SlideShare a Scribd company logo
1 of 93
BEAUTY LEVEL BASICS 2
HOOFDSTUK 15
HUIDAANDOENINGEN
LEERDOELENLEERDOELEN
 Betekenis, herkennen en effect van huidaandoeningen;
 Kenmerken en oorzaken:
- Huidaandoeningen;
- Fysisch;
- Huidwoekeringen;
- Risicovolle behandelingen en indicaties en
contra-indicaties.
LESINHOUDLESINHOUD
Huidaandoeningen
Bacteriën
Schimmels/ dermatomycose;
Virussen;
Parasieten;
Fysisch
Allergieën;
Kenmerken van verbranding en bevriezing;
Letsel/ trauma;
Wond;
Litteken;
Erythema traumaticum;
Stoornis in de stofwisseling;
Huidwoekeringen
Kenmerken en voorbeelden van benigne tumoren;
Voorbeelden en kenmerken van maligne tumoren;
Risicovolle behandelingen en indicaties en contra- indicaties 
De grenzen van het eigen vakgebied;
Indicaties voor de behandeling;
Contra- indicaties voor de behandeling;
Relatieve contra-indicaties voor de behandeling.
HUIDAANDOENINGENHUIDAANDOENINGEN
VEROORZAAKT DOOR MICRO-VEROORZAAKT DOOR MICRO-
ORGANISMENORGANISMEN
Micro-organismen:
 Bacteriën;
 Schimmels;
 Gisten;
 Virussen.
 Micro-organismen die een ziekte kunnen veroorzaken
noemen we pathogeen.
 Nuttige micro- organismen noemen we commensalen.
MICROBIOLOGISCHMICROBIOLOGISCH
 Bacteriën;
 Schimmels/ dermatomycose;
 Virussen;
 Parasieten.
MICROBIOLOGISCHMICROBIOLOGISCH
Bacteriën
 Eencellige organismen;
 Planten zich voort d.m.v.
celdeling;
 Ze hebben een celdeling en
stofwisseling;
 Bacteriën leven het best bij een
temperatuur tussen de 20 en 40
graad Celsius;
 De afvalstoffen, de toxinen, die
bacteriën afscheiden bepalen
het ziekteverwekkende vermogen
van de bacterie.
MICROBIOLOGISCHMICROBIOLOGISCH
Bacteriën
 Ontstoken haarzakje/ folliculitis;
 Steenpuist/ furunkel;
 Zweetklierabces/ zweetklierontsteking/
hidradenitis;
 Strontje/ hordeolum;
 Lipontsteking/ cheilitis;
 Smetuitslag/ intertrigo;
 Mondhoekontsteking/ angulus infectiosus;
 Seksueel overdraag aandoeningen (SOA):
Chlamydia;
Gonorroe;
Syfilis/ lues.
BACTERIËNBACTERIËN
Ontstoken haarzakje/
folliculitis
 Ontsteking van het haarzakje;
 Rondom het haar ontstaat een puist;
 Veroorzaakt door de stafylococcus aureus;
 Genezing meestal spontaan;
 Behandeling: antibiotica.
BACTERIËNBACTERIËN
Steenpuist/ furunkel
 Diepere ontsteking van het
gehele haarzakje;
 Veroorzaakt door de
stafylococcus aures;
 Kan gepaard gaan met
allerlei ziekteverschijnselen;
 Behandeling:
- Huidverweken, trekzalf;
- Insnijding huisarts;
 Zeer besmettelijk!
BACTERIËNBACTERIËN
Zweetklierabces/
zweetklierontsteking/
hidradenitis
 Zwelling van de zweetklieren;
 Ettervorming;
 Pijnlijke, harde, rode knobbels
die etter afscheiden;
 Komen vooral voor in de oksels.
 Bacteriën, hormonen en aanleg
kunnen een rol spelen;
 Behandeling:
- Hygiëne;
- Medicijnen.
BACTERIËNBACTERIËN
Strontje/ hordeolum
 Etterige ontsteking van de
smeerklieren van de oogharen;
 Veroorzaakt door de stafylococcus
aures;
 Behandeling:
- Antibiotica-oogdruppels.
BACTERIËNBACTERIËN
Lipontsteking/ cheilitis
 Ontstaat door droge
lippen of veel speeksel in
de mondhoeken;
 Scheurtjes in de mondhoeken;
 Gelige korst kan wijzen op een
infectie met een huidbacterie;
 Behandeling:
- Antibiotica zalf.
BACTERIËNBACTERIËN
Smetuitslag/ intertrigo
 Rode vochtige vlekken in
de lichaamsplooien;
 Bacteriën, schimmels en gisten
kunnen zich hier nestelen;
 Candida gist is vaak de
veroorzaker;
 Behandelen met corticosteroïde
crème.
 Gistinfecties met een
antischimmelmiddel;
 Bacteriële infecties met
antibacteriële crème.
BACTERIËNBACTERIËN
Mondhoekontsteking/
angulus infectiosus
 Kloofjes, vlekjes en korstjes
aan de mondhoeken;
 Bij kinderen veroorzaakt
door streptokokken;
 Bij volwassenen door
schimmels.
BACTERIËNBACTERIËN
Seksueel overdraag
aandoening (SOA)
 Bacterie die zich nestelt in
de slijmvliezen van de
geslachtsdelen (vagina,
penis, anus);
 Ontsteking kan ontstaan van
de baarmoedermond, de
plasbuis en de anus;
 Goed te behandelen met
antibioticakuur.
Chlamydia
https://www.sense.info/soas/soorten-soas/chlamydia
BACTERIËNBACTERIËN
Seksueel overdraag
aandoening (SOA)
 Bacteriën kunnen zich
nestelen in de vagina,
penis, anus, keel en ogen;
 Kan overgedragen
worden zonder penetratie;
 Vrouwen krijgen extra
vaginale afscheiding die
vreemd kan ruiken;
 Kan leiden tot
onvruchtbaarheid bij de
vrouw;
 Pijnlijke plasbuis;
 Behandelen met antibiotica.
Gonorroe (‘druiper’)
https://www.sense.info/soas/soorten-
soas/gonorroe
BACTERIËNBACTERIËN
Seksueel overdraag
aandoening (SOA)
 Veroorzaakt door een
spiraalvormige bacterie.
Stadium 1: zweertjes op de
plaats van besmetting.
Stadium 2: vlekken op
lichaam, ziek, voelen
oogklachten, wratjes in de
buurt van de geslachtsdelen.
Stadium 3: sluimerfase, die
langzaam je organen,
zenuwstelsel en botten aantast.
Syfilis/ lues
https://www.sense.info/soas/soorten-so
MICROBIOLOGISCHMICROBIOLOGISCH
Schimmels/
dermatomycosen
 Schimmels aan de voet/ zwemmerseczeem/
tinea pedis;
 Schimmel aan de hand/ tinea manis;
 Schimmel op het lichaam/ ringworm/
tinea corporis;
 Gist/ candida albicans;
 Mondhoekontsteking/ angulus infectiosus.
MICROBIOLOGISCHMICROBIOLOGISCH
Schimmels/
dermatomycosen
 Schimmels zijn meercellige
organismen;
 Gisten zijn eencellige
organismen;
 Laten sporen achter op de
huid, deze bevatten al het
erfelijke materiaal;
 Zeer besmettelijk;
 Kunnen overleven in de
meest ongunstigste
omstandigheden.
SCHIMMELS/ DERMATOMYCOSENSCHIMMELS/ DERMATOMYCOSEN
Schimmel aan de voet/
zwemmerseczeem/
tinea pedis
 Infectie met een schimmelsoort die de
menselijk huid kan infecteren;
 Schimmels voeden zich met materiaal van
de hoornlaag.
 Kenmerken:
- Schilfering;
- Kloofjes tussen de tenen;
- Jeukende blaasjes.
 Behandeling met schimmeldodende crème.
SCHIMMELS/ DERMATOMYCOSENSCHIMMELS/ DERMATOMYCOSEN
Schimmel aan de hand/
tinea manis
 Kenmerken:
- Eeltvorming;
- Schilfering;
- Roodheid;
- Pijnlijke kloofjes.
 Behandeling met schimmeldodende
crème.
SCHIMMELS/ DERMATOMYCOSENSCHIMMELS/ DERMATOMYCOSEN
Schimmel op het lichaam/
ringworm/ tinea corporis
 Schimmels in de hoornlaag, die de
haarzakjes binnen kunnen dringen;
 Kenmerken: jeuk of een brandigere
sensatie;
 Behandeling met schimmeldodende
crème.
SCHIMMELS/ DERMATOMYCOSENSCHIMMELS/ DERMATOMYCOSEN
Gist/ candida albicans
 Komt van nature op het
menselijk lichaam voor;
 Gist voelt zich meest prettig
in een warme en vochtige
omgeving;
 Huidklachten ontstaan
doordat Candida kan
doordringen tot in de huid
of de slijmvliezen;
 Behandeling met
schimmeldodende crème.
SCHIMMELS/ DERMATOMYCOSENSCHIMMELS/ DERMATOMYCOSEN
Mondhoekontsteking/
angulus infectiosus
 Kloofjes, vlekjes en korstjes aan de
mondhoeken;
 Huid is rood en soms ook wit en zacht;
 Jeuk en/of pijn;
 Wittig beslag wijst op een gist infectie.
MICROBIOLOGISCHMICROBIOLOGISCH
Virussen
 Het bevat een hoeveelheid erfelijk materiaal
(DNA);
 Afgesloten door een omhulsel, eiwit;
 Is afhankelijk van zijn gastheer;
 Dringen de cel binnen en nemen alle functies
over en gebruiken de cel om nieuwe virussen
te maken;
 De cel breekt open, de virussen komen vrij en
nemen nieuwe cellen over;
 Moeilijk te bestrijden en blijven vaak in het
MICROBIOLOGISCHMICROBIOLOGISCH
Virussen
 Gordelroos/ herpes zoster;
 Koortslip/ herpes simplex;
 Gewone wratten/ verrucae vulgaris;
 Weke wratachtige gezwelletjes/
molluscum contagiosum;
 Leverontsteking/ hepatitis A, B, C;
 Menselijk immuun deficiëntievirus/ HIV;
- Aids.
VIRUSSENVIRUSSEN
Gordelroos/ herpes zoster
 Krijg je van het virus dat ook waterpokken
veroorzaakt;
 Het waterpokkenvirus trekt zich terug in
een zenuwcellen in het ruggenmerg en bij
verzwakte weerstand kan dit gordelroos
veroorzaken;
 Op plaatsen waar zenuwbanen lopen;
 Rood, pijnlijk en blaasjes gevuld met
troebel vocht.
VIRUSSENVIRUSSEN
Koortslip/ herpes simplex
 Besmettelijk tijdens het
blaasjesstadium;
 Na indroging geen
besmettingsgevaar meer;
 Gevoeligheid voor
koortsblaasjes blijft bestaan;
 Zon en zonnebank verlaagt
de weerstand en kan
koortsblaasjes opwekken.
VIRUSSENVIRUSSEN
Gewone wratten/
verrucae vulgaris
 Verheven, bloemkoolachtige
vast aanvoelende uitgroeisels
van de huid;
 Kenmerken:
- Rond;
- Scherp begrensd;
- Scherp verhoornd.
 Vooral aan handen, maar ook
ellebogen, knieën en gezicht;
 Genezen vaak vanzelf binnen 2
tot 3 jaar;
 Arts: aanstippen, bevriezen,
wegbranden en uitlepelen.
VIRUSSENVIRUSSEN
Weke wratachtige gezwelletjes/
molluscum contagiosum
 Vooral bij kleine kinderen
en jong volwassenen;
 Half bolvormige,
huidkleurige bultjes zijn
doorschijnend of wit;
 Vooral op de romp, armen
en benen;
 Genezen vaak vanzelf
binnen 2 tot 3 jaar;
 Arts: aanstippen, bevriezen,
wegbranden en uitlepelen.
VIRUSSENVIRUSSEN
Leverontsteking/ hepatitis A, B, C
 Overdraagbaar door seks en bloed/bloed contact;
 Het dringt de slijmvliezen binnen en komt zo in de
bloedbaan terecht en vestigt zich in de lever;
 Het lichaam kan binnen een half jaar het virus te baas
zijn en immuun worden;
 Het kan ook chronisch aanwezig blijven, dan blijf je altijd
besmettelijk voor anderen.
 Symptomen: moeheid, koorts, spier- en
