1. DRAFT AANBEVELINGEN
“E-INCLUSIE HORIZON 2020”
Updating nationale actieplan digitale insluiting
Workshops 9/12 en 11/12/2013
POD Maatschappelijke integratie, Brussel
FTU Fondation Travail-Université (Namen)

2. Structuur van het eindrapport
I. De hedendaagse digitale kloof
II. Evaluatie van de acties sinds 2005
1. Evaluatie eerste fase (samenvatting van vorig verslag)
2. Overzicht van de voornaamste acties sinds 2010
 Federale acties bij POD MI-IS en FOD Economie
 Vlaanderen: van digitale kloof tot mediawijsheid
 Brussel: een lang verwachte coördinatie
 Wallonië: op zoek naar opleving
III. De nieuwe gezichten van digitale uitsluiting
1.
2.
3.
4.
Recente evolutie van het internetgebruik in België
Evolutie van de digitale vaardigheden
Evolutie van het doelpubliek voor e-inclusie
Europees beleid en Zuil 6 van de EU Digitale Agenda 2020
IV. Voorstellen "strategisch plan e-inclusie horizon 2020"

3. Visie van het plan
• Algemene voorwaarden
• Beleidsdomeinen waarin medewerking tussen
federale, gewestelijke, gemeenschappelijke en lokale overheid
vaak noodzakelijk is
• Onderwijs NIET betroffen door het actieplan (maar wel levenslange
vorming en opleiding)
• Het strategisch e-inclusieplan
a) is een proactieve strategie;
b) steunt op een gedeelde digitale cultuur tussen de
politieke, socio-educatieve, socio-culturele spelers en de
overheid;
c) ziet de digitale kloof als multidimensioneel en evolutief;
d) via een intersectoriële aanpak en partnerships tussen
verschillende actoren;
e) en een synergie tussen de verschillende machten.

4. Doelstellingen van het plan
A. Promoten van toegankelijkheid en gebruiksvriendelijkheid van
digitale technologieën en diensten als een basisrecht voor
alle burgers en in het bijzonder voor de meest
maatschappelijk kwetsbaren
B. Ten dienst stellen van digitale technologieën aan de sociale
samenhang
C. De toe-eigening van de digitale cultuur democratiseren om
zoveel mogelijk burgers bij de nieuwe digitale communicatie, expressie- en productievormen te betrekken
D. De ontwikkeling van digitale technologieën promoveren
binnen een perspectief van duurzame ontwikkeling
E. Op technologische evoluties anticiperen alsook op de
opkomst van nieuwe factoren die kunnen leiden tot
kwetsbaarheid of exclusie

5. A. Toegankelijkheid en gebruiksvriendelijkheid
• Op individueel vlak:
• A1 Herziening van de beleidsinitiatieven om individuen te
helpen bij de aanschaf van multimedia computermateriaal, in
het bijzonder voor de meest achtergestelde personen
• A2 De kostprijs van het breedbandinternet voor de ganse
bevolking verlagen
• A3 Invoering van een breedbandinternetverbinding in het
sociale onderdeel van de universele dienstverlening in de
telecommunicatie
• A4 De toepassing van de Europese aanbevelingen over etoegankelijkheid en "usability" versterken, vanuit een
technisch, inhoudelijk en toepassingsstandpunt
• A5 Een veilig en vertrouwenwekkend internetgebruik
voortzetten en versterken.

6. A. Toegankelijkheid en gebruiksvriendelijkheid
• Op collectief vlak:
• A6 Structurele ondersteuning van de openbare
computerruimtes, versterking van hun territoriale dekking en
uitbreiding van hun functie
• A7 De netwerken van openbare computerruimtes
ontwikkelen en ondersteunen alsook op gewestelijk, federaal
en Europees niveau, met het oog op coördinatie, delen van
ervaringen en middelen, en van vorming en begeleiding van
animatoren

7. B. Technologieën voor sociale samenhang
• B1 Toevoeging van digitale inclusie aan de “lokale sociale
beleidsplannen”, in het bijzonder door de openbare
computerruimtes te betrekken in het educatief en cultureel
gemeentebeleid, in buurtwerkingen en in het plaatselijk
verenigingsleven
• B2 Ondersteuning en versterking van het lokale aanbod van
innoverende ICT-opleidingen (rond nieuwe Internet
toepassingen) aangeboden door de OCR’s in medewerking
met sociale en educatieve instellingen
• B3 Middenveld organisaties ondersteunen om de digitale
cultuur in hun dagelijkse werking te integreren

8. C. Toe-eigening van de digitale cultuur
• C1 Integratie van het gebruik van digitale technologieën in
levenslange vorming
• C2 De digitale geletterdheid verbeteren van leerkrachten,
maatschappelijk werkers en andere sociaal-culturele
kennisbemiddelaars door ze meer te mobiliseren voor de
digitale inclusie en het dagelijkse gebruik van die tools (in het
bijzonder in de nieuwe mogelijkheden van web 2.0)
• C3 De interactieve communicatie en de productie van inhoud in
de programma’s voor sociaalprofessionele integratie opnemen
• C4 De sociale begeleiding en de begeleiding bij het gebruik van
ICT beter op elkaar afstemmen en versterken voor de erg
kwetsbare of geïsoleerde bevolkingsgroepen
• C5 Het gebruik van ICT in het optreden en de werkzaamheden
van de besluitvormers verankeren, door het verwerven van een
betere digitale cultuur aan te moedigen

9. D. Een perspectief van duurzame ontwikkeling
• D1 Op elkaar aansluiten van de digitale inclusie en de
ontwikkeling van de “Green IT” door de ontwikkeling van
recyclage- en herstellingstechnieken van
informaticamateriaal en door de ecologische voetafdruk van
ICT te verminderen
• D2 Sensibilisatie van de terreinwerkers, burgers en de
doelgroepen over de vermindering van de ecologische
voetafdruk van ICT.
• D3 ICT ten behoeve van een duurzame levenskwaliteit
promoten

10. E. Op toekomstige evoluties anticiperen
• E1 Een technologisch monitoringsplatform invoeren rond de
risico’s en de mogelijkheden van opkomende innovaties
alsook de opkomende gebruiken monitoren
• E2 De discriminaties gecreëerd door “alles op internet”
vermijden, en het recht op traditionele offline diensten
garanderen
• E3 Het juridische en wettelijke kader van de opkomende
ICT-gebruiken ontwikkelen en aanpassen, rekening houdend
van de noden van kwetsbare groepen
• E4 De bestaande barometer inzake digitale ongelijkheid
verfijnen en verbeteren.
• E5 Het interdisciplinair onderzoek naar de gebruiksvormen
en naar de impact van ICT op de samenleving versterken.

11. Coördinatie en communicatie
• Coördinatie
a) Een opvolgingscomité, bestaande uit vertegenwoordigers van de
verschillende ministers van elke regering, belast met de
uitvoering van het Plan.
b) Gewestelijke platformen met institutionele en economische
actoren en actoren uit het verenigingsleven
c) Een permanente groep deskundigen op federaal niveau inzake
digitale en sociale inclusie van de academische en de
institutionele wereld en uit het verenigingsleven.
d) Een secretariaat
• Communicatie