Jorijn Neyrinck en Greet Roosbeek over de wijze waarop ambachten in Brugge worden geheractualiseerd, als kern van een nieuwstedelijke dynamiek.
In 2009 startte Tapis Plein met Quartier Bricolé, een proeftuin om een verkommerde Brugse straat nieuwe impulsen te geven. Het werd een experimenteer- en leerplek waar design en ambacht mekaar vonden en versterkten. ‘Handmade in Brugge’ tracht deze nieuwe erfgoedbenadering in te bedden in het stedelijk beleid, met lokale economie, toerisme en onderwijs op kop. Een vernieuwd communicatiebeleid moet het traditionele stadslabel ‘erfgoedstad’ vervangen door een heden- daagser imago van vakmansstad waarin ambacht en in- novatie vervloeien.
Kunst en Cultuur onder één dak (Deel 2)pulsenetwerk
Zeven artistieke leiders en zakelijke directeurs over hun beweegredenen om ruimte, materiaal, kennis en ideeën te delen met artistieke partners en de buurt. Met Gert Naes- sens en Stijn Devilé (OPEK), Jo Roets en Karen Vanginderach- ter (Matterhorn), Koen Van Overmeiren (Kazematten), Franky Devos (Buda), Pat De Wit (De Vieze Gasten), Geert Six (Unie der Zorgelozen) en Veerle De Waele (De Expeditie).
Ze vestigen zich niet meer in het culturele hart van de stad, maar renoveerden (renoveren) een leegstaand gebouw in een perifere woonwijk. Ze richt(t)en het duurzaam herin en delen het met andere ge- bruikers. Liggen er behalve de economische crisis (kostenreductie) nog andere motieven aan ten grondslag? Levert het behalve een nieuwe ar- tistieke werkplek ook een andere relatie op met de stad als sociale en economische omgeving? Het huidig decreet honoreert geen onortho- doxe samenwerkingen en crossovers met andere sectoren. Hoe verwerven deze netwerkorganisaties erkenning en ruimte?
Henk Oosterling (Erasmus Universiteit Rotterdam) over een spraakmakend eco-sociaal educatiemodel, samen met onderwijs en private en publieke partners.
Een derde van de schoolkinderen in de voormalige havenwijk Rotterdam-Zuid lijdt aan obesitas. De kans- armoede is er groot, de schooluitval eveneens. Filosoof Henk Oosterling startte in basisschool Bloemhof enkele jaren geleden met een project gezond eten in groep. Het initiatief groeide aan tot een programma met judo, samen koken, samen eten en tuinieren. Een integraal ontwikke- lingsprogramma met natuurlessen en ‘ecosofie’ waarin denken en doen worden verenigd. Intussen maakt het deel uit van het vaste curriculum, met spectaculair resultaat.
Vredeseilanden en Colruyt, een gedurfde cross-over (Vredeseilanden)pulsenetwerk
Jan Wyckaert (Vredeseilanden vzw) en Mieke Vercaeren (Colruyt Group) over hun samenwer- king als sparringpartners, met het oog op duurza- me voedselproductie en -distributie.
Het biedt rijstboeren uit Benin en Peruviaanse aspergeproducenten vandaag reeds een volwaardi- ge plaats in de keten. De tienjarige samenwerking be- staat uit leertrajecten rond aankoopbeleid, marketing, enzomeer. Ze illustreert de mogelijkheid om sector- overschrijdende allianties aan te gaan. Vredeseilanden werkt ook samen met Ikea, KHLeuven, Toyota e.a. inzake verduurzaming van sociale catering in grootkeukens.
Jorijn Neyrinck en Greet Roosbeek over de wijze waarop ambachten in Brugge worden geheractualiseerd, als kern van een nieuwstedelijke dynamiek.
In 2009 startte Tapis Plein met Quartier Bricolé, een proeftuin om een verkommerde Brugse straat nieuwe impulsen te geven. Het werd een experimenteer- en leerplek waar design en ambacht mekaar vonden en versterkten. ‘Handmade in Brugge’ tracht deze nieuwe erfgoedbenadering in te bedden in het stedelijk beleid, met lokale economie, toerisme en onderwijs op kop. Een vernieuwd communicatiebeleid moet het traditionele stadslabel ‘erfgoedstad’ vervangen door een heden- daagser imago van vakmansstad waarin ambacht en in- novatie vervloeien.
Kunst en Cultuur onder één dak (Deel 2)pulsenetwerk
Zeven artistieke leiders en zakelijke directeurs over hun beweegredenen om ruimte, materiaal, kennis en ideeën te delen met artistieke partners en de buurt. Met Gert Naes- sens en Stijn Devilé (OPEK), Jo Roets en Karen Vanginderach- ter (Matterhorn), Koen Van Overmeiren (Kazematten), Franky Devos (Buda), Pat De Wit (De Vieze Gasten), Geert Six (Unie der Zorgelozen) en Veerle De Waele (De Expeditie).
Ze vestigen zich niet meer in het culturele hart van de stad, maar renoveerden (renoveren) een leegstaand gebouw in een perifere woonwijk. Ze richt(t)en het duurzaam herin en delen het met andere ge- bruikers. Liggen er behalve de economische crisis (kostenreductie) nog andere motieven aan ten grondslag? Levert het behalve een nieuwe ar- tistieke werkplek ook een andere relatie op met de stad als sociale en economische omgeving? Het huidig decreet honoreert geen onortho- doxe samenwerkingen en crossovers met andere sectoren. Hoe verwerven deze netwerkorganisaties erkenning en ruimte?