gewrichtspijnen, misselijkheid en buikpijn, terwijl
kleurverandering van urine, ontlasting, ogen en
huid kunnen optreden;
VIRUSSENVIRUSSEN
Leverontsteking/
hepatitis A
 Wordt veelal overgedragen door
uitwerpselen en door eten en water
wat besmet is met menselijk afval;
 Twee tot zes weken na infectie breekt
de ziekte uit;
 Hepatitis vaccinatie, biedt 15 jaar
bescherming.
https://www.youtube.com/watch?v=HW6QQKj_f-k
VIRUSSENVIRUSSEN
Leverontsteking/
hepatitis B
 Besmetting verloopt via speeksel, bloed of
bloedproducten en via seksueel verkeer;
 Kan ook overgedragen worden van
moeder op ongeboren baby;
 Meestal geneest de ziekte wel, maar
soms ontstaat een chronische vorm;
 Na genezing kan de drager van het
virus nog andere mensen besmetten.
https://www.youtube.com/watch?v=WXGGBnDMJ5c
https://www.youtube.com/watch?v=ng22Ucr33aw
VIRUSSENVIRUSSEN
Leverontsteking/
hepatitis C
 Besmetting verloopt via bloed;
 Veroorzaakt in eerste instantie een
(meestal ongemerkte) acute infectie;
 Chronische variant blijft sluimerend
aanwezig, zonder ziekteverschijnselen;
 Na genezing kan de drager van het
virus nog andere mensen besmetten.
https://www.youtube.com/watch?v=VNe0SJnWckQ
MENSELIJK IMMUUN DEFICIËNTIEVIRUS/MENSELIJK IMMUUN DEFICIËNTIEVIRUS/
HIVHIV
AIDS
 Breekt afweersysteem af;
 Virus zit in het bloed, sperma, voorvocht,
vaginaal vocht en moedermelk;
 Hiv-virus is seropositief;
 Behandeling: hiv-remmers
Je spreekt van aids als het afweersysteem
niet meer opgewassen is tegen virussen en
bacteriën;
https://www.youtube.com/watch?v=0PaGgjZIcQQ
https://www.soaaids.nl/nl/soas/veel-voorkomende-soas/hiv
Net besmet: Gevorderde HIV- infectie:
Koorts Vermoeidheid
Algehele malaise Gewichtsverlies
Huiduitslag Koorts
  Nachtzweten
  Diarree
  Kortademigheid
  Huiduitslag
Verschijnselen
PARASIETENPARASIETEN
 Schurft/ scabiës;
 Luis;
 Teek (ziekte van Lyme).
PARASIETENPARASIETEN
Schurft/ scabiës
 Besmetting door intiem contact;
 Kleine spinachtige beestjes, die in de
huid gangetjes graven en daar eitjes leggen; 
 Sterk jeukende huiduitslag met puistjes;
 Behandeling met medicijnen.
PARASIETENPARASIETEN
Luis
 Hoofdluis komt vooral bij kinderen voor;
 Vrouwelijke luis legt eitjes (neten);
 Neten zijn witte puntjes die aan het haar
vastkleven;
 Luis voedt zich door een beet in de
hoofdhuid;
 Hevige jeuk;
 Behandelen met speciale
shampoos/ lotions.
PARASIETENPARASIETEN
Teek
 Bijten zich vast in de huid en leven
van het bloed van de gastheer.
Ziekte van lyme
 Via de beet van een besmette teek;
 Symptomen:
- Verkleuring van de huid op de plek
van de tekenbeet;
- Koorts;
- Gewrichtsklachten, huidklachten,
zenuwklachten of hartklachten.
 Behandelen met antibiotica.
FYSISCHFYSISCH
 Allergie;
 Kenmerken verbranding/ bevriezing;
 Letsel/ trauma;
 Stoornis in de stofwisseling.
ALLERGIEËNALLERGIEËN
 Eczeem;
- Constitutioneel eczeem;
- Contacteczeem/ ortho-ergisch;
- Fyto-/ fotodermatitis;
 Berlock dermatitis;
 Oedeem van Quincke;
 Netelroos/galbulten/urticaria;
 Lipontsteking/cheilitis;
ALLERGIEALLERGIE
Eczeem
 Constitutioneel eczeem;
 Contacteczeem/ ortho- ergisch;
 Fyto-/ fotodermatitis;
 Berlock dermatitis;
 Oedeem van Quincke;
 Netelroos/ galbulten/ urticaria;
 Lipontsteking/ cheilitis.
ECZEEMECZEEM
 Ontstekingsreactie van de huid;
 Varianten:
 Droog en gesloten;
 Open en nattend, gevoelig voor infecties;
 Niet besmettelijk!
ECZEEMECZEEM
Constitutioneel eczeem
 Aangeboren vorm van eczeem;
 Komt vaak voor in combinatie met
andere allergische aandoeningen
zoals astma en hooikoorts;
 Jeukende huiduitslag met roodheid,
zwelling, schilfers, bultjes, blaasjes,
kloofjes, korstjes;
 Vaak voor 1e
levensjaar, maar kan ook
op latere leeftijd verschijnen;
 Allergietest;
 Hormoon crème met corticosteroïden.
ECZEEMECZEEM
Contacteczeem/ ortho-ergisch
 Reactie van de huid op een stof die van
buitenaf de huid binnendringt.
Ortho-ergisch contacteczeem:
 Reactie van de huid op irriterende of
giftige stof;
 Kan bij iedereen voorkomen.
Allergisch contacteczeem:
 Huidreactie als gevolg van een allergie
voor een bepaalde stof;
 Afweersysteem maakt antistoffen tegen
die
bepaalde stof ontstaat contactallergie;
 Reactie op: nikkel, cosmetica, geurstoffen,
ECZEEMECZEEM
Contacteczeem/ ortho-ergisch
 Allergie test;
 Behandeling:
 Hormoon crème met
corticosteroïden;
 Teerzalf;
 Anti-jeukmedicijnen met
antihistaminica.
ALLERGIEALLERGIE
 Overgevoeligheidsreactie kan eenmalig zijn;
 Allergie gaat niet meer over;
 Reactie van het afweersysteem op stoffen van buiten het
lichaam die normaal niet tot een dergelijke reactie leiden;
 Het lichaam maakt antistoffen pas aan nadat iemand een
aantal keer in contact is geweest met de stof in kwestie.
ALLERGIEALLERGIE
Fyto-/ fotodermatitis
 Berlock dermatitis;
 Oedeem van Quincke;
 Netelroos/ galbulten/ urticaria;
 Lipontsteking/ cheilitis.
FYTO-/ FOTODERMATITIS
Berlock dermatitis
 Huidontsteking in de vorm van
grillige pigment vlekken;
 Veroorzaakt door een etherische
oliën in combinatie met zonlicht;
 De meest bekende is bergamot
(citrusgeur);
 Goede SPF gebruiken;
 Laser wordt afgeraden.
FYTO-/ FOTODERMATITIS
Oedeem van Quincke
 Dieper in de huid gelegen haarvaatjes
lekken → lekkage van vocht in weefsel;
 Grotere omvang dan netelroos;
 Veroorzaakt door: medicijnen, voeding,
dranken, etc;
 Treden vooral op aan de oogleden,
wangen, lippen en handruggen;
 Verwijzing naar arts;
 Behandeling:
Antihistaminica;
Corticosteroïden.
FYTO-/ FOTODERMATITIS
Netelroos/ galbulten/ urticaria
 Als reactie op een stof verwijden de
haarvaten in de huid en gaan lekken;
 Histamine verwijdt de haarvaatjes en
veroorzaakt jeuk;
 Heftig jeukende bulten;
 Prikkels: medicijnen, planten (brandnetel),
insectenbeten, cosmetica, ingeademde stoffen.
FYTO-/ FOTODERMATITIS
Lipontsteking/ cheilitis
 Ontstaat door droge lippen of veel
speeksel in de mondhoeken;
 Scheurtjes in de mondhoeken;
 Allergische reactie op bijvoorbeeld
lippenstift, tandpaste, nikkelallergie.
KENMERKEN VERBRANDING/KENMERKEN VERBRANDING/
BEVRIEZINGBEVRIEZING
 Eerstegraads (roodheid/ erythema);
 Tweedegraads (blaarvorming/ bulla);
 Derdegraads (weefselversterf/ necrose);
 Vierdegraads (verkoling);
 Veel voorkomende
 Zonnebrand/ erythema solare;
 Roodheid (of wit) door hitte of bevriezing/
erythema
caloricum.
 Behandeling.
KENMERKEN VERBRANDINGKENMERKEN VERBRANDING
 Brandwond: gedeeltelijke of een volledige beschadiging van
de huid.
 Bij verbranding verliest de huid een deel van haar vitale
functies:
- Warmteverlies;
- Vochtverlies;
- Infectiegevaar.
 Oorzaken:
- Zonverbranding;
- Hete vloeistofverbranding;
- Contactverbranding;
- Vuur / vlamverbranding;
- Verbranding door elektriciteit;
- Chemische verbranding.
KENMERKEN VERBRANDINGKENMERKEN VERBRANDING
Eerstegraads
 Ontstaat wanneer je bijvoorbeeld te lang
onbeschermd in de zon hebt gezeten;
 Geen brandwond, maar een verbranding;
 Vergelijk het met een ontstekingsreactie;
 Na enkele dagen gaat het over.
Kenmerken eerstegraads verbranding:
 Geen wond, dus de huid is niet stuk;
 Soms wat opgezwollen;
 Rood en/of roze;
 Droog;
 Prikkelend tot pijnlijk.
KENMERKEN VERBRANDINGKENMERKEN VERBRANDING
Eerstegraads
Wat kunt u doen bij een eerstegraads
verbranding?
 Koel ongeveer 10 minuten met lauw, zacht
stromend water. Koel alleen de verbrande
lichaamsdelen.
Verzorg de huid met niet-geparfumeerde
crèmes, zoals bijvoorbeeld een niet-
geparfumeerde bodylotion.
 Aandachtspunten:
 Gebruik bij het reinigen geen zeep, reinigen met
water is voldoende;
 Zo nodig pijnstilling;
 Als er toch blaren ontstaan, ook na de tweede
dag, bel dan de huisarts.
KENMERKEN VERBRANDINGKENMERKEN VERBRANDING
Tweedegraads
 Kenmerken oppervlakkige tweedegraads
brandwond:
 De opperhuid is beschadigd tot in de lederhuid;
 Rood;
 Nat;
 Blaren;
 Pijnlijk;
 Voelt soepel.
Neem altijd contact op met de huisarts als de huid na een
verbranding kapot is of blaren vertoont!
KENMERKEN VERBRANDINGKENMERKEN VERBRANDING
Derdegraads
 Kenmerken derdegraads brandwond:
 Opperhuid en de lederhuid zijn
volledig beschadigd tot in het
onderhuids vetweefsel;
 Wit, beige tot donkerbruin;
 Droog, leerachtig;
 Nauwelijks pijnlijk;
 Stug.
Waarschuw bij (het vermoeden van) een derdegraads
brandwond ALTIJD een dokter!
KENMERKEN VERBRANDINGKENMERKEN VERBRANDING
Vierdegraads (verkoling)
 Niet alleen de huid maar ook bot- en spierweefsel vernietigd;
 Huid is verkoold, gekookt (bleek) of rauw;
 Vaak dienen in dit geval delen van het lichaam
geamputeerd te worden.
KENMERKEN VERBRANDINGKENMERKEN VERBRANDING
Behandeling
Eerste hulpregels:
1.Koel de wond +/- 10 minuten met lauw zacht stromend leidingwater;
2.Voorkom onderkoeling, koel alleen de wond;
3.Verwijder alleen de kleding die niet aan de wond kleeft;
4.Waarschuw altijd een eerst bij blaren, een aangetaste huid of
elektrische en chemische verbrandingen;
5.Smeer niets op een brandwond;
6.Bedek de wond met steriel verband of een schone doek;
7.Geef het slachtoffer geen eten of drinken;
8.Vervoer het slachtoffer zittend.
KENMERKEN BEVRIEZINGKENMERKEN BEVRIEZING
Bevriezing
 Eerstegraads bevriezing:
