Deze presentatie behandelt de seksuele ontwikkeling en de seksuele opvoeding en vorming van kinderen volgens de visie van Sensoa. Deze visie beantwoordt aan de standaarden van de Wereldgezondheidsorganisatie. Deze presentatie werd gegeven in 2014 aan CLB-medewerkers van het Gemeenschapsonderwijs van Vlaanderen.
Deze presentatie behandelt de seksuele ontwikkeling en de seksuele opvoeding en vorming van kinderen volgens de visie van Sensoa. Deze visie beantwoordt aan de standaarden van de Wereldgezondheidsorganisatie. Deze presentatie werd gegeven in 2014 aan CLB-medewerkers van het Gemeenschapsonderwijs van Vlaanderen.
Sexting bij jongeren, je bent er als jeugdwerker ongetwijfeld al mee in aanraking gekomen.
Maar wat moet je ermee? Hoe reageer je erop als blijkt dat een lid een naaktfoto heeft gemaakt, gestuurd, ontvangen en/of doorgestuurd? Welke houding kan je als begeleider best aannemen? Welke werkvormen kan je gebruiken om dit thema bespreekbaar te maken in je groep?
Als afsluiter maak je kennis met een sexting werkvorm die ontwikkeld werd door Child Focus, Mediawijs, O’Kontreir, Sensoa en Jong & Van Zin.
Jongeren tasten online af wat kan en niet kan. Maar hoe ga jij daar mee om? Welke situaties laat je toe en welke niet? En hoe reageer je op deze situaties? Hoe doe je aan preventie op je school?
Mediawijs, Sensoa, Child Focus en Jong & Van Zin ontwikkelden het Senso Vlaggensysteem, een toolkit voor scholen om hun bestaande schoolaanpak rond sexting tegen het daglicht te houden en te versterken. Tijdens deze sessie bekijken we wat jeugdwerkers kunnen leren van het Senso Vlaggensysteem.
De toolkit bestaat uit twee fases die het best na elkaar uitgevoerd worden. Aan de hand van de tool “Hé, het is oké, het Sensoa Vlaggensysteem toegepast op online situaties”, wordt er gewerkt aan een eenduidige visie op sexting.
Dit helpt om in een tweede fase een effectief beleid rond sexting uit te werken. In de tweede fase wordt er dieper ingegaan op het beleid rond sexting. Je team formuleert welke acties je op beleidsniveau kan ondernemen.
Sexting bij jongeren, je bent er als jeugdwerker ongetwijfeld al mee in aanraking gekomen.
Maar wat moet je ermee? Hoe reageer je erop als blijkt dat een lid een naaktfoto heeft gemaakt, gestuurd, ontvangen en/of doorgestuurd? Welke houding kan je als begeleider best aannemen? Welke werkvormen kan je gebruiken om dit thema bespreekbaar te maken in je groep?
Als afsluiter maak je kennis met een sexting werkvorm die ontwikkeld werd door Child Focus, Mediawijs, O’Kontreir, Sensoa en Jong & Van Zin.
Jongeren tasten online af wat kan en niet kan. Maar hoe ga jij daar mee om? Welke situaties laat je toe en welke niet? En hoe reageer je op deze situaties? Hoe doe je aan preventie op je school?
Mediawijs, Sensoa, Child Focus en Jong & Van Zin ontwikkelden het Senso Vlaggensysteem, een toolkit voor scholen om hun bestaande schoolaanpak rond sexting tegen het daglicht te houden en te versterken. Tijdens deze sessie bekijken we wat jeugdwerkers kunnen leren van het Senso Vlaggensysteem.
De toolkit bestaat uit twee fases die het best na elkaar uitgevoerd worden. Aan de hand van de tool “Hé, het is oké, het Sensoa Vlaggensysteem toegepast op online situaties”, wordt er gewerkt aan een eenduidige visie op sexting.
Dit helpt om in een tweede fase een effectief beleid rond sexting uit te werken. In de tweede fase wordt er dieper ingegaan op het beleid rond sexting. Je team formuleert welke acties je op beleidsniveau kan ondernemen.
This was made in response to all the parents who are unhappy with gender bias toys. Merchandising does not reflect reality. I have illustrated a familiar story and given possibilities kids deserve.