Henk Oosterling (Erasmus Universiteit Rotterdam) over een spraakmakend eco-sociaal educatiemodel, samen met onderwijs en private en publieke partners.
Een derde van de schoolkinderen in de voormalige havenwijk Rotterdam-Zuid lijdt aan obesitas. De kans- armoede is er groot, de schooluitval eveneens. Filosoof Henk Oosterling startte in basisschool Bloemhof enkele jaren geleden met een project gezond eten in groep. Het initiatief groeide aan tot een programma met judo, samen koken, samen eten en tuinieren. Een integraal ontwikke- lingsprogramma met natuurlessen en ‘ecosofie’ waarin denken en doen worden verenigd. Intussen maakt het deel uit van het vaste curriculum, met spectaculair resultaat.
Vredeseilanden en Colruyt, een gedurfde cross-over (Vredeseilanden)pulsenetwerk
Jan Wyckaert (Vredeseilanden vzw) en Mieke Vercaeren (Colruyt Group) over hun samenwer- king als sparringpartners, met het oog op duurza- me voedselproductie en -distributie.
Het biedt rijstboeren uit Benin en Peruviaanse aspergeproducenten vandaag reeds een volwaardi- ge plaats in de keten. De tienjarige samenwerking be- staat uit leertrajecten rond aankoopbeleid, marketing, enzomeer. Ze illustreert de mogelijkheid om sector- overschrijdende allianties aan te gaan. Vredeseilanden werkt ook samen met Ikea, KHLeuven, Toyota e.a. inzake verduurzaming van sociale catering in grootkeukens.
4AD - Naar een klimaatneutrale concertwerking pulsenetwerk
Eline Adam (4AD) i.s.m. Zero Emisson Solutions en POM West-Vlaanderen over het parcours van muziekclub 4AD richting een volledig CO2- neutrale clubwerking.
Muziekclub 4AD in Diksmuide wil het eerste klimaatneutraal concerthuis in Vlaanderen worden. De afgelopen jaren zette het daar al grote stappen voor. De laatste stappen blijken de moeilijkste voor een pionier. De muziekclub bekijkt samen met studie- en consultancy-bureau Zero Emission Solutions en Provinciale Ont- wikkelingsmaatschappij West-Vlaanderen (Certificaat duurzaam ondernemen) de mogelijke pistes en hindernissen. Ze zoeken een weg in de wirwar van milieu-certi- ficaten en vragen rond klimaatneutraliteit.
Yves Deweerdt (Vlaamse instelling voor technologisch onder- zoek, VITO) over de aanwending van technologie in kunst en cultuur: van optimalisering naar transitie.
Urinoirs voorzien de carnavalsstoet van Rio De Janeiro van
energie. Het dak van het Antwerps Sportpaleis kleurt sinds enige jaren blauw. Een advies van VITO ter acclimatisering van de binnenruimte. Technologie helpt onze theaters, concertzalen, bibliotheken en culturele centra energiezuiniger maken. Maar de habitus om grote groepen mensen op eenzelfde plaats en tijd te ontvangen, wekt grote verkeers- stromen en energiepieken op. De ecologische impact is verbonden met onze manier van kunst en cultuur presenteren en consumeren. Wat als we die eenheid van plaats en tijd zouden verlaten? Als we infrastructuur en cultuurbeleving zouden loskoppelen van mekaar en technologie daarvoor gebruiken?
Moukhtar Kocache gives a keynote address on the role of arts and culture in times of social, economic, environmental, and cultural urgency. He argues that the sector must mobilize for a more just, plural, and sustainable future by amplifying marginalized voices, engaging in political issues, and putting their skills and resources towards social change. Kocache outlines specific actions the sector can take, like diversifying leadership, opening spaces for community organizing, and leading advocacy campaigns to build more inclusive societies. He concludes by urging the sector to embody the values of diversity, justice and social change through their own organizations.
Het geheugen: noodzakelijke schakel voor een duurzame toekomstpulsenetwerk
Het verleden leert waar we vandaan komen, bepaalt mee wie we vandaag zijn, maar ook wie we morgen willen worden.
Het collectieve geheugen van een samenleving is noodzakelijk om die samenleving een richting voor haar toekomst te geven. Inzicht in het verleden helpt om fouten te detecteren die we niet opnieuw willen maken om ons pad naar een betere, en dus duurzamere toekomst te bewandelen. Zo’n collectief geheugen lijkt op het eerste gezicht een vaag, ongrijpbaar gegeven, maar is dat helemaal niet. Het is immers grotendeels verankerd in wat we cultuur in de breedst mogelijke zin kunnen noemen: kunsten, geschiedenis, erfgoed, maar evengoed familiale en lokale overlevering, gebruiken, rituelen, omgangsvormen, houdingen, contacten …
Piet Chielens (coördinator In Flanders Fields Museum) neemt ons mee naar het verleden als inspiratiebron voor wie we zijn en wat we willen voor de toekomst.
Een stadslabo waar bibliotheekbezoekers in artistieke ateliers beelden van en voor het toekomstige Oostende ontwikkelen en dat vervolgens samen digitaal verwerken.