 Bleek grijze verkleuring;
 Stekende pijn.
 Tweedegraads bevriezing:
 Blaarvorming;
 Stekende pijn.
 Derdegraads bevriezing:
 Huid spierwit, voelt hard aan en is
gevoelloos;
 Weefsel sterft af en wordt zwart.
LETSEL/ TRAUMALETSEL/ TRAUMA
 Litteken(cicatrix)
 Hypertrofisch;
 Keloïd;
 Hypotrofisch.
 Erythema traumaticum
 Bloeduitstorting/ hematoom;
 Kneuzing;
 Plaatselijk letsel of irritatie.
LITTEKEN/ CICATRIXLITTEKEN/ CICATRIX
Hypertrofisch
 Rood, verdikt en verheven;
 Jeuk of zelfs pijn;
 Dezelfde grootte als oorspronkelijke
verwonding;
 Ontstaat binnen enkele weken
na verwonding;
 Kan spontaan genezen;
LITTEKEN/ CICATRIXLITTEKEN/ CICATRIX
Keloïd
 Ernstige woekering van littekenweefsel;
 Harde, gladde, glanzende, rode verhevenheid;
 Jeuken of zelfs pijnlijk;
 Keloïd komt veel voor mij een donkere
huid;
 Behandeling:
 Lokale injectie met corticosteroïden;
 Lasertherapie.
LITTEKEN/ CICATRIXLITTEKEN/ CICATRIX
Hypotrofisch
 Littekens onder het huidoppervlak;
 Kuiltje in de huid;
 Bijvoorbeeld: atrofische littekens,
acne littekens, waterpokken.
ERYTHEMA TRAUMATICUMERYTHEMA TRAUMATICUM
Bloeduitstorting/ hematoom
 Bloedvatbeschadiging in de huid;
 Huid zelf is niet beschadigd;
 Plaatselijke ophoping van gestold
bloed in het weefsel;
 Ontstaan vaak na een trauma;
 Verdwijnen weer vanzelf;
 Na trauma koude kompressen geven;
 Camoufleren.
ERYTHEMA TRAUMATICUMERYTHEMA TRAUMATICUM
Kneuzing
 Beschadiging van de weke delen tussen
huid en bot;
 Pijnlijke, gezwollen plek die later blauw
kan kleuren;
 Geneest meestal vanzelf;
 Behandeling:
 Koelen
STOORNIS IN DE STOFWISSELINGSTOORNIS IN DE STOFWISSELING
 Suikerziekte/ diabetes mellitus
 Type 1 en type 2:
 Complicaties;
 Doorbloedingsstoornissen aan de voeten;
 Ontstekingen.
 Xanthelasma.
SUIKERZIEKTE/ DIABETES MELLITUSSUIKERZIEKTE/ DIABETES MELLITUS
Type 1
 Alvleesklier maakt geen insuline aan.
 Afweersysteem vernielt de insuline
vormende
cellen.
 Hormoon insuline zorgt voor het omzetten
van suikers regelt de bloedsuikerspiegel.
 Behandeling:
 Insuline injecties;
 Insulinepomp.
 Huidproblemen door een verstoorde
bloedvoorziening slechte
wondgenezing.
 Hygiënisch werken.
SUIKERZIEKTE/ DIABETES MELLITUSSUIKERZIEKTE/ DIABETES MELLITUS
Type 2
 Alvleesklier maakt te weinig insuline aan;
 Ongevoeligheid voor insuline;
 Behandeling:
Medicijnen;
Voedings- en bewegingsadviezen;
Soms insuline spuiten;
 Oorzaken:
Overgewicht;
Weinig beweging;
Oudere leeftijd;
Erfelijke aanleg.
https://www.youtube.com/watch?v=qdQ5_ZZ1d_Y
SUIKERZIEKTE/ DIABETES MELLITUSSUIKERZIEKTE/ DIABETES MELLITUS
https://www.youtube.com/watch?v=bZ1j45RM5ZU
STOORNIS IN DE STOFWISSELINGSTOORNIS IN DE STOFWISSELING
Xanthelasma
 Bruingele huidwoekering;
 Ophoping van cholesterol in het
bindweefsel;
 Xanthomen kunnen wijzen op een
stoornis in de vetstofwisseling, de
lever
kan hierbij een rol spelen;
 Arts kan xanthomen verwijderen;
 Aanbeveling: een vetarm dieet.
HUIDWOEKERINGENHUIDWOEKERINGEN
 Benigme tumoren (goedaardig)
 Kenmerken
 Kapselvorming
 Langzame groei (in alle richtingen, expansief)
 Geen uitzaaiingen/ geen metastasen
 Voorbeelden
 Opperhuidgezwellen/ epitheelgezwellen
 Verruca vulgaris;
 Verruca senilis;
 Molluscum contagiosum.
 Bindweefselgezwellen
 Fibroom;
 Keloïd;
 Lipoom ;
 Xanthelasma.
BENIGME TUMORENBENIGME TUMOREN
 Groeien binnen een kapsel;
 Langzame groei in alle richtingen (expansief);
 Dringen niet door in omliggende organen of
weefsels;
 Veroorzaken geen uitzaaiingen (metastasen);
 Kunnen op verschillende plaatsen op de huid
voorkomen.
OPPERHUIDGEZWELLEN/OPPERHUIDGEZWELLEN/
EPITHEELGEZWELLENEPITHEELGEZWELLEN
Verrucae vulgaris
 Verheven, bloemkoolachtige
vast aanvoelende uitgroeisels
van de huid;
 Kenmerken:
- Rond;
- Scherp begrensd;
- Scherp verhoornd.
 Vooral aan handen, maar ook
ellebogen, knieën en gezicht;
 Genezen vaak vanzelf binnen 2
tot 3 jaar;
 Arts: aanstippen, bevriezen,
wegbranden en uitlepelen.
OPPERHUIDGEZWELLEN/OPPERHUIDGEZWELLEN/
EPITHEELGEZWELLENEPITHEELGEZWELLEN
Verruca senilis
 Ouderdomswrat;
 Nemen toe met de leeftijd;
 Verschillende vormen en kleuren;
 Geelbruin, grijsbruin plekje met een ruw
dik oppervlak;
 Niet besmettelijk;
 Behandeling:
Afschrapen;
 Bevriezen;
 Wegbranden;
 Wegsnijden.
OPPERHUIDGEZWELLEN/OPPERHUIDGEZWELLEN/
EPITHEELGEZWELLENEPITHEELGEZWELLEN
Molluscum contagiosum
Vooral bij kleine kinderen
en jong volwassenen;
 Half bolvormige,
huidkleurige bultjes zijn
doorschijnen of wit;
 Vooral op de romp, armen
en benen;
 Genezen vaak vanzelf
binnen 2 tot 3 jaar;
 Arts: aanstippen, bevriezen,
wegbranden en uitlepelen.
BINDWEEFSELGEZWELLENBINDWEEFSELGEZWELLEN
Fibroom/ steelwratje
 Spontane woekering van het
bindweefsel;
 Geen echte wratten (niet door virus
veroorzaakt);
 Liggen boven het huidniveau en
huidkleurig;
Voornamelijk bij oudere mensen;
 Oogleden, hals en okselholte.
 Ze gaan niet vanzelf weg;
 Kan onder verdoving weggeknipt
worden door dermatoloog / huisarts
BINDWEEFSELGEZWELLENBINDWEEFSELGEZWELLEN
Keloïd
 Ernstige woekering van littekenweefsel;
 Harde, gladde, glanzende, rode
verhevenheid;
 Jeuken of zelfs pijnlijk;
 Keloïd komt veel voor mij een donkere
huid;
 Behandeling:
 Lokale injectie met corticosteroïden;
 Lasertherapie.
BINDWEEFSELGEZWELLENBINDWEEFSELGEZWELLEN
Lipoom/ vetgezwel
 Goedaardige onderhuidse zwelling die uit
vetcellen bestaat;
 Het kan zichtbaar zijn in de huid, maar de
huid blijft onveranderd;
 Vaak niet zichtbaar maar wel voelbaar;
 Operatief verwijderen.
BINDWEEFSELGEZWELLENBINDWEEFSELGEZWELLEN
Xanthelasma
 Bruingele huidwoekering;
 Ophoping van cholesterol in het
bindweefsel;
 Xanthomen kunnen wijzen op een
stoornis in de vetstofwisseling, de lever
kan hierbij een rol spelen;
 Arts kan xanthomen verwijderen;
 Aanbeveling: een vetarm dieet.
MALIGNE TUMORENMALIGNE TUMOREN
(KWAADAARDIG)(KWAADAARDIG)
 Kenmerken
 Doorgroei naar andere weefselcompartimenten
(infiltratieve groei);
 Uitzaaiing door losgeraakte kankercellen/ metastasering;
 Verstoord evenwicht cel verlies en cel aanmaak.
 Voorbeeld
 Epitheelgezwel
 Plaveiselcarcinoom;
 Basaalcelcarcinoom.
 Bindweefselgezwel
 Sarcoom.
 Pigmentgezwel
 Melanoom.
MALIGNE TUMORENMALIGNE TUMOREN
(KWAADAARDIG)(KWAADAARDIG)
Kenmerken
 De mutatie van de cellen leidt tot een grotere toename van
celdelingen;
 Ongeremde groei en er ontstaat infiltratie in het omliggende
weefsel → verwoest het omliggende weefsel;
 Dringt het weefsel/ orgaan in;
 Cellen die loslaten kunnen zich verspreiden via bloed en lymfe
→ uitzaaiingen/ metastasen.
https://www.youtube.com/watch?v=iA6ggedRE2M
MALIGNE TUMORENMALIGNE TUMOREN
(KWAADAARDIG)(KWAADAARDIG)
 Huidkanker ontstaat meestal door teveel onbeschermd in de zon;
 Dit geeft een mutatie in het DNA in de kern van de cel;
 Het begint vaak als onschuldig vlekje en groeit dan in een snel
tempo uit tot een maligne tumor;
 Ook zonnebank kan huidkanker veroorzaken.
Kwaadaardige/ maligne gezwellen aan de huid zijn:
Epitheelgezwel;
 Plaveiselcarcinoom;
 Basaalcelcarcinoom.
Bindweefselgezwel;
 Sarcoom.
Pigmentgezwel;
 Melanoom.
MALIGNE TUMORENMALIGNE TUMOREN
(KWAADAARDIG)(KWAADAARDIG)
 Drie belangrijke kenmerken:
 Het gezwel groeit ongeremd en verwoest omliggende weefsels;
 Het gezwel dringt binnen in andere weefsels en organen;
 Het gezwel zaait zich uit.
https://www.youtube.com/watch?v=aymWSsVc8GQ
EPITHEELGEZWELEPITHEELGEZWEL
Plaveiselcarcinoom
 Agressieve vorm van huidkanker die wel
kan uitzaaien;
 Begint als een wratachtig knobbeltje, dat
neigt tot verzwering in de diepte;
 Bij tijdige behandeling is de
overlevingskans
groot;
 Operatief verwijderen of bestraling.
https://www.youtube.com/watch?v=6JRzOR16g10
EPITHEELGEZWELEPITHEELGEZWEL
Basaalcelcarcinoom
 Het is een vorm van huidkanker die zeer
goed te genezen is;
 Huidkleurig gezwelletje met korstvorming;
 Onder dat korstje zit een nattend wondje;
 Glazig en glanzend oppervlak met daarin
kleine bloedvaatjes;
 Groeit lokaal, langzaam en zaait niet uit;
 Operatief verwijderen of bestralen.
https://www.youtube.com/watch?
annotation_id=annotation_398820&feature=iv&src_vid=6JRzO
R16g10&v=_yR30NPIxp4
BINDWEEFSELGEZWELBINDWEEFSELGEZWEL
Sarcoom
 Zeldzaam en komen vooral voor bij kinderen en
ouderen;
 Kankervorm in spieren, zenuwen, vet,
bloedvaten, kraakbeen, bot en het weefsel
tussen de organen;
 Kan uitzaaien;
 Oorzaak onbekend; soms speelt erfelijkheid een rol.
 Behandeling:
Operatief verwijderen, chemotherapie of
radiotherapie.
PIGMENTGEZWELPIGMENTGEZWEL
Melanoom
 Kwaadaardige moedervlek;
 Deze vorm van huidkanker gaat uit van de
melanocyten in de huid;
 Meest agressieve vorm van huidkanker die het snelst
uitzaaiingen geeft;
 Kleur- en grootte verandering van een moedervlek,
bloed, jeuk en pijn.
 Risicofactoren zijn:
Licht huidtype, zonverbranding op kinderleeftijd,
moedervlekken en erfelijke aanleg.
 Behandeling:
Operatief verwijderen, onderzoek weefsel,
dan weer huid wegsnijden, lymfeklieronderzoek,
bestraling, 5-10 jaar onderzoek.
https://www.youtube.com/watch?v=evYb-Z_VrKs&list=PLVoI_K5-
tYzIeN9FqMCtKYQgZPtwSkhkq
VRAGENVRAGEN

