SlideShare a Scribd company logo
1 of 43
Audrey MEIER
Frie ALLEMEERSCH
Veerle JONG
WRAT-4 als meetinstrument
voor cognitieve reserve in de oudere populatie
Promotor: Jean-Marie Degryse
Academiejaar: 2017-2018
Een veldonderzoek
https://www.slideshare.net/Au31992/pesentatiemasterpaperwrat4audreymeier
Faculteit Geneeskunde2
1. Inleiding
1.1 Teaser
1.2 Concept reserve
1.3 WRAT4
1.4 Doel studie
2. Methoden
2.1 Vertaling WRAT4
2.2 Veldonderzoek
2.3 Evaluatieformulier
2.4 Statistische verwerking
3. Resultaten & bespreking
3.1 Deelnemer karakteristieken
3.2 Vergelijking meetinstrumenten cognitieve reserve
3.3 Vergelijking cognitieve reserve & cognitief deficit
3.4 Bijkomende analyses
3.5 Interne correlaties WRAT4 en het evaluatieformulier
3.6 Sterktes >< zwaktes
4. Conclusie
5. Referenties
Faculteit Geneeskunde3
Inhoud
• Cognitieve klachten: RF dementie & cognitieve achteruitgang
• Lancet 2017: 9 potentieel modificeerbare RF voor dementie
Faculteit Geneeskunde4
1. Inleiding
1.1 Teaser
INLEIDING METHODEN DISCUSSIE & RESULTATEN CONCLUSIE
Reserve
“cognitieve reserve wordt wijd gebruikt om te verklaren hoe in het
licht van neurodegeneratieve veranderingen, die in aard en
omvang vergelijkbaar zijn, individuen aanzienlijk variëren in de ernst
van cognitieve veroudering en klinische dementie.”
Faculteit Geneeskunde5
1. Inleiding
1.2 Concept reserve
Definiëring van het concept
(Stern, 2002; Whalley, 2004)
INLEIDING METHODEN DISCUSSIE & RESULTATEN CONCLUSIE
• Cognitief normaal tijdens leven  bij overlijden: pathologie AD
• CVA: minimale stoornis  grote uitval
Faculteit Geneeskunde6
1. Inleiding
1.2 Concept reserve
INLEIDING METHODEN DISCUSSIE & RESULTATEN CONCLUSIE
Hersenpathologie
Hersenveranderingen
Klinische
manifestaties
Faculteit Geneeskunde7
Reserve
Pathologie
Functionele
beperkingen
• Aspecten hersenstructuur en hersenfunctie
die effecten van neuropathologie bufferen
1. Inleiding
1.2 Concept reserve
INLEIDING METHODEN DISCUSSIE & RESULTATEN CONCLUSIE
Faculteit Geneeskunde8
1. Inleiding
1.2 Concept reserve
Figuur 1: geadapteerd van ‘Dynamische triade van cognitie, bewerkt van ‘Cognitive reserve: Concept, determinants, and promotion. Pinto C. Journal of Geriatric Mental Health. 2016;3(1): 44-51.’
INLEIDING METHODEN DISCUSSIE & RESULTATEN CONCLUSIE
Faculteit Geneeskunde9
1. Inleiding
1.2 Concept reserve
INLEIDING METHODEN DISCUSSIE & RESULTATEN CONCLUSIE
Figuur 1: geadapteerd van ‘Dynamische triade van cognitie, bewerkt van ‘Cognitive reserve: Concept, determinants, and promotion. Pinto C. Journal of Geriatric Mental Health. 2016;3(1): 44-51.’
Hersenreserve ( = passief model )
Faculteit Geneeskunde10
1. Inleiding
1.2 Concept reserve
Figuur 2: geadapteerd van Stern, 2002
INLEIDING METHODEN DISCUSSIE & RESULTATEN CONCLUSIE
Faculteit Geneeskunde11
1. Inleiding
1.2 Concept reserve
INLEIDING METHODEN DISCUSSIE & RESULTATEN CONCLUSIE
Figuur 1: geadapteerd van ‘Dynamische triade van cognitie, bewerkt van ‘Cognitive reserve: Concept, determinants, and promotion. Pinto C. Journal of Geriatric Mental Health. 2016;3(1): 44-51.’
Hersenreserve ( = passief model ) Cognitieve reserve ( = actief model )
Faculteit Geneeskunde12
1. Inleiding
1.2 Concept reserve
Figuur 2: geadapteerd van Stern, 2002 Figuur 3: geadapteerd van Stern, 2002
INLEIDING METHODEN DISCUSSIE & RESULTATEN CONCLUSIE
Faculteit Geneeskunde13
1. Inleiding
1.2 Concept reserve
INLEIDING METHODEN DISCUSSIE & RESULTATEN CONCLUSIE
Figuur 1: geadapteerd van ‘Dynamische triade van cognitie, bewerkt van ‘Cognitive reserve: Concept, determinants, and promotion. Pinto C. Journal of Geriatric Mental Health. 2016;3(1): 44-51.’
• ~ Meetinstrument CR
• Basis academische vaardigheden
• Leeftijd: 5 - 94 jaar
• 1e publicatie in 1946, ≠ herzieningen
• 4 onderdelen
• (1) ‘woorden lezen’
• (2) ‘begrijp de zinnen’
• (3) ‘spelling’
• (4) ‘wiskundige berekeningen’
• Engelstalig
• 2 versies (groene en blauwe)
Faculteit Geneeskunde14
1. Inleiding
1.3 WRAT4 (‘Wide Range Achievement Test, Fourth edition)
INLEIDING METHODEN DISCUSSIE & RESULTATEN CONCLUSIE
Tweeledige opzet
• (1) Ontwikkeling Nederlandse vertaling WRAT4
• (2) Veldonderzoek: meten van cognitieve reserve
• Vergelijking meetinstrumenten cognitieve reserve (WRAT4 en CRIq)
• Vergelijking cognitieve reserve en cognitieve deficit (WRAT4, CRIq en MoCA)
• Haalbaarheid i.v.m afname WRAT4 in oudere populatie (via evaluatieformulier)
Faculteit Geneeskunde15
1. Inleiding
1.4 Doel studie
WRAT4: Wide Range Achievement Test, Fourth Edition
CRIq: Cognitive Reserve Index Questionnaire
MoCA: Montréal Cognitive Assessment
INLEIDING METHODEN DISCUSSIE & RESULTATEN CONCLUSIE
Faculteit Geneeskunde16
2. Methoden
2.1 Vertaling WRAT4
INLEIDING METHODEN DISCUSSIE & RESULTATEN CONCLUSIE
Deelnemers
• Purposeful sample
 Rekrutering deelnemers uit:
 5 rusthuizen en assistentiewoningen
 3 huisartsenpraktijken
 Persoonlijk netwerk
• Geïnformeerde toestemming
• Beoordelingsproces: ± 1u30
Inclusie- en Exclusiecriteria
Faculteit Geneeskunde17
2. Methoden
2.2 Veldonderzoek
INLEIDING METHODEN DISCUSSIE & RESULTATEN CONCLUSIE
• Achtergrondgegevens:
 Geslacht
 Leeftijd
 Inname medicatie
 Persoonlijke voorgeschiedenis
• Samplingsvragen
 (1) Heeft u zich ooit zorgen gemaakt omtrent uw geheugen?
 (2) Heeft uw omgeving ooit opmerkingen gemaakt omtrent uw geheugen?
• Subjectieve perceptie van geheugen (VAS)
Faculteit Geneeskunde18
2. Methoden
2.2 Veldonderzoek
Studieontwerp en testen
INLEIDING METHODEN DISCUSSIE & RESULTATEN CONCLUSIE
Faculteit Geneeskunde19
2. Methoden
2.2 Veldonderzoek
Studieontwerp en testen
INLEIDING METHODEN DISCUSSIE & RESULTATEN CONCLUSIE
Faculteit Geneeskunde20
2. Methoden
2.2 Veldonderzoek
Studieontwerp en testen
• Screeningsinstrument (detectie MCI)
• Sensitiviteit: 0,94 ( MMSE: 0,85)
• Specificiteit: 0,6 ( MMSE: 0,90)
• Cognitieve domeinen:
• Geheugen
• Aandacht en concentratie
• Visuo-constructieve vaardigheden
• Executieve functies
• Taal en oriëntatie
• Max. punten = 30
• Cutoff : 26
INLEIDING METHODEN DISCUSSIE & RESULTATEN CONCLUSIE
Faculteit Geneeskunde21
2. Methoden
2.2 Veldonderzoek
• Informatie volwassen leven
• Bij deelnemer/Naaste
• 3 onderdelen
 CRI-Opleiding
o Aantal jaren formele opleiding
o Aantal cursussen/trainingen
 CRI-Werk en beroep
o Scoring naar complexiteit beroep
o Aantal jaren beroep
 CRI-Vrije tijd
o 16 items  frequentie
• Geen maxi. score  5 niveaus
INLEIDING METHODEN DISCUSSIE & RESULTATEN CONCLUSIE
Studieontwerp en testen
Faculteit Geneeskunde22
2. Methoden
2.2 Veldonderzoek
• Bij deelnemer zelf
• 2 versies :
 Diepgaande testing
 Vermijden leereffecten
• Ruwe  Gestandaardiseerde scores
• 4 onderdelen
• Woorden lezen
 Letters herkennen (15 items)
 Woorden lezen (55 items)
• Begrijp de zinnen (50 items)
• Spelling
 Letters (13 letters)
 Woorden (42 woorden)
• Wiskunde
 Mondeling (15 items)
 Schriftelijke (40 problemen)
INLEIDING METHODEN DISCUSSIE & RESULTATEN CONCLUSIE
Studieontwerp en testen
• Evaluatiegesprek bestaande uit 4 vragen:
Faculteit Geneeskunde23
2. Methoden
2.3 Evaluatieformulier
INLEIDING METHODEN DISCUSSIE & RESULTATEN CONCLUSIE
• Programma SPSS25
• Shapiro-Wilk test: test voor normaliteit
• Spearmans Rho: uitvoeren van correlaties
• Bland-Altman plots: analyseren van overeenkomst tussen CRIq en WRAT4
• Cohen’s Kappa: interbeoordelaarsbetrouwbaarheid CRIq en WRAT4
Faculteit Geneeskunde24
2. Methoden
2.4 Statistische verwerking
INLEIDING METHODEN DISCUSSIE & RESULTATEN CONCLUSIE
Faculteit Geneeskunde25
3. Resultaten
3.1 Deelnemer karakteristieken
Figuur 4: Flowchart deelnemers
INLEIDING METHODEN DISCUSSIE & RESULTATEN CONCLUSIE
Tabel 1: overzicht van de deelnemer karakteristieken
Faculteit Geneeskunde26
3. Resultaten
3.1 Deelnemer karakteristieken
INLEIDING METHODEN DISCUSSIE & RESULTATEN CONCLUSIE
Faculteit Geneeskunde27
3. Resultaten
3.2 Vergelijking meetinstrumenten cognitieve reserve
Spearman’s Rho Correlaties
Tabel 2: Spearman’s rho correlaties tussen MoCA-WRAT4 en CRIq-WRAT4 en MoCA-CRIq
• Redelijke correlatie WRAT4 en CRIq
• Middelmatig-hoge correlatie CRIq-O en WRAT4
 Opleiding = voldoende indicator voor cognitieve reserve?
• Beperkte interne correlatie tussen CRIq-V en CRIq-W
 Werk = belangrijke factor om geïncludeerd te worden
INLEIDING METHODEN DISCUSSIE & RESULTATEN CONCLUSIE
Grotz et al. (2017)
• 3 onderdelen
• Bemerkingen ter verkorting:
 Opleiding: hoogst behaalde diploma # jaren + cursussen/trainingen
 Vrije tijd: voorbije jaar  gedurende leven
 Voordeel: grote tijds- en kostenbesparing
• MAAR…
 Als CRIq-Werk en CRIq vrije tijd = belangrijk
 biedt WRAT4 een voldoende weergave?
 Als Redelijke correlatie tussen WRAT4 en CRIq
 WRAT4/CRIq een goede test om cognitieve reserve te meten?
Faculteit Geneeskunde28
3. Resultaten
3.2 Vergelijking meetinstrumenten cognitieve reserve
INLEIDING METHODEN DISCUSSIE & RESULTATEN CONCLUSIE
Faculteit Geneeskunde29
3. Resultaten
3.2 Vergelijking meetinstrumenten cognitieve reserve
Figuur 5: CRIqTotaal-WRAT4Totaal in absolute waarden
INLEIDING METHODEN DISCUSSIE & RESULTATEN CONCLUSIE
• Geen lineair verband
• Positief verschil tussen CRIq en WRAT4
•  Verschil bij hogere resultaten WRAT4 en
CRIq
Bland-Altman plots
Faculteit Geneeskunde30
3. Resultaten
3.2 Vergelijking meetinstrumenten cognitieve reserve
-100
-80
-60
-40
-20
0
20
30 40 50 60 70 80 90 100 110
Mean of Criqtotaal% and Wrat4%
(Criqtotaal%-Wrat4%)/Mean%
Mean
-44,7
-1.96 SD
-90,4
+1.96 SD
1,0
Figuur 6: CRIqTotaal-WRAT4Totaal in procent
DifferenceofCriqtotaal%andWRAT4%
INLEIDING METHODEN DISCUSSIE & RESULTATEN CONCLUSIE
• Geen lineair verband
• CRIq gemiddeld lager scoren dan WRAT4
• Verschillen minimaal bij hogere scores
• Gemiddelde waardes van 60-70% ~ dichtst bij
het gemiddeld verschil
•  Verschil bij lagere scores
Bland-Altman plots
Faculteit Geneeskunde31
3. Resultaten
3.2 Vergelijking meetinstrumenten cognitieve reserve
INLEIDING METHODEN DISCUSSIE & RESULTATEN CONCLUSIE
• WRAT4 en CRIq komen niet goed overeen
• Bemerkingen
 Cognitieve reserve niet op eenzelfde manier identificeren
 CRIq :systematische onderwaardering
 Wél concordant bij hoge scores (vanaf gemidd. 80% )   Verschil bij lage scores
Bland-Altman plots
• De gewogen kappa coëfficiënt (concordantie tussen tertielgroepen) = matig
Faculteit Geneeskunde32
3. Resultaten
3.2 Vergelijking meetinstrumenten cognitieve reserve
Figuur 7: Chart Kappa analyse
-1 < κ < +1
Κ =0,60 : acceptabele overeenstemming
K > 0,80 : goed of bevredigend
Tertielgroepen: laag, gemiddeld, hoog
INLEIDING METHODEN DISCUSSIE & RESULTATEN CONCLUSIE
Tabel 3: Inter-rater agreement (kappa)
Faculteit Geneeskunde33
3. Resultaten
3.2 Vergelijking meetinstrumenten cognitieve reserve
INLEIDING METHODEN DISCUSSIE & RESULTATEN CONCLUSIE
CRIq WRAT4
CRIq geen goed alternatief voor WRAT4
Uitz. : subgroep hoge cognitieve reserve
Faculteit Geneeskunde34
3. Resultaten
3.3 Vergelijking cognitieve reserve & cognitief deficit
INLEIDING METHODEN DISCUSSIE & RESULTATEN CONCLUSIE
Tabel 4: Spearman’s rho correlaties tussen MoCA-WRAT4 en CRIq-WRAT4 en MoCA-CRIq
• Hogere correlaties WRAT4-MoCA dan CRIq-MoCA
Faculteit Geneeskunde35
3. Resultaten
3.4 Bijkomende analyses
Tabel 5: Spearman’s rho correlaties tussen MoCA, VAS en samplingsvragen
• Geen significante resultaten:
 Geen verdere uitspraken
Tabel 6: Spearman’s rho correlaties tussen Opleiding1, Opleiding 2, Werk en WRAT4
INLEIDING METHODEN DISCUSSIE & RESULTATEN CONCLUSIE
• Middelmatige-Hoge correlaties:
 Opleiding 1 en WRAT4
 Opleiding 2 en WRAT4
 Werk en WRAT4
Faculteit Geneeskunde36
3. Resultaten
3.5 Interne correlatie WRAT4 & het evaluatiegesprek
Tabel 7: Spearman’s rho corrrelatie onderdelen WRAT4 (ruwe en standaard scores)
• Hoge interne correlaties ≠ onderdelen WRAT4
• Evalueren van de kwaliteit van NL versie
 Correlaties vergelijken met Engelstalige versie
 Psychometrische analyse
 Meer vergelijkend onderzoek nodig in grotere populatie
INLEIDING METHODEN DISCUSSIE & RESULTATEN CONCLUSIE
Faculteit Geneeskunde37
3. Resultaten
3.5 Interne correlatie WRAT4 & het evaluatiegesprek
Tabel 8: Spearman’s rho correlatie tussen WRAT4 en evaluatiegesprek
• Bruikbaarheid + reproduceerbaarheid NL WRAT4 = veelbelovend
 Deelnemers: positief  uitgebreidheid + lengte WRAT4
 Deelnemers: 90,2% toekomst
 Relatief weinig negatieve klachten
 Afname WRAT4 = haalbaar in oudere populatie
INLEIDING METHODEN DISCUSSIE & RESULTATEN CONCLUSIE
• Onderzoek naar Engelstalige versie: test-hertest gegevens onvolledig
• Praktisch gebruik WRAT4:
 Tijdsintensief
 Opgeleide onderzoeker  praktijkondersteuner
• Klinische implicaties van cognitieve reserve ?
Faculteit Geneeskunde38
3. Resultaten
3.5 Interne correlatie WRAT4 & het evaluatiegesprek
Faculteit Geneeskunde39
3. Resultaten
3.6 Sterktes >< Zwaktes
INLEIDING METHODEN DISCUSSIE & RESULTATEN CONCLUSIE
Sterktes
Vermoeidhei
d
Standaardisatie
Pionierswerk
Zwaktes
Totaalscore
Referentietest
Purposeful
sample
Subjectieve
geheugenklachten
• Cognitieve reserve: veel bestudeerd
• Geen referentietest, geen consensus over meetinstrumenten
• Pionierswerk = ontwikkeling Nederlandstalige versie WRAT4
• MAAR: onderzoek naar validiteit + betrouwbaarheid
• Afname WRAT4 =haalbaar in een oudere populatie.
• WRAT4 & CRIq kwamen onvoldoende overeen.
 Verder onderzoek naar gouden standaard
 Bijkomende onderbouwing voor de geformuleerde hypotheses.
• Klinische relevantie meetinstrument naar cognitieve reserve ?!
• Verder onderzoek naar cognitieve reserve + verband met cognitief deficit.
Faculteit Geneeskunde40
4. Conclusie
INLEIDING METHODEN DISCUSSIE & RESULTATEN CONCLUSIE
Faculteit Geneeskunde41
Bedankt voor uw aandacht. Vragen?
INLEIDING METHODEN DISCUSSIE & RESULTATEN CONCLUSIE
Faculteit Geneeskunde42
Referenties
1. Vogel A, Salem LC, Andersen BB, Waldemar G. Differences in quantitative methods for measuring subjective cognitive decline – results
from a prospective memory clinic study. International Psychogeriatrics. 2016;28(9):1513-20.
2. Livingston G, Sommerlad A, Orgeta V, Costafreda SG, Huntley J, Ames D, et al. Dementia prevention, intervention, and care. The
Lancet. 2017;390(10113):2673-734.
3. Whalley LJ, Deary IJ, Appleton CL, Starr JM. Cognitive reserve and the neurobiology of cognitive aging. Ageing Research Reviews.
2004;3(4): 369-82.
4. Stern Y. What is cognitive reserve? Theory and research application of the reserve concept. Journal of the International
Neuropsychological Society. 2002;8(3):448-60.
5. Steffener J, Stern Y. Exploring the neural basis of cognitive reserve in aging. Biochimica et Biophysica Acta (BBA) - Molecular Basis of
Disease. 2012;1822(3):467-73.
6. Satz P. Brain reserve capacity on symptom onset after brain injury: A formulation and review of evidence for threshold theory.
Neuropsychology. 1993;7(3):273-95.
7. Richards M, Deary IJ. A life course approach to cognitive reserve: A model for cognitive aging and development? Annals of Neurology.
2005;58(4):617-22.
8. Grotz C, Seron X, Van Wissen M, Adam S. How should proxies of cognitive reserve be evaluated in a population of healthy older adults?
International Psychogeriatrics. 2017;29(1):123-36.
9. Spitznagel MB, Tremont G. Cognitive reserve and anosognosia in questionable and mild dementia. Archives of Clinical Neuropsychology.
2005;20(4):505-15.
10. Casaletto KB, Cattie J, Franklin DR, Moore DJ, Woods SP, Grant I, et al. The Wide Range Achievement Test-4 Reading Subtest “Holds”
in HIV- infected Individuals. Journal of clinical and experimental neuropsychology. 2014;36(9):992-1001.
11. Dell C, Harrold B. Test Review: Wilkinson, G. S., & Robertson, G. J. (2006). Wide Range Achievement Test--Fourth Edition. Lutz, FL:
Psychological Assessment Resources. WRAT4 Introductory Kit (includes manual, 25 test/response forms [blue and
green], and accompanying test materials):2008. 57-60 p.
12. Larner AJ. Screening utility of the Montreal Cognitive Assessment (MoCA): in place of – or as well as – the MMSE? International
Psychogeriatrics. 2012;24(3):391-6.
13. Gary R. Wide-Range Achievement Test. In The Corsini Encyclopedia of Psychology (eds I B Weiner and W E Craighead). 2010.
14. Nucci M, Mapelli D, Mondini S. Cognitive Reserve Index questionnaire (CRIq): a new instrument for measuring cognitive reserve. Aging
Clinical and Experimental Research. 2012;24(3):218-26
15. Sayegh P, Arentoft A, Thaler NS, Dean AC, Thames AD. Quality of Education Predicts Performance on the Wide Range Achievement
Test-4th Edition Word Reading Subtest. Archives of Clinical Neuropsychology. 2014;29(8):731-6.
16. Woodward Christel A, Santa‐Barbara J, Roberts R. Test‐retest reliability of the wide range achievement test. Journal of Clinical
Psychology. 1975;31(1):81-4.
Faculteit Geneeskunde43
Referenties

