SlideShare a Scribd company logo
1 of 35
Milieubescherming in het Omgevingsplan
Eveline Sillevis Smitt
Sturingsinstrumenten vanuit Provincie en Rijk
Hugo Doornhof
Maart 2017
Milieubescherming in het Omgevingsplan
Te bespreken:
1. inhoud Omgevingsplan (Op)
2. inhoud Besluit activiteiten
leefomgeving (Bal) en relevantie
voor (milieu)regels in Op
3. inhoud Besluit kwaliteit
leefomgeving (Bkl) en relevantie
voor (milieu)regels in Op
4. Verhouding beoordelingsregels voor
omgevingsvergunning milieu en
(milieu)regels Op
5. (ontwerp) Invoeringswet Ow en
gewijzigde regime mbt bouwen
2
1. Inhoud Omgevingsplan (Op)
• Eén Omgevingsplan (Op) voor gemeentelijk
grondgebied verplicht (art 2.4 Ow)
• Inhoud: “regels over fysieke leefomgeving” (art 2.4
Ow)
• Fysieke leefomgeving, zie art 1.2 Ow
• Regels in Op over activiteiten die gevolgen (kunnen)
hebben voor fysieke leefomgeving (art 4.1 Ow)
• Het Op bevat evenwichtige toedeling van functies
aan locaties én regels die met het oog daarop nodig
zijn (art 4.2 Ow)
• Mogelijkheid van opnemen omgevingswaarden (art
2.11 Ow)
• Het Op zal zeer belangrijk instrument zijn voor
milieubescherming
3
2. Inhoud (ontwerp)Besluit activiteiten
leefomgeving (Bal)
• Rijksregels voor “milieubelastende activiteiten” (grondslag art 4.3 en 5.1 Ow): in
Bal (in feite opvolger Activiteitenbesluit)
• Aantal vergunningplichten voor “milieubelastende activiteiten” verder
teruggedrongen
• Vergunningplicht alleen daar waar het noodzakelijk wordt geacht dat bevoegd
gezag vooraf activiteit instemt én voorschriften formuleert
• Omvang vergunningplicht ook afgestemd op de risico's voor leefomgeving;
vergunningplicht beperken tot dat deel waarvoor daadwerkelijke voorafgaande
beoordeling nodig is
• Maatwerk mogelijk, maar geen vereiste om breed toe te passen
• Voor maatwerk moet aanleiding zijn en moet worden gemotiveerd (pag 9/10 NvT
alg Bal)
4
Inhoud Bal
• Hfd 3 van het Bal is “richtingaanwijzer” en wijst
aan of de activiteit een “milieubelastende
activiteit“ is waarvoor Rijksregels gelden onder art
2.1 Bal
• Vb: par 3.2.6 “Windturbine”: ja, vanaf 1 windturbine
mits rotordiameter van meer dan 2 meter: art 3.15;
par 3.6.1 “Veehouderij”: ja, als meer dan 10 rundvee,
15 varkens, 350 kippen, een of meer pelsdieren of
meer dan 25 overige landbouwhuisdier: art 3.163 Bal)
• Hfd 3 Bal bepaalt of er voor betrokken
milieubelastende activiteit een
vergunningplicht geldt
• Vb: par 3.2.1 “Seveso-inrichting”: altijd, art 3.5 Bal;
par 3.2.6 “Windturbine”: indien windturbinepark met
meer dan 3 windturbines, art 3.16 Bal; par 3.6.1
“Veehouderij”: ja, als IPPC of meer dan in art 3.164
genoemde aantal dieren (200 of meer
melk/kalf/zoogkoeien van 2 jaar en ouder, meer dan 50
varkens etc etc. )
5
Inhoud Bal
• Hfd 3 Bal wijst verder per milieubelastende activiteit aan welke algemene
regels uit Bal daarop van toepassing zijn
• Vb: par 3.2.1 “Seveso-inrichting”: regels uit par 4.2 (art 3.6 Bal); par 3.2.6
“Windturbine”: par 4.30 (art 3.17 Bal); par 3.6.1 “Veehouderij”: diverse
paragraven uit hfd 4 staan opgesomd (art 3.165 Bal)
• Afwijking van vergunningplicht mogelijk voor deze “milieubelastende activiteiten”?
• Ja, in waterschaps- en omgevingsverordening: maar alleen aanvullende verboden
om een activiteit zonder omgevingsvergunning te verrichten, art 5.2 lid 1 onder b
Ow en art 2.12b Bal
• Ja, ook in Op voor gemeenten mogelijk om een aanvullend verbod op te nemen
om een “milieubelastende activiteit” te verrichten, behoudens met vergunning (art
4.4 Ow, na Inw Ow) (zie ook pag 56 NvT Bal)
6
Aard regels voor milieubelastende activiteit
• Bal stelt algemeen gesproken technische, locatie onafhankelijke regels, die landelijk
aan bedrijven kunnen worden gesteld (zie ook grondslag art 4.22 Ow)
 VB: windturbines, regels in par 4.30 Bal: alleen rijksregels over (1) info verstrekking bij
melding en (2) regels over (externe) veiligheid
 VB: Zwembad, alleen rijksregels in par 5.4.1: over energiebesparing (zie art 3.272 Bal)
• Regels in Bal gelden voor individuele bedrijven voor zover er een in het Bal geduide
“milieubelastende activiteit” wordt verricht
7
Afwijking mogelijk van regels Bal
• Afwijking van de algemene regels voor de milieubelastende activiteiten mag met
een maatwerkregel in Op voor zover onder voorwaarden aangegeven in Bal (art 4.6
Ow en 2.11 Bal):
• Over specifieke zorgplichten genoemd in art 2.10 Bal
• Over regels aangaande ongewone ongevallen in afd 2.7 Bal
• Over inhoudelijke regels in hfd 3 t/m 5, tenzij daar anders is bepaald (vb: Seveso-
inrichtingen art 4.6 Bal: geen afwijking mogelijk met maatwerkregel of
maatwerkvoorschrift)
• Niet over meet- en rekenmethoden (art. 2.11 lid 1 onder b Bal)
• Over aanvullend verbod, tenzij melding (art 2.12a Bal)
8
Maatwerkregel in Omgevingsplan
• Maatwerkregels gelden voor daarbij aangegeven locaties om gebiedsgericht
duidelijk te maken welke regels er gelden op de betrokken locatie(s)
• Om die reden zijn maatwerkregels geschikt om te sturen op toekomstige
ontwikkeling (NvT artikelsgewijs pag 17); mn bij reguleren cumulatie, externe
veiligheid etc
• Bij stellen maatwerkregel in Op moet oogmerk en strekking van de algemene
rijksregels in acht worden genomen (art 4.6 lid 2 Ow en 2.11 lid 3 jo 2.2 Bal:
oogmerk waarborgen veiligheid, beschermen gezondheid, kwaliteit lucht, doelmatig
gebruik energie etc)
• Maatwerkregels moeten ook voldoen aan criteria voor rijksregels: art 4.6 lid 2 Ow
verklaart par 4.3.2 van overeenkomstige toepassing (zie mn art 4.22 Ow)
• Als maatwerkregel buiten reikwijdte Bal: onverbindend
9
• Als activiteit niet als “milieubelastende activiteit” in hfd 3
Bal aangewezen, kan deze via het Op worden gereguleerd
• Vb: hotels/conferentieoorden, restaurants/snackbars etc,
disco’s/evenementenhallen etc, recreatie, supermarkten/
bouwmarkten, onderwijs en kantoorgebouwen, dierenpensions,
dierenasiels,/hobbymatig houden dieren/maneges etc (zie NvT
alg Bal, pag 63)
10
Regime voor andere bedrijfsactiviteiten
Niet in Bal geregelde onderwerpen in Op
• Bal bevat in ieder geval geen regels over geluid,
trillingen en geur ook niet voor “milieubelastende
activiteiten”
• Aspecten die typisch op lokaal niveau moeten
worden geregeld!
• Reden: bij uitstek impact op directe leefomgeving
• Hoe daarmee omgaan in Op?
• Het Op bevat regels in verband met
evenwichtige toedeling van functies aan locaties
(art 4.2 Ow)
• Het Op bevat regels over activiteiten die
gevolgen kunnen hebben voor fysieke
leefomgeving (art 4.1 Ow)
• Aan de hand van instructieregels in Bkl
11
3. Inhoud Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl)
en relevantie voor Omgevingsplan
• Instructieregels richten zich tot bevoegd gezag, zoals gemeenten bij vaststellen Op
• Instructie regels in afdeling 5.1 met oog op evenwichtige toedeling functies aan
locaties (onderdeel van hfd 5 Bkl “Omgevingsplannen”):
• waarborgen veiligheid (par 5.1.2)
• behoud ruimte voor waterveiligheid (par 5.1.3)
• Beschermen gezondheid en milieu (par 5.1.4)
• Beschermen landschappelijke/stedenbouwkundige waarden/cultureel erfgoed (par 5.1.5)
• Behoud van ruimte voor toekomstige functies (par 5.1.6) (samengevat tbv projecten van
nationaal belang)
• Behoeden infrastructuur voor nadelige gevolgen (par 5.1.7)
• Bevorderen toegankelijkheid openbare ruimten voor personen (par 5.1.8)
12
Instructieregels tbv beschermen gezondheid en
milieu
• Instructieregels over:
• kwaliteit buitenlucht (par 5.1.4.1),
• geluid en trillingen bij bedrijfsmatige activiteiten (par 5.1.4.2)
• Geluid rond luchthavens (par 5.1.4.3, gereserveerd)
• Bodemkwaliteit (par 5.1.4.4, gereserveerd)
• Geur voor bedrijfsmatige activiteiten/zuiveringstechnische werken en agrarische
sector (par 5.1.4.5)
• Toepassingsbereik: gaat over instructies indien Op mogelijk maakt dat
bedrijfsmatige activiteiten met gevolgen voor fysieke leefomgeving in de nabijheid
van geluidgevoelige gebouwen/locaties kunnen plaatsvinden
13
Instructieregels Bkl
• Kwaliteit buitenlucht:
• bepaalde omgevingswaarden in acht nemen (weinig ruimte bij aanleg
(auto)snelweg of wegtunnelbuis en in de aandachtsgebieden neergelegd in bijlage
XIII (voor stikstofdioxide en fijn stof); uitzonderingen bij “niet in betekende mate
bijdragen” (art 5.35 t/m 5.41 Bkl);
• Geluid en trillingen algemeen:
• Definitie geluidgevoelig gebouw (woon-, onderwijs, gezondheidszorgfunctie of
kinderopvang jonger dan 4 jaar; geluidgevoelige locatie (woonwagens, drijvende
locaties) (art 5.42 Bkl)
• Geluid (NB: excl gezoneerde industrieterreinen)
• In Op wordt rekening gehouden met geluid door “bedrijfsmatige activiteiten” op
geluidgevoelige gebouwen of locaties (art 5.43 Bkl)
• Regels in Op voorzien erin dat langtijdgemiddelde en maximale geluidniveaus op
de gevel van geluidgevoelige gebouwen aanvaardbaar zijn (art 5.43 Bkl)
14
• Geluidwaarden in ieder geval aanvaardbaar als aan standaardwaarden bijl XV,
tabel A en aan de grenswaarden uit bijl XV, tabel B wordt voldaan
• Betreft: waarden uit Activiteitenbesluit (50, 45 en 40 dB(A) voor dag-, avond en
nachtperiode; pieken alleen voor avond en nachtperiode!) (zie art 5.44 jo bijl XV,
tabel A Bkl):
• Plus 5 dB(A) ook aanvaardbaar indien bedrijfsmatige activiteit op een in Op aangewezen
