Presentatie van het boek "Ezemaal en Laar. Plaatsnamen en hun geschiedenis." van dr. fil. Paul Kempeneers op 13 december 2019 in het Sociaal Huis van Landen.
2. • Deel I: Verzameling van het materiaal
– 1. Mijn werkgebied: het Hageland
– 2. Uitgegeven werken
– 3. Archief: teksten en kartografisch materiaal
– 4. Attestaties van toponiemen
• Deel II: Verwerking van het materiaal
– 1. Atlas: kaarten en thesaurus
– 2. Toponiemen verwerkt in rubrieken
– 3. Historische documenten
– 4. Illustraties: prentkaarten en foto's
Overzicht van de lezing
6. Verzameling van het materiaal
Gedrukte werken over Ezemaal en Laar.
• P.V. Bets. Geschiedenis der gemeenten Wommersom
en Ezemaal. 1873.
• A. Wauters. Géographie et histoire des communes
belges. 1876.
• A. Vollon. Bijdrage tot de toponymie van het kanton
Tienen (Ezemaal, Goetsenhoven en Sluizen). 1944.
• G. Wemans. Onthoofding van Karel Verbiest uit
Ezemaal. OLE, 2018.
• L. Frenay. Aanteekeningen op het parochiaal bestuur
der pastoors van Laar. 1889.
8. Archieven: teksten en kartografisch materiaal
Oudste vermeldingen van Ezemaal en Laar
Gysseling, Toponymisch Woordenboek
• Ezemaal: 1066 kopie waarvan kopie 18de eeuw
Hisemale, 1080 kopie midden 13de eeuw Esemal,
1139 kopie idem Esmale, Esemale (TW).
• Laar: 1065 Lare, 1136 kopie midden 12de eeuw Lare,
1139 Lare, 1211 prope Larae (TW).
9. Attestatie van 1139
in het Cartularium
van Sint-Trudo (RA
Hasselt), p. 137
Overzicht van het
hele blad
10. Attestatie van 1139 in het Cartularium van Sint-
Trudo (RA Hasselt), p. 137
Detail met de namen lare, esemale
11. Landen van pastoor
Leonard Loijens in
Laar
1672
Voorbeeld van
toponiemen: op den
Leeuwschen wech,
inden brackouter
12. Fragment uit het boek van pastoor Renier De Ville - 1626
AA Mechelen
13. Niclaes Loriers uit
Amsterdam komt
zijn nalatenschap in
Laar regelen bij
pastoor Cornelis
Vander Heijden.
1713
Fragment met
handtekeningen, zie
kruisjes voor wie
niet kon schrijven
14. Land van de Dalscholieren van Zoutleeuw in Ezemaal - 1729
AA Mechelen
21. Verzamelde attestaties van toponiemen, alfabetisch en
chronologisch gerangschikt. Voorbeeld: Dees
Dees, Dijse
- 1350 prati jacente in de doyse juxta pratum dictum fierensbeempt (R 44699, f.
13v).
- 1585 den beempt van waesmont oft die dijse gelegen by die mostbeemden r. de
crombeemden …, die beecke die leyt van lare nae elesim (K 9956, f. 40).
- 1623 Jan persoens van een boender bempts gelegen jnde deyse rgt. die taefel
van thienen, sheeren straete, die gete (Se G3, f. 65); - 1623 de Taefel van
thienen van eenen bempde gelegen jnde deyse oft moesbempde regt. de ghete,
den voors. bempt van Jan persoons, ende sheeren straete (Se G3, f. 65).
- 1645 een bempdeken van de tafel van laer gelegen in dij dijse (K 23.925, p.
134).
- 1705 een half boender weijde inde deijse regt. de ghete, de deijsestraet (K
23.889, b. 6).
- 1766 (Tafel Laar) een sille weyde ... is gelegen in de deijse (K 23.968, p. 71).
- 1784 (Tafel Laar) een dagmael weijde onder laer in de deijse regt. de
waetervloit in twee seijde, s. van de vorst, de deyse straet (K 23.971, p. 9).
- 1828 La Dees (k. Gustin). A 1-14.
- 1841 La dées (ABu Wange, dp 4). A 1 en A 28.
23. Voorbeeld van thesaurus: percelen in sectie B naast de enclave
B 425: 11,26,80. Weide. - 1821 Mahieu Dewilde; 1860 Persoons, Carolus Josephus, eigenaar,
Ezemaal.
B 426: 98,40. Weide. - 1860 Persoons, Carolus Josephus, eigenaar, Ezemaal.
B 427a: 77,30. Hooiland. - 1860 Bartholomé, weduwe Joannes Baptiste, landbouwer, Laar, en
Bartholomé, Clementius en broeders, landbouwers, Laar, en Janssens, Melchior, dagloner, de
vrouw, Overwinden (a).
B 428. Bestaat niet meer in 1860.
B 429: 62,00. Hooiland. - 1860 Van Dionant, Lambertus, Pierco, Josephus en Van Dionant,
Joannes, landbouwers, Neerwinden.