Presentación para trabajar los roles y los estereotipos de género. Ha sido utilizada en tercero de ESO y partiendo de una presentación de Marián Moreno Llaneza para Primaria http://blog.educastur.es/marianmoreno/
This powerpoint focused on the images children view and how it shapes the way they live their lives. I recommend discussion about the topic rather than ignoring the problem.
Vele ouders vinden het heel moeilijk om een balans te vinden tussen streng zijn, veel regels stellen zodat alles op orde is en tegelijk liefdevol zijn en vrijheid geven.
Hoe kan je als ouder daar een goede balans in vinden?
Dit slideset brengt je een inleiding rond hoe je je rol als ouder kan beginnen te zien, waardoor je veel gemakkelijker de balans kan vinden.
www.reconnectyourself.be
www.mindfulouder.be
WIN/WIN communicatie | Target Point, guide to changeangela van de Loo
Als er op je deur wordt geklopt, wie doet dan open? De ouder, je volwassene of het kind. Ik ben OK/jij bent OK - succesrecept voor communicatie. Standaard nodig in cocreatie.
TikTok. Instagram. Games.
De jeugd van tegenwoordig is vaak vergroeid met hun smartphone of tablet.
Hoe gaan we daar als leerkrachten, opvoeders en ouders mee om?
Alles met mate!
Praktische tips om mediawijs met de nieuwe media om te gaan. Voor grote en kleine kinderen.
Als ouder heb je een specifieke impact op hoe je tiener studeert. Als je de neiging hebt om je kind heel erg te pushen hierin, bekom je een kind dat zelf weinig zelf-verantwoordelijkheid opneemt. Het studeert omdat het moet. Deze slides geven je wat tips en inzichten om vooreerst zelf als ouder je goed te voelen onafhankelijk van hoe je tiener studeert. Alsook over wat je kan doen en hoe je kan mindful communiceren opdat je tiener meer zijn of haar verantwoordelijkheid opneemt.
Waar liggen kinderen & jongeren in Vlaanderen wakker van? Deze zomer interviewden jongeren van de Vlaamse Jeugdraad - de 'Touristen' - maar liefst 800 andere kinderen en jongeren en kwamen zo tot tien thema's. Wat kunnen we op lokaal niveau leren van de gebruikte methodiek en van de input van al die kinderen en jongeren?
Het jeugdhuiswerk van de toekomst? Formaat identificeerde vier speerpunten voor een eigentijds en relevant jeugdhuislandschap. Welke invloeden hebben ze op de rol en opdracht van beroepskrachten in het jeugdhuis? Samen met jou concretiseren ze deze rol en opdracht. Speciale aandacht gaat naar een goede samenwerking tussen de jeugdhuiswerker en de jeugdambtenaar. Hoe kunnen ze complementair aan elkaar werken aan een sterk lokaal jeugdbeleid?
Wat zijn in jouw gemeente de bepalende factoren voor de aanleg en aanpak van speelterreinen? Worden alle risico's gebannen? Of vormen berekende risico's een noodzakelijk deel van spelen en de speelse omgeving? Peter Dekeyser van Kind & Samenleving toont je hoe een goede risicoanalyse je helpt het enge 'norm'-denken te doorbreken.
Het kampcharter is een engagementsverklaring voor een optimaal kampklimaat tussen drie betrokken partijen: jeugdgroepen, gemeenten en uitbaters. Benieuwd? Check www.opkamp.be/kampcharter. We gaan aan de slag met de actiepunten en zoeken manieren om het samenleven tussen de drie partijen in jouw gemeente verder op punt te stellen.
Een kwaliteitsvol jeugdruimtebeleid vertrekt van een goede analyse van de bestaande situatie. Welke jeugdruimtes hebben we al in onze gemeente? Hoe zit het met de spreiding, variatie en bereikbaarheid ervan? Met behulp van jeugdmaps.be brengen we onze jeugdruimte in kaart, en samen met de Ambrassade maken we een aantal eenvoudige GIS-analyses (GIS = geografisch informatie systeem).
Kinderen en jongeren hebben steeds minder ruimte om te spelen of hun vrije tijd te beleven. Door onderbenutte of tijdelijk ongebruikte ruimtes open te stellen, creëren we meer ruimte voor kinderen, jongeren en hun organisatie. De Ambrassade stalt haar 'handleiding ruimte delen' voor, met heel wat tips.