bedrijfsterrein (art 5.44 lid 2 Bkl: geen aparte motivering nodig)
• Min 5 dB(A) voor bedrijfsmatige activiteiten in agrarisch gebied (idem, geen motivering
nodig, art 5.44 lid 2 Bkl)
• Verdere afwijking van de normering kan voor dagperiode (7.00-19.00 uur) indien
dat gelet op locatie, aard van de activiteit, de aard van het gebied of relevante
cumulatie naar oordeel gemeenteraad passend wordt geacht (art 5.44 lid 3 Bkl):
motivering nodig ja
• Tabellen met getallen in Op (alleen dan) niet verplicht indien het gelet op locatie
of activiteit aangewezen wordt om niet op te nemen (art 5.44 lid 4 Bkl)
• Ook andere regels mogelijk in Op ter beperking van geluidhinder (art 5.46 Bkl)
15
Voorbeeld lokale milieuregels in Op
Omgevingsplan Rijnhaven – Oost Alphen aan den Rijn d.d. januari 2016
Art. 5 lid 1 en 2
16
Instructieregels Bkl
• Trillingen:
• instructies bij toedeling functie aan locaties en bedrijfsmatige activiteiten die
trillingen veroorzaken (aanvaardbaarheid en koppeling aan waarden in tabel XV,
tabel C en D Bkl, art 5.54 t/m 5.55a Bkl)
• Geur:
• verschillende sub paragraven afhankelijk van geurbron, zoals van
zuiveringstechnische werken, bedrijfsmatige activiteiten of agrarische activiteiten
• Algemene bepalingen met aanwijzing geurgevoelige gebouwen en locaties (art
5.56 Bkl)
• Bepaling geurbelasting en meten afstand (art 5.57 Bkl)
• In Op vastleggen een “bebouwingscontour geur” daar waar hogere geurbelasting
als gevolg van agrarische activiteiten is toegestaan (art 5.58 Bkl; NvT
artikelsgewijs pag 93 Bkl)
17
Instructieregels Bkl
 Geurbelasting door bedrijfsmatige activiteiten: daarmee rekening houden op
geurgevoelige gebouwen en geurgevoelige locaties; geen kader voor “aanvaardbaar
geurniveau”: zelf bepalen (geurbeleid); wel rekening houden met cumulatie (art
5.59 en 5.60 Bkl)
 BodemBodem, verkeerslawaai en gezoneerde industrieterreinen: via Aanvullingswet
bodem en geluid (en Aanvullingsbesluit bodem en geluid)
 Niet geregelde onderwerpen:
‒ denk aan licht, parkeren, bezonning, windhinder, stedelijk groen, kwaliteit openbare
ruimten, in stand houden routenetwerken etc en regelen daarvan is discretionaire
bevoegdheid gemeente; invulling met in acht name uitgangspunten Ow (waaronder
integrale afweging) en abbb
 Bestuurlijke afwegingsruimte en gebiedsgerichte afwegingen (mengpaneel); rechter
terughoudende toets en teruggrijpen op motiveringseisen
 Ambities in Omgevingsvisie neerleggen en in Op uitwerken
18
Voorbeeld lokale
milieuregels in OP (
19
Concept- Omgevingsplan
Buitengebied Rijssen-
Holten d.d. 1 november
2016
• Staan in hfd 8.5 Bkl; NB: alleen voor vergunningplichtige “milieubelastende
activiteiten” zoals aangewezen in hfd 3 Bal! (zie art 8.5 Bkl)
• Verhouding beoordelingsregels en (milieu)regels Op (bijv mbt geluid, geur,
trillingen)?
• Bevoegd gezag dient inhoud Op bij vergunning verlening te betrekken (art 8.8.
Bkl)
• NB: alleen vwb de regels die in Op zijn gesteld voor de fysieke leefomgeving als
gevolg van milieubelastende activiteiten (zie art 8.8 Bkl)
• Daarmee wordt samenhang bevorderd tussen verdeling gebruiksruimte in Op en
eisen die aan vergunningplichtige bedrijven worden gesteld (NvT, alg deel pag
193)
• Als niet voldoet: mag weigeren; behoeft echter niet, dan vergunning voor
afwijkactiviteit (thans omgevingsplanactiviteit)
• Verder ook rekening houden met kaders net als instructieregels voor
geluid/trillingen (art 8.12, 8.12a, b en c Bkl)
20
4. Beoordelingsregels vergunning milieu
Beoordelingsregels
 Als vergunningplicht voor bedrijfsmatige act: beoordelingsregels opnemen in Op
 Als een “milieubelastende activiteit” niet vergunningplichtig onder Bal, maar wel zo
bepaald in Op: aangeven welke beoordelingsregels voor vergunningverlening gelden
21
Omgevingswet een verbetering?
 In bestemmingsplan alleen milieunormen indien ruimtelijke relevantie
 In Op komen Ro spoor en milieu bij elkaar:
‒ Op = kerninstrument voor milieubescherming
 Emissie- of immissienormen in Op ogv art 4.1 Ow (regels aan activiteiten) en 4.2 Ow
(regels bij toedeling functie aan locaties)?
‒ Beide mogelijk;
‒ Reguleren gebruiksruimte mag
 Veel vrijheid om op lokaal niveau de leefomgeving te beheren, benutten en te
beschermen
 Uitdaging voor gemeenten
22
5. (ontwerp) Invoeringswet en gewijzigde regime
bouwen
 Bouwactiviteit : splitsing (1) vergunning voor omgevingsplanactiviteit en (2) technische
vergunning
‒ Ad (1) vergunning voor omgevingsplanactiviteit: geen vergunningplicht, tenzij (ipv verbod, tenzij): art
5.1 lid 1 en 2 Ow gewijzigd)
 In Op kan vergunning voor bouwen verplicht worden gesteld= zg omgevingsplan activiteit
 Omgevingsplan activiteit is elke activiteit die onder Op (1) vergunningsplichtig of (2) van
bepalingen Op afwijkt (afwijkactiviteit exit)
‒ VNG komt met voorbeelden
 Inv besluit van het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl):
‒ Zal aangeven voor welke bouwwerken een preventieve toets aan Bbl (derhalve met vergunning) nodig is
(pag 45 t/m 49 MvT alg deel Inv wet) (Lichtere bouwwerken via melding en kwaliteitsborger)
 Brandveilig gebruik vergunning: exit (idem) (alleen nog meldplicht, algemene regels en
maatwerk)
23
Sturingsinstrumenten vanuit Provincie en Rijk
Te bespreken:
1. bevoegdheidsverdeling
2. instructie- en beoordelingsregels
3. instructies
4. projectbesluit
24
Bevoegdheidsverdeling
 Art. 2.3 Ow: bestuursorganen van de gemeente, ‘tenzij andere
regels zijn gesteld’
 Omgevingsvisies zijn beleidsmatig: geen juridische doorwerking
 Art. 4.3, lid 1 Ow: limitatieve opsomming van activiteiten waarover
Rijk regels mag stellen
‒ Alternatieven: maatwerkregels en gelijkwaardigheidsbepaling
 Provincie als ‘gebiedsregisseur’
 Geen strikte scheiding van verantwoordelijkheden
25
Instructie- en beoordelingsregels (i)
 Bindende verticale sturing
 Provinciale omgevingsverordening en Besluit kwaliteit leefomgeving
 Ruim toepassingsbereik
 Voorbeeld: artikel 5.58 Bkl
26
“Voor de toepassing van de paragrafen 5.1.4.5.3 tot en met 5.1.4.5.8 (geurvoorschriften) wordt in
het omgevingsplan een bebouwingscontour geur vastgesteld voor het gebied waarbinnen een
hoger beschermingsniveau voor geur geldt”
Instructie- en beoordelingsregels (ii)
 Afwijkingsmogelijkheid:
‒ Bij de regels wordt bepaald in welke gevallen en onder welke
voorwaarden van de regels kan worden afgeweken als de toepassing
van de regels niet toereikend is voor, of in de weg staat aan, het
bereiken van de doelen van de wet.
 Maatwerk op lokaal niveau
 Gebiedstransformatie
 Huidige regeling ontwikkelingsgebieden Crisis- en herstelwet
27
Instructie- en beoordelingsregels (iii)
 Beoordelingsregels: regels over buitenplanse afwijkingsbevoegdheid, vergelijkbaar met
artikelen 4.1 en 4.3 Wro
 Provinciale omgevingsverordening en Bkl
 Voorbeeld: art. 8.66 Bkl
28
“Voor zover de aanvraag betrekking heeft op een
rijksmonumentenactiviteit wordt de omgevingsvergunning
alleen verleend als de activiteit in overeenstemming is
met het belang van de monumentenzorg.”
Instructies (i)
• Proactieve instructie: eenmalige opdracht van het Rijk of de provincie om
een concreet besluit met een bepaalde inhoud te nemen
 Beïnvloeding van de besluitvorming vóóraf
 Niet bedoeld als alternatief voor interbestuurlijk
toezicht
 Bijvoorbeeld: instructie aan de raad over de
inhoud van een omgevingsplan
29
Instructies (ii)
• Reactieve instructie: besluit van GS dat inhoudt dat een
onderdeel geen deel uitmaakt van het omgevingsplan
 Reactieve beïnvloeding van de besluitvorming
 Geen bevoegdheid voor Minister
 Uitsluitend indien:
i. hun zienswijze over het ontwerp niet volledig is overgenomen in
het omgevingsplan, of
ii. wijzigingen ten opzichte van het ontwerp zijn aangebracht aan
het omgevingsplan anders dan op grond van hun zienswijze.
30
Projectbesluit (i)
 Direct sturingsinstrument: bevoegdheid voor Rijk, provincie en waterschap om project toe te
staan
 Complexe projecten van publiek belang
 Private initiatieven die samenvallen met publieke doelen
 Voorbereidingswijze van het tracébesluit, direct bindend karakter van het inpassingsplan
 Definitie project:
a. Uitvoering van bouwwerken of totstandbrenging van installaties of werken
b. Andere activiteiten in de fysieke leefomgeving, inclusief ontginning van delfstoffen
 Begrensd door subsidiariteitscriterium
31
Projectbesluit (ii)
Startpunt: openbare kennisgeving (art. 5.47 lid 1 Ow)
 Bevoegd gezag geeft kennis van zijn voornemen om een verkenning uit te voeren
naar een opgave in de fysieke leefomgeving en om een projectbesluit vast te stellen;
 Keuze: wel of geen voorafgaande voorkeursbeslissing.
 Voorkeursbeslissing kan zijn:
 Uitvoeren van een project
 Oplossen van de opgave zonder project
 Combinatie van a of b met de uitvoering van
andere projecten
 Afzien van het uitwerken van een oplossing
32
Projectbesluit (iii)
 Uniforme openbare voorbereidingsprocedure
 Integrale afweging van alle betrokken feiten, belangen en
maatregelen
 Afzonderlijke toestemmingen kunnen worden opgenomen in
het projectbesluit
 In beginsel dus geen omgevingsvergunningen meer nodig
 Fasering onder voorwaarden wel mogelijk
 Bezwaren vanuit gemeentebesturen
33
Voor vragen bel gerust:
Eveline Sillevis Smitt: 06 53 87 83 33
Hugo Doornhof: 06 51 03 10 05
34
Wij houden liever geen afstand
Koffie?