More Related Content

Similar to PowerpointPresentatieMasterpaperWrat4

Workshop 1 ppt inleiding actieonderzoek1
Workshop 1 ppt inleiding actieonderzoek1Workshop 1 ppt inleiding actieonderzoek1
Workshop 1 ppt inleiding actieonderzoek1vri
 
Golden road sr revalidatie amc 30 mei 2011
Golden road sr revalidatie amc 30 mei 2011Golden road sr revalidatie amc 30 mei 2011
Golden road sr revalidatie amc 30 mei 2011jgdaams
 
Kennis K2 persoonlijkheidstesten
Kennis K2 persoonlijkheidstestenKennis K2 persoonlijkheidstesten
Kennis K2 persoonlijkheidstestenMarina Hoogeveen
 
Burn-out bij jonge medisch specialisten en patiëntveiligheid - A Huijnen
Burn-out bij jonge medisch specialisten en patiëntveiligheid - A HuijnenBurn-out bij jonge medisch specialisten en patiëntveiligheid - A Huijnen
Burn-out bij jonge medisch specialisten en patiëntveiligheid - A HuijnenKNMG Limburg
 
Onderzoek in een sportproject
Onderzoek in een sportprojectOnderzoek in een sportproject
Onderzoek in een sportprojectjwbruining
 
Presentatie Telezorg En Monitoring (21 6 2006)
Presentatie Telezorg En Monitoring (21 6 2006)Presentatie Telezorg En Monitoring (21 6 2006)
Presentatie Telezorg En Monitoring (21 6 2006)Eelko
 
Digitaal toetsen en authenticiteit - Wil de Groot-Bolluijt, Koen Vincken, Céc...
Digitaal toetsen en authenticiteit - Wil de Groot-Bolluijt, Koen Vincken, Céc...Digitaal toetsen en authenticiteit - Wil de Groot-Bolluijt, Koen Vincken, Céc...
Digitaal toetsen en authenticiteit - Wil de Groot-Bolluijt, Koen Vincken, Céc...SURF Events
 
Het gebruik van gestandaardiseerde vragenlijsten in de huisartsenpraktijk voo...
Het gebruik van gestandaardiseerde vragenlijsten in de huisartsenpraktijk voo...Het gebruik van gestandaardiseerde vragenlijsten in de huisartsenpraktijk voo...
Het gebruik van gestandaardiseerde vragenlijsten in de huisartsenpraktijk voo...Stefanie_VM
 
Themamiddag ROM in de behandelkamer - Margot Metz: Doorbraak sdm en rom
Themamiddag ROM in de behandelkamer - Margot Metz: Doorbraak sdm en rom Themamiddag ROM in de behandelkamer - Margot Metz: Doorbraak sdm en rom
Themamiddag ROM in de behandelkamer - Margot Metz: Doorbraak sdm en rom Utrecht
 
Seminariewerk senseweardefinitief
Seminariewerk senseweardefinitiefSeminariewerk senseweardefinitief
Seminariewerk senseweardefinitiefsofiebe
 
Seminariewerk senseweardefinitief
Seminariewerk senseweardefinitiefSeminariewerk senseweardefinitief
Seminariewerk senseweardefinitiefsofiebe
 

Similar to PowerpointPresentatieMasterpaperWrat4 (20)

Workshop 1 ppt inleiding actieonderzoek1
Workshop 1 ppt inleiding actieonderzoek1Workshop 1 ppt inleiding actieonderzoek1
Workshop 1 ppt inleiding actieonderzoek1
 