Labo vzw staat voor leren, ageren, bewegen en organiseren. Ze ijveren voor sociale verandering. Je krijgt uitgelegd hoe je bottom-up thema's verpakt en ombuigt tot straffe campagnes. Heel wat good practices komen aan bod zodat jij zelf aan de slag kan.
Je droomt over natuurlijk speelruimteontwerp, hebt een beperkt budget maar denkt groots. Jo Ampe van SpeelsR geeft je voorbeelden hoe je jouw ideeën kan omzetten in de praktijk. Hoe jan je de norm gebruiken om zelf spelaanleidingen te bouwen op een eenvoudige manier? Kerndoel van zijn verhaal: speelwaarde integreren in het verdichte stedelijk weefsel van vandaag.
Je droomt over natuurlijk speelruimteontwerp, hebt een beperkt budget maar denkt groots. Jo Ampe van SpeelsR geeft je voorbeelden hoe je jouw ideeën kan omzetten in de praktijk. Hoe jan je de norm gebruiken om zelf spelaanleidingen te bouwen op een eenvoudige manier? Kerndoel van zijn verhaal: speelwaarde integreren in het verdichte stedelijk weefsel van vandaag.
Stel: je bent een enthousiaste jeugdambtenaar en je werkgever is heel tevreden over je werk. Je krijgt steeds meer taken, maar... op een dag gaat het licht uit. Het verdict is hard: burn-out. Hermen Six (oud-jeugdconsulent in Torhout en evenementencoördinator in Roeselare) maakte het zelf mee en leerde waardevolle lessen. Hij komt dit graag met jullie delen. Met een aantal oefeningen neem je jezelf onder de loep.
Neem een kijkje in de wondere wereld van de hedendaagse jongerencultuur: die van de helden van het internet. Met Mediaraven verken je de diverse vormen en gevolgen van dit online heldendom en gaan we in op de motivaties van deze social influencers. Een waaier aan voorbeelden passeert de revue. Zet je schrap en maak kennis met deze nieuwe jongerenidolen.
Op 23 februari 2018 stelt Vlaams minister van jeugd Sven Gatz zijn masterplan diversiteit in/en het jeugdwerk voor. Het masterplan bundelt bestaande initiatieven en stelt ambities voor
vernieuwende acties. VVJ onderschreef dit plan en wil met jou uitwisselen en discussiëren over wat het masterplan voor jou als jeugdambtenaar kan betekenen.
De Sustainable Development Goals van de Verenigde Naties vormen een mooie basis om lokaal beleid op te stoelen. Herlinde Baeyens is al meer dan een jaar VN-jongerenvertegenwoordiger voor duurzame ontwikkeling van de Vlaamse Jeugdraad en leert je vanuit haar ervaring hoe
je aan de slag kan met deze ontegensprekelijk belangrijke doelen.
Chris Peeters van VVSG en Ann Vandenbussche van het departement CJM duiken samen met jullie in de wondere wereld van een aantal nieuwe decreten die in de pijplijn zitten. Het decreet lokaal bestuur, bovenlokaal jeugdwerk, bovenlokaal cultuurbeleid, decreet opvang en vrijetijd passeren de revue. Je krijgt zicht op de kansen en bedreigingen en wat de impact wordt voor jouw gemeente.
Chris Peeters van VVSG en Ann Vandenbussche van het departement CJM duiken samen met jullie in de wondere wereld van een aantal nieuwe decreten die in de pijplijn zitten. Het decreet lokaal bestuur, bovenlokaal jeugdwerk, bovenlokaal cultuurbeleid, decreet opvang en vrijetijd passeren de revue. Je krijgt zicht op de kansen en bedreigingen en wat de impact wordt voor jouw gemeente.
Blikopener, een project van Graffiti vzw, bekijkt samen met je hoe je op een andere, creatieve manier kan communiceren met jongeren en hoe je hen kan aanzetten om mee te werken aan of in een organisatie. Je krijgt uitleg over de opzet en de resultaten van hun onderzoek. Daarna focussen we op de doelgroep
jongeren en geven we je graag nog tips mee over hoe netwerken creëren. Als kers op de taart analyseren we de kracht van een aantal good practices.