More Related Content

Viewers also liked

Actualiteiten ruimtelijke ordeningsrecht
Actualiteiten ruimtelijke ordeningsrecht Actualiteiten ruimtelijke ordeningsrecht
Actualiteiten ruimtelijke ordeningsrecht AKD
 
AKD - Korte lijnen, heldere taal, efficiënte aanpak.
AKD - Korte lijnen, heldere taal, efficiënte aanpak.AKD - Korte lijnen, heldere taal, efficiënte aanpak.
AKD - Korte lijnen, heldere taal, efficiënte aanpak.AKD
 
Presentation debt sales event Berlin Nov 2015
Presentation debt sales event Berlin Nov 2015Presentation debt sales event Berlin Nov 2015
Presentation debt sales event Berlin Nov 2015Casper Sonnega
 
Privacy in het arbeidsrecht
Privacy in het arbeidsrecht Privacy in het arbeidsrecht
Privacy in het arbeidsrecht AKD
 
Ruimtelijke ordening: hot issues anno 2016
Ruimtelijke ordening: hot issues anno 2016Ruimtelijke ordening: hot issues anno 2016
Ruimtelijke ordening: hot issues anno 2016AKD
 
Gemeenten en drugsafval - Gemeentedagen 2016
Gemeenten en drugsafval - Gemeentedagen 2016Gemeenten en drugsafval - Gemeentedagen 2016
Gemeenten en drugsafval - Gemeentedagen 2016AKD
 
Integriteit bij gemeenten - Gemeentedagen 2016
Integriteit bij gemeenten - Gemeentedagen 2016Integriteit bij gemeenten - Gemeentedagen 2016
Integriteit bij gemeenten - Gemeentedagen 2016AKD
 
Dennis van tilborg en maria van der velden - Subsidie, staatssteun en inkoop ...
Dennis van tilborg en maria van der velden - Subsidie, staatssteun en inkoop ...Dennis van tilborg en maria van der velden - Subsidie, staatssteun en inkoop ...
Dennis van tilborg en maria van der velden - Subsidie, staatssteun en inkoop ...AKD
 
Actualiteiten Arbeidsrecht - AKD
Actualiteiten Arbeidsrecht - AKDActualiteiten Arbeidsrecht - AKD
Actualiteiten Arbeidsrecht - AKDAKD
 

Viewers also liked (10)

Actualiteiten ruimtelijke ordeningsrecht
Actualiteiten ruimtelijke ordeningsrecht Actualiteiten ruimtelijke ordeningsrecht
Actualiteiten ruimtelijke ordeningsrecht
 
AKD - Korte lijnen, heldere taal, efficiënte aanpak.
AKD - Korte lijnen, heldere taal, efficiënte aanpak.AKD - Korte lijnen, heldere taal, efficiënte aanpak.
AKD - Korte lijnen, heldere taal, efficiënte aanpak.
 
Presentation debt sales event Berlin Nov 2015
Presentation debt sales event Berlin Nov 2015Presentation debt sales event Berlin Nov 2015
Presentation debt sales event Berlin Nov 2015
 
Privacy in het arbeidsrecht
Privacy in het arbeidsrecht Privacy in het arbeidsrecht
Privacy in het arbeidsrecht
 
Ruimtelijke ordening: hot issues anno 2016
Ruimtelijke ordening: hot issues anno 2016Ruimtelijke ordening: hot issues anno 2016
Ruimtelijke ordening: hot issues anno 2016
 
Gemeenten en drugsafval - Gemeentedagen 2016
Gemeenten en drugsafval - Gemeentedagen 2016Gemeenten en drugsafval - Gemeentedagen 2016
Gemeenten en drugsafval - Gemeentedagen 2016
 
Integriteit bij gemeenten - Gemeentedagen 2016
Integriteit bij gemeenten - Gemeentedagen 2016Integriteit bij gemeenten - Gemeentedagen 2016
Integriteit bij gemeenten - Gemeentedagen 2016
 
Dennis van tilborg en maria van der velden - Subsidie, staatssteun en inkoop ...
Dennis van tilborg en maria van der velden - Subsidie, staatssteun en inkoop ...Dennis van tilborg en maria van der velden - Subsidie, staatssteun en inkoop ...
Dennis van tilborg en maria van der velden - Subsidie, staatssteun en inkoop ...
 