Golden road sr revalidatie amc 30 mei 2011
Golden road sr revalidatie amc 30 mei 2011Golden road sr revalidatie amc 30 mei 2011
Golden road sr revalidatie amc 30 mei 2011
 
Kennis K2 persoonlijkheidstesten
Kennis K2 persoonlijkheidstestenKennis K2 persoonlijkheidstesten
Kennis K2 persoonlijkheidstesten
 
Elke Van Hoof, Resultaten werkbelevingsonderzoekVVBAD-VUB
Elke Van Hoof, Resultaten werkbelevingsonderzoekVVBAD-VUBElke Van Hoof, Resultaten werkbelevingsonderzoekVVBAD-VUB
Elke Van Hoof, Resultaten werkbelevingsonderzoekVVBAD-VUB
 
Burn-out bij jonge medisch specialisten en patiëntveiligheid - A Huijnen
Burn-out bij jonge medisch specialisten en patiëntveiligheid - A HuijnenBurn-out bij jonge medisch specialisten en patiëntveiligheid - A Huijnen
Burn-out bij jonge medisch specialisten en patiëntveiligheid - A Huijnen
 
Onderzoek in een sportproject
Onderzoek in een sportprojectOnderzoek in een sportproject
Onderzoek in een sportproject
 
Behandelplannen
BehandelplannenBehandelplannen
Behandelplannen
 
Behandelplannen
BehandelplannenBehandelplannen
Behandelplannen
 
Presentatie Telezorg En Monitoring (21 6 2006)
Presentatie Telezorg En Monitoring (21 6 2006)Presentatie Telezorg En Monitoring (21 6 2006)
Presentatie Telezorg En Monitoring (21 6 2006)
 
Digitaal toetsen en authenticiteit - Wil de Groot-Bolluijt, Koen Vincken, Céc...
Digitaal toetsen en authenticiteit - Wil de Groot-Bolluijt, Koen Vincken, Céc...Digitaal toetsen en authenticiteit - Wil de Groot-Bolluijt, Koen Vincken, Céc...
Digitaal toetsen en authenticiteit - Wil de Groot-Bolluijt, Koen Vincken, Céc...
 
20160330 Promotie presentatie
20160330 Promotie presentatie20160330 Promotie presentatie
20160330 Promotie presentatie
 
Het gebruik van gestandaardiseerde vragenlijsten in de huisartsenpraktijk voo...
Het gebruik van gestandaardiseerde vragenlijsten in de huisartsenpraktijk voo...Het gebruik van gestandaardiseerde vragenlijsten in de huisartsenpraktijk voo...
Het gebruik van gestandaardiseerde vragenlijsten in de huisartsenpraktijk voo...
 
Ppt seminariewerk definitief
Ppt seminariewerk definitiefPpt seminariewerk definitief
Ppt seminariewerk definitief
 
Themamiddag ROM in de behandelkamer - Margot Metz: Doorbraak sdm en rom
Themamiddag ROM in de behandelkamer - Margot Metz: Doorbraak sdm en rom Themamiddag ROM in de behandelkamer - Margot Metz: Doorbraak sdm en rom
Themamiddag ROM in de behandelkamer - Margot Metz: Doorbraak sdm en rom
 
JNJN
JNJNJNJN
JNJN
 
Seminariewerk sensewear
Seminariewerk sensewearSeminariewerk sensewear
Seminariewerk sensewear
 
Seminariewerk sensewear
Seminariewerk sensewearSeminariewerk sensewear
Seminariewerk sensewear
 
Seminariewerk senseweardefinitief
Seminariewerk senseweardefinitiefSeminariewerk senseweardefinitief
Seminariewerk senseweardefinitief
 
Seminariewerk sensewear
Seminariewerk sensewearSeminariewerk sensewear
Seminariewerk sensewear
 
Seminariewerk senseweardefinitief
Seminariewerk senseweardefinitiefSeminariewerk senseweardefinitief
Seminariewerk senseweardefinitief
 