Het gemeentelijk subsidielandschap kent een vorm die meer en meer aan succes wint: de projectsubsidie. Om losse ideeën van individuele jongeren mee te ondersteunen, of verenigingen die voor dat ene zotte project willen gaan een boost te geven. Maar hoe steek je zo’n projectsubsidie in elkaar? Waar hou je rekening mee? Hoe werk je met een adviescommissie? Welke soort projecten wil je ondersteunen? Wat met de randgevallen? Heb je een projectsubsidie of wil je er eentje in het leven
roepen? Stel je vragen en kom uitwisselen met je collega’s!
Na het succes op Plan & Play bouwen Ine (jeugddienst Herk-de-Stad) en Marijke (jeugddienst Lanaken) opnieuw een echte escape room. Kom ‘m testen! Daarna krijg je van hen een heleboel tips & tricks om zelf aan de slag te gaan om je eigen Escape Room jeugddienststijl te ontwikkelen.
Na het succes op Plan & Play bouwen Ine (jeugddienst Herk-de-Stad) en Marijke (jeugddienst Lanaken) opnieuw een echte escape room. Kom ‘m testen! Daarna krijg je van hen een heleboel tips & tricks om zelf aan de slag te gaan om je eigen
Escape Room jeugddienststijl te ontwikkelen.
2. Het is typisch….
Wat zijn volgens jou typische eigenschappen
van meisjes en van jongens? Rangschik ze per
geslacht.
gehoorzaam ordelijk
ambitieus voorzichtig
competitief zelfstandig
verzorgd
zelfzeker
zorgzaam geduldig
empathisch verdraagzaam
ondernemend gevoelig
4. Theorie
• Wat meisjes over zichzelf denken, laten ze vaker afhangen van wat
anderen over hen denken. Jongens zijn daar minder gevoelig voor.
• Jongens onderdrukken hun gevoelens vaker, meisjes praten er vaker
over.
• Meisjes gebruiken de rechterhelft van hun hersenen vaker dan jongens.
Daardoor pikken ze makkelijker emoties op. Ze zijn sterker met taal en
leggen makkelijker verbanden.
• Mannelijke hersenen worden meer gestimuleerd door schema’s,
prentjes, objecten, diagrammen, kortom: alles wat meer is dan bijv. de
leraar die pratend lesgeeft.
• Jongens hebben meer ruimtelijk inzicht en kunnen afstanden beter
schatten of beter parkeren.
5. Theorie
• Bij hun geboorte zijn jongens op een aantal gebieden iets minder ver
ontwikkeld dan meisjes.
• Gemiddeld rijpen jongens iets langzamer dan meisjes: het jongensbrein is
gerijpt na 25 jaar, het meisjesbrein is dat ongeveer 2 jaar eerder.
• Het afweersysteem van jongens is aanvankelijk wat zwakker: jongens zijn
in hun eerste levensjaren iets vaker ziek dan meisjes.
• De fysieke groei verloopt bij jongens vaak langzamer en onregelmatiger
dan bij meisjes. Jongens hebben vaak groeispurts, bij meisjes gaat de groei
wat geleidelijker. Fysiek is er ook een letterlijk een verschil (borsten,
vagina/penis, adamsappel, spierkracht, vetmassa’s, …).
• Ook de emotionele en cognitieve ontwikkeling verloopt bij jongens
minder snel en minder geleidelijk dan bij meisjes.
• Qua taalontwikkeling lopen jongens 1 tot 1,5 jaar achter op meisjes.
6. Typische jongen
• staat erg fysiek in de wereld. Hij wil rennen, ravotten en met dingen gooien. Heeft een
uitstekende grove motoriek.
• is gefascineerd door kracht en snelheid. En door machines die groter en sterker zijn
dan hijzelf. Bijvoorbeeld auto’s, vliegtuigen, treinen en graafmachines.
• leert door te ervaren en te experimenteren. Wil dingen uit elkaar halen om te zien hoe
ze er van binnen uitzien. Moet zelf voelen dat iets heet is voordat hij het gelooft.
• reageert impulsief, zonder na te denken over de gevolgen.
• is nieuwsgierig, tast grenzen af en neemt graag risico’s.
• is visueel geörienteerd. Wordt snel afgeleid door wat hij ziet. Kan vastgeplakt lijken
aan een beeldscherm.
• heeft een rijke fantasie en speelt avonturen van televisie na met zijn eigen speelgoed.
• heeft een korte spanningsboog. Kan zijn aandacht niet lang op één ding vestigen.