Actualiteiten Arbeidsrecht - AKD
Actualiteiten Arbeidsrecht - AKDActualiteiten Arbeidsrecht - AKD
Actualiteiten Arbeidsrecht - AKD
 
ART drugs ppt
ART  drugs pptART  drugs ppt
ART drugs ppt
 

More from AKD

Sponsorovereenkomst als overheidsopdracht
Sponsorovereenkomst als overheidsopdrachtSponsorovereenkomst als overheidsopdracht
Sponsorovereenkomst als overheidsopdrachtAKD
 
Projectontwikkeling altijd een overheidsopdracht?
Projectontwikkeling altijd een overheidsopdracht? Projectontwikkeling altijd een overheidsopdracht?
Projectontwikkeling altijd een overheidsopdracht? AKD
 
Overheidsopdracht of subsidie
Overheidsopdracht of subsidie Overheidsopdracht of subsidie
Overheidsopdracht of subsidie AKD
 
Overheidsopdracht of open house model
Overheidsopdracht of open house modelOverheidsopdracht of open house model
Overheidsopdracht of open house modelAKD
 
Introductie Aanbestedingswebinar
Introductie AanbestedingswebinarIntroductie Aanbestedingswebinar
Introductie AanbestedingswebinarAKD
 
Woningbouw en stikstof, hoe verder na pas
Woningbouw en stikstof, hoe verder na pasWoningbouw en stikstof, hoe verder na pas
Woningbouw en stikstof, hoe verder na pasAKD
 
De corporatie als ontwikkelaar
De corporatie als ontwikkelaar De corporatie als ontwikkelaar
De corporatie als ontwikkelaar AKD
 
Professioneel opdrachtgeverschap
Professioneel opdrachtgeverschapProfessioneel opdrachtgeverschap
Professioneel opdrachtgeverschapAKD
 
Maatregelen middenhuur
Maatregelen middenhuur Maatregelen middenhuur
Maatregelen middenhuur AKD
 
Inleiding
Inleiding Inleiding
Inleiding AKD
 
AKD Aanbestedingsseminars 2019 1. Fouten gedurende de aanbestedingsprocedure ...
AKD Aanbestedingsseminars 2019 1. Fouten gedurende de aanbestedingsprocedure ...AKD Aanbestedingsseminars 2019 1. Fouten gedurende de aanbestedingsprocedure ...
AKD Aanbestedingsseminars 2019 1. Fouten gedurende de aanbestedingsprocedure ...AKD
 
AKD Aanbestedingsseminars 2019 3. Fouten bij de beoordeling van inschrijvinge...
AKD Aanbestedingsseminars 2019 3. Fouten bij de beoordeling van inschrijvinge...AKD Aanbestedingsseminars 2019 3. Fouten bij de beoordeling van inschrijvinge...
AKD Aanbestedingsseminars 2019 3. Fouten bij de beoordeling van inschrijvinge...AKD
 
AKD Aanbestedingsseminars 2019 introductie
AKD Aanbestedingsseminars 2019 introductieAKD Aanbestedingsseminars 2019 introductie
AKD Aanbestedingsseminars 2019 introductieAKD
 
AKD Aanbestedingsseminars 2019 2. Fouten in inschrijving: herstel of niet?
AKD Aanbestedingsseminars 2019 2. Fouten in inschrijving: herstel of niet?AKD Aanbestedingsseminars 2019 2. Fouten in inschrijving: herstel of niet?
AKD Aanbestedingsseminars 2019 2. Fouten in inschrijving: herstel of niet?AKD
 
AKD Aanbestedingsseminars 1. Fouten en wijzigingen gedurende uitvoering van d...
AKD Aanbestedingsseminars 1. Fouten en wijzigingen gedurende uitvoering van d...AKD Aanbestedingsseminars 1. Fouten en wijzigingen gedurende uitvoering van d...
AKD Aanbestedingsseminars 1. Fouten en wijzigingen gedurende uitvoering van d...AKD
 
Aanbestedingsseminars 2019 workshop 2
Aanbestedingsseminars 2019 workshop 2Aanbestedingsseminars 2019 workshop 2
Aanbestedingsseminars 2019 workshop 2AKD
 
Aanbestedingsseminars 2019 workshop 4
Aanbestedingsseminars 2019 workshop 4Aanbestedingsseminars 2019 workshop 4
Aanbestedingsseminars 2019 workshop 4AKD
 
Aanbestedingsseminars 2019 workshop 3 - Fouten bij de beoordeling van inschri...
Aanbestedingsseminars 2019 workshop 3 - Fouten bij de beoordeling van inschri...Aanbestedingsseminars 2019 workshop 3 - Fouten bij de beoordeling van inschri...
Aanbestedingsseminars 2019 workshop 3 - Fouten bij de beoordeling van inschri...AKD
 
Aanbestedingsseminars 2019 workshop 1 - fouten gedurende aanbestedingsprocedure
Aanbestedingsseminars 2019 workshop 1 - fouten gedurende aanbestedingsprocedureAanbestedingsseminars 2019 workshop 1 - fouten gedurende aanbestedingsprocedure
Aanbestedingsseminars 2019 workshop 1 - fouten gedurende aanbestedingsprocedureAKD
 
Aanbestedingsseminars 2019 introductie
Aanbestedingsseminars 2019 introductieAanbestedingsseminars 2019 introductie
Aanbestedingsseminars 2019 introductieAKD
 

More from AKD (20)

Sponsorovereenkomst als overheidsopdracht
Sponsorovereenkomst als overheidsopdrachtSponsorovereenkomst als overheidsopdracht
Sponsorovereenkomst als overheidsopdracht
 
Projectontwikkeling altijd een overheidsopdracht?
Projectontwikkeling altijd een overheidsopdracht? Projectontwikkeling altijd een overheidsopdracht?
Projectontwikkeling altijd een overheidsopdracht?
 
Overheidsopdracht of subsidie
Overheidsopdracht of subsidie Overheidsopdracht of subsidie
Overheidsopdracht of subsidie
 
Overheidsopdracht of open house model
Overheidsopdracht of open house modelOverheidsopdracht of open house model
Overheidsopdracht of open house model
 
Introductie Aanbestedingswebinar
Introductie AanbestedingswebinarIntroductie Aanbestedingswebinar
Introductie Aanbestedingswebinar
 
Woningbouw en stikstof, hoe verder na pas
Woningbouw en stikstof, hoe verder na pasWoningbouw en stikstof, hoe verder na pas
Woningbouw en stikstof, hoe verder na pas
 
De corporatie als ontwikkelaar
De corporatie als ontwikkelaar De corporatie als ontwikkelaar
De corporatie als ontwikkelaar
 
Professioneel opdrachtgeverschap
Professioneel opdrachtgeverschapProfessioneel opdrachtgeverschap
Professioneel opdrachtgeverschap
 
Maatregelen middenhuur
Maatregelen middenhuur Maatregelen middenhuur
Maatregelen middenhuur
 
Inleiding
Inleiding Inleiding
Inleiding
 
AKD Aanbestedingsseminars 2019 1. Fouten gedurende de aanbestedingsprocedure ...
AKD Aanbestedingsseminars 2019 1. Fouten gedurende de aanbestedingsprocedure ...AKD Aanbestedingsseminars 2019 1. Fouten gedurende de aanbestedingsprocedure ...
AKD Aanbestedingsseminars 2019 1. Fouten gedurende de aanbestedingsprocedure ...
 
AKD Aanbestedingsseminars 2019 3. Fouten bij de beoordeling van inschrijvinge...
AKD Aanbestedingsseminars 2019 3. Fouten bij de beoordeling van inschrijvinge...AKD Aanbestedingsseminars 2019 3. Fouten bij de beoordeling van inschrijvinge...
AKD Aanbestedingsseminars 2019 3. Fouten bij de beoordeling van inschrijvinge...
 
AKD Aanbestedingsseminars 2019 introductie
AKD Aanbestedingsseminars 2019 introductieAKD Aanbestedingsseminars 2019 introductie
AKD Aanbestedingsseminars 2019 introductie
 
AKD Aanbestedingsseminars 2019 2. Fouten in inschrijving: herstel of niet?
AKD Aanbestedingsseminars 2019 2. Fouten in inschrijving: herstel of niet?AKD Aanbestedingsseminars 2019 2. Fouten in inschrijving: herstel of niet?
AKD Aanbestedingsseminars 2019 2. Fouten in inschrijving: herstel of niet?
 
AKD Aanbestedingsseminars 1. Fouten en wijzigingen gedurende uitvoering van d...
AKD Aanbestedingsseminars 1. Fouten en wijzigingen gedurende uitvoering van d...AKD Aanbestedingsseminars 1. Fouten en wijzigingen gedurende uitvoering van d...
AKD Aanbestedingsseminars 1. Fouten en wijzigingen gedurende uitvoering van d...
 
Aanbestedingsseminars 2019 workshop 2
Aanbestedingsseminars 2019 workshop 2Aanbestedingsseminars 2019 workshop 2
Aanbestedingsseminars 2019 workshop 2
 
Aanbestedingsseminars 2019 workshop 4
Aanbestedingsseminars 2019 workshop 4Aanbestedingsseminars 2019 workshop 4
Aanbestedingsseminars 2019 workshop 4
 
Aanbestedingsseminars 2019 workshop 3 - Fouten bij de beoordeling van inschri...
Aanbestedingsseminars 2019 workshop 3 - Fouten bij de beoordeling van inschri...Aanbestedingsseminars 2019 workshop 3 - Fouten bij de beoordeling van inschri...
Aanbestedingsseminars 2019 workshop 3 - Fouten bij de beoordeling van inschri...
 
