1. J.A. (Hans) Mol, Fryske Akademy, KVAN-dagen, Leeuwarden 7 juni 2011 HISGIS: het gedigitaliseerde kadaster van 1832 als basis voor de presentatie en analyse van historische geo-informatie
2. Opzet 1. Korte intro: wat is een Historisch GIS? 2. De kerndata: gevectoriseerde minuutplans en gedigitaliseerde perceelsregisters van het oudste Kadaster (1812-1832) 3. De presentatie op de Website, juist van de 1832-gegevens, met diverse functies 4. Uitbreiding met extra kaart- en gegevenslagen: topografische en geomorfologische kaarten, hoogtekaarten, manuscriptkaarten 5. Extra mogelijkheden voor Fryslân: reconstructie prekadastraal bezit (kerken, kloosters, stinzen) via oudere grondboekhoudingen 6. Extensie met toponiemenbestanden: ‘galgen’’-onderzoek 7. Perspectief: vroege volkstellinggegevens koppelen van huisnummerregistraties aan 1832-kadaster : Leeuwarden 1839 8. Behoefte aan exacte hist. geodata wordt steeds groter: meer aandacht voor nauwkeurige georeferentie 9. Hoe verder met de rest van Nederland? HISGIS en de archieven
3.
4. HISGIS (Fryslân, Groningen, Overijssel en sinds kort ook Utrecht) Start bij de kleinste geografische eenheid: het perceel De basis wordt gevormd door (digitaal ingevoerde) oudste kadastrale minuutplans uit de Franse tijd (1812-1832), met de bijbehorende registergegevens. Elk perceel daarvan is als polygoon/veelhoek ‘getekend’ (eigenlijk een computermatige verbinding tussen aangeklikte punten), en krijgt een unieke codering waaraan de bijbehorende informatie kan worden gehangen. Deze 1832-laag vormt de basis voor het creëren van nieuwe gegevenslagen, zowel naar voren als naar achteren in de tijd.
5. De opbouw: aan de hand van Oosterwierum, een terpdorpje in het kleiweidegebied tussen Sneek en Leeuwarden, aan de westzijde van de voormalige Middelzee 2. De kerndata van 1832 (eigendoms- en perceelsinformatie)
6. Kerk en omliggen-de boer-derijen in 1832 digitaal => let op nr. 56 <= De ‘tsjerkebuorren’ in 1832, analoog, op het minuutplan uit de Franse tijd
7. De kad. gegevens (1832) van perceel Osw B56 analoog (uit de OAT of Oorspronkelijk Aanwijzende Tafel) en digitaal (ingevoerd in de database) ID Osw B56 namen Kerkvoogdij voornamen Gereformeerde beroepen woonplaatsen Oosterwierum legger_nr 48 soort_eigendom Kerk en Kerkhof srt_eig_norm Begraafplaats inhoudsgrootte 1540 klassering_ongebouwd Onbelast
8. Een en ander komt dus bij elkaar in het systeem, met rechts hier de informatie voor het aangeklikte perceel (de Oldehove)
9. De gegevens over het beroep van de eigenaars: hier in een (gemanipuleerde 3-D weergave betreffende de omgeving van de Groninger Martinikerk (door Johan Feikens)
10. Een aparte laag van het HISGIS uit het oudste kadaster: de onroerend goed-waardering in 1832 (guldens per hectare)
11.