Baken Stadslabo is een project rond digitale geletterdheid dat het sociaal-artistieke Klein Verhaal ontwikkelde voor de bibliotheek Kris Lambert. Met ‘Oostende 2020’ voeren ze onderzoek naar de toekomst van de stad Oostende. Ze kijken naar het verleden en naar de toekomst. Deelnemers verzamelen allerlei informatie via uiteenlopende invalshoeken – met de bibliotheek als vertrekpunt. Via verschillende kunstdisciplines (literatuur, architectuur, beeldende en audiovisuele kunst) ontwikkelen ze een waaier aan beelden van de stad die komen zal. Die atelierreeksen zijn deel van één groot onderzoek dat zich steeds verder uitbreidt. Het materiaal dat ze in de ateliers verzamelen, wordt vervolgens gebruikt in de digitale vorming.
Een presentatie van Karen Dick (Klein Verhaal) samen met twee deelnemers van het project
Tine Hens, journalist en auteur van het boek Het Klein Verzet, stelt voor dat cultuurhuizen een uitvalsbasis zijn voor het nieuwe verzet.
Wat als culturele huizen haarden van verzet worden? Niet door spandoeken en slogans aan de gevels te hangen, maar door ‘klein verzet’. Dat verzet ontpopt zich overal onder de vorm van deelinitiatieven, repair cafés, lokaal voedsel, een andere mobiliteit en duurzame energie. Wat als we dit kleine verzet binnen cultuurhuizen een plek geven waar het elkaar ontmoet, zich verdiept en uitbreidt? Wat als bibliotheken hun uitleendienst uitbreiden naar zo veel meer? Wat als de daken van culturele centra labo’s voor stadslandbouw en energievernieuwing worden?
Aan de hand van inspirerende voorbeelden uit binnen- en buitenland, van vroeger en nu, zoekt Tine Hens samen met jou een antwoord op deze vragen.
Hoe wakker je het het democratische bewustzijn van jongeren aan? BELvue doet het met de Democratiefabriek.
Democratie, de basis van onze cultuur. BELvue, museum over de Belgische geschiedenis, noemt zich ook wel eens het centrum van de democratie. Het museum krijgt een zeer divers publiek over de vloer: scholen, (toekomstige) leerkrachten, verenigingen van jongeren, gezinnen, senioren, personen met een beperking …
Vandaag geeft coördinator An Lavens van BELvue inkijk in De Democratiefabriek, een project waarmee ze het vertrouwen in de democratische waarden willen verbeteren en jongeren kritisch willen laten kijken naar de grote belangen en de inzet van de democratie. Hoe is de fabriek ontstaan? En wat zijn de mogelijkheden, zowel nu als in de toekomst?
Biodroom: Tuinbouw met artistieke zaailingen (en omgekeerd)pulsenetwerk
Heleen Vanden Bergh (cultuurcoördinator district Antwerpen), Bruno Herzeele (kunstenaar) en Fleur Leroy (Ecohuis) over een vruchtbare crossover tussen stadstuinbouw en kunst.
Temidden de Chicagoblokken van Linkeroever startten de Antwerpse Cultuurcentra begin 2012 op een bouwgrond van de stad een gemeenschapstuin met 510 big bags. Biodroom groeide snel uit tot een ontmoetings- plek waar bewoners tuinieren maar ook tweemaal per maand kunst kunnen beoefenen onder begeleiding van kunstenaars-in-residence (o.a. Bruno Herzeele). Tijdens de zomermaanden programmeert Cultuurcentrum Link con- certen en voorstellingen tussen de volkstuintjes, gecombi- neerd met een volkskeuken.
DE STUYVERIJ: EEN BUURTHUIS ALS BROEDPLEK
Een buurthuis waar je samen met andere buurtbewoners en organisaties duurzame maatschappelijke projecten ontwikkelt ... dat en veel meer is de Stuyverij!
In deze workshop van Cifal Flanders maakte je concreter kennis met de Sustainable Development Goals van de Verenigde Naties: welke goals precies, wat houden ze in en hoe ga je ermee aan de slag?
Tijdens de 10 Meet Up van de Lezers van Stavast sprak Martien Schreurs, verbonden aan de Universiteit voor Humanistiek in Utrecht, over 'De Toverberg' van Thomas Mann. De aanleiding voor dit leesavontuur is de installatie WOLK van theatermaker Lucas De Man voor het theaterfestival Den Bosch.
Biografie Comenius Jan Amos Komensky Tijdschrift Pentagram 1992 nummer 5stichtingrozenkruis
Comenius: patriarch van het licht
Een jaar voor zijn dood vat de grote filosoof Comenius (Jan Amos Komensky, Uhersky Brod, Moravië CZ 1592 – Amsterdam 1670) zijn levensweg samen in het geschrift ‘Unum Necessarium’ (Het ene nodige):
1 Bezwaar uzelf niet met dingen die buiten uw nooddruft vallen, maar stel u tevreden met het weinige dat uw gemak dient en prijs God.
2 Ontbreekt u alle gerieflijkheid, wees dan tevreden met het strikt nodige.
3 Wordt ook dit u ontnomen, zie dan uzelf te behouden.
4 Kunt ge uzelf niet behouden, laat dan uzelf los maar zie toe dat ge God vasthoudt. Wie God heeft, kan alles ontberen. Hij bezit het hoogste goed en het eeuwige leven met God en in God (…). Dit is het doel en het einde van al wat men begeren kan.