Aanbestedingsseminars 2019 workshop 1 - fouten gedurende aanbestedingsprocedure
Aanbestedingsseminars 2019 workshop 1 - fouten gedurende aanbestedingsprocedureAanbestedingsseminars 2019 workshop 1 - fouten gedurende aanbestedingsprocedure
Aanbestedingsseminars 2019 workshop 1 - fouten gedurende aanbestedingsprocedure
 
Aanbestedingsseminars 2019 introductie
Aanbestedingsseminars 2019 introductieAanbestedingsseminars 2019 introductie
Aanbestedingsseminars 2019 introductie
 

Milieubescherming in het Omgevingsplan

  • 1. Milieubescherming in het Omgevingsplan Eveline Sillevis Smitt Sturingsinstrumenten vanuit Provincie en Rijk Hugo Doornhof Maart 2017
  • 2. Milieubescherming in het Omgevingsplan Te bespreken: 1. inhoud Omgevingsplan (Op) 2. inhoud Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) en relevantie voor (milieu)regels in Op 3. inhoud Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) en relevantie voor (milieu)regels in Op 4. Verhouding beoordelingsregels voor omgevingsvergunning milieu en (milieu)regels Op 5. (ontwerp) Invoeringswet Ow en gewijzigde regime mbt bouwen 2
  • 3. 1. Inhoud Omgevingsplan (Op) • Eén Omgevingsplan (Op) voor gemeentelijk grondgebied verplicht (art 2.4 Ow) • Inhoud: “regels over fysieke leefomgeving” (art 2.4 Ow) • Fysieke leefomgeving, zie art 1.2 Ow • Regels in Op over activiteiten die gevolgen (kunnen) hebben voor fysieke leefomgeving (art 4.1 Ow) • Het Op bevat evenwichtige toedeling van functies aan locaties én regels die met het oog daarop nodig zijn (art 4.2 Ow) • Mogelijkheid van opnemen omgevingswaarden (art 2.11 Ow) • Het Op zal zeer belangrijk instrument zijn voor milieubescherming 3
  • 4. 2. Inhoud (ontwerp)Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) • Rijksregels voor “milieubelastende activiteiten” (grondslag art 4.3 en 5.1 Ow): in Bal (in feite opvolger Activiteitenbesluit) • Aantal vergunningplichten voor “milieubelastende activiteiten” verder teruggedrongen • Vergunningplicht alleen daar waar het noodzakelijk wordt geacht dat bevoegd gezag vooraf activiteit instemt én voorschriften formuleert • Omvang vergunningplicht ook afgestemd op de risico's voor leefomgeving; vergunningplicht beperken tot dat deel waarvoor daadwerkelijke voorafgaande beoordeling nodig is • Maatwerk mogelijk, maar geen vereiste om breed toe te passen • Voor maatwerk moet aanleiding zijn en moet worden gemotiveerd (pag 9/10 NvT alg Bal) 4
  • 5. Inhoud Bal • Hfd 3 van het Bal is “richtingaanwijzer” en wijst aan of de activiteit een “milieubelastende activiteit“ is waarvoor Rijksregels gelden onder art 2.1 Bal • Vb: par 3.2.6 “Windturbine”: ja, vanaf 1 windturbine mits rotordiameter van meer dan 2 meter: art 3.15; par 3.6.1 “Veehouderij”: ja, als meer dan 10 rundvee, 15 varkens, 350 kippen, een of meer pelsdieren of meer dan 25 overige landbouwhuisdier: art 3.163 Bal) • Hfd 3 Bal bepaalt of er voor betrokken milieubelastende activiteit een vergunningplicht geldt • Vb: par 3.2.1 “Seveso-inrichting”: altijd, art 3.5 Bal; par 3.2.6 “Windturbine”: indien windturbinepark met meer dan 3 windturbines, art 3.16 Bal; par 3.6.1 “Veehouderij”: ja, als IPPC of meer dan in art 3.164 genoemde aantal dieren (200 of meer melk/kalf/zoogkoeien van 2 jaar en ouder, meer dan 50 varkens etc etc. ) 5
  • 6. Inhoud Bal • Hfd 3 Bal wijst verder per milieubelastende activiteit aan welke algemene regels uit Bal daarop van toepassing zijn • Vb: par 3.2.1 “Seveso-inrichting”: regels uit par 4.2 (art 3.6 Bal); par 3.2.6 “Windturbine”: par 4.30 (art 3.17 Bal); par 3.6.1 “Veehouderij”: diverse paragraven uit hfd 4 staan opgesomd (art 3.165 Bal) • Afwijking van vergunningplicht mogelijk voor deze “milieubelastende activiteiten”? • Ja, in waterschaps- en omgevingsverordening: maar alleen aanvullende verboden om een activiteit zonder omgevingsvergunning te verrichten, art 5.2 lid 1 onder b Ow en art 2.12b Bal • Ja, ook in Op voor gemeenten mogelijk om een aanvullend verbod op te nemen om een “milieubelastende activiteit” te verrichten, behoudens met vergunning (art 4.4 Ow, na Inw Ow) (zie ook pag 56 NvT Bal) 6
  • 7. Aard regels voor milieubelastende activiteit • Bal stelt algemeen gesproken technische, locatie onafhankelijke regels, die landelijk aan bedrijven kunnen worden gesteld (zie ook grondslag art 4.22 Ow)  VB: windturbines, regels in par 4.30 Bal: alleen rijksregels over (1) info verstrekking bij melding en (2) regels over (externe) veiligheid  VB: Zwembad, alleen rijksregels in par 5.4.1: over energiebesparing (zie art 3.272 Bal) • Regels in Bal gelden voor individuele bedrijven voor zover er een in het Bal geduide “milieubelastende activiteit” wordt verricht 7
  • 8. Afwijking mogelijk van regels Bal • Afwijking van de algemene regels voor de milieubelastende activiteiten mag met een maatwerkregel in Op voor zover onder voorwaarden aangegeven in Bal (art 4.6 Ow en 2.11 Bal): • Over specifieke zorgplichten genoemd in art 2.10 Bal • Over regels aangaande ongewone ongevallen in afd 2.7 Bal • Over inhoudelijke regels in hfd 3 t/m 5, tenzij daar anders is bepaald (vb: Seveso- inrichtingen art 4.6 Bal: geen afwijking mogelijk met maatwerkregel of maatwerkvoorschrift) • Niet over meet- en rekenmethoden (art. 2.11 lid 1 onder b Bal) • Over aanvullend verbod, tenzij melding (art 2.12a Bal) 8
  • 9. Maatwerkregel in Omgevingsplan • Maatwerkregels gelden voor daarbij aangegeven locaties om gebiedsgericht duidelijk te maken welke regels er gelden op de betrokken locatie(s) • Om die reden zijn maatwerkregels geschikt om te sturen op toekomstige ontwikkeling (NvT artikelsgewijs pag 17); mn bij reguleren cumulatie, externe veiligheid etc • Bij stellen maatwerkregel in Op moet oogmerk en strekking van de algemene rijksregels in acht worden genomen (art 4.6 lid 2 Ow en 2.11 lid 3 jo 2.2 Bal: oogmerk waarborgen veiligheid, beschermen gezondheid, kwaliteit lucht, doelmatig gebruik energie etc) • Maatwerkregels moeten ook voldoen aan criteria voor rijksregels: art 4.6 lid 2 Ow verklaart par 4.3.2 van overeenkomstige toepassing (zie mn art 4.22 Ow) • Als maatwerkregel buiten reikwijdte Bal: onverbindend 9
  • 10. • Als activiteit niet als “milieubelastende activiteit” in hfd 3 Bal aangewezen, kan deze via het Op worden gereguleerd • Vb: hotels/conferentieoorden, restaurants/snackbars etc, disco’s/evenementenhallen etc, recreatie, supermarkten/ bouwmarkten, onderwijs en kantoorgebouwen, dierenpensions, dierenasiels,/hobbymatig houden dieren/maneges etc (zie NvT alg Bal, pag 63) 10 Regime voor andere bedrijfsactiviteiten
  • 11. Niet in Bal geregelde onderwerpen in Op • Bal bevat in ieder geval geen regels over geluid, trillingen en geur ook niet voor “milieubelastende activiteiten” • Aspecten die typisch op lokaal niveau moeten worden geregeld! • Reden: bij uitstek impact op directe leefomgeving • Hoe daarmee omgaan in Op? • Het Op bevat regels in verband met evenwichtige toedeling van functies aan locaties (art 4.2 Ow) • Het Op bevat regels over activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor fysieke leefomgeving (art 4.1 Ow) • Aan de hand van instructieregels in Bkl 11
  • 12. 3. Inhoud Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) en relevantie voor Omgevingsplan • Instructieregels richten zich tot bevoegd gezag, zoals gemeenten bij vaststellen Op • Instructie regels in afdeling 5.1 met oog op evenwichtige toedeling functies aan locaties (onderdeel van hfd 5 Bkl “Omgevingsplannen”): • waarborgen veiligheid (par 5.1.2) • behoud ruimte voor waterveiligheid (par 5.1.3) • Beschermen gezondheid en milieu (par 5.1.4) • Beschermen landschappelijke/stedenbouwkundige waarden/cultureel erfgoed (par 5.1.5) • Behoud van ruimte voor toekomstige functies (par 5.1.6) (samengevat tbv projecten van nationaal belang) • Behoeden infrastructuur voor nadelige gevolgen (par 5.1.7) • Bevorderen toegankelijkheid openbare ruimten voor personen (par 5.1.8) 12
  • 13. Instructieregels tbv beschermen gezondheid en milieu • Instructieregels over: • kwaliteit buitenlucht (par 5.1.4.1), • geluid en trillingen bij bedrijfsmatige activiteiten (par 5.1.4.2) • Geluid rond luchthavens (par 5.1.4.3, gereserveerd) • Bodemkwaliteit (par 5.1.4.4, gereserveerd) • Geur voor bedrijfsmatige activiteiten/zuiveringstechnische werken en agrarische sector (par 5.1.4.5) • Toepassingsbereik: gaat over instructies indien Op mogelijk maakt dat bedrijfsmatige activiteiten met gevolgen voor fysieke leefomgeving in de nabijheid van geluidgevoelige gebouwen/locaties kunnen plaatsvinden 13
  • 14. Instructieregels Bkl • Kwaliteit buitenlucht: • bepaalde omgevingswaarden in acht nemen (weinig ruimte bij aanleg (auto)snelweg of wegtunnelbuis en in de aandachtsgebieden neergelegd in bijlage XIII (voor stikstofdioxide en fijn stof); uitzonderingen bij “niet in betekende mate bijdragen” (art 5.35 t/m 5.41 Bkl); • Geluid en trillingen algemeen: • Definitie geluidgevoelig gebouw (woon-, onderwijs, gezondheidszorgfunctie of kinderopvang jonger dan 4 jaar; geluidgevoelige locatie (woonwagens, drijvende locaties) (art 5.42 Bkl) • Geluid (NB: excl gezoneerde industrieterreinen) • In Op wordt rekening gehouden met geluid door “bedrijfsmatige activiteiten” op geluidgevoelige gebouwen of locaties (art 5.43 Bkl) • Regels in Op voorzien erin dat langtijdgemiddelde en maximale geluidniveaus op de gevel van geluidgevoelige gebouwen aanvaardbaar zijn (art 5.43 Bkl) 14