12. Weergave 1832 in de applicatie, met Bonnekaart (ca. 1930) als transparante onderlaag en Google maps ter oriëntatie
13. Proef om oudere manuscriptkaarten ‘vast te zetten’ op de 1832-situatie: hier een vroeg 18 de -eeuwse gebruiks- en eigendomskaart van Den Andel (Gr.) Daarvoor: ruwe georeferentie noodzakelijk, met prikken van paspunten
14. Proef: nogmaals inpassen van manuscriptkaarten met gegevens: vroeg 18 de -eeuwse kaart van Den Andel en Usquert
15. Toepassing voor Utrecht: kaart van het (kern)bezit van de Duitse Orde, Balije van Utrecht, juist buiten de muren (landmeterskaart van 1583, gepast op de kadasterkaart van 1832)
16. De gegevens per boerderij uit het floreenkohier van 1700: hier FC 2 = de Pastorie 4. Extra mogelijkheden Fryslân: reconstructie prekadastraal bezit (parochiekerken, kloosters, adelsgoederen, door koppeling 18 de - en 17 de -eeuwse grondboekhouding aan het Kadaster ID Easterwierrum FC2 jaartal 1700 eigenaren de pastorie gebruikers aan stucken verhuyrt diversen oppervlakte 69 floreen 27-0-0 plaats Easterwierrum floreen_nr 2 jaartal_ 1848 kadaster_nrs Osw B20 23-25 52 54 57 85-86 251-253 271 330-331 oppervlakte_ 25-35-0 diversen _ opmerkingen * PASTORIE en PASTORIEFENNE
17. De sleutel voor de koppeling van kadaster (1832) aan kohieren (1700): de vermel-ding van de perceelsnummers, in de marge van het floreenkohier van 1850
18. De pastorie (boerderij FC2) van Oosterwierum, met het bijhorende bezit, zoals aanwezig in 1700, in beeld gebracht via het HISGIS
19. Vogelsangstate :een uithof van de Cisterciënzer abdij van Bloemkamp, bij Oosterwierum 4.2.Extra mogelijkheden Fryslân: reconstructie voormalige kloostergoederen, door koppeling verkoopregisters ca. 1640 met genoemde grondboekhoudingen en vervolgens aan het Kadaster
20. Inzoomen op de cisterciënzer abdij van Bloemkamp bij Hartwerd (Floridus Campus, gesticht 1192) en zijn afhankelijke nonnenpriorij Nijeklooster of Aula Dei bij Scharnegoutum (1234): dit met intekening van oudste dijken. Let op de positie van de uithof Vogelzangstate bij Oosterwierum bij de afsluitdam
21. Opnieuw, maar nu tegen de achtergrond van de bodemwaardering van 1832, en met representatie van de oudste dijken rondom de Middelzeeboezem. N.B. de hoge waarde van de oeverwallen, de terpen en de hoog opgeslibde nieuwe kleigronden.
22. Nogmaals maar dan tegen de achtergrond van de digitale hoogtekaart (AHN)
23. Een voorbeeld voor Utrecht: reconstructie van het (12 de -eeuwse) domaniale bezit bij Vleuten van het Utrechtse Catharijneconvent van de johannieters (naar gegevens van J. Huiting)
24. 4.3.Extra mogelijkheden Fryslân: reconstructie adelshuizen (stinzen) door volgen van verervingslijnen terug naar grondboekhouding
25. Gerbada (Oosterwierum FC1) Gerbada is vanaf 1433 te volgen. De precieze verhoudingen tussen Gerbada's, Hoxwiers, Heringa's en Camstra's vraagt nader onderzoek. In 1433 werd Lyuwa Gerbada genoemd. 2969 In 1441 had hij samen met zijn broer Syds een geschil met Azegha (Hoxwier) tho Mantgum over Gerbada guede in Aesterwerim . 2970 In 1451 blijken er verwantschapsrelaties te bestaan tussen Sirds Gherbada, Eza Huckens en Renick Camstra; ondermeer wordt Gherbada goed overgedragen door Sirds aan Eza; 2971 in 1469 was Doka Fondens uit Jorwerd eigenaar van een derdedeel van het goed. 2972 Blijkbaar is het goed aan de familie Heringa gekomen, want in 1466 blijken Renik Camstra's zoon Wigle en zijn zwager Haya Heringa geschillen te hebben over Gaerbada gued (...) stins, stoe ende staten ; Renik zou het op grond van zijn huwelijkscontract met Hayes zuster Eelck Heringa hebben gekregen. 2973 Wiggle Camstra liet in 1499 bij testament Gerbada oftewel dyo stata mey dat timmert na aan zijn zoon Sasker Camstra. Hij wilde ook te Oosterwierum op het kerkhof begraven worden. 2974 Sasker Camstra/Heeryngha maakte zijn testament in 1510. Zijn oudste zoon, Eelck, kreeg Aesgema te Marssum, zijn jongste, Haring, dae state toe Aesterwyrum, hietende Garbaeda . 2975 Bestand met ca. 800 stinzen (verdedigbare huizen van de Friese adel)
26. 6. Extensiemogelijkheden met koppeling van toponiemenbestanden: onderzoeksperspectief (voorbeeld) een reconstructie van galg- en rad bouwwerken
27. Het belang van gelokaliseerde toponiemen, geïllustreerd aan de galgen van vóór 1500, die in Westerlauwers Friesland konden worden opgespoord via veld- en waternamen als Galgeland, Galgeduin, Galgerak, Galgewier, Galgekamp, Galgeberg, Galgewater etc.