• vindt kleine prutswerkjes niet leuk. Aan tussen de lijntjes schrijven heeft hij een
broertje dood. Zijn fijne motoriek ontwikkelt zich pas laat.
• is vaak niet erg praterig aangelegd. Kan zijn gevoelens soms niet goed verwoorden. Zijn
talige ontwikkeling vindt iets later plaats dan bij meisjes.
• maakt vaak ruzie, maar is dat daarna snel weer vergeten.
7. Typisch meisje
• is rustig van aard. Zit het liefst rustig te spelen of te tekenen.
• houdt van prutsklusjes met kraaltjes. En kan netjes tussen de lijntjes
schrijven. Haar fijne motoriek is goed ontwikkeld.
• kleedt zich graag mooi aan, compleet met armbandje, kettinkje en tasje.
• kletst je de oren van je hoofd over van alles en nog wat. Heeft een grote
woordenschat.
• kan zich lang concentreren op hetzelfde werkje.
• is gevoelig voor argumenten en denkt vaak langer na voordat ze tot actie
overgaat.
• is bezig met relaties: zorgt voor een pop alsof het haar kind is. En heeft
altijd een ‘beste vriendinnetje’.
• heeft niet vaak ruzie. Maar als dat een keer voorkomt, dan gaat het niet
snel over.
• voelt de emoties van anderen goed aan: kan zich goed in een ander
verplaatsen. Heeft een goed ontwikkeld empathisch vermogen.
8. En wat zeggen de kinderen zelf
http://www.humo.be/filmpjes/224947/het-
verschil-tussen-jongens-en-meisjes
10. Hersenen
• Jongens reageren vaak snel en impulsief, zonder over de gevolgen van
hun acties na te denken.
Deze snelle, impulsieve en intuïtieve reacties komen voort uit de
hersenstam en het limbisch brein.
Jongens kunnen die impulsen slecht beheersen. In de puberteit is deze
remming extreem laag, en het kan tot na zijn 20e
jaar duren voordat een
jongen zichzelf beter in de hand heeft.
• Meisjes zijn minder snel en impulsief.
Hun sterker ontwikkelde frontale cortex zorg voor remming van
impulsen. Zullen eerst nadenken voordat ze iets doen.
Dat kan leiden tot verstandige keuzes, maar ook tot verwarring, niet
kunnen kiezen en het handelen maar aan anderen overlaten.
11. Hormonen
Jongens hebben veel meer testosteron dan meisjes en dat
maakt ze beweeglijker en energieker dan meisjes. Het zorgt
voor dadendrang. Ook wordt testosteron in verband gebracht
met agressie.
- Baarmoeder geslachtsdelen
- Geboorte laag niveau
- 2 jaar hoeveelheid testosteron stijgt en veel jongetjes gaan dan hun
grenzen uitproberen
- Tussen 5 en 11 jaar hoeveelheid testosteron = gelijk
- Puberteit het testosteronniveau schiet ineens gigantisch omhoog en
zorgt het voor seksuele ontwikkeling, lichamelijke kracht en de neiging om
stoere en onverantwoordelijke dingen te doen.
12. Interesses
Kleuter
Jongens: kleine auto’s, jongens poppen, veel speelgoed. Jongens willen
stoer zijn maar ook willen ze stiekem met barbies spelen.
Meisjes: leuke kleine dingetjes zoals poppen, kleertjes, met de
kinderwagen lopen of een kleine mini keuken. Want ze willen graag als
hun moeder worden. Vaak gaan ze ook stiekem make-up op doen en hun
nagels lakken. Als ze een broertje of een zusje krijgen willen ze graag
helpen en het kindje vasthouden. Het verschil is dus dat meisjes veel
gevoeliger zijn en al groot willen zijn.
Voor de jonge kleuter (4 à 5 jaar) betekenen vrouwelijke en mannelijke
rollen tegenstellingen.
13. Interesses
Lagere schoolkinderen
Jongens: balsporten, stoere rollenspelen, gamen, bouwen, competitiespelen,
helden, ….