  • 15. • Geluidwaarden in ieder geval aanvaardbaar als aan standaardwaarden bijl XV, tabel A en aan de grenswaarden uit bijl XV, tabel B wordt voldaan • Betreft: waarden uit Activiteitenbesluit (50, 45 en 40 dB(A) voor dag-, avond en nachtperiode; pieken alleen voor avond en nachtperiode!) (zie art 5.44 jo bijl XV, tabel A Bkl): • Plus 5 dB(A) ook aanvaardbaar indien bedrijfsmatige activiteit op een in Op aangewezen bedrijfsterrein (art 5.44 lid 2 Bkl: geen aparte motivering nodig) • Min 5 dB(A) voor bedrijfsmatige activiteiten in agrarisch gebied (idem, geen motivering nodig, art 5.44 lid 2 Bkl) • Verdere afwijking van de normering kan voor dagperiode (7.00-19.00 uur) indien dat gelet op locatie, aard van de activiteit, de aard van het gebied of relevante cumulatie naar oordeel gemeenteraad passend wordt geacht (art 5.44 lid 3 Bkl): motivering nodig ja • Tabellen met getallen in Op (alleen dan) niet verplicht indien het gelet op locatie of activiteit aangewezen wordt om niet op te nemen (art 5.44 lid 4 Bkl) • Ook andere regels mogelijk in Op ter beperking van geluidhinder (art 5.46 Bkl) 15
  • 16. Voorbeeld lokale milieuregels in Op Omgevingsplan Rijnhaven – Oost Alphen aan den Rijn d.d. januari 2016 Art. 5 lid 1 en 2 16
  • 17. Instructieregels Bkl • Trillingen: • instructies bij toedeling functie aan locaties en bedrijfsmatige activiteiten die trillingen veroorzaken (aanvaardbaarheid en koppeling aan waarden in tabel XV, tabel C en D Bkl, art 5.54 t/m 5.55a Bkl) • Geur: • verschillende sub paragraven afhankelijk van geurbron, zoals van zuiveringstechnische werken, bedrijfsmatige activiteiten of agrarische activiteiten • Algemene bepalingen met aanwijzing geurgevoelige gebouwen en locaties (art 5.56 Bkl) • Bepaling geurbelasting en meten afstand (art 5.57 Bkl) • In Op vastleggen een “bebouwingscontour geur” daar waar hogere geurbelasting als gevolg van agrarische activiteiten is toegestaan (art 5.58 Bkl; NvT artikelsgewijs pag 93 Bkl) 17
  • 18. Instructieregels Bkl  Geurbelasting door bedrijfsmatige activiteiten: daarmee rekening houden op geurgevoelige gebouwen en geurgevoelige locaties; geen kader voor “aanvaardbaar geurniveau”: zelf bepalen (geurbeleid); wel rekening houden met cumulatie (art 5.59 en 5.60 Bkl)  BodemBodem, verkeerslawaai en gezoneerde industrieterreinen: via Aanvullingswet bodem en geluid (en Aanvullingsbesluit bodem en geluid)  Niet geregelde onderwerpen: ‒ denk aan licht, parkeren, bezonning, windhinder, stedelijk groen, kwaliteit openbare ruimten, in stand houden routenetwerken etc en regelen daarvan is discretionaire bevoegdheid gemeente; invulling met in acht name uitgangspunten Ow (waaronder integrale afweging) en abbb  Bestuurlijke afwegingsruimte en gebiedsgerichte afwegingen (mengpaneel); rechter terughoudende toets en teruggrijpen op motiveringseisen  Ambities in Omgevingsvisie neerleggen en in Op uitwerken 18
  • 19. Voorbeeld lokale milieuregels in OP ( 19 Concept- Omgevingsplan Buitengebied Rijssen- Holten d.d. 1 november 2016
  • 20. • Staan in hfd 8.5 Bkl; NB: alleen voor vergunningplichtige “milieubelastende activiteiten” zoals aangewezen in hfd 3 Bal! (zie art 8.5 Bkl) • Verhouding beoordelingsregels en (milieu)regels Op (bijv mbt geluid, geur, trillingen)? • Bevoegd gezag dient inhoud Op bij vergunning verlening te betrekken (art 8.8. Bkl) • NB: alleen vwb de regels die in Op zijn gesteld voor de fysieke leefomgeving als gevolg van milieubelastende activiteiten (zie art 8.8 Bkl) • Daarmee wordt samenhang bevorderd tussen verdeling gebruiksruimte in Op en eisen die aan vergunningplichtige bedrijven worden gesteld (NvT, alg deel pag 193) • Als niet voldoet: mag weigeren; behoeft echter niet, dan vergunning voor afwijkactiviteit (thans omgevingsplanactiviteit) • Verder ook rekening houden met kaders net als instructieregels voor geluid/trillingen (art 8.12, 8.12a, b en c Bkl) 20 4. Beoordelingsregels vergunning milieu
  • 21. Beoordelingsregels  Als vergunningplicht voor bedrijfsmatige act: beoordelingsregels opnemen in Op  Als een “milieubelastende activiteit” niet vergunningplichtig onder Bal, maar wel zo bepaald in Op: aangeven welke beoordelingsregels voor vergunningverlening gelden 21
  • 22. Omgevingswet een verbetering?  In bestemmingsplan alleen milieunormen indien ruimtelijke relevantie  In Op komen Ro spoor en milieu bij elkaar: ‒ Op = kerninstrument voor milieubescherming  Emissie- of immissienormen in Op ogv art 4.1 Ow (regels aan activiteiten) en 4.2 Ow (regels bij toedeling functie aan locaties)? ‒ Beide mogelijk; ‒ Reguleren gebruiksruimte mag  Veel vrijheid om op lokaal niveau de leefomgeving te beheren, benutten en te beschermen  Uitdaging voor gemeenten 22
  • 23. 5. (ontwerp) Invoeringswet en gewijzigde regime bouwen  Bouwactiviteit : splitsing (1) vergunning voor omgevingsplanactiviteit en (2) technische vergunning ‒ Ad (1) vergunning voor omgevingsplanactiviteit: geen vergunningplicht, tenzij (ipv verbod, tenzij): art 5.1 lid 1 en 2 Ow gewijzigd)  In Op kan vergunning voor bouwen verplicht worden gesteld= zg omgevingsplan activiteit  Omgevingsplan activiteit is elke activiteit die onder Op (1) vergunningsplichtig of (2) van bepalingen Op afwijkt (afwijkactiviteit exit) ‒ VNG komt met voorbeelden  Inv besluit van het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl): ‒ Zal aangeven voor welke bouwwerken een preventieve toets aan Bbl (derhalve met vergunning) nodig is (pag 45 t/m 49 MvT alg deel Inv wet) (Lichtere bouwwerken via melding en kwaliteitsborger)  Brandveilig gebruik vergunning: exit (idem) (alleen nog meldplicht, algemene regels en maatwerk) 23
  • 24. Sturingsinstrumenten vanuit Provincie en Rijk Te bespreken: 1. bevoegdheidsverdeling 2. instructie- en beoordelingsregels 3. instructies 4. projectbesluit 24
  • 25. Bevoegdheidsverdeling  Art. 2.3 Ow: bestuursorganen van de gemeente, ‘tenzij andere regels zijn gesteld’  Omgevingsvisies zijn beleidsmatig: geen juridische doorwerking  Art. 4.3, lid 1 Ow: limitatieve opsomming van activiteiten waarover Rijk regels mag stellen ‒ Alternatieven: maatwerkregels en gelijkwaardigheidsbepaling  Provincie als ‘gebiedsregisseur’  Geen strikte scheiding van verantwoordelijkheden 25
  • 26. Instructie- en beoordelingsregels (i)  Bindende verticale sturing  Provinciale omgevingsverordening en Besluit kwaliteit leefomgeving  Ruim toepassingsbereik  Voorbeeld: artikel 5.58 Bkl 26 “Voor de toepassing van de paragrafen 5.1.4.5.3 tot en met 5.1.4.5.8 (geurvoorschriften) wordt in het omgevingsplan een bebouwingscontour geur vastgesteld voor het gebied waarbinnen een hoger beschermingsniveau voor geur geldt”
  • 27. Instructie- en beoordelingsregels (ii)  Afwijkingsmogelijkheid: ‒ Bij de regels wordt bepaald in welke gevallen en onder welke voorwaarden van de regels kan worden afgeweken als de toepassing van de regels niet toereikend is voor, of in de weg staat aan, het bereiken van de doelen van de wet.  Maatwerk op lokaal niveau  Gebiedstransformatie  Huidige regeling ontwikkelingsgebieden Crisis- en herstelwet 27
  • 28. Instructie- en beoordelingsregels (iii)  Beoordelingsregels: regels over buitenplanse afwijkingsbevoegdheid, vergelijkbaar met artikelen 4.1 en 4.3 Wro  Provinciale omgevingsverordening en Bkl  Voorbeeld: art. 8.66 Bkl 28 “Voor zover de aanvraag betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit wordt de omgevingsvergunning alleen verleend als de activiteit in overeenstemming is met het belang van de monumentenzorg.”
  • 29. Instructies (i) • Proactieve instructie: eenmalige opdracht van het Rijk of de provincie om een concreet besluit met een bepaalde inhoud te nemen  Beïnvloeding van de besluitvorming vóóraf  Niet bedoeld als alternatief voor interbestuurlijk toezicht  Bijvoorbeeld: instructie aan de raad over de inhoud van een omgevingsplan 29
  • 30. Instructies (ii) • Reactieve instructie: besluit van GS dat inhoudt dat een onderdeel geen deel uitmaakt van het omgevingsplan  Reactieve beïnvloeding van de besluitvorming  Geen bevoegdheid voor Minister  Uitsluitend indien: i. hun zienswijze over het ontwerp niet volledig is overgenomen in het omgevingsplan, of ii. wijzigingen ten opzichte van het ontwerp zijn aangebracht aan het omgevingsplan anders dan op grond van hun zienswijze. 30
  • 31. Projectbesluit (i)  Direct sturingsinstrument: bevoegdheid voor Rijk, provincie en waterschap om project toe te staan  Complexe projecten van publiek belang  Private initiatieven die samenvallen met publieke doelen  Voorbereidingswijze van het tracébesluit, direct bindend karakter van het inpassingsplan  Definitie project: a. Uitvoering van bouwwerken of totstandbrenging van installaties of werken b. Andere activiteiten in de fysieke leefomgeving, inclusief ontginning van delfstoffen  Begrensd door subsidiariteitscriterium 31
  • 32. Projectbesluit (ii) Startpunt: openbare kennisgeving (art. 5.47 lid 1 Ow)  Bevoegd gezag geeft kennis van zijn voornemen om een verkenning uit te voeren naar een opgave in de fysieke leefomgeving en om een projectbesluit vast te stellen;  Keuze: wel of geen voorafgaande voorkeursbeslissing.  Voorkeursbeslissing kan zijn:  Uitvoeren van een project  Oplossen van de opgave zonder project  Combinatie van a of b met de uitvoering van andere projecten  Afzien van het uitwerken van een oplossing 32
  • 33. Projectbesluit (iii)  Uniforme openbare voorbereidingsprocedure  Integrale afweging van alle betrokken feiten, belangen en maatregelen  Afzonderlijke toestemmingen kunnen worden opgenomen in het projectbesluit  In beginsel dus geen omgevingsvergunningen meer nodig  Fasering onder voorwaarden wel mogelijk  Bezwaren vanuit gemeentebesturen 33
  • 34. Voor vragen bel gerust: Eveline Sillevis Smitt: 06 53 87 83 33 Hugo Doornhof: 06 51 03 10 05 34
  • 35. Wij houden liever geen afstand Koffie?