Een jaar eerder, in 1668, schreef Comenius zijn beroemde boek ‘Via Lucis’ (De weg van het licht) waarin hij in drie geschriften indringend de drievoudige stralingskracht en werking van het licht onder aandacht brengt. Hij verklaart de eerste tekst, het boek van God zelf, als het hoogste geopenbaarde licht. In het tweede geschrift, Het boek der natuur, laat hij zien dat het goddelijke licht zich in zijn schepping openbaart. Het derde boek gaat over het mysterie van de mens, de Minutum Mundi, de microkosmos. Dit is de ‘kleine wereld’ waarin de mens tot zelfkennis dient te komen, waardoor hij direct de zich openbarende, levende natuur kan aanschouwen.
Dat schept de mogelijkheid dat hij een rechtstreekse relatie kan aangaan met de oorsprong van het leven, de goddelijke schepper zelf. In de relatie God – kosmos – mens manifesteert Comenius zich als een eigentijdse schakel in de hermetisch - filosofische traditie, zoals die verankerd is in het Corpus Hermeticum van Hermes Trismegistos.
Eerste verwezenlijkte Broederschap van het Rozenkruis.
Comenius, die jarenlang bisschop is geweest van de Moravische Broederuniteit, heeft meer dan 250 werken van theologische, filosofische, natuurwetenschappelijke en pedagogische aard geschreven. Hij geldt als de grondlegger van de systematische pedagogiek en is de eerste auteur van het leerboek met plaatjes (het “leesplankje van Comenius”).
Zijn opvoedkunde wil de (jonge) mens aanzetten tot handelen en denken in zelfautoriteit. “Zelf zien, zelf spreken, zelf handelen en zelf toepassen zijn de enige grondslagen voor een gedegen kennis, voor de deugd en uiteindelijk voor gelukzaligheid.”
Op het eind van zijn leven nam Comenius openlijk stelling voor de Broederschap van het Rozenkruis. Hij stelde zijn eigen hervormingsprogramma gelijk aan de door de Rozenkruisers nagestreefde ‘algemene hervorming van de hele wereld’. Zijn Tsjechische Broederuniteit noemde hij de ‘eerste verwezenlijkte Broederschap van het Rozenkruis’ en het in zijn ‘Via Lucis’ ontworpen College van het Licht een voortzetting daarvan.
“Laat alles zich vrij ontwikkelen en laat geweld daarbij afwezig zijn.”
4AD - Naar een klimaatneutrale concertwerking pulsenetwerk
Eline Adam (4AD) i.s.m. Zero Emisson Solutions en POM West-Vlaanderen over het parcours van muziekclub 4AD richting een volledig CO2- neutrale clubwerking.
Muziekclub 4AD in Diksmuide wil het eerste klimaatneutraal concerthuis in Vlaanderen worden. De afgelopen jaren zette het daar al grote stappen voor. De laatste stappen blijken de moeilijkste voor een pionier. De muziekclub bekijkt samen met studie- en consultancy-bureau Zero Emission Solutions en Provinciale Ont- wikkelingsmaatschappij West-Vlaanderen (Certificaat duurzaam ondernemen) de mogelijke pistes en hindernissen. Ze zoeken een weg in de wirwar van milieu-certi- ficaten en vragen rond klimaatneutraliteit.
Yves Deweerdt (Vlaamse instelling voor technologisch onder- zoek, VITO) over de aanwending van technologie in kunst en cultuur: van optimalisering naar transitie.
Urinoirs voorzien de carnavalsstoet van Rio De Janeiro van
energie. Het dak van het Antwerps Sportpaleis kleurt sinds enige jaren blauw. Een advies van VITO ter acclimatisering van de binnenruimte. Technologie helpt onze theaters, concertzalen, bibliotheken en culturele centra energiezuiniger maken. Maar de habitus om grote groepen mensen op eenzelfde plaats en tijd te ontvangen, wekt grote verkeers- stromen en energiepieken op. De ecologische impact is verbonden met onze manier van kunst en cultuur presenteren en consumeren. Wat als we die eenheid van plaats en tijd zouden verlaten? Als we infrastructuur en cultuurbeleving zouden loskoppelen van mekaar en technologie daarvoor gebruiken?
Moukhtar Kocache gives a keynote address on the role of arts and culture in times of social, economic, environmental, and cultural urgency. He argues that the sector must mobilize for a more just, plural, and sustainable future by amplifying marginalized voices, engaging in political issues, and putting their skills and resources towards social change. Kocache outlines specific actions the sector can take, like diversifying leadership, opening spaces for community organizing, and leading advocacy campaigns to build more inclusive societies. He concludes by urging the sector to embody the values of diversity, justice and social change through their own organizations.
Het geheugen: noodzakelijke schakel voor een duurzame toekomstpulsenetwerk
Het verleden leert waar we vandaan komen, bepaalt mee wie we vandaag zijn, maar ook wie we morgen willen worden.
Het collectieve geheugen van een samenleving is noodzakelijk om die samenleving een richting voor haar toekomst te geven. Inzicht in het verleden helpt om fouten te detecteren die we niet opnieuw willen maken om ons pad naar een betere, en dus duurzamere toekomst te bewandelen. Zo’n collectief geheugen lijkt op het eerste gezicht een vaag, ongrijpbaar gegeven, maar is dat helemaal niet. Het is immers grotendeels verankerd in wat we cultuur in de breedst mogelijke zin kunnen noemen: kunsten, geschiedenis, erfgoed, maar evengoed familiale en lokale overlevering, gebruiken, rituelen, omgangsvormen, houdingen, contacten …
Piet Chielens (coördinator In Flanders Fields Museum) neemt ons mee naar het verleden als inspiratiebron voor wie we zijn en wat we willen voor de toekomst.