B 430a: 17,50. Hooiland. - 1860 Wauters, Henricus, landbouwer, Meer (a).
B 431a: 18,20. Hooiland. - 1860 Struys, Melchior, landbouwer, Ezemaal (a).
B 432a: 18,30. Hooiland. - 1860 Hamels, Maria Josephina, landbouwster, Neerheilissem (a).
B 433: 16,00. Hooiland. - 1860 Demiddel, H.G., rentenier, Tienen.
B 434. Bestaat niet meer in 1860.
B 435a: 31,40. Hooiland. - 1860 Corthout, Trudo, de vrouw, landbouwer, Laar (a).
B 436: 13,20. Land. - 1860 Lecocq, Lambertus, landbouwer, Laar.
B 437: 12,00. Hooiland. - 1860 Vandereyken, Fredericus, landbouwer, de vrouw, Laar.
B 438: 22,10. Land. - 1860 Demiddel, H.G., rentenier, Tienen.
B 439: 1,08,70. Land. - 1860 Nihoul, weduwe Lambertus, en Nihoul, Carolus, renteniers, Tienen.
B 440: 14,40. Land. - 1860 Vandereycken, Lambertus, landbouwer, Laar.
B 441: 95,90. Land. - 1860 Pieraerts, weduwe Henricus, landbouwster, Laar.
B 442: 32,00. Land. - 1860 Loriers, weduwe Martinus en kinderen.
26. Toponiemen ordenen in rubrieken
Voorbeeld: namen met beemd
Deesbeemden: ca. 1370 in de doysbeempde (R 44.699, f. 15), 1405 v cort roeden
beempts inde doysbeemde gelegen (R 44.758, f. 148v). ~ Beemd aan de Dees (zie daar).
Fonteniersbeemd: 1681 aen fonteniers bempt faute van de sauwe nijet geruijmpt te
hebben (Vollon, 13). ~ Beemd in de omgeving van de Zouw. Fontenier is een
persoonsnaam: beroepsnaam uit het Frans fontainier 'toezichter over de waterputten' (DB,
471).
Kerkenbeemd: 1664 den kercken bempt gelegen tusschen Adeùort en Ezemael (PE 2). ~
Beemd, eigendom van de kerk, grenzend aan de Gete.
Klaverenbeemd: 1699 bouen die brugge van adevoort tot aenden claeuerbempt (Vollon,
20), 4 jan. 1750 (het jaargetijde van juffrouw Maria Catharina Moriau, gewezen huisvrouw
van sieur Joannes Carolus Braze) bepant met dertigh stuyvers op sekere waeijde genaemt
de klaevere bemt (PE 1), 1795 eenen bempt onder Esemael genaemt den klaver bempt (Par.
2). ~ Beemd in de omgeving van de Brug van Ardevoort, grenzend aan de Gete. Genoemd
naar de begroeiing.
Kraanbeemd: ca. 1370 de prato dicto craenbeempt (R 44.699, f. 16v), 1405 van eenen
beempde geheeten craenbeempt (R 44.758, f. 150). ~ Beemd aan de Kraanbeek.
Krombeemden: 1585 den beempt van waesmont oft die dijse regt. de crombeemden (K
9956, f. 40), 1632 by die mostbemden regt. die Crombempden (K 9742, f. 232v). ~
Beemden in de Enclave van Laar, grenzend aan de Deesbeek.
27. Voorbeeld: Vloedgracht
Vloedgracht: 1636 binnen Laer opde fonteyne genaempt den dierentyt regt.
nordt den vloetgracht (K 23.889, b. 2), 1666 jnde Craenbeeck regt. die
vloetgracht (SG 702, f. 52), 1702 het vloet gracht (Se R2, f. 31v), 1757 weyde ...
regt. de gete, de vloetgrachte (SG 694).
Vloedgrachten liggen altijd in een laagte en werden van de 13de eeuw af, maar
vooral in de 14de en 15de eeuw, kunstmatig verdiept om het water bij
stortvloeden op te vangen. De grootste concentratie van Vloed-toponiemen
bevindt zich ten zuiden van de lijn Dijle-Demer en in het afwateringsgebied van
de Zwarte Beek (Kem1983, 31). Vloed komt uit Germaans *flōdu "vloed, rivier",
afgeleid van het werkwoord *flōan "vloeien". Vloed komt als simplex voor, maar is
meestal het eerste lid van de samenstelling Vloedgracht. Voor de verspreiding
van Vloed(gracht) zie het kaartje in De Vlaamse Waternamen (p. 330).
37. De auteur die opzoekingen doet in het
Archief van het Aartsbisdom in Mechelen
38. Fine coronato nobilitatur opus (Verinus).
Van een begonnen werk is 't licht wat lof te halen,
Maar als 't voltrokken is, mag men eerst zegepralen.
Naar: Frans T'Serstevens,
Schat van zedespreuken en lessen.
Brussel, 1755.
39. Dank u voor uw aandacht!
Meer informatie: www.kempeneers.org