Editor's Notes

  1. Omgevingswet biedt de provincie en het Rijk de mogelijkheid om in het ruimtelijk domein direct en indirect bij te sturen. Indirect vooraf via instructieregels, beoordelingsregels en achteraf met de reactieve instructiebevoegdheid Direct ingrijpen via het projectbesluit. Voordat die instrumenten nader worden bekeken, algemene opmerkingen over de bevoegdheidsverdeling
  2. Gemeente, tenzij: Omgevingsplan is het uitgangspunt. Aansluiting bij uitgangspunt van de Omgevingswet: decentraal, tenzij. Omgevingsvisies – vervanger van structuurvisie – hebben een politiek beleidsmatig karakter. Kunnen andere bestuursorganen niet binden. Rijksregels: Art. 4.3: 1. Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over de volgende activiteiten die gevolgen hebben of kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving: bouwactiviteiten, sloopactiviteiten en het gebruik en het in stand houden van bouwwerken, milieubelastende activiteiten lozingsactiviteiten op een oppervlaktewaterlichaam of een zuivering-technisch werk, Wateronttrekkingsactiviteiten mijnbouwactiviteiten, beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot: een weg, een waterstaatswerk, een installatie in een waterstaatswerk, het gelegenheid bieden tot zwemmen of baden, activiteiten die cultureel erfgoed betreffen, activiteiten die werelderfgoed betreffen. Art. 4.3, vierde lid stelt dat het Rijk niet meer regels mag stellen dan strikt noodzakelijk is. Als uitvloeisel daarvan maakt artikel 4.6, lid 2, Omgevingswet het mogelijk dat rijksregels de decentrale overheden de ruimte laten om nadere invulling te geven aan de nationale normen door middel van zogenaamde maatwerkregels. Art. 4.7 regelt dat wanneer rijksregels voorschrijven dat een maatregel moet worden genomen, op aanvraag toestemming kan worden verleend om in plaats daarvan een gelijkwaardige maatregel te treffen. Met de gelijkwaardige maatregel wordt ten minste hetzelfde resultaat bereikt als met de voorgeschreven maatregel wordt beoogd. In de rijksregels kan bovendien worden toegestaan dat het toepassen van gelijkwaardige maatregelen zonder voorafgaande toestemming mogelijk is. Ook mogelijk is dat het toepassen van de gelijkwaardigheidsbepaling wordt uitgesloten. Provincie In de MvT: ‘provincies voeren, rekening houdend met de doelstellingen van het Rijk, de regie over de integratie van ruimtelijke opgaven en stellen daartoe vanuit een ruimtelijke en economische strategische oriëntatie de kaders voor onder meer het milieu en natuurbeleid en de ontwikkelingen van bedrijfsterreinen en woningbouwprogrammering.’ NB: grotere rol voor provincies in het domein van natuurbescherming met de nieuwe Wet natuurbescherming: wordt op termijn opgenomen in de Omgevingswet. Geen strikte scheiding van verantwoordelijkheden “De regering vindt het niet nodig en ook niet wenselijk om een uitputtende regeling en afbakening te geven van welk overheidsniveau voor welk deel van de overheidszorg verantwoordelijk is en welke taken daarvoor moeten worden verricht of welke bevoegdheden daartoe moeten worden aangewend.”
  3. Instructieregels zijn geregeld in afdeling 2.5 Ow. Verticale sturing Instrumenten waarmee een hoger bestuursorgaan een lager bestuursorgaan kan instrueren hoe het zijn taken of bevoegdheden moet uitvoeren. De regels zijn bindend voor bestuursorganen, niet voor burgers. Ontleend aan provinciale verordening ruimte, het Barro en de waterverordening (artikel 3.11 Waterwet). Toepassingsbereik Limitatief opgenomen in art. 2.23 (voor provinciale omgevingsverordening) en 2.25 (Bkl). Erg ruim: o.m. over de in het omgevingsplan op te nemen of opgenomen omgevingswaarden, de in het omgevingsplan op te nemen regels (voor zover het betreft regels voor functies op locaties en regels voor een binnenplanse afwijkactiviteit), het stellen van instructieregels in een omgevingsverordening (vanzelfsprekend alleen door het Rijk; getrapte instructieregel) en het stellen van maatwerkvoorschriften. Instructieregels kunnen op grond van artikel 2.3 Omgevingswet slechts worden gegeven vanwege de volgende rechtvaardigingsgronden: a) indien sprake is van – afhankelijk van het betrokken bestuursorgaan – provinciale of nationale belangen en dat belang niet op een doelmatige en doeltreffende wijze door een lagere overheid kan worden behartigd, of b) voor een doelmatige en doeltreffende uitoefening van de taken en bevoegdheden op grond van de Omgevingswet of de uitvoering van een internationaalrechtelijke verplichting.
  4. Ingevolge artikelen 2.23 lid 5 en 2.25 lid 5 Omgevingswet wordt bij de regels bepaald in welke gevallen en onder welke voorwaarden van de regels kan worden afgeweken, als de toepassing van de regels niet toereikend is voor (of in de weg staat aan) het bereiken van de doelen van de wet. Op deze manier kan in aangewezen gebieden worden afgeweken van de regels. Afwijken kan nuttig zijn op lokaal niveau, bijvoorbeeld voor woningbouw in dichtbevolkte locaties of nabij veehouderij. Of bij transformaties van bedrijvengebieden van traditionele naar moderne bedrijvigheid, dan wel naar geheel andere functies. Stelsel is vergelijkbaar met de huidige regeling voor ontwikkelingsgebieden in de Crisis- en herstelwet
  5. Instructieregels kunnen niet worden gesteld met betrekking tot de omgevingsvergunning voor een buitenplanse afwijkactiviteit zoals bedoeld in artikel 5.1 lid 1 onder b Omgevingswet, zoals dat nu wel het geval is in artikel 4.1 lid 1 en 4.3 lid 1 Wro voor de projectomgevingsvergunning. Deze regels kunnen wel worden gesteld bij omgevingsverordening, maar dan in de vorm van een beoordelingsregels in plaats van instructieregels (artikel 5.18 lid 2 en artikel 5.19 lid 2 Omgevingswet).
  6. Instructies zijn eenmalige opdrachten van het Rijk of de provincie aan lagere overheden om concrete besluiten met een bepaalde inhoud te nemen. Het gaat hierbij uitdrukkelijk niet om opdrachten die zien op herhaalde uitvoering door meerdere bestuursorganen. Daar is immers de instructieregel voor bedoeld. Instructies verschillen dus van instructieregels omdat ze (steeds eenmalig) worden gegeven door middel van een instructiebesluit. Tegen dat besluit staat (anders dan bij instructieregels) bezwaar en beroep open. Het instructiebesluit is in grote lijnen te vergelijken met de proactieve aanwijzingsbevoegdheden die thans zijn geregeld in artikel 4.2 van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 3.12 van de Waterwet. Als gebruik kan worden gemaakt van het generieke interbestuurlijke toezichtinstrumentarium, is het gebruik van de instructiebevoegdheid niet aan de orde. In de memorie van toelichting wordt benadrukt dat een instructie wel als instrument om achteraf in te grijpen kan worden ingezet indien het een feitelijke handeling betreft (waarop het generieke