Een stadslabo waar bibliotheekbezoekers in artistieke ateliers beelden van en voor het toekomstige Oostende ontwikkelen en dat vervolgens samen digitaal verwerken.
Baken Stadslabo is een project rond digitale geletterdheid dat het sociaal-artistieke Klein Verhaal ontwikkelde voor de bibliotheek Kris Lambert. Met ‘Oostende 2020’ voeren ze onderzoek naar de toekomst van de stad Oostende. Ze kijken naar het verleden en naar de toekomst. Deelnemers verzamelen allerlei informatie via uiteenlopende invalshoeken – met de bibliotheek als vertrekpunt. Via verschillende kunstdisciplines (literatuur, architectuur, beeldende en audiovisuele kunst) ontwikkelen ze een waaier aan beelden van de stad die komen zal. Die atelierreeksen zijn deel van één groot onderzoek dat zich steeds verder uitbreidt. Het materiaal dat ze in de ateliers verzamelen, wordt vervolgens gebruikt in de digitale vorming.
Een presentatie van Karen Dick (Klein Verhaal) samen met twee deelnemers van het project
Tine Hens, journalist en auteur van het boek Het Klein Verzet, stelt voor dat cultuurhuizen een uitvalsbasis zijn voor het nieuwe verzet.
Wat als culturele huizen haarden van verzet worden? Niet door spandoeken en slogans aan de gevels te hangen, maar door ‘klein verzet’. Dat verzet ontpopt zich overal onder de vorm van deelinitiatieven, repair cafés, lokaal voedsel, een andere mobiliteit en duurzame energie. Wat als we dit kleine verzet binnen cultuurhuizen een plek geven waar het elkaar ontmoet, zich verdiept en uitbreidt? Wat als bibliotheken hun uitleendienst uitbreiden naar zo veel meer? Wat als de daken van culturele centra labo’s voor stadslandbouw en energievernieuwing worden?
Aan de hand van inspirerende voorbeelden uit binnen- en buitenland, van vroeger en nu, zoekt Tine Hens samen met jou een antwoord op deze vragen.
Hoe wakker je het het democratische bewustzijn van jongeren aan? BELvue doet het met de Democratiefabriek.
Democratie, de basis van onze cultuur. BELvue, museum over de Belgische geschiedenis, noemt zich ook wel eens het centrum van de democratie. Het museum krijgt een zeer divers publiek over de vloer: scholen, (toekomstige) leerkrachten, verenigingen van jongeren, gezinnen, senioren, personen met een beperking …
Vandaag geeft coördinator An Lavens van BELvue inkijk in De Democratiefabriek, een project waarmee ze het vertrouwen in de democratische waarden willen verbeteren en jongeren kritisch willen laten kijken naar de grote belangen en de inzet van de democratie. Hoe is de fabriek ontstaan? En wat zijn de mogelijkheden, zowel nu als in de toekomst?
Biodroom: Tuinbouw met artistieke zaailingen (en omgekeerd)pulsenetwerk
Heleen Vanden Bergh (cultuurcoördinator district Antwerpen), Bruno Herzeele (kunstenaar) en Fleur Leroy (Ecohuis) over een vruchtbare crossover tussen stadstuinbouw en kunst.
Temidden de Chicagoblokken van Linkeroever startten de Antwerpse Cultuurcentra begin 2012 op een bouwgrond van de stad een gemeenschapstuin met 510 big bags. Biodroom groeide snel uit tot een ontmoetings- plek waar bewoners tuinieren maar ook tweemaal per maand kunst kunnen beoefenen onder begeleiding van kunstenaars-in-residence (o.a. Bruno Herzeele). Tijdens de zomermaanden programmeert Cultuurcentrum Link con- certen en voorstellingen tussen de volkstuintjes, gecombi- neerd met een volkskeuken.
DE STUYVERIJ: EEN BUURTHUIS ALS BROEDPLEK
Een buurthuis waar je samen met andere buurtbewoners en organisaties duurzame maatschappelijke projecten ontwikkelt ... dat en veel meer is de Stuyverij!
In deze workshop van Cifal Flanders maakte je concreter kennis met de Sustainable Development Goals van de Verenigde Naties: welke goals precies, wat houden ze in en hoe ga je ermee aan de slag?
Tijdens de 10 Meet Up van de Lezers van Stavast sprak Martien Schreurs, verbonden aan de Universiteit voor Humanistiek in Utrecht, over 'De Toverberg' van Thomas Mann. De aanleiding voor dit leesavontuur is de installatie WOLK van theatermaker Lucas De Man voor het theaterfestival Den Bosch.
Biografie Comenius Jan Amos Komensky Tijdschrift Pentagram 1992 nummer 5stichtingrozenkruis
Comenius: patriarch van het licht
Een jaar voor zijn dood vat de grote filosoof Comenius (Jan Amos Komensky, Uhersky Brod, Moravië CZ 1592 – Amsterdam 1670) zijn levensweg samen in het geschrift ‘Unum Necessarium’ (Het ene nodige):
1 Bezwaar uzelf niet met dingen die buiten uw nooddruft vallen, maar stel u tevreden met het weinige dat uw gemak dient en prijs God.