More Related Content

What's hot

What's hot (20)

Acne scar treatment
Acne scar treatmentAcne scar treatment
Acne scar treatment
 
Microblading
MicrobladingMicroblading
Microblading
 
Topical preparations in dermatology.MD Dermatology
Topical preparations in dermatology.MD DermatologyTopical preparations in dermatology.MD Dermatology
Topical preparations in dermatology.MD Dermatology
 
Chemical peel
Chemical peelChemical peel
Chemical peel
 
chemical peels.ppt
chemical peels.pptchemical peels.ppt
chemical peels.ppt
 
Microdermabrasion
MicrodermabrasionMicrodermabrasion
Microdermabrasion
 
Hair cycle by aseem
Hair cycle by aseemHair cycle by aseem
Hair cycle by aseem
 
Acne
AcneAcne
Acne
 
Sun Protection
Sun ProtectionSun Protection
Sun Protection
 
Acne vulgaris [autosaved]
Acne vulgaris [autosaved]Acne vulgaris [autosaved]
Acne vulgaris [autosaved]
 
Cosmetic dermatology
Cosmetic dermatologyCosmetic dermatology
Cosmetic dermatology
 
Chemical peels.pptx
Chemical peels.pptxChemical peels.pptx
Chemical peels.pptx
 
What Is Dandruff?
What Is Dandruff?What Is Dandruff?
What Is Dandruff?
 
Radiesse Injection Vectoring
Radiesse Injection Vectoring Radiesse Injection Vectoring
Radiesse Injection Vectoring
 
Dermal filler from basic to practice
Dermal filler from basic to practiceDermal filler from basic to practice
Dermal filler from basic to practice
 
Acne scar management
Acne scar managementAcne scar management
Acne scar management
 
Presentation
Presentation Presentation
Presentation
 
Dermal fillers
Dermal fillersDermal fillers
Dermal fillers
 
MESOTHERAPY IN DERMATOLOGY.pptx
MESOTHERAPY IN DERMATOLOGY.pptxMESOTHERAPY IN DERMATOLOGY.pptx
MESOTHERAPY IN DERMATOLOGY.pptx
 
Understanding Hyperpigmentation and Treating with Combined Strategies - NEW ...
Understanding Hyperpigmentation and Treating with Combined Strategies  - NEW ...Understanding Hyperpigmentation and Treating with Combined Strategies  - NEW ...
Understanding Hyperpigmentation and Treating with Combined Strategies - NEW ...
 