28. De centrale galg van Leeuwarden (die de hele provincie moest dienen vanaf 1515), op de kaart van Jacob van Deventer (1560) en in het Album Studiosorum Leovardiensis (1660) Executie en tentoonstelling
30. Middeleeuwse galgen op zichtlocaties: die van Bolsward, juist buiten de stadsgrachten, en die van Sloten aan de ingang van de Sloter vaart aan het meer. In Sloten was het galgeland eigendom van de familie Harinxma, die het stadje in de 15de en 16de eeuw beheerste
31.
32. 7. Extra voor Fryslân, maar met perspectieven voor heel Nederland: weergave vroege volkstellinggegevens door aan elkaar puzzelen van huisnummerregistraties aan 1832-kadaster : hier Leeuwarden 1839
34. 8. Het belang van een zo nauwkeurig mogelijke georeferentie: o.m. schaal-, rotatie-, krimp- en rekfouten bij vectorisering . Ook lasproblemen door ‘eilandkaart’-benadering van de minuutplans: zie bijvoorbeeld Dokkum in het HISGIS (moet eigenlijk worden herzien) Eisen die aan Hist. Geo-informatie worden gesteld, zullen steeds strenger worden (archeologie, erfgoedbeheer, waterstaat) ook t.a.v. geogr. precisie
35. Links: Giethoorn, met afwijkingen als gevolg van ‘eilandkaart’-benadering => las-problemen. Lichtblauw = juiste lijn Tevoren minuutplans refereren kan alleen bij gebruik van juiste georeferentiemateriaal. 4 punten prikken voldoet niet: Zeeuwse proef rechts (Walch.)
36. 9 . Hoe verder met de rest van Nederland? HISGIS en de archieven Stand van zaken: Fryslân (meer lagen), Groningen, Overijssel en Utrecht (1832). Nabije toekomst Drenthe (Zeeland?) Belang archieven: allereerst het systeem zelf als fijnmazige fundering voor 19 de - eeuwse en oudere datasets over personen en perscelen (volkstellingen, belastinggegevens). Belang archieven: een precieze achtergrond en referentiestructuur voor collecties (gegeorefereerde) manuscriptkaarten. En uiteraard koppeling aan allerlei geografisch te plaatsen erfgoedinformatie. Voornemen: 1. applicatie aanpassen met meer functionaliteit: generale zoekindex-mogelijkheden nagaan; WMS-service toevoegen; invoermodule OAT-gegevens. Voornemen: 2. projectmatig verder werken; investeren, eventueel samen met archieven en andere geïnteresseerde partijen om 1832 gereed te krijgen. Prioriteit voor de FA heeft Noord-Holland en A’dam
37. De binnenstad van Amsterdam 1832: oefening in vectoriseren met goede georeferentiedata (kaart Johan Feikens, FA)