2 Ontbreekt u alle gerieflijkheid, wees dan tevreden met het strikt nodige.
3 Wordt ook dit u ontnomen, zie dan uzelf te behouden.
4 Kunt ge uzelf niet behouden, laat dan uzelf los maar zie toe dat ge God vasthoudt. Wie God heeft, kan alles ontberen. Hij bezit het hoogste goed en het eeuwige leven met God en in God (…). Dit is het doel en het einde van al wat men begeren kan.
Een jaar eerder, in 1668, schreef Comenius zijn beroemde boek ‘Via Lucis’ (De weg van het licht) waarin hij in drie geschriften indringend de drievoudige stralingskracht en werking van het licht onder aandacht brengt. Hij verklaart de eerste tekst, het boek van God zelf, als het hoogste geopenbaarde licht. In het tweede geschrift, Het boek der natuur, laat hij zien dat het goddelijke licht zich in zijn schepping openbaart. Het derde boek gaat over het mysterie van de mens, de Minutum Mundi, de microkosmos. Dit is de ‘kleine wereld’ waarin de mens tot zelfkennis dient te komen, waardoor hij direct de zich openbarende, levende natuur kan aanschouwen.
Dat schept de mogelijkheid dat hij een rechtstreekse relatie kan aangaan met de oorsprong van het leven, de goddelijke schepper zelf. In de relatie God – kosmos – mens manifesteert Comenius zich als een eigentijdse schakel in de hermetisch - filosofische traditie, zoals die verankerd is in het Corpus Hermeticum van Hermes Trismegistos.
Eerste verwezenlijkte Broederschap van het Rozenkruis.
Comenius, die jarenlang bisschop is geweest van de Moravische Broederuniteit, heeft meer dan 250 werken van theologische, filosofische, natuurwetenschappelijke en pedagogische aard geschreven. Hij geldt als de grondlegger van de systematische pedagogiek en is de eerste auteur van het leerboek met plaatjes (het “leesplankje van Comenius”).
Zijn opvoedkunde wil de (jonge) mens aanzetten tot handelen en denken in zelfautoriteit. “Zelf zien, zelf spreken, zelf handelen en zelf toepassen zijn de enige grondslagen voor een gedegen kennis, voor de deugd en uiteindelijk voor gelukzaligheid.”
Op het eind van zijn leven nam Comenius openlijk stelling voor de Broederschap van het Rozenkruis. Hij stelde zijn eigen hervormingsprogramma gelijk aan de door de Rozenkruisers nagestreefde ‘algemene hervorming van de hele wereld’. Zijn Tsjechische Broederuniteit noemde hij de ‘eerste verwezenlijkte Broederschap van het Rozenkruis’ en het in zijn ‘Via Lucis’ ontworpen College van het Licht een voortzetting daarvan.
“Laat alles zich vrij ontwikkelen en laat geweld daarbij afwezig zijn.”
Verhalen als spiegel van mens en cultuur - presentatie Jeroen Vanheste op stu...Hans van Duijnhoven
Op dinsdag 30 september 2014 sprak Jeroen Vanheste, als docent cultuurfilosofie verbonden aan de Open Universiteit, op verzoek van de Noord Oost Brabantse Bibliotheken op de studiedag De kracht van verhalen. In zijn presentatie kwamen veel schrijvers en filosofen voor: Charles Taylor, Nussbaum, Cliteur, Kundera, Nabokov, Proust, Tolstoj, Franzen en Borges
"We zijn op weg naar een culture war" (Thierry Debels)Thierry Debels
Onafhankelijk onderzoeksjournalist Thierry Debels (Brugge, 1968) is een cijferaar die onder het motto: ‘follow the money’ het Staatsblad doorploegt. Hij staat vooral bekend om zijn kritiek op het koningshuis. Debels schreef reeds 23 non- fictieboeken, onder meer over de media (‘Circus Media’), het koningshuis (‘Kroongeheimen’) en de financiële wereld (‘De ondergang van Fortis’). Vandaag is hij de trotse auteur van, zo staat op de achterflap, ‘zijn eerste politiek niet correcte roman over het nog steeds niet verwerkte koloniale verleden van België’: Kamabea.
Futurefarmers is an art collective established in 1995 that explores the relationship between art, design, and agriculture. They have created speculative futures projects, distributed heirloom seed packs, and revived World War II Victory Gardens across the US. Their current project, the Flatbread Society in Oslo, is a grain field commissioned as a public artwork that engages the local community around the cultural significance of early farming.
1. THE TIMES THEY WERE A-CHANGIN
Luuk Gruwez – VOOR DE VERANDERING 24/9/2013
Twee tijden van transitie
Ik ben opgegroeid als een moeizaam ontbottend bloemenkind en een gefaalde soixantehuitard
in een tijd waarvan velen op zijn minst vonden dat het er een van transitie was: the dawning
of the age of Aquarius. Mijn haar was lang en het was alsof mijn hersens uit mijn kop
groeiden, beweerde mijn vader. Een van de vele vragen die toen gesteld werden en die ook
mij bezighield, was exact dezelfde als nu: kan literatuur of kunst in het algemeen bijdragen tot
de transitie naar een betere tijd. Ik vond toen al, zij het veel minder dan thans, dat het
antwoord dubbel is.
Over toen, over dat inmiddels omstreden destijds, de jaren zestig en - vooruit - bij ons, trage
Belgen, eigenlijk ook nog de eerste helft van de jaren zeventig, heb ik geschreven in mijn
boek 'Een stenen moeder' uit 2004. Ik heb het secundair onderwijs genoten als intern bij de
paters picpussen, in een school die het Damiaancollege heette en die, zodra ik er afgestudeerd
was, smartelijk snel werd opgedoekt. Zonder dat er tussen beide feiten overigens enig verband
bestond. Over die periode schrijf ik in mijn boek onder meer het volgende.