PowerpointPresentatieMasterpaperWrat4

  • 1. Audrey MEIER Frie ALLEMEERSCH Veerle JONG WRAT-4 als meetinstrument voor cognitieve reserve in de oudere populatie Promotor: Jean-Marie Degryse Academiejaar: 2017-2018 Een veldonderzoek
  • 3. 1. Inleiding 1.1 Teaser 1.2 Concept reserve 1.3 WRAT4 1.4 Doel studie 2. Methoden 2.1 Vertaling WRAT4 2.2 Veldonderzoek 2.3 Evaluatieformulier 2.4 Statistische verwerking 3. Resultaten & bespreking 3.1 Deelnemer karakteristieken 3.2 Vergelijking meetinstrumenten cognitieve reserve 3.3 Vergelijking cognitieve reserve & cognitief deficit 3.4 Bijkomende analyses 3.5 Interne correlaties WRAT4 en het evaluatieformulier 3.6 Sterktes >< zwaktes 4. Conclusie 5. Referenties Faculteit Geneeskunde3 Inhoud
  • 4. • Cognitieve klachten: RF dementie & cognitieve achteruitgang • Lancet 2017: 9 potentieel modificeerbare RF voor dementie Faculteit Geneeskunde4 1. Inleiding 1.1 Teaser INLEIDING METHODEN DISCUSSIE & RESULTATEN CONCLUSIE Reserve
  • 5. “cognitieve reserve wordt wijd gebruikt om te verklaren hoe in het licht van neurodegeneratieve veranderingen, die in aard en omvang vergelijkbaar zijn, individuen aanzienlijk variëren in de ernst van cognitieve veroudering en klinische dementie.” Faculteit Geneeskunde5 1. Inleiding 1.2 Concept reserve Definiëring van het concept (Stern, 2002; Whalley, 2004) INLEIDING METHODEN DISCUSSIE & RESULTATEN CONCLUSIE
  • 6. • Cognitief normaal tijdens leven  bij overlijden: pathologie AD • CVA: minimale stoornis  grote uitval Faculteit Geneeskunde6 1. Inleiding 1.2 Concept reserve INLEIDING METHODEN DISCUSSIE & RESULTATEN CONCLUSIE Hersenpathologie Hersenveranderingen Klinische manifestaties
  • 7. Faculteit Geneeskunde7 Reserve Pathologie Functionele beperkingen • Aspecten hersenstructuur en hersenfunctie die effecten van neuropathologie bufferen 1. Inleiding 1.2 Concept reserve INLEIDING METHODEN DISCUSSIE & RESULTATEN CONCLUSIE
  • 8. Faculteit Geneeskunde8 1. Inleiding 1.2 Concept reserve Figuur 1: geadapteerd van ‘Dynamische triade van cognitie, bewerkt van ‘Cognitive reserve: Concept, determinants, and promotion. Pinto C. Journal of Geriatric Mental Health. 2016;3(1): 44-51.’ INLEIDING METHODEN DISCUSSIE & RESULTATEN CONCLUSIE
  • 9. Faculteit Geneeskunde9 1. Inleiding 1.2 Concept reserve INLEIDING METHODEN DISCUSSIE & RESULTATEN CONCLUSIE Figuur 1: geadapteerd van ‘Dynamische triade van cognitie, bewerkt van ‘Cognitive reserve: Concept, determinants, and promotion. Pinto C. Journal of Geriatric Mental Health. 2016;3(1): 44-51.’
  • 10. Hersenreserve ( = passief model ) Faculteit Geneeskunde10 1. Inleiding 1.2 Concept reserve Figuur 2: geadapteerd van Stern, 2002 INLEIDING METHODEN DISCUSSIE & RESULTATEN CONCLUSIE
  • 11. Faculteit Geneeskunde11 1. Inleiding 1.2 Concept reserve INLEIDING METHODEN DISCUSSIE & RESULTATEN CONCLUSIE Figuur 1: geadapteerd van ‘Dynamische triade van cognitie, bewerkt van ‘Cognitive reserve: Concept, determinants, and promotion. Pinto C. Journal of Geriatric Mental Health. 2016;3(1): 44-51.’
  • 12. Hersenreserve ( = passief model ) Cognitieve reserve ( = actief model ) Faculteit Geneeskunde12 1. Inleiding 1.2 Concept reserve Figuur 2: geadapteerd van Stern, 2002 Figuur 3: geadapteerd van Stern, 2002 INLEIDING METHODEN DISCUSSIE & RESULTATEN CONCLUSIE
  • 13. Faculteit Geneeskunde13 1. Inleiding 1.2 Concept reserve INLEIDING METHODEN DISCUSSIE & RESULTATEN CONCLUSIE Figuur 1: geadapteerd van ‘Dynamische triade van cognitie, bewerkt van ‘Cognitive reserve: Concept, determinants, and promotion. Pinto C. Journal of Geriatric Mental Health. 2016;3(1): 44-51.’
  • 14. • ~ Meetinstrument CR • Basis academische vaardigheden • Leeftijd: 5 - 94 jaar • 1e publicatie in 1946, ≠ herzieningen • 4 onderdelen • (1) ‘woorden lezen’ • (2) ‘begrijp de zinnen’ • (3) ‘spelling’ • (4) ‘wiskundige berekeningen’ • Engelstalig • 2 versies (groene en blauwe) Faculteit Geneeskunde14 1. Inleiding 1.3 WRAT4 (‘Wide Range Achievement Test, Fourth edition) INLEIDING METHODEN DISCUSSIE & RESULTATEN CONCLUSIE
  • 15. Tweeledige opzet • (1) Ontwikkeling Nederlandse vertaling WRAT4 • (2) Veldonderzoek: meten van cognitieve reserve • Vergelijking meetinstrumenten cognitieve reserve (WRAT4 en CRIq) • Vergelijking cognitieve reserve en cognitieve deficit (WRAT4, CRIq en MoCA) • Haalbaarheid i.v.m afname WRAT4 in oudere populatie (via evaluatieformulier) Faculteit Geneeskunde15 1. Inleiding 1.4 Doel studie WRAT4: Wide Range Achievement Test, Fourth Edition CRIq: Cognitive Reserve Index Questionnaire MoCA: Montréal Cognitive Assessment INLEIDING METHODEN DISCUSSIE & RESULTATEN CONCLUSIE
  • 16. Faculteit Geneeskunde16 2. Methoden 2.1 Vertaling WRAT4 INLEIDING METHODEN DISCUSSIE & RESULTATEN CONCLUSIE
  • 17. Deelnemers • Purposeful sample  Rekrutering deelnemers uit:  5 rusthuizen en assistentiewoningen  3 huisartsenpraktijken  Persoonlijk netwerk • Geïnformeerde toestemming • Beoordelingsproces: ± 1u30 Inclusie- en Exclusiecriteria Faculteit Geneeskunde17 2. Methoden 2.2 Veldonderzoek INLEIDING METHODEN DISCUSSIE & RESULTATEN CONCLUSIE
  • 18. • Achtergrondgegevens:  Geslacht  Leeftijd  Inname medicatie  Persoonlijke voorgeschiedenis • Samplingsvragen  (1) Heeft u zich ooit zorgen gemaakt omtrent uw geheugen?  (2) Heeft uw omgeving ooit opmerkingen gemaakt omtrent uw geheugen? • Subjectieve perceptie van geheugen (VAS) Faculteit Geneeskunde18 2. Methoden 2.2 Veldonderzoek Studieontwerp en testen INLEIDING METHODEN DISCUSSIE & RESULTATEN CONCLUSIE
  • 19. Faculteit Geneeskunde19 2. Methoden 2.2 Veldonderzoek Studieontwerp en testen INLEIDING METHODEN DISCUSSIE & RESULTATEN CONCLUSIE
  • 20. Faculteit Geneeskunde20 2. Methoden 2.2 Veldonderzoek Studieontwerp en testen • Screeningsinstrument (detectie MCI) • Sensitiviteit: 0,94 ( MMSE: 0,85) • Specificiteit: 0,6 ( MMSE: 0,90) • Cognitieve domeinen: • Geheugen • Aandacht en concentratie • Visuo-constructieve vaardigheden • Executieve functies • Taal en oriëntatie • Max. punten = 30 • Cutoff : 26 INLEIDING METHODEN DISCUSSIE & RESULTATEN CONCLUSIE
  • 21. Faculteit Geneeskunde21 2. Methoden 2.2 Veldonderzoek • Informatie volwassen leven • Bij deelnemer/Naaste • 3 onderdelen  CRI-Opleiding o Aantal jaren formele opleiding o Aantal cursussen/trainingen  CRI-Werk en beroep o Scoring naar complexiteit beroep o Aantal jaren beroep  CRI-Vrije tijd o 16 items  frequentie • Geen maxi. score  5 niveaus INLEIDING METHODEN DISCUSSIE & RESULTATEN CONCLUSIE Studieontwerp en testen
  • 22. Faculteit Geneeskunde22 2. Methoden 2.2 Veldonderzoek • Bij deelnemer zelf • 2 versies :  Diepgaande testing  Vermijden leereffecten • Ruwe  Gestandaardiseerde scores • 4 onderdelen • Woorden lezen  Letters herkennen (15 items)  Woorden lezen (55 items) • Begrijp de zinnen (50 items) • Spelling  Letters (13 letters)  Woorden (42 woorden) • Wiskunde  Mondeling (15 items)  Schriftelijke (40 problemen) INLEIDING METHODEN DISCUSSIE & RESULTATEN CONCLUSIE Studieontwerp en testen
  • 23. • Evaluatiegesprek bestaande uit 4 vragen: Faculteit Geneeskunde23 2. Methoden 2.3 Evaluatieformulier INLEIDING METHODEN DISCUSSIE & RESULTATEN CONCLUSIE
  • 24. • Programma SPSS25 • Shapiro-Wilk test: test voor normaliteit • Spearmans Rho: uitvoeren van correlaties • Bland-Altman plots: analyseren van overeenkomst tussen CRIq en WRAT4 • Cohen’s Kappa: interbeoordelaarsbetrouwbaarheid CRIq en WRAT4 Faculteit Geneeskunde24 2. Methoden 2.4 Statistische verwerking INLEIDING METHODEN DISCUSSIE & RESULTATEN CONCLUSIE
  • 25. Faculteit Geneeskunde25 3. Resultaten 3.1 Deelnemer karakteristieken Figuur 4: Flowchart deelnemers INLEIDING METHODEN DISCUSSIE & RESULTATEN CONCLUSIE
  • 26. Tabel 1: overzicht van de deelnemer karakteristieken Faculteit Geneeskunde26 3. Resultaten 3.1 Deelnemer karakteristieken INLEIDING METHODEN DISCUSSIE & RESULTATEN CONCLUSIE
  • 27. Faculteit Geneeskunde27 3. Resultaten 3.2 Vergelijking meetinstrumenten cognitieve reserve Spearman’s Rho Correlaties Tabel 2: Spearman’s rho correlaties tussen MoCA-WRAT4 en CRIq-WRAT4 en MoCA-CRIq • Redelijke correlatie WRAT4 en CRIq • Middelmatig-hoge correlatie CRIq-O en WRAT4  Opleiding = voldoende indicator voor cognitieve reserve? • Beperkte interne correlatie tussen CRIq-V en CRIq-W  Werk = belangrijke factor om geïncludeerd te worden INLEIDING METHODEN DISCUSSIE & RESULTATEN CONCLUSIE