Meisjes: roze en glitter, verkleden, dansen, rollenspelen uit het dagelijks
leven, gamen, idolen, …
Het belangrijkste:
Één van de kenmerken van deze schoolleeftijd is dat jongens en meisjes weinig interesse in
elkaar lijken te hebben. Dit komt door bewustzijn van hun eigen sekse, het te druk hebben
met de eigen identificatie als jongen of meisje. Ze trekken zich tijdelijk terug in de groep van
lotgenoten om collectief te proberen het jongensachtig-mannelijke dan wel het
meisjesachtige-vrouwelijke gedrag te oefenen. Als kinderen de eigen geslachtsrol enigszins
onder de knie hebben, komt in de hoogste klassen de belangstelling voor het andere geslacht
terug.
Dus hetzelfde spelen, maar vooral apart!
14. Interesses
Tieners
Jongens hebben vaak dezelfde interesses zoals: Voetbal, Computeren (games),
Msn-en, Vrienden, Films kijken, Meiden, Scooters,Zwemmen, …
Jongens hebben vaak dezelfde interesses omdat ze bij
een groep horen die dingen doen.
Meisjes hebben vaak interesses waar meer gezelligheid bij komt kijken dan actie.
Met vriendinnen shoppen is meestal de eerste keus.
Ze kijken meestal naar kleren die in de mode zijn, en die willen ze
kopen omdat je daardoor populairder wordt. Meisjes tonen hun interesses ook
heel vaak aan hun vriendinnen, veel dingen doen ze meestal samen:
Elkaar hun grootste geheimen vertellen en wie op wie verliefd is enz. enz.
Meiden houden van “zachte” dingen en jongens meer van actie!
18. Wenen is niet voor jongens
Vechten is niet voor meisjes
• Jongens worden meer uitgedaagd. Ze krijgen meer stimulansen om zelf te
ontdekken, goed te presteren, ze krijgen meer vrijheid en aanmoediging.
• Meisjes worden vlugger geholpen voor hoe iets moet of om een juist
antwoord sneller te geven. Jongens worden meer gestimuleerd om zelf na
te denken, tot een oplossing te komen. In de klas krijgen meisjes meer
kennisvragen, jongens meer inzichtsvragen.
• Jongens worden sneller gestraft, hun gedrag – speels, luidruchtig,
onstuimig , wordt sneller als storend ervaren.
• Van meisjes wordt verwacht dat ze vlijtig, verzorgd, gehoorzaam en
bezorgd zijn. Jongens moeten zelfzeker zijn en doortastend.
• Meisjes komen weinig terecht in opleidingen in de exacte
wetenschappen, techniek of informatica, jongens in onderwijs- en
zorgopleidingen.
• Kijk maar naar het speelgoed voor jongens en meisjes.
• …
27. Start van het verhaal
Visie = tienerwerking (en jeugbeleid in het
algemeen) op maat willen (proberen) creëren
Voor tienerwerking is dat minimaal 5 grote activiteiten per
jaar (om de 2 maand een activiteit) + daarnaast nog een heus
weekend van de Jeugd (laatste weekend van oktober), waar
alles kan en alles mag !
28. Vervolg
Nemen de tijd om te polsen bij onze tieners
wat zij enerzijds van onze activiteit vonden,
hoe zij met ons in contact kwamen, maar ook
hoe wij hen NOG extra kunnen plezieren!
Zo is het idee ontstaan 2 jaar geleden bij
internationale vrouwendag – Girls Only
activiteit.
29. Zij vragen, wij draaien,…
Schot in de roos en iedereen gelijk
ook voor de jongens
Ook communicatie en exclusiviteit zijn
aandachtspunt!
30. Cijfers tienerwerking
Vaak hanteren we een maximum van 50 . Omdat we + begeleiding, maar 50
tieners op onze gemeentebus krijgen Omdat dit soms een maximum is om een
activiteit tof te houden. Soms hanteren we een maximum van 20/30. Omdat de
activiteit/organisatie dit vraagt. Soms doen we zot en nemen we 100 tieners mee.
Omdat we triest zijn als we nee moeten zeggen . Omdat de reservelijst méér dan
uitpuilt, het budgetgewijs nog lukt en dit ook meer dan ok is voor de externe
organisatie (bv pretpark,…).
• Paintball: 100 tieners (50 in voormiddag, 50 in namiddag)
• Ski/Snowboard: 50 tieners
• Walibi: 100 tieners, Bobbejaanland: 50 tieners
• Girls Only: 50 tieners
• Boys Only: 20 tieners
• Avonturendag: 20 tieners
• Filmavond in onze eigen lokalen: steeds een gemiddelde van 70 tieners
31. Bewust versus onbewust
Wat met de andere werkingen?