interbestuurlijke toezichtsinstrumentarium geen betrekking heeft): 'Bij het ongedaan maken of herstel van ongewenste feitelijke handelingen kan dus wel op een reactieve wijze gebruik worden gemaakt van de bevoegdheid tot het geven van een instructi’ Toepassingsbereik De artikelen 2.33 en 2.34 Omgevingswet bevatten het limitatief toepassingsbereik van de provinciale en rijksinstructiebevoegdheden. Het toepassingsbereik van de provinciale instructiebevoegdheid is beperkt in artikel 2.33 lid 2 Omgevingswet, maar is – net als het geval is voor het toepassingsbereik van de instructieregel – breed. Onder het toepassingsbereik vallen:  de gemeenteraad bij het stellen van regels in het omgevingsplan (voor zover het betreft regels voor functies op locaties en regels voor een afwijkactiviteit);  het waterschapsbestuur als dat nodig is voor een samenhangend en doelmatig regionaal waterbeheer;  het dagelijks bestuur van het waterschap waar het betreft een projectbesluit dat betrekking heeft op primaire waterkeringen. Het toepassingsbereik van de rijksinstructiebevoegdheid omvat het voorgaande, met daaraan toegevoegd enkele provinciale en waterschapsbevoegdheden op een hoger niveau. Het betreft dan onder meer het stellen van regels door provinciale staten in een omgevingsverordening en een provinciaal projectbesluit. De artikelen 2.33 en 2.34 Omgevingswet bevatten het limitatief toepassingsbereik van de provinciale en rijksinstructiebevoegdheden. Het toepassingsbereik van de provinciale instructiebevoegdheid is beperkt in artikel 2.33 lid 2 Omgevingswet, maar is – net als het geval is voor het toepassingsbereik van de instructieregel – breed. Onder het toepassingsbereik vallen:  de gemeenteraad bij het stellen van regels in het omgevingsplan (voor zover het betreft regels voor functies op locaties en regels voor een afwijkactiviteit);  het waterschapsbestuur als dat nodig is voor een samenhangend en doelmatig regionaal waterbeheer;  het dagelijks bestuur van het waterschap waar het betreft een projectbesluit dat betrekking heeft op primaire waterkeringen. Het toepassingsbereik van de rijksinstructiebevoegdheid omvat het voorgaande, met daaraan toegevoegd enkele provinciale en waterschapsbevoegdheden op een hoger niveau. Het betreft dan onder meer het stellen van regels door provinciale staten in een omgevingsverordening en een provinciaal projectbesluit.
  7. Artikel 16.21 Ow.  Anders dan nu: geen reactieve aanwijzingsbevoegdheid op Rijksniveau. Alleen voor zover het betreft regels over de toedeling van functies aan locaties. Twee voorwaarden ivm zienswijzen, plus subsidiariteitscriterium. Tegen een aanwijzingsbesluit staat ‘gewoon’ bezwaar en beroep open.
  8. Het gaat niet om een voortzetting van het ‘oude’ projectbesluit, of de uitgebreide buitenplanse afwijkingsbevoegdheid voor een project. In plaats daarvan: soort opvolger van het inpassingsplan op grond van de Wro, het tracébesluit op grond van de Tracéwet en het projectplan uit de Waterwet. Wetgever benadrukt dat het meestal zal gaan om 1) Complexe projecten van publiek belang, zoals aanleg van hoofdwegen, of 2) Private initiatieven die samenvallen met publieke doelen, zoals ontwikkeling energie-infrastructuur of natuur in samenwerking met private initiatiefnemer. Wetgever wilde de sterke kanten van de oude instrumenten combineren. Daardoor: voorbereiding van tracébesluit, directe werking van inpassingsplan. Met het projectbesluit wordt van rechtswege – indien nodig – ook het omgevingsplan aangepast. Definitie: Op grond van art. 1.1 Ow gedefinieerd in de bijlage. Erg ruime definitie; alle activiteiten in de fysieke leefomgeving? Art. 5.44 benadrukt: de grenzen van artikel 2.3 moeten in acht worden genomen. Betekenis in de praktijk is onduidelijk: in de huidige situatie is het vaak zo dat provincie en rijk zelf bepalen wanneer provinciaal of nationaal belang aan de orde is. Jurisprudentie afwachten. Niet-limitatieve lijst van gevallen waarin de projectbesluitprocedure verplicht is in art. 5.46. Hoofdinfrastructuur en primaire waterkeringen
  9. De eerste stap is de openbare kennisgeving waarin het bestuursorgaan zijn voornemen uiteenzet om een verkenning uit te voeren. Ligt voor de hand dat dit herleidbaar is tot een omgevingsvisie of programma, maar dit is geen vereiste. De verkenning dient om de nodige kennis en inzichten te vergaren over de aard van de opgave. Over het nemen van een voorkeursbeslissing heeft het bestuursorgaan in beginsel keuzevrijheid; kan verplicht zijn gesteld bij besluit van het bevoegd gezag of bij AmvB. De mogelijke voorkeursbeslissingen zijn opgenomen in artikel 5.49.
  10. Het projectbesluit wordt voorbereid met toepassing van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure, na doorloping waarvan het projectbesluit al dan niet kan worden vastgesteld. 5.52 lid 2 onder a Omgevingswet: 'Voor zover dat uitdrukkelijk in het projectbesluit is bepaald, geldt het projectbesluit: a. als omgevingsvergunning voor de activiteiten ter uitvoering van het projectbesluit.' Indien de uitvoering van het projectbesluit gefaseerd plaatsvindt en de vereiste omgevingsvergunningen op een later moment worden aangevraagd (wat goed voorstelbaar is bij complexe, langlopende projecten, waar de overheid voor de uitvoering een marktpartij inschakelt via bijvoorbeeld een DBFM-contractvorm), kan de initiatiefnemer ervoor kiezen de omgevingsvergunningen later aan te vragen. Ten tijde van de vaststelling van het projectbesluit dient dan wel inzichtelijk te zijn dat het projectbesluit uitvoerbaar is (dat wil zeggen: dat de vereiste omgevingsvergunningen zullen worden verleend). Een parallel kan worden getrokken bij de uitvoerbaarheidstoets bij een bestemmingsplan gelet op de verboden in de Flora- en faunawet. Alleen aspecten die niet van invloed zijn op het oordeel over de aanvaardbaarheid van het project als geheel kunnen doorschuiven naar de vergunningenfase. Tegen het projectbesluit staat beroep in eerste en enige instantie open bij de ABRvS Bezwaren vanuit gemeentebesturen Raadsleden uit 80 gemeenten hebben de leden van de Eerste Kamer begin 2016 (tevergeefs) opgeroepen om niet akkoord te gaan met het wetsvoorstel Omgevingswet omdat – mede gelet op het projectbesluit – de doorzettingsmacht van Rijk en Provincie de gemeenten buiten spel zou zetten. De Omgevingswet voorziet niet in een projectbesluit op gemeentelijk niveau, maar de medeoverheden kunnen wel naar believen – zo is de vrees – in belangrijke dossiers (zoals de aanleg van windmolenparken) de bezwaren van gemeentebesturen naast zich neerleggen. Hierbij is ten slotte van belang dat de vraag of decentrale bestuursorganen beroep kunnen instellen tegen een projectbesluit nog niet is geregeld in de Omgevingswet: deze knoop moet nog worden doorgehakt bij de Invoeringswet.