  • 28. Grotz et al. (2017) • 3 onderdelen • Bemerkingen ter verkorting:  Opleiding: hoogst behaalde diploma # jaren + cursussen/trainingen  Vrije tijd: voorbije jaar  gedurende leven  Voordeel: grote tijds- en kostenbesparing • MAAR…  Als CRIq-Werk en CRIq vrije tijd = belangrijk  biedt WRAT4 een voldoende weergave?  Als Redelijke correlatie tussen WRAT4 en CRIq  WRAT4/CRIq een goede test om cognitieve reserve te meten? Faculteit Geneeskunde28 3. Resultaten 3.2 Vergelijking meetinstrumenten cognitieve reserve INLEIDING METHODEN DISCUSSIE & RESULTATEN CONCLUSIE
  • 29. Faculteit Geneeskunde29 3. Resultaten 3.2 Vergelijking meetinstrumenten cognitieve reserve Figuur 5: CRIqTotaal-WRAT4Totaal in absolute waarden INLEIDING METHODEN DISCUSSIE & RESULTATEN CONCLUSIE • Geen lineair verband • Positief verschil tussen CRIq en WRAT4 •  Verschil bij hogere resultaten WRAT4 en CRIq Bland-Altman plots
  • 30. Faculteit Geneeskunde30 3. Resultaten 3.2 Vergelijking meetinstrumenten cognitieve reserve -100 -80 -60 -40 -20 0 20 30 40 50 60 70 80 90 100 110 Mean of Criqtotaal% and Wrat4% (Criqtotaal%-Wrat4%)/Mean% Mean -44,7 -1.96 SD -90,4 +1.96 SD 1,0 Figuur 6: CRIqTotaal-WRAT4Totaal in procent DifferenceofCriqtotaal%andWRAT4% INLEIDING METHODEN DISCUSSIE & RESULTATEN CONCLUSIE • Geen lineair verband • CRIq gemiddeld lager scoren dan WRAT4 • Verschillen minimaal bij hogere scores • Gemiddelde waardes van 60-70% ~ dichtst bij het gemiddeld verschil •  Verschil bij lagere scores Bland-Altman plots
  • 31. Faculteit Geneeskunde31 3. Resultaten 3.2 Vergelijking meetinstrumenten cognitieve reserve INLEIDING METHODEN DISCUSSIE & RESULTATEN CONCLUSIE • WRAT4 en CRIq komen niet goed overeen • Bemerkingen  Cognitieve reserve niet op eenzelfde manier identificeren  CRIq :systematische onderwaardering  Wél concordant bij hoge scores (vanaf gemidd. 80% )   Verschil bij lage scores Bland-Altman plots
  • 32. • De gewogen kappa coëfficiënt (concordantie tussen tertielgroepen) = matig Faculteit Geneeskunde32 3. Resultaten 3.2 Vergelijking meetinstrumenten cognitieve reserve Figuur 7: Chart Kappa analyse -1 < κ < +1 Κ =0,60 : acceptabele overeenstemming K > 0,80 : goed of bevredigend Tertielgroepen: laag, gemiddeld, hoog INLEIDING METHODEN DISCUSSIE & RESULTATEN CONCLUSIE Tabel 3: Inter-rater agreement (kappa)
  • 33. Faculteit Geneeskunde33 3. Resultaten 3.2 Vergelijking meetinstrumenten cognitieve reserve INLEIDING METHODEN DISCUSSIE & RESULTATEN CONCLUSIE CRIq WRAT4 CRIq geen goed alternatief voor WRAT4 Uitz. : subgroep hoge cognitieve reserve
  • 34. Faculteit Geneeskunde34 3. Resultaten 3.3 Vergelijking cognitieve reserve & cognitief deficit INLEIDING METHODEN DISCUSSIE & RESULTATEN CONCLUSIE Tabel 4: Spearman’s rho correlaties tussen MoCA-WRAT4 en CRIq-WRAT4 en MoCA-CRIq • Hogere correlaties WRAT4-MoCA dan CRIq-MoCA
  • 35. Faculteit Geneeskunde35 3. Resultaten 3.4 Bijkomende analyses Tabel 5: Spearman’s rho correlaties tussen MoCA, VAS en samplingsvragen • Geen significante resultaten:  Geen verdere uitspraken Tabel 6: Spearman’s rho correlaties tussen Opleiding1, Opleiding 2, Werk en WRAT4 INLEIDING METHODEN DISCUSSIE & RESULTATEN CONCLUSIE • Middelmatige-Hoge correlaties:  Opleiding 1 en WRAT4  Opleiding 2 en WRAT4  Werk en WRAT4
  • 36. Faculteit Geneeskunde36 3. Resultaten 3.5 Interne correlatie WRAT4 & het evaluatiegesprek Tabel 7: Spearman’s rho corrrelatie onderdelen WRAT4 (ruwe en standaard scores) • Hoge interne correlaties ≠ onderdelen WRAT4 • Evalueren van de kwaliteit van NL versie  Correlaties vergelijken met Engelstalige versie  Psychometrische analyse  Meer vergelijkend onderzoek nodig in grotere populatie INLEIDING METHODEN DISCUSSIE & RESULTATEN CONCLUSIE
  • 37. Faculteit Geneeskunde37 3. Resultaten 3.5 Interne correlatie WRAT4 & het evaluatiegesprek Tabel 8: Spearman’s rho correlatie tussen WRAT4 en evaluatiegesprek • Bruikbaarheid + reproduceerbaarheid NL WRAT4 = veelbelovend  Deelnemers: positief  uitgebreidheid + lengte WRAT4  Deelnemers: 90,2% toekomst  Relatief weinig negatieve klachten  Afname WRAT4 = haalbaar in oudere populatie INLEIDING METHODEN DISCUSSIE & RESULTATEN CONCLUSIE
  • 38. • Onderzoek naar Engelstalige versie: test-hertest gegevens onvolledig • Praktisch gebruik WRAT4:  Tijdsintensief  Opgeleide onderzoeker  praktijkondersteuner • Klinische implicaties van cognitieve reserve ? Faculteit Geneeskunde38 3. Resultaten 3.5 Interne correlatie WRAT4 & het evaluatiegesprek
  • 39. Faculteit Geneeskunde39 3. Resultaten 3.6 Sterktes >< Zwaktes INLEIDING METHODEN DISCUSSIE & RESULTATEN CONCLUSIE Sterktes Vermoeidhei d Standaardisatie Pionierswerk Zwaktes Totaalscore Referentietest Purposeful sample Subjectieve geheugenklachten
  • 40. • Cognitieve reserve: veel bestudeerd • Geen referentietest, geen consensus over meetinstrumenten • Pionierswerk = ontwikkeling Nederlandstalige versie WRAT4 • MAAR: onderzoek naar validiteit + betrouwbaarheid • Afname WRAT4 =haalbaar in een oudere populatie. • WRAT4 & CRIq kwamen onvoldoende overeen.  Verder onderzoek naar gouden standaard  Bijkomende onderbouwing voor de geformuleerde hypotheses. • Klinische relevantie meetinstrument naar cognitieve reserve ?! • Verder onderzoek naar cognitieve reserve + verband met cognitief deficit. Faculteit Geneeskunde40 4. Conclusie INLEIDING METHODEN DISCUSSIE & RESULTATEN CONCLUSIE
  • 41. Faculteit Geneeskunde41 Bedankt voor uw aandacht. Vragen? INLEIDING METHODEN DISCUSSIE & RESULTATEN CONCLUSIE
  • 42. Faculteit Geneeskunde42 Referenties 1. Vogel A, Salem LC, Andersen BB, Waldemar G. Differences in quantitative methods for measuring subjective cognitive decline – results from a prospective memory clinic study. International Psychogeriatrics. 2016;28(9):1513-20. 2. Livingston G, Sommerlad A, Orgeta V, Costafreda SG, Huntley J, Ames D, et al. Dementia prevention, intervention, and care. The Lancet. 2017;390(10113):2673-734. 3. Whalley LJ, Deary IJ, Appleton CL, Starr JM. Cognitive reserve and the neurobiology of cognitive aging. Ageing Research Reviews. 2004;3(4): 369-82. 4. Stern Y. What is cognitive reserve? Theory and research application of the reserve concept. Journal of the International Neuropsychological Society. 2002;8(3):448-60. 5. Steffener J, Stern Y. Exploring the neural basis of cognitive reserve in aging. Biochimica et Biophysica Acta (BBA) - Molecular Basis of Disease. 2012;1822(3):467-73. 6. Satz P. Brain reserve capacity on symptom onset after brain injury: A formulation and review of evidence for threshold theory. Neuropsychology. 1993;7(3):273-95. 7. Richards M, Deary IJ. A life course approach to cognitive reserve: A model for cognitive aging and development? Annals of Neurology. 2005;58(4):617-22. 8. Grotz C, Seron X, Van Wissen M, Adam S. How should proxies of cognitive reserve be evaluated in a population of healthy older adults? International Psychogeriatrics. 2017;29(1):123-36. 9. Spitznagel MB, Tremont G. Cognitive reserve and anosognosia in questionable and mild dementia. Archives of Clinical Neuropsychology. 2005;20(4):505-15. 10. Casaletto KB, Cattie J, Franklin DR, Moore DJ, Woods SP, Grant I, et al. The Wide Range Achievement Test-4 Reading Subtest “Holds” in HIV- infected Individuals. Journal of clinical and experimental neuropsychology. 2014;36(9):992-1001. 11. Dell C, Harrold B. Test Review: Wilkinson, G. S., & Robertson, G. J. (2006). Wide Range Achievement Test--Fourth Edition. Lutz, FL: Psychological Assessment Resources. WRAT4 Introductory Kit (includes manual, 25 test/response forms [blue and green], and accompanying test materials):2008. 57-60 p.
  • 43. 12. Larner AJ. Screening utility of the Montreal Cognitive Assessment (MoCA): in place of – or as well as – the MMSE? International Psychogeriatrics. 2012;24(3):391-6. 13. Gary R. Wide-Range Achievement Test. In The Corsini Encyclopedia of Psychology (eds I B Weiner and W E Craighead). 2010. 14. Nucci M, Mapelli D, Mondini S. Cognitive Reserve Index questionnaire (CRIq): a new instrument for measuring cognitive reserve. Aging Clinical and Experimental Research. 2012;24(3):218-26 15. Sayegh P, Arentoft A, Thaler NS, Dean AC, Thames AD. Quality of Education Predicts Performance on the Wide Range Achievement Test-4th Edition Word Reading Subtest. Archives of Clinical Neuropsychology. 2014;29(8):731-6. 16. Woodward Christel A, Santa‐Barbara J, Roberts R. Test‐retest reliability of the wide range achievement test. Journal of Clinical Psychology. 1975;31(1):81-4. Faculteit Geneeskunde43 Referenties