'De frisse wind die over het westen woei, begon ook wonderbaarlijk te ruisen in de hoofden
van Gods personeel. (...) alles stond op zijn kop. Sommige paters zagen in Jezus van de ene
op de andere dag een guerrillaleider. Ter updating van hun eucharistievieringen opteerden zij
voor rebelse songs van Donovan of Dylan. Zij keken welwillend toe op ons al dan niet
gespeelde libertinisme - Mao's rode boekje als een nieuwsoortig brevier onder de arm
geklemd. Voor het laatst in de twintigste eeuw werd er geademd alsof er elke dag opnieuw
gehyperventileerd werd. Heel Europa was, om met Campert te spreken, één groot matras. Wij
lonkten naar Amsterdam. Maar eigenlijk wilden we per luchtballon naar Kathmandu. En van
één ding waren wij zeker: the times they were a-changin'.
'Langzamerhand deed een tijdperk zijn intrede waarin werkelijk iedereen alle beuzelarijen van
alleman aan de andere kant van de planeet te weten kon komen, terwijl het niet langer evident
was op de hoogte te raken van het opgeknoopte kadaver in het huis van de buren. Ook leek
het alsof alles het plotseling begeven had en nu hoogdringend aan herstel toe was. Er moest en
er zou veranderd worden. De psychedelische ervaring (Timothy Leary: 'The only hope is
Dope') deed een poging om het voorheen hoog in aanzien staande stuk in de kraag te
vervangen. Terwijl sommige jongeren het met hun primaire en secundaire geslachtsorganen
mondiaal uitjubelden, zette de brave burgerman de intimiteit, die in de loop van de
geschiedenis, altijd al op een schommelende populariteit heeft geboogd, gedecideerd op haar
plaats: ergens diep binnenshuis. Het laatste heftige generatieconflict van de twintigste eeuw
was een strijd tussen binnen en buiten, een kwestie van meters, misschien wel van
centimeters.
2. Ik zag dat, terwijl eerder al de hoelahoepende meisjes uit mijn straat waren opgehoepeld, ook
één nobele oudemannensport er zeldzaam werd: het trottoirzitten met gekruiste armen boven
op de rugleuning van een stoel, die als een klotenschild leek te dienen. Hiermee kwam er een
eind aan de beschaving van vertellers die de wereld al eeuwen hadden weten te resumeren tot
de volmaakste vierkante meter, namelijk die rondom hun zitplaats.' Tot daar het citaat.
Niet alleen een strijd tussen binnen en buiten heerste er, maar ook een tussen twee totaal
tegengestelde methodes om de overgang naar een nieuw tijdperk te bewerkstelligen: uitgaand
van enerzijds diegenen die de gedachte aanhingen dat verandering er pas kon komen door
verinnerlijking, introspectie en meditatie ('Verander de wereld, begin bij jezelf.'), zeg maar de
bloemenkinderen met hun romantische behoefte om de natuur in hun leven een zekere
duurzaamheid te verschaffen, en anderzijds van de adepten van een directe sociale
confrontatie op de barricades onder het motto 'Alles is politiek'. Maar beide groepen waren uit
op verandering en hielden zich intensief bezig met de vraag hoe die kon worden
waargemaakt. Door een bom te leggen onder de poort van een multinational of door zich
bijvoorbeeld te engageren in een vorm van kunst of literatuur die als koevoet kon dienen om
binnen te breken in de bastions van het verroeste establishment? Wat deed kunst, wat deed
literatuur, wat deed poëzie met de wereld? Het is een vraag die hier en nu weer aan de orde is
en die overigens om de haverklap opduikt. Is poëzie wel het meest geëigende middel om
verandering op gang te brengen? Ik weet dat ik tijdens mijn adolescentie nog enigszins naïef
zwoer bij de poëzie van de Beat Generation, bij Allen Ginsberg, Gregory Corso, Jack
Kerouac, William Burroughs of - dichter bij huis - good old Simon Vinkenoog. Ik las 'The
Doors of Perception' van Aldous Huxley, het boek dat net als het Tibetaanse Dodenboek nota
bene over de grootste transitie van alle ging: die van leven naar dood of - in de optiek van de
auteur - van het leven dat wij kennen via de deur van de dood naar een anderssoortig leven. Ik
dweepte met Hermann Hesse en met Carlos Castaneda, die ik niet eens gelezen had.
Een ogenblik overwoog ik zelfs mijn licentiaatsverhandeling aan mijn favoriete Beat Poets te
wijden. Zij geloofden kennelijk wel dat ze middels de literatuur een andere wereld konden
realiseren, ook al zag Ginsberg 'the best minds of his generation destroyed by madness'. Wat
zeg ik? Deze mannen, want het waren meestal mannen, geloofden dat er naar hartenlust
gereïncarneerd kon worden als zij er al niet zeker van waren dat - om met de dichter Hans
Lodeizen te spreken - 'deze wereld niet de echte is'.
Ik viel al makkelijk terug op de vermelding van de toentertijd erg populaire protestsong
wanneer het erom ging de efficiëntie van de zachte sector te bewijzen. Later sloop toch weer
twijfel in mijn overtuiging, vooral toen ik begon te beseffen dat met name sociaal of politiek
geëngageerde poëzie kennelijk zelden kwaliteit oplevert. Bovendien ging ik mij hoe langer
hoe meer vragen stellen over de dosis efficiëntie die een marginaal genre als de poëzie kon
genereren. Deed je vanuit een politiek engagement niet beter een beroep op middelen die
doortastender waren als je verandering wilde nastreven? Nam je inderdaad niet beter je
toevlucht tot de barricade of een andere net zo directe en eclatantere vorm van subversiteit?
Dat begon ik hoe langer hoe meer te geloven, al klonk in mijn achterhoofd eveneens de
bedenking dat het ene het andere niet uitsloot.
3. Ook vandaag voelt men her en der blijkbaar de noodzaak om sociaal-educatieve poëzie nieuw
leven in te blazen. Bij gebrek aan grote religieuze of ideologische lichtbakens, lijkt men in
onze contreien een enkele keer geneigd een auteur als richtinggevende opiniemaker aan te
kleden. Soms zelfs de stilste van alle auteurs: de dichter. Zo trof mij onlangs de uitnodiging
tot het schrijven van 'opinion poetry' die door The Los Angeles Times werd gelanceerd onder
de titel 'Rhyme and Reason' en waaraan meer dan vijftienhonderd inzenders gevolg gaven,
vaak met verschillende gedichten. De opiniërende poëzie werd voor publicatie in de krant
geselecteerd op basis van haar literaire waarde, haar nieuwswaarde en de helderheid van haar
argumentatie. Ook een zeker humorgehalte kon geen kwaad. Het leverde verzen van
wisselende kwaliteit op, soms dicht aanleunend tegen het light verse, maar soms ook ronduit
geslaagd, zoals bijvoorbeeld een gedicht dat onder de titel 'The fat ladies sing' met enige
ironie de lof zingt van de obesen die zoveel ruimte innemen in het Amerikaanse straatbeeld.
(Ik vermeld het hier maar omdat ik zelf de auteur ben van een dichtbundel die 'Dikke mensen'
heet.) In veel gevallen gaat het in deze rubriek evenwel vooral om 'rhyme', zeg maar
rijmelarij. Goede dichters zijn nu eenmaal schaars gezaaid en het gevaar zit er natuurlijk in
dat men gaat denken dat een plausibele boodschap noodzakelijkerwijze een acceptabel
gedicht oplevert.
Ook in sommige recente poëzie van eigen bodem weerklinkt opnieuw de roep om al dat te
beperkte en op de lange duur ridicule gehik van het ik te ondermijnen en de ogen weer op de
maatschappij te richten. De hang naar transitie wordt daarbij soms gelardeerd met een neiging
tot transgressie van het genre: crossover. In onze gewesten is daar nu bovendien, het valt al
helemaal niet te ontkennen en het valt niet los van deze context te zien, het wijd uitdijende
verschijnsel van het stadsdichterschap, het dorpsdichterschap, het wijkdichterschap, het
dichterschap van de Dichter des Vaderlands en zelfs al het landschapsdichterschap en het
dijkdichterschap: van een tendens naar duurzame ecologische transitie gesproken! Opnieuw is
- déjà vu - de romantische neiging om de natuur te omarmen niet veraf. Dit alles in een
eigentijdse variante op de eertijdse rederijkerij. Het levert, hoe kan het ook anders, poëzie van
wisselend niveau op. Maar haar meest opvallende eigenschap is - dat valt niet te ontkennen -
dat zij dus grote maatschappelijke betrokkenheid laat zien.
Wat drijft ons? Heeft het wel allemaal met veel meer dan met onze behoefte aan liefde te
maken, gezien worden? Liefde als het instrument par excellence om de voortschrijdende tijd
tegen beter weten in een hak te zetten, te blijven voortbestaan? Niets is immers transitioneler
dan het leven en niets is vruchtbaarder en meer besmettelijk dan het gebrek aan liefde. Dit is
het dat weerklinkt in en tussen de regels van een gedicht dat ik geruime tijd geleden
geschreven heb onder deze titel:
HOE HET KOMT DAT WIJ NIET GELIEFD ZIJN
HOEWEL WIJ DAAR VEEL AANLEG TOE HADDEN
Het heeft met politiek te maken,
4. met politiek en ook met poëzie.
(Met algebra misschien,
dat valt nog te bezien.)
En met een uilenbril, een tropenhelm,
een ruitjesjas en baggerlaarzen.
Met iets wat fabelachtig vloekt.
En meestal is er ergens iemand
die daardoor niet meer van ons houdt
en dat aan iedereen vertelt.
Het komt gewoonlijk op minuten aan
en niet op maanden of op jaren.
Precies halftien, een vrijdagochtend,
de koffie op, de radio af, de krant net uit.
En iemand komt op het idee
vandaag eens lekker niet van ons te houden.
Hij had iets nuttigs kunnen doen,
zijn vloeren boenen, erwten peulen.
Ja, erwten peulen kan heel nuttig zijn.
Het moest er vroeg of laat van komen
dat iemand, binnen de minuut,
verkoos ons niet meer lief te hebben.
Maar diende dat wel doorverteld?
Wij hadden zoveel aanleg om geliefd te zijn.
Met politiek heeft het te maken,
5. met politiek en ook met poëzie.
En heel misschien met algebra.
Het is volkomen onaanvaardbaar
dat nu de hele wereld weet
dat iemand niet meer van ons houdt.
Dames en heren, ik dank u voor uw aandacht.