- Werken enkel gender voor tiener op dit
moment
- Soms zie je in de andere activiteiten ook meer
meisjes of jongens? Crea-ateliers versus
olympische spelen, …
ook onbewust???
34. Voor en tegenstanders
Evenveel onderzoek is voor aparte werking,
dan voor een gemixte werking als het aankomt
op activiteiten voor jongens en meisjes. Er zijn
evenveel argumenten voor als tegen.
Dus ….
35. Om te onthouden!
Werk op maat!
Ken je kinderen en jongeren!
Weet dat afwisseling werkt!
Kies bewust en ga ‘all the way’ in je keuze!
Editor's Notes
Opdracht in groep, kiezen voor 1 van de 2. Roos en blauw papierke (5 minuten)
(7 minuten positief roddelen, 3 minuten stoeven)
5 minuten
7 minuten vertellen wat en waar vanuit het onderzoek
3 minuten filmpje tonen omdat de waarheid uit een kindermond komt!
Check: Impulsief handelen kan dom, onveilig en zelfs riskant zijn. Maar het kan ook voor redding zorgen in bedreigende situaties waar actie is vereist. Het hoeft dus niet altijd een negatieve eigenschap te zijn! Allebei kunnen
(5 minuten- vertellen over hormonen, hersenen en interesses)
Op flappen, zoveel mogelijk activiteiten bedenken die je zou doen, enkel voor jongens en enkel voor meisjes!! Op de verschillende leeftijden, met de kennis die je al had en de kennis die je bij hebt gekregen (10 minuten)
Per 3 en 1 groepje van 4, bij elke leeftijd een activiteit gaan uitkiezen van jongens en meisjes en deze vervrouwelijke en vermannelijken. Wat heb je moeten doen. Iedereen stelt 1 activiteit voor. (30 minuten), die je wauw vindt voor jongens en meisjes?
Zijn er nog meer vooroordelen, waar je jezelf op betrapt of binnen de vakantiewerking? Waar denk je aan?
Oefening doen voor eigen werking – wat ontbreekt, wat heb je teveel? Denk ook aan ruimte
Oefening doen voor eigen werking – wat ontbreekt, wat heb je teveel? Denk ook aan ruimte indeling en inkleding. Mogen eerst voor zichzelf bedenken wat dat kan zijn en dan uitwisselen. Weet dat buiten de activiteiten, je ook veel kan betekenen voor materiaal en inrichting. Hier is het ook belangrijk om aandacht te hebben voor het verschil in geslacht.
Weet dat als je een groep wil aanspreken dat herkenning het eerste aandachtspunt is- voorbeeld van herkenning op dit gebied? Niet enkel foto’s en beeldmateriaal op leeftijd maar ook op geslacht. Weetje: super veel roos in brochures van vakantiemateriaal – in kader van communicatie gezien. Houden jullie er rekening mee? Als je opstelt van programma en probeert verkocht te krijgen?
Kopie met ommunicatie van
Eerst volgende vragen stellen: Veel meisjes/ veel jongens? - Staan de jongens ook bij de kleuterwerkingen? Oefening op vacatures en op zoek gaan naar gemixte groepen. Wat bieden jullie voor jongens? Wat bieden jullie voor meisjes? Hoeft niet apart te zijn, maar kan wel werken en zie dat er van elk een zinnetje in staat? Per 3/ 4 , 5 zaken verzinnen die men voor meisjes en jongens biedt en dan vertalen naar vacature?
Je denkt dat ‘zelfzeker’, ‘ambitieus’ en ‘competitief’ eigenschappen van jongens zijn? En ‘geduldig’, ‘zorgzaam’ en ‘empathisch’ eigenschappen van meisjes? Dat klopt niet. Niet één van de opgesomde kwaliteiten is typisch mannelijk of vrouwelijk. Je hebt toch een opsplitsing gemaakt? Dan verwacht jij van meisjes andere dingen dan van jongens. Jongens en meisjes moeten zich in de eerste plaats kunnen ontwikkelen op basis van hun interesses en talenten. Misschien is je dochter wel onafhankelijk, ondernemend en zelfzeker of je zoon zorgzaam, behulpzaam en gevoelig? Er zijn natuurlijk wel verschillen tussen jongens en meisjes. Net als meisjes onderling verschillen en jongens onderling. Gelukkig maar!