Viewers also liked

4430-02_L2_Certificate_Qualification_handbook_v2_1
4430-02_L2_Certificate_Qualification_handbook_v2_14430-02_L2_Certificate_Qualification_handbook_v2_1
4430-02_L2_Certificate_Qualification_handbook_v2_1jon dubidat
 
Cdocumentsandsettingsvicttaggmydocumentsvocationalppcreview2009hairandbeuatys...
Cdocumentsandsettingsvicttaggmydocumentsvocationalppcreview2009hairandbeuatys...Cdocumentsandsettingsvicttaggmydocumentsvocationalppcreview2009hairandbeuatys...
Cdocumentsandsettingsvicttaggmydocumentsvocationalppcreview2009hairandbeuatys...skegness1
 
Manicure introduction
Manicure introductionManicure introduction
Manicure introductionBecky_
 
Bones millionaire quiz
Bones millionaire quizBones millionaire quiz
Bones millionaire quizhpinn
 
Threats to skin
Threats to skinThreats to skin
Threats to skinhpinn
 
Facial muscles
Facial musclesFacial muscles
Facial muscleshpinn
 
Facial types conditions
Facial types conditionsFacial types conditions
Facial types conditionshpinn
 
Facial skin structure
Facial skin structureFacial skin structure
Facial skin structurehpinn
 
Pedicure - nail and skin analysis
Pedicure - nail and skin analysisPedicure - nail and skin analysis
Pedicure - nail and skin analysismelissamoriarty1983
 
Contra indications
Contra indicationsContra indications
Contra indicationshpinn
 

Viewers also liked (15)

TTRBeautyCourseOutline
TTRBeautyCourseOutlineTTRBeautyCourseOutline
TTRBeautyCourseOutline
 
4430-02_L2_Certificate_Qualification_handbook_v2_1
4430-02_L2_Certificate_Qualification_handbook_v2_14430-02_L2_Certificate_Qualification_handbook_v2_1
4430-02_L2_Certificate_Qualification_handbook_v2_1
 
Contra indications
Contra indicationsContra indications
Contra indications
 
Cdocumentsandsettingsvicttaggmydocumentsvocationalppcreview2009hairandbeuatys...
Cdocumentsandsettingsvicttaggmydocumentsvocationalppcreview2009hairandbeuatys...Cdocumentsandsettingsvicttaggmydocumentsvocationalppcreview2009hairandbeuatys...
Cdocumentsandsettingsvicttaggmydocumentsvocationalppcreview2009hairandbeuatys...
 
Wk1 Pedicure
Wk1 PedicureWk1 Pedicure
Wk1 Pedicure
 
Pedicure blood supply
Pedicure   blood supplyPedicure   blood supply
Pedicure blood supply
 
Communication Methods
Communication MethodsCommunication Methods
Communication Methods
 
Manicure introduction
Manicure introductionManicure introduction
Manicure introduction
 
Bones millionaire quiz
Bones millionaire quizBones millionaire quiz
Bones millionaire quiz
 
Threats to skin
Threats to skinThreats to skin
Threats to skin
 
Facial muscles
Facial musclesFacial muscles
Facial muscles
 
Facial types conditions
Facial types conditionsFacial types conditions
Facial types conditions
 
Facial skin structure
Facial skin structureFacial skin structure
Facial skin structure
 
Pedicure - nail and skin analysis
Pedicure - nail and skin analysisPedicure - nail and skin analysis
Pedicure - nail and skin analysis
 
Contra indications
Contra indicationsContra indications
Contra indications
 

Pp huidaandoeningen h15 blb 2 (2016 2017)

  • 1. BEAUTY LEVEL BASICS 2 HOOFDSTUK 15 HUIDAANDOENINGEN
  • 2. LEERDOELENLEERDOELEN  Betekenis, herkennen en effect van huidaandoeningen;  Kenmerken en oorzaken: - Huidaandoeningen; - Fysisch; - Huidwoekeringen; - Risicovolle behandelingen en indicaties en contra-indicaties.
  • 3. LESINHOUDLESINHOUD Huidaandoeningen Bacteriën Schimmels/ dermatomycose; Virussen; Parasieten; Fysisch Allergieën; Kenmerken van verbranding en bevriezing; Letsel/ trauma; Wond; Litteken; Erythema traumaticum; Stoornis in de stofwisseling; Huidwoekeringen Kenmerken en voorbeelden van benigne tumoren; Voorbeelden en kenmerken van maligne tumoren; Risicovolle behandelingen en indicaties en contra- indicaties  De grenzen van het eigen vakgebied; Indicaties voor de behandeling; Contra- indicaties voor de behandeling; Relatieve contra-indicaties voor de behandeling.
  • 4. HUIDAANDOENINGENHUIDAANDOENINGEN VEROORZAAKT DOOR MICRO-VEROORZAAKT DOOR MICRO- ORGANISMENORGANISMEN Micro-organismen:  Bacteriën;  Schimmels;  Gisten;  Virussen.  Micro-organismen die een ziekte kunnen veroorzaken noemen we pathogeen.  Nuttige micro- organismen noemen we commensalen.
  • 5. MICROBIOLOGISCHMICROBIOLOGISCH  Bacteriën;  Schimmels/ dermatomycose;  Virussen;  Parasieten.
  • 6. MICROBIOLOGISCHMICROBIOLOGISCH Bacteriën  Eencellige organismen;  Planten zich voort d.m.v. celdeling;  Ze hebben een celdeling en stofwisseling;  Bacteriën leven het best bij een temperatuur tussen de 20 en 40 graad Celsius;  De afvalstoffen, de toxinen, die bacteriën afscheiden bepalen het ziekteverwekkende vermogen van de bacterie.
  • 7. MICROBIOLOGISCHMICROBIOLOGISCH Bacteriën  Ontstoken haarzakje/ folliculitis;  Steenpuist/ furunkel;  Zweetklierabces/ zweetklierontsteking/ hidradenitis;  Strontje/ hordeolum;  Lipontsteking/ cheilitis;  Smetuitslag/ intertrigo;  Mondhoekontsteking/ angulus infectiosus;  Seksueel overdraag aandoeningen (SOA): Chlamydia; Gonorroe; Syfilis/ lues.
  • 8. BACTERIËNBACTERIËN Ontstoken haarzakje/ folliculitis  Ontsteking van het haarzakje;  Rondom het haar ontstaat een puist;  Veroorzaakt door de stafylococcus aureus;  Genezing meestal spontaan;  Behandeling: antibiotica.
  • 9. BACTERIËNBACTERIËN Steenpuist/ furunkel  Diepere ontsteking van het gehele haarzakje;  Veroorzaakt door de stafylococcus aures;  Kan gepaard gaan met allerlei ziekteverschijnselen;  Behandeling: - Huidverweken, trekzalf; - Insnijding huisarts;  Zeer besmettelijk!
  • 10. BACTERIËNBACTERIËN Zweetklierabces/ zweetklierontsteking/ hidradenitis  Zwelling van de zweetklieren;  Ettervorming;  Pijnlijke, harde, rode knobbels die etter afscheiden;  Komen vooral voor in de oksels.  Bacteriën, hormonen en aanleg kunnen een rol spelen;  Behandeling: - Hygiëne; - Medicijnen.
  • 11. BACTERIËNBACTERIËN Strontje/ hordeolum  Etterige ontsteking van de smeerklieren van de oogharen;  Veroorzaakt door de stafylococcus aures;  Behandeling: - Antibiotica-oogdruppels.
  • 12. BACTERIËNBACTERIËN Lipontsteking/ cheilitis  Ontstaat door droge lippen of veel speeksel in de mondhoeken;  Scheurtjes in de mondhoeken;  Gelige korst kan wijzen op een infectie met een huidbacterie;  Behandeling: - Antibiotica zalf.
  • 13. BACTERIËNBACTERIËN Smetuitslag/ intertrigo  Rode vochtige vlekken in de lichaamsplooien;  Bacteriën, schimmels en gisten kunnen zich hier nestelen;  Candida gist is vaak de veroorzaker;  Behandelen met corticosteroïde crème.  Gistinfecties met een antischimmelmiddel;  Bacteriële infecties met antibacteriële crème.
  • 14. BACTERIËNBACTERIËN Mondhoekontsteking/ angulus infectiosus  Kloofjes, vlekjes en korstjes aan de mondhoeken;  Bij kinderen veroorzaakt door streptokokken;  Bij volwassenen door schimmels.
  • 15. BACTERIËNBACTERIËN Seksueel overdraag aandoening (SOA)  Bacterie die zich nestelt in de slijmvliezen van de geslachtsdelen (vagina, penis, anus);  Ontsteking kan ontstaan van de baarmoedermond, de plasbuis en de anus;  Goed te behandelen met antibioticakuur. Chlamydia
  • 17. BACTERIËNBACTERIËN Seksueel overdraag aandoening (SOA)  Bacteriën kunnen zich nestelen in de vagina, penis, anus, keel en ogen;  Kan overgedragen worden zonder penetratie;  Vrouwen krijgen extra vaginale afscheiding die vreemd kan ruiken;  Kan leiden tot onvruchtbaarheid bij de vrouw;  Pijnlijke plasbuis;  Behandelen met antibiotica. Gonorroe (‘druiper’) https://www.sense.info/soas/soorten- soas/gonorroe
  • 18. BACTERIËNBACTERIËN Seksueel overdraag aandoening (SOA)  Veroorzaakt door een spiraalvormige bacterie. Stadium 1: zweertjes op de plaats van besmetting. Stadium 2: vlekken op lichaam, ziek, voelen oogklachten, wratjes in de buurt van de geslachtsdelen. Stadium 3: sluimerfase, die langzaam je organen, zenuwstelsel en botten aantast. Syfilis/ lues https://www.sense.info/soas/soorten-so
  • 19.
  • 20. MICROBIOLOGISCHMICROBIOLOGISCH Schimmels/ dermatomycosen  Schimmels aan de voet/ zwemmerseczeem/ tinea pedis;  Schimmel aan de hand/ tinea manis;  Schimmel op het lichaam/ ringworm/ tinea corporis;  Gist/ candida albicans;  Mondhoekontsteking/ angulus infectiosus.
  • 21. MICROBIOLOGISCHMICROBIOLOGISCH Schimmels/ dermatomycosen  Schimmels zijn meercellige organismen;  Gisten zijn eencellige organismen;  Laten sporen achter op de huid, deze bevatten al het erfelijke materiaal;  Zeer besmettelijk;  Kunnen overleven in de meest ongunstigste omstandigheden.
  • 22. SCHIMMELS/ DERMATOMYCOSENSCHIMMELS/ DERMATOMYCOSEN Schimmel aan de voet/ zwemmerseczeem/ tinea pedis  Infectie met een schimmelsoort die de menselijk huid kan infecteren;  Schimmels voeden zich met materiaal van de hoornlaag.  Kenmerken: - Schilfering; - Kloofjes tussen de tenen; - Jeukende blaasjes.  Behandeling met schimmeldodende crème.
  • 23. SCHIMMELS/ DERMATOMYCOSENSCHIMMELS/ DERMATOMYCOSEN Schimmel aan de hand/ tinea manis  Kenmerken: - Eeltvorming; - Schilfering; - Roodheid; - Pijnlijke kloofjes.  Behandeling met schimmeldodende crème.
  • 24. SCHIMMELS/ DERMATOMYCOSENSCHIMMELS/ DERMATOMYCOSEN Schimmel op het lichaam/ ringworm/ tinea corporis  Schimmels in de hoornlaag, die de haarzakjes binnen kunnen dringen;  Kenmerken: jeuk of een brandigere sensatie;  Behandeling met schimmeldodende crème.
  • 25. SCHIMMELS/ DERMATOMYCOSENSCHIMMELS/ DERMATOMYCOSEN Gist/ candida albicans  Komt van nature op het menselijk lichaam voor;  Gist voelt zich meest prettig in een warme en vochtige omgeving;  Huidklachten ontstaan doordat Candida kan doordringen tot in de huid of de slijmvliezen;  Behandeling met schimmeldodende crème.
  • 26. SCHIMMELS/ DERMATOMYCOSENSCHIMMELS/ DERMATOMYCOSEN Mondhoekontsteking/ angulus infectiosus  Kloofjes, vlekjes en korstjes aan de mondhoeken;  Huid is rood en soms ook wit en zacht;  Jeuk en/of pijn;  Wittig beslag wijst op een gist infectie.
  • 27. MICROBIOLOGISCHMICROBIOLOGISCH Virussen  Het bevat een hoeveelheid erfelijk materiaal (DNA);  Afgesloten door een omhulsel, eiwit;  Is afhankelijk van zijn gastheer;  Dringen de cel binnen en nemen alle functies over en gebruiken de cel om nieuwe virussen te maken;  De cel breekt open, de virussen komen vrij en nemen nieuwe cellen over;  Moeilijk te bestrijden en blijven vaak in het
  • 28. MICROBIOLOGISCHMICROBIOLOGISCH Virussen  Gordelroos/ herpes zoster;  Koortslip/ herpes simplex;  Gewone wratten/ verrucae vulgaris;  Weke wratachtige gezwelletjes/ molluscum contagiosum;  Leverontsteking/ hepatitis A, B, C;  Menselijk immuun deficiëntievirus/ HIV; - Aids.
  • 29. VIRUSSENVIRUSSEN Gordelroos/ herpes zoster  Krijg je van het virus dat ook waterpokken veroorzaakt;  Het waterpokkenvirus trekt zich terug in een zenuwcellen in het ruggenmerg en bij verzwakte weerstand kan dit gordelroos veroorzaken;  Op plaatsen waar zenuwbanen lopen;  Rood, pijnlijk en blaasjes gevuld met troebel vocht.
  • 30. VIRUSSENVIRUSSEN Koortslip/ herpes simplex  Besmettelijk tijdens het blaasjesstadium;  Na indroging geen besmettingsgevaar meer;  Gevoeligheid voor koortsblaasjes blijft bestaan;  Zon en zonnebank verlaagt de weerstand en kan koortsblaasjes opwekken.
  • 31. VIRUSSENVIRUSSEN Gewone wratten/ verrucae vulgaris  Verheven, bloemkoolachtige vast aanvoelende uitgroeisels van de huid;  Kenmerken: - Rond; - Scherp begrensd; - Scherp verhoornd.  Vooral aan handen, maar ook ellebogen, knieën en gezicht;  Genezen vaak vanzelf binnen 2 tot 3 jaar;  Arts: aanstippen, bevriezen, wegbranden en uitlepelen.
  • 32. VIRUSSENVIRUSSEN Weke wratachtige gezwelletjes/ molluscum contagiosum  Vooral bij kleine kinderen en jong volwassenen;  Half bolvormige, huidkleurige bultjes zijn doorschijnend of wit;  Vooral op de romp, armen en benen;  Genezen vaak vanzelf binnen 2 tot 3 jaar;  Arts: aanstippen, bevriezen, wegbranden en uitlepelen.
  • 33. VIRUSSENVIRUSSEN Leverontsteking/ hepatitis A, B, C  Overdraagbaar door seks en bloed/bloed contact;  Het dringt de slijmvliezen binnen en komt zo in de bloedbaan terecht en vestigt zich in de lever;  Het lichaam kan binnen een half jaar het virus te baas zijn en immuun worden;  Het kan ook chronisch aanwezig blijven, dan blijf je altijd besmettelijk voor anderen.  Symptomen: moeheid, koorts, spier- en gewrichtspijnen, misselijkheid en buikpijn, terwijl kleurverandering van urine, ontlasting, ogen en huid kunnen optreden;
  • 34. VIRUSSENVIRUSSEN Leverontsteking/ hepatitis A  Wordt veelal overgedragen door uitwerpselen en door eten en water wat besmet is met menselijk afval;  Twee tot zes weken na infectie breekt de ziekte uit;  Hepatitis vaccinatie, biedt 15 jaar bescherming. https://www.youtube.com/watch?v=HW6QQKj_f-k
  • 35. VIRUSSENVIRUSSEN Leverontsteking/ hepatitis B  Besmetting verloopt via speeksel, bloed of bloedproducten en via seksueel verkeer;  Kan ook overgedragen worden van moeder op ongeboren baby;  Meestal geneest de ziekte wel, maar soms ontstaat een chronische vorm;  Na genezing kan de drager van het virus nog andere mensen besmetten. https://www.youtube.com/watch?v=WXGGBnDMJ5c https://www.youtube.com/watch?v=ng22Ucr33aw
  • 36. VIRUSSENVIRUSSEN Leverontsteking/ hepatitis C  Besmetting verloopt via bloed;  Veroorzaakt in eerste instantie een (meestal ongemerkte) acute infectie;  Chronische variant blijft sluimerend aanwezig, zonder ziekteverschijnselen;  Na genezing kan de drager van het virus nog andere mensen besmetten. https://www.youtube.com/watch?v=VNe0SJnWckQ
  • 37. MENSELIJK IMMUUN DEFICIËNTIEVIRUS/MENSELIJK IMMUUN DEFICIËNTIEVIRUS/ HIVHIV AIDS  Breekt afweersysteem af;  Virus zit in het bloed, sperma, voorvocht, vaginaal vocht en moedermelk;  Hiv-virus is seropositief;  Behandeling: hiv-remmers Je spreekt van aids als het afweersysteem niet meer opgewassen is tegen virussen en bacteriën; https://www.youtube.com/watch?v=0PaGgjZIcQQ https://www.soaaids.nl/nl/soas/veel-voorkomende-soas/hiv
  • 38. Net besmet: Gevorderde HIV- infectie: Koorts Vermoeidheid Algehele malaise Gewichtsverlies Huiduitslag Koorts   Nachtzweten   Diarree   Kortademigheid   Huiduitslag Verschijnselen
  • 39. PARASIETENPARASIETEN  Schurft/ scabiës;  Luis;  Teek (ziekte van Lyme).
  • 40. PARASIETENPARASIETEN Schurft/ scabiës  Besmetting door intiem contact;  Kleine spinachtige beestjes, die in de huid gangetjes graven en daar eitjes leggen;   Sterk jeukende huiduitslag met puistjes;  Behandeling met medicijnen.
  • 41. PARASIETENPARASIETEN Luis  Hoofdluis komt vooral bij kinderen voor;  Vrouwelijke luis legt eitjes (neten);  Neten zijn witte puntjes die aan het haar vastkleven;  Luis voedt zich door een beet in de hoofdhuid;  Hevige jeuk;  Behandelen met speciale shampoos/ lotions.
  • 42. PARASIETENPARASIETEN Teek  Bijten zich vast in de huid en leven van het bloed van de gastheer. Ziekte van lyme  Via de beet van een besmette teek;  Symptomen: - Verkleuring van de huid op de plek van de tekenbeet; - Koorts; - Gewrichtsklachten, huidklachten, zenuwklachten of hartklachten.  Behandelen met antibiotica.
  • 43. FYSISCHFYSISCH  Allergie;  Kenmerken verbranding/ bevriezing;  Letsel/ trauma;  Stoornis in de stofwisseling.
  • 44. ALLERGIEËNALLERGIEËN  Eczeem; - Constitutioneel eczeem; - Contacteczeem/ ortho-ergisch; - Fyto-/ fotodermatitis;  Berlock dermatitis;  Oedeem van Quincke;  Netelroos/galbulten/urticaria;  Lipontsteking/cheilitis;
  • 45. ALLERGIEALLERGIE Eczeem  Constitutioneel eczeem;  Contacteczeem/ ortho- ergisch;  Fyto-/ fotodermatitis;  Berlock dermatitis;  Oedeem van Quincke;  Netelroos/ galbulten/ urticaria;  Lipontsteking/ cheilitis.
  • 46. ECZEEMECZEEM  Ontstekingsreactie van de huid;  Varianten:  Droog en gesloten;  Open en nattend, gevoelig voor infecties;  Niet besmettelijk!
  • 47. ECZEEMECZEEM Constitutioneel eczeem  Aangeboren vorm van eczeem;  Komt vaak voor in combinatie met andere allergische aandoeningen zoals astma en hooikoorts;  Jeukende huiduitslag met roodheid, zwelling, schilfers, bultjes, blaasjes, kloofjes, korstjes;  Vaak voor 1e levensjaar, maar kan ook op latere leeftijd verschijnen;  Allergietest;  Hormoon crème met corticosteroïden.
  • 48. ECZEEMECZEEM Contacteczeem/ ortho-ergisch  Reactie van de huid op een stof die van buitenaf de huid binnendringt. Ortho-ergisch contacteczeem:  Reactie van de huid op irriterende of giftige stof;  Kan bij iedereen voorkomen. Allergisch contacteczeem:  Huidreactie als gevolg van een allergie voor een bepaalde stof;  Afweersysteem maakt antistoffen tegen die bepaalde stof ontstaat contactallergie;  Reactie op: nikkel, cosmetica, geurstoffen,
  • 49. ECZEEMECZEEM Contacteczeem/ ortho-ergisch  Allergie test;  Behandeling:  Hormoon crème met corticosteroïden;  Teerzalf;  Anti-jeukmedicijnen met antihistaminica.
  • 50. ALLERGIEALLERGIE  Overgevoeligheidsreactie kan eenmalig zijn;  Allergie gaat niet meer over;  Reactie van het afweersysteem op stoffen van buiten het lichaam die normaal niet tot een dergelijke reactie leiden;  Het lichaam maakt antistoffen pas aan nadat iemand een aantal keer in contact is geweest met de stof in kwestie.
  • 51. ALLERGIEALLERGIE Fyto-/ fotodermatitis  Berlock dermatitis;  Oedeem van Quincke;  Netelroos/ galbulten/ urticaria;  Lipontsteking/ cheilitis.
  • 52. FYTO-/ FOTODERMATITIS Berlock dermatitis  Huidontsteking in de vorm van grillige pigment vlekken;  Veroorzaakt door een etherische oliën in combinatie met zonlicht;  De meest bekende is bergamot (citrusgeur);  Goede SPF gebruiken;  Laser wordt afgeraden.
  • 53. FYTO-/ FOTODERMATITIS Oedeem van Quincke  Dieper in de huid gelegen haarvaatjes lekken → lekkage van vocht in weefsel;  Grotere omvang dan netelroos;  Veroorzaakt door: medicijnen, voeding, dranken, etc;  Treden vooral op aan de oogleden, wangen, lippen en handruggen;  Verwijzing naar arts;  Behandeling: Antihistaminica; Corticosteroïden.
  • 54. FYTO-/ FOTODERMATITIS Netelroos/ galbulten/ urticaria  Als reactie op een stof verwijden de haarvaten in de huid en gaan lekken;  Histamine verwijdt de haarvaatjes en veroorzaakt jeuk;  Heftig jeukende bulten;  Prikkels: medicijnen, planten (brandnetel), insectenbeten, cosmetica, ingeademde stoffen.
  • 55. FYTO-/ FOTODERMATITIS Lipontsteking/ cheilitis  Ontstaat door droge lippen of veel speeksel in de mondhoeken;  Scheurtjes in de mondhoeken;  Allergische reactie op bijvoorbeeld lippenstift, tandpaste, nikkelallergie.
  • 56. KENMERKEN VERBRANDING/KENMERKEN VERBRANDING/ BEVRIEZINGBEVRIEZING  Eerstegraads (roodheid/ erythema);  Tweedegraads (blaarvorming/ bulla);  Derdegraads (weefselversterf/ necrose);  Vierdegraads (verkoling);  Veel voorkomende  Zonnebrand/ erythema solare;  Roodheid (of wit) door hitte of bevriezing/ erythema caloricum.  Behandeling.
  • 57. KENMERKEN VERBRANDINGKENMERKEN VERBRANDING  Brandwond: gedeeltelijke of een volledige beschadiging van de huid.  Bij verbranding verliest de huid een deel van haar vitale functies: - Warmteverlies; - Vochtverlies; - Infectiegevaar.  Oorzaken: - Zonverbranding; - Hete vloeistofverbranding; - Contactverbranding; - Vuur / vlamverbranding; - Verbranding door elektriciteit; - Chemische verbranding.
  • 58. KENMERKEN VERBRANDINGKENMERKEN VERBRANDING Eerstegraads  Ontstaat wanneer je bijvoorbeeld te lang onbeschermd in de zon hebt gezeten;  Geen brandwond, maar een verbranding;  Vergelijk het met een ontstekingsreactie;  Na enkele dagen gaat het over. Kenmerken eerstegraads verbranding:  Geen wond, dus de huid is niet stuk;  Soms wat opgezwollen;  Rood en/of roze;  Droog;  Prikkelend tot pijnlijk.
  • 59. KENMERKEN VERBRANDINGKENMERKEN VERBRANDING Eerstegraads Wat kunt u doen bij een eerstegraads verbranding?  Koel ongeveer 10 minuten met lauw, zacht stromend water. Koel alleen de verbrande lichaamsdelen. Verzorg de huid met niet-geparfumeerde crèmes, zoals bijvoorbeeld een niet- geparfumeerde bodylotion.  Aandachtspunten:  Gebruik bij het reinigen geen zeep, reinigen met water is voldoende;  Zo nodig pijnstilling;  Als er toch blaren ontstaan, ook na de tweede dag, bel dan de huisarts.
  • 60. KENMERKEN VERBRANDINGKENMERKEN VERBRANDING Tweedegraads  Kenmerken oppervlakkige tweedegraads brandwond:  De opperhuid is beschadigd tot in de lederhuid;  Rood;  Nat;  Blaren;  Pijnlijk;  Voelt soepel. Neem altijd contact op met de huisarts als de huid na een verbranding kapot is of blaren vertoont!
  • 61. KENMERKEN VERBRANDINGKENMERKEN VERBRANDING Derdegraads  Kenmerken derdegraads brandwond:  Opperhuid en de lederhuid zijn volledig beschadigd tot in het onderhuids vetweefsel;  Wit, beige tot donkerbruin;  Droog, leerachtig;  Nauwelijks pijnlijk;  Stug. Waarschuw bij (het vermoeden van) een derdegraads brandwond ALTIJD een dokter!
  • 62. KENMERKEN VERBRANDINGKENMERKEN VERBRANDING Vierdegraads (verkoling)  Niet alleen de huid maar ook bot- en spierweefsel vernietigd;  Huid is verkoold, gekookt (bleek) of rauw;  Vaak dienen in dit geval delen van het lichaam geamputeerd te worden.
  • 63. KENMERKEN VERBRANDINGKENMERKEN VERBRANDING Behandeling Eerste hulpregels: 1.Koel de wond +/- 10 minuten met lauw zacht stromend leidingwater; 2.Voorkom onderkoeling, koel alleen de wond; 3.Verwijder alleen de kleding die niet aan de wond kleeft; 4.Waarschuw altijd een eerst bij blaren, een aangetaste huid of elektrische en chemische verbrandingen; 5.Smeer niets op een brandwond; 6.Bedek de wond met steriel verband of een schone doek; 7.Geef het slachtoffer geen eten of drinken; 8.Vervoer het slachtoffer zittend.
  • 64. KENMERKEN BEVRIEZINGKENMERKEN BEVRIEZING Bevriezing  Eerstegraads bevriezing:  Bleek grijze verkleuring;  Stekende pijn.  Tweedegraads bevriezing:  Blaarvorming;  Stekende pijn.  Derdegraads bevriezing:  Huid spierwit, voelt hard aan en is gevoelloos;  Weefsel sterft af en wordt zwart.
  • 65. LETSEL/ TRAUMALETSEL/ TRAUMA  Litteken(cicatrix)  Hypertrofisch;  Keloïd;  Hypotrofisch.  Erythema traumaticum  Bloeduitstorting/ hematoom;  Kneuzing;  Plaatselijk letsel of irritatie.
  • 66. LITTEKEN/ CICATRIXLITTEKEN/ CICATRIX Hypertrofisch  Rood, verdikt en verheven;  Jeuk of zelfs pijn;  Dezelfde grootte als oorspronkelijke verwonding;  Ontstaat binnen enkele weken na verwonding;  Kan spontaan genezen;
  • 67. LITTEKEN/ CICATRIXLITTEKEN/ CICATRIX Keloïd  Ernstige woekering van littekenweefsel;  Harde, gladde, glanzende, rode verhevenheid;  Jeuken of zelfs pijnlijk;  Keloïd komt veel voor mij een donkere huid;  Behandeling:  Lokale injectie met corticosteroïden;  Lasertherapie.
  • 68. LITTEKEN/ CICATRIXLITTEKEN/ CICATRIX Hypotrofisch  Littekens onder het huidoppervlak;  Kuiltje in de huid;  Bijvoorbeeld: atrofische littekens, acne littekens, waterpokken.
  • 69. ERYTHEMA TRAUMATICUMERYTHEMA TRAUMATICUM Bloeduitstorting/ hematoom  Bloedvatbeschadiging in de huid;  Huid zelf is niet beschadigd;  Plaatselijke ophoping van gestold bloed in het weefsel;  Ontstaan vaak na een trauma;  Verdwijnen weer vanzelf;  Na trauma koude kompressen geven;  Camoufleren.
  • 70. ERYTHEMA TRAUMATICUMERYTHEMA TRAUMATICUM Kneuzing  Beschadiging van de weke delen tussen huid en bot;  Pijnlijke, gezwollen plek die later blauw kan kleuren;  Geneest meestal vanzelf;  Behandeling:  Koelen
  • 71. STOORNIS IN DE STOFWISSELINGSTOORNIS IN DE STOFWISSELING  Suikerziekte/ diabetes mellitus  Type 1 en type 2:  Complicaties;  Doorbloedingsstoornissen aan de voeten;  Ontstekingen.  Xanthelasma.
  • 72. SUIKERZIEKTE/ DIABETES MELLITUSSUIKERZIEKTE/ DIABETES MELLITUS Type 1  Alvleesklier maakt geen insuline aan.  Afweersysteem vernielt de insuline vormende cellen.  Hormoon insuline zorgt voor het omzetten van suikers regelt de bloedsuikerspiegel.  Behandeling:  Insuline injecties;  Insulinepomp.  Huidproblemen door een verstoorde bloedvoorziening slechte wondgenezing.  Hygiënisch werken.
  • 73. SUIKERZIEKTE/ DIABETES MELLITUSSUIKERZIEKTE/ DIABETES MELLITUS Type 2  Alvleesklier maakt te weinig insuline aan;  Ongevoeligheid voor insuline;  Behandeling: Medicijnen; Voedings- en bewegingsadviezen; Soms insuline spuiten;  Oorzaken: Overgewicht; Weinig beweging; Oudere leeftijd; Erfelijke aanleg. https://www.youtube.com/watch?v=qdQ5_ZZ1d_Y
  • 74. SUIKERZIEKTE/ DIABETES MELLITUSSUIKERZIEKTE/ DIABETES MELLITUS https://www.youtube.com/watch?v=bZ1j45RM5ZU
  • 75. STOORNIS IN DE STOFWISSELINGSTOORNIS IN DE STOFWISSELING Xanthelasma  Bruingele huidwoekering;  Ophoping van cholesterol in het bindweefsel;  Xanthomen kunnen wijzen op een stoornis in de vetstofwisseling, de lever kan hierbij een rol spelen;  Arts kan xanthomen verwijderen;  Aanbeveling: een vetarm dieet.
  • 76. HUIDWOEKERINGENHUIDWOEKERINGEN  Benigme tumoren (goedaardig)  Kenmerken  Kapselvorming  Langzame groei (in alle richtingen, expansief)  Geen uitzaaiingen/ geen metastasen  Voorbeelden  Opperhuidgezwellen/ epitheelgezwellen  Verruca vulgaris;  Verruca senilis;  Molluscum contagiosum.  Bindweefselgezwellen  Fibroom;  Keloïd;  Lipoom ;  Xanthelasma.
  • 77. BENIGME TUMORENBENIGME TUMOREN  Groeien binnen een kapsel;  Langzame groei in alle richtingen (expansief);  Dringen niet door in omliggende organen of weefsels;  Veroorzaken geen uitzaaiingen (metastasen);  Kunnen op verschillende plaatsen op de huid voorkomen.
  • 78. OPPERHUIDGEZWELLEN/OPPERHUIDGEZWELLEN/ EPITHEELGEZWELLENEPITHEELGEZWELLEN Verrucae vulgaris  Verheven, bloemkoolachtige vast aanvoelende uitgroeisels van de huid;  Kenmerken: - Rond; - Scherp begrensd; - Scherp verhoornd.  Vooral aan handen, maar ook ellebogen, knieën en gezicht;  Genezen vaak vanzelf binnen 2 tot 3 jaar;  Arts: aanstippen, bevriezen, wegbranden en uitlepelen.
  • 79. OPPERHUIDGEZWELLEN/OPPERHUIDGEZWELLEN/ EPITHEELGEZWELLENEPITHEELGEZWELLEN Verruca senilis  Ouderdomswrat;  Nemen toe met de leeftijd;  Verschillende vormen en kleuren;  Geelbruin, grijsbruin plekje met een ruw dik oppervlak;  Niet besmettelijk;  Behandeling: Afschrapen;  Bevriezen;  Wegbranden;  Wegsnijden.
  • 80. OPPERHUIDGEZWELLEN/OPPERHUIDGEZWELLEN/ EPITHEELGEZWELLENEPITHEELGEZWELLEN Molluscum contagiosum Vooral bij kleine kinderen en jong volwassenen;  Half bolvormige, huidkleurige bultjes zijn doorschijnen of wit;  Vooral op de romp, armen en benen;  Genezen vaak vanzelf binnen 2 tot 3 jaar;  Arts: aanstippen, bevriezen, wegbranden en uitlepelen.
  • 81. BINDWEEFSELGEZWELLENBINDWEEFSELGEZWELLEN Fibroom/ steelwratje  Spontane woekering van het bindweefsel;  Geen echte wratten (niet door virus veroorzaakt);  Liggen boven het huidniveau en huidkleurig; Voornamelijk bij oudere mensen;  Oogleden, hals en okselholte.  Ze gaan niet vanzelf weg;  Kan onder verdoving weggeknipt worden door dermatoloog / huisarts
  • 82. BINDWEEFSELGEZWELLENBINDWEEFSELGEZWELLEN Keloïd  Ernstige woekering van littekenweefsel;  Harde, gladde, glanzende, rode verhevenheid;  Jeuken of zelfs pijnlijk;  Keloïd komt veel voor mij een donkere huid;  Behandeling:  Lokale injectie met corticosteroïden;  Lasertherapie.
  • 83. BINDWEEFSELGEZWELLENBINDWEEFSELGEZWELLEN Lipoom/ vetgezwel  Goedaardige onderhuidse zwelling die uit vetcellen bestaat;  Het kan zichtbaar zijn in de huid, maar de huid blijft onveranderd;  Vaak niet zichtbaar maar wel voelbaar;  Operatief verwijderen.
  • 84. BINDWEEFSELGEZWELLENBINDWEEFSELGEZWELLEN Xanthelasma  Bruingele huidwoekering;  Ophoping van cholesterol in het bindweefsel;  Xanthomen kunnen wijzen op een stoornis in de vetstofwisseling, de lever kan hierbij een rol spelen;  Arts kan xanthomen verwijderen;  Aanbeveling: een vetarm dieet.
  • 85. MALIGNE TUMORENMALIGNE TUMOREN (KWAADAARDIG)(KWAADAARDIG)  Kenmerken  Doorgroei naar andere weefselcompartimenten (infiltratieve groei);  Uitzaaiing door losgeraakte kankercellen/ metastasering;  Verstoord evenwicht cel verlies en cel aanmaak.  Voorbeeld  Epitheelgezwel  Plaveiselcarcinoom;  Basaalcelcarcinoom.  Bindweefselgezwel  Sarcoom.  Pigmentgezwel  Melanoom.
  • 86. MALIGNE TUMORENMALIGNE TUMOREN (KWAADAARDIG)(KWAADAARDIG) Kenmerken  De mutatie van de cellen leidt tot een grotere toename van celdelingen;  Ongeremde groei en er ontstaat infiltratie in het omliggende weefsel → verwoest het omliggende weefsel;  Dringt het weefsel/ orgaan in;  Cellen die loslaten kunnen zich verspreiden via bloed en lymfe → uitzaaiingen/ metastasen. https://www.youtube.com/watch?v=iA6ggedRE2M
  • 87. MALIGNE TUMORENMALIGNE TUMOREN (KWAADAARDIG)(KWAADAARDIG)  Huidkanker ontstaat meestal door teveel onbeschermd in de zon;  Dit geeft een mutatie in het DNA in de kern van de cel;  Het begint vaak als onschuldig vlekje en groeit dan in een snel tempo uit tot een maligne tumor;  Ook zonnebank kan huidkanker veroorzaken. Kwaadaardige/ maligne gezwellen aan de huid zijn: Epitheelgezwel;  Plaveiselcarcinoom;  Basaalcelcarcinoom. Bindweefselgezwel;  Sarcoom. Pigmentgezwel;  Melanoom.
  • 88. MALIGNE TUMORENMALIGNE TUMOREN (KWAADAARDIG)(KWAADAARDIG)  Drie belangrijke kenmerken:  Het gezwel groeit ongeremd en verwoest omliggende weefsels;  Het gezwel dringt binnen in andere weefsels en organen;  Het gezwel zaait zich uit. https://www.youtube.com/watch?v=aymWSsVc8GQ
  • 89. EPITHEELGEZWELEPITHEELGEZWEL Plaveiselcarcinoom  Agressieve vorm van huidkanker die wel kan uitzaaien;  Begint als een wratachtig knobbeltje, dat neigt tot verzwering in de diepte;  Bij tijdige behandeling is de overlevingskans groot;  Operatief verwijderen of bestraling. https://www.youtube.com/watch?v=6JRzOR16g10
  • 90. EPITHEELGEZWELEPITHEELGEZWEL Basaalcelcarcinoom  Het is een vorm van huidkanker die zeer goed te genezen is;  Huidkleurig gezwelletje met korstvorming;  Onder dat korstje zit een nattend wondje;  Glazig en glanzend oppervlak met daarin kleine bloedvaatjes;  Groeit lokaal, langzaam en zaait niet uit;  Operatief verwijderen of bestralen. https://www.youtube.com/watch? annotation_id=annotation_398820&feature=iv&src_vid=6JRzO R16g10&v=_yR30NPIxp4
  • 91. BINDWEEFSELGEZWELBINDWEEFSELGEZWEL Sarcoom  Zeldzaam en komen vooral voor bij kinderen en ouderen;  Kankervorm in spieren, zenuwen, vet, bloedvaten, kraakbeen, bot en het weefsel tussen de organen;  Kan uitzaaien;  Oorzaak onbekend; soms speelt erfelijkheid een rol.  Behandeling: Operatief verwijderen, chemotherapie of radiotherapie.
  • 92. PIGMENTGEZWELPIGMENTGEZWEL Melanoom  Kwaadaardige moedervlek;  Deze vorm van huidkanker gaat uit van de melanocyten in de huid;  Meest agressieve vorm van huidkanker die het snelst uitzaaiingen geeft;  Kleur- en grootte verandering van een moedervlek, bloed, jeuk en pijn.  Risicofactoren zijn: Licht huidtype, zonverbranding op kinderleeftijd, moedervlekken en erfelijke aanleg.  Behandeling: Operatief verwijderen, onderzoek weefsel, dan weer huid wegsnijden, lymfeklieronderzoek, bestraling, 5-10 jaar onderzoek. https://www.youtube.com/watch?v=evYb-Z_VrKs&list=PLVoI_K5- tYzIeN9FqMCtKYQgZPtwSkhkq