Editor's Notes

  1. Zoals jullie zien is het een hele boterham waarbij we jullie willen meenemen hoe ons werk is verlopen en welke zaken wij zelf eruit halen en van belang vinden. Om te starten een korte teaser waarom dit onderwerp ons aansprak.
  2. Cognitieve klachten komen vaak voor bij ouderen en kunnen een risicofactor zijn voor dementie en cognitieve achteruitgang. In een artikel van 2017 over dementie gepubliceerd in The Lancet werden er 9 potentieel modificeerbare risicofactoren voor dementie geïdentificeerd. Men schat dat als deze 9 factoren worden geëlimineerd, 1op 3 gevallen van dementie kan verhinderd worden. Van deze 9 factoren zijn er verschillende conceptueel verbonden met reserve.
  3. Het idee van reserve tegen hersenbeschadiging komt voort uit herhaalde observaties dat er geen directe relatie lijkt te bestaan tussen de mate van hersenpathologie of hersenbeschadiging en de klinische manifestatie van die schade (6). Er zijn casussen beschreven waarbij cognitief normale vrouwen bij hun overlijden een geavanceerde vorm van pathologie van de ziekte van Alzheimer in hun hersenen hadden. Gelijkaardig is dat een cerebrovasculair accident van een gelijke grootte bij de ene patiënt tot een minimale stoornis kan leiden terwijl er bij een andere patiënt een grote uitval blijkt te zijn.
  4. Het reserveconcept stelt dat er aspecten zijn van hersenstructuur en -functie die de effecten van neuropathologie kunnen bufferen, zodat hoe groter de reserve, des te ernstiger de pathologie moet zijn om functionele beperkingen te veroorzaken.
  5. Er zijn twee soorten reserves die bijdragen aan het behouden van functioneren in aanwezigheid van hersenveranderingen of schade Enerzijds structurele reserve = hersenreserve Anderzijds cognitieve reserve
  6. Structurele reserve, of ‘reservecapaciteit van de hersenen’: Beschermende potentieel van kwantitatieve anatomische kenmerken zoals hersengrootte, neurale dichtheid en synaptische connectiviteit. Dit wordt ook wel het passief model genoemd
  7. Links: Personen met een grotere hersenreserve (dit wil zeggen grotere hersenen, meer neuronen en synapsen) moeten meer hersenschade oplopen voordat klinische beperkingen optreden.
  8. Functionele reserve of ‘cognitieve reserve’ (CR): Benadrukt de efficiëntie van neurale netwerken en actieve compensatie door alternatieve of meer uitgebreide netwerken na uitdaging. Hier beschouwt men de hersenen als ‘iets actief’ in een poging om te compenseren voor pathologie waarbij er rekening gehouden wordt met verschillen in hoe een taak wordt verwerkt
  9. Rechts: Bij normale veroudering of een pathologisch proces, kunnen individuen met een grotere CR meer hersenschade tolereren door alternatieve hersennetwerken te gebruiken om met succes een cognitieve taak uit te voeren
  10. Samengevat refereert de structurele benadering van reserve naar de ‘hardware’, de functionele benadering plaatst meer nadruk op de ‘software’ zoals efficiënt gebruik van het neuraal netwerk en cognitieve verwerking. Cognitieve reserve via directe methodes op neuraal niveau te meten. Hierdoor wordt CR meestal weergegeven door indices die gerelateerd zijn aan levenservaringen waarvan vermoed wordt dat ze cognitieve reserve verhogen. Deze incides kunnen werken als buffers tegen het effect van hersenbeschadiging of pathologie. De meest gebruikte proxies van cognitieve reserve omvatten opleidingsniveau, beroep en deelname aan stimulerende vrijetijdsactiviteiten.
  11. De Spearman’s Rho correlaties tonen aan dat er een redelijke correlatie bestaat tussen de onderdelen van de WRAT4 met de onderdelen van de CRIq. Er bestaat een middelmatig tot hoge correlatie tussen CRIq-Opleiding en de onderdelen van de WRAT4. - Een mogelijke verklaring hiervoor is dat de WRAT4 oorspronkelijk ontwikkeld is om de basis academische vaardigheden in kaart te brengen. - Hierbij kan men zich aldus de vraag stellen of opleiding op zichzelf een voldoende indicator is voor cognitieve reserve. Verder is er een beperkte interne correlatie tussen het onderdeel vrije tijd van de CRIq met het onderdeel werk en beroep van de CRIq. Dit zou kunnen aantonen dat het onderdeel werk en beroep van de CRIq belangrijk is om als factor geïncludeerd te worden in de vragenlijst
  12. Statische verwerking In de literatuur wordt noch de WRAT4 noch de CRIq aangegeven de gouden standaard te zijn voor het meten van cognitieve reserve. Om te achterhalen hoe goed deze testen met elkaar overeenkomen werd er een Bland-Altman analyse uitgevoerd. Alvorens deze analyse uit te voeren was het noodzakelijk om een totaalscore te creëren voor zowel de WRAT4 als de CRIq, aangezien dit tot op heden niet in de literatuur wordt vermeld. De totaalscore voor elke test omvatte een optelsom van de afzonderlijke delen waaruit de test bestond. Vervolgens konden de totaalscores berekend worden van de WRAT4 en CRIq voor elke deelnemer. Om deze analyse toe te passen werden er twee nieuwe variabelen berekend, een variabele voor het gemiddelde van de twee metingen en een variabele voor het verschil van de twee numerieke variabelen. Het resultaat wordt weergegeven in een Bland-Altman waarbij het verschil tegen het gemiddelde uitgezet wordt. De grenzen van overeenstemming (limits of agreement, LOA) zijn gedefinieerd als d -1,96SD en d +1,96SD, met d het gemiddelde verschil en SD de standaarddeviatie (SD) van de verschillen.(26-28). Resultaat Figuur (Bland-Altman plot van CRIqTotaal-WRAT4Totaal, uitgedrukt in absolute waarden) laat zien dat er geen lineair verband is tussen de twee testen. Het gemiddelde verschil is 294 en de LOA zijn 4 en 584. Verder toont de plot dat er steeds een positief verschil is tussen de CRIq en WRAT4, maar het verschil tussen de twee testen wordt groter bij hogere resultaten van de WRAT4 en CRIq. Het verschil tussen de twee vooropgestelde testen voor cognitieve reserve is het kleinst tussen de gemiddelde waarden 300 en 350.
  13. Doordat beide testen gescoord worden op verschillende schalen werden de absolute scores omgezet in procenten. Hierbij werd er enerzijds rekening gehouden met een maximale totaalscore van de WRAT4 van 225, anderzijds aangezien er geen maximumscore voor de CRIq is vastgelegd hield men rekening met de hoogst behaalde score gevonden bij de deelnemers (902,5) Figuur (Bland-Altman plot van CRIqTotaal-WRAT4Totaal, uitgedrukt in procent) laat eveneens geen lineair verband zien tussen de CRIq en WRAT4. Hier toont de plot dat de CRIq gemiddeld lager gaat scoren dan de WRAT4. Het gemiddeld verschil tussen de twee testen is immers -44,7. Er kan geconstateerd worden dat de verschillen tussen de twee testen kleiner wordt bij hogere waarden. Dit maakt dat als iemand hoger scoort op de CRIq en WRAT4, het verschil tussen deze twee testen minimaal wordt en bijgevolg de testen goed overeenkomen. De gemiddelde waarden van de CRIq met de WRAT4 tussen de 60 en 70 procent liggen het dichtst bij het gemiddeld verschil. Verder kan men vaststellen dat het verschil tussen de twee testen alleen maar groter wordt bij lagere scores. Samengevat volgt uit de resultaten dat vanaf een gemiddelde van 80 procent of hoger het verschil tussen de WRAT4 en CRIq afneemt en minimaal wordt. Daarentegen wordt het verschil tussen de twee testen alleen maar groter bij lagere waarden.
  14. Uit de Bland-Altman plots komt naar voren dat deze twee testen niet goed overeenkomen. Men moet echter enkele bemerkingen maken. De Bland-Altman plots laten zien dat noch de CRIq noch de WRAT4 erin slaagt om cognitieve reserve op eenzelfde manier te identificeren. De WRAT4 scoort systematische hoger dan de CRIq. Ondanks dat er geen regressielijn zichtbaar is op de Bland-Altman plots (Figuur 42 en 43) kan er vastgesteld worden dat de CRIq systematisch zorgt voor een onderwaardering. De CRIq slaagt er in om vrij concordant met de WRAT4 deelnemers met hogere scores goed te identificeren, zoals in de resultaten vermeld, is dit vanaf een gemiddelde CRIq-WRAT4 van 80 procent. Onder deze waarde zal het verschil tussen de twee testen alleen maar groter worden. Bijgevolg geldt dat hoe lager het gemiddelde tussen CRIq-WRAT4, hoe groter het verschil en hoe meer discriminerend de CRIq is. Men zou dus kunnen concluderen dat de CRIq niet discriminerend genoeg is voor cognitieve reserve in voornamelijk de onderste gebieden, oftewel lage scores. De WRAT4 is zoals eerder vermeld een gevalideerde test voor het inschatten van basis academische vaardigheden en is uitgebreider. De CRIq daarentegen is een slechts een weergave van pure passieve kenmerken van de deelnemer. Als men zou aannemen dat de WRAT4 de gouden standaard is voor cognitieve reserve, dan geeft de CRIq een eerder slechte benadering van dit concept.
  15. Algemene uitleg In een volgende stap ging men de interbeoordelaarsbetrouwheid na voor de ordinale schalen van WRAT4 en CRIq met behulp van de Kappa analyse. Cohen’s Kappa is een statische variabele die ontwikkeld werd om een overeenkomst weer te geven tussen twee metingen of waarnemers, rekening houdend met de mate van toevallige overeenstemming. De kappa-waarde (κ) kan variëren tussen -1 en 1. Een kappa van 0 wil zeggen dat de overeenstemming tussen de metingen op toeval berust, een kappa van 1 wil zeggen perfecte overeenkomst. Verder wordt er in de literatuur een κ van 0.60 als minimum beschouwd om van een acceptabele overeenstemming te kunnen spreken. Een waarde van 0.80 of hoger als κ wordt als ’goed’ of ’bevredigend’ aangenomen (29, 30). Voor deze analyse werden de totaalscores van de WRAT4 en de CRIq opgedeeld in tertiel groepen (Laag, Gemiddeld en Hoog) en werd er gekeken in hoeverre dat deze categorieën overeenkwamen.
  16. De WRAT4 is zoals eerder vermeld een gevalideerde test voor het inschatten van basis academische vaardigheden en is uitgebreider. De CRIq daarentegen is een slechts een weergave van pure passieve kenmerken van de deelnemer. Als men zou aannemen dat de WRAT4 de gouden standaard is voor cognitieve reserve, dan geeft de CRIq een eerder slechte benadering van dit concept. CRIq geen goed alternatief voor WRAT4, Uitgezonderd subgroep hoge cognitieve reserve
  17. Tabel Spearman’s rho correlaties tussen de MoCA en de WRAT4. WRAT4-MoCA Alle afzonderlijke onderdelen van de WRAT4 correleren op een significante wijze met de testresultaten van de MoCA. Er kan een hoge positieve correlatie (rs=0,759) teruggevonden worden tussen MoCA en WRAT4-Zinnen Er kan middelmatige positieve correlaties tussen MoCA en de andere onderdelen van de WRAT4. Het onderdeel ‘woorden’ van de WRAT4 kent de laagste correlatiecoëfficiënt (rs=0,557) met de MoCA CRIq-MoCA Het onderdeel CRIq-Opleiding en -Vrije tijd, en de MOCA correleren op significante wijze. De correlatie tussen MoCA en CRIq-Vrije tijd is (positief) middelmatig. Daarentegen kan er een lage positieve correlatie aangetoond worden tussen MoCA en CRIq-Opleiding. Er werd geen significantieniveau bereikt voor de correlaties tussen MoCA en CRIq-Werk.
  18. Correlatie onderzocht tussen MoCA en VAS, (VAS die een subjectieve inschatting weergaf van de perceptie van het geheugen van de deelnemers) Dit leverde geen significante resultaten op (tabel 9, bijlage 5). Bijgevolg kunnen hierover geen verdere uitspraken gedaan worden. Correlaties tussen de variabelen Opleiding 1 en 2 met de WRAT4. Deze resultaten kunnen teruggevonden worden in tabel 10 bijlage 5. Opleiding 1 werd weergegeven in volgende categorieën: lager onderwijs (1), lager middelbaar, 3-4 jaar (2), hoger middelbaar, alle jaren geslaagd (3), niet-universitair hoger onderwijs (4), universitair onderwijs (5). De variabele Opleiding 2 geeft het concreet aantal jaren weer dat de deelnemers een opleiding hebben gehad. De gegevens tussen Opleiding 1 en WRAT4 zijn significant, evenals de gegevens tussen Opleiding 2 en WRAT4. Er heerst een hoge positieve correlatie tussen Opleiding 1 en de onderdelen ‘woorden’ en ‘wiskunde’ van de WRAT4. Verder kan er een middelmatige (positieve) correlatie gevonden worden tussen Opleiding 1 met WRAT4-Zinnen en - Spelling. Daarnaast is er voor Opleiding 2 een hoge positieve correlatie met WRAT4-Woorden, -Zinnen en -Wiskunde. Een middelmatige (positieve) correlatie werd gevonden tussen Opleiding 2 en WRAT4-Spelling. Correlatie tussen de variabele Werk en WRAT4 Werk werd onderverdeeld in volgende categorieën: laag/ongeschoolde arbeid (1), geschoolde arbeid (2), geschoold beroep (3), hooggeschoold/academisch beroep (4), intellectuele uitdaging en/of verantwoordelijkheid (5). De correlaties tussen Werk en WRAT4 kunnen als significant beschouwd worden. Een hoge (positieve) correlatie kon aangetoond worden tussen Werk en het onderdeel wiskunde van de WRAT4. De overige correlaties tussen Werk en de andere onderdelen van de WRAT4 zijn middelmatig. Opmerking tabel VAS: eigen geheugen inschatten van 1 (zeer slecht geheugen) tot 10 (perfect) Vraag 1 : ‘Heeft u zich ooit zorgen gemaakt omtrent uw geheugen?’ Vraag 2: ‘Heeft uw omgeving ooit pmerkingen gemaakt omtrent uw geheugen?’ Opleiding 1: lager onderwijs (1), lager middelbaar, 3-4 jaar (2), hoger middelbaar, alle jaren geslaagd (3), niet-universitair hoger onderwijs (4), universitair onderwijs (5). Opleiding 2: opleiding in jaren wordt weergegeven. Werk : ongeschoolde arbeid (1), geschoolde arbeid (2), geschoold beroep (3), hooggeschoold/academisch beroep (4), intellectuele uitdaging en/of verantwoordelijkheid (5).
  19. Resultaten (mbv tabel) De Spearman’s rho correlaties van de verschillende onderdelen van de WRAT4 ten opzichte van elkaar voor zowel de ruwe scores als de standaard scores. De correlaties van alle onderdelen van de WRAT4, zowel de ruwe scores als de standaard scores, zijn onderling statistisch significant. Er kan een hoge positieve correlatie gevonden worden tussen alle onderdelen van de WRAT4. Bespreking discussie Uit de resultaten komt naar voren dat voor deze Nederlandstalige versie van de WRAT4 er hoge interne correlaties werden vastgesteld tussen de verschillende onderdelen van de WRAT4. Om de kwaliteit van de Nederlandstalige versie verder te kunnen evalueren zouden deze correlaties vergeleken moeten worden met deze van de Engelstalige versie. Bovendien zou er nog een psychometrische analyse moeten plaatsvinden van de beide Nederlandstalige versies (zowel de groene als de blauwe formulieren). Men kan besluiten dat er verder vergelijkend onderzoek nodig is, onder andere om de Nederlandstalige versie te vergelijken met de Engelstalige versie in een grotere populatie. Tevens dient de validiteit en betrouwbaarheid van deze Nederlandstalige test diepgaander onderzocht te worden in verschillende grootschalige testpopulaties.
  20. Sterktes Pionierswerk Nederlandstalige versie WRAT4 Opmaak testformulieren en antwoordenformulieren Afname van testen op gestandaardiseerde manier Rekening houden met vermoeidheidsklachten Zwaktes Purposeful sample van 61 deelnemers  extrapoleerbaarheid naar algemene oudere bevolking Subjectieve geheugenklachten m.b.v. 2 sampling vragen en een VAS  onduidelijkheid in literatuur Ontbreken van een referentietest van cognitieve reserve Creatie van totaalscores WRAT4 en CRIq