASS is een “ontwikkelingsstoornis”
• Denk aan de migratietheorie van corticale
neuronen en van de gliale cellen
– Aan de multipele juist te connecteren
verbindingen en wat verkeerd kan lopen
– Aan de oorspronkelijk te grote hoeveelheid
connecties en die afgebouwd moeten worden om
niet overspoeld te geraken met prikkels
• Het vormen van gestalt , het creëren van illusie-kijken
61. Who ‘s to blame?
• Denk aan de spiegelneuronen waardoor een
“match” moet ontstaan van het zintuiglijk
opgemerkte met het “eigene”
– Om beter te weten en te voelen wat het
opgemerkte is bij de andere
– Maar bij ASS zijn er stoornissen en de physiologie
(antwoorden op TMS) en zelfs anatomie (corticaal
volume frontaal inferior posterior)
• Denk aan comorbiditeit